„, .. x , ^ , v provincie &3büdn&.)& ~~Q P|_nFRL
Gedeputeerde Staten
AND
Bezoekadres
Postadres
Markt 11
Postbus 9090
Arnhem
6800 GX Arnhem
telefoon (026) 359 91 1 1 telex 45 569 pbgld
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wageningen POStbuS
l
6700 AA
WAGENINGEN
_ Gemeen te INGEKOMEN
datum
nummer
14 maart 1996
— MW95.70394-6022027
onderwerp
Wet bodembescherming Melding ex artikel 28 Wbb Gevalsnaam : Troelstraweg 2 te Wageningen Gevalsnummer: 9239/GE/420/32
Geacht college,
Op 19 december 1995 ontvingen wij een melding van Zeven Sloten Beheer B.V. van een voornemen tot saneren, verminderen of verplaatsen van een bodemverontreiniging, gelegen aan de Troelstraweg 2 te Wageningen. Zoals wij u reeds eerder hebben bericht, dienen wij op grond van de Wet bodembescherming in een beschikking vast te stellen of al dan niet sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij ernstige gevallen moeten wij ook het saneringsplan goedkeuren. De ontwerp-beschikkingen hebben ter inzage gelegen. Hierop zijn geen reacties ingekomen. Hierbij treft u de beschikkingen aan. Hieruit blijkt dat het gaat om de sanering van een (urgent) geval van ernstige bodemverontreiniging. Het betreft een deelsanering. Wij verzoeken u de beschikkingen met de reeds in uw bezit zijnde onderliggende stukken op de gebruikelijke wijze ter inzage te leggen.
Inlichtingen bij
verzonden
n
dhr.
M. T.
Bult
MAADT "fQQfi iinnm • ->U
doortóesnr.
359
83
10
Postbank869762 ABN+AMRO Amhem sssozetea BNG 's-GravenhageZB 50 10 824
provincie
GELDERLAND
Mocht u vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de heer ing. M.T. Bult (tel. (026) 359 83 10) van de onderafdeling Bodemsanering van onze dienst Milieu en Water. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Gelderland
voorzitter
bijlagen: beschikkingen brochure Awb evt. kopieën inspraakreacties coll. -/yn code: PR/M9602065/2
provincie
GELDERLAND
BESCHIKKING D.D. 14 MAART 1996 - NR. MW95.70394-6022027 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet bodembescherming ex artikel 39 Gevalsnaam : Troelstraweg 2 te Wageningen Gevalsnummer: 9239/GE/420/032
1
AANVRAAG
Op 19 december 1995 ontvingen wij van TSA Technisch Milieu Advies, namens Zeven Sloten Beheer B.V. een melding ex artikel 28 Wet bodembescherming. Het betreft een voornemen tot saneren, verminderen of verplaatsen van een bodemverontreiniging aan de Troelstraweg 2 te Wageningen. Het gaat om een bestaand geval van bodemverontreiniging (veroorzaakt vóór l januari 1987). Wij hebben de beslistermijn geschorst wegens het ontbreken van relevante informatie. Deze is op 9 januari 1996 ontvangen. Bij de melding hebben wij ontvangen: historisch onderzoek; T&A Technisch Milieu Advies, briefkenmerk Zeegers/h.o. d.d. 21/03/95; Nader/verkennend bodemonderzoek aan de Troelstraweg 2 te Wageningen; T&A Technisch Milieu Advies, Rapportnr. 5.5.0237.10, juli 1995; (Deel)saneringsplan ter plaatse van het perceel aan de Troelstraweg 2 te Wageningen; T&A Technisch Milieu Advies, Rapportnr. M95.06.12/SP, december 1995. Over de ernst en de urgentie van deze bodemverontreiniging heden een beschikking vastgesteld (nr. MW95.70394). 2
hebben wij
PROCEDURE
Volgens artikel 39 Wbb moeten wij bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging een saneringsplan goedkeuren. Voor de bodemsanering geldt als doelstelling het herstellen van de functionele eigenschappen van de bodem voor mens, plant of dier. Als het bereiken van deze doelstelling als gevolg van omstandigheden die verband houden met bijzondere kenmerken van het betrokken geval (locatiespecifieke omstandigheden), niet mogelijk is, kan gekozen worden voor het isoleren, beheersen en controleren van de verontreiniging als eindoplossing. Het saneringsplan zullen wij aan deze doelstelling toetsen. Onder voorwaarden is het mogelijk het doel gefaseerd in de tijd te bereiken (artikel 38, lid 4), dan wel een deelsanering uit te voeren (artikel 40). De voorstellen tot deelsanering beoordelen wij onder meer op grond van de volgende uitgangspunten. Het voornemen moet in beginsel betrekking hebben op een gering gedeelte van de bodemverontreiniging. Een deelsanering heeft geen invloed op een eventuele latere vaststelling van ernst en urgentie van het gehele geval van bodemverontreiniging. Als de betrokken locatie deel uitmaakt van een ernstig en (zeer) urgent geval van bodemverontreiniging, moet het tijdstip van het uitvoeren van de deelsanering niet op gespannen voet staan met het tijdstip van sanering, genoemd in de beschikking over de ernst en de urgentie van het geval. Voor zover voor het gehele geval ernst en verzonden
20
?
/
7
provincie
GELDERLAND
urgentie nog niet door ons zijn vastgesteld en geen voorstel voor de aanpak van het gehele geval is gedaan, zal deelsanering gericht moeten zijn op volledige verwijdering. Voor het vaststellen van de beschikking volgen wij op grond van de provinciale milieuverordening hoofdstuk 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de beschikking pas wordt genomen nadat een ontwerp-beschikking ter inzage is gelegd en belanghebbenden de gelegenheid hebben gehad hun zienswijze over het ontwerp naar voren te brengen. 3
OVERWEGINGEN
De sanering is gericht op verwijdering van de met minerale olie en aromaten verontreinigde bodem ter plaatse van de voormalige ondergrondse tanks en isolatie van de verontreiniging onder de werkplaats in afwachting van sloop van deze werkplaats in de toekomst. Derhalve is sprake van een deelsanering (artikel 40).
-
1
De sanering van de verontreinigde vaste bodem geschiedt tot de streefwaarde door middel van ontgraven van de verontreinigde grond. De schone grond van de toplaag wordt in depot geplaatst. De verontreinigde grond wordt ter reiniging afgevoerd. Bij de werkplaats wordt een damwandscherm toegepast. Ter isolatie wordt tussen de schone aanvulgrond en de restverontreiniging bij de damwand een folie aangebracht. De verontreiniging in de klei onder het gebouw zal zich weinig verspreiden, maar wel naleveren aan het grondwater. Ter monitoring worden op drie locaties per halfjaar grondwatermonsters genomen en geanalyseerd. Voor de sanering van het grondwater wordt grondwater onttrokken en weer geïnfiltreerd. Na sanering van de vaste bodem vindt een opname plaats van de verontreinigingssituatie, ontstaan als gevolg van de bemaling ten behoeve van de ontgraving. Het bemalingswater ten behoeve van de ontgraving wordt via een voorzuivering geloosd op het gemeentelijk riool. Vooralsnog wordt uitgegaan van de veiligheidsklassen 3T en 2F conform het publikatieblad P174 van de Arbeidsinspectie.
Inspraakreacties De ontwerp-beschikking heeft vier weken ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn er geen reacties binnengekomen. Op basis van de terinzagelegging zijn de conclusie en het besluit dan ook niet aangepast. 4
BESLUIT
Hiervoor hebben wij geconstateerd dat sprake is van een voorstel tot deelsanering. Het voorstel is in overeenstemming met onze uitgangspunten. Het saneringsplan keuren wij hierbij dan ook goed (artikelen 39 en 40). Het saneringsplan dient uitgevoerd te worden conform de bij het plan gevoegde tijdsplanning. Mocht niet binnen twaalf maanden na goedkeuring van het plan met de feitelijke uitvoering van de sanering worden begonnen, dan vervalt deze goedkeuring. De provincie heeft de mogelijkheid om deze termijn op verzoek eenmalig met twaalf maanden te verlengen.
provincie
GELDERLAND
Doen zich bij de uitvoering van het saneringsplan feiten of omstandigheden voor op grond waarvan (mogelijkerwijze) afgeweken zal worden van het plan, dan dient dit ons in een zo vroeg mogelijk stadium schriftelijk gemeld te worden. Als deze situatie zich voordoet, dan zullen wij bezien of en in hoeverre het plan aanvulling behoeft. Het evaluatierapport moet binnen drie maanden na afronding van de sanering ter goedkeuring worden gezonden aan de onderafdeling Bodemsanering van onze dienst Milieu en Water. Gelet op het bedrijfseconomisch belang van een spoedige sanering van de bodem verklaren wij dit besluit terstond van kracht (artikel 20.5 Wet milieubeheer). 5
BEZWAAR EN BEROEP
Belanghebbenden kunnen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum van de bekendmaking van dit besluit hiertegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan ons college, ter attentie van de griffier van de Commissie bezwaar- en beroepschriften, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten: a de naam en het adres van de indiener; b de dagtekening; c een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d de gronden van het bezwaar. Wanneer een bezwaarschrift is ingediend, kan aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage) worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dat vereist. Bij het verzoek dient tevens een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van dit griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de genoemde Afdeling van de Raad van State, tel. (070) 362 48 71. Wij wijzen u erop dat, indien er bezwaar tegen deze beschikking wordt aangetekend, de beschikking heroverwogen kan worden. Wij hebben de gemeente Wageningen, het zuiveringsschap Veluwe en de regionale inspectie van de Volksgezondheid voor de milieuhygiëne in kennis gesteld van dit besluit. Gelet op het bedrijfseconomisch belang van een spoedige sanering van de bodem verklaren wij dit besluit terstond van kracht (artikel 20.5 Wet milieubeheer).
provincie
GELDERLAND
6
MOGELIJKE HERZIENING
De beschikking wordt genomen op basis van de door de melder overgelegde gegevens. Bij bestudering van het saneringsplan met de daarop betrekking hebbende gegevens is bij ons geen twijfel gerezen over de juistheid en/of volledigheid van de overgelegde gegevens. Mocht in een later stadium blijken dat de gegevens niet juist en/of niet volledig zijn, dan behouden wij ons het recht voor de beschikking te herzien, wij achten ons niet aansprakelijk voor de schade, voortvloeiend uit een beschikking die herziening behoeft. Gedeputeerde Staten voornoemd overeenkomend de geparafeerde minuut de griffier der Staten
coll. -M-v code: PR/M9602068
provincie
GELDERLAND
BESCHIKKING D.D. 14 MAART 1996 - NR. MW95.70394-6022027 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet bodembescherming ex artikelen 29 en 37 Gevalsnaam : Troelstraweg 2 te Wageningen Gevalsnummer: 9239/GE/420/032
1
AANVRAAG
Op 19 december 1995 ontvingen wij van T&A Technisch Milieu Advies, namens Zeven Sloten Beheer B.V., een melding ex artikel 28 Wet bodembescherming. Het betreft een voornemen tot saneren, verminderen of verplaatsen van een bodemverontreiniging aan de Troelstraweg 2 te Wageningen. Het gaat om een bestaand geval van bodemverontreiniging (veroorzaakt vóór l januari 1987). Wij hebben de beslistermijn geschorst wegens het ontbreken van relevante informatie. Deze is op 9 januari 1996 ontvangen. Bij de melding hebben wij ontvangen: Historisch onderzoek; T&A Technisch Milieu Advies, briefkenmerk Zeegers/h.o. d.d. 21/03/95; Nader/verkennend bodemonderzoek aan de Troelstraweg 2 te Wageningen; T&A Technisch Milieu Advies, Rapportnr. 5.5.0237.10, juli 1995. (Deel)saneringsplan ter plaatse van het perceel aan de Troelstraweg 2 te Wageningen; T&A Technisch Milieu Advies, Rapportnr. M95.O6.l2/SP, december 1995. 2
PROCEDURE
Volgens artikel 29 Wet bodembescherming stellen wij in een beschikking vast of sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Hiervan is sprake bij gemiddelde overschrijding van de interventiewaarden in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater. De interventiewaarden en de wijze waarop daarmee omgegaan dient te worden, kunt u vinden in bijlage 5 van de circulaire "Tweede fase van inwerkingtreding Saneringsregeling Wet bodembescherming" van december 1994, gepubliceerd in Staatscourant 1994, nr. 249. Bij gevallen van ernstige verontreiniging stellen wij op grond van artikel 37 Wet bodembescherming ook de urgentie vast. Hierbij verplicht de wet ons in ieder geval rekening te houden met het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging, gegeven het gebruik van de bodem op het moment van de beschikking. De systematiek voor de beslissing of sprake is van een urgent dan wel niet urgent geval van ernstige verontreiniging staat vermeld in bijlage 6 van bovengenoemde circulaire. Bij urgente gevallen dient conform de wet ook aangegeven te worden wanneer begonnen moet worden met de sanering. Op dit moment is landelijk nog geen overeenstemming over de wijze waarop het tijdstip van sanering bepaald zal worden.
verzonden
20
provincie
GELDERLAND
Behoudens gevallen met een evident risico voor de volksgezondheid en/of het ecosysteem alsmede risico's voor verspreiding van de verontreiniging zal voorshands geen tijdstipbepaling plaatsvinden. Het tijdstip waarop met de sanering moet worden begonnen zal om die reden eerst later bepaald worden. Wij zullen u te zijner tijd hierover informeren. Voor het vaststellen van de beschikking volgen wij op grond van de provinciale milieuverordening hoofdstuk 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de beschikking pas wordt genomen nadat een ontwerp-beschikking ter inzage is gelegd en belanghebbenden de gelegenheid hebben gehad hun zienswijze over het ontwerp naar voren te brengen. 3
OVERWEGINGEN
Uit de onderzoeksresultaten blijkt het volgende. Algemeen Het terrein met een oppervlakte van 3862 m2 is gelegen op het industrieterrein aan de Costerweg te Wageningen. Het terrein is voor ca. 2800 m2 bebouwd met kantoren, magazijnen en opslagruimtes. Onder een deel van de gebouwen (magazijn) bevindt zich een kelder. Ten oosten van de gebouwen, in het trottoir van de Costerweg bevonden zich twee ondergrondse brandstoftanks (benzine). Deze zijn in januari 1990 gedemonteerd en afgevoerd. Hierbij is tevens de pompinstallatie verwijderd. In de directe omgeving van de locatie bevinden zich een aantal (sterk) verontreinigde locaties. Bodemopbouw en geohydrologie De bodemopbouw is globaal als volgt: O - 0.5 m-mv, zand; 0 . 5 - 1 . 5 m-mv klei, zwak zandig; 1 . 5 - 3 . 5 m-mv klei, sterk zandig; 3 . 5 - 6 . 0 m-mv, grind. Tijdens het onderzoek stond het grondwater gemiddeld op 2.0 m-mv. De regionale grondwaterstromingsrichting is noord- tot zuidwestelijk. Verontreinigingssituatie bodem De grond ter plaatse van de voormalige ondergrondse tanks is sterk verontreinigd met minerale olie. Het volume matig tot sterk met minerale olie verontreinigde grond is ca. 200 m3. De grondverontreiniging heeft zich tot onder de aangrenzende
werkplaats en de openbare weg verspreid. Uit mengmonsters van de bovengrond genomen over het gehele terrein blijkt dat deze licht tot matig verontreinigd is met PAK lood en zink. Verontreinigingssituatie grondwater Het grondwater ter plaatse van de voormalige ondergrondse tanks is sterk verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten. In totaal is een volume van ca. 230 m3 sterk verontreinigd. In de resterende grondwatermonsters is geen overschrijding voor de geanalyseerde parameters aangetroffen.
provincie
GELDERLAND
Risico-evaluatie Bij het uitgevoerde onderzoek is geen risico-evaluatie gevoegd, op basis waarvan de urgentie volgens de Handleiding Urgentiesystematiek kan worden vastgesteld. Aangezien de melder het voornemen heeft op korte termijn met de sanering te beginnen, kan een nadere uitwerking van de risico's achterwege blijven. Inspraakreacties De ontwerp-beschikking heeft vier weken ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de terinzagelegging zijn er geen reacties binnengekomen. Op basis van de terinzagelegging zijn de conclusie en het besluit dan ook niet aangepast. 4
CONCLUSIE
Ernstig/niet ernstig Hiervoor hebben wij geconstateerd dat de interventiewaarden voor een aantal stoffen in de vaste bodem en het grondwater zijn overschreden. Gezien de aard, de concentratie en de omvang van de verontreiniging is hier sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de zin van artikel l Wet bodembescherming. Urgent/niet urgent Omdat geen risico-evaluatie is overgelegd, op basis waarvan de urgentie volgens de Handleiding Urgentiesystematiek kan worden vastgesteld, gaan wij ervan uit dat sprake is van een urgent geval van bodemverontreiniging in de zin van artikel 37 Wet bodembescherming. 5
BESLUIT
Op basis van de ons overgelegde gegevens concluderen wij dat aan de Troelstraweg 2 te Wageningen sprake is van een urgent geval van ernstige bodemverontreiniging. De volgende wijzigingen in het gebruik van de bodem moeten bij ons gemeld worden: wijziging in gebruik anders dan industrie. 6
BEZWAAR EN BEROEP
Belanghebbenden kunnen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum van de bekendmaking van dit besluit hiertegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan ons college, ter attentie van de griffier van de Commissie bezwaar- en beroepschriften, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste bevatten: a de naam en het adres van de indiener; b de dagtekening; c een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht; d de gronden van het bezwaar.
te
is
Wanneer een bezwaarschrift is ingediend, kan aan de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage) worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dat vereist.
provincie
GELDERLAND
Bij het verzoek dient tevens een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van dit griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de genoemde afdeling van de Raad van State, tel. (070) 362 48 71. Wij wijzen u erop dat, indien er bezwaar tegen deze beschikking wordt aangetekend de beschikking heroverwogen kan worden. Wij hebben de gemeente Wageningen, het zuiveringsschap Veluwe en de regionale inspectie van de Volksgezondheid voor de milieuhygiëne in kennis gesteld van deze melding. 7
MOGELIJKE HERZIENING
Wij kunnen op grond van artikel 37 Wet bodembescherming de urgentie aanpassen en wel wanneer sprake is van verandering in de verontreinigingssituatie, een wijziging van het bodemgebruik en/of een wijziging van omstandigheden. Deze wijzigingen moeten bij ons gemeld worden. De beschikking wordt genomen op basis van de door de melder overgelegde gegevens. Bij bestudering van het onderzoek is bij ons geen twijfel gerezen over de juistheid en/of volledigheid van de overgelegde gegevens. Mocht in een later stadium blijken dat de gegevens niet juist en/of niet volledig zijn, dan behouden wij ons het recht voor de beschikking te herzien, wij achten ons niet aansprakelijk voor de schade, voortvloeiend uit een beschikking die herziening behoeft. Gedeputeerde Staten voornoemd overeenkomend de geparafeerde minuut de griffier der Staten
coll. -/yn code: PR/M9602067