Techniek Praktisch - toelichting op het programma -
“Zet de radio eens aan. Wil je koffie? Hé, hoe kan dat nou, de computer doet het niet, o ja de stekker zit niet in…” We zijn de hele dag afhankelijk van elektriciteit. Een goede reden om kinderen al op jonge leeftijd in te wijden in eenvoudige basisbegrippen als stroomkring en geleiding.
Uitgangspunt bij dit onderwijsprogramma is een ontdekdoos die voor 8 euro aangeschaft kan worden. Bestelinformatie vindt u op het werkblad ‘inkoop onderdelen’. Kinderen leren met de ontdekdoos: - hoe je een motortje aansluit op een batterij of zonnecel; - dat stroom wel door metaal maar niet door plastic gaat; - hoe je zelf sensoren kunt maken. Technika 10 Nederland ontwikkelde dit techniekprogramma in opdracht van OFE Installatie. Het is bedoeld voor groep 6 en 7. De onderdelen van het programma zijn bedoeld als bouwstenen. U kunt ze gebruiken als ondersteuning van uw eigen lesmethode. U kunt alle werkbladen downloaden vanaf www.zonneschip.kennisnet.nl
Hierna volgt informatie over 1. de werkbladen 2. elektriciteit 3.
Technika 10
Technika 10 Nederland
1. Informatie over de werkbladen Ontdekdoos werkblad 1 t/m 4 • Op deze werkbladen staan opdrachten die leerlingen individueel of in tweetallen kunnen uitvoeren. •
De kinderen zijn met de vier werkbladen ongeveer 10 tot 20 minuten bezig.
• Kinderen ontdekken de stroomkring. De stroomkring loopt van de ene ‘pool’ van de batterij via een snoertje naar de motor. En via het andere snoertje weer naar de andere ‘pool’ van de batterij terug. De leerlingen proberen uit welke materialen stroom geleiden. Met deze basiskennis kunnen ze storingen in hun eigen werkstukken beter verhelpen. • “Gaat de stroom door een schaar? Ja, want de motor draait. En door een zilveren kettinkje?” Laat kinderen met hun vinger de stroomkring eens aanwijzen. • Een batterij is zó leeg als je alleen maar een snoertje tussen de ‘plus’ en de ‘min’ zet (dit heet: kortsluiting). •
Een motortje draait de andere kant op als je de plus en de min verwisselt.
•
Een zonnecel raakt nooit op.
• Na deze werkbladen kunnen de leerlingen zelf sensoren maken en aansluiten op de stroomkring. Ontdekdoos werkblad 5 en 6 (extra) Leerlingen die behoefte hebben aan meer uitdaging leren om een lichtdiode aan te sluiten. Werkbladen over sensoren De leerlingen lezen hoe je met eenvoudige materialen (karton, knikker, ijzerdraad enzovoort) zelf sensoren kunt maken en aansluiten op de stroomkring met de ontdekdoos. - Werkblad Sensoren - Druksensor maken - Hellingsensor maken - Magneetsensor maken •
antwoorden Werkblad Sensoren: ruiken, proeven, voelen, horen, zien a. temperatuursensor – b. geluidsensor – c. magneetsensor – d. lichtsensor – e. druksensor – f. vochtsensor
•
Als de zelfgemaakte sensoren niet (meer) goed werken komt dat vaak door een slecht contact tussen ijzerdraad. Oorzaak: vet of oxidatie. Voorzichtig een beetje
Technika 10 Nederland
schuren met een schuurpapiertje helpt! •
Gebruik voor de magneetsensor dun en dus makkelijk buigzaam ijzerdraad.
Werkbladen om werkstukken te maken Dit programma omvat stap-voor-stap-werkstukken en werkbladen waarin leerlingen worden uitgedaagd om zelf iets ontwerpen met behulp van onderdelen uit de ontdekdoos (motortje, zonnecel, batterij en snoertjes). Zijn de kinderen trots op hun product? En is het te duur om het werkstuk mee te geven? Denk dan aan foto’s, een vitrinekast of expositie voor ouders. Wilt u toch leerlingen toch een betaalbaar werkstuk mee naar huis laten nemen? Gebruik dan muziekmodules. Voor ruim een halve euro maken leerlingen een werkstuk. Er is een infoblad over het aansluiten van de modules.
- Zenuwspiraal (werkstuk met een korte beschrijving) - Elektrospel (werkstuk met stap-voor-stap-beschrijving) leer de kinderen eerst snoer strippen - Hypno- Robot (werkstuk met korte werkbeschrijving) - Zonneschip (werkstuk korte werkbeschrijving) - Dobbelsteenmachine (ontwerp/maakopdracht) - Alarm, alarm (ontwerp/maakopdracht) - Eierwekker (ontwerp/tekenopdracht) - Wenskaart (werkstuk met muziekmodule; stap-voor-stap-beschrijving) - VerjaardagsVlinder (werkstuk met muziekmodule; stap-voor-stap-beschrijving) dit is het meest gecompliceerder werkstuk •
Bij de Wenskaart en de Verjaardagsvlinder moet gesoldeerd worden. Daarbij is één op één begeleiding nodig. Het is handig als u een ‘hulpouder’ kunt inschakelen.
•
Let bij de ontwerpopdrachten op kortsluiting. Als de plus en de min van de batterij per ongeluk) direct met elkaar zijn verbonden, loopt de batterij zo leeg. Door de onderdelen van de stroomkring in een boterhamzakje te wikkelen, voorkomt u dit.
Technika 10 Nederland
2. Informatie over elektriciteit Waar komt de elektriciteit uit het stopcontact vandaan? Deze elektriciteit komt van de fabriek ofwel: de elektriciteitscentrale. Overal in Nederland liggen kabels in de grond. Of ze hangen boven de grond, aan hoogspanningsmasten. Er gaat elektriciteit door deze kabels. Er gaan kabels van de centrale via ‘tussenstations’ naar de huizen toe. Elektriciteit kun je zelf maken, bijvoorbeeld met een fietsdynamo. Hoe harder je fietst, hoe sneller het wiel tegen de dynamo draait. Hoe harder de dynamo ronddraait, hoe feller het fietslampje brandt. In de elektriciteitsfabriek laten ze geen fietswiel tegen de dynamo draaien. Op welke manieren kun je een dynamo nog meer laten draaien? Als je een fluitketel water laat koken, komt er stoom uit de opening omhoog. Als je een windmolentje in die stoom zou houden gaat het molentje echt draaien. Zo gaat het ook in het echt, zo’n molentje noem je een turbine. Om voldoende stoom te maken wordt gas, steenkool of olie verbrand. Het nadeel is, dat het verbranden van steenkool of olie slecht is voor het milieu. Je kunt ook de wind gebruiken om een dynamo rond te laten draaien. Net als windmolens geven zonnecellen ook ‘schone energie’. Hoe werke n een batterij en een zonnecel? Een batterij heeft twee aansluitpuntjes, een plus ( + ) en een min ( - ). Zodra je de plus en de min door een snoertje met elkaar verbind, gaat er elektriciteit door het snoertje stromen. Doe dit niet echt: de batterij is zó leeg! Kijk eens naar een zonnepaneeltje. Ook dit heeft twee aansluitpunten. Het ene aansluitpuntje maakt contact met de onderkant van de zonnecel, het andere aansluitpuntje met de bovenkant. Elektriciteit bestaat uit elektronen die zich verplaatsen. Bij de min van de batterij zijn teveel elektronen. Bij de plus zijn er te weinig. Zodra je de min en de plus verbindt, stromen de elektronen van ‘teveel’ naar ‘te weinig’. Wat doet zonlicht met een zonnecel? Dat zorgt ervoor dat er elektronen van de onderkant naar de bovenkant gaan. Een zonnecel is echter zo gemaakt dat de elektronen niet meer terug naar de onderkant kunnen. Nooit meer? Jawel, zodra je met een snoertje de plus en de min verbindt, stromen ze door het snoertje weer terug naar de onderkant. Hoe kun je dat bewijzen? Als je er een motortje tussen zet, zie je dat hij gaat draaien!
Technika 10 Nederland
3. Informatie over Technika 10 Technika 10 Nederland is een intermediair op het gebied van wetenschap- en techniekcommunicatie als het gaat om techniek, meisjes en vrouwen. Technika 10 stelt zich ten doel om zoveel mogelijk meisjes in aanraking te laten komen met techniek, informatie- en communicatietechnologie en natuurwetenschappen. Technische doe-activiteiten voor meisjes worden, onder leiding van vrouwen, uitgevoerd door Technika 10-organisaties verspreid over heel Nederland, maar ook in onderwijsinstellingen en welzijnsinstellingen. Jaarlijks bereikt Technika 10 10.000 meisjes en honderden vrouwen met haar cursussen op het gebied van o.a. hout, metaal, kunststof, elektriciteit, zonneenergie, internet en ICT. Zo’n 300 scholen bestellen het educatief materiaal van Technika 10 Nederland. De participatie van jonge meisjes aan techniek-activiteiten is de eerste stap om de toename van vrouwen in technische beroepen te bevorderen. Voor meer informatie kunt u de website bekijken www.technika10.nl of contact opnemen met het landelijk bureau telefoon 030-2625980.
Technika 10 Nederland