RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 11 september 2008 (22.09) (OR. fr)
B PU
12940/08
LI
LIMITE
C
FISC 112
NOTA van: aan: Betreft:
het voorzitterschap de Groep belastingvraagstukken – indirecte belasting (accijnzen) Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende een algemene regeling inzake accijns - artikelen 1 tot en met 29
Hierbij gaat voor de delegaties een compromistekst van het voorzitterschap betreffende de artikelen 1 tot en met 29 van het in hoofde genoemde voorstel.
Wat de artikelen 1 tot en met 23 betreft, is in de wijzigingen rekening gehouden met de bespreking in de vergadering van 3 september 2008. Voor de artikelen 24 tot en met 29 is rekening gehouden met de schriftelijke opmerkingen van de delegaties.
Voor de artikelen 30 en volgende blijft document 12350/08 FISC 102 van 31 juli 2008 het compromisdocument.
____________________
12940/08
adw/GRA/rb DG G I
Conseil UE
1
LIMITE NL
BIJLAGE
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende een algemene regeling inzake accijns DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 93, Gezien het voorstel van de Commissie1, Gezien het advies van het Europees Parlement2, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité3, Overwegende hetgeen volgt: (1)... HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 1.
Bij deze richtlijn wordt de algemene regeling vastgesteld ter zake van de directe of indirecte heffing van accijns op het verbruik van de volgende goederen, hierna "accijnsgoederen" genoemd: a) energieproducten en elektriciteit vallende onder Richtlijn 2003/96/EG; b) alcohol en alcoholhoudende dranken vallende onder de Richtlijnen 92/83/EEG en 92/84/EEG; c) tabaksfabrikaten vallende onder de Richtlijnen 95/59/EG, 92/79/EEG en 92/80/EEG.
1 2 3
PB C […] van […], blz. […]. PB C […] van […], blz. […]. PB C […] van […], blz. […].
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
2
LIMITE NL
2.
De lidstaten kunnen op accijnsgoederen andere belastingen met specifieke doeleinden heffen, mits daarbij de communautaire belastingvoorschriften inzake de accijns of de btw in acht worden genomen wat betreft de vaststelling van de maatstaf van heffing […] de berekening, de verschuldigdheid en de controle van de belasting; onder de genoemde communautaire belastingvoorschriften zijn niet begrepen de bepalingen betreffende vrijstellingen.
3.
De lidstaten kunnen belastingen heffen op: a)
andere producten dan accijnsgoederen;
b)
diensten, daaronder begrepen diensten die betrekking hebben op accijnsgoederen, mits die belastingen niet het karakter van een omzetbelasting hebben.
De heffing van dergelijke belastingen mag in het handelsverkeer tussen de lidstaten evenwel geen aanleiding geven tot formaliteiten in verband met het overschrijden van een grens. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 1: in de Franse tekst is de formulering van lid 1, met unanieme instemming van de delegaties, gelijkgetrokken met die van artikel 1 van Richtlijn 92/12/EEG. Leden 2 en 3: op voorstel van de Duitse delegatie zijn de leden 2 en 3 van artikel 2, met unanieme instemming van de delegaties, naar artikel 1 overgebracht. Lid 2: de Belgische delegatie heeft gevraagd expliciet te bevestigen dat onder de in dit lid genoemde belastingvoorschriften niet tevens de bepalingen inzake vrijstelling van btw en accijns zijn begrepen. ________________________________________________________________________________
Artikel 2 Accijnsgoederen zijn aan de accijns onderworpen op het tijdstip van a)
hun productie, daaronder begrepen hun winning, indien van toepassing, op het grondgebied van de Gemeenschap;
b)
hun invoer in het grondgebied van de Gemeenschap.
[...]
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
3
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: De leden 2 en 3 zijn overgeheveld naar artikel 1. Het ingekorte artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 3 1.
De in de communautaire douanevoorschriften vastgestelde formaliteiten ter zake van de binnenkomst van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap zijn van overeenkomstige toepassing op het binnenbrengen van accijnsgoederen in de Gemeenschap vanuit een in artikel 5, lid 2, bedoeld gebied.
2.
De in de communautaire douanevoorschriften vastgestelde formaliteiten ter zake van de uitgang van goederen uit het douanegebied van de Gemeenschap zijn van overeenkomstige toepassing op de uitgang van accijnsgoederen uit de Gemeenschap naar een in artikel 5, lid 2, bedoeld gebied.
3.
In afwijking van de leden 1 en 2 wordt Finland gemachtigd om bij de overbrenging van accijnsgoederen tussen zijn grondgebied als gedefinieerd in artikel 4, lid 6, en de in artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde gebieden dezelfde procedures toe te passen als bij overbrenging op zijn grondgebied.
4.
De hoofdstukken III en IV zijn niet van toepassing op accijnsgoederen die onder een douaneschorsingsregeling zijn geplaatst.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
4
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 2 bis: Finland maakte een voorbehoud bij de leden 1 en 2, omdat het bij overbrenging tussen zijn grondgebied in de zin van artikel 4, lid 6, en de Ålandseilanden dezelfde douaneprocedure wil kunnen toepassen als bij overbrenging op zijn grondgebied. Het voorzitterschap en de Commissie menen dit verzoek te kunnen inwilligen. Voorgesteld wordt hiertoe een nieuw lid 2 bis in te voegen. De andere delegaties hebben de formulering van het artikel goedgekeurd. ________________________________________________________________________________
Artikel 4 In deze richtlijn en de uitvoeringsmaatregelen ervan wordt verstaan onder: 1.
"erkend entrepothouder": de natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling in een belastingentrepot te produceren, te verwerken, voorhanden te hebben, te ontvangen en te verzenden;
2.
"Gemeenschap" en "grondgebied van de Gemeenschap": het geheel van de grondgebieden van de lidstaten als omschreven in punt 6;
3.
"douaneschorsingsregeling": iedere in Verordening (EEG) nr. 2913/92 vastgestelde bijzondere procedure inzake douanetoezicht ter zake van niet-communautaire goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, tijdelijke opslag, vrije zones of vrije entrepots, en iedere in artikel 84, lid 1, onder a), van die verordening bedoelde regeling;
4.
"accijnsschorsingsregeling": belastingregeling die geldt voor het onder schorsing van accijns produceren, verwerken, voorhanden hebben en overbrengen van niet onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen;
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
5
LIMITE NL
5.
"invoer van accijnsgoederen": het in het grondgebied van de Gemeenschap binnenbrengen van accijnsgoederen die bij hun binnenkomst in de Gemeenschap niet onder een douaneschorsingsregeling worden geplaatst, alsmede het vrijgeven van onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen;
6.
"lidstaat" en "grondgebied van een lidstaat": het grondgebied van iedere lidstaat van de Gemeenschap waarop het Verdrag overeenkomstig artikel 299 van toepassing is, met uitzondering van de in punt 10 bedoelde derdelandsgebieden;
7.
"geregistreerde geadresseerde": een natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, onder de door die autoriteiten vastgestelde voorwaarden, gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen in ontvangst te nemen die vanuit een andere lidstaat of vanuit een plaats van invoer onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht;
8.
"geregistreerde afzender": een natuurlijke of rechtspersoon die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van invoer, onder de door die autoriteiten vastgestelde voorwaarden, gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te verzenden wanneer zij overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 in het vrije verkeer worden gebracht […];
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
6
LIMITE NL
9.
"belastingentrepot": iedere plaats waar de erkende entrepothouder bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling produceert, verwerkt, voorhanden heeft, ontvangt of verzendt, zulks onder bepaalde voorwaarden die zijn vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar dit belastingentrepot gelegen is;
10.
"derdelandsgebieden": de gebieden die in artikel 5, leden 2 en 3, zijn genoemd;
11.
"derde land": elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag niet van toepassing is.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Punt 7: op voorstel van de Finse delegatie is de tekst nader gepreciseerd. Punt 8: op verzoek van een groot aantal delegaties is de bijzin "met dien verstande dat de accijnsgoederen niet mogen worden opgeslagen" geschrapt, omdat hij, in geval van voorlopige opslag na ontvangst van de goederen, verwarring schept, en omdat hij niet in lid 7 staat. Alleen Italië maakte hierbij een voorbehoud. In de Engelse versie moet het woord « after » in de uitdrukking « after their release for free circulation » vervangen worden door "upon". Voor het overige is het artikel goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 5 1.
Deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen zijn van toepassing op het grondgebied van de Gemeenschap.
2.
Deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen zijn niet van toepassing op de volgende gebieden die deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: a)
de Canarische Eilanden;
b)
de Franse overzeese departementen;
c)
de Ålandseilanden;
d)
de Kanaaleilanden.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
7
LIMITE NL
3.
Deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen zijn niet van toepassing op de volgende gebieden die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap:
4.
a)
het eiland Helgoland;
b)
het gebied Büsingen;
c)
Ceuta;
d)
Melilla;
e)
Livigno;
f)
Campione d'Italia;
g)
de Italiaanse wateren van het meer van Lugano;
h)
Gibraltar.
Spanje kan er door een verklaring kennis van geven dat deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen vanaf de eerste dag van de tweede maand volgende op de neerlegging van die verklaring van toepassing zijn op de Canarische eilanden - onder voorbehoud van maatregelen inzake aanpassing aan de ultraperifere ligging van deze gebieden - ter zake van alle of sommige van de in artikel 1 genoemde accijnsgoederen.
5.
Frankrijk kan er door een verklaring kennis van geven dat deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen vanaf de eerste dag van de tweede maand volgende op de neerlegging van die verklaring van toepassing zijn op de Franse overzeese departementen - onder voorbehoud van maatregelen inzake aanpassing aan de ultraperifere ligging van deze gebieden - ter zake van alle of sommige van de in artikel 1 genoemde accijnsgoederen.
6.
De bepalingen van deze richtlijn vormen geen beletsel om in Griekenland het aan de berg Athos verleende bijzondere statuut, zoals gewaarborgd bij artikel 105 van de Griekse grondwet, te handhaven.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
8
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Het artikel is goed bevonden, met uitzondering van lid 3, punt h, waarbij Spanje en het Verenigd Koninkrijk een voorbehoud maken. Het voorzitterschap verzoekt deze delegaties het onderstaande tekstvoorstel te overwegen: "Deze richtlijn en de in artikel 1 genoemde richtlijnen zijn niet van toepassing op de in artikel 299, lid 4, van het Verdrag genoemde grondgebieden en op de volgende gebieden die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap", waarbij punt h wordt geschrapt. ________________________________________________________________________________
Artikel 6 1.
Het Vorstendom Monaco, het eiland Man, San Marino en de zones die te Akrotiri en Dhekelia onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen, worden, gezien de overeenkomsten en verdragen die zij met respectievelijk Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Cyprus hebben gesloten, voor de toepassing van deze richtlijn niet als derde landen beschouwd.
2.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de overbrenging van accijnsgoederen met als herkomst of bestemming: a)
het Vorstendom Monaco als overbrenging met als herkomst of bestemming Frankrijk wordt behandeld;
b)
het eiland Man als overbrenging met als herkomst of bestemming het Verenigd Koninkrijk wordt behandeld;
c)
San Marino als overbrenging met als herkomst of bestemming Italië wordt behandeld;
d) de zones die te Akrotiri en Dhekelia onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen, als overbrenging met als herkomst of bestemming Cyprus wordt behandeld.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
9
LIMITE NL
3.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de overbrenging van accijnsgoederen met als herkomst of bestemming Jungholz en Mittelberg (Kleines Walsertal) als overbrenging met als herkomst of bestemming Duitsland wordt behandeld.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK II Ontstaan van de accijns AFDELING 1 TIJDSTIP EN PLAATS VAN VERSCHULDIGDHEID Artikel 7 1.
De accijns wordt verschuldigd op het tijdstip en in de lidstaat van de uitslag tot verbruik.
2.
Onder uitslag tot verbruik wordt verstaan: a)
het aan een accijnsschorsingsregeling onttrekken, daaronder begrepen het onregelmatig onttrekken, van accijnsgoederen;
b)
het voorhanden hebben van een accijnsgoed buiten een accijnsschorsingsregeling wanneer over dat goed geen accijns is geheven overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Gemeenschapsrecht en de nationale wetgeving;
c)
de productie, met inbegrip van onregelmatige productie, van accijnsgoederen buiten een accijnsschorsingsregeling;
d)
de invoer, met inbegrip van onregelmatige invoer, van accijnsgoederen die niet onmiddellijk bij invoer onder een accijnsschorsingsregeling worden geplaatst.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
10
LIMITE NL
3.
Onder tijdstip van de uitslag tot verbruik wordt verstaan: -
in de in artikel 16, lid 1, onder a), punt ii), bedoelde situaties, het tijdstip van ontvangst van de accijnsgoederen door de geregistreerde geadresseerde;
-
in de in artikel 16, lid 1, onder a), punt iv), bedoelde situaties, het tijdstip van ontvangst van de accijnsgoederen door de geadresseerde;
-
in de in artikel 16, lid 2, bedoelde situaties, het tijdstip van ontvangst van de accijnsgoederen op de plaats van rechtstreekse aflevering.
4.
De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen door een oorzaak die met de aard van de goederen verband houdt, dan wel door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, of ingevolge instructies van de bevoegde autoriteiten, wordt niet aangemerkt als uitslag tot verbruik. Voor de toepassing van deze richtlijn worden goederen geacht totaal vernietigd of onherstelbaar verloren te zijn wanneer zij als accijnsgoed [...] onbruikbaar zijn geworden. De algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van de accijnsgoederen in kwestie wordt aangetoond ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies zich heeft voorgedaan.
5.
Indien in geval van overbrenging onder een accijnsschorsingregeling niet is vast te stellen waar de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies zich heeft voorgedaan, zijn de leden 2 en 4 van artikel 9 van overeenkomstige toepassing om te bepalen waar de vernietiging of het verlies zich heeft voorgedaan.
6.
De regels en voorwaarden voor het vaststellen van de in lid 4 bedoelde verliezen worden door iedere lidstaat zelf bepaald.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
11
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 2: het woord "voldaan" is vervangen door "geheven". Lid 4: de woorden "voor eenieder" zijn geschrapt, omdat ze overbodig en voor sommige delegaties verwarrend zijn. Lid 5: wijziging naar aanleiding van een opmerking van de Griekse delegatie. Het aldus gewijzigde artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 7 bis 1.
De tot voldoening van de verschuldigd geworden accijns gehouden persoon is: a)
met betrekking tot het aan een accijnsschorsingsregeling onttrekken als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a): i)
de erkend entrepothouder, de geregistreerde geadresseerde of iedere andere persoon die de accijnsgoederen aan de accijnsschorsingsregeling onttrekt of voor wiens rekening de accijnsgoederen aan de accijnsschorsingsregeling worden onttrokken of, in geval van onregelmatige onttrekking aan het belastingentrepot, enig andere persoon die bij die onttrekking betrokken is geweest;
ii)
in geval van een onregelmatigheid tijdens een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling in de zin van artikel 9, leden 1 tot en met 3: de erkend entrepothouder, de geregistreerde afzender of enig andere persoon die de in artikel 17, leden 1 en 2, bedoelde zekerheid heeft gesteld en alle personen die bij de onregelmatige onttrekking betrokken zijn geweest terwijl zij wisten of redelijkerwijze hadden moeten weten dat het onttrekken op onregelmatige wijze geschiedde;
b)
met betrekking tot het voorhanden hebben van accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder b): de persoon die de accijnsgoederen voorhanden heeft of enig ander persoon die bij het voorhanden hebben ervan betrokken is;
c)
met betrekking tot de productie van accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder c): de persoon die de accijnsgoederen produceert of, in geval van onregelmatige productie, enig andere persoon die bij de productie ervan betrokken is geweest;
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
12
LIMITE NL
d)
met betrekking tot de invoer als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder d): de persoon die de accijnsgoederen bij invoer aangeeft of voor wiens rekening zij bij invoer worden aangegeven of, in geval van onregelmatige invoer, enig andere persoon die bij de invoer betrokken is geweest.
2.
Indien er voor een zelfde accijnsschuld verscheidene schuldenaren zijn, zijn zij hoofdelijk tot betaling van deze schuld gehouden.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 1: niet van toepassing voor de NL tekst. In punt a), onder i), en de punten c) en d) is gepreciseerd wie de tot voldoening van de accijns gehouden persoon is. In punt a), onder i) en ii), en de punten b), c) en d) moet in de Engelse versie van de tekst het woord "or" in de opsommingen vervangen worden door "and", om duidelijk te maken dat de schuldenaren hoofdelijk aansprakelijk zijn. Het woord "ou" in het Frans is voor die interpretatie vatbaar en moet dus worden gehandhaafd. Het aldus gewijzigde artikel is door de delegaties geaccepteerd. ________________________________________________________________________________
Artikel 8 De voorwaarden voor de verschuldigdheid van de accijns en het toe te passen tarief zijn die welke van kracht zijn op het tijdstip van het verschuldigd worden in de lidstaat waar de uitslag tot verbruik plaatsvindt. De accijns wordt geheven en geïnd alsmede in voorkomend geval teruggegeven of kwijtgescholden overeenkomstig de door iedere lidstaat vastgestelde procedure. De lidstaten passen voor binnenlandse goederen en goederen van andere lidstaten dezelfde procedures toe. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
13
LIMITE NL
Artikel 9 1.
Indien tijdens een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden die resulteerde in uitslag tot verbruik van deze goederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), vindt de uitslag tot verbruik plaats in de lidstaat waar de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden.
2.
Indien tijdens een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling een onregelmatigheid is geconstateerd die resulteerde in uitslag tot verbruik van deze goederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), en er niet kan worden vastgesteld waar de onregelmatigheid plaatsvond, wordt deze geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat waar en op het tijdstip waarop de onregelmatigheid werd geconstateerd.
3.
Indien onder een accijnsschorsingsregeling overgebrachte accijnsgoederen binnen vier maanden nadat de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, is aangevangen, niet op de plaats van bestemming zijn aangekomen: a)
en er tijdens de overbrenging geen onregelmatigheid is begaan of geconstateerd die resulteerde in uitslag tot verbruik van de accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), wordt de onregelmatigheid geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending en op het tijdstip van aanvang van de overbrenging;
b)
en er tevoren een onregelmatigheid is begaan of geconstateerd die resulteerde in de uitslag tot verbruik van een deel van de accijnsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), wordt de onregelmatigheid geacht betrekking te hebben gehad op alle onder dezelfde overbrenging vallende accijnsgoederen, onder de in de leden 1 en 2 bedoelde omstandigheden.
Indien de persoon die de in artikel 17 bedoelde zekerheid heeft gesteld, niet op de hoogte was of mogelijk niet op de hoogte was van het feit dat de goederen niet ter bestemming zijn aangekomen, wordt hem een termijn van een maand, te rekenen vanaf de kennisgeving van die informatie door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending, toegekend om te kunnen bewijzen dat de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 2, is geëindigd, dan wel waar de onregelmatigheid is begaan.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
14
LIMITE NL
4.
Indien evenwel in de in de leden 2 en 3 bedoelde situaties binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, is aangevangen, [...] wordt vastgesteld in welke lidstaat de onregelmatigheid daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is lid 1 van toepassing De bevoegde autoriteiten van de lidstaat [...] waar de onregelmatigheid heeft plaatsgevonden, verwittigen in die situaties de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de accijns is geheven, die overgaat tot teruggaaf of kwijtschelding van de accijns zodra is aangetoond dat de accijns door de andere lidstaat is geheven.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een onregelmatigheid verstaan een andere dan de in artikel 7, lid 4, bedoelde situatie waarin een overbrenging of een onderdeel van een overbrenging niet overeenkomstig artikel 19, lid 2, is geëindigd.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Leden 1 en 2: de tekst is goed bevonden. Lid 3: de tekst is opnieuw geformuleerd overeenkomstig de wens van de delegaties en de Commissie. Er is een tweede punt toegevoegd om duidelijk te maken welke regels van toepassing zijn wanneer er tevoren met betrekking tot een deel van de lading een onregelmatigheid is begaan of geconstateerd, en de rest van de lading niet op de eindbestemming is aangekomen. De laatste alinea van dit lid is verbeterd. Lid 4: korter en eenvoudiger geformuleerd. ________________________________________________________________________________
AFDELING 2
Terugbetaling en kwijtschelding Artikel 10 De accijns op tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen kan in de in artikel 31, lid 6, artikel 34, lid 5, en artikel 36, leden 2 en 3, bedoelde gevallen, de gevallen als bepaald in de in artikel 1 genoemde richtlijnen, alsmede op verzoek van een betrokken persoon worden teruggegeven of kwijtgescholden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar die goederen tot verbruik zijn uitgeslagen, in de situaties en onder de voorwaarden die elke lidstaat bepaalt om elke vorm van fraude en misbruik te voorkomen.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
15
LIMITE NL
Deze teruggaaf of kwijtschelding geeft geen aanleiding tot andere vrijstellingen dan die waarin wordt voorzien bij artikel 11 en bij de in artikel 1 genoemde richtlijnen. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: aanpassing van de interne verwijzingen als gevolg van de hernummering van de artikelen. Het aldus gewijzigde artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
AFDELING 3
Vrijstellingen Artikel 11 1.
Accijnsgoederen [...] zijn vrijgesteld van de betaling van accijns wanneer zij bestemd zijn voor: a)
levering in het kader van diplomatieke of consulaire betrekkingen;
b)
internationale instellingen die als dusdanig door de overheid van de gastlidstaat zijn erkend, alsmede voor de leden van deze instellingen, zulks binnen de beperkingen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de internationale verdragen tot oprichting van deze instellingen of bij de vestigingsovereenkomsten;
c)
de strijdkrachten van alle staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, met uitzondering van de lidstaat waarin de accijns verschuldigd is, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines;
d)
de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk die op Cyprus zijn gestationeerd overeenkomstig het Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus van 16 augustus 1960, ten behoeve van deze strijdkrachten of het hen begeleidende burgerpersoneel of voor de bevoorrading van hun messes of kantines;
e)
verbruik in het kader van een met derde landen of internationale instellingen gesloten overeenkomst voor zover een dergelijke overeenkomst wordt aanvaard of toegestaan op het gebied van vrijstelling van btw.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
16
LIMITE NL
2.
De vrijstellingen zijn afhankelijk van de voorwaarden en beperkingen die door de gastlidstaat worden vastgesteld. De lidstaten kunnen vrijstelling verlenen door middel van teruggaaf van de accijns.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: De aanhef van lid 1 is, op voorstel van de Oostenrijke delegatie, ingekort en vereenvoudigd; de inhoud blijft ongewijzigd. Het aldus gewijzigde artikel is goed bevonden. De titel van de afdeling is gewijzigd. ________________________________________________________________________________
Artikel 12 1.
Onverminderd artikel 20, lid 1, gaan accijnsgoederen die onder een accijnsschorsingsregeling naar een in artikel 11, lid 1, bedoelde geadresseerde worden overgebracht, vergezeld van een certificaat van vrijstelling.
2.
De Commissie stelt volgens de in artikel 40, lid 2, bedoelde procedure de vorm en de inhoud van het certificaat van vrijstelling vast.
3.
De verplichtingen uit hoofde van lid 1 en van hoofdstuk IV gelden niet voor overbrengingen van accijnsgoederen die onder een rechtstreeks op het NoordAtlantisch Verdrag gebaseerde procedure vallen
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: De leden 1 en 2 zijn goed bevonden. Lid 3: op verzoek van de delegaties is de verplichting om een certificaat van vrijstelling over te leggen geschrapt. België en Griekenland handhaven een voorbehoud. Redactionele verduidelijking. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
17
LIMITE NL
Artikel 13 1.
De lidstaten kunnen vrijstelling van de betaling van accijns verlenen voor de accijnsgoederen die door taxfreeshops zijn geleverd en worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die zich door de lucht of over zee naar een derdelandsgebied of een derde land begeven.
2.
Goederen die aan boord van een luchtvaartuig of schip worden geleverd tijdens een vlucht of overtocht naar een derdelandsgebied of een derde land, worden gelijkgesteld met goederen die door taxfreeshops worden geleverd.
3.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te garanderen dat de in de leden 1 en 2 genoemde vrijstellingen zodanig worden toegepast dat elke vorm van fraude, ontwijking of misbruik wordt voorkomen.
4.
De lidstaten die op 1 juli 2008 beschikken over taxfreeshops welke op andere plaatsen dan een luchthaven of haventerrein gelegen zijn, kunnen tot 1 januari 2015 vrijstelling van de betaling van accijns blijven verlenen voor de accijnsgoederen welke door deze taxfreeshops zijn geleverd en worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van reizigers die zich naar een derdelandsgebied of een derde land begeven.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: a)
"taxfreeshop": elke in een luchthaven of haven gelegen inrichting die aan de door de bevoegde overheidsinstanties gestelde voorwaarden voldoet, met name bij toepassing van lid 3;
b)
"reiziger die zich naar een derdelandsgebied of derde land begeeft": iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als definitieve bestemming een in een derdelandsgebied of derde land gelegen luchthaven of haven is vermeld.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Griekenland en Roemenië maken een politiek voorbehoud. Slovenië maakt een studievoorbehoud bij lid 4. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
18
LIMITE NL
HOOFDSTUK III Productie, verwerking en voorhanden hebben Artikel 14 1.
Elke lidstaat stelt, met inachtneming van deze richtlijn, zijn voorschriften inzake de productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen vast.
2.
Wanneer de accijns niet voldaan is, vinden de productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen plaats in een belastingentrepot.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 15 1.
Voor de opening en het beheer van een belastingentrepot door een erkend entrepothouder is een vergunning vereist van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het belastingentrepot gelegen is. De vergunning wordt verleend onder de voorwaarden die de autoriteiten van rechtswege mogen stellen om elke vorm van fraude en misbruik te voorkomen.
2.
De erkend entrepothouder moet: a)
een zekerheid stellen, indien nodig, om het risico te dekken dat verbonden is aan de productie, de verwerking en het voorhanden hebben van accijnsgoederen;
b)
de voorschriften in acht nemen die zijn vastgesteld door de lidstaat op wiens grondgebied het belastingentrepot gelegen is;
c)
voor ieder belastingentrepot een administratie van de voorraden en overbrengingen van accijnsgoederen bijhouden;
d)
alle accijnsgoederen die onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht, bij aankomst in zijn belastingentrepot plaatsen, tenzij artikel 16, lid 2, van toepassing is;
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
19
LIMITE NL
e)
controle en inventarisatie toelaten.
De voorwaarden betreffende de in punt a) genoemde zekerheid worden vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het belastingentrepot is erkend. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK IV Overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns AFDELING 1 Algemene bepalingen Artikel 16 1.
Accijnsgoederen kunnen, ook indien zij via een derdeland of een derdelandsgebied worden overgebracht, [...] binnen het grondgebied van de Gemeenschap onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht: a)
van een belastingentrepot naar: i)
een ander belastingentrepot;
ii)
[...] een geregistreerde geadresseerde;
iii)
een plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap verlaten, als bedoeld in artikel 24, lid 1;
iv)
[...] een in artikel 11, lid 1, bedoelde geadresseerde, wanneer de goederen vanuit een andere lidstaat worden verzonden;
b)
van de plaats van invoer naar een van de bestemmingen bedoeld in punt a), wanneer zij worden verzonden door een geregistreerde afzender. Onder "plaats van invoer" wordt verstaan de plaats waar de goederen zich bevinden wanneer zij overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 in het vrije verkeer worden gebracht.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
20
LIMITE NL
2.
In afwijking van lid 1, punt a), onder i) en ii), en punt b), en met uitzondering van de in artikel 18, lid 3, bedoelde situatie, kan de lidstaat van bestemming onder de door hem gestelde voorwaarden toestaan dat accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht naar een plaats van rechtstreekse aflevering op zijn grondgebied, wanneer die plaats is aangewezen door de erkend entrepothouder in de lidstaat van bestemming of door de geregistreerde geadresseerde. Deze erkend entrepothouder of deze geregistreerde geadresseerde blijft verantwoordelijk voor de indiening van het in artikel 23, lid 1, bedoelde bericht van ontvangst.
3.
De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op de overbrenging van niet tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen waarvoor een nultarief geldt.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: De leden 1 en 2 zijn aangepast naar wens van de delegaties. Het aldus gewijzigde artikel is goed bevonden, met uitzondering van een voorbehoud van Duitsland bij lid 2. ________________________________________________________________________________
Artikel 17 1.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending eisen onder de door hen gestelde voorwaarden dat de risico's die verbonden zijn aan het overbrengen onder schorsing van accijns worden gedekt door een zekerheid, die door de erkend entrepothouder van verzending of de geregistreerde afzender wordt gesteld.
2.
In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending onder de door hen gestelde voorwaarden toestaan dat de in lid 1 bedoelde zekerheid wordt gesteld door de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen, de geadresseerde, of gezamenlijk door twee of meer van deze personen en de in lid 1 bedoelde personen.
3.
De zekerheid is geldig in de hele Gemeenschap. De nadere regels betreffende de zekerheid worden door de lidstaten vastgesteld.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
21
LIMITE NL
4.
De lidstaat van verzending kan afzien van de verplichting tot zekerheidstelling voor de volgende overbrengingen van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling: a)
overbrengingen die uitsluitend over hun grondgebied verlopen;
b)
overbrengingen van energieproducten binnen de Gemeenschap over zee of via vaste pijpleidingen, indien de andere betrokken lidstaten daarmee instemmen.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 18 1.
Een geregistreerde geadresseerde mag accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling niet voorhanden hebben, noch verzenden.
2.
Een geregistreerde geadresseerde moet: a)
voorafgaand aan de verzending van de accijnsgoederen zekerheid stellen voor de betaling van de accijns onder de voorwaarden die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming hebben gesteld;
[...] b)
de accijnsgoederen die onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht, bij aankomst in zijn administratie noteren;
c)
de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming toelaten controle te verrichten zodat zij zich kunnen vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de goederen.
3.
Voor een geregistreerde geadresseerde die slechts incidenteel accijnsgoederen ontvangt, wordt de in artikel 4, punt 7, bedoelde machtiging beperkt tot een welomschreven hoeveelheid accijnsgoederen, één afzender en een welomschreven tijdvak. De lidstaten kunnen de machtiging beperken tot één overbrenging.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
22
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Leden 1 en 3: de tekst is goed bevonden. Lid 2: op verzoek van een groot aantal delegaties wordt voorgesteld dit lid handzamer te formuleren door de punten b en c in één punt samen te voegen. Bij nader inzien voegde punt b in de vorige versie inderdaad weinig toe aan punt c. Hongarije en Italië handhaven een voorbehoud bij dit lid. ________________________________________________________________________________
Artikel 19 1.
De overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling vangt aan, in de in artikel 16, lid 1, onder a), bedoelde gevallen, wanneer de accijnsgoederen het belastingentrepot van verzending verlaten, en, in de in artikel 16, lid 1, onder b), bedoelde gevallen wanneer de accijnsgoederen de plaats van invoer verlaten.
2.
De overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling eindigt, in de in artikel 16, lid 1, onder a), punten i), ii) en iv), bedoelde gevallen, op het tijdstip waarop de geadresseerde de accijnsgoederen in ontvangst heeft genomen, en, in de in artikel 16, lid 1, onder a), punt iii), bedoelde gevallen, op het tijdstip waarop de goederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Alleen Luxemburg en Finland steunden de versie van document 12350/08 FISC 102. Op verzoek van de grote meerderheid van de lidstaten heeft het voorzitterschap het artikel geherformuleerd op basis van de vorige versie. Omdat de "plaats van invoer" duidelijk gedefinieerd wordt in artikel 16, lid 1, onder b), kan lid 1 eenvoudiger geformuleerd worden. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
23
LIMITE NL
AFDELING 2 Procedure voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns Artikel 20 1.
Accijnsgoederen worden uitsluitend als overgebracht onder een accijnsschorsingregeling aangemerkt indien de overbrenging geschiedt onder dekking van een elektronisch administratief document dat is opgesteld overeenkomstig de leden 2 en 3.
2.
Voor de toepassing van lid 1 dient [...] de [...] afzender een voorlopig elektronisch administratief document in bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending met behulp van het geautomatiseerd systeem dat is opgezet bij Beschikking nr. 1152/2003/EG, hierna "het geautomatiseerd systeem" genoemd.
3.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verzending verrichten een elektronische controle van de gegevens in het voorlopig elektronisch administratief document. Indien de gegevens niet in orde zijn bevonden, wordt [...] de [...] afzender daarvan onverwijld in kennis gesteld. Indien de gegevens in orde zijn bevonden, kennen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending aan het document een unieke administratieve referentiecode toe en delen deze mee aan de afzender.
4.
In de in artikel 16, lid 1, onder a), punten i), ii) en iv), en onder b), en lid 2, bedoelde gevallen zenden de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van verzending het elektronisch administratief document onverwijld toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, die het doorzenden naar de geadresseerde indien deze een erkend entrepothouder of een geregistreerde geadresseerde is. Indien de accijnsgoederen bestemd zijn voor een erkend entrepothouder in de lidstaat van verzending, zenden de bevoegde autoriteiten van die lidstaat het elektronisch administratief document rechtstreeks aan hem toe.
5.
In het in artikel 16, lid 1, onder a), punt iii), bedoelde geval zenden de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending het elektronisch administratief document toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de aangifte ten uitvoer is ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2913/92, hierna de "lidstaat van uitvoer" genoemd, indien dit een andere lidstaat dan de lidstaat van verzending is.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
24
LIMITE NL
6.
De [...] [...] afzender verstrekt de persoon die de goederen vergezelt een gedrukt exemplaar van het elektronisch administratief document of een ander handelsdocument waarop de unieke administratieve referentiecode duidelijk herkenbaar is vermeld. Het document moet op ieder moment van de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling aan de bevoegde autoriteiten kunnen worden getoond. De Commissie gaat binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn na of de in dit lid neergelegde verplichting haar nut heeft bewezen.
7.
De [...] [...] afzender mag het elektronisch administratief document annuleren zolang de overbrenging nog niet is aangevangen overeenkomstig artikel 19, lid 1.
8.
De [...] [...] afzender kan de accijnsgoederen tijdens de overbrenging onder schorsing van accijns een nieuwe bestemming geven, die een van de in artikel 16, lid 1, onder a), punten i), ii) of iii), of, indien van toepassing, in artikel 16, lid 2, bedoelde bestemmingen moet zijn.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Op voorstel van een delegatie, en met de unanieme instemming van de andere delegaties, wordt in afdeling 2 van hoofdstuk IV overal "afzender" en "geadresseerde" gebruikt, in plaats van "erkend entrepothouder", geregistreerde afzender" en "geregistreerde geadresseerde". Leden 1, 2, 4, 5 en 8: de tekst is goed bevonden. Lid 3: op voorstel van een delegatie wordt de tekst ingekort. Het staat de lidstaten vrij de nadere regels voor het meedelen van de administratieve referentiecode vast te stellen (alleen mededeling van de code of toezending van het volledige administratieve document, bijvoorbeeld). De aldus gewijzigde tekst is goed bevonden. Lid 6: redactionele verduidelijking. Hongarije en Nederland maken een voorbehoud. Lid 7: redactionele wijziging in het licht van de herformulering van artikel 19. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
25
LIMITE NL
Artikel 21 1.
Indien de geadresseerde van energieproducten die onder een accijnsschorsingsregeling over zee of via binnenwaterwegen worden overgebracht, nog niet definitief vaststaat wanneer [...] de […] afzender het in artikel 20, lid 2, bedoelde voorlopig elektronisch administratief document indient, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending toestaan dat [...] de [...] afzender de gegevens van de geadresseerde niet invult.
2.
Zodra deze gegevens bekend zijn maar uiterlijk [...] bij het eindigen van de overbrenging zendt [...] de [...] afzender ze toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 22 De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending kunnen onder de door die lidstaat vastgestelde voorwaarden toestaan dat [...] de [...] afzender een overbrenging van energieproducten onder schorsing van accijns opsplitst in twee of meer deeltransporten, mits: 1.
de totale hoeveelheid accijnsgoederen ongewijzigd blijft;
2.
de opsplitsing wordt verricht op het grondgebied van een lidstaat die deze procedure toestaat;
3.
de bevoegde autoriteiten van laatstgenoemde lidstaat in kennis worden gesteld van de plaats waar de opsplitsing geschiedt.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van het feit dat en de voorwaarden waaronder zij het opsplitsen van zendingen op hun grondgebied toestaan. De Commissie doet deze informatie aan de overige lidstaten toekomen. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
26
LIMITE NL
Artikel 23 1.
Bij ontvangst van accijnsgoederen op een van de bestemmingen, bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), punten i), ii) en iv), of in artikel 16, lid 2, zendt [...] de [...] geadresseerde de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming onverwijld, en, behalve in ten genoegen van de bevoegde autoriteiten naar behoren gerechtvaardigde gevallen, uiterlijk binnen vijf dagen nadat de accijnsgoederen op hun definitieve bestemming zijn aangekomen, een bericht betreffende de ontvangst van de goederen, hierna "bericht van ontvangst" genoemd, met behulp van het geautomatiseerd systeem. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming kunnen in bepaalde gevallen [...] de [...] geadresseerde ten behoeve van controles om aanvullende inlichtingen vragen.
2.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming bepalen de procedure voor het indienen van het bericht van ontvangst van accijnsgoederen door de in artikel 11, lid 1, bedoelde geadresseerden […].
3.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van bestemming verrichten een elektronische controle van de gegevens in het bericht van ontvangst. Indien de gegevens niet in orde zijn bevonden, wordt [...] de [...] geadresseerde daarvan onverwijld in kennis gesteld. Indien de gegevens in orde zijn bevonden, bevestigen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming [...] de [...] geadresseerde dat het bericht van ontvangst geregistreerd is en zenden het door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.
4.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending zenden het bericht van ontvangst door naar [...] de [...] afzender. Indien de plaats van verzending en de plaats van bestemming zich in dezelfde lidstaat bevinden, zenden de bevoegde autoriteiten van die lidstaat het bericht van ontvangst rechtstreeks toe aan [...] de [...] afzender.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
27
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 1: in antwoord op een verzoek van de Nederlandse delegatie wordt voorgesteld de tekst te vervolledigen. Wat de tweede alinea betreft, wil de meerderheid van de delegaties de voorgestelde tekst behouden. Lid 2: de formulering van dit lid is op verzoek van een delegatie herzien. De aldus gewijzigde tekst is goed bevonden. Leden 3 en 4: de gewijzigde tekst van deze leden is goed bevonden. Overigens wil de Deense delegatie in dit artikel expliciet bepaald zien dat een geadresseerde die een elektronisch administratief document ontvangt voor goederen die niet zijn besteld, dit document onmiddellijk weigert. Enerzijds kan een geadresseerde altijd weigeren accijnsgoederen in ontvangst te nemen. Anderzijds heeft deze weigering geen enkele invloed op de status van de goederen, die onder dekking van het door de afzender afgegeven elektronisch administratief document blijven. Wordt het document geweigerd en het bericht van ontvangst niet ingediend, dan worden de afzender en tegelijkertijd de betrokken diensten hiervan door het EMCS op de hoogte gebracht; de afzender moet nagaan wat er is gebeurd, en geeft een "wijziging van de bestemming" af waarin de juiste geadresseerde staat, of op basis waarvan de goederen aan hem kunnen worden teruggezonden. ________________________________________________________________________________
Artikel 24 1.
In het in artikel 16, lid 1, onder a), punt iii), bedoelde geval wordt een bericht opgesteld, hierna het "bericht van uitvoer" genoemd, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van uitvoer op basis van de verklaring van het douanekantoor van uitgang als bedoeld in artikel 793, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie of van het kantoor waar de in artikel 3, lid 2, van deze richtlijn bedoelde formaliteiten zijn vervuld, ter bevestiging dat de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten.
2.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending verrichten een elektronische controle van de gegevens die afkomstig zijn uit de in lid 1 bedoelde verklaring. Na controle van de gegevens en indien de lidstaat van verzending een andere lidstaat dan de lidstaat van uitvoer is, zenden de bevoegde autoriteiten van laatstgenoemde lidstaat het bericht van uitvoer toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
28
LIMITE NL
3.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending zenden het bericht van uitvoer door naar [...] de [...] afzender.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: In de vergadering van de Groep van 16 juli verzocht een delegatie om een termijn waarbinnen het bericht van uitvoer door de lidstaat van uitvoer verzonden moet zijn. Het voorzitterschap meent dat de douaneautoriteiten moeilijk zo'n termijn kan worden opgelegd. Het voorzitterschap heeft voorts getracht lid 2 te verduidelijken. ________________________________________________________________________________
Artikel 25 1.
Het bericht van ontvangst of het bericht van uitvoer vormt het bewijs dat de overbrenging is geëindigd in overeenstemming met artikel 19, lid 2.
2.
[...] In afwijking van lid 1 kan, bij gebreke van een bericht van ontvangst of een bericht van uitvoer of wegens het [...] niet beschikbaar zijn van het geautomatiseerd systeem, het eindigen van de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling, ook worden aangetoond middels een visum, opgesteld op basis van afdoend bewijs, van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming dat de verzonden accijnsgoederen de opgegeven bestemming hebben bereikt of, in het in artikel 16, lid 1, onder a), punt iii), bedoelde geval, middels een visum van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het douanekantoor van uitgang is gelegen, dat de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten. Voor de toepassing van de eerste alinea geldt een document dat door [...] de [...] geadresseerde wordt ingediend en dezelfde gegevens als het bericht van ontvangst bevat, als afdoend bewijs.
3.
Indien de alternatieve bewijsmiddelen door de bevoegde autoriteiten zijn aanvaard, moeten zij in het geautomatiseerd systeem worden geregistreerd.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
29
LIMITE NL
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Lid 1: de terugkeer naar de vorige versie van artikel 19 rechtvaardigt tevens een terugkeer naar de oorspronkelijke tekst van het Commissievoorstel voor dit lid. Lid 2: redactionele vereenvoudiging. Lid 3: op verzoek van een delegatie is toegevoegd dat indien alternatieve bewijsmiddelen door de bevoegde autoriteiten zijn aanvaard, deze in het EMCS moeten worden geregistreerd. ________________________________________________________________________________
Artikel 26 1.
Wanneer het geautomatiseerd systeem [...] niet beschikbaar is, kan [...] de [...] afzender een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling aanvangen onder de volgende voorwaarden: a)
de goederen gaan vergezeld van een papieren document met dezelfde gegevens als het in artikel 20, lid 2, bedoelde voorlopig elektronisch administratief document;
b)
de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending worden in kennis gesteld van de gebruikmaking van de uitwijkprocedure alsmede van de reden waarom het geautomatiseerd systeem niet beschikbaar was.
2.
[...] Wanneer de overbrenging is geëindigd, zendt [...] de [...] geadresseerde een kopie van het papieren document toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming.
3.
Onverminderd lid 2 gelden, indien het geautomatiseerd systeem weer beschikbaar komt, de volgende voorschriften: -
[...] de [...] afzender dient een voorlopig elektronisch administratief document in overeenkomstig artikel 20, lid 2;
-
[...] de [...] geadresseerde dient het in artikel 23, lid 1, bedoelde bericht van ontvangst in bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming of de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van uitvoer stellen het in artikel 24, lid 1, bedoelde bericht van uitvoer op, telkens met behulp van het geautomatiseerd systeem.
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
30
LIMITE NL
Bij discrepantie tussen de gegevens van het elektronisch administratief document en de gegevens van het in lid 1, onder a), bedoelde papieren document, wordt het elektronisch administratief document niet in orde bevonden. Artikel 23, leden 3 en 4, en artikel 24, leden 2 en 3, zijn van overeenkomstige toepassing. 4.
Het in lid 1, onder a), bedoelde papieren document moet door [...] de [...] afzender en door [...] de [...] geadresseerde ter staving van hun [...]administratie worden bewaard totdat het bericht van ontvangst in orde is bevonden, of totdat het bericht van uitvoer in het geautomatiseerd systeem is geregistreerd.
5.
Indien het geautomatiseerd systeem tijdelijk niet beschikbaar is, kan [...] de [...] afzender de in artikel 20, lid 8, of in artikel 22 bedoelde informatie met behulp van andere communicatiemiddelen verstrekken. Hij stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending van de wijziging van de bestemming of van de opsplitsing in deeltransporten in kennis op het tijdstip waarop deze aanvangt. De leden 2 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Voor situaties waarin het geautomatiseerde systeem tijdelijk niet beschikbaar is (wat wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 27) stelt het voorzitterschap de volgende regeling voor: - het papieren document is gedurende heel de overbrenging van de accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling rechtsgeldig; - de gegevens worden in het geautomatiseerd systeem geregistreerd wanneer het vóór het eindigen van de overbrenging opnieuw beschikbaar komt, om te voorkomen dat met twee systemen tegelijk op de accijnsgoederen wordt toegezien. Deze regeling zou zowel de rechtszekerheid als de goede werking van het geautomatiseerde systeem kunnen garanderen. Voorts is in lid 1, punt b), de gebruikmaking van de uitwijkprocedure nader geregeld zoals gewenst door een delegatie. De tekst van dit artikel in document 12350/08 FISC 102 is herzien in het licht van de wijzigingen die zijn aangebracht in artikel 19. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
31
LIMITE NL
Artikel 27 De Commissie neemt volgens de in artikel 40, lid 2, bedoelde procedure maatregelen voor de vaststelling van: 1.
de structuur en de inhoud van de berichten die ten behoeve van de artikelen 20 tot en met 24 bij een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling tussen de betrokken personen en bevoegde autoriteiten alsook tussen de bevoegde autoriteiten onderling moeten worden uitgewisseld;
2.
de voorschriften en procedures voor de uitwisseling van de in punt 1) bedoelde berichten;
3.
de situaties waarin het geautomatiseerd systeem voor de toepassing van de artikelen 25 en 26 in iedere lidstaat als [...] niet beschikbaar is te beschouwen en de in die situaties geldende voorschriften en procedures.
________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: De leden 1 en 2 zijn goed bevonden. Er zijn redactionele wijzigingen aangebracht. Lid 3: Duitsland heeft een voorbehoud gemaakt. Het artikel is helderder geformuleerd. De situaties waarin het systeem niet beschikbaar is, kunnen van lidstaat tot lidstaat verschillen. ________________________________________________________________________________
AFDELING 3 Vereenvoudigde procedures Artikel 28 De lidstaten kunnen vereenvoudigde procedures vaststellen voor overbrengingen onder een accijnsschorsingsregeling die uitsluitend over hun grondgebied verlopen, zoals de mogelijkheid op dergelijke overbrengingen geen elektronische controle toe te passen. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. Er is een redactionele wijziging aangebracht. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
32
LIMITE NL
Artikel 29 In overleg en onder de door alle betrokken lidstaten te bepalen voorwaarden kunnen vereenvoudigde procedures worden vastgesteld met het oog op veelvuldige en regelmatige overbrengingen van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling die op de grondgebieden van twee of meer lidstaten plaatsvinden. Deze bepaling geldt onder meer voor overbrengingen via vaste pijpleidingen. ________________________________________________________________________________ Opmerking van het voorzitterschap: Dit artikel is goed bevonden. Er is een redactionele wijziging aangebracht. ________________________________________________________________________________
12940/08 BIJLAGE
adw/GRA/rb DG G I
33
LIMITE NL