architectuur Appartementencomplex in kasteel Den Bosch door architect Sjoerd Soeters.
74
9789006484069_pb_basis.indd 74
22-11-2006 15:33:12
Palet Basis
Architectuur • Wat is architectuur?
.1 Wat is architectuur? Het Nederlandse landschap is bedacht: vrijwel elke boom in een bos is gepland en daarna geplant. Datzelfde geldt voor bouwkundige ‘landschappen’. Elk gebouw, elke straat: bij alles wat je om je heen ziet is nagedacht. De architect houdt zich vooral bezig met de delen binnen dit geheel: de gebouwen. Hij ontwerpt een gebouw zodanig dat het aan de volgende eisen voldoet: w Het ziet er mooi uit. w Het is bruikbaar voor de functie waarvoor het is gebouwd. w Het is degelijk en voldoet aan alle eisen op het gebied van veiligheid. w Het past goed in de omgeving: het stedelijk landschap. Dit betekent dat een architect verantwoordelijk is voor het uiterlijk van een gebouw, voor de manier waarop dat uiterlijk past bij de gebruiksfunctie en voor een degelijke constructie. Planologen denken na over grote gebieden: waar komen kantoren, waar komen fabrieken, waar komen winkelcentra en waar mag gewoond worden? Heb je het over een kleinere eenheid zoals een gemeente, dan is het de afdeling stedenbouw die samen met projectontwikkelaars invult hoe die gemeente wordt ingericht. Sommige grote architectenbureaus hebben naast architecten ook personeel in dienst met een opleiding uit andere disciplines. Zij leveren samen ideeën voor de invulling van een heel stadsgebied. Zo zijn er ingenieurs met als opleiding civiele techniek: zij ontwerpen bruggen, viaducten en andere kunstwerken.
75
9789006484069_pb_basis.indd 75
22-11-2006 15:33:16
.2 Architectonische middelen De buitenkant van een gebouw is vaak het meest onderscheidende. Daarop baseert de voorbijganger zijn mening. Maar de architect houdt zich niet alleen bezig met de buitenkant van een gebouw. Hij bedenkt een geheel van ruimtes, wordt beperkt of verrijkt met een functie van het gebouw en heeft vaak te maken met een ‘publiek’. Wat is de uitstraling van het gebouw? Wat zegt het gebouw? Hier wordt gewerkt? En op wat voor manier? Wil het complex uitstralen dat er degelijkheid heerst en dat men hier betrouwbaar is? Of werken er creatieve mensen met onafhankelijke geesten? Zo kreeg in 2006 Berlijn een nieuw Centraal Station dat volgens bondskanselier Merkel ‘een modern liberaal land weerspiegelt, dat openstaat voor de wereld’. Het station is een gebouw met vijf verdiepingen opgetrokken uit staal en glas, inclusief winkelgalerijen en horecagelegenheden. De oostelijke helft van de stad Berlijn was tot de val van de Muur in 1989 een gesloten, communistische staat.
76
9789006484069_pb_basis.indd 76
De middelen die een architect tot zijn beschikking heeft om een gebouw te onderscheiden van andere gebouwen zijn: w de vorm w de grootte w het materiaal van de zichtbare buitenkant: de huid
2.1 Vorm Onder vorm van een gebouw verstaan we het spel van de lijnen. Zijn de lijnen geometrisch of juist organisch? Zijn de hoeken recht of geheel verdwenen in een golf van baksteen? Met het lijnenspel kan de architect het doel van het gebouw duidelijk maken. Hij kan de dynamiek aangeven van het bedrijf dat in het pand huist. Juist door het gebouw ook een dynamische uitstraling te geven. Denk aan De schaats van de ING langs de A10. Het pand straalt uit dat het ‘vooruit’ wil. Het interieur ademt een openheid uit door het gebruik van veel glas en ‘onzichtbare’ lijnen en vormen. De vorm heeft vaak te maken met smaak of tijdgeest.
ING House langs de A10, Meyer en Van Schooten, 2001.
22-11-2006 15:33:24
Palet Basis
Ontwerpen in geometrische vormen kon in de twintigste eeuw nog meer worden uitgebuit door de uitvinding van nieuwe technieken en bouwmaterialen. Met gewapend beton en gietijzer konden grote ruimtes worden overspannen. Glas werd in grote platen gewalst en kon zo hele muurvlakken bedekken. Met dit gegeven groepeerde de architect ook de ruimtes op een andere manier: symmetrisch of juist asymmetrisch. Alle ruimtes van dezelfde afmeting of juist niet. Organische vormen zie je vooral terug in de negentiende eeuw bij de art nouveau. Het verlangen naar natuur en het bovennatuurlijke kwam terug in de architectuur. Raampartijen als bloembladeren en trapportalen met glas-in-loodvoorstellingen en ‘groeiende’ klimop rond trapleuningen. Het karakter van een gebouw wordt gekenmerkt door materiaalgebruik, plaatsing van de ruimtes, raampartijen, en de omgeving waarin het gebouw ligt. Denk maar aan Versailles waar het gebouw, de tuinen en de omgeving op elkaar zijn afgestemd in perfecte symmetrie.
Architectuur • Architectonische middelen
Openluchtschool Amsterdam, Bijvoet en Duiker, 1930.
2.2 Grootte Een opdrachtgever moet altijd rekening houden met een budget: geldgebrek kan noodzaken tot een klein gebouw. De omvang van een gebouw heeft niet alleen met gebruik of behoefte te maken. Het kan voorkomen dat de opdrachtgever zich met een groot gebouw wil manifesteren: ‘Zie mij! Ik ben belangrijk in mijn grote kantoorpand!’ Daarnaast is het natuurlijk van belang wie de gebruiker wordt van het pand: een verzekeringsmaatschappij of een modeontwerper.
2.3 H et materiaal van de zichtbare buitenkant: de huid Vroeger was het skelet (de constructie) van een gebouw van hetzelfde materiaal als de huid (de bedekking). Sinds het begin van de twintigste eeuw is dat niet meer nodig. Bij een skelet van hout, ijzer of beton kun je als architect kiezen voor een huid die past bij de gewenste uitstraling. Wil je behoudend zijn, dan kies je voor een materiaal dat daaraan refereert. Wil je tonen dat je eigentijds bent, dan kies je voor een materiaal dat laat zien dat jij je tijd vooruit bent. Sloophout is nu een heel moderne afwerking van gebouwen, terwijl in de jaren negentig van de vorige eeuw glas aangaf dat je als architect vooruitstrevend was.
77
9789006484069_pb_basis.indd 77
22-11-2006 15:33:33
.3 Architectuurstijlen Door de eeuwen heen veranderde de mode in de wereld van kunsten, waardoor telkens nieuwe stromingen ontstonden. Deze stromingen volgden elkaar op. In de regel was het zo dat wanneer een nieuwe stijl in raakte, de vorige uit was: renaissance kwam na gotiek, gotiek kwam na romaans. Zo’n honderd jaar geleden werd dat patroon doorbroken. Toen het modernisme als architectuurstroming ontstond, bleef men daarnaast traditioneel bouwen. Nu zie je ook vaak, dat moderne gebouwen en op traditie geïnspireerde gebouwen naast elkaar staan. Dat maakt een stad of dorp levendig.
De laatste jaren wordt de invloed van gemeentebesturen en toekomstige bewoners op de manier van bouwen groter. Dit betekent dat architecten meer moeten kijken naar wat het grote publiek wil. Zo mocht in Utrecht de bevolking zich via een referendum uitspreken voor of tegen een bepaald ontwerp voor de herinrichting van een deel van het centrum. Het gevolg is, dat bij het ontwerpen van nieuwe centra of het herinrichten van bestaande centra meer wordt gekeken naar de klantvriendelijkheid dan naar de puur esthetische kwaliteiten. Ook wordt deze klantvriendelijkheid zichtbaar bij nieuwe woningbouw. Toekomstige bewoners denken immers meer aan zaken als een vriendelijke (groene) woonomgeving, veiligheid, goede parkeergelegenheid en een plezierige inrichting van de woning dan aan esthetische schoonheid. Wonen moet vooral aangenaam zijn.
Hof van Heden, Mecanoo, 2005. Mecanoo won in 2005 een prijsvraag om een lege plek in het centrum van Nijmegen te vullen met woningen.
78
9789006484069_pb_basis.indd 78
22-11-2006 15:33:44
Palet Basis
Architectuur • Gebouw - architect - gebruiker
.4 Gebouw - architect - gebruiker In deze paragraaf volgen we aan de hand van het gemeentehuis in Den Haag (ontwerp 1987-1989, bouw 1990-1995) de weg van ontwerp naar gebruiker. w Het gebouw: Met welk doel is het gemaakt? Wat is de functie van het gebouw? w De architect: Wie zijn er allemaal betrokken bij de totstandkoming van het gebouw? w De gebruiker: Hoe reageert de gebruiker?
4.1 Het gebouw Begin jaren tachtig van de vorige eeuw waren er plannen voor een nieuw stadhuis. Het idee was om een nieuw centrum te creëren buiten het oude centrum, zodat het Centraal Station met de oude binnenstad verbonden zou worden. Daarnaast moest het nieuwe complex een soort ‘huis(kamer)’ van de stad Den Haag worden. Een groot verzamelcomplex met een bibliotheek, horecabedrijven, winkeltjes en verhuurkantoren in één. Het nieuwe stadhuis zou de motor worden voor veel vernieuwingen aan en rond het Spui. Dit verpauperde deel van Den Haag werd zo nieuw leven ingeblazen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag was de opdrachtgever. Het college startte een internationale competitie en nodigde vijf architecten uit om daaraan deel te nemen. Architect Richard Meier kreeg de opdracht. Zijn plan was opgebouwd uit twee L-vormige gebouwen met lange eenvormige witte wanden die om een atrium (overdekt stadsplein) staan. Het witte bouwwerk verbindt het oude stadscentrum met het in ontwikkeling zijnde Spuikwartier.
4.2 De architect
Maquette van het stadhuis van Den Haag.
Architecten adverteren niet in kranten. Nergens staat: Wilt u een nieuw huis? Kies mij als architect! Vaak komt een opdrachtgever (een projectontwikkelaar, de gemeente, een bedrijf of particulier) via contacten uit bij een aantal architecten, bij wie hij de opdracht zou willen plaatsen. Als na enkele gesprekken een architect is gekozen, maakt deze vervolgens een ontwerp en berekent hoeveel alles gaat kosten. De architect maakt tekeningen waarop te zien is hoe het gebouw eruit zal gaan zien, plattegronden van hoe het ontwerp in de wijk komt te liggen en technische detailtekeningen. Bij grote projecten werkt men vaak op inschrijving. De architecten ontwerpen een plan en uit die plannen wordt er een gekozen. Voor het ontwerp voor een nieuw gemeentehuis in Den Haag waren vijf architecten uitgenodigd. De een ontwierp een gigantisch spiegelpaleis, de ander een hoog getrapte toren als symbool van democratie, weer een ander een olifant met safari-uitkijkpost en een vierde tekende een Manhattanachtige skyline van torens.
79
9789006484069_pb_basis.indd 79
22-11-2006 15:33:45
De vijf ontwerpen werden bekeken door de afdeling bouwen en wonen van de gemeente. Die kijkt of het ontwerp past in het bestemmingsplan. Daarin staat beschreven waar precies gebouwd mag worden en wat voor soort gebouwen daar mogen komen. Je mag bijvoorbeeld geen tankstation bouwen in een drukke woonwijk. Gekeken wordt verder of het ontwerp aan alle door de wet genoemde technische eisen voldoet. Als dat allemaal goed is, gaat het naar de welstandscommissie. Die commissie bekijkt hoe het gebouw eruit komt te zien, welke materialen worden gebruikt, of het past in de bestaande omgeving en of de kwaliteit voldoende is. Ze geeft advies aan de gemeenteraad, die ten slotte de goedkeuring moet geven. Dan kan de aannemer aan de slag. Hij moet het gebouw neerzetten voor de door de architect berekende prijs. De architect zelf heeft een uitvoerder in dienst. Deze controleert alle stappen van het bouwproces en zorgt er zo voor, dat alles op de bouw precies zo loopt als de aannemer dat bedacht heeft. Als alles af is, vindt de oplevering plaats. De opdrachtgever komt kijken of alles is geworden zoals het was afgesproken. Dan tekent hij of zij voor akkoord en vindt de betaling van de laatste termijn plaats.
80
9789006484069_pb_basis.indd 80
Stadhuis Den Haag, Richard Meier, 1986.
4.3 De gebruiker Wat is er dan zo bijzonder aan het ontwerp van Richard Meier? De architect heeft heel goed gekeken naar de behoefte van de mensen, de functie van de plek en het gebrek aan structuur op dat moment in de stad. Meier zelf zegt: ‘De manier waarop het gebouw rond het centrale atrium ligt, is voor het functioneren veelbetekenend. Het definieert de wijze waarop mensen, ieder met een eigen doel, op een natuurlijke en flexibele manier samenkomen. Een ieder kan zich als individu ergens in het gebouw bevinden, maar is toch zichtbaar onderdeel van het geheel. Indien je op een van de kantoorverdiepingen zit, zie je de activiteiten op de begane grond, bijvoorbeeld paren die trouwen. En andersom zie je mensen in de kantoren hun werk doen.’ Het stadhuis in Den Haag is in de eerste plaats een praktisch te gebruiken gebouw. Inmiddels staat het echter symbool voor veel meer: dynamisch stadsleven, toonbeeld van democratie, huis(kamer) voor alle Hagenaars. Door de dagelijkse toestroom van Haagse burgers naar bibliotheek en stadhuis heeft het Haagse centrum inderdaad een enorme levensimpuls gekregen. Het atrium functioneert als overdekt stadsplein. Het witte bouwvolume is met de slimme plaatsing van in- en uitgangen zorgvuldig ingepast in de stad. Het resultaat? Plotseling bruist het centrum door het samenkomen van functies. Het stadhuis van Den Haag is een plek waar iedereen iets te zoeken heeft. De buurt is een levend onderdeel van de Haagse binnenstad geworden.
22-11-2006 15:33:55
Palet Basis
Architectuur • Architectuur en kunsthistorie
.5 Architectuur en kunsthistorie Architectuur begint met een behoefte: een dak boven je hoofd. Dan zijn er vragen: wat voor materiaal is er voorhanden en wie kan mij helpen met de bouw? Ook is de plek belangrijk: waar houd ik het droog en waar kunnen de anderen mij goed zien, of juist niet? Zijn de eerste behoeftes bevredigd, dan kun je kijken naar wat het gebouw uitstraalt: hier ben ik veilig en zijn anderen welkom.
5.1 De klassieken Tot aan de renaissance bouwt men in West-Europa voornamelijk naar de klassieken. Dit geldt vooral voor publieke gebouwen (kerken) en woningen van de adel (kastelen). In de middeleeuwen is er een romaanse stijlperiode. Kenmerken van deze stijl zijn rondbogen en zware muren met kleine vensters. Denk maar aan Het Valkhof in Nijmegen. De macht van Karel de Grote kwam tot uitdrukking in dit zware gebouw. Al eeuwen hadden machthebbers deze plek bewoond: ook de Romeinen hadden op deze plek hun vesting. Hoog en droog. De godsvruchtigheid van de kerkgangers kwam vooral tot uiting in de late middeleeuwen in de gotische stijl: de spitsbogen en ribgewelven wijzen recht naar de hemel. De rijkversierde portalen ‘vertellen’ de analfabetische kerkgangers het verhaal van de Bijbel.
Het Valkhof Nijmegen, 1030.
81
9789006484069_pb_basis.indd 81
22-11-2006 15:34:05
5.2 Bouwen in rijkdom In de renaissance (1500-1600) kwam door de rijkdom van de burgers de Griekse en Romeinse bouwstijl weer in aanzien. Er kon gebouwd worden door inkomsten uit onder andere de handel. Burgers lieten hun huizen bouwen in strakke symmetrie en belijning. De rijkdom van de kooplieden kon je aflezen aan hun woningen. Het Hollands classicisme straalt je tegemoet bij Amsterdamse grachtenpanden met hun trapgevels en rijke raampartijen. Ook het Paleis op de Dam is in deze stijl gebouwd.
Paleis op de Dam, Jacob van Campen, 1648-1665.
Door de groei van de stad moest er ook worden nagedacht over de stad als geheel. Hoe richt je straten en wijken in? Waar plaats je publieke gebouwen? Ga je buiten de stadsmuren bouwen? Waar leg je wegen, parken en pleinen aan? Na deze overdaad aan ornamenten en rijkdom verlangde men weer naar de klassieke, symmetrische vormen, zoals die veel eerder werden gebruikt bij de bouw van Griekse en Romeinse tempels. In Groningen staat het stadhuis voorbeeld voor deze bouwstijl: het neoclassicisme.
Stadhuis Groningen, J.O. Husly, 1774-1811.
82
9789006484069_pb_basis.indd 82
22-11-2006 15:34:17
Palet Basis
Architectuur • Architectuur en kunsthistorie
5.3 Bouwen als kunst
Station Haarlem, D.A.N. Margadant, 1908.
Pas in de negentiende en twintigste eeuw werden bouwstijlen naast elkaar gebruikt. Bij neorenaissance (Concertgebouw Amsterdam) en neogotiek (Heilig Hartkerk Amsterdam) werd er teruggegrepen naar vroegere bouwstijlen. Bij art nouveau is er sprake van een geheel nieuwe stijl: de schoonheid staat centraal, met vloeiende lijnen en asymmetrische patronen. De vaak dromerige gebouwen met mozaïekwerk en krullerige ornamenten vind je in Nederland terug bij woonhuizen in vooral Den Haag. Bij art nouveau is er duidelijk sprake van een totaalplaatje: de architect, binnenhuisarchitect en ook de decorateur werkten samen. Het huis of het gebouw is geheel in stijl. Zelfs de kaften van de boeken, het servies en de jurk van de eigenaresse passen binnen het concept. Bezoek café-restaurant American in Amsterdam maar eens. Daar zijn het gebouw en interieur geheel op elkaar afgestemd. Het station van Haarlem is ook een goed voorbeeld van deze bouwstijl.
83
9789006484069_pb_basis.indd 83
22-11-2006 15:34:21
5.4 Functies en vormen
5.5 Wijken en waarden
Vanaf het eind van de negentiende eeuw was er steeds meer behoefte aan sociale woningbouw. De trek naar de stad zorgde voor een grote concentratie van mensen. Veel fabrieksdirecteuren bouwden buurtjes met woningen voor werknemers en ook ‘stapelbouw’ werd door gebruik van stalen constructies een feit. De Stijl is een vorm van bouwen waarin lijnen en kleuren een belangrijke rol spelen (Rietveldhuis Utrecht). Net als bij het functionalisme, een stijl waarbij geometrische vormen centraal staan, staat de constructie in dienst van het bouwwerk. Bij de Van Nellefabriek in Rotterdam is dat goed te zien: de glazen buitenwanden geven zicht op het geraamte van het gebouw. De Amsterdamse School laat bakstenen balkons golven en hoeken verdwijnen in organische rondingen. In enkele wijken in Amsterdam woonden burgers in huizenblokken die vriendelijk aandoen door hun gebrek aan symmetrie en geometrie.
Na de Tweede Wereldoorlog (wederopbouw) verschijnt er op veel plaatsen hoogbouw. Vaak werd er gekozen voor de snelle constructiebouw: huizen waren schaars. Bij constructiebouw worden onderdelen in de fabriek gemaakt en ter plekke in elkaar gezet. Aan wijken rondom de grote steden kun je gemakkelijk zien in welke tijd ze zijn gebouwd. Strakke straten met veel dezelfde huizen en flats verwijzen naar 1950-1960. Aan die functionele bouw komt in de jaren tachtig van de vorige eeuw een eind. Variatie blijkt mensen gelukkiger te maken. Nu zie je verschillende soorten van modernismen. Van zakelijk en mooi, zakelijk en speels tot zakelijk en strak. Ook verrijzen er weer gebouwen die sterk lijken op woningen uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Architectuur maakt gelukkig, dus zal er altijd worden gekeken naar wat de mensen wensen en waarin ze geloven.
Rietveld Schröderhuis Utrecht, Rietveld, 1924. Scheepvaarthuis Amsterdam,
J.M. van der Mey, 1916.
84
9789006484069_pb_basis.indd 84
22-11-2006 15:34:31
Palet Basis
Architectuur • Meer informatie
.6 Meer informatie Musea en architectuurinstituten Door heel Nederland worden tentoonstellingen over architectuur en architecten georganiseerd. Het NAi, het Nederland Architectuur Instituut in Rotterdam, heeft een goede, permanente tentoonstelling van de architectuurgeschiedenis van Nederland. Naast het NAi ligt Huis Sonneveld, een fraaie villa uit het functionalisme. Enkele architectuurinstituten zijn: w Arcam, Prins Hendrikkade 600, Amsterdam, 0206204878, www.arcam.nl w Nederlands Architectuurinstituut, Museumpark 25, Rotterdam, 010-4401200, www.nai.nl w Centre Céramique, Avenue Céramique 50, Maastricht, 043-3505600, www.centreceramique.nl w Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, Utrecht, 030-2321686, www.aorta.nu w ABC Architectuurcentrum, Groot Heiligland 47, Haarlem, 023-5340584, www.architectuurhaarlem.nl w Architectuurcentrum Nijmegen, Kannenmarkt 6, Nijmegen, 024-3244382, www.architectuurcentrumnijmegen.nl w Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Arnhem, Nieuwe Kade 1, Arnhem, 06-41226425, www.casa-arnhem.nl
Internet w www.spacesoup.nl site speciaal gericht op jongeren en ckv; interessant zijn onder andere de beeldbank en de database (‘Spacebase’) w www.kunstkennis.nl site voor architectuur en beeldende kunst met verschillende stromingen in de kunstgeschiedenis Zie voor meer sites ‘Musea en architectuurinstituten’ hiernaast.
Boeken en tijdschriften w Elk jaar verschijnt bij het NAi een jaarboek over Nederlandse architectuur. Hierin staan de belangrijkste gebouwen en worden nieuwe trends gesignaleerd. w Gabriele Leuthäuser, Architectuur van de 20e eeuw. ISBN: 38-22-84133-1. Nederlandstalige editie over moderne architectuur. w H. Sutterland en J.H. Pontier, Overzicht van het bouwen in de westerse wereld. Uitgeverij Waltman, Delft, 1990. Boek met duidelijke omschrijvingen per (architectuur) periode is: geschiedenis van de bouwkunst. w De belangrijkste architectuurtijdschriften van Nederland zijn: Archis en De Architect. w Op internet staat een tijdschrift met de naam www.archined.nl. Het is informatief op het gebied van actualiteit en tentoonstellingen.
85
9789006484069_pb_basis.indd 85
22-11-2006 15:34:31