Kerstfeest Het feest dat in de bijbel niet wordt genoemd 2010 Hoe is het mogelijk dat binnen het Christendom het kerstfeest het belangrijkste feest is geworden terwijl het niet eens in de bijbel wordt genoemd. Niemand van de discipelen heeft ooit een heenwijzing gegeven naar de gedachtenis van de geboortedag van de Heere Jezus. Waarschijnlijk wisten ze die dag niet eens, anders het de overlevering het wel meegenomen. Afgezet tegen de bijbelse feesten die nauwelijks gehouden worden binnen de Christelijke godsdienst, is het wel extra schrijnend. Een feest wat buiten het Christendom haar oorsprong heeft in de meest goddeloze en verschrikkelijke praktijken uit de heidense wereld. Een feest waarover ze in heksenkringen verbaast zijn dat Christenen dit vieren en wicca’s die terecht claimen dat het hun feest is. Hoe is het mogelijk? Dit heeft uitleg nodig. En bij een uitleg van het kerstfeest komt vaak subjectiviteit kijken. Voor een Jood of Moslim is het makkelijk, die kunnen ongehinderd kritisch zijn. Maar een Christen heeft nogal wat uit te leggen. Ik wil het graag in het licht stellen vanuit een kerkelijke Reformatorische traditie (die mij lief is), maar dan wel met een kritische blik. Ik heb niets tegen diegenen die met terughoudendheid in alle ernst en rust mediteren over de komst van de Heere Jezus. Ik denk dat dit de goede houding is. Maar hier wil ik het hebben over het ontaarde kerstfeest. Het gaat over het feest zoals het zich dat voordoet in de wereld als Christelijk feest. Met de entourage erom heen. Dit kerstfeest onder ogen te willen zien zou wel eens een goed middel kunnen zijn voor verootmoediging van de Christenen. Wat is er toch van geworden? Het kan ons duidelijk laten zien dat we het allemaal niet zozeer bij het rechte eind meer hebben, zoals toch over het algemeen vaak gedacht wordt, vooral door de kerkelijke leiding. Het probleem zit denk ik in het feit dat het feest heidens van oorsprong is. Dat steekt steeds de kop op. Ook denk ik dat de Heere dit heeft toegelaten onder de kerkelijke heidenen of nietJoden totdat de tijd aangebroken is dat de Joden hun Messias aannemen en de godsdienst hersteld zal worden. Dat ik me bevindt in een land waar Sinterklaas en Kerstfeest als hoogtijfeesten gevierd worden, geeft me niet het gevoel dat ik hier thuis ben. Ook onder Reformatorische Christenen wordt aan het kerstfeest het meeste aandacht geschonken. Door school, zondagschool, kerk; in alle opzichten blijkt dat het kerstfeest het Christendom markeert. Het is het feest. Maar zonder bijbelse wortels. Terwijl altijd zo gretig gesproken wordt over Sola Scriptura. Ik ben bang dat het ook daar ontaard. Waarom juist dit feest? De van de bijbel afwijkende gewoonten op het kerstfeest heeft voornamelijk ook te maken met de heersende kerkelijke en politieke macht ten tijde toen het feest gestalte kreeg. In de periode dat de Christelijke kerk ontstond en ontwikkelde in de eerste eeuwen na Christus, maar vooral rond het jaar 300, groeide er gelijktijdig ook een antichristelijke macht in de kerk.
Uiteindelijk zou de visie ontstaan onder de Protestanten dat de Paus de antichrist vertegenwoordigd. Later is dat beeld verloren gegaan en nu verwacht men nog een antichrist wat overigens weer hetzelfde is als wat de Rooms Katholieke kerk had en natuurlijk altijd krachtig heeft verdedigd t.o.v. de Protestantse visie. Hoe dan ook, binnen de afgelopen 2000 jaar Christendom zijn ongetwijfeld antichristelijke machten actief geweest. De kerk heeft daar altijd mee te strijden gehad. En het ergste kwaad komt vaak van binnenuit. Het Christelijke kerstfeest is voornamelijk gevormd ten tijde van Constantijn de Grote en het concilie van Nicea. Vaak wordt dit gezien als een vredige en goede periode voor de kerk, maar juist toen zijn er toch wel heel vreemde besluiten gemaakt vooral om zich af te scheiden van en te profileren t.o.v. het Jodendom. Men heeft zich kennelijk van de bijbelse feesten afgekeerd. Zoals ook Pasen niet meer het Joodse Pasen mocht zijn. Refomatie De Reformatie was een bijzondere zegen en vormde een doorbraak van onder die vreemde Roomse macht. Er werd veel gecorrigeerd en men ging in een andere kerkelijke vorm verder waarbij veel “afgoderij” werd achtergelaten. Velen zagen toen ook het kerstfeest als een verkeerd feest wat niet gevierd moest worden. Zo heeft Oliver Cromwell het kerstfeest in de ban gedaan in 1644. De Puriteinen zagen het kerstfeest als een bedreiging voor het Christelijk geloof. In die tijd was het kerstfeest nog een massaal volksfeest. Net zoals dat oorspronkelijk ook was, eten, drinken en vrolijk zijn. En dat was hen een doorn in het oog. En omdat er geen bijbelse reden was om dit feest te vieren maar integenstelling een heidense oorsprong had, verboden ze het feest. Het werd gezien als een ongewenste erfenis van de Rooms Katholieke kerk. Ook in Amerika toen de Puriteinen naar New England gezeild waren en de Massachusetts Bay kolonie stichtten in 1630, moesten ze er niets van hebben. Ze zetten daar hun gemeenschap op als een model voor de wereld en als een voorbereiding op de komst van Christus. Daarbij werd het dienen van onbijbelse feesten in de ban gedaan. Zo werd het kerstfeest bij wet verboden in 1659. Dit bleef zo tot 1681 toen de rechtbank van Massachusetts onder druk van Engelse autoriteiten de wet aanpastte. Ook in Engeland onder Cromwell’s regering werd de ban opgegeven in 1660. De ban is natuurlijk nooit populair geweest onder het volk en al spoedig werd het kerstfeest daar ook weer gevierd zowel seculier als religieus. Er zijn er altijd geweest die op zijn minst gezegd kritisch waren over het vieren van kerstfeest. Zoals bv. Spurgeon die zei: “Ik houd het op één van de grootste dwaasheden van de mensheid om te denken dat het godsdienstig is om Kerst te vieren.” in een preek over Micha 5:1 en in een andere preek: “... en we vinden geen schriftuurlijke permissie voor het houden van enige dag als geboortedag van de Zaligmaker, dientengevolge is het afgoderij om dit te vieren omdat het geen Goddelijke autoriteit heeft.” (in een preek op 24 dec.1871)
Dus er was in de 17e eeuw een beweging die tegen het kerstfeest was voornamelijk vanwege het verkeerde gebruik van het kerstfeest en omdat zij duidelijk zagen dat Jezus niet op 25 december geboren kon zijn. Maar over het algemeen adopteerde men heel gemakkelijk allerlei heidense gebruiken. Alleen de orthodoxe Christenen houden ferm de heidense attributen zoals de kerstboom buiten de deur. Daarmee geven ze een duidelijk statement af. Maar ze houden traditiegetrouw wel vast aan 25 december om de geboorte van Jezus te vieren. Een datum die overduidelijk heidens erfgoed is. Wat is kerst nu eigenlijk, hoe zit het in elkaar, hoe is het ontwikkeld? Uiteindelijk is het slechts een mythe die zegt dat Jezus is geboren op 25 december jaar 1CE. De argeloze man van de straat weet niet beter en vele Christenen houden het maar voor aangenomen. Hoe komt men daar dan aan? Nergens in de bijbel wordt er een datum of jaar aangegeven voor de geboorte van Jezus. Dit suggereert dat er bij de eerste gemeente geen interesse was voor de viering van de geboorte van Christus. Dat is logisch want nergens in de bijbel wordt er aandacht besteed aan geboortefeesten of verjaardagen. Als we er iets van lezen is het van heidenen. (Gen.40, Matth.14) Tijdens Jezus’ dagen was het voor een Jood (en dus ook de discipelen) zelfs uit den boze om verjaardagen te vieren. De Joodse historicus Flavius Josephus uit de eerste eeuw schrijft: "Nee, inderdaad, de wet staat ons niet toe feesten te vieren ter gelegenheid van de geboortedag van onze kinderen…" (Tegen de Grieken, boek II, par.26). En later zei ook Origenus (185254) dat “het fout was om Christus op dezelfde manier te eren als de verjaardagen te vieren zoals bij Farao en Herodus; verjaardagen zijn voor heidense goden.” Zie hier een artikel van Christianity Today (122000) Wat het jaar betreft, pas in de 6e eeuw was het Dionisius die de berekening maakte dat Christus geboren zou zijn op wat nu jaar 1 heet. Hij dat aan de hand van de Romeinse kalender die rekende vanaf het jaar van de stichting van de stad Rome, maar maakte daarbij een fout. Vooral na de Reformatie was die fout duidelijk bij wetenschappers en nu eigenlijk wel algemeen bekend. Joseph A. Fitzmyer, emeritus professor bijbelse studies van de Catholic University of America, schrijft in het officiële Katholieke Jerome Biblical Commentary in 1990: “Hoewel het jaar van de geboorte van Jezus niet met zekerheid is te zeggen, was het niet in AD 1. Het Christelijk tijdperk wat uitgaat van het begin bij Jezus’ geboorte, is gebaseerd op een misrekening die geintroduceerd is door Dionysius in het jaar 533.” Overigens denkt Fitzmyer dat de geboorte plaatsvond op 11 september 3 BCE. Hoe kwam men dan aan die 25 december als datum? De heidense Romeinen zijn begonnen met het feest van Saturnalia, een week lang wetteloosheid, gevierd van 1725 december. Tijdens deze week waren de Romeinse rechtbanken dicht en de wet gaf aan dat niemand gestraft kon worden. Er werd ook iemand uitgekozen die op de laatste belangrijkste dag, de 25ste, gedood werd. Zo dachten ze de
krachten van de duisternis te niet te doen, door de moord van een onschuldige. Lucianus (120180) schreef over het vieren van Saturnalia in zijn tijd en noemde naast het menselijk offer de volgende gebruiken: algemene dronkenschap, al zingend naakt van huis tot huis gaan, verkrachting en andere sexuele vrijpostigheden en het gebruik van menselijk vormgegeven biscuits. (Wordt nog gemaakt bij sommige Engelse en meest Duitse bakkers.) Saturnalia was heel belangrijk voor het Romeinse rijk. Het ging over de goden Saturnus en Janus. De maand januari is ernaar vernoemd. Tijdens Saturnalia vierde men het zonnewendefeest ter ere van de zonnegod. Constantijn de Grote vernoemde de zondag ernaar als de belangrijkste dag. Begin 4de eeuw nadat Constantijn de Grote de Christelijke godsdienst legaliseerde, werd het populaire Saturnalia feest geimporteerd in het Christendom met de missionaire bedoeling velen te bekeren tot het Christendom. Christelijke leiders konden bovendien velen overhalen tot het Christendom onder de belofte dat ze het Romeinse rijk populaire Saturnalia feest mochten blijven vieren. Het probleem was echter dat er niets Christelijks aan het feest was. Om dit op te lossen riepen de Christelijke leiders op om de geboorte van Christus op de slotfeestdag 25 dec. te vieren. Zoals de Romeinen gewend waren verjaardagen (van hun goden) te vieren. Ze hadden echter weinig succes met er een Christelijk feest van te maken. Stephen Nissenbaum, professor geschiedenis op de universiteit van Massachussetts schreef: “Om veilig te stellen dat de geboorte van de Verlosser massaal gevierd werd op die datum, heeft de kerk het in stilte toegestaan dat het feest gevierd werd zoals altijd in meer of mindere mate.” (A battle for Christmas, 1997) Deze tolerantie duikt altijd weer op doordat Christenen zoveel heidense gebruiken toelaten op dit feest. Om een voorbeeld te noemen: Een ooggetuigeverslag meldde over paus Paulus II die Joden naakt door de straat liet lopen in 1466 naar het oude gebruik op het Saturnia feest: “Voordat de Joden moesten lopen werden ze extra gevoed om de loop moeilijker te maken en het amusement voor de toeschouwers te verlengen. Ze liepen onder Rome’s spottend geschreeuw en gejoel terwijl de Heilige Vader lachend op het bordes stond.” 1 Vooral antisemitisme vierde hoogtij op dit feest door de eeuwen heen. Wat de uiterlijke gebruiken van het feest betreft, ze komen allemaal van heidense wortels. De kerstboom herinnert aan de verering van bomen. De maretak (mistletoe) werd in de Noorse mythologie als speer gebruikt om de god Balder te doden. De gewoonte om onder die tak te kussen (kissing under the mistletoe) is een mix van sexuele vrijheid van Saturnalia en de offercultuur van de Kelten. 2 Cadeautjes geven is terug te voeren op een oud Romeins David I. Kertzer, The Popes Against the Jews: The Vatican’s Role in the Rise of Modern AntiSemitism, New York: Alfred A. Knopf, 2001, p. 74. 2 Clement Miles, Christmas Customs and Traditions: Their History and Significance, New York: 1
gebruik om offeranden te geven op het Saturnalia feest. De Katholieke kerk gaf dit een nieuwe impuls door dit te enten op de cadeautjesgever Sint Nicolaas van Myra. Nicolaas werd geboren in Turkeij in 270 en werd later bischop in Myra. Hij leefde tijdens het concilie van Nicea en stierf in 345. Hij werd vereerd door een groep mensen en in 1087 werden zijn beenderen naar Bari, Italie vervoerd. Zijn aanhangers gingen het Pasqua Epiphanus (heidens cadeautjesfeest wat ook bij kerst hoort) vervangen door het op de verjaardag van Nicolaas’ dood (6 dec.) te vieren. Deze cultus werd geadopteerd door heidense Germanen en Kelten die er hun god Wooden de oppergod van Balder mee vereerden. Hij had een lange witte baard en reed met zijn paard door de hemel. De RK kerk op haar beurt adopteerde de Nicolaas cultus om de Noord Europeanen bij de kerk te krijgen en plande de cadeautjes uitwisseling op 25 december. In 1809 schreef Washinton Irving een satire (Knickerbocker History) op de Nederlandse cultuur waarin hij refereerde aan de sint met het woord Santa Claus. Professor Clement Moore breidde het verhaal uit met dat de cadeautjes bij de schoorsteen werden gezet in de hoop dat de Sint met zijn toegedichte rendieren spoedig daar doorheen zou komen. De tekenaar Thomas Nast schiep de moderne Santa Claus (Kerstman) met zijn 2200 stripplaatjes van hem op bases van Moore’s gedicht. Hij gaf hem een plek op de Noordpool. Het spreekt tot de verbeelding maar uiteindelijk gaf Coca Cola de finishing touch. De Zweedse kunstenaar Sundblom modeleerde een coladrinkende kerstman en gaf hem zijn cocacola rode jas. Feitelijk heeft het kerstfeest dus slechte papieren. Toch behoeft het niet helemaal uitgesloten te zijn dat de vroege Christenen voor het Schisma, (voor de tijd dat de gemeente ging “verchristelijken” of “verkerkelijken”, de tijd dat ze nog onder de Joden waren en in de synagogen kwamen) dat zij in die tijd toch zoiets vierden van dat het Licht in de wereld was gekomen. Dezen vierden in ieder geval het Chanoeka feest. het feest van de herinwijding van de tempel die gruwelijk ontheiligd was. Dat is ook een feest van lichten, een paar weken eerder dan kerst. Elke dag wordt er ‘s avonds een lichtje aangestoken, 8 dagen lang, zodat de 8armige kandelaar volledig brand op de laatste dag van het feest. Dit feest heeft ook geen bijbelse papieren in het OT, maar er wordt wel over gesproken in het NT, in Joh.10:2224. Dit is het Joodse feest van de lichten. Er wordt dan gezegd: “O sterke Rots van mijn verlossing, geprezen zijt Gij!” Het is echter vrijwel zeker dat toen in die tijd niet de geboorte van Jezus gevierd werd. Dat deden alleen de heidense Romeinen. Origines (geb.185) zei in zijn tijd: “Ik vind nergens in de Schriften een man die zijn verjaardag vierde en rechtvaardig was.” Verjaardagen vierde men simpelweg niet. De orthodoxe Gereformeerde traditie heeft met alle uiterlijkheden van het kerstfeest afgedaan Dover Publications, 1976, pp. 274275
en houdt zich enkel aan de overdenking van de komst van Jezus in de wereld. Daarmee vrijwaren zij zich van afgoderij en leggen de nadruk op heiliging van het innerlijk en meditatie. Deze houding neemt men overigens aan bij alle feesten. Alleen het avondmaal en de doop zijn uiterlijkheden die voorkomen. Zij hebben dus niets met al dat wereldse gedoe te maken en al zeker niet met afgoderij. Terug naar de vraag in het begin, hoe is dit alles mogelijk? Het is begonnen met het feit dat de kerk een compromis sloot door het heidense zonnewende feest te accepteren en het een Christelijke inhoud wilde geven. Hiervoor heeft de kerk een hoge prijs betaald zoals Nissenbaum dat aangaf. Hij noemde het een "extremely difficult holiday to Christianize."3 De heidense basis van kerst gaf uiteindelijk ruimte aan allerlei afgodische praktijken, voor zover men de religieuze achtergrond ervan ziet. De dubieuze staat waarbij het heidensRomeinse karakter van het feest werd behouden onder Constantijn de Grote is altijd problematisch geweest voor het kerstfeest en gaf vrijheid voor de invloed van allerlei heidense gebruiken. En voor een leek die het met het Christelijk geloof niet zo nou neemt, blijft er al snel niets over dan alleen de gebruiken die allemaal heidens zijn. In Nederland maken we het wel heel bont: inmiddels vieren wij als enig land Sinterklaas en de Kerstman beide. Waar die Turk toch al niet belangrijk voor kan zijn.
3
Nissenbaum, The battle for Christmas, 1995, (p.78)