Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer Naam monument Adres Postcode en plaats Kadastrale aanduiding Coördinaten Bouwstijl Kerndatering Oorspronkelijke functie Huidige functie Architect
: GM062 : Franciscanessenklooster St. Elisabeth : Aan de Kreppel 1 : 6093 DZ Heythuysen : HHS00 sectie N nr(s) 1466 t/m 1471 en 1472 A0001 t/m A0003 : x: 189539 y: 362673 : Historiserende bouwstijl : 1835, kapel herbouwd in 1950 : klooster : klooster en zorgcentrum : onbekend, verbouwing 1927 door architect L. Wagemans, Roggel en verbouwing 1950 door architect E. van Beek, Eindhoven
Typering van het monument: Klooster “de Kreppel”, gedeeltelijk ommuurd en omgracht kloostercomplex aan de rand van de kern Heythuysen. Historie: Op de plek van het huidige klooster St. Elisabeth bevond zich in de achttiende eeuw een imposant herenhuis dat behoorde aan een edelman. Het omringende landgoed werd in 1757 aangelegd. Tijdens de Franse Revolutie was het herenhuis in gebruik als gevangenis, vandaar wellicht de naam Kreppel, als verbastering van het Franse woord “crapule”. Een andere optie zou zijn dat het kreupelhout langs de gracht die nog steeds aan de voorkant van het huis loopt, geleid heeft tot de naam Kreppel. Een tijdlang was de Kreppel het eigendom van de Nederlands regering. Door verkoop ging het over aan ene baron Michiels van Verduynen. Catharina Daemen, de stichteres van de zusters Franciscanessen van Heythuysen kocht de Kreppel in 1835 van genoemde baron voor 9500 francs. Sindsdien is de Kreppel ofwel klooster St. Elisabeth het moederhuis van de congregatie. Vanuit Heythuysen verbreidde de congregatie zich over praktisch de gehele wereld. De indeling van het klooster werd in 1927 vernieuwd naar ontwerp van architect L. Wagemans uit Roggel. De kapel werd in 1944 verwoest. In 1950 volgde een grootschalige verbouwing van het klooster naar ontwerp van architect E. van Beek uit Eindhoven. Hierbij werd de in 1944 verwoeste kapel herbouwd, de voorbouw en middenpartij hersteld en de noviciaatvleugel verlegd. In de jaren daarna volgden nog talrijke verbouwingen aan het klooster, waarbij onder andere de dwarsgeplaatste vleugel (noviciaatvleugel) werd vervangen door nieuwbouw. Van het oorspronkelijke, negentiende-eeuwse klooster is tegenwoordig nagenoeg niets meer overgebleven. De huidige aanzicht wordt bepaald door de naoorlogse, herbouwde kapel en de vleugel die parallel “Aan de Kreppel” is gesitueerd. Ruimtelijke context: Heythuysen wordt voor het eerst vermeld in 1383. De naam verwijst naar woningen op of aan de heide. De kern Heythuysen werd vooral gekenmerkt door lintbebouwing, voornamelijk langs de Kloosterstraat en de in het verlengde daarvan gelegen Dorpsstraat. Deze straten maakten deel uit van
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 1 van 16
de west-oostelijk gerichte weg, die de kernen Leveroy, Heythuysen en Neer (gemeente Roggel) verbond. Hieraan lag het kerkplein dat een driehoekige vorm heeft. Deze aanlegvorm was kenschetsend voor een oude Kempische brink, de plaats van waaruit de herder met het vee van de buurt naar de gemeenschappelijke wei vertrok. Het object is gelegen aan een westelijk gelegen aftakking van het historische bebouwingslint Dorpstraat-Kloosterstraat. Het betreft een vrijstaand object op ruime verkaveling. Aan de achterzijde van het object is een omvangrijk kloosterpark aanwezig met wandelpaden, een Mariagrot, verschillende heiligenbeelden, grasvelden en bloemenperken. Bouwmassa: Het object bestaat uit een L-vormige hoofdbouwmassa aan de zijde van de weg Aan de Kreppel met twee hoofdzakelijk recente achterbouwen. Eén achterbouw is haaks op de hoofdbouwmassa gesitueerd. De andere bouwmassa bestaat uit een geknikte L-vorm waardoor aan de linker achterzijde een carrévorm is ontstaan. De hoofdbouwmassa is opgebouwd uit een kapel aan de rechterzijde gedekt met een zadeldak en een L-vormige vleugel van drie bouwlagen aan de linkerzijde van de kapel, die is gedekt met een (gedeeltelijk) afgeplat zadeldak. Aan de rechterzijde van de kapel is een vierkante toren (absis) gerealiseerd met tentdak. Tevens bevinden zich aan deze zijde drie ondiepe uitbouwen. De aanbouwen aan de achterzijde zijn niet verder beschreven en vallen buiten de bescherming. Dak: Het zadeldak van de kapel en het deels afgeplatte zadeldak van de vleugel aan de linkerzijde zijn gedekt met donkergrijze (opnieuw) verbeterde Hollandse pannen en voorzien van een eenvoudige houten bakgoot die (deels) is gelegen op het uitkragende siermetselwerk van de onderliggende gevel. Het tentdak van de absistoren heeft een uitkragende geprofileerde stenen bakgoot. Het zadeldak van de kapel is voorzien van een steekkap die in de voorgevel eindigt in een tuitgevel. Ter plaatse van de uitbouwen van de kapel aan de voor-, achter en rechterzijde lopen de dakschilden van de zadeldaken over de uitbouw door. Het zadeldak van de kapel wordt bekroond door een opengewerkte koperen zes-zijdige dakruiter voorzien van een ui-vormige onderzijde met hierop een naaldspits met een windhaan. Het tentdak van de toren heeft een kruis op een koperen bol als bekroning. Het dak van de linkervleugel is voorzien van een reeks dakkapellen met daarin twee driedelig samengestelde houten ramen. De dakkapellen zijn aan de bovenzijde en zijkanten voorzien van een markant front, dat voor de onderliggende gevel uitsteekt. De dakkapellen zijn gedekt met een afgeplat zadeldak. De dakschilden en zijwangen van de dakkapellen zijn gedekt met natuursteenleien. Gevels: Het pand is opgetrokken in rode baksteen. De kapel en de linkervleugel zijn grotendeels gemetseld in Engels verband en platvol gevoegd Voorgevel: De voorgevel bestaat uit twee delen, te weten de drielaagse vleugel aan de linkerzijde en de kapel aan de rechterzijde. De voorgevel is vanaf Aan de Kreppel bereikbaar via een brug over de gracht die is gelegen tussen de weg en het voormalige kloostercomplex. Voorgevel kapel: De kapel heeft een verdere onderverdeling in drie geveldelen, namelijk een vooruitspringende tuitgevel aan de linkerzijde, het geveldeel van de toren aan de rechterzijde en centraal een langgevel met een uitbouw. De tuitgevel, de uitbouw in de langgevel en de toren zijn voorzien van verschillende natuurstenen elementen waaronder hoekstenen.
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 2 van 16
In het gevel van de toren aan de rechterzijde is een grote raamopening aanwezig met een segmentboogvormig glas-in-loodraam voorzien van een drielobbige tracering. De raamopening heeft een gemetselde segmentboog. Het langgeveldeel van de kapel wordt aan de bovenzijde beëindigd door een band van siermetselwerk met een zigzagpatroon met hierboven een uitkragende getrapte gemetselde sierlijst, waarop de goot rust. Aan de rechterzijde van het langgeveldeel is een uitbouw aanwezig waarin een raamopening met een rond glas-in-loodraam met een negen-ruits roedeverdeling is aangebracht. Links van de uitbouw zijn vijf gevelassen aangebracht. In de gevelas direct naast de vooruitspringende tuitgevel zijn twee boven elkaar gesitueerde raamopeningen met segmentboogvormige glas-in-loodramen voorzien van respectievelijk een zes-ruits en een vier-ruits roedeverdeling aangebracht. In de overige gevelassen bevinden zich vier hoge segmentboogvormige glas-in-loodramen met een vijftien-ruits roedeverdeling. Al deze vensteropeningen zijn voorzien van een gemetselde segmentboog en een gemetselde onderdorpel. De ramen in de kapel zijn grotendeels voorzien van voorzetglas. De vooruitspringende tuitgevel heeft op de begane grond en op de verdieping twee raamopeningen met houten T-ramen met een twee-ruits roedeverdeling in het bovenlicht. De raamopeningen zijn voorzien van een gemetselde strek en keramische raamdorpelstenen. In de topgevel is een rond venster met een gemetselde omlijsting aanwezig. Voorgevel kloostervleugel: Het gevel van de kloostervleugel heeft een breedte van zes traveen. De toegang tot de kloostervleugel is gesitueerd in de tweede travee van rechts, ter plaatse van de brug over de gracht. Voor de toegang is over de hele breedte van de travee een (waarschijnlijk later aangebrachte) afdak met lessenaarsdak aanwezig dat wordt gedragen door segmentbogen op pilaren. Elke travee is op de begane grond voorzien van twee grote naast elkaar gelegen segmentboogvormige gevelopeningen, die reiken tot het maaiveld en waarin deuren en/of puien zijn geplaatst. Bij de eerste twee traveeën van rechts is aan iedere zijde van de grote segmentboogvormige gevelopeningen één klein rechthoekig raam aanwezig. Bij de overige traveeën zijn hier twee van deze kleine rechthoekige ramen naast elkaar aangebracht. Op de eerste, tweede en zolderverdieping zijn boven de twee segmentboogvormige gevelopeningen van de begane grond in elke travee twee driedelig samengestelde houten ramen aangebracht. Op de zolderverdieping is in elke travee een dakkapel aangebracht waarin twee naast elkaar geplaatste driedelig samengestelde houten ramen aanwezig zijn. De ramen van de dakkapellen zijn aan de bovenzijde afgeschuind, het als het markant front van de dakkapel, dat voor de onderliggende gevel uitsteekt. Alle raamopeningen zijn voorzien van keramische raamdorpelstenen. Rechter zijgevel: De rechterzijgevel bestaat in principe alleen uit het aanzicht van de toren, waarvan het bovendeel geheel blind is uitgevoerd. Tegen het onderste deel van de toren is over de hele breedte een aanbouw met lessenaarsdak aangebracht. In de gevel van de aanbouw zijn vier kleine segmentboogvormige glas-in-lood vensters aangebracht. Achtergevel: Voor wat betreft de achtergevel is alleen de gevel van de kapel zichtbaar. Tegen het overige deel van de gevel zijn in “carrévorm” nieuwe aanbouwen gerealiseerd. Tegen de rechterzijde van de achtergevel van de toren en het schip van de kapel is een aanbouw met lessenaarsdak gebouwd. De gevel van deze aanbouw bevat twee kleine smalle segmentboogvormige glas-in-lood vensters. In de gevel van het schip zijn vier grote glas-in-lood vensters aanwezig, zoals in de voorgevel. Interieur: Het interieur is niet geïnventariseerd.
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 3 van 16
Omgeving: Aan de voorzijde van het terrein is een gracht aanwezig, die, ter hoogte van de ingang, is voorzien van een stenen brug met gemetselde balustrade met natuurstenen afdekplaten (overeenkomstig de kloostermuur aan deze zijde). Tegen de kloostermuur aan de zuidoostzijde bevindt zich het zogenaamde Hollanderkruis, een houten kruis met een stenen Christusfiguur. De naam Hollander verwijst naar het feit dat de Hollanders het gebied hebben ontgonnen. Aan de achterzijde van het object is een omvangrijk kloosterpark aanwezig met een gevarieerde aanleg met wandelpaden. In de zuidwestelijke hoek van het park is een gedeelte in Franse stijl ingericht met geometrisch omzoomde borders. Hierin bevindt zich tevens een Lourdesgrot, welke bestaat uit gestapelde stenen waarin twee nissen zijn uitgespaard. Aan de noordoostzijde van het park is een rozentuin ingericht. Centraal in het park bevindt zich een bidruimte met een kapel en een crucifix. De kapel bestaat uit een rechthoekig bouwvolume in metselwerk dat aan de voorzijde vrijwel geheel open is, gedekt met een zadeldak voorzien van een natuurstenen kruis. Boven de opening in de voorgevel is een gemetselde korfboog aanwezig met daaronder een bovenlicht bestaande uit gekoppelde lancetramen. In het interieur bevindt zich tegen de achtergevel een deels gepleisterde en deels natuurstenen altaar met daarop een bas-reliëf met de afbeelding van Maria Magdalena, geflankeerd door bas-reliëfs waarop historische gebeurtenissen zijn afgebeeld. Tussen de bas-reliefs bevinden zich natuurstenen zuilen van de composiete orde. De crucifix, met stenen Christusfiguur, wordt geflankeerd door Maria en Johannes de Doper en bevindt zich in een rondboogvormige, gemetselde open kapel met zadeldak en zijwanden voorzien van steunberen. De achterwand van de beeldnis is witgepleisterd. In het park bevinden zich verschillende heiligenbeelden, waaronder een Mariabeeld en een beeld van de H. Antonius. Erfafscheiding: Het klooster wordt grotendeels omringd door een gemetselde kloostermuur, die gedeeltelijk nog oorspronkelijk is. Aan de voorzijde van het klooster bestaat de kloostermuur uit een laag gemetseld muurtje met een natuurstenen afdekking waarop recent een ijzeren hekwerk is geplaatst. Ter hoogte van de brug, die de toegang biedt tot de ingang, is de erfafscheiding voorzien van twee gemetselde penanten met lisenen, natuurstenen plinten en kruisdakjes. De ijzeren poort tussen de penanten is, net als het hekwerk, van recente datum. Aan de zuidoostzijde bestaat de kloostermuur uit een hogere, gemetselde muur met een ezelsrugafdekking tussen gemestelde penanten die zijn voorzien van een taps toelopende natuurstenen afdekplaat. Ter plaatste van de oostzijde is de kloostermuur gedeeltelijk niet (meer) aanwezig en bevindt zich slechts het recente, ijzeren hekwerk. Verder naar de noordoostzijde bestaat de kloostermuur wederom uit een laag gemetseld muurtje met een natuurstenen afdekking waarop een recent ijzeren hekwerk is geplaatst. Tevens bevinden zich hier hoge, gemetselde penanten met een taps toelopende, natuurstenen afdekplaat en gepleisterde decoraties. Ter hoogte van de toegang aan deze zijde bevinden zich aan weerszijden brede gemetselde penanten met een hoge, gebogen zijmuren. Bijzondere onderdelen: De glas-in-loodramen, de oorspronkelijke deuren, de decoratieve natuurstenen en gemetselde elementen, het siermetselwerk in de gevels, de koperen dakruiter en kruis, de beelden de twee kapellen in de kloostertuin. Waardestelling: Het object is van belang wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap, cultuurhistorische waarde en meer in het bijzonder vanwege: de architectuurhistorische betekenis in relatie tot de esthetische kwaliteit van het ontwerp.
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 4 van 16
de architectonische gaafheid van het exterieur. Het object wekt een oorspronkelijke indruk of heeft veranderingen ondergaan waarbij het oorspronkelijke beeld herkenbaar is gebleven. het object is ruimtelijk bepalend c.q. markant voor de omgeving. het bijzondere materiaalgebruik, de bijzondere detaillering en de bijzondere ornamenten. de architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid in relatie tot de gaafheid van het object. de betekenis voor de plaatselijke geschiedenis als uitdrukking van een sociaaleconomische en geestelijke ontwikkeling.
Bescherming: Het van de op de bijgevoegde kaart aangegeven bouwmassa.L-vormige bouwmassa (kapel en kloostervleugel). De grachten, erfafscheidingen en kloostertuin (gedeeltelijk). Zie bijgevoegde kaart.
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 5 van 16
Foto’s
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 6 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 7 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 8 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 9 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 10 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 11 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 12 van 16
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 13 van 16
Bron: Stichting Kruisen en Kapellen in Limburg
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 14 van 16
Het klooster ingetekend op de Topografische Militaire
Het klooster ingetekend op de Topografische Militaire
Kaart uit 1912 (bron: www.watwaswaar.nl)
Kaart uit 1926 (bron: www.watwaswaar.nl)
Het klooster ingetekend op de Topografische Kaart uit
Het klooster ingetekend op de Topografische Kaart uit
1955 (bron: www.watwaswaar.nl)
1979 (bron: www.watwaswaar.nl)
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 15 van 16
Kaart met bescherming
Luchtfoto
Kaart met bescherming
Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal | monumentnr. GM062
Pagina 16 van 16