Voor en door Eindhoven Programma gemeenteraadsverkiezingen 2014
Inleiding Niet alleen voor zichzelf leeft een mens. Wij zijn geroepen om naar elkaar om te zien. Dit mensbeeld staat voor christen-democraten centraal. Daar past geen anonieme wijk bij en evenmin een gemeente die alles voor haar inwoners regelt. Het CDA kiest daarom voor de samenleving en niet alleen voor het individu. Het CDA gelooft allereerst in het creatieve vermogen van mensen en organisaties om problemen zelf op te lossen. Het CDA verzet zich tegen zaken die de kwaliteit van onze samenleving aantasten, zoals criminaliteit, drugs- en alcoholgebruik onder jongeren. Met goede ondersteuning helpen we mensen die aan de kant staan. Voor gezinnen die hard geraakt worden door problemen met gezondheid, opvoeding, werk en financiën zet het CDA, als gezinspartij en partij van alle generaties, zich in. Steeds gaat het om mensen. Menselijk geluk, waardigheid, veiligheid, zorg voor elkaar en gemeenschapszin zijn constante waarden voor het CDA. Het politieke handelen wordt voortdurend afgestemd op de vier christen-democratische uitgangspunten: solidariteit, gerechtigheid, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid. Eindhoven is een fijne stad om in te leven. De komende periode krijgt de gemeente Eindhoven te maken met extra taken op het gebied van de zorg, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging en jeugdzorg. Bezuinigingen van het Rijk, de gemeentelijke uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de nieuwe zorgtaken trekken in de nieuwe bestuursperiode een zware wissel op het bestuur en de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie. De inwoners van Eindhoven mogen hiervan niet de dupe worden. Een lager budget dwingt de gemeente om in de komende bestuursperiode heel bewust beleidskeuzes te maken. De burgers in onze stad en organisaties en activiteiten die de samenleving mede vormen, dienen extra aandacht te krijgen. De gemeente moet de internationale promotie van de stad efficiënter en kostenbewust aanpakken. Ook moet zij vaker de eigen kracht van bedrijven, belanghebbende organisaties en burgers aanspreken en hen uitdagen om hun verantwoordelijkheid te nemen. Een betere afstemming van de scholing van jongeren op de vraag vanuit het bedrijfsleven kan hiervan een voorbeeld zijn.
1
1. Mensen maken hun leefomgeving Ons ideaal is een stad waarin zoveel mogelijk mensen zich thuis voelen en persoonlijk bijdragen aan hun eigen leefomgeving. Zowel de gemeente, maatschappelijke organisaties, verenigingen als inwoners hebben de taak te werken aan een betere leefomgeving. Dat vraagt om een gemeente die mensen aanspreekt op de verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun omgeving. Dat vraagt ook om nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners, om zekerheid voor kwetsbare burgers en om een overheid die mensen ondersteunt. De gemeente zet sociale media actief in om iedereen bij de eigen woonomgeving te betrekken en mensen met verschillende achtergronden en culturen mee te laten doen. Wij hebben aandacht voor ouderen en anderen die geen toegang hebben tot de nieuwe media. Speciale aandacht is er ook voor groepen met een relatief lage graad van participatie op de arbeidsmarkt, in maatschappelijke instellingen etc. 1.1 De gemeente is betrouwbaar en dienstbaar. De bereikbaarheid van de gemeente wordt aangepast aan de flexibele werktijden van burgers. Het Inwonersplein is vaker in de avonduren geopend, echter zonder uitbreiding van het totaal aantal openstellingsuren. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van burgers en faciliteert deze. Ambtenaren hebben meer contact met burgers en brengen minder tijd door achter hun bureau. De gemeente brengt als een goede regisseur burgers en maatschappelijke partijen bij elkaar zodat ieders kracht optimaal wordt benut. 1.2 Met wijkbewoners wordt ieder jaar het onderhoud van pleinen, straten, openbaar groen, speelvoorzieningen en hun wensen ten aanzien van veiligheid besproken om vast te stellen waar de gemeente moet bijspringen. Van de denkkracht van bewoners en bereidheid een inspanning hierbij te leveren wordt maximaal gebruik gemaakt. Collectief particulier ondernemerschap zal gestimuleerd en gefaciliteerd worden. 1.3 Burgers die in coöperatieve vorm aan de slag willen, worden op weg geholpen bij het opstarten. Coöperatieve initiatieven kunnen op allerlei gebieden liggen, zoals de zorg en de bouw. 1.4 De efficiëntie en de slagkracht van de gemeente moeten vergroot worden. De discussie en het besluit over de kerntaken en de afgeslankte organisatie moet in het begin van de nieuwe bestuursperiode plaatsvinden, zodat voor het einde van die periode tot implementatie kan worden overgegaan. Wat doen we wel en wat doen we niet (meer)? Waar zijn we complementair aan de provincie of het Rijk? 1.5 Op het gebied van veiligheid, zorg, infrastructuur, industrieterreinen en woningbouw gaat de gemeente intensiever en slimmer samenwerken met buurgemeenten. 1.6 De Dorpsraad Acht zien wij graag hernieuwd van start gaan en krijgt gekwalificeerd adviesrecht om daarmee de betrokkenheid van de inwoners van Acht bij de stad te vergroten. Ook willen wij de bewonersorganisatie van Vaartbroek-Heesterakker-Bokt als bestuurlijke gesprekspartners zien.
2
2. Van grenzen naar ruimte Minder regels en meer mogelijkheden De lokale overheid heeft steeds meer taken gekregen en op zich genomen. Vaak vragen deze taken om nieuwe regelgeving. In de onderlinge omgang van burgers vinden soms incidenten plaats waarbij de publieke opinie om direct ingrijpen door de overheid vraagt. In plaats van nieuwe regels en voorschriften te maken, moeten mensen vaker worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en gezond verstand. Wanneer er in de omgang tussen burgers incidenten plaatsvinden die om direct ingrijpen vragen, dan zal de gemeente haar verantwoordelijkheid daarin nemen. Wat we regelen wordt ook gehandhaafd, zo nodig met inzet van extra middelen. 2.1 De BIBOB-toets, een integriteitstoets bij vergunningverlening, wordt gebruikt om ongewenste ondernemers in bijvoorbeeld de horeca te weren. Exploitanten met een criminele achtergrond worden buiten de deur gehouden. Goed bekendstaande ondernemers worden niet belast met een toets bij verlenging van een vergunning of voor het starten van een nieuw bedrijf. 2.2 Met minder administratieve lasten kunnen maatschappelijke instellingen meer doen. Om dit te bereiken is een eenvoudiger subsidiebeleid en een ruimer ontheffingenbeleid noodzakelijk. De regels voor verantwoording worden vereenvoudigd, onder andere door voor bedragen tot € 5.000 niet langer een uitgebreid eindverslag te vragen. De overheid heeft hierin een actief controlerende taak, bijvoorbeeld door steekproefsgewijs (en niet alleen op papier) te onderzoeken of subsidies doelmatig zijn gebruikt. 2.3 Maatschappelijke organisaties die geen subsidie ontvangen, krijgen ontheffing van het betalen van bepaalde leges. Burgers en organisaties die wijkgebonden gemeenschapsactiviteiten organiseren, betalen geen leges voor vergunningen en veiligheidsmaatregelen. 2.4 De stadspas is alleen voor de inwoners van Eindhoven. 2.5 Woningcorporaties, huurders en wijkbewoners regelen op het gebied van veiligheid, verkeer, wonen, speel- en groenvoorzieningen samen het onderhoud van hun wijk. De gemeente faciliteert dit proces en stelt een wijkbudget beschikbaar. Woningcorporaties hebben hierin zowel een dienende als een leidende rol. 2.6 Medewerkers van WIJeindhoven kunnen ondersteuning regelen zonder tussenkomst van grote instellingen. Heldere criteria, zonder lange en dure procedures, zorgen voor snelle besluiten waarmee de hulpvraag van de burgers gediend is. In de kwaliteitssystematiek wordt geborgd dat de ondersteuning terecht komt bij mensen die deze echt nodig hebben.
3
Zuinig zijn op onze ruimte De woningbouwsector heeft het nog steeds moeilijk. Het bevorderen van de doorstroming op de lokale woningmarkt vraagt om maatwerk. 2.7 Een gevarieerd en betaalbaar woningaanbod voor jongeren, (buitenlandse) studenten, starters, expats en nieuwkomers in Eindhoven dient beschikbaar te zijn. Kleinschalige woonvormen voor ouderen, zoals mantelzorgwoningen, worden gestimuleerd door (nieuwe) vormen van samenwerking van burgers en door samenwerking van woningcorporaties, zorgaanbieders en welzijnsorganisaties. 2.8 Voor de herbestemming van leegstaande gebouwen, zoals kantoorpanden en kerken, zorgt de gemeente voor een snelle bestemmingsplanwijzigingen en dito vergunningverlening. Er staan in Eindhoven veel (kantoor)panden leeg, terwijl er ook nieuwbouw plaatsvindt. Een zorgvuldige omgang met ruimte, grondstoffen en beschikbare middelen vereist dat de gemeente de herbestemming van bestaande gebouwen zoveel mogelijk bevordert. 2.9 Bij gebiedsontwikkelingen zet de gemeente in op het regisseren van het proces en het bijeenbrengen van partners en laat de eigenlijke gebiedsontwikkeling, zoals van de Brainport Innovatie Campus, aan anderen over. 2.10 Bij nieuwbouwprojecten is aandacht voor een divers aanbod. Gezinsvriendelijke stad Eindhoven is een sterke stad die een thuis biedt aan jong en oud, met een bijzondere aandacht voor kinderen en jonge gezinnen. Als het om ruimte gaat, vraagt dat om aandacht voor groen, wonen op maat en voor bedrijvigheid. 2.11 Groenvoorzieningen van hoge kwaliteit, zoals parken, plantsoenen en bomen, worden gerealiseerd en onderhouden. Dat geldt ook voor voldoende wandel- en fietspaden die de stad verbinden met de buitengebieden. In de winter wordt de begroeiing laag gehouden en zijn wandel- en fietspaden altijd goed verlicht. 2.12 De veilige leefomgeving wordt aangetast wanneer er verkeersdoden in 30-km zones zijn te betreuren. De ambitie van het CDA is: 0 verkeersdoden in woonerven en in 30 km zones, en geen ernstig gewonden op fietsroutes van en naar scholen. Daarom zet het CDA in op handhaving van de verkeersregels vooral in 30 km zones. In overleg met bewoners worden snelheidsbelemmerende maatregelen genomen, maar steeds met inachtneming van de bereikbaarheid van woonwijken voor hulpdiensten.
4
2.13 Eindhoven heeft veel inwoners die een vorm van begeleiding of ondersteuning ontvangen. De doelmatigheid en effectiviteit van de persoonlijke belangenbehartiging laat in een aantal gevallen te wensen over en werkt nadelig uit voor mensen, die veelal zelf niet in staat zijn voor hun belangen op te komen. De gemeente richt een meldpunt in voor klachten over het functioneren van wettelijk benoemde belangenbehartigers zoals bewindvoerders en curatoren. Dit draagt bij aan het verbeteren van het functioneren van deze belangenbehartigers.
3. Van nazorg naar voorzorg Voorkomen is altijd beter Als er iets misgaat in een mensenleven is er in onze samenleving een vangnet op het gebied van werkloosheid, ziekte, beperkingen en schulden. Teveel is daarbij de nadruk komen te liggen op de rol van de overheid bij deze regelingen. Het CDA wil deze trend keren door ook te kijken naar wat mensen zelf of met elkaar kunnen doen om onnodige zorg te voorkomen. 3.1 Vereenzaming is een groot risico wanneer ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Het CDA zet in op het betrekken van ouderen bij sociale activiteiten. Ouderenbonden, vrijwilligers, mantelzorgers en buurtgenoten spelen daarbij een grote rol. Het gemeentelijke Preventie Informatie Team werkt nauw samen met het Netwerk Informele Zorg Eindhoven en met kerkelijke organisaties. 3.2 Zorg en welzijn worden op wijkniveau georganiseerd waardoor de zelfredzaamheid van burgers gestimuleerd wordt en de directe omgeving van buren en vrienden betrokken kan worden. 3.3 Innovatieve technische oplossingen worden ingezet om inwoners en mantelzorgers te ondersteunen bij informatie-uitwisseling en het onderhouden van sociale contacten. Een goed begin is het halve werk Het voorkomen van problemen bij jongeren en vroegtijdige signalering wanneer er iets misgaat, vragen om adequate en toegankelijke algemene jeugdvoorzieningen, zoals kinderopvang, sportverenigingen, jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg en scholen. 3.4 Jongeren kunnen in de knel komen bij hun ontwikkeling. Integrale ondersteuning van gezinnen en preventie, begeleiding en hulpverlening op plaatsen waar jongeren zijn, zoals de wijk, de school, kinderopvang en sportverenigingen, helpen om problemen in de hand te houden. 3.5 Gezinnen met meervoudige problematiek hebben één hulpverlener die de zorg en ondersteuning coördineert: één kind, één gezin, één plan, één coördinator/hulpverlener! Dit geeft duidelijkheid aan gezinsleden en maakt een effectieve en efficiënte begeleiding in de eigen leefomgeving mogelijk.
5
3.6 De gemeente stimuleert een actieve rol van buurtbewoners bij de opvoeding en het opgroeien van jeugdige inwoners van onze stad. 3.7 Opvoedkundige ondersteuning zoals die door het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt geboden, krijgt in de nieuwe WMO-structuur een laagdrempelige en voor iedereen bereikbare plaats. 3.8 De gemeente moet heel soepel omgaan met de sollicitatieplicht van alleenstaande ouders in de bijstand die jonge kinderen hebben. Ondersteuning voor ouderen Actieve en zelfstandige ouderen zijn van belang voor de Eindhovense samenleving. 3.9 De gemeente stimuleert zelfredzaamheid en het langer zelfstandig wonen van ouderen, door te investeren in een levensloopbestendige infrastructuur en een passend woningaanbod. 3.10 De participatie van ouderen wordt bevorderd door ouderenbonden en informele zorgorganisaties, zoals de Zonnebloem, het Rode kruis en kerkelijke organisaties, te ondersteunen bij het opzetten van sociale netwerken 3.11 Wie een beperking heeft moet gewoon kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Samen met de medewerkers van WIJeindhoven wordt gekeken hoe iemand met een beperking door eigen inzet of inzet van zijn sociale netwerk optimaal kan participeren in de samenleving. Onveiligheid voorkomen en bestrijden Veiligheid is een fundamenteel recht voor ieder mens. De overheid heeft als enige het recht dwangmaatregelen te nemen om de veiligheid in de samenleving te verzekeren. Veiligheid is een zaak van iedereen. 3.12 Drugshandel is een belangrijke oorzaak van onveiligheid in Eindhoven. Drugshandel is een belangrijke oorzaak van onveiligheid in Eindhoven. De straathandel in drugs moet hard worden aangepakt door aan handhaving prioriteit te geven. Het aantal coffeeshops in Eindhoven dient te worden verminderd. Er wordt strikt op toegezien dat drugs in coffeeshops een maximale THC-waarde hebben van 15%. Daarmee wordt voorkomen dat in Eindhoven harddrugs als softdrugs worden verkocht. 3.13 Georganiseerde misdaad moet dus keihard worden aangepakt door politie en justitie. Het CDA is geen voorstander van experimenten met legale wietteelt. De Brabantse Taskforce tegen de georganiseerde criminaliteit en het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum willen we blijven ondersteunen.
6
3.14 Burgersurveillance, preventie en voorlichting zijn belangrijk om woninginbraken, autodiefstal en kleine criminaliteit terug te dringen. 3.15 Horecagelegenheden sluiten op vrijdag en zaterdag ‘s nachts gefaseerd vanaf 03.00 uur, waardoor er in het centrum minder opstootjes ontstaan. Indien uit evaluatie blijkt dat dit werkt, is verdere vervroeging van dit tijdstip te overwegen. We streven ernaar om regionaal zoveel mogelijk hetzelfde regime van sluitingstijden in te voeren. Om de aantrekkelijkheid van Eindhoven als studentenstad te versterken, zijn er geen sluitingstijden voor studentensociëteiten. 3.16 Vandalisme en buurtoverlast worden aangepakt in samenspraak met burgers. Speciale aandacht is er voor fietsendiefstal. Met wijkbewoners en ondernemers wordt geïnventariseerd waardoor de meeste overlast wordt veroorzaakt. Hierop gaan gemeente en politie handhaven. 3.17 Het Veiligheidshuis moet dienstbaarder worden en meer zijn dan een locatie voor casusoverleg. Politie en instanties werken samen aan de opvang van slachtoffers. Extra aandacht gaat uit naar slachtoffers van mensenhandel en prostitutie. Om recidive te voorkomen wordt gewerkt met een TOP040 lijst van criminelen voor wie een speciale aanpak wordt ontwikkeld. 3.18 Sociale media zijn een goed middel om in contact te staan met de burger. Er wordt geïnvesteerd in de implementatie hiervan onder wijkagenten, burgersurveillanten en stadstoezicht. Het gebruik van sociale media onder wijkagenten, burgersurveillanten en stadstoezicht wordt gestimuleerd. Bewoners zijn hierdoor beter op de hoogte van wat er in hun wijk gebeurt. Dit vergroot de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel voor de eigen wijk en buurt. 3.19 Als op de organisatie van de politie wordt bezuinigd, moet de gemeente meer stadswachten in dienst nemen.
4. Van polarisatie naar participatie Zorg voor jezelf en voor je naaste Het voorkomen van ziekte en het behoud van welzijn vraagt om eigen verantwoordelijkheid van ieder mens, zowel voor zichzelf als voor de medemens. Mensen moeten deelnemen aan de samenleving en zowel hun eigen kracht benutten als die van de naasten in de eigen omgeving. 4.1 De gemeente ondersteunt de zelfredzaamheid van haar inwoners op voor betrokkenen passende wijze. De gemeente neemt als taak op zich dat mensen met een beperking en ouderen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen en mee kunnen blijven doen in de samenleving.
7
4.2 De gemeente voorziet in toegankelijke en laagdrempelige contactmogelijkheden voor inwoners die voor ondersteuning bij hun zorg- en welzijnsvragen een beroep moeten doen op de lokale overheid. 4.3 Voor geschillen over aangevraagde ondersteuning door de gemeente of de verlening daarvan is er een duidelijke klachten- en beroepsprocedure voor inwoners van Eindhoven. 4.4 Mantelzorg en zelfzorg worden gestimuleerd en door de gemeente ondersteund. Respijtzorg en activiteiten die gericht zijn op het versterken van de eigen kracht worden mogelijk gemaakt. Ten aanzien van de respijtzorg willen we dat er, in samenwerking met de thuiszorg en om te beginnen in alle stadsdelen, respijthuizen komen om diegenen die zorg behoeven tijdelijk op te vangen in een huiselijke sfeer. Zo kan de mantelzorger even ‘op adem te komen’. 4.5 Het persoonsgebonden budget is voor een aantal inwoners een uitstekende mogelijkheid om invulling te geven aan de regie over het eigen leven. 4.6 Een wijkgerichte aanpak van zorg en ondersteuning van inwoners is gewenst om zo de mogelijkheden voor informele zorg en het inhoud geven aan de eigen verantwoordelijkheid van mensen in combinatie met professionele zorg te realiseren. Initiatieven van inwoners, al dan niet in combinatie met maatschappelijke partijen, worden gestimuleerd. 4.7 De gemeente investeert in faciliteiten voor ontmoeting en contact in de wijk. In wijken en buurten helpen en ondersteunen mensen elkaar op een menselijke manier. Hier kennen bewoners elkaar en voelen zich vertrouwd. Dit draagt veel bij aan het voorkomen van eenzaamheid. Bibliotheekfilialen en buurthuizen blijven hiertoe gehandhaafd. 4.8 Het bieden van diverse vormen van zorg ligt in de handen van verschillende grote en kleine zorgorganisaties. Zeker wanneer de eigen problematiek complex is, weten inwoners vaak niet waar ze terecht kunnen. Het werken met teams van WIJeindhoven vraagt om meerjarige samenwerking met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gezondheidsdiensten, zodat de vragen van (kwetsbare) burgers snel en gericht kunnen worden opgepakt. 4.9 De diversiteit in Eindhoven betekent dat het samenspel van burgers, zorg- en maatschappelijke organisaties de gedifferentieerde situatie en behoeften van wijken weerspiegelt. Maatwerk op wijkniveau! 4.10 De grote veranderingen in de nieuwe bestuursperiode in de organisatie van de zorg- en ondersteuningsverlening vragen om zorgvuldige invoering en begeleiding. In de overgangsfase mogen geen (kwetsbare) burgers tussen wal en schip vallen. De gemeente stelt hiervoor de komende 4 jaar een ruim overgangsbudget beschikbaar. 4.11 De schaarse WMO-middelen worden met voorrang aangewend voor kwetsbare burgers.
8
4.12 Gemeente en de eerstelijnszorginstanties moeten gaan samenwerken voor de zorgvraag van inwoners. Het CDA vindt het belangrijk dat deze samenwerking goed verloopt. 4.13 Deelname aan amateursport moet voor iedereen in Eindhoven mogelijk zijn en blijven door een aangepast tarievenbeleid. We streven ernaar de inflatiecorrectie te volgen. Jongeren, volwassenen, maar zeker ook mensen met een beperking mogen niet buiten de boot vallen. Waar nodig zal regionale coördinatie plaatsvinden. 4.14 Sportclubs die in het bijzonder aandacht besteden aan door de gemeente bepaalde maatschappelijke doelstellingen – waaronder de bevordering van normen en waarden, sociale cohesie en het organiseren van multiculturele activiteiten - kunnen extra ondersteuning krijgen, bijvoorbeeld financieel of facilitair. 4.15 Moderne en duurzame schoolgebouwen zijn een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs aan kinderen. Het Integraal Huisvestingsplan (IHP), zoals opgesteld door gemeente én scholen, dient van een adequate meerjaren financiering voorzien te zijn. 4.16 Het aanleren van normen en waarden door jongeren is belangrijk voor hun toekomst. Om de veiligheid en leefbaarheid op middelbare scholen te verbeteren, faciliteert de gemeente daarom projecten met zogenaamde schoolstewards. Leerlingen leren verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar, door tijdens schoolpauzes toezicht op het schoolplein en in het schoolgebouw te houden, waarbij ze medeleerlingen aanspreken op hun gedrag. 4.17 Kinderen worden gestimuleerd te bewegen door studenten uit het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs,
in
het
kader
van
een
maatschappelijke
stage,
op
basisscholen
bewegingsactiviteiten te laten aanbieden. 4.18 Jongeren voor wie leren niet vanzelfsprekend is hebben vaak ondersteuning nodig bij het behalen van een beroepskwalificatie. Onderwijsinitiatieven zoals de praktijkschool van Scholengroep Het Plein en School 23 van het Summa College worden daarom door de gemeente actief gesteund. 4.19 Ingezet wordt op het doen creëren, behouden en toegankelijk maken van arbeidsplaatsen voor jongeren en 55-plussers. Financiële middelen, zoals BUIG-budgetten, worden ingezet om leerwerkplekken te realiseren. 4.20 De synergetische samenwerking met onderwijs en het bedrijfsleven wordt door de gemeente gestimuleerd. 4.21 Om achterstand van jongeren op de arbeidsmarkt te voorkomen, hecht de gemeente belang aan het stimuleren van stage- en werkervaringplaatsen in het bedrijfsleven.
9
4.22 Eindhoven gaat zich meer profileren als studentenstad. Naast de eerdergenoemde aandacht voor studentenhuisvesting (inclusief voor expats) faciliteert de gemeente in huisvesting voor de studentensociëteiten. 4.23 Voor kunstenaars worden expositie- en ateliermogelijkheden bevorderd, zo mogelijk in leegstaande gebouwen. 4.24 Om de betrokkenheid bij de wijk te vergroten en de wijk te verfraaien, wordt het project om in iedere wijk een door de bewoners gekozen kunstwerk te faciliteren (zoals in Doornakkers, Tivoli en Putten) weer opgepakt. 4.25 Het Van Abbemuseum wordt verzelfstandigd tot een eigen rechtspersoon. 4.26 Eén keer per maand koopzondag in de stad is meer dan genoeg.
5. Gezonde lokale economie Een samenleving waarin mensen erbij horen en mee kunnen doen, heeft behoefte aan een gezonde economie en goede werkgelegenheid. Zonder groei van de lokale economie komt er geen werkgelegenheid bij. De gemeente creëert randvoorwaarden voor de noodzakelijke groei en ondersteunt bedrijven. 5.1 Nieuwe ontsluitingswegen en een nieuw treinstation moeten de bereikbaarheid van Eindhoven Airport verbeteren. Deze ontsluiting zal worden gecombineerd met de ontwikkeling van de Brainport Innovatie Campus. 5.2 In de periode 2014-2018 wordt er een spoorverbinding met shuttle-aansluiting op de hogesnelheidslijn Breda-Brussel gerealiseerd. 5.3 Het concept ‘Eindhoven Fietsstad’ wordt doorontwikkeld om fietsen en bewegen te stimuleren. 5.4 De gemeente zorgt voor goed en veilig openbaar vervoer voor iedereen. 5.5 Een verdere uitbreiding van HOV-lijnen wordt, na de realisatie van HOV-lijn 2, in de komende bestuursperiode niet nagestreefd. Eerst zal de economische meerwaarde van de HOV-lijnen moeten worden aangetoond. 5.6 Het centrum van Eindhoven moet goed bereikbaar blijven voor de auto.
10
5.7 Om het dichtslibben van de Ring Eindhoven tegen te gaan zullen meer ongelijkvloerse kruisingen aangelegd worden. De weg moet uiteindelijk verkeerslichtvrij worden. 5.8 Bij verkeersmaatregelen die invloed hebben op de bereikbaarheid van winkelcentra, dient vooraf te worden bekeken welke structurele effecten die maatregelen hebben op het functioneren van een winkelcentrum. Deze effecten moeten worden meegenomen in de besluitvorming. 5.9 Op het Catharinaplein wordt een onderscheidende curiosamarkt gerealiseerd die de aantrekkelijkheid van de binnenstad vergroot en de huidige curiosamarkt op de Demer vervangt.
6. Financiën Uitgangspunt voor het financieel beleid zijn zorgvuldigheid, spaarzaamheid, transparantie en gematigde lokale lasten. De komende bestuursperiode kenmerkt zich door structureel lagere inkomsten vanuit het Rijk in combinatie met nieuwe taken voor de gemeente. Dit vraagt om een terughoudend financieel beleid en een hernieuwde prioritering van het te voeren beleid. 6.1 De gemeentelijke lasten worden niet verhoogd. Als verhoging wel aan de orde is, dan maximaal met de inflatiecorrectie. 6.2 Prioriteit ligt bij het implementeren van de beleidswijzigingen die voortvloeien uit de aanpassingen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet. Ook voor veiligheid en handhaving zullen de noodzakelijke middelen worden vrijgemaakt. 6.3 Aan projecten en activiteiten die gericht zijn op de internationale uitstraling en allure van Eindhoven wordt substantieel minder geld besteed. De financiële prioriteit voor het CDA in de bestuursperiode 2014-2018 ligt bij: 1. gezinnen die een steuntje in de rug nodig hebben; 2. initiatieven tot buurtsurveillance en wijkontwikkeling; 3. verhoogde veiligheid en verbeterd woonklimaat in wijken en buurten; 4. onderwijs voor jongeren om een startkwalificatie te behalen en schooluitval te verminderen; 5. moderne en duurzame huisvesting voor het onderwijs; 6. werkgelegenheid voor jongeren en 55-plussers stimuleren.
11