Dordrecht QJ
Q. i/» O
BESTEMMINGSPLAN "Schil-west"
STADSONTWIKKELING GEMEENTE DORDRECHT
IQ CO 0) in r*
3 3
3* IQ O)
! ui) raadsb«3iuit nf d.d. De gemeentesecretaris.
juni 1999
O)
Toelichting
Toelichting OP het bestemminasolan "Schil-west"
Inhoudsopgave
blz.
Hoofdstuk 1
Inleiding 1.1 Aanleiding tot het plan 1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied 1.3 Geldende regelingen
Hoofdstuk 2
Historische ontwikkeling
Hoofdstuk 3
Beschrijving van het plangebied 3.1 Ruimtelijke structuur 3.2 Functionele structuur 3.3 Cultuur-historische aspecten 3.4 Archeologische aspecten
Hoofdstuk 4
Beleidsuitgangspunten 4.1 Rijk-, provinciaal en regionaal beleid 4.2 Gemeentelijk beleid 4.3 Beleidsuitwerkingen
Hoofdstuk 5
Programmatische uitgangspunten voor Schil-west 5.1 Uitgangspunten in hoofdlijnen 5.2 Uitgangspunten per gebiedsdeel
Hoofdstuk 6
Beschrijving van het bestemmingsplan 6.1 Keuze planmethodiek 6.2 Inhoud van het plan 6.3 De bestemmingen
26
Hoofdstuk 7
Milieu-aspect en 7.1 Geluidhinder 7.2 Bodemkwaliteit 7.3 Externe veiligheid 7.4 Luchtverontreiniging
33
Hoofdstuk 8
Uitvoerbaarheid 8.1 Maatschappelijk 8.2 Financieel
38
Hoofdstuk 9
Resultaten overleg ex artikel 10 BRO
52
Bijlagen:
1. Gemeentelijke monumenten 2. Objecten en gebieden, provinciale inventarisatie M.l.P 3. Besluit hogere grenswaarden gedeputeerde staten dd. 25 juni 1999.
13
1. Inleiding 1.1
Aanleiding tot het ptan
De groei van de stad heeft in de 1 99 en 20a eeuw geleid tot een schilvormige uitbreiding van de historische binnenstad in zuid-westelijke en oostelijke richting. Bij de uitbreiding in oostelijke richting (Schil-oost) ligt de nadruk op de woonfunctie, terwijl in het zuid-westelijke deel tussen de Oude Maas en de Blekersdijk (hierna: Schilwest) een sterk accent op werkgelegenheidsfuncties is komen te liggen. Schil-west vervult in het stedelijk functioneren een essentiële rol, enerzijds als entree tot het stadscentrum en anderzijds als belangrijke werkgelegenheidslocatie. De afgelopen jaren zijn voor de gebieden Achterhakkers en Beverwijcksplein nieuwe bestemmingsplannen gemaakt. Deze plannen waren nodig om de in deze gebieden ontwikkelde vernieuwingsprojecten te kunnen uitvoeren. Voor de resterende delen van Schil-west gelden verouderde bestemmingsplannen of ontbreken zelfs plannen. Voor deze onderdelen geldt de Leefmilieuverordening (LMV) Schil-west. De LMV is in 1 989 van kracht geworden en heeft tot doel het gebied, in afwachting van de tot standkoming van een nieuw bestemmingsplan, te beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen. De werkingsduur van een leefmilieuverordening, waaraan in de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing een tijdelijk karakter is toegekend, is maximaal 10 jaar en loopt dus af in 1999. Het voorliggende bestemmingsplan heeft tot doel voor Schil-west een actueel juridischplanologisch toetsingskader tot stand te brengen.
1.2
Ligging en begrenzing van het plangebied
Het gebied Schil-west is onderdeel van de binnenstad en ligt ingeklemd tussen de historische binnenstad en de spoorbaan Dordrecht-Rotterdam en de Oude Maas en de Blekersdijk/Dubbeldamseweg. De in maart 1994 vastgestelde bestemmingsplannen voor de gebieden Achterhakkers
en Beverwijcksplein zijn inmiddels van kracht, zij het dat de Raad van State het plandeel westelijk van de Wilgenbos (plan Achterhakkers) heeft vernietigd. Hiervoor zal een aparte herziening worden voorbereid. Voor het overige zijn deze recentere plannen nog niet aan herziening toe. Omdat het gebied Beverwijcksplein centraal in Schil-west ligt zou het voorliggende plan een onlogische begrenzing krijgen en juridisch-planologisch een onoverzichtelijke reglementering ontstaan. Om dit te voorkomen wordt het gebied Beverwijcksplein in het voorliggende bestemmingsplan Schil-west meegenomen, overigens zonder wezenlijke inhoudelijke wijziging ten opzichte van het plan uit 1994. Behalve het gebied Achterhakkers blijft ook een gebied ten zuiden van de Burgemeester de Raadtsingel (NS-station en omgeving) buiten beschouwing. Voor dit gebied wordt een visie voorbereid. In de visie zal uitwerking worden gegeven aan de doelstellingen die ten behoeve van een integrale herontwikkeling van de stationsomgeving zijn geformuleerd. Belangrijke doelstellingen zijn een verbetering van de ruimtelijk-stedenbouwkundige kwaliteit, versterking van het openbaar vervoer-knooppunt, verbetering van de positie van de fietser, voetganger en het openbaar vervoer en het benutten van de A-status (kantorenlocatie). Het hieruit voortvloeiende stedebouwkundig masterplan zal de basis vormen voor een nieuw bestemmingsplan. Aan de noordzijde sluit de grens van dit plan aan op de bestemmingsplannen Boogjes en Stadscentrum. De begrenzing van het bestemmingsplan Schil-west is derhalve globaal als volgt: in het noorden: de Spuihaven (deel Prinsenstraat-Achterom) en de noordelijke bebouwing Spuiboulevard-Vest (ged.) in het oosten: de Blekersdijk en Dubbeldamseweg in het zuiden: de zuidzijde Burgemeester de Raadtsingel en Havenstraat in het westen: de Hoge Bakstraat en Sluisweg.
Plangebied
- 2 -
1.3
Geldende regelingen
Leefmilieuverordenino Schil-west. De leefmilieuverordening Schil-west uit 1989 geldt voor bijna het hele plangebied. Doel van de leefmilieuverordening is het gebied te beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen die een achteruitgang van woon- en/of werkomstandigheden tot gevolg zouden hebben. Het verouderde en voor bepaalde gedeelten zelfs ontbrekende juridischplanologisch toetsingskader bood hiertegen onvoldoende bescherming. De verordening overbrugt de periode tot aan het moment dat er een nieuw bestemmingsplan is. Volgens de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing mag een leefmilieuverordening maximaal 10 jaar gelden. Buiten de verordening zijn gelaten een gedeelte van het gebied Achterhakkers en het gebied Beverwijcksplein. Voor deze gebieden werd destijds de spoedige vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen verwacht. De leefmilieuverordening is in 1994 gedeeltelijk herzien, waaronder de begrenzing in verband met het bestemmingsplan Achterhakkers. Bestemmingsplannen. Een leefmilieuverordening komt niet in de plaats van geldende bestemmingsplannen, maar is bedoeld om leemten die een bedreiging kunnen zijn voor het leefmilieu op te vullen. Bestemmingsplannen blijven van kracht voorzover geen sprake is van afwijking van de leefmilieuverordening. Voor het plangebied gelden nog de volgende bestemmingsplannen (zie afb.): O - ongereglementeerd 14 - Sanerings- en reconstructieplan voor de binnenstad (1969) 15 - 's-Landswerf (1972) 16 - Komverordening (1956) 106/116 - Leefmilieuverordening Schil-west (1 989)/eerste wijziging (1994) 114 - Beverwijcksplein e.o. (1994).
Geldende plannen
- 3 -
2. Historische ontwikkeling In Schil-west kan een aantal deelgebieden worden onderscheiden, te weten: Geldeloze Pad, Rozenhof, Beverwijcksplein, Koningin Wilhelminastraat e.o., Burgemeester de Raadtsingel e.o.. In de zeventiende en achttiende eeuw kwam het gebied tot ontwikkeling als landelijk gebied met tuinderijen, boomgaarden en blekerijen. Langs de Spuihaven vestigden zich houtopslag- en verwerkingsbedrijven. Ook was hier 's Lands Werf, een rijksmagazijn voor legermaterieel. Bruggen en poorten vormden de toegangen tot de stad, zoals de Zuidersluisbrug en de Spuipoort. Belangrijke verbindingsroutes waren noord-zuid: de Hoge Bakstraat-Sluisweg, de Spuiweg en de Dubbeldamseweg-Blekersdijk en oostwest: de Eerste Singel, later Cornelis de Wittstraat en de Tweede Singel, nu de Singel. Op wat molens na was er nauwelijks bebouwing in het gebied. Waterlopen en eigendomsgrenzen bepaalden de verkaveling.
Schil omstreeks ....
In de negentiende eeuw ontstond de stedenbouwkundige structuur, die in hoofdvorm nog aanwezig is. Rijke stads bewoners lieten buitenplaatsen aanleggen, zoals de Rozenhof en Belle Vue. Langs de grotere wegen zoals de Singel, de Spuiweg en de Toegangsweg (nu Stationsweg) verrezen herenhuizen en villa's. In de nabijheid van havens en fabrieken werden arbeiderswoningen gebouwd. Meestal stonden deze kleine huizen dicht op elkaar in hofvorm. Het gebied tussen de Sluisweg en de Spuiweg was een doolhof van hofjes. Maar ook aan de Lage en Hoge Bakstraat, het Latourpad en de Jan Schoutenstraat kwamen arbeiderswoningen. Het Beverwijcksplein, in gebruik als exercitieveld voor de in Dordrecht gelegerde pontonniers en als stadsweide voor evenementen, werd in het laatste kwart van de negentiende eeuw bebouwd met een gymnasium, een ziekenhuis en woonbebouwing. Na de
aanleg van de spoorlijn in 1871 kwamen de Nieuwe Toegangsweg (nu Johan de Wittstraat) en de Johan de Wittbrug tot stand. Zij vormden de rechtstreekse entree naar het centrum vanaf het station. Naast woningen en bedrijven vestigden zich, als gevolg van de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen, steeds meer verschillende functies in de negentiende eeuwse schil als scholen, ziekenhuizen en kerken. Aan het einde van de negentiende eeuw hadden tal van oude, karakteristieke elementen hun functie verloren en waren verdwenen: molens, bleekvelden, stadsmuren en stadspoorten. Door het toenemen van de bebouwing en het successievelijk dempen van de waterlopen was de negentiende eeuwse schil zijn landelijke karakter kwijtgeraakt. In de twintigste eeuw nam de bebouwingsdichtheid toe. Langs de hoofdwegen en Singels vormden zich voorname, gesloten gevelwanden. De buitenplaatsen maakten plaats voor aaneengesloten woonbebouwing in soms bijzondere vormen zoals de Rozenhof. De komst van de auto (rond 1900) en de toename van het verkeer hadden verbetering, met name verharding maar soms ook verbreding, van de wegen tot gevolg. Aan de Johan de Wittstraat maakten een aantal villa's plaats voor het recht doortrekken van de Stationsweg naar de Johan de Wittbrug. De negentiende eeuwse bebouwing aan de westzijde bleef gehandhaafd in de oorspronkelijke rooilijn. Net voor de oorlog werd onder het spoor door de Krispijntunnel gerealiseerd, een belangrijke verbinding met de nieuwere Dordtse wijken. De crisisperiode in de jaren dertig vormde de basis voor het Sanerings- en reconstructieplan uit 1962. Door de heersende armoede verkrotten de kleine arbeiderswoningen in de hofjes en zij- en dwarsstraten. Het Saneringsplan luidde door sloop van vele verkrotte (maar soms ook bouwkundig goede} woningen en het maken van een aantal grote verkeersdoorbraken een nieuw tijdperk in. Één van de grootste ingrepen was de aanleg van de Spuiboulevard met de grote kantoren erlangs. Nieuwe kantoorgebouwen bepaalden ook steeds meer het beeld langs de Stationsweg en de verbrede Johan de Wittstraat. In het westelijk deel van de negentiende eeuwse schil werden de ontwikkelingen ten gevolge van de sanering in de negentiende eeuwse het meest zichtbaar. Waarschijnlijk omdat dit gebied zowel voor de automobilist als voor de treinreiziger de belangrijkste entree vormt van Dordrecht. De ontwikkelingen Spuiboulevard zijn nog steeds in gang, de gebieden Beverwijcksplein en Achterhakkers zijn op enkele onderdelen na weliswaar afgerond, meerdere verspreide kleinschalige vernieuwingen zijn in voorbereiding, de Burgemeester de Raadtsingel wijzigt langzaam van aanzien, de Havenstraat is aan de spoorkant gesloopt. Kortom een gebied dat volop in beweging is.
3. Beschrijving van het plangebied 3.1
Ruimtelijke structuur
Het gebied Schil-west, gelegen tussen het historische centrum met kernwinkelgebied en de spoorlijn met station, is ontstaan als uitbreiding van de stad. Het gebied is ingrijpend gewijzigd in de jaren '60 en '70, met name ten gevolge van het Sanerings- en reconstructieplan. Doelstelling van dat plan was onder andere het stimuleren van cityvorming in de Schil als uitbreiding van het stadscentrum. Dit is ingevuld door het bieden van bebouwingsmogelijkheden voor grootschalige kantoor- en woonbebouwing en de hierbij behorende infrastructuur. De Wilgenbos, Achterhakkers, Spuiboulevard, Stationsweg/Johan de Wittstraat, Burg. de Raadtsingel, Havenstraat en Korte Parallelweg bepalen sinds die tijd de hoofdstructuur van Schil-west. Langs deze routes en ter plaatse van het Beverwijcksplein zijn nieuwe grootschalige woon- en kantoorprojecten verrezen en is de oorspronkelijke kleinschalige bebouwingsstructuur verdwenen. In de jaren '70 is afgezien van een verdere cityvorming in oostelijke richting. Hierdoor is in Schil-oost de kleinschalige woonfunctie overwegend behouden en heeft op grote schaal stadsvernieuwing plaatsgevonden. De beoogde doortrekking van de Spuiboulevard in oostelijke richting is niet gerealiseerd en door de bouw van het kantoor voor het Zuiveringsschap aan de Johan de Wittstraat (kop Spuiboulevard) feitelijk ook onmogelijk geworden. De 19e eeuwse structuur en de kleinschalige deels monumentale bebouwing met overwegend een woonfunctie is in Schil-west met name in het middengebied aanwezig gebleven, vooral aan de Singel en de Spuiweg. De Singel vormt de structurele drager in het binnengebied en legt door zijn continue verloop een verbinding tussen Schil-west en Schil-oost. De Spuiweg verbindt de historische binnenstad middels de Krispijn-tunnel met het gebied ten zuiden van het spoor. Mede door deze verbindingsfunctie is aan de Spuiweg detailhandel tot ontwikkeling gekomen. Schil-west is in het westen via de Laan der VN, met de vernieuwde onderdoorgang bij de spoorbaan, aangehaakt aan het hoofdwegennet. Aan de oostzijde sluit de Burgemeester de Raadtsingel aan op de uitvalswegen als de Toulonselaan/Oranjepark en de Transvaalstraat.
,--£;•«?•;
C l^^ ££^^
Ruimtelijke structuur
- 6 -
Schil-west wordt aan de zuidzijde begrensd door de spoorbaan met bijbehorend spooremplacement. Ter plaatse van het station is onder het spoor door, via een voetgangerstunnel, de verbinding gelegd met de zuidzijde van het station, het Weizigtpark en de woonwijk Krispijn. Gelet op de op bouw van de stad vinden de belangrijkste verkeersafwikkelingen in relatie tot de binnenstad in Schil-west plaats. Naast de doorgangsfunctie voor het verkeer van en naar de binnenstad, heeft het gebied ook een opvangfunctie in de vorm van parkeergelegenheid (parkeergarages ten behoeve van het woon-werkverkeer en de bezoekers van het kernwinkelapparaat). De Spuiboulevard speelt hierbij een belangrijke rol. De routes Korte Parallelweg-Havenstraat-Burg, de Raadtsingel-Stationsweg-Johan de Wittstraat en Wilgenbos-Achterhakkers-Spuiboulevard vervullen de functie van ontsluitingsroute in het hoofdwegennet. De naar het station leidende wegen vervullen tevens een belangrijke functie voor het openbaar vervoer. De Burgemeester de Raadtsingel is tevens de hoofdfietsroute vanuit de oostelijke stadsdelen naar het centrum. Het samenkomen van de hoofdwegenstructuur voor het station vormt een complicatie in het streven naar een goed verblijfsklimaat en de wens om de voetganger vanuit het station een goede en aangename entree naar de binnenstad aan te bieden. De diverse verkeersruimteclaims strijden om voorrang en zijn van invloed op de verdichtingsmogelijkheden bij het station. De in voorbereiding zijnde herontwikkelingsvisie zal hierin ordening moeten brengen.
3.2
Functionele structuur
Schil-west heeft haar karakter als nieuw uitleggebied rond de binnenstad al lang verloren. Op dit moment maakt het functioneel eigenlijk deel uit van het centrum van de stad. Vooral door de concentratie van zakelijke en publieke diensten in de kantoren, de aanwezigheid van het station Dordrecht Centraal en de rol die het gebied vervult in de stedelijke verkeerscirculatie, is deze centrumfunctie steeds meer gaan domineren. In het gebied ter weerszijden van de Singel is de overwegende woonfunctie wel in stand gebleven. Dit geldt het sterkst in de gebieden westelijk van de Spuiweg en oostelijk van de Stationsweg-Johan de Wittstraat. Na sloop van het ziekenhuiscomplex tussen de Koninginnestraat en de Aert de Gelderstraat is hier begin jaren 70 een grootschalig wooncomplex gerealiseerd. Verder is langs het Geldelozepad en aan de Cornelis de Wittstraat nieuwe woningbouw verrezen. Langs de Spuiweg, thans een belangrijk onderdeel in de fietsroute tussen het stadscentrum en de zuidelijke stadsuitbreidingen, is detailhandel en horeca gevestigd. Het merendeel van de panden wordt op de verdiepingen bewoond. Daarnaast worden langs de Spuiweg meerdere panden gebruikt door Stichting De Hoop (centrum voor verslavingszorg). In het gebied tussen de Spuiweg en Stationsweg-Johan de Wittstraat is sprake van een zekere functiemenging (kantoren, verzorgingshuis, internaat voor schipperskinderen, volumineuze detailhandel, kleinschalige bedrijvigheid), zij het dat ook hier het wonen toch de belangrijkste functie blijft. Op het Beverwijcksplein is de invloed van de cityvorming duidelijk merkbaar. Deze
- 7 -
ontwikkeling werd eind jaren 60 ingezet en is thans bijna afgerond. Naast kantoorpanden is in 1996 aan de Beverwijcksstraat een woon-zorgcentrum gereed gekomen. Tevens is dat jaar tussen de Oudenhovenstraat en de Matthijs Balenstraat een stadspark aangelegd.
Cityvorming langs Spuiboulevard
De cityvorming van Schil-west heeft met name vorm gekregen langs de hoofdwegenstructuur en in het bijzonder langs de Spuiboulevard, Stationsweg-Johan de Wittstraat en Burgemeester de Raadtsingel. De langs deze wegen verrezen (meer) grootschalige bebouwing is voornamelijk bestemd voor kantoren en dienstverlening. In Schil-west bevindt zich thans ca. 120.000 m2 kantoren. Meer grootschalige woonontwikkelingen zijn gerealiseerd langs de Johan de Wittstraat (boven winkels en kantoren) en langs de Cornelis de Wittstraat. De parkeergarages Spuihaven (achter Stadskantoor-Spuiboulevard) en Veemarkt (Beverwijckspleinï liggen op loopafstand van het stadscentrum en vervullen een belangrijke rol voor het parkeren door centrumbezoekers.
3.3
Cultuurhistorische aspecten
Beschermd stadsgezicht De Dordtse historische binnenstad (ten noorden van spuiboulevard/Spuihaven) is aangewezen tot beschermd stadsgezicht. In het plangebied ligt nog geen beschermd gebied, wel grenst het er op een aantal plaatsen aan. Grenzen zijn: de Sluisweg, de Spuihaven en de achterzijde bebouwing Vrieseplein. Op deze grenzen dient extra zorgvuldig met nieuwe ontwikkelingen te worden omgesprongen. Rijksmonumenten In het gebied bevinden zich op dit moment twee rijksmonumenten. De villa Rozenhof 33, restant van de hier vroeger gelegen buitenplaats en de recent gerestaureerde
fontein op het Beverwijcksplein. * Omschrijving Rozenhof 33 in het rijksregister van beschermde monumenten: Kasteelachtig woonhuis op ongeveer vierkante plattegrond opgetrokken in neo-renaissance stijl, geïnspireerd op de Loire-renaissance. Eerste steen blijkens opschrift gelegd oktober 1891 door A.A. van Rechteren Limpurg (geb. 3-9-1888). Materiaal rode geglazuurde baksteen met talrijke zandstenen sierdelen. Voor- en achtergevel met rijk versierde midden- en zijrisalieten. Op het dak een koepeltoren met gesloten lantaarn. Inwendig curieuze hal met marmeren zuilen en trappenhuis met stucwerk. Van de oorspronkelijke parkaanleg rond het huis is nog slechts het rosarium over. * Omschrijving fontein Beverwijcksplein in rijksregister van beschermde monumenten: Fontein van gegoten zink, derde kwart negentiende eeuw, met versieringen in neorenaissance trant. Gemeentelijke monumenten In het gebied bevindt zich een aantal gemeentelijke monumenten. De meeste staan sinds 1990 op de lijst. In bijlage 1, behorende bij deze toelichting en hiervan deel uitmakende, zijn de desbetreffende monumenten vermeld.
Van Strijsingel
Monumenten Inventarisatie Project (MIP) Het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur coördineert een landelijke inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle bouwkunst en stedebouw uit de periode 1850-1945. In het plangebied Schil-west is een groot aantal objecten geïnventariseerd en één gebied. De inschatting is dat van de geïnventariseerde objecten ca. 10% in aanmerking komt voor plaatsing op de rijkslijst en dat delen van het gebied worden aangewezen tot beschermd stadsgezicht.
-9-
Aan de hand van een door de provincie opgestelde indicatieve lijst doet de gemeente een voordracht voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst, Hiertoe zullen eigenaren en andere belanghebbenden worden gehoord. Dit vindt plaats in 1998. In 1999 zat dit uiteindelijk leiden tot een uitbreiding van de rijksmonumentenlijst met de geselecteerde jonge monumenten. Daarna zal de gemeente uit de afgevallen objecten waarschijnlijk een selectie maken voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. De procedure met betrekking tot de aanwijzing van beschermde stadsgezichten verloopt iets anders en duurt langer. Objecten en gebieden De objecten en gebieden die zijn geïnventariseerd door de provincie in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project zijn vermeld in bijl. 2 behorenden bij de toelichting. KARAKTERISTIEKEN De hieronder beschreven straten vormen de stedebouwkundige hoofdstructuur van het bestemmingsplangebied. Met het overwegend negentiende eeuwse bebouwingsbeeld dient zorgvuldig te worden omgesprongen. Singel De Singel loopt van de Noordendijk tot de Sluisweg. De Singel wordt gekruist door de haaks erop staande toegangswegen tot de binnenstad. De te onderscheiden delen verschillen enigszins van karakter. In dit bestemmingsplangebied liggen van west naar oost de Van Strijsingel, de Albert Cuypsingel en de Nicolaas Maessingel. De bebouwing aan de Singel kenmerkt zich in hoofdzaak door ensembles van aaneengesloten herenhuizen.
Nicolaas Maessingel
- 10 -
Burgemeester de Raadtsingel Op de Burgemeester de Raadtsingel neemt de verkeersfunctie een dominante positie in. De éénzijdige bebouwing bestaat voornamelijk uit losse elementen. De oudere nog aanwezige bebouwing heeft een beperkte samenhang. Recentere nieuwbouw is grootschalig en heeft het oorspronkelijke karakter van deze singel gewijzigd.
Sp ui w eg De Spuiweg is één van de oudste verbindingsroutes van de stad met het achterland. De aaneengesloten bebouwing en de verkaveling vormen een herkenbare entree naar de compactere binnenstad. De gevelwanden van de Spuiweg geven een afwisselend beeld te zien, met name qua architectuur. Stationsweg-Johan de Wittstraat Deze route loopt van het Station tot het Bagijnhof. De oostelijke zijde heeft een typisch 20ste eeuws karakter met grootschalige kantoorinvulltngen. Aan de westzijde is nog de oorspronkelijke structuur en voor een deel de oorspronkelijke bebouwing aanwezig. Met name William's Place met de omliggende tuin en Johan de Wittstraat 31 t/m 51 ademen nog een negentiende eeuwse sfeer uit. De bomenstructuur in de middenberm van de Johan de Wittstraat is zeer sfeerbepalend. Blekersdijk/Dubbeldamseweg Ook de Blekersdijk/Dubbeldamseweg is één van de oudste verbindingsroutes van de stad met het achterland. In het midden bevond zich tot het einde van de negentiende eeuw de resten van de veenstroom de Thure. De bebouwing bestaat in hoofdzaak uit aaneengesloten bebouwing uit het einde van de negentiende eeuw. Bijzondere elementen langs de route zijn de Wilhelminakerk, vanuit het Kasperspad is er een zichtlijn op de toren; de Christelijke Gereformeerde kerk op de hoek met de Singel en het verenigingsgebouw van de Apostolische gemeente aan de Dubbeldamseweg. Het dijkkarakter van de Blekersdijk is niet meer herkenbaar. De Blekersdijk heeft een zeer brede middenberm ter plaatse van het vroegere water. Cornelis de Wittstraat De Cornelis de Wittstraat ligt in het verlengde van het Kromhout. De route liep oorspronkelijk van de Noordendijk tot de Sluisweg en heette Eerste Singel. Dit is evenals de Singel één van de oude dwarsverbindingen door de stad. Aan de waterzijde van de Cornelis de Wittstraat vestigde zich van oudsher veel bedrijvigheid, vooral houtbedrijven, die gebruik maakten van de aanwezigheid van het water. Door het verdwijnen van deze bedrijvigheid en de ad hoc invulling van de leeg gekomen plekken heeft de Cornelis de Wittstraat veel van zijn oorspronkelijke karakter verloren. Door de grootschalige kantoorbebouwing aan de Spuiboulevard is de Cornelis de Wittstraat tussen de Johan de Wittstraat en de Spuiweg als route niet meer herkenbaar. Geldeloze Pad/Generaal van der Heijdenstraat/Papeterspad/Zomerhof/Latourpad/Jan Schoutenstraat Op een aanlal locaties in het plangebied is nog de eenvoudige arbeiderswoningbouw aanwezig. De bebouwing bestaat doorgaans uit aaneengesloten bakstenen woningen in één laag onder een kap. De architectuur is voornamelijk beïnvloed door de neo-renaissance. Opvallend zijn de Zomerhof, door zijn bijzondere vorm en Geldeloze Pad 2 tot en met 18 door de architectonische detaillering. Spuihaven De Spuihaven was oorspronkelijk de stadsgracht en loopt van de Zuidersluis tot de Noordersluis. Het westelijk deel, tussen de Zuidersluis en de Vriesebrug, ligt in het bestemmingsplangebied. Een deel is in het kader van het Saneringsplan gedempt. In het kader van de uitvoering van het masterplan Spuiboulevard zal het oorspronkelijke karakter van de Spuihaven als stadsgracht ter plaatse van het gedempte deel worden
- 11 -
hersteld.
3.4 Archeologische aspecten Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een Standaard Archeologische Inventarisatie (S.A.I.) uitgevoerd. De inventarisatie is integraal als bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen. Uit de inventarisatie blijkt dat kaartgegevens van voor 1421 (St.Elisabethsvloed) ontbreken. Voorts is alleen informatie beschikbaar over de randen van het plangebied. In het noorden de Spuihaven als oorspronkelijke grens van de stad, in het westen de Sluisweg en Hoge Bakstraat als zuidelijk uitvalsweg en dijk/waterkering, in het oosten de Blekersdijk waar vroeger een water liep {de oorspronkelijke Thure). In het zuiden ten slotte is sprake van een 2" vestinggracht, die volgens de beschikbare kaarten ter hoogte van het huidige spooremplacement gelegen moet hebben. Dit laatste is een vrijwel onbekend deel van de Dordtse historie. Uit archeologisch-historisch oogpunt gaat de belangstelling vooral uit naar: 1. Blekersdijk archeologisch (voor-)onderzoek bij elke activiteit ter plaatse aanbevolen 2. Sluisweg/H.Bakstraat tracé straten als oudste dijk/straat ongewijzigd laten 3. B.de Raadtsingelhier moeten restanten van een vrijwel onbekende laat Havenstraat 16e eeuwse stadsgracht liggen; voorafgaand aan activiteiten in dit gebied is archeologisch onderzoek aanbevolen 4- Binnengebied is archeologisch onbekend; om de kennis van dit gebied te vermeerderen is bij nieuwbouw archeologische waarneming gerechtvaardigd.
- 12 -
4. Beleidsuitgangspunten 4.1
Rijks-, provinciaal, regionaal beleid
Zowel op rijks-, provinciaal-, als regionaal niveau staat herstel, behoud en verbetering van het woon- en leefklimaat centraal. Naast het instandhouden van een gezond economisch voorzieningenniveau is de woonfunctie van zeer groot belang voor de binnenstad. Cultuurhistorische en architectonische waarden dienen door adequate functietoekenning veilig te worden gesteld. In het Streekplan Zuid-Holland Zuid (december 1990} worden de volgende kernpunten voor het te voeren beleid aangegeven: * De Drechtsteden voorzien tenminste in de woningbehoefte van de eigen bevolking. * Kantoorontwikkeling dient te worden gericht op locaties in de Spoorstrook Dordrecht-Zwijndrecht, met de nadruk op het gebied rond station Dordrecht en Tunnelmond. * In de Drechtsteden dient ten minste 115.000 m 2 kantoorvloeroppervlakte (bruto) tot 2005 in bestemmingsplannen te worden opgenomen. * Bedrijven en voorzieningen met een hoog potentieel openbaar vervoergebruik (werknemers en bezoekers} dienen zich te vestigen op plaatsen die goed zijn of kunnen worden ontsloten met hoogwaardig openbaar vervoer. Mobiliteit De als maar groeiende automobiliteit heeft de afgelopen decennia in toenemende mate geleid tot bereikbaarheidsproblemen, met name in de Randstad. Dit is aanleiding geweest voor het voeren van een beleid gericht op mobiliteitsbeheersing. In dit kader wordt gestreefd de groei van het autogebruik te beperken en het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. Volgens dit locatie-beleid zijn kantoren van enige omvang en andere voorzieningen met een hoog potentieel openbaar-vervoer-gebruik uitsluitend toegelaten op locaties die goed tot zeer goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Onderscheid wordt gemaakt in: A-locaties: gelegen nabij NS-stations waar intercitytreinen (t.z.t. IR-treinen) stoppen met minimaal 5 aansluitende bus/tram/metrolijnen B-locaties: gelegen bij NS-stations met minimaal 2 aansluitende bus/tram/metrolijnen, alsmede op redelijke afstand van een afslag van een autosnelweg. De omgeving van het station NS-centraal heeft de A-status. Binnen de Drechtsteden is dit de enige A-locatie.
4.2
Gemeentelijk beleid
De belangrijkste relevante gemeentelijke beleidslijnen voor Schil-west zijn te vinden in de hierna aangehaalde beleidsdocumenten. Structuurvisie Spoorstrook (Raad: 1987) In 1987 is voor de Spoorstrook een toekomstvisie gemaakt. Blijkens de functiekaart bij deze visie zal langs de routes Spuiboulevard, J. de Wittstraat/Stationsweg en Burgemeester de Raadtsingel alsmede in het gebied Beverwijcksplein de nadruk liggen op de kantoorfunctie, zij het dat enige functiemenging (bv. met wonen) niet wordt uitgesloten. Het wonen zal prevaleren in de gebieden aan weerszijden van de Singel tussen Hoge Bakstraat-Sluisweg en Spuiweg en ten oosten van de J. de Wittstraat-Stationsweg.
- 13 -
Structuurvisie Spoorstrook
Nota Dordrecht Vernieuwt (Raad: 1991) In deze nota wordt een beleidsvisie voor de komende jaren aangegeven. Als uitgangspunten zijn gesteld; Dordrecht Vernieuwt niet om de trend te volgen. Groei op zich dient geen enkel doel. Het gaat om de kwaliteit van de stad nu en in 2000. En dus niet primair om aantallen inwoners of woningen. Dit is het eerste uitgangspunt. Het tweede is dat aangesloten wordt bij identiteit en kwaliteiten van Dordrecht. Dordrecht Vernieuwt met oog voor continuïteit en zorg voor het bestaande. Ten derde gaat het om de vraag voor wie wordt vernieuwd. Die vraag kan slechts beantwoord worden met alle Dordtenaren, ook die van morgen. De nota stelt verder: Dordrecht moet wel degelijk groeien. Niet als eerste in kwantiteit (meer inwoners), maar vooral in kwaliteit (meer stad). Dat betekent: meer stedelijke functies, een bredere economische ondergrond, een breder bevolkingsdraagvlak, meer woon- en bedrijfsmilieus van morgen, betere ontsluitingen, een gezonder leefmilieu. Het kantorenbeleid in Dordrecht (Raad: 19921 In deze nota wordt aangegeven, dat de vraagberekening van de provincie voor de kantoorontwikkeling van 15.000 m 2 per jaar als minimumprogramma beschouwd moet worden. Voor de periode 1991-1995 worden de locaties Beverwijcksplein en Cornelis de Wittstraat/Johan de Wittstraat tot het potentiële aanbod gerekend. Voor de periode daarna worden naast Amstelwijck en Handelskade meerdere locaties in Schil-west genoemd, zoals het Van der Weesterrein (gebied Achterhakkers) en de parkeerterreinen bij het NS-station. Gezien de huidige kantorensituatie kan de nota gedeeltelijk als achterhaald beschouwd worden. Een actualisering hiervan heeft plaatsgevonden met de vaststelling van de hierna genoemde Uitgangspuntennota Schil-west 1996. Dordtse Structuurvisie (Raad: 1992) Aan de visie kan het volgende worden ontleend: * De Dordtse woningbehoefte tot 2005 {volgens streekplan en bouwscenario) komt overeen met de totale bouwcapaciteit die in de Stuctuurvisie wordt voorzien. Dit betekent dat naast nieuwe grote bouwlocaties ook de stadsrand- en verdichtingslo-
14 -
* *
caties moeten worden benut. Schil-west wordt genoemd als verdichtingslocaties. De binnenstad wordt aangeduid als een belangrijk concentratiepunt van werkgelegenheid, met name in de verzorgende sectoren voor de stad en regio. Niet te ontkomen valt aan een radicale omvorming van het huidige systeem van bewegingen van autoverkeer naar andere vervoerswijzen, zowel gemeenschappelijk (openbaar vervoer) als individueel (fiets). Het parkeerbeleid is een belangrijk instrument om de automobiliteit te beheersen (o.a. parkeergarages/-tarieven).
Nota horecabeleid in binnenstad en schil (B&W: Januari 1993) De nota neemt als uitgangspunt dat in woongebieden de vestiging of uitbreiding van horecabedrijven moet worden tegengegaan. Langs de hoofdwegen, zoals Achterhakkers, Spuiboulevard, Johan de Wittstraat en Stationsweg, waar veelal sprake is van kantoren en andere bijzondere functies is horeca denkbaar en dan bij voorkeur op zgn. knooppunten. De nota noemt in dit verband de omgeving van het NS-station, de kop Spuiboulevard en de omgeving Spuiplein/kop Spuiweg. Nota Detailhandel (Raad: 1996) De Spuiweg wordt beschouwd als een uitloper/toegangsroute van/naar de historische binnenstad. In de toekomst zal de verkeersfunctie met name gericht zijn op het openbaar vervoer en langzaam verkeer. Het gedifferentieerd winkelaanbod haalt de omzet mede uit die aantoopfunctie, maar heeft tevens draagvlak in de buurt. Uitgangspunt is handhaving van de huidige situatie waarbij vernieuwing, modernisering en herbezetting van vrijkomende winkelruimten mogelijk blijft. Elders in de 1 9e eeuwse schil dienen solitaire nieuwe winkelvestigingen te worden tegengaan. Voorzover nog winkelfuncties aan de Spuiboulevard voorkomen heeft het de voorkeur deze te vervangen door andere commerciële dienstverlening of maatschappelijke functies. Beleidsvisie Verkeer en Vervoer (Ra_a.d: mei 1997) Het verkeers- en vervoersbeleid is gebaseerd op twee peilers: handhaving bereikbaarheid en leefbaarheid. Belangrijke verkeers- en vervoersfuncties in het plangebied hebben: * hoofdnet fietsverkeer . route Laan der Verenigde Naties-Wilgenbos-Achterhakkers-Spuiboulevard . route Krïspijntunnel-Spuiweg . route Dubbeldamseweg Zuid en - Noord-Blekersdijk-Vrieseplein,-brug,-straat . route Transvaalstraat-Burgemeester de Raadtsingel-station NS. * hoofdnet openbaar vervoer . NS-station: OV-knooppunt voor reizigers trein, streek- en stadsvervoer . westelijke toevoerroute: Laan der Verenigde Naties-Korte Parallelweg-Havenstraat-Burgemeester de Raadtsingel-NS-station . zuidelijke toevoerroute: Krispijntunnel-Spuiweg-Albert Cuypsingel-StationswegNS-station . oostelijke toevoerroutes: Toulonselaan/Oranjepark en Transvaalstraat-Burgemeester de Raadtsingel-NS-station. * hoofdnet auto . de ontsluitingsroute voor het Stadscentrum/Schil-west wordt gevormd door de wegen Wilgenbos-Achterhakkers-Spuiboulevard-Johan de Wittstraat-StationswegBurgemeester de Raadtsingel-Havenstraat-Korte Parallelweg , aan de westzijde wordt aangesloten op de doorstroomroute: Laan der Verenigde Naties (A16 en N3) . aan de oostzijde op de ontsluitingsroute Toulonselaan/Oranjepark-OranjelaanMerwedestraat.
- 15 -
Dordt snreekt (Raad: maart 1 997) In 1996 zijn met alle geledingen in de stad gesprekken gevoerd over de wijze waarop tot 2005 in de woningbehoefte zal worden voorzien. Na een uitgebreide voorbereiding heeft de raad de volgende conclusies getrokken: de woningbehoefte in de periode 1995-2005 bedraagt 7.800 woningen naast uitvoering van de pijplijn-plannen kan een belangrijk deel van de woningbehoefte worden gerealiseerd op binnenstedelijke locaties; voor de restant-behoefte (ruim 1300 woningen) dient een kleine uitleglocatie ontwikkeld te worden. In het kader van Dordt Spreekt zijn de potentiële kleinschalige woningbouwlocaties geïnventariseerd. In het plangebied zijn dat Albert Cuypsingel (garagebedrijf), Papeterspad, Beverwijcksplein (aansluitend aan Stadswiel i,p.v. reservering kantoren). Naast de geïnventariseerde locaties wordt er op basis van ervaringsgegevens van uitgegaan dat zo'n 500 woningen zullen worden gerealiseerd op nog niet bekende locaties, Dordrecht Kleurrijk Groen (iuni 1995) Deze nota geeft een visie op het groen in Dordrecht. Voor de 19e eeuwse schil en historische binnenstad wordt als gewenst beeld gezien een versterking van de doorgaande bomenstructuur langs wegen en tegenover het station. Verder wordt behoud en versterking van het groen van binnentuinen en hofjes wenselijk geacht, alsmede traditionele en kleurrijke elementen bij de stadsentrees. Soeelnota (september 19951 In de speelnota wordt het niveau van de speelvoorzieningen doorgelicht. In de historische binnenstad en 1 9e eeuwse schil blijkt volgens deze nota enige versterking van deze functie nodig.
4.3
Beleïdsuitwerkingen
Uitaanaspuntennota Schil-west (B&W: 19971 Deze nota heeft tot doel na te gaan of de uit 1987 daterende uitgangspunten van Stuctuurvisie Spoorstrook hun actualiteitswaarde hebben behouden. Belangrijke conclusies van de nota zijn: * Kantoren Schil-west blijft gezien A-status belangrijke kantorenlocatte; verwachte behoefte 2.000 a 3.000 m 2 per jaar; bij voorkeur binnen cirkel 500 m van NS-station. * Detailhanöel-horeca-dienstverlening de Spuiweg behoudt haar huidige functie; de locaties Leen Bakker en Kwantum (volumineuze detailhandel} aan de Burgemeester de Raadtsingel scoren hoog als kantoorlocatie; versterking van de functiemenging met horeca en dienstverlening langs de route Stationsweg-Johan de Wittstraat kan bijdragen aan verlevendiging van deze aanlooproute naar het stadscentrum. * Wonen verdichting van de woonfunctie in de luwte van de hoofdwegen is mogelijk. * Verkeer en vervoer in het kader van de herontwikkeling van de stationsomgeving zullen de verschillende ruimteclaims afgewogen worden; de Spuiboulevard, Johan de Wittstraat-Stationsweg moeten aantrekkelijker ingericht worden; de positie van het openbaar vervoer en het langzaam verkeer verdient hierbij extra aandacht.
Masterolan Souiboulevard (Raad: 1995) In november 1995 heeft de raad het masterplan Spuiboulevard vastgesteld. Dit plan voorziet in een herinrichting van de Spuiboulevard. - 16-
De belangrijkste doelstellingen voor de herinrichting van de Spuiboulevard zijn: het terugbrengen van het water van de Spuihaven als fysieke en herkenbare scheiding tussen historische binnenstad en 19" eeuwse schil de Spuiboulevard moet een toeristisch-recreatief aantrekkelijk element ter versterking van het imago van de waterstad Dordrecht worden de bruggen over de Spuihaven worden de heldere entrees naar de binnenstad.
Spuiboulevard na herinrichting
- 17 -
5. Programmatische uitgangspunten voor het bestemmingsplan 5.1 Uitgangspunten in hoofdlijnen In de Uitgangspuntennota Schil-west 1997 (zie 4.3) is aangegeven dat de ruimtelijke en functionele hoofdstructuur van het gebied Schil-west, zoals is aangegeven in de Spoorstrookvisie uit 1987, als uitgangspunt kan blijven dienen voor ontwikkelingen. Overeenkomstig de uitgangspuntennota worden met dit plan de volgende doelen nagestreefd: - voldoende mogelijkheden voor nieuwe kantoorontwikkelingen - versterking woonfunctie - functiemenging met wonen - aanwezigheid van ondersteunende diensten en voorzieningen - een aantrekkelijke verblijfs- en werkomgeving - een optimaal functionerend openbaar vervoer - een goede bereikbaarheid per fiets - een stringent parkeerbeleid, gecombineerd met een goede bereikbaarheid. Voor nieuwbouwlocaties worden in dit plan stedebouwkundige randvoorwaarden geformuleerd. De aansluiting op de historische structuur en het 19e eeuwse karakter krijgt daarbij nadrukkelijk aandacht. Dit laat mogelijkheden om op een eigentijdse wijze te bouwen onverlet. Voorkomen moet wel worden dat door afwijkingen in bijvoorbeeld vorm of materiaalgebruik al te grote en onaangename contrasten ontstaan. Dit geldt specifiek voor de gebieden waar de negentiende eeuwse structuur en architectuur nog grotendeels in tact zijn. Tenslotte wordt er aan herinnerd dat de voorgenomen herinrichting van de omgeving van het NS-station buiten het bestek van dit plan blijft. Op voorhand is het niet uitgesloten dat de invloed van deze herinrichting zich zal uitstrekken tot delen van het plangebied van het bestemmingsplan Schil-west. In dat geval zullen die onderdelen worden meegenomen in een later op te stellen bestemmingsplan voor de stationsomgeving. Verkeersstructuur en .
De hoofdwegenstructuur, gevormd door de routes Achterhakkers-Spuiboulevard en Korte Parallelweg-Havenstraat-Burgemeester de Raadtsingel-Stationsweg-Johan de Wittstraat behoudt de functie van ontsluitingsroute voor de binnenstad, alsmede voor de kantoorlocaties en parkeergarages in Schil-west. De ontsluitingsfunctie van de route Krispijntunnel-Spuiweg is hieraan ondergeschikt en voornamelijk bestemd voor het openbaar vervoer en de fietsende bezoeker aan de binnenstad. Een belangrijke ontwikkeling betreft de herinrichting van de Spuiboulevard tussen de Sluisweg en de Johan de Wittstraat. Hiermee wordt in 1998 gestart. De uitwerking van het Masterplan Spuiboulevard bestaat in essentie uit de volgende hoofdelementen: * scheiding van de in hoofdzaak kleinschalige historische binnenstad en de grootschalige bebouwing aan de noordrand van de 19e eeuwse schil; in dit kader wordt de dominantie van het water, onder andere door het weer open graven van het destijds gedempte deel van de Spuihaven (tussen Achterom en J. de Wittstraat), versterkt * 4 brugachtige constructies ter plaatse van de Prinsenstraat, Spuidam, Achterom en J. de Wittstraat, die de overgang van heden naar verleden symboliseren * een 5 m. -brede groene corridor in de as van de Spuiboulevard die het lineaire karakter van de Spuiboulevard extra benadrukt * profielversmalling op de Spuiboulevard.
- 18 -
De parkeergarages Spuihaven en Veemarkt behouden hun functie voor het opvangen van de parkeerbehoefte van vnl. het centrum en de kantoren, Na de aanleg van het busstation aan de Burgemeester de Raadtsingel (oostelijk van het NS-station) heeft de voormalige bufferplaats voor lijnbussen een andere functie gekregen. Tijdens marktdagen kunnen hier voertuigen van marktkooplieden worden gestald. Verder dient deze plek als dagstalling voor touringcars. Voor nieuwe kantoorvestigingen en qua mobiliteitsprofiel vergelijkbare functies wordt aangesloten bij het locatiebeleid. Volgens dit beleid, gericht op beperking van de groei van de automobiliteit en het stimuleren van het openbaar vervoer, is de omgeving van het NS-station aan te merken als A-locatie. Dit betekent dat het gebied voldoet aan het locatieprofiel voor vestiging van zelfstandige kantoorfuncties. Om het openbaar-vervoer-gebruik kracht bij te zetten geldt voor A-locaties een strenge parkeernormering van 1 pp. per 250 m 2 kantoorvloeroppervlak ofwel 1 pp. per 10 werknemers. In het kader van de plannen voor de herinrichting van het Statenplein/Sarisgang wordt de mogelijkheid van een nieuwe parkeervoorziening (ca. 375 plaatsen) aan het Achterom onderzocht. Realisering hiervan zou een kwalitatieve verbetering van de bereikbaarheid kunnen inhouden, als onderdeel van een ingrijpende opwaardering van het Dordtse kernwinkelgebied. De straten binnen het door de hoofdontsluitingsroute omsloten gebied hebben in belangrijke mate een wijkfunctie. In de woonstraten wordt niet-bestemmingsverkeer geweerd, waardoor deze een verkeersluw karakter krijgen. Door middel van het vergunningparkeren worden deze gebieden gevrijwaard van ongewenste parkeerdruk van centrumbezoek of woon-werkverkeer. Ruimteliik-functionele hoofdstructuur
De stedenbouwkundige structuur van Schil-west is een combinatie van de oorspronkelijke kleinschalige structuur van eind 1 9e/begin 20e eeuw en de drastische ingrepen daarin als gevolg van de sanerings- en reconstructieplannen uit de jaren 60, waarmee werd beoogd de binnenstad beter te ontsluiten voor het toenemende verkeer. Behalve het creëren van verkeersaders zoats de Spuiboulevard en Johan de WittstraatStationsweg heeft deze aanpak tevens geleid tot de ontwikkeling van grootschalige bebouwing direct langs de hoofdroutes en in het gebied Beverwijcksplein. Een groot deel van deze bebouwing is bestemd voor kantoren, waarmee het gebied als werkgelegenheidslocatie sterk in belang is gegroeid. Voor de komende periode dient gestreefd te worden naar een verdere evenwichtige ontwikkeling van het gebied, waarbij wordt voortgeborduurd op de aanwezige stedenbouwkundige structuur. Zo zat de ingezette ontwikkeling met grootschalige bebouwing voor met name kantoren langs de hoofdwegenstructuur worden afgerond. Mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen doen zich nog voor in het gebied Achterhakkers (buiten plangebied), op de locaties Sluisweg-Spuiboulevard en Spuiweg-Spuiboulevard en op het Beverwijcksplein. Daarnaast gaat de voorkeur, als het gaat om locaties voor de kantoren, vooral uit naar een versterkte concentratie in de omgeving van het station. Primair wordt daarbij gedacht aan locaties binnen een straal van ca. 500 m. van het station. Locaties aan de noordzijde van de Burgemeester de Raadtsingel lijken hiervoor bij uitstek geschikt. Te denken valt bijvoorbeeld aan de huidige vestigingen van Leen Bakker, de Schippersschool en Kwantum (gebouw De Holland). Omdat mogelijk ook andere locaties beschikbaar komen dient de mogelijkheid voor kantoorontwikkeling voor
- 19 -
het gehele gebied langs de Burgemeester de Raadtsingel te gelden. Of op de terreinen aan weerszijden van het station in de toekomst kantoren mogelijk zijn, moet blijken uit de op te stellen toekomstvisie voor de directe stationsomgeving. Naast versterking van de kantoorfunctie vormt het in stand houden en versterken van de woonfunctie van Schil-west een belangrijk uitgangspunt. Recent gereed gekomen woningen in het gebied Achterhakkers en op het Beverwijcksplein zijn het resultaat van verdichtingsprojecten in Schil-west. De resterende mogelijkheden voor woningbouw zijn veelal kleinschalig, zoals de locaties aan de Albert Cuypsingel (garagebedrijf), Papeterspad-Zomerhof, Koningin Wilhelminastraat/Adriaan van Blijenburgstraat (voorheen uitvaartcentrum). Verder zijn de locaties Sluisweg-Spuïboulevard en Spuiweg-Spuiboulevard ook geschikt voor wonen of een combinatie van bv. kantoren en wonen. De laatste nieuwbouwlocatie in het gebied Beverwijcksplein op de kop van de nieuwbouw van het zorgcentrum is thans uitsluitend bestemd voor kantoren (ca. 11.000 m 2 ). Hoewel het bestemmingsplan Beverwijcksplein niet uitgaat van een mogelijke woonontwikkeling is deze locatie hiervoor wel geschikt. Vooralsnog blijft de voorkeur voor een kantoorontwikkeling bestaan, maar bij een langdurig uitblijven van kantoorgegadigden dient de mogelijkheid te bestaan hier een woonfunctie te realiseren. Dordt Verdicht (maart 1997) geeft deze plek overigens ook aan als mogelijke woonlocatie.
5.2 Uitgangspunten per gebiedsdeel Het gebied Schil-west heeft meerdere "gezichten". Hierna wordt per gebiedsonderdeel beschreven welke ontwikkelingen in de planperiode mogelijk en wenselijk zijn. Kon.Wilhelrnjnastraat-A. van Bliienburgstraat-C. van Beverenstraat-Blekersdiik Kenmerkend in dit gebied is dat de oorspronkelijke ruimtelijke structuur voor een belangrijk deel is behouden. Alleen aan de Cornelis de Wittstraat is met de bouw van een drietal wooncomplexen, voornamelijk bedoeld voor huisvesting van ouderen, qua bouwmassa een schaalvergroting gerealiseerd. In de Koningin Wilhelminastraat, Adriaan van Blijenburgstraat en Cornelis van Beverenstraat wordt bijna uitsluitend gewoond. Afwijkend gebruik komt hier sporadisch voor. Bij vertrek van niet-woonfuncties moet worden gestreefd naar herstel van het wonen, een en ander zoveel mogelijk op een in de ruimtelijke structuur en het bebouwingsbeeld passende wijze. Langs de Blekersdijk en de Nicolaas Maessingel is sprake van enige functiemenging. Langs de Blekersdijk bevinden zich behalve de Wilhelminakerk enkele winkel- en kantoorfuncties vnl. op de benedenverdieping. Aan de Singel worden enkele panden geheel of gedeeltelijk gebruikt voor een niet-woonfunctie. Voor de planperiode wordt uitgegaan van handhaving van de huidige functie- en bebouwingskarakteristiek. Dat wil zeggen behoud van de woonfunctie waarbij langs de Blekersdijk en Singel, uitsluitend op de begane grond, menging met niet-woonfuncties mogelijk zal zijn in maximaal 50% van de panden. Nicolaas Maessingel-Dubbetdamseweq-Burg. de Raadtsinqel-Stationsweo In de zuidelijke gevelwand van de Singel, almede aan de Dubbeldamseweg en het oostelijk deel van de Burgemeester de Raadtsingel is de oorspronkelijke overwegend kleinschalige bebouwingsstructuur behouden gebleven. De 3 meer grootschalige bouw-
- 20-
massa's nabij de Stationsweg (kantoren Burgraadt, Tomadohuis en ABN-AMRO) zijn van latere datum. Langs de Singel worden geen ingrijpende nieuwe ontwikkelingen verwacht. Hier kan worden aangesloten bij de benadering voor de tegenoverliggende straatwand, d.w.2. behoud van de huidige situatie met de mogelijkheid van functiemenging in ca. 50% van de panden (alleen begane grond). Langs de Dubbeldamseweg is de functiemenging (wonen, bedrijven ,kerken) nu al zo divers dat van een overwegende woonfunctie geen sprake is. Er is geen aanleiding voor een wijziging van dit veelzijde gebruikskarakter. Langs het oostelijk deel van de Burgemeester de Raadtsingel, tussen de RK-kerk en de Dubbeldamseweg, wordt nog relatief veel gewoond, hoewel ook hier een aantal panden geheel of gedeeltetijk voor andere doeleinden (kantoor, detailhandel en maatschappelijke functies) wordt gebruikt. De RK-kerk vormt de overgang naar de 3 grootschalige kantoorgebouwen nabij de hoek met de Stationsweg. In de Spoorstrookvisie uit 1987 is aangegeven dat de gebieden grenzend aan de Stationsweg en de Burgemeester de Raadtsingel als toplocatie voor kantoren moeten worden aangemerkt. Versterking van de kantoorfunctie past ook in het locatiebeleid, in het kader waarvan de omgeving van het station de A-status heeft. De recent vastgestelde uitgangspunten voor dit bestemmingsplan bevestigen een en ander. De doorwerking van dit uitgangspunt in dit plan brengt met zich mee dat de versterking van de kantoorfunctie, hetzij door functiewijziging van de bestaande bebouwing (t.b.v. kantoren), hetzij door (vervangende) nieuwbouw, mogelijk moet worden gemaakt. Overigens moet voor de wijze waarop dit kan plaatsvinden aansluiting worden gezocht bij de schaal en karakteristiek van de huidige bebouwing van de Burgemeester de Raadtsingel. Voor nieuwe ontwikkelingen oostelijk van de RK-kerk tot aan de Dubbeldamseweg wordt uitgegaan van een kleinere bebouwingschaal. Verder moet door
Tomadohuis - grootschalig kantoorgebouw bij station
-21 -
middel van differentiatie in bouwhoogten rekening worden gehouden met de aangrenzende bebouwing langs de Singel en ter plaatse van de Jan Schoutenstraat en Latourpad. De kleinschalige woonbebouwing aan de Jan Schoutenstraat/Latourpad blijft gehandhaafd. Dit geldt in principe ook voor de overige functies op dit binnenterrein (gymnastieklokaal en ateliers in voormalige school), met dien verstande dat het plan wel mogelijkheden biedt om deze locaties bij nieuwe {kantoorontwikkelingen) langs de Burgemeester de Raadtsingel te betrekken. Of deze potenties benut worden hangt vooral af van de vraag naar nieuwe kantoorlocaties in de binnenstad. In verband hiermee zal de aanwezige woonbebouwing niet worden "wegbestemd". Uitbreiding van de woonfunctie is vanwege de akoestische omstandigheden (verkeers- en spoorlawaai) echter niet mogelijk. Souiboulevard-Johan de Wittstraat-Albert Cuvosinael-Souiwea Dit gebied komt vrijwel overeen met de begrenzing van het bestemmingsplan Beverwijcksplein uit 1 994. Na de realisering van een aantal projecten in de afgelopen jaren resteert alleen nog de invulling van de locatie op de kop van het woonzorgcomplex "Stadswiel", die volgens het geldende bestemmingsplan alleen voor kantoren is bestemd. In dit nieuwe plan zal op deze locatie ook een woonontwikkeling mogelijk worden gemaakt. Ten opzichte van het plan uit 1994 worden geen nieuwe ontwikkelingen voorzien die tot fundamentele aanpassing nopen. De bestemmings- en bebouwingsregeling van het geldende plan kunnen vrijwel ongewijzigd blijven.
,,,lj ...,,,,,,,„„ !- •..,.,* * !•'"«" i ' « Buurtpark Beverwijcksplein met fontein (monument)
Het gebied hoek Spuiweg-Spuiboulevard is destijds niet in het bestemmingsplan Beverwijcksplein opgenomen. Binnen de planperiode wordt een herontwikkeling van deze locatie echter niet uitgesloten. Belangrijk stedenbouwkundig uitgangspunt is het behouden van de typisch 19e
- 22 -
eeuwse bebouwingsstructuur van de Spuiweg, die tot uitdrukking komt in aspecten als rooilijnenverloop, de hoogte en de bebouwingsschaal en die gecombineerd wordt met publiekgerichte functies op de begane grond. In geval van vervanging van de bestaande bebouwing dienen deze aspecten terug te komen in de nieuwbouw, waarmee de bestaande karakteristiek van de Spuiweg wordt bewaard en de 19e eeuwse sfeer tot aan de Spuiboulevard herkenbaar blijft. Aan de zijde van de Spuiboulevard zelf is het aanhouden van een nieuwe rooilijn, evenwijdig aan deze straat wenselijk en behoren in aansluiting op de grote bouwmassa's langs deze hoofdroute een grotere bouwhoogte cq. een /hoogte-accent tot de mogelijkheden. Er dient gestreefd te worden naar een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, die thans wordt bepaald door het Belastinggebouw en de achterliggende parkeergarage. Tenslotte dient de overgang van de 2 verschillende karakteristieken van Spuiweg en Spuiboulevard zorgvuldig vormgegeven te worden. Functioneel zijn kantoren en/of woningen mogelijk. De uitbreiding van het Arbeidsbureau, gerealiseerd met toepassing van artikel 19 WRO, wordt in het plan opgenomen.
Albert Cuvosinael-Stationswea-Buroemeester de Raadtsinael-Spuiwea De bebouwingsstructuur van dit deel van Schil-west heeft de afgelopen decennia nauwelijks wijziging ondergaan. Invullingen van recentere datum zijn het pand Ponsensteijn op de hoek Burgemeester de Raadtsingel-Stationsweg (voorheen hotel Ponsen} en het kantoorpand Burgemeester de Raadtsingel 93 (Accountantskantoor). De zuidelijke gevelwand van de Albert Cuypsingel heeft voornamelijk een woonfunctie. Incidenteel worden panden voor niet-woonfuncties gebruikt. Met de voorgenomen verplaatsing van de Peugeot-garage en de geplande vervangende nieuwbouw van woningen wordt de woonfunctie verder versterkt. Ingrijpende wijzigingen worden hier verder niet voorzien. Dit geldt ook voor de oostelijke straatwand van de Spuiweg.
Albert Cuypsingel
- 23 -
Voor het gebied langs de Burgemeester de Raadtsingel (tussen Spuiweg en Stationsweg) geldt dezelfde benadering als voor het deel oostelijk van de Stationsweg. In de komende periode moet ook hier rekening worden gehouden met versterking van de kantoorfunctie, hetzij in de bestaande bebouwing hetzij door middel van vervangende nieuwbouw. De in dit gebied aanwezige binnenterreinen moeten bij deze ontwikkeling betrokken kunnen worden. Spuiboulevard - Snuiwea - Burgemeester de Raadtsinael - Aert de Gelderstraat - Paoetersnad - Hellingen
Voor de westzijde van de Spuiweg kan worden aangesloten op de huidige regeling voor de Spuiweg-oostzijde (conform bestemmingsplan Beverwijcksplein). Deze houdt in handhaving c.q. versterking van de winkelfunctie op de begane grond en het wonen op de verdieping. In dit straatgedeelte zijn enkele panden in gebruik bij Stichting de Hoop, een psychiatrisch ziekenhuis, belast met verslavingszorg. Dit gebruik kan worden voortgezet. De oostelijke gevelwand van het Papeterspad wordt gevormd door een aantal woonpanden, waarvan er enkele in slechte staat verkeren en een meer grootschalig gebouw met kantoorfuncties. In geval van vervanging van panden bestaat voorkeur voor het terugbrengen van de woonfunctie. Gebruik van de begane grond voor niet-woonfuncties zoals kleinschalige kantoren, milieuvriendelijke bedrijven en dienstverlening kan worden toegelaten. Langs de Burgemeester de Raadtsingel staat het gebouwencomplex De Holland, bestaande uit de architectonisch waardevolle bebouwing van de hier vroeger gevestigde verzekeringsmaatschappij, het later langs de Kilwijkstraat verrezen kantoorblok en de uit de jaren 80 daterende uitbreidingen van de oorspronkelijke bebouwing met een eigentijdse contrasterende architectuur. De locatie ligt binnen 500 m. van het NS-station en is daarmee een toplocatie voor kantoren. In gevat van functiewijziging dient gestreefd te worden naar versterking van de kantoorfunctie. Het voortbestaan van de huidige situatie (d.w.z. volumineuze detailhandel) is echter mogelijk. Detailhandel in de food-sector of kleinschalige detailhandel die in het stadscentrum of in wijkcentra thuishoren blijven uitgesloten. Spuiboulevard - Hellingen/Paoeterspad - Aert de Gelderstraat - Hoae Bakst raat - Sluiswea
De Spuiboulevard is en blijft een locatie voor kantoren. Een locatie voor een nieuwe ontwikkeling is de hoek Sluisweg-Spuiboulevard. De locatie is in de ontwikkeling van de Spuiboulevard achtergebleven waardoor, mede onder invloed van het inmiddels niet meer in gebruik zijnde tijdelijk schoolgebouw achter de woningen aan de Sluisweg, een stedenbouwkundig onvoltooide situatie is ontstaan. Denkbare functies op deze locatie zijn kantoren en ook wonen, of een combinatie van beide. De belangrijkste voorwaarden zijn een zorgvuldige ruimtelijke inpassing in de omgeving, in het bijzonder ten opzichte van de kleinschaligheid van de woonbebouwing langs de Sluisweg en de grootschaliger bebouwing langs de Spuiboulevard, alsmede de handhaving van het groen-/speelterrein aan de zijde van het Geldelozepad. Daarnaast moet worden gereageerd op ruimtelijke gegevenheden in de direct omgeving. Het gaat hierbij om rooilijnenverloop, zichtlijnen en verschillen in bouwhoogten. Aan de zijde van de Spuiboulevard, ter hoogte van het schoolgebouwtje, is in aansluiting op de bebouwingskarakteristiek langs deze hoofdontsluitingsroute een grotere bouwhoogte als stedenbouwkundig accent mogelijk/gewenst.
- 24 -
Aan de westzijde van de Hellingen en het Papeterspad en aan de Van Strijsingel tot aan de Generaal van der Heijdenstraat bevinden zich kantoren en maatschappelijke functies, waaronder een medische praktijkruimte en scholen. Vooralsnog wordt in de planperiode geen ingrijpende wijziging verwacht, In de rest van dit gebied over heerst de woonfunctie, zij het in een gevarieerde samenstelling met oudere en over het algemeen kleine woningen (bijv. Generaal van der Heijdenstraat, Hoge Bakstraat), meer recentere woningen (bijv. Geldelozepad, Sluisweg), grote herenhuizen (bijv. Van Strijsingel en Rozenhof) en gestapelde woningen (bijv. Geldelozepad, Bellevue-complex en Huize Rozenhof). Omdat geen nieuwe ingrijpende ontwikkelingen worden voorzien kan het bestemmingsplan uitgaan van de woonfunctie. De stedenbouwkundige structuur blijft eveneens behouden. Het plan dient waarborgen te geven voor de bescherming van bijzondere stedenbouwkundige elementen. Met name de bijzondere ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur ter plaatse van de Rozenhof verdient in dit opzicht extra aandacht.
Generaal van der Heijdenstraat
- 25 -
6. Beschrijving van het bestemmingsplan 6.1
Keuze planmethodiek
De nota van toelichting op het Bestuit op de Ruimtelijke Ordening (BRO 1985) onderscheidt de volgende bestemmingsplannen: - gedetailleerde plannen { artikel 10 WRO) - globale eindplannen (artikel 10 WRO} - globale, nader uit te werken plannen (artikel 11 WRO) Wanneer we het onderhavige plangebied en het eerder beschreven programma nader bezien is er behoefte aan een globaal en flexibel plan. Een gedetailleerd plan kan te verstarrend werken en een globaal plan met een uitwerkingsverplichting is niet nodig, simpelweg omdat er niets behoeft te worden uitgewerkt. Een globaal eindplan behoeft niet te worden uitgewerkt en is toch globaal en flexibel van opzet. Het maken van een globaal eindplan is mogelijk geworden na de wijziging van het BRO 1985 per 1 juli 1986. Artikel 12, eerste lid onder a geeft vanaf dat moment aan, dat het bestemmingsplan een omschrijving moet bevatten van de in het plan vervatte bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven, die met het oog op een goede ruimtelijke ordening aan de in het plan begrepen gronden worden toegekend, alsmede in voorkomend geval, een beschrijving in hoofdlijnen van de wijze waarop met dat plan dat doel of die doeleinden worden nagestreefd. Met name door het laatste deel van aangehaald artikel is het mogelijk geworden meer in beschrijvende zin de elementen die nodig zijn voor een goede realisatie van het ruimtelijk beleid in het plan op te nemen; mede hierdoor kan dan een meer globale en flexibele regeling ontstaan.
6.2
Inhoud van het plan
In dit deel van de toelichting wordt beschreven op welke wijze de uitgangspunten voor dit bestemmingsplan Schil-west (hoofdstuk 4) zijn vertaald in de plankaart en de voorschriften. a. beschrijving in hoofdlijnen De beschrijving in hoofdlijnen vormt een onderdeel van de planvoorschriften en geeft aan op welke wijze bepaalde doeleinden worden nagestreefd. De beschrijving in hoofdlijnen doet dienst als een toetssteen bij de verdere invulling/uitvoering van het plan en is als het ware een meerwaarde ten opzichte van de gebruikelijke doeleindenomschrijving. Allereerst worden de hoofdoelstellinoen van het plan uiteen gezet. Naast het voorzien in een actuele juridische regeling, waaraan het lange tijd ontbroken heeft, is behoud van de ruimtelijke, functionele en cultuurhistorische kwaliteit een hoofddoel. Een ander hoofdpunt is de versterking van de kantoor- en woonfunctie van Schil-west. Vervolgens komen de functionele en de ruimtelijke structuur aan bod. Belangrijke elementen zijn het voortbouwen op de in de loop der jaren gegroeide situatie met langs de randen werkgelegenheidsfuncties in overwegend grootschalige bebouwing. In het middengebied, met de Singel als drager, is de oorspronkelijke kleinschaliger bebouwingsstructuur met tn hoofdzaak een woonfunctie behouden. Nieuwe elementen in dit plan zijn de versterking van de kantoorfunctie die vooral gestalte krijgt in de omgeving van het station en overigens langs de hoofdontsluitingsroutes. Nieuwe woonfuncties zijn primair denkbaar in het middengebied, al dan niet in de vorm van vervangende nieuwbouw op vrijkomende locaties en incidenteel langs de
- 26 -
zuidzijde van de Spuiboulevard waardoor mogelijkheden ontstaan voor het doorbreken van het monofunctionele karakter. Verder is een nieuw streven in de gebieden met een woonfunctie een grotere menging met kleinschalige andere functies mogelijk te maken. Deze flexibiliteit wordt met name wenselijk geacht langs de routes met een verkeersfunctie die het buurtniveau overstijgt, zoals delen van de Singel, Blekersdijk en Spuiweg en biedt mogelijkheden voor het ontstaan van nieuwe kleinschalige werkgelegenheidsfuncties, die goed zijn te combineren met het wonen. In de andere woonstraten houdt het wonen het primaat. Daar waar in het plangebied nieuwe ontwikkelingen worden voorzien, zoals op de locaties Beverwijcksplein, Burgemeester de Raadtsingel, hoek Spuiboulevard-Sluisweg en hoek Spuiboutevard-Spuiweg worden in de beschrijving in hoofdlijnen de kwalitatieve randvoorwaarden voor nieuwe ontwikkelingen geformuleerd.
Potentiële ontwikkelingslocaties
Voor het Beverwijcksplein wordt in essentie de opzet van het vrij recente bestemmingsplan voor dit gebied gehandhaafd. Wel wordt voor de laatste overgebleven bouwlocatie, op de kop van het woon-zorgcentrum (langs de Spuiboulevard), ook de bouw van woningen mogelijk gemaakt. Langs de Burgemeester de Raadtsingel zal in de komende jaren een versterking van werkgelegenheidsfuncties met vnl. kantoren het beeld kunnen veranderen. Voor de ruimtelijke mogelijkheden wordt aansluiting gezocht bij het bestaande beeld, d.w.z. kleine tot middelgrote bouwmassa's (gemiddeld 3.000 tot 5.000 m2 b.v.o.) met incidenteel grootschaliger bebouwing op plekken die door afmeting en/of ligging stedenbouwkundig daarvoor geschikt zijn. Een aaneenschakeling van (zeer) grote bouwmassa's staat, gezien de situatie op de lokale kantorenmarkt, dus niet voor ogen.
- 27 -
Voor de hoeken Spuiboulevard-Sluisweg en Spuiboulevard-Spuiweg maakt het plan een herontwikkeling mogelijk. Vanwege de bestaande dichtheid van bebouwing staat hier een zorgvuldige inpassing in en afstemming op deze omgeving voorop. Verder zijn stedenbouwkundig-kwalitatieve eisen geformuleerd die moeten waarborgen dat nieuwe invullingen zich verdragen met de omgeving en de vereiste uitstraling met name vanaf de Spuiboulevard opleveren. Verder besteedt de beschrijving in hoofdlijnen aandacht aan de v er k eersstructuur/ openbare ruimte/parkeren. Volgens deze beschrijving zal de verkeersstructuur in grote lijnen niet wijzigen. Het huidige onderscheid tussen de ontsluitingsfunctie en de buurtfunctie van de verschillende wegen blijft gehandhaafd. Voorkomen moet worden dat woonbuurten hinder ondervinden van verkeer dat in de binnenstad moet zijn. Een belangrijke doelstelling is de verbetering van de kwaliteit van de voor het functioneren van de binnenstad belangrijke verkeersgebieden. De herinrichting van de Spuiboulevard en op termijn de herinrichting van de omgeving station en van daaruit de route naar de binnenstad zijn hierin speerpunten. Hierbij zal in het bijzonder moeten worden ingezet op een kwalitatieve verbetering van de voetgangersroutes. Ten aanzien van het parkeren wordt voorzover het de werkgelegenheidsfunctie betreft aangesloten op de parkeernormering volgens het locatiebeleid. Dat betekent dat voor nieuw te bouwen functies wordt uitgegaan van een norm van 1 pp. op 250 m2 bvo., hetzij te realiseren op eigen terrein hetzij door de afname van parkeervergunningen in één van de parkeergarages in de Schil. Voor bezoekers van de Schil en bewoners bieden het in de Schil geldende parkeerregime (combinatie vergunning- en kort parkeren) alsmede de parkeergarages voldoende soelaas.
Stationsweg: VVV-kantoor (oude villa met grote beeldbepalende tuin)
- 28 -
De groenstructuur in Schil-west bestaat vooral uit bomenrijen langs wegen en verspreid in het gebied enige groenplekken die voor de ruimtelijke kwaliteit van belang worden geacht. De beschrijving in hoofdlijnen geeft een opsomming van deze plaatsen, waarvan een aantal via een specifieke bestemming groenvoorzieningen wordt beschermd en andere vanuit het beheer van de openbare ruimte bescherming krijgen. Verder zijn er binnen het plangebied enkele waardevolle en/of beeldbepalende privé-groengebieden, die door middel van een aanduiding "groengebied" binnen de betreffende bestemming worden beschermd. Daarnaast wordt verwezen naar de Bomenverordening.
Vervolgens wordt onder het hoofdstuk beeldkwaliteit gerefereerd aan de doelstelling de in het gebied voorkomende ruimtelijk-stedenbouwkundige, cultuur-historische en architectonische waardevolle elementen te beschermen. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de bestaande rijks- en gemeentelijke monumenten en de inventarisatie en selectie van belangrijke gebieden en objecten in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project. Verder wordt door middel van het aangeven van zgn. structuurbepalende lijnen het belang onderschreven van het behoud en zo mogelijk versterking van de ruimtelijkstedenbouwkundige kwaliteit. Structuurbepalende lijnen zijn terug te vinden in die gedeelten van de Schil waar de sanerings- en reconstructietendens van medio 20e eeuw aan voorbij is gegaan. Ter plaatse van een structuurbepalende lijn is verandering, vervanging of toevoeging van bebouwing aan strenge voorwaarden gebonden, die moeten bijdragen aan het behoud van de 19e eeuwse karakteristiek. Tenslotte wordt een relatie gelegd met de sectorale wet- en regelgeving die een belangrijke rol speelt in het op peil houden van het woon- en leefklimaat. Een consequente toepassing van die regelgeving is hiervoor een absolute voorwaarde.
6.3
De bestemmingen
Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de bestemmingen die in het plan voorkomen. De bestemming "Centrumvoorzieningen" geldt voor die delen van het plangebied waar in het algemeen de nadruk ligt op niet-woonfuncties. Binnen deze bestemming is een veelheid van functies toegelaten, zij het dat verbijzonderingen zijn aangebracht door middel van aanduidingen op de plankaart en aanvullende bepalingen in de voorschriften. Omdat niet alle locaties binnen deze bestemming geschikt zijn om te wonen is expliciet bepaald waar kan of uitsluitend mag worden gewoond. Langs de Burgemeester de Raadtsingel zijn de woningen door middel van een aanduiding op de kaart als zodanig bestemd. Door de hoge geluidsbelasting vanwege het auto- en spoorwegverkeer is een uitbreiding van de woonfunctie hier niet mogelijk. De winkelfunctie van de Spuiweg wordt beschermd door middel van een winkellint, waarbinnen detailhandel en dienstverlening zijn toegelaten. Vrijstelling kan worden verleend voor andere functies, zoals horeca, mits de karakteristiek en het functioneren van de winkelstraat niet onevenredig worden geschaad. Bovendien moet de Adviesraad Detailhandel worden gehoord. Verder zijn detailhandel, dienstverlening en horeca binnen "Centrumvoorzieningen" alleen toegelaten op de plaatsen waar deze functies nu al zijn gevestigd. Uitbreiding buiten de aangewezen plaatsen is niet toegelaten. Binnen de bestemming Centrumvoorzieningen vallen enkele locaties waar in de planperi-
- 29 -
ode ingrijpende nieuwe ontwikkelingen worden verwacht. Het gaat om drie locaties aan de Spuiboulevard (nabij de Sluisweg en de Spuiweg) en de noordzijde van de Burgemeester de Raadtsingel. Een combinatie van richtlijnen op de kaart (bouwgrenzen en hoogtematen) en in de voorschriften (beschrijving in hoofdlijnen, bouwvoorschriften, vrijstellingen en nadere eisen) dient er voor te zorgen dat nieuwe ontwikkelingen op een passende wijze in de context van de 19e eeuwse schil worden ingepast. Door de toepassing van een hoogte-differentiatie wordt de ruimtelijke capaciteit zo goed mogelijk benut zonder het woon- en leefklimaat van aangrenzende woonfuncties in gevaar te brengen. Op de hoeken Spuiboulevard-Sluisweg en Spuiboulevard-Spuiweg zijn nieuwe invullingen voorzien. Bij de Sluisweg wordt een betere markering van de entree tot de historische binnenstad en de Spuiboulevard voorgestaan, Overigens staat bij herontwikkeling een zorgvuldige inpassing met behoud van een voldoende woon- en leefklimaat voorop. Rekening moet worden gehouden met hoogte van bebouwing in de omgeving, rooilijnenverloop en zichtlijnen (o.a. op Grote Kerk). In verband hiermee is een differentiatie in hoogte toegepast met aan de zijde van de Sluisweg een hoogte van 10 - 15m. en ter plaatse van het schoolgebouwtje een hoogte van 15 - 20 m. De groen- en speelvoorziening aan de zijde van het Geldelozepad moet behouden blijven. Bij de Spuiweg dient bij een herontwikkeling de 19e eeuwse bebouwingskarakteristiek behouden te worden. Dit betreft het rooilijnenverloop, de hoogte en schaal van bebouwing, terwijl de vestiging van publieksfuncties op de begane grond een voortzetting van functiekarakteristiek van de Spuiweg verzekert. Aan de zijde van de Spuiboulevard kan worden afgeweken van de bestaande rooilijn en is tevens een grotere bouwhoogte mogelijk ( 1 5 - 2 5 m.}. Gegeven het huidige bebouwingsbeeld langs de Burgemeester de Raadtsingel wordt een maximum- bouwhoogte van 15 - 20 m. toegelaten. Ter plaatse van de huidige Leen Bakker-vestiging is als accentuering van de ruimtelijke beëindiging van de stationscorridor een bouwhoogte tot 30 m. mogelijk. Naar de zijde van de Singel en Spuiweg toe is, afhankelijk van de situatie, een lagere bouwhoogte toegestaan, waardoor een goede overgang van kantoorbebouwing naar de bestaande woonbebouwing met veelal diepe achtertuinen wordt bereikt. Uit het thans toegelaten gebruik van het NS-emplacement voor het behandelen van goederentreinen met gevaarlijke stoffen vloeien beperkingen voort voor nieuwbouw van kantoren en woningen voor meer dan 50 personen. In verband hiermee is in de voorschriften een regeling opgenomen op grond waarvan nieuwbouw alleen is toegelaten indien onderzoek aantoont dat wordt voldaan aan de normen voor externe veiligheid. Op deze problematiek wordt dieper ingegaan in hoofdstuk 7.3 van de toelichting. De bescherming van de in deze bestemming vallende privé-tuinen (VVV- Generale Bank en panden Johan de Wittstraat) is geregeld door middel van een aanduiding op de plankaart in combinatie met een bebouwingsregeling in de voorschriften. Voor de onderdelen waar de bestemming Centrumvoorzieningen samenvalt met de bestemming "primaire waterkering" {Hoge Bakstraat en Sluisweg) is een bepaling opgenomen om het waterkeringsbelang veilig te stellen. De bestemming "Woongebied" geldt voor de gebieden waar bijna uitsluitend wordt gewoond. Dit zijn de gebieden Koningin Wilhelminastraat - Adriaan van Blijenburgstraat, Jan Schoutenstraat - Latourpad, Oudenhovenstraat - Matthijs Balenstraat en Eben Haëzerhof, Van Strijsingel - Geldelozepad - Aert de Gelderstraat - Koninginnestraat Rozenhof.
- 30-
In deze gebieden blijft de woonfunctie voorop staan. Waar nu al sprake is van een afwijkend gebruik is dit door middel van een aanduiding op de kaart aangegeven en mag dit gebruik voortduren. Zonder afbreuk te doen aan het wonen past het bij het veelkleurige gebruikskarakter van de binnenstad om mogelijkheden te bieden voor ander gebruik voor maatschappelijke, kantoor- of bedrijfsfuncties. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor vrijstelling verlenen. Omdat de kleinschaligheid voorwaarde is voor het samengaan van wonen en werken is afwijking van de hoofdfunctie wonen alleen toelaatbaar als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo mag worden afgeweken in maximaal 10% van de panden per straat, mag de vloeroppervlakte niet meer dan 250 m2 bedragen en mag dit uitsluitend op de begane grond plaatsvinden. Daarnaast mag er geen sprake mag zijn van ontoelaatbare hinder voor de woonomgeving. Er is geen vrijstelling mogelijk voor het toelaten van detailhandel, dienstverlening en horeca. Voor de bebouwingsmogelijkheden van bij de woningen behorende tuinen en erven wordt onderscheid gemaakt naar de grootte van de beschikbare ruimte. Voor de situaties waar de ruimte uiterst krap is wordt aan het bebouwen van tuinen geen beperking opgelegd. Voor woningen met grotere tuinen is een erf bebouwingsregeling opgenomen die elders in vergelijkbare situaties standaard wordt toegepast. De grotere tuinen bij het Bellevue-complex en huize Rozenhof zijn op de plankaart aangeduid. Voor deze gebieden geldt een aparte bebouwingsregeling, die beoogt deze groenelementen te beschermen tegen een te hoge mate van bebouwing. De bestemming "Gemengd woongebied" geldt voor die straten waar het wonen wel de hoofdfunctie vormt, maar waar toch ook meerdere andere functies voorkomen. Deze situatie doet zich voor langs de Blekersdijk, Nicolaas Maessingel, Albert Cuypsingel en Spuiweg (tussen Burgemeester de
Rozenhof - woongebied
- 31 -
Raadtsingel en Singel). Binnen deze bestemming geldt een ruimere toelatingsmogelijkheid van ander gebruik. Dit kan in 50% van de panden per straat, zij het ook alleen op de begane grond en tot een vloeroppervlakte van maximaal 250 m2. Detailhandel en dienstverlening zijn atleen toegelaten waar dit op de plankaart is vermeld. Horeca is niet toegestaan. Verder mag het andere gebruik niet tot ontoelaatbare hinder voor de (woon-)omgeving leiden. Voor de bebouwingsmogelijkheden van tuinen en erven geldt dezelfde regeling als bij de bestemming Woongebied. Vrijstellingen zijn mogelijk voor beroepsuitoefening aan huis, het verhogen van het genoemde percentage van 50 naar 75, afwijkend gebruik ook op de verdieping en een grotere vloeroppervlakte voor toegelaten niet-woonfuncties. In het plangebied zijn op verspreide locaties "Bedrijven" gevestigd. Het gaat hierbij om kleinschalige bedrijven die qua milieubelasting tot de lichtere categorieën behoren en die qua functioneren kunnen samengaan met de woonfunctie. Overeenkomstig deze bestaande situatie worden in dit bestemmingsplan toegelaten bedrijfsactiviteiten die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de door de Milieudienst Zuid-Holiand Zuid opgestelde Staat van Bedrijfsactiviteiten, welke is gebaseerd op de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In de voorschriften zijn voorts de bij de toepassing van de Staat van Bedrijfsactiviteiten gebruikelijke vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen, waardoor een starre toepassing van dit instrument kan worden voorkomen. De bestemming "Groenvoorzieningen" geldt voor een aantal structurele groenplekken in de Schil. Voor een deel betreft dit openbare gebieden en deels tuinen bij (particuliere) panden, die voor de ruimtelijke beleving van de Schil beeldbepalend zijn. De bestemming van deze grond is gericht op het behoud van de karakteristiek en belangrijkste groenkwaliteiten in het gebied. In beginsel zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegelaten. Voor de onder de bestemming vallende (particuliere) tuinen is een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen waarmee bijgebouwen tot maximaal 30 m2 kunnen worden toegelaten. Toetsingscriterium is onder meer de mate waarin afbreuk wordt gedaan aan het bijzondere karakter en de uitstraling op de omgeving. De bestemmingen "Verkeersdoeleinden" en "Openbare ruimten" gelden voor respectievelijk de routes met een doorstromingsfunctie en de wegen, straten en openbare ruimten in de directe woonomgeving. De bebouwingsmogelijkheden zijn beperkt tot straatmeubilair, waarbij voor de Spuiboulevard een grotere hoogte (18 m.) is toegestaan dan voor de overige verkeersgebieden (9 m.}. Voor beide bestemmingen geldt dat niet tot (her-)inrichting mag worden overgegaan dan nadat is overlegd met de direct belanghebbenden en de betreffende raadscommissie. Tenslotte regelt de bestemming "Waterkering" het belang van de hoofdwaterkering die wordt gevormd door de Hoge Bakstraat en Sluisweg. Het betreft een dubbelbestemming, dat wil zeggen dat voor de gronden die tot de waterkering behoren ook nog een andere bestemming geldt. Concreet gaat het om de bestemmingen "Centrumvoorzieningen", "Woongebied", "Gemengd Woongebied", "Verkeersdoeleinden" en "Openbare ruimten". Voor zover deze bestemmingen samenvallen met de bestemming "Waterkering" is bebouwing slechts toegelaten zolang het belang van de waterkering dat toelaat. Hiertoe dient de dijkbeheerder vooraf te worden gehoord. Verder bevat het plan de algemeen gebruikelijke vrijstellings-, algemene gebruiks-, overgangs-, straf- en slotbepalingen.
- 32 -
7. Milieu-aspecten
7.1
Wet geluidhinder
7.1.1 Weaverkeerslawaai Sedert de inwerkingtreding per 1 maart 1993 van de gewijzigde Wet geluidhinder zijn in principe alle wegen gezoneerd, behalve: woonerven 30 km/u gebieden • wegen waarvan op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidniveaukaart vast staat dat de geluidsbelasting op de gevels van de aanliggende woningen op 10 m. uit de as van de meest nabij gelegen rijstrook 50 dB(A) of minder bedraagt. In het plangebied zijn bovengenoemde wegen niet aanwezig, waardoor sprake is van gezoneerde wegen. Op grond van artikel 76, lid 4 van de Wet geluidhinder is akoestisch onderzoek niet nodig indien woningen aanwezig zijn en er geen wijziging in de wegsituatie optreedt. Het plan gaat voor de gebieden waar overwegend wordt gewoond uit van handhaving en zo mogelijk versterking van de woonfunctie. Dit betekent dat op een groot aantal plaatsen, waar nu een van het wonen afwijkende functie voorkomt, functiewijziging ten gunste van het wonen mogelijk wordt. Vaak zal het gaan om een enkel pand. Daarnaast zijn er enkele locaties die geschikt zijn voor nieuwe, meer grootschalige, ontwikkelingen met woningen, zoals de hoeken Spuiboulevard-Sluisweg en SpuiboulevardSpuiweg, Beverwijcksplein (voorheen alleen kantoorlocatie), Papeterspad/Geldelozepad en Albert Cuypsingel (garagebedrijf). Voor ai deze locaties is akoestisch onderzoek verricht door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Uit dit onderzoek blijkt op de meeste locaties de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden, maar niet de maximum ontheffingswaarde van 65 dB(A). Voor de locaties waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden en waar realisering van een woonfunctie in het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt hebben Gedeputeerde Staten op 25 juni 1999 een hogere grenswaarde vastgesteld (bijlage 3).
7.1.2 Industrielawaai Een gedeelte van het plangebied ligt binnen de invloedssfeer van het gezoneerde industriegebied Groote Lindt/Dordt-West. Het zonebesluit van de Kroon dateert van 19 april 1991 (nr. 91.003610). Blijkens de bij dit besluit behorende zonekaart valt het westelijk deel van het plangebied tot ongeveer de Spuiweg binnen de 50 dB(A)-contour van dit industriegebied. De 55 dB(A)-contour ligt ter hoogte van de Rozenhof en meer noordelijk achter de woningen aan de Sluisweg. Deze contouren zijn op de plankaart ingetekend. Door de provincie is in samenwerking met de Werkgroep !MZS-Drechtsteden een saneringsprogramma opgesteld, dat tot doel heeft de geluidsbelasting bij woningen terug te brengen tot 50 dB(A). Het ontwerp van de hieruit voortvloeiende nieuwe 50 dB(A)-contour is als bijlage bij deze toelichting gevoegd. Vooruitlopend op de resultaten van de sanering wordt het thans niet nodig geacht ten behoeve van dit bestemmingsplan nog over te gaan tot het vaststellen van hogere
- 33 -
grenswaarden industrielawaai. 7.1.3 Sooorwealawaai Aan de zuidzijde van het plangebied bevindt zich de spoorbaan Dordrecht-Rotterdam. De wettelijk vastgestelde geluidzone van de spoorbaan is 500 m. breed en beslaat daarmee een groot deel van het gebied Schil-west. In verband hiermee is door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid akoestisch onderzoek verricht. Uit dit onderzoek blijkt dat op een groot aantal van de onderzochte (relevante) locaties sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 60 dB{A), In de meeste gevallen blijft de geluidsbelasting binnen de maximum ontheffingswaarde. De maximum-ontheffingswaarde spoorweglawaai wordt wel overschreden langs de Burgemeester de Raadtsingel. Gevolg hiervan is dat de woonfunctie langs deze weg niet uitgebreid kan worden.
Burgemeester de Raadtsingel (verkeerslawaai en spoorweglawaai)
Voor de locaties waar de geluidsbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximum-ontheffingswaarde hebben Gedeputeerde Staten bij brief van 25 juni 1999 een hogere grenswaarde vastgesteld, (zie bijlage 3) 7.2 Bodemverontreiniging Voor het hele gebied geldt de verwachting van verhoogde gehalten voor zware metalen (met name koper, lood en zink) en PAK. De verontreinigingen zijn vaak gerelateerd aan puin, ophoog- en verhardingslagen en afval (bijv. verbrandingsresten ). De gebieden waar bedrijvigheid plaatsvindt/vond zijn extra verdacht. Het kan zeer diverse verontreinigingen betreffen. Een veel voorkomende is olieverontreiniging, vaak gerelateerd aan (voormalige) garagebedrijven of pompstations. Er zijn veel bodemonderzoeken bij de gemeente bekend die dit beeld bevestigen. In
- 34 -
Schil-west is de kans reëel dat bij herinrichting saneringsmaatregelen nodig zijn. 7.3 Risico en externe veiligheid Twee risicobronnen zijn relevant. In de eerste plaats het emplacement, waar treinen met gevaarlijke stoffen met herkomst of bestemming Dordrecht worden behandeld. Daarnaast blijkt uit vrij recente landelijke onderzoeksgegevens dat ook het doorgaande vervoer in zuidelijke richting risico's met zich mee brengt. Veiligheidsproblematiek Bij externe veiligheid gaat het om de risico's die men loopt om te overlijden ten gevolge van een (zwaar) extern ongeval met de opslag, het gebruik of het transport van gevaarlijke stoffen. Het gaat hierbij om omwonenden en mensen die langdurig in de omgeving van risicovolle activiteiten verblijven, bijv. in bedrijven of kantoren. Externe veiligheid is zoneerbaar waardoor aandachtsgebieden kunnen worden aangegeven waarbinnen externe veiligheid een belemmering voor gevoelige bestemmingen kan vormen. Risico wordt uitgedrukt in individueel risico en groepsrisico. Individueel risico geeft aan de kans op overlijden door een calamiteit van een enkel individu die ter plaatse een jaar lang permanent verblijft een en ander ongeacht het feit of er daadwerkelijk iemand verblijft. De normering voor individueel risico vindt plaats door middels van grenswaarden die leiden tot contouren rondom/langs de risicobron. Overschrijding is niet toegelaten. Groeosrisico houdt daarentegen wel rekening met de feitelijke omgevingssituatie, dat wil zeggen hoe meer mensen aanwezig hoe hoger het groepsrisico. De normering wordt uitgedrukt in een oriënterende waarde, waarvan de gemeente gemotiveerd van mag afwijken. Spoorweaemplacement De risicosituatie wordt bepaald door de kans op ongevallen ten gevolge van met de transportrelaties met Dupont (industriegebied De Staart) en de Zeehavens (Dordt-west) samenhangend gebruik van het NS-emptacement. Het risico wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van gevaarlijke ladingen op het emplacement en het ont- en aankoppelen van wagons en de locomotief. Individueel risico Het individueel risico van het spooremplacement vormt geen problemen voor nieuwe ontwikkelingen in het plangebied; de 10"6 contour is inmiddels teruggedrongen tot op de spoorbaan zelf, Groepsrisico Indien nieuwe bestemmingen voor meer dan 50 personen binnen 300 m afstand van (de rand van) het emplacement mogelijk worden gemaakt heeft dit invloed heeft op het groepsrisico. In 1992 is een risico-analyse uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van de toentertijd te verwachten nieuwe (kantoor)ontwikkelingen in de omgeving van het emplacement. Uit de analyse bleek dat een uitbreiding van de kantoorfunctie met 74.500 m2, verspreid over meerdere locaties in Schil-west, niet zou leiden tot een overschrijding van de norm voor het groepsrisico. Inmiddels is een deel van het kantorenprogramma uit 1992 gerealiseerd, in totaal zo'n 26.300 m2, zodat uitgaande van de eerdere analyse nog een risicoruimte over is van zo'n 48.200 m2. In dit nieuwe bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van kantoren en woningen op meerdere locaties mogelijk gemaakt. De resterende risicoruimte van 48.200 m2 kan, bij volledige benutting van de in dit plan geboden ruimtelijke mogelijkheden, worden overschreden.
- 35 -
Op basis van ervaringsgegevens van de afgelopen jaren, de situatie op de kantorenmarkt en het lokale en regionale aanbod van locaties, is het aannemelijk dat de potentiële bouwcapaciteit volgens dit plan ruim voldoende is om in de planperiode te voorzien in de kantoorbehoefte voor de binnenstad. Doorgaande transporten De afgelopen jaren is op landelijk niveau de aandacht vooral gevestigd op de risicoeffecten van doorgaande transporten. Uit recent landelijk onderzoek blijkt dat de risicosituatie in stedelijke gebieden langs het baanvak Kijfhoek-Dordrecht-Roosendaal ongunstig is. Het onderzoek geeft aan dat de oriënterende waarde ter hoogte van Schil-west ruim wordt overschreden. Als gevolg hiervan ontstaat de situatie dat de in het kader van het RO-beleid en de beheersing van de automobiliteit gepropageerde intensivering van grondgebruik rondom stations/OV-knooppunten onmogelijk wordt door de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor. Er bestaat dus een tegenstrijdigheid tussen deze 2 verschillende beleidsvelden. Ook de provincie onderkent dit. Ontwikkeling locaal risico-beleid
Teneinde de dreigende impasse te doorbreken is met de provincie afgesproken dat de gemeente op korte termijn het initiatief neemt voor een op de Dordtse situatie gericht onderzoek naar de huidige veiligheidssituatie. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal vervolgens invulling worden gegeven aan het lokaal te voeren risicobeleid. Indien nodig zullen daarbij keuzes moeten worden gemaakt tussen de belangen van enerzijds ruimtelijke ordening/economie en anderzijds milieu-veiligheid. Mocht deze keuze in bepaalde gebieden leiden tot het accepteren van grotere risico's dan de oriënterende waarde, dan zijn in die gevallen flankerende maatregelen nodig om de gevolgen van een eventuele calamiteit zo goed mogelijk te beperken. Te denken valt in dit verband aan aanvullende eisen aan bebouwing, een plan voor ongevalsbestrijding en een goede communicatie. Instanties, zoals provincie, milieudienst, brandweer, GGD en NS Railinfrabeheer zullen bij de totstandkoming worden betrokken. Omdat de ontwikkeling van een locaal-risicobeleid de nodige tijd zal vergen en het niet gewenst is ontwikkelingen rondom het station geheel te bevriezen is met de provincie overeengekomen dat vooralsnog de nog resterende risicoruimte van ca. 50.000 m2 b.v.o. van het emplacement als maximum wordt gehanteerd voor nieuwe risico-gevoelige ontwikkelingen. Hiertoe is in de beschrijving in hoofdlijnen een bepaling opgenomen. Indien het te formuleren locale risico-beleid te zijner tijd aangeeft dat in dit gebied een grotere bouwcapaciteit mogelijk is dan zal het plan op dat punt worden herzien.
7.4 Luchtverontreiniging Uitgegaan wordt van de volgende waarden: benzeen grenswaarde: 10 /yg/m3 richtwaarde: 5 jug/m3 * stikstofdioxide: grenswaarde: 135/yg/m3 richtwaarde: 80/;g/m3 koolmonoxyde: grens- en richtwaarde: 6.000//g/m3. De gegevens voor de luchkwaliteit zijn ontleend aan de nieuwe regionale verkeers milieukaart (rvmk) 2010. Op dit moment (eind december 1998) is het milieumodel van de nieuwe regionale vmk nog niet klaar. Daarom zijn handmatig de nieuwe verkeersintensiteiten behorende bij de rvmk (dus op grond van recente tellingen) in het oude milieumodel" behorende bij de oude vmk- ingevoerd. Dit geldt voor de volgende wegen: * Albert Cuypsingel * Burgemeester de Raadtsingel * Havenstraat
- 36 -
* Johan de Wittstraat * Kilwijkstraat
* * * *
Korte Parallelweg Spuiboulevard Spuiweg Stationsweg.
De luchtkwaliteitsgegevens zijn berekend met PROMIL gebaseerd op het CAR -model. Dit geeft gegevens over de luchtkwaliteit aan de randen van de wegen op het trottoir (de hinder voor de voetganger wordt weergegeven). Op één locatieplek wordt de grenswaarde van benzeen overschreden. Dit is echter ter hoogte van het gebouw De Holland waar een vestiging van Kwantum is. Hier wordt dus niet gewoond. Overigens is de situatie ter plaatse inmiddels gewijzigd door herinrichting en verlegging van de weg. Tevens zijn hier in het kader van Rail 21 woningen gesloopt zodat de nieuwe gegevens naar alle waarschijnlijkheid iets gunstiger uitkomen. In het oude gebruikte model is dit nog niet ingevoerd. Zodra de nieuwe regionale verkeers milieukaart operationeel is, zal onderzocht worden waar zich- wat betreft de luchtkwaliteit- de knelpunten in de stad bevinden en in vervolg daarop welke oplossingen voor handen zijn.
- 37 -
8. Uitvoerbaarheid 8.1 Maatschappelijk Het ontwerp-bestemmingsplan (juli 1998) is onderwerp van inspraak geweest. Hiervan is een openbare kennisgeving gedaan in de Merwesteijn op 24 september 1998. Het plan kon gedurende 4 weken (tot 23 oktober) worden ingezien in het Stadskantoor (gelegen in het plangebied}. Tot genoemde datum konden schriftelijke reacties worden ingezonden. Inspraakreacties zijn ontvangen van: 1. P.J.J. Opstal, Sluisweg 24, 3311 WV Dordrecht, bij brief van 21 oktober 1998, ingekomen op 23 oktober 1998 onder nummer 9443, deze brief is mede-ondertekend door bewoners van de overige panden Sluisweg 8 t/m 34. 2. H. de Wolf, Sluisweg 8, 3311 WV Dordrecht, bij brief van 22 oktober 1998, ingekomen 23 oktober 1998, onder nummer 9449 3. C. van Wijk, Albert Cuypsingel 280, 3311 HK Dordrecht, bij brief van 22 oktober 1998, ingekomen 23 oktober 1998 onder nummer 9457 deze brief is mede namens de bewoners/gebruikers van de panden Albert Cuypsingel 27O, 274, 278, 282 en Burgemeester de Raadtsingel 83, 85 87. Verder heeft NS Vastgoed bij brief van 11 september 1998, ingekomen 15 september 1998 onder nummer 8023, een reactie gegeven naar aanleiding van het bestemmingsplan. NS Vastgoed plaatst als eigenaar van gronden bij het station en als zodanig betrokken bij het project Stationsomgeving (buiten dit plan) enige kanttekeningen. Omdat NS Vastgoed geen officiële overleginstantie in het kader van artikel 10 BRO is, wordt deze brief als inspraakreactie aangemerkt.
38 -
l ll
Direkteur Stadsontwikkeling Postbus 360 3300 AI Dordrecht Dordrecht, 21 oktober 1998
Ingekomen: 23 fUCT. nr. Behandelen door:
KOPIE
Afschrift
Afgedaan: Betreft: Ontwerp bestemmingsplan "SchO-west* Geachte heer, Door middel van deze, door de bewoners van de Skiisweg ondertekende brief, reageren wij op bovengenoemd bestemmingsplan InhetplanblökttopdehoekSpufcouiev^ de eerste 4 woningen aan de Skiisweg opgenomen te zijn in Ccntruorvoorricningon. Wij verzoeken u dit te wjjagen in het bftstfmmingsplan en de bestaande bebouwing in tact te laten. U begrijpt dat de huidige bewoners van deze 4 woningen in grote onzekerheid verkeren over wat er met huo woningen gaat gebeuren.. Temecrdaarvaleenschrffldtjkbodbu nr. 10 door de heer van Pefc Lv.m. neuwbouwpaunen. Ook tegen de hoogte van de eventuele bebouwing van 15 tot20ineteropdehockSpu*oidevardShnsweg witten wij reageren.
Volgens de bewonen wordt hierdoor onze woonomgeving bedreigden steOen wij voor hier eventueel een lagere bebouwing toe te passen omdat de bewonen van de Skiisweg anders opgesloten komen te aften. Namens de bewoners P J J Opstal Shiisweg24 3311 WV Dordrecht tel. 078-6314785
Reactie OP de brief van bewoners van 14 panden aan de Sluiswea 1. handhaven woningen hoek Sluisweg-Spuiboulevard In de jaren zestig is onder invloed van de toenmalige visie op de ontwikkeling van binnensteden overgegaan tot de aanleg van de Spuiboutevard. Met de aanleg werd beoogd de binnenstad beter te ontsluiten. Tegelijkertijd ontstond door de sloop van de oorspronkelijke 19e eeuwse bebouwing langs deze route ruimte voor nieuwe meer grootschalige bebouwing, vnl. bedoeld voor de huisvesting van kantoren. Aldus is in de loop der jaren aan de zuidzijde van de Spuiboulevard een nieuwe stedenbouwkundige invulling gerealiseerd. In combinatie met nu in uitvoering zijnde herinrichting van de Spuiboulevard zelf, is de destijds ingezette reconstructie van het grensvlak tussen historische binnenstad en 19e eeuwse schil na ruim 30 jaar in de afrondingsfase gekomen. Zoals in de toelichting op het ontwerp-bestemmingsplan is aangegeven zijn in de ontwikkeling van de Spuiboulevard 2 locaties achter gebleven, te weten de hoek Spuiweg-Spuiboulevard en de hoek Sluisweg-Spuiboulevard. De hoek wordt gevormd door de tot aan de kruising Sluisweg-Spuiboulevard gesitueerde eengezinswoningen uit 1936. Achter deze woningen ligt een groen- en speelgebied. Aan de zijde van de Spuiboulevard staat de noodschool, die inmiddels niet meer voor het onderwijs in gebruik is. Het gebouw is thans tijdelijk in gebruik gegeven aan een muziekvereniging. Ruimtelijk-stedenbouwkundig sluit deze situatie onvoldoende aan op het gewenste kwaliteitsbeeld van de Spuiboulevard. Doordat het noodschool niet meer nodig is, ontstaan na sloop ruimtelijke mogelijkheden voor een definitieve invulling van de noordelijke bebouwingswand van de Spuiboulevard. Door enkele woningen langs de Sluisweg hierbij te betrekken wordt op deze bij de toegang van binnenstad gelegen locatie een ontwikkeling mogelijk die past bij het stedelijke karakter van de Spuiboulevard. De in het ontwerp-bestemmingsplan opgenomen stedenbouwkundige kaders voor herontwikkeling bieden goede aanknopingspunten voor het realiseren van een kwalitatief meer hoogwaardige invulling, die enerzijds de herkenbaarheid van de hoek versterkt en anderzijds voldoende waarborgen in zich heeft om een verantwoorde ruimtelijke aansluiting op de woningen aan de Sluisweg te realiseren. Beperking van de nieuwbouw tot de locatie van de noodschoo! zou er toe leiden dat een kleinschalige nieuwbouwontwikkeling mogelijk wordt, die feitelijk onvoldoende recht doet aan het beoogde beeld van de Spuiboulevard. Daarnaast wordt hierdoor de kans op een kwalitatieve opwaardering van de hoek Sluisweg zelf hoogst waarschijnlijk voor goed teniet gedaan. Het bestemmingsplan gaat er vooralsnog van uit dat bij de herontwikkeling van de hoek ten hoogste 4 woningen worden betrokken. Binnen dit kader is voldoende ruimte beschikbaar voor inpassing van een nieuwe hoekbebouwing. Wel zal, onder de voorwaarde dat de gewenste kwalitatieve impuls wordt gerealiseerd, bij een concrete aanpak worden gestreefd naar een zo beperkt mogelijke ingreep in de bestaande woonsituatie. 2. bouwhoogte In het ontwerp-bestemmingsplan zijn de bouwhoogten gedifferentieerd. Om een al te abrupte hoogtesprong ten opzichte van de bestaande woningen te voorkomen is de hoogtemaat op de hoek in het verlengde van het woonblok beperkt tot minimaal 10 m. en maximaal 15 m, Langs de Spuiboulevard is qua hoogte aansluiting gezocht bij de bestaande bebouwing van het complex Crown Point en het Stadskantoor (minimaal 15 m. en maximaal 20 m.}.
40 -
Bij realisering van nieuwbouw op de beoogde locatie zal de huidige (excl. de noodschool} onbebouwde ruimte aan de Spuiboulevard visueel worden afgesloten. Het toelaten van nieuwbouw heeft echter ook een aantal positieve effecten. Immers, behalve de nieuwbouw biedt het bestemmingsplan ook de mogelijkheid tot vergroting van het groen-/speelgebied. Verder zal het groengebied een meer beschutte ligging krijgen, wat ten goede komt aan het verblijfsklimaat. De nieuwbouw zal voorts de hinder van het verkeer op de Spuiboulevard goeddeels afschermen, wat ook in de tuinen achter de woningen merkbaar zal zijn. Door dit alles wordt het buurtkarakter van het binnengebied versterkt. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat per saldo geen sprake za zijn van een bedreiging voor de woonomgeving. Volgens de voorschriften hebben burgemeester en wethouders bovendien de bevoegdheid nadere eisen aan nieuwbouw te stellen. Deze eisen kunnen worden gesteld aan onder andere de hoogte, de situering en de afmetingen van bebouwing, indien dat nodig wordt geoordeeld vanwege bijvoorbeeld de bebouwingskarakteristiek van de omgeving, het rooilijnenverloop, zichtlijnen en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Naast de eisen die het bestemmingsplan zelf al stelt kan met name het middel van nadere eisen worden ingezet om bij de planontwikkeling voor de hoek een zorgvuldige inpassing ten opzichte van de bestaande te handhaven bebouwing aan de Sluisweg te bereiken.
- 41 -
Hj Dordrecht 22_1 0_98 aan College van Ben w b ar an 111611 ^K??!Li5 Sïf* * ï van *het •*«• » *•«•* *•* beste««ings schilwest Ten aangaande plan Slaisveg Spuiboulevard Cbdaar * woningen te willen aiopen fedaar voor op datgedaelte dat dan vrij koert daar daneen kantoorpand neertcsetten uese woningen die nog in prima ataat Yerkeren,dan ia het toch van de gakkeoa dese woningen aT tebreken.ViJ wonen hier aet pleaier •n souden hier niet weg willen.
Trouwens waar »ijn jullie >ee besig overal waar «aar een gaatje is
wilen Jullie benutten o. daar woningen te plaatsen o. varpoupering •n leerbaarfaeid te proawten* Duasou ik willen seggen laat alles soals het nu iavdan sijn wij en anderen tevreden en kunnen dan nogvele Jaren op ons atekkie blijven sitten
Hoogachtend H de wolf Sluisweg 8 Dordrecht
KOPIE
23 OKTW
Reactie OP de brief van H. de Wolf, Sluiswea 8 Deze inspreker pleit voor handhaving van de 4 woningen op de hoek van de Sluisweg en het niet verder verdichten van de bebouwing. In de voorgaande reactie naar aanleiding van de brief van de bewoners van de Sluisweg, die mede ondertekend is door deze inspreker, wordt ingegaan op de achtergronden van het nieuwe bestemmingsplan. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. In aanvulling hierop dient vermeld te worden dat de woning waarin briefschrijver woont eigendom is van de gemeente. Verder is hem bekend dat al eerder sprake is geweest van een herontwikkeling van deze locatie, die toen echter niet is doorgegaan. Tenslotte zal de gemeente als verhuurder zorg dragen voor het vinden van een passende vervangende woning voor de familie de Wolf.
-43 -
-nn ontvangt!
3311 HK DORDRECHT 0704149374
In
23 OKT. 1991'
Dordrecht, 22 oktober 1998
pro Directeur Stadsontwikkeling Postbus 360 3300 AJ DORDRECHT
Ai.
KOPIE Betreft: betreft: uspraak ontwerp- bestemmiapplan «* SckU-west"
L.S., Naar aanleiding van de publikatie van het ontwerpbestemmingsplan "Schil-west", delen wij u mee als eigenaars/bewoners, dat wij ernstige bezwaren hebben tegen het plan. Onze bezwaren hebben betrekking op de wijziging van de bestemming in het deelgebied, begrensd door de Albert Cuypsingel, de Stationsweg en de Burgemeester de RaadtsingeL De huidige bestemming in het voornoemde gebied is voornamelijk wonen. In beperkte mate is er sprake in het gebied van een andere bestemming met weinig of geen inbreuk op de woonomgeving en het leermilieu ter plekke. De bezwaren tegen het ontwerpbestemmingsplan uitgaande van de huidige woonbestemming en de ook in het ontwerpbestemmingsplan aangeduide woonbestemming zijn de volgende: •
De expliciete omzetting van woonbestemming in ccntmmvoorzicnig ten aanzien van de bebouwing langs de Burgemeester de RaadtsingeL
•
Het wijzigen van de rooilijn van de bebouwing zodanig dat de bebouwde oppervlakte aanzienlijk wordt vergroot. En daardoor impliciet het verdwijnen van tuinen en binnenterreinen, zijnde tuinen en erven, die thans fungeren als groen- en stiltegebieden.
•
Het vergroten van de bouwvolumes, met name de beoogde hoogte van de bebouwing, zodanig dat het kleinschalige karakter van het woongebied en vooral dé bezonning, het uitzicht en de privacy in het woongebied ernstig wordt geschaad.
•
Het ontwcrp-bestemmingsplan is verder in tegenspraak met het standpunt van de Gemeente Dordrecht over de afgelopen jaren voor wat betreft de bestemming van de tuinen en erven van het binnenterrein in het betreffende gebied. Het Gemeentebestuur heeft onder de laatste drie wethouders voor ruimtelijke ordening ten behoeve van de woonbestemming het groen- en stiltegebied veiliggesteld. Nog onlangs (1997) is door de Gemeente Dordrecht een aantal rechtszaken aangespannen tegen onrechtmatig gebruik van het binnenterrein.
Directeur Stadsontwikkeling Pagina 2 20 oktober 1998
Onze bezwaren tegen het ontwerp-bestemmingsplan hebben betrekking op het door het plan te veroorzaken schade aan de woonbestemming,en de groenbestemming van het binnenteneinde ten gevolge hebbende waardevermindering van de huidige woningen. Het verzoek om inspraak en de bij deze vermelde bezwaren komen namens de eigenaars/bewoners van de Singel-zuidzijde en de Burgemeester de Raadtsingel.
Hoogachtend.
C r*«,
S.
- r.
C. A. Bt
Reactie op de brief van C, vgn Wiik. mede namens bewoners van 7 panden aarL.de A. CuvDsingeJ/Burqemeester de Raadtsinoel Deze reactie richt zich op de bestemming "Centrumvoorzieningen", die is opgenomen voor de gronden langs de Burgemeester de Raadtsingel en die doorloopt tot aan de perceelsgrenzen van de bebouwing langs de A, Cuypsingel. Volgens deze bestemming zijn ter plaatse centrumfuncties toegelaten. Functies als detailhandel, dienstverlening, horeca en woningen (anders dan bestaand) zijn niet toegestaan. Al in 1987 is in de Structuurvisie Spoorstrook aangegeven dat het gebied tussen de Singel en de Burgemeester de Raadtsingel geldt als toplocatie voor de vestiging van kantoren. Deze beleidsuitspraak van ruim 10 jaar geleden is nog steeds actueel. Ook het rijk en de provincie gaan in het planologisch beleid nog steeds uit van het vestigen van nieuwe intensieve werkgelegenheid, zoals kantoren, op goed met het openbaar vervoer (OV) bereikbare locaties. De Burgemeester de Raadtsingel met aan de overzijde het OV-knooppunt (NS- en busstation) voldoet volledig aan deze vestigingscriteria (zgn. A-locatie) en is destijds dus met recht als toplocatie aangemerkt. Nu andere nieuwe kantoorlocaties in Schil-west steeds schaarser worden ligt het voor de hand voor de komende periode in het nieuwe bestemmingsplan die locaties voor kantoren te bestemmen die hiervoor het meest geschikt zijn. Overigens sluit dit naadloos aan bij het algemene streven het ruimtegebruik rondom stations te verbeteren. Daarnaast blijkt uit het akoestisch onderzoek dat versterking van de woonfunctie, wegens overschrijding van geluidhindernormen (weg en spoor) niet tot de mogelijkheden behoort. De nog actuele beleidsuitspraak uit de Structuurvisie Spoorstrook 1987 is in het ontwerp-bestemmingsplan Schil-west vertaald in de bestemming "Centrumvoorzieningen". De bebouwingsmogelijkheden voor de strook langs de Burgemeester de Raadtsingel zijn niet eenzijdig bepaald door de wens om nabij het station werkgelegenheidsfuncties te projecteren. Getracht is zoveel mogelijk aan te sluiten op de bebouwingskarakteristiek en de schaal van de 19e eeuwse schil. Zo is gekozen voor het toelaten van gematigde bouwhoogtes (maximaal 20 m.) met incidenteel hoogte-accenten op plaatsen die zich daar uit ruimtelijk-stedenbouwkundig oogpunt voor lenen (bijv. locatie Leen Bakker). Verder zijn bebouwingsmogelijkheden afgestemd op bestaande omringende functies, zoals de overwegende woonfunctie van de bebouwing aan de Albert Cuypsingel. Hiertoe is een hoogte-differentiatie, met afnemende hoogtes (15 m. en 5 m.) in de richting van de woningen toegepast. De beschrijving in hoofdlijnen geeft overigens aan aan welke kwalitatieve eisen nieuw op te richten bebouwing moet voldoen. De beschrijving spreekt in dit kader van "de huidige ruimtelijke structuur geen geweld aan doen", "aansluiten bij de bestaande bebouwingskarakteristiek", "overwegend middelgrote en vrijstaande bouwmassa's" enz. Ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan kan ten opzichte van de huidige situatie mogelijk sprake zijn van enige schaalvergroting. De beschikbare ruimte laat dit echter zonder meer toe. Gezien de beschikbare diepte vanaf de Burgemeester de Raadtsingel kan er mee worden ingestemd dat de bebouwingsmogelijkheid direct grenzend aan de tuinen van de woningen aan de A. Cuypsingel wordt beperkt. Hiertoe zal voor een strook van ca. 15 m. diep de aanduiding "groengebied" worden toegevoegd (aansluitend aan zelfde aanduiding voor tuinen bij panden A. Cuypsingel 268 en Stationsweg 1). De combinatie van de voorgestelde aanpassing, de beschrijving in hoofdlijnen, de bebouwingsregeling en de mogelijkheid van het stellen van nadere eisen biedt voldoende waarborgen om tot verantwoorde inpassing van nieuwe bebouwing te komen zonder dat sprake is van achteruitgang van de woonomstandigheden. - 46 -
Het is juist dat enige jaren geleden het particulier binnenterrein tussen de A. Cuypsingel en de Burgemeester de Raadtsingel in gebruik is genomen als parkeerterrein waar onder andere werkenden in Schil-west een parkeerplaats konden huren. Maar ook daarvoor was er al sprake van een (bedrijfsmatig) gebruik dat niet in overeenstemming was met het geldende bestemmingsplan. Mede naar aanleiding van klachten van omwonende heeft de gemeente besloten op te treden tegen dit illegale gebruik van het volgens het geldende bestemmingsplan als "tuin en erf" bestemde terrein. Overigens biedt deze bestemming en met name de aanduiding "erf", zoals ook de praktijk inmiddels laat zien, niet de garantie dat het groene karakter van het gebied behouden blijft. Het optreden van de gemeente komt voort uit haar taak toe te zien op de naleving van het bestemmingsplan. In dit geval heeft de gemeente van haar bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen gebruik gemaakt om een ontwikkeling met negatieve effecten voor de directe omgeving een halt toe te roepen. Een dergelijk optreden laat onverlet dat de gemeente in het kader van de concretisering van haar RO-beleid kan besluiten de bestemming van gronden te herzien.
- 47 -
NS Vastgoed Ptttbus2322 3500 GH Utrecht
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dordrecht Postbus 360 3300 A] DORDRECHT
TeMoon 030-2356803 Tefete 030 - 235 62 01
Uw kenmerk Ons kenmerk NSV/981086 Onderwerp SchU-West
KOPIE Utrecht, 11 september 1998
Geacht College. Wïj vernamen dat de gemeente Dordrecht werkt aan een actualisering/wijziging van het bestemmingsplan Schil-West. Er is sprake van een ontwerp bestemmingiplai dat in het "artikel l O-stadium" verkeert. Naar aanleiding van het huidige ontwerp willen wij het volgende opmerken. Het plangebied grenst aan de noordzijde van de Burgemeester de RaadtsmgeL Wij zijn eigenaar van het terrein ten zuiden van deze singel, dat nu tijdelijk in gebruik is als busstation. Onder andere voor dit terrein, dat deel uit maakt van het stationsgebied, bestaat reeds geruime tijd een gezamenlijke projectgroep gemeente - NS. Doel van deze projectgroep is te komen tot een verbetering van de transferfunctie. het verbuj&klimaat en stationsverdichting. mede middels herontwikkeling van dit terrein. Een (gedeeltelijke) invulling met kantoren is daarbij uitgangspunt. Het is ons onduidelijk in hoeverre deze invulling kan worden belemmerd door het huidige ontwerpplan Schil West. In dit plan wordt namelijk de volledige beschikbare risicoruimte (in verband met het vervoer van gevaarlijke stoften) benut. Het gevaar bestaat wellicht dat een herontwikkeling van het tijdelijke busstation, onderdeel van een ander bestemmingsplan, daarmee praktisch onmogelijk wordt. Of dit gevaar, namelijk dat de beschikbare risicoruimte wordt toebedeeld aan een bepaald plan waardoor andere plannen geen deel van die ruimte kunnen krijgen, reëel is is niet duidelijk. Navraag bij de betrokken ambtenaren leverde terzake ook geen duidelijkheid op. Voordat wij onze reaktie op dit plan definitief kunnen geven willen wij dit aspect nog uitzoeken. Wellicht dat dit punt. gelet ook op de onduidelijkheden terzake bij de betrokken ambtenaren, uwerzijds ook nog nader kan worden uitgewerkt.
NSVKtgMdfV/ HmMngtmr Utrectt 30047635 ABN AMMO Utr»Cht 48.77 80 264 6TW NL 00.47,08.970.8.56
NS Vastgoed Onslwnmerk NSV/ «•d 2 van 2
Mocht blijken dat onze angst gegrond is, dan maken wij bezwaar tegen het huidige ontwerp. Onze belangen worden door het plan geschaad. Gelet op hetgeen in de gezamenhjke projectgroep is besproken* lijkt het ons ook in strijd met de gemeentelijke belangen. In de grzammiykf projectgroep wordt reeds ruime tijd gesproken over diverse functie» voor het tijdelijke busstatkm. waarbij onze insteek steeds duidelijk is geweest en door de gemeente is ondersteund. Het voornemen van de projectgroep was om op korte termijn te komen tot een grramfnhjlrf studie naar de invulling van het terrein ten zuiden van de Burgemeester de Raadtringei. Mocht btijken dat kantoren op het tijdelijke busstation door het plan Schtt-West tot de onmogelijkheden gaat behoren, dan is een dergelijke studie overbodig. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn.
Wij verzoeken u daarom het betreffende aspect uit het ontwerp nader uit te werken. In ieder ge-val op een zodanige manier dat de consequenties van dit plan voor de omliggende gebieden, voor ons met name het stationsgebied, duidelijk zijn. Mocht blijken dat herontwikkeling van het bedoelde gebied onmogelijk wordt verzoeken wij u het *~
*f Mn ** p**»*" **"• kantoorontwikkeling aan de zuidzijde van de ster de Raadtsmgel mogelijk blijft.
vanVelsen
Reactie OP de brief van NS Vastgoed Deze brief heeft betrekking op de externe veiligheidsproblematiek rond de spoorbaan en de daarvan afhankelijke ontwikkelingsruimte voor onder andere kantoren. In het kader van het project stationsomgeving wordt in projectgroep-verband gewerkt aan de ontwikkeling van een visie voor de toekomst. NS Vastgoed participeert hierin. Naast het creëren van een definitieve oplossing voor het busstation en de verbetering van de openbare ruimte is voor met name NS Vastgoed een belangrijke doelstelling de ontwikkeling van kantoren op haar eigen gronden. Te zijner tijd zal voor dit project een apart bestemmingsplan worden opgesteld. Uit de brief van NS Vastgoed spreekt de vrees dat de in het bestemmingsplan Schtlwest opgenomen kantoorontwikkeling geen (risico-)ruimte meer laat voor kantoorontwikkeling op NS-grond. In hoofdstuk 9 wordt naar aanleiding van de PPC-opmerking over de externe veiligheid vanwege het spoor uitgebreid ingegaan op deze problematiek. Kortheidshalve wordt verwezen naar de desbetreffende reactie.
- 50-
8.2
Financieel
Het bestemmingsplan heeft voor een belangrijk deel een consoliderend karakter. Daarnaast schept het plan ruimte voor een aantal nieuwe ontwikkelingen, die grotendeels op particuliere gronden zullen plaatsvinden. Incidenteel zullen ook gronden die eigendom zijn van de gemeente hierbij zijn betrokken. Deze ontwikkelingen zijn uitvoerbaar zonder dat gemeentelijke inzet in de zin van bouwrijp maken en ontsluiting noodzakelijk is. Daarnaast is de gemeente er niet op uit in dit gebied tot actieve grondverwerving over te gaan. Onder deze omstandigheden is er geen aanleiding voor het maken van een exploitatiebegroting. Deze situatie geldt inmiddels ook voor het gebied Beverwijcksplein. Alle voorzieningen zijn aangelegd en het laatste bouwperceel is bouwrijp. In verband hiermee wordt afgezien van een actualisering van de grondexploitatie zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan Beverwijcksplein dat in 1994 is vastgesteld.
- 51 -
9. Resultaten overleg ex artikel 10 BRO Het in artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening voorgeschreven overleg is gevoerd met: 1. Provinciale Planologische Commissie 2. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat 3. Waterschap de Groote Waard 4. Rijksdienst voor de Monumentenzorg 5. PTT Telecom, Netwerkdiensten 6. Ministerie van Economische Zaken, Regio Zuid-west 7. Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Regio West 8. NV Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland 9. Eneco 10.Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden 11 .Kantoor Gasunie West 12.Nederlandse Spoorwegen, Railinfrabeheer 13.Regionale Inspectie Volksgezondheid Het ontwerp-bestemmingsplan is aan bovengenoemde instanties toegezonden op 23 juli 1998. Geen reacties zijn ontvangen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, het ministerie van Economische Zaken, Eneco, het Zuiveringsschap en de Regionale Inspectie Volksgezondheid. Van PTT Telecom, de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening, de Gasunie en NS Railinfra Beheer is bericht ontvangen dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. De overige instanties hebben schriftelijke opmerkingen gemaakt. Hierna zijn de ontvangen reacties afgedrukt en van commentaar voorzien. Ook wordt ingegaan op een van NS Vastgoed ontvangen brief.
- 52 -
ingpk.-.
HOLLAND Provinciale Planologische Commissie
:
20 OKT.
v .•••:•• .v.w. vil deer:
(bbg) Afgedaan:
Aam
vaa Dordrecht
Ons kenmerk PfQHL/i 55049 Uw kenmerk:
AftteUng :PFGsecrettriaat Dooridemr.: 0704417476 Faxnummer 070-4417>36 Onderwerp
iWi
10 HO
Btflagen:
Den Haag.
YERZDMDENOP:ï3 OKT. 1938 Geacht college. Onze commissie besprak bovengenoemd pUn in de vergadering van 24 september 1998. Hierbij berichten wij u onze opmerkingen. 1.
INLEIDING
Het bestemmingsplan gaat voor een belangrijk deel uit van de bestaande situatie. Daarnaast geldt als rfn»i«t»llitig h»» mpiaiPikgn van dg kantoor- gn wnonfiinrtie. Waar dit akoestisch mogri^fk t^ znal» aan de Spuiboulevard. is vanwege het hier uvgi wtfgink kantoonnilieu mrnging met het wonen mogelijk gemaakt. Voorts biedt het plan mngri^kfarrtm voor kleinschalige werkgelegenheidsontwikkeling met name langs mLfjm met een slioumluncbje. 2.
BBOOKDBUNG
2.1 Veilighekl Op pagina 36 van de toelichting wordt aangegeven dat de (groept) risicoruimte, vastgesteld in een eerdere studie (1992)» niet voldoende zal zijn om alle voorgenomen (kantoor)ontwikkeungen in het plangebied te kunnen realiseren. Gesteld wordt dat het om een aantal redenen weinig zinvol is om. op basis van de ruimtelijke mogelijkheden van voorliggend plan. een nieuwe risicoanalyse uit te voeren. Daarom wordt een onderzoeksverplichting geformuleerd, voorafgaand aan de realisering van een concrete ontwikkeling. Met het «p»»»» van dese onderzoeksverplichting is het bestemmingsplan te vaag en is een toetsing van het vooruggende plan op het vigerende beleid onmogelijk. Aanvullend wordt in dit verband nog opgemerkt dat hierbij nog geen rekening is gehouden met de toekomstige ontwikkenngen in het gebied ten zuiden van de Burgemeester de Raadtringel (N&station en omgeving), waarvoor een stedenbouwkundige visie / masterplan wordt voorbereid. Onder het kopje •Doorgaande transporten' worden op basis van onjuiste informatie onjuiste conclusies getrokken. Voor het transport van gevaarlijke stoffen (in dit geval per spoor) zijn de acceptabele risiconiveaus vastgelegd in de nota 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoflen. de afweging van ver-
voer. wilifhrirt en omgeving". Deze nota van de ministeries van VfcW en VROM is op 15 februari 1996 aan de Tweede Kamer aangeboden (met briefkenmerk DGVfG-s/V 620438, kamerstuk Tweede Kamer 199996, 14611. n», i-a). De regelgeving, waaraan op dit moment moet worden voldaan, is voor het transport per spoor daarmee eenduidig vastgelegd. Verder fcmmen btf de opmerking, dat berekeningen hebben aangetoond dat er geen invioed op het iini|iiililiii li •!• ilf ifltind tnt rtr ipnnrii»n mrn iliii iiui HM in ImlrMjt n SO
spoorlocatie* - vrtfe baan-, SAVE juni 1997) tomt het grocpsrisko van Dord^edu als grootste groepsrisico in het onderzochte gebied naar voren. Het bestemmingsplan dient dan ook vergezekl te gaan van een uitgewerkte-en door ferYoivmcieakkoord bevonden - studie naar de risico1» ten gevolge van het'doorgaande transport* |G3). 2J Locntkwalsteit Het is wemciQk dit de basisgegevens voor de i"*'h*fci>r*Mf|Hl'frff|p|pf***Mjfn in het plan worden opgenomen OKIvoorbeeM in een bijlage) evenals de nit*nm*t»n •»« M* h^*fcMiiiigM» en de gehanteerde methode. Alleen de opmerking dat aan de liviitlnvaUteiteisen wordt voldaan geeft te wctn% houvast om de feiteojkestotade te kunnen beoordelen. Ovcrisjens wordt aangegeven dat de grenswaarde voor bennen op enkrie plaatsen wtxdt overschreden. OnduideUjk is center of dit ter hoogte van gevoelige bestemsnii^m het geval to of o* net o^ dtog betreft bmn€no> voor veripegrhfslrinitfgeo^^ >H niiiilU »i •••!) ittmt ••»!• gin n fr nmrrtf n nrrlh miinigi h n wnrilf n y rurfli n nm itf rimitif trr plaatse te verbeteren (G3).
Hetveio^cataastbgPeUsMdetekstmdetoelkntingophctplana^ maisbedoeUonsjeWdDeiastmgb^desanermgswonnia^ vaadey>dB(AHaQn^ . fan
opdeuiiillitin imoVsaneriD^worieavooniitgtiupeiucri^d^geenhnaxugren^ strieiawaainodig(A). Overigens wordt opfemerkt dat. In tegenstelling Dot hetgeen in o> toeiichtmg is vermekt de 50 dB(A)contour en de 55 dB(A)<50iitDur niet op de plankaart z^n %veergegevetL Dit dient ons inziens alsnog te gebeuren (G2). 2.4 In verband met de leesbaarheid van het plan verdient het aanbeveling om. conform het gestelde in artikel 16 BRO. lidi. onder h. op de plankaact de namen van de belangrijkste wegen en stnten aan te geven (A). 3.
ADVIES
Wij verzoeken u met de gemaakte opmerkingen rekening te houden. Voor het overige stemmen wij met het plan in. Dit advies van de WC wordt door het college van Gedeputeerde Staten betrokken by de verdere besluitvorming over het plan. Hoogachtend, namens de PPG. de secretaris.
Zaalberg
Reactie OP ..de. brief van de Provinciale Planologische Commissie 1. Veiligheid De opmerking over de veiligheidsaspecten is aanleiding geweest voor nader overleg bij de provincie. De provincie ondersteunt de wens tot intensivering van het ruimtegebruik in de omgeving van het station. Niet voor niets heeft Schil-west in het kader van het locatiebeleid de A-status gekregen. Gezien de huidige risicosituatie kan echter niet zonder meer worden ingestemd met de ruime ontwikkelingsmogelijkheden die het ontwerp-bestemmingsplan thans biedt. De risico's van het emplacement zijn in 1992 in beeld gebracht ten behoeve van de bouw van een kantoor aan de Burgemeester de Raadtsingel. Tot nu toe zijn plannen binnen de invloedssfeer van het emplacement getoetst aan dit onderzoek, op grond waarvan in Schil-west zo'n 74.000 m 2 kantoren zijn toegelaten. Hiervan is inmiddels ongeveer 24.000 m 2 gerealiseerd zodat nog ongeveer 50.000 m 2 voor toekomstige ontwikkelingen overblijft. Gezien het tijdsverloop is een actualisering van de toenmalige kwalitatieve risico-analyse (QRA) gewenst. NS Railinfrabeheer is in het kader van de aangevraagde revisie-vergunning op grond van de Wet milieubeheer verzocht een geactualiseerde risico-analyse te overleggen. Daarnaast blijkt uit het in de PPC-brief aangehaalde landelijke onderzoek naar het groepsrisico vanwege de doorgaande transporten, dat langs het Dordtse deel van het baanvak Kijfhoek-Lage Zwaluwe de oriënterende waarde, in mate variërend van 0,5 tot 10 maal, wordt overschreden. Omdat bij het groepsrisico sprake is van een oriënterende waarde heeft de gemeente de mogelijkheid hiervan af te wijken. Gezien de uit de ruimtelijke ordening voortkomende verdichtingswens voor stationsgebieden is een dergelijke afwijking voorstelbaar. Zo'n beleidskeuze dient echter goed onderbouwd en welbewust te worden gedaan. Om tot zo'n beleidskeuze te komen moet allereerst de huidige risico-situatie nauwkeuriger in beeld worden gebracht, zodat toekomstige stedelijke ontwikkelingen getoetst kunnen worden aan zowel de grenswaarde voor het individueel risico en aan de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Het onderzoek gaat met name om: - de bijdrage van nieuwe (kwetsbare) bestemmingen aan het groepsrisico en de mate van eventuele overschrijding van de oriënterende waarde - de mogelijkheden van risico-reductie (bron- en effectgerichte maatregelen) - de mogelijkheden tot voorbereiding op calamiteiten (rampenbestrijding en communicatie). Op basis van dit onderzoek dient een belangenafweging plaats te vinden tussen de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden binnen de A-locatie en de mate van risicoaanvaarding ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen per spoor. Naar aanleiding van de PPC-reactie zal begin 1999 als eerste worden gestart met de uitvoering van het risico-onderzoek. Gezien het bijzondere karakter van de materie zal een gespecialiseerd onderzoeksbureau worden ingeschakeld. De onderzoeksopdracht wordt in overleg met alle betrokken instanties opgesteld. In ieder geval worden hierbij betrokken de provincie, de Milieudienst Zuid-Holland-zuid, de Brandweer en de GGD. Daarna dient de beleidskeuze plaats te vinden. Bezien zal worden in hoeverre deze kan worden betrokken bij de discussie over het Stadsplan. Om te voorkomen dat tot de totstandkoming van de beleidskeuze sprake zal zijn van bevriezing van de ontwikkelingsmogelijkheden in Schil-west is de provincie bereid in te stemmen met een bestemmingsplan waarin de hoeveelheid toe te voegen kantoren e.d. wordt gefixeerd op de hiervoor genoemde 50.000 m 2 b.v.o.
- 55 -
2. Luchtkwaliteit De tekst in de toelichting is aangepast aan deze opmerking. 3. Industrielawaai Naar aanleiding van deze opmerking is de tekst van paragraaf 7.1.2 van de toelichting aangepast. Op de plankaart is de nog geldende contour opgenomen. De toekomstige contour, na uitvoering van de saneringsfase, is als bijlage bij de toelichting opgenomen. 4. Plankaart In het kader van het artikel 10 BRO-overleg zijn verkleinde gekleurde plankaarten toegezonden. Op de officiële kaart (1:1.000) zijn alle staartnamen goed leesbaar aangegeven.
- 56 -
MMitefte van ven»* m waterstaat
"SSS""
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dircctte Zuid-Holand
HetCoMfB van Burgemeester en Wethouders van de gemunte Dordrecht D.tv. Directeur SladsontwtfAeang mw. ir. IJvï. Bakker Postbus 360 3300 AJ DORDRECHT
j1 1Inoo' .•:•
p-;: JJLOKT..M. ,
prn L..
Contactptncnn
Oooito«numpiir
A Boot
(010)4026576
Datam
" 9 CKi. S98
Uw Mfimerti
RXSV98.172S6
Voorov«ltê>onlMivD4>estanirninBDlan 'Schl-Wesf. Geachte mevrouw Bakker, Ten Vervolge op mijn brief van 4 augustus 1998. RXS/12458, deel ik u mede dat bovengenoemd bestemmingsplan nog is beoordeeld ten aanzien van het aspect externe veiligheid. In verband daarmede wi ik het volgende opmerken. Op bladzijde 36 van de toelichting wordt in de 3e alinea onder andere gesteld dat thans geen inschatting is te maken van het tempo en de wijze (van met name de plaats) waarop de geprognosbseerde kantoorontwikkeing gestalte kan krijgen. Daarna wordt melding gemaakt van een aantal onzekere factoren, zoals vraag, irrvesteringsbereidheid. beschikbaar komen van locaties en nmgeijke toekomstige verbetering van de risicosituatie. In de 4e alinea wordt voorts op basis hiervan gesteld dat het weinig zinvol is om op basis van de ruimtelijke mogelijkheden van het plan een riskc-analyse uit te voeren. Derhalve wordt voorgesteld een risico-analyse uit te voeren voorafgaand aan de realisering van een concrete ontwikkeling. Naar mijn mening wordt met het opnemen van deze otHJei zucksvci pKchung het bestemmingsplan te vaag en is een toetsing van het ingediende plan op vigerend beleid niet goed mogetjk. In de voorlaatste ainea wordt gesteld dat regelgeving inzake het spoorvervoer (vrijebaan-situabe) nog in ontwikkefing is. Deze informatie is niet iuist In de nota lüsioo-normenng vervoer gevaarlijke stoffen' van februari 1996 is het beleid van de ministeries van V&W en VROM op drt punt eenduidig vastgelegd. In dezelfde avnea wordt in een zin ook nog gesteld: lift berekeningen blijkt dat er geen invloed op het groepsiiyco is ab de afstand tot de spoorbaan meer dan 200 m bedraagt'. Bedoelde berekeningen zijn mij niet bekend maar de huidige formulering van de zin is fetatijkof*jist
Postadm poittwi596.3000 AM Rotterdam
Bezoekadres Boomp^ei 200
Tetefoon (010)402 62 00
Tetefax (010) 404 79 27
Btf«UwM met metro «abon imwtMMn MM! <JÉBH CS w» NS tlabon ••*. p«i mfo wlf hMnnunwnit ICO-170
\~^
Rijkswaterstaat ( 200 Jaar
RXS/M.172M
en het ^ dit u* een verkennend (toto's vwoer fmurifra stoffen per *MMT - locaMif vn> baan - SAVE, Juni 1997) * i»«*j J_A *~ -«
LJ
^ —•
*-* -J- ____^^L_ I^-_^ . A ...K^^ft ^^^^^ lA^BA k«A
B> M DRBK OH Hm (RMpBnMO »ln DOraAKm •§ CJRlOCHi HlOflUnC WORn fjmn WK nw
aan de onie z|nde botmmlnfvlM ruar m|n menénf wfHrfd te pan «M OM uitge*eritte-en •coxMd bevonden-rtudteinzah» de ririoo'slpit^^ 'door^unde trarapotf. Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens den. de nooMhiajenieuf-drocleur,
voor deze. hooW aMe%v Betfuur en Juridtehe Zaten.
Reactie OP de brief van Rijkswaterstaat Nadat Rijkswaterstaat in eerste instantie heeft meegedeeld dat het ontwerp-bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen is op 29 oktober 1998 alsnog een schriftelijke reactie ontvangen. De opmerkingen hebben betrekking op het aspect veiligheid vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over spoorbaan en is van gelijke strekking als de opmerking in de brief van de PPC. In verband hiermee wordt verwezen naar de reactie op de opmerkingen van de PPC.
- 59 -
WATERSCHAP DE GROOTE WAARD
Aan het college van burgnaanater «n wethouders van d* geswente Dordrecht, dianat Stadsontwikkeling, Postbus 360, 3300 AJ DORDRECHT.
bestemaings plan Schil-west
23.07.1996
Om tamric 0 98.02723
6702-PM
15 september 1998
Geacht college, In het kader van het vooroverleg ala bedoeld in artikel 10 van bet Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 zond u ons het ontwerp-bestemmingsplan "Schil-weat". Hij merken daarover op dat op de plantekening de grens van de waterkering niet correct is aangegeven. Deze grens ligt op 35 meter uit de buitenkruinlijn. Hij verzoeken u de plantekening aan te passen. Voor het overige geeft het ontwerp ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Dijkgraaf en heemraden van het chap De Groote Haard,
Typ.:
gjb/ji
Co«.:
Rqksstraatweg 3b. Klaaswaal. Poatsdrwi: Postbus 7010. 3286 ZG Klaaswaal
Gtaakanlng 27 61 50 Nad. WaMrachafMbw* N.V. 's-Grawnhage 63.67.53.065
T«Moon (0186) 571566' TaMax(0166)573526
Reactie OP de brief van het Waterschap De Groote Waard De plankaart is aangepast aan de gemaakte opmerking.
-61 -
n.v. Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland VoaGeu 193 2274 ig Vooctwig 2270 AX Voorburg
DSO
nr.
Behandelen
Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling Postbus 360 3300 AJ DORDRECHT
door: Afschrift : Pfv^
-f
Afgedaan Uw kenmerk 6702-PM
Ons kenmerk Tr/N 57-1-0925 vdWk/Zo/LT
Voorburg 10 augustus 1998
Behandeld door MW.L.deWay
Bijlage(n) 10
Betreft Teleoommunicatkverbindingen Doidrecht/Noordendijk - Hollandsen Diep (KT-049) en Rotterdam/Centrum - Dordrecht/Merwedehaven Centrale (KT-151); ontwerp"Schil-West". Met uw schrijven van 23 juli 1998, kenmerk 6702-PM ontvingen wij in het kader van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, het ontwcrp-bestemmingsplan "Schil-West" van juli 1998 met bijbehorende plantekening nr. S3 27 35 van februari 1998. Aan de plantekening ontlenen wij, dat de volgende telecommunicatieverbindingen van ons bedrijf zijn betrokken in het plangebied, te weten: - de verbinding Rotterdam/Centrum - Dordrecht/Merwedehaven Centrale (KT-151), te weten het gedeelte gelegen langs de Spuiweg, de Alben Cuypsingel, de Johan de Wittstraat en de Comelis de Wittstraat; - de verbinding Dordrecht/Nooróendijk - Hollandsen Diep (KT-049), te weten het gedeelte gelegen langs de Burgemeester de Raadtsingel. roene tieur oe ligging van onze teiecommunicatieverDinaingen is aangegeven, alsmed een afdruk van de detailtekeningen EZH, nrs. WK 819, wijz. F; WK 820, wijz. E; WK: wijz. D; WK 2313, wijz. B; WK 2314, wijz. B; WK 2336, wijz. A; WK 2337, wijz. A; WK 2338, wijz. A en WK 2339, wijz. H. Wij verzoeken u met onze telecommunicatieverbindingen rekening te houden en deze voor de duidelijkheid en ter bescherming op de plantekening met een aanduiding aan te geven.
R.inkrck-cninr ^ Sd
; ) Pmml-min.- i^^ 1 H">,l-Ur.........r •, r.-......l
-2-
Kenmerk Tr/N 57-1-0925 vdWk/Zo /LT
Voorts verzoeken wij u bij het uitvoeren vu werken en/of werkzaamheden in in de directe nabijheid van onze verbindingen met een ongestoorde ligging ervan rekening te houden en zonodig ons bedrijf bij het overleg te betrekken. Wij vertrouwen op uw medewerking te mogen rekenen en zien uw berichten gaarne tegemoet
Hoogachtend, N. V. Ebctriciteitsbedrijf Zuid-Holland
drs. ir. H.G. Manman hoofd Transpon
Reagtie OP de brief van Electiricteitsbedrüf Zuid-Holland De in de brief bedoelde telecommunicatieverbindingen zijn niet via een bestemming geregeld, omdat er geen sprake is van een leiding van dusdanige importantie {veiligheidsafstanden en/of bovenlocaal belang) dat regeling in een bestemmingsplan noodzakelijk is. Wel is de aanwezigheid van deze leiding alsnog in de toelichting vermeld.
- 64-
Bijlagen toelichting
BIJLAGE 1
LIJST VAN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN " * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Beverenstraat, Cornelis van 15/17 Beverenstraat, Cornelis van 19/21 Beverenstraat, Cornelis van 23/25 Beverenstraat, Cornelis van 27/29 Beverenstraat, Cornelis van 31 Beverenstraat, Cornelis van 33 Beverenstraat, Cornelis van 35 Bleyenburgstraat, Adriaan van 10 t/m 34 Dubbeldamseweg 19/21 Raadtsingel, burgemeester de 31/33 Rozenhof 1 t/m 42 Singel 1 92/Dubbeldamseweg 1 Singel 224 t/m 236 Singel 243 Singel 268 Singel 457 Singel 508 t/m 522 en 524 t/m 530 Singel 532 t/m 550 Stationsweg 1 Stationsweg 4 + Burgemeester de Raadtsingel 73a Wittstraat, Cornelis de 28/30
- 65 -
BIJLAGE 2
OBJECTEN EN GEBIEDEN
provinciale inventarisatie in het van het M.I.P Objecten * Balenstraat, Matthijs 3;5;4;6 - woonhuis - ca. 1 880 * Balenstraat, Matthijs 1-8;13-29 - woonhuis - 1875-1880 * Balenstraat, Matthijs 16 - woonhuis- 1875-1880 * Beverenstraat, Cornelis van 1 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 2-6 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 3 - woonhuis - ca, 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 5;7 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 9;1 1 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 13 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 15-21 - woonhuis - 1899 * Beverenstraat, Cornelis van 18-28 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 23-29 - woonhuis - ca. 1 890 * Beverenstraat, Cornelis van 30;32 - woonhuis-winkel - ca. 1905 * Beverenstraat, Cornelis van 31 - woonhuis - ca. 1900 * Beverenstraat, Cornelis van 33 - woonhuis - ca. 1 900 * Beverenstraat, Cornelis van 34;36 - woonhuis (tegenwoordig met balletschool - ca. 1910 * Beverenstraat, Cornelis van 35 - woonhuis - 1899 * Beverenstraat, Cornelis van 38;40 - woonhuis-bedrijf - 1910 * Beverwijckstraat 7;9 - woonhuis-winkel - 1930-1939 * Blekersdijk 9-21 - woonhuis-winkel - ca. 1905 * Blekersdijk 23-37 - woonhuis-bedrijf (vroeger met winkel) - ca. 1900 * Blekersdijk 39;41 - kerk - 1898 * Blekersdijk 43 - woonhuis - ca, 1900 * Blekersdijk 47-59 - woonhuis-winkel - ca. 1900 * Blekersdijk 61-73 - woonhuis-winkel - ca. 1900 * Blekersdijk 75;77 - woonhuis - ca. 1 900 * Blekersdijk 79-91 - woonhuis (vroeger met winkel) - ca. 1900 * Bleyenburgstraat, Adriaan van - woonhuis - ca. 1 905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 2;4 - woonhuis - ca. 1 905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 3-33 - woonhuis - ca. 1905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 6;8 - woonhuis - ca. 1 905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 10-34 - woonhuis - 1903 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 35-43 - woonhuis - ca. 1905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 36;38 - woonhuis - ca. 1905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 40 - woonhuis - ca. 1905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 42 - woonhuis - ca. 1900 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 45;47 - woonhuis - ca. 1905 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 46;48 - woonhuis - 1900 * Bleyenburgstraat, Adriaan van 50 - woonhuis - ca. 1905 * Dubbeldamseweg 19 - kerk - 1939 * Dubbeldamseweg 56;58 - woonhuis - 1875-1 900 * Havenstraat 1-27;2-44 - woonhuis - 1880-1900 (gedeeltelijk gesloopt) * Heijdenstraat, generaal van der 1-23;2-34 - arbeiderswoning - ca. 1900 * Hoge Bakstraat 44 - accountantskantoor (voormalige kantine Victoriafabriek) - 19351940 * Koninginnestraat 1-15;41-75 - woonhuis - 1880-1900 * Koninginnestraat 6-44 - straatwand - ca. 1925 - 66 -
Koninginnestraat 17-39 - woonhuis - ca. 1900 Latourpad 3-21 - woonhuis - ca. 1900 Oudenhovenstraat 1 ;3 - herenhuis - 1875-1900 Oudenhovenstraat 6-14 - woonhuis - ca. 1880 Oudenhovenstraat 16-22 - woonhuis - ca. 1880 Oudenhovenstraat 24-30 - woonhuis - ca. 1880 Oudenhovenstraat 38-46 - woonhuis - ca. 1880 Raadtsingel, burgemeester de - kerk- 1920-1921 Raadtsingel, burgemeester de - pastorie - 1920-1925 Raadtsingel, burgemeester de 23;25 - verenigingsgebouw-woonhuis - 1927 Raadtsingel, burgemeester de 31 ;33 - villa-kantoor (voorheen woonhuis) - 1 8501875 Raadtsingel, burgemeester de 83 - villa-herenhuis - 1880-1900 Raadtsingel, burgemeester de 85;87 - villa - ca. 1920 Raadtsingel, burgemeester de 89 - villa-kantoor (voorheen woonhuis) - 1880-1900 Raadtsingel, burgemeester de 91 - villa-verpleeginrichting (voorheen woonhuis) - ca.
1880 Raadtsingel, burgemeester de 93 - villa-woonhuis - 1880-1882 (gesloopt) Raadtsingel, burgemeester de 97 - winkel (voorheen kantoor) - 1939 Rozenhof - fontein - 1875-1900 (verplaatst naar Beverwijcksplein) Rozenhof 1-31;2-38 - herenhuis - 1895-1898 Rozenhof 33 - kantoor (voorheen buitenhuis) - 1892 Schoutenstraat, Jan 1-25:2-24 - woonhuis - 1880-1900 Singel 192 - kerk-woonhuis - 1920-1921 Singel 195 - woonhuis (voorheen met winkel) - ca. 1900 Singel 197;199 - woonhuis-kantoor (vroeger met winkel) - ca. 1910 Singel 201 - woonhuis - ca. 1 905 Singel 203 - woonhuis - ca. 1 935 Singel 205 - kantoor (voorheen woonhuis) - ca. 1905 Singel 207;209 - woonhuis-kantoor (voorheen woonhuis) - ca. 1910 Singel 210-216 - woonhuis - 1875-1900 Singel 211 -221 - woonhuis-kantoor (voorheen woonhuis) - ca. 1 905 Singel 222 - school - ca. 1920 Singel 223 - woonhuis-praktijk (voorheen woonhuis) - ca. 1905 Singel 224-236 - woonhuis (soms kantoor) - ca. 1875 Singel 225 - woonhuis-kantoor (voorheen woonhuis) - ca. 1905 Singel 227 - woonhuis-kantoor (voorheen woonhuis) - ca. 1905 Singel 242 - woonhuis-herenhuis - 1875-1900 Singel 243 - woonhuis - ca. 1 900 Singel 268 - villa-bank (voorheen woonhuis) - 1909 Singel 276-288 - herenhuis - 1 870-1 875 Singel 289;291 - woonhuis - ca. 1880 Singel 293;295 - woonhuis - 1 882 Singel 294 - woonhuis-herenhuis - 1870-1875 Singel 297 - woonhuis - 1 875-1880 Singel 298-306 - straatwand schippersinternaat (voorheen individuele woonhuizen) ca. 1880 Singel 299 - woonhuis - ca. 1 880 Singel 301 - woonhuis - ca. 1 880 Singel 305;307 - woonhuis-winkel - 1930-1939 Singel 308:310 - herenhuis - 1850-1875 Singel 314 - villa - 1922-1925 Singel 330 - woonhuis-winkel - ca. 1910 Singel 347;357 - woonhuis - ca. 1 880 Singel 374-378 - woonhuis - 1880-1885 Singel 380 - kantoor - 1905-1910
- 67 -
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Singel 41 5;41 7 - woonhuis - 1 890-1 895 Singel 419 - herenhuis - 1879 Singel 445 - woonhuis - ca. 1875 Singel 447-451 - kantoor - 1 880-1 900 Singel 457 - woonhuis - ca, 1875 Singel 477-527 - appartementencomplex - 1925-1928 Singel 508-522 - herenhuis - ca. 1900 Singel 524-532 - herenhuis - 1880-1900 Singel 534-550 - herenhuis (nr. 550 café) - ca. 1910 Spuiboulevard 262 - pakhuis-opslag - 1880-1905 Spuiweg 52;54 - woonhuis-winkel - ca. 1880 Spuiweg 1 60 - woonhuis - 1 875-1 880 Spuiweg 162;164 - herenhuis - 1875-1880 Spuiweg 168;174 - herenhuis - 1875-1880 Spuiweg 1 76-1 80 - herenhuis - 1 900-1 905 Spuiweg 443 - school - 1908 Stationsweg 1 - villa-kantoor (voorheen woonhuis) - 1870-1880 Wilhelminastraat, koningin 2;4 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 5-11 ;25-47 - woonhuis - ca. 1 900 Wilhelminastraat, koningin 6-12 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 14;16 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 18-24 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 26 - woonhuis - ca. 1910 Wilhelminastraat, koningin 28;32 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 36;38 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 40 - woonhuis - ca. 1930 Wilhelminastraat, koningin 42-50 - uitvaartcentrum (voorheen ziekenhuis) - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 49;51 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 49-79 - woonhuis - ca. 1900 Wilhelminastraat, koningin 53;55 - woonhuis - ca. 1 900 Wilhelminastraat, koningin 57;59 - woonhuis - ca. 1 900 Wilhelminastraat, koningin 61-67 - woonhuis-bedrijf - ca. 1900 Wittstraat, Cornelis de 12 - garage (voorheen houtloods) - ca. 1930 Wittstraat, Cornelis de 14 - woonhuis-berging (voorheen met garage) - ca. 1930 Wittstraat, Cornelis de 28:30 - kerk - 1 900 Wittstraat, Cornelis de 32 - school - 1889 (gesloopt} Wittstraat, Cornelis de 64;66 - woonhuis - ca. 1875 Wittstraat, Cornelis de 84;86 - woonhuis - ca. 1 875 Wittstraat, Cornelis de 88-92 - woonhuis (voormalig annex bondsgebouw) - 1879 Wittstraat, Cornelis de 94;96 - woonhuis - 1875-1 900 Wittstraat, Johan de 25 - herenhuis - ca. 1 875 Wittstraat, Johan de 31 - herenhuis - ca. 1900 Wittstraat, Johan de 33 - herenhuis - 1850-1 875 Wittstraat, Johan de 35;37 - herenhuis-hotel - ca. 1870 Wittstraat, Johan de 39;41 - herenhuis - ca. 1870 Wittstraat, Johan de 43 - woonhuis-galerie - ca. 1870 Wittstraat, Johan de 45 - herenhuis - 1870-1875 Wittstraat, Johan de 47 - herenhuis - 1850-1875 Wittstraat, Johan de 49 - woonhuis-café - 1870-1875
Uit bovenstaande inventarisatielijst zijn door de provincie de volgende objecten geselecteerd voor nader onderzoek: Beverenstraat, Cornelis van 1 Beverenstraat, Cornelis van 3 Beverenstraat, Cornetis van 5/7 Beverenstraat, Cornelis van 9/11
- 68 -
Beverenstraat, Cornelis van 13 Beverenstraat, Cornelis van 15-21 Beverenstraat, Cornelis van 23-29 Beverenstraat, Cornelis van 31 Beverenstraat, Cornelis van 33 Beverenstraat, Cornelis van 35 Btekersdijk 19 Blekersdijk 39/41 Blijenburgstraat, Adriaan van 10 t/m 34 Dubbeldamseweg 19/21 Rozenhof 1 t/m 42 Singel 192 Singel 224-236 Singel 243 Singel 268 Singel 276-288 Singel 312 Singel 314 Singel 457 Singel 508-522 Singel 524-532 Singel 534-550 Stionsplein 1 t/m 4 Stationsweg 1 Wittstraat, Cornelis de 28-30
Gebieden Het gebied Rozenhof, begrensd door Singel, Koninginnestraat, Havenstraat en Hoge Bakstraat, is geselecteerd als uitbreiding van het beschermd stadsgezichtgebied. Een andere uitbreiding wordt begrensd door de Blekersdijk/Dubbeldamseweg, de achterzijden van de percelen aan de Burgemeester de Raadtsingel, Johan de Wittstraat en Cornelis de Wittstraat. Het perceel Cornelis de Wittstraat 28-30 valt binnen de genzen.
- 69-
Bijlage 3.
GEDEPUTEERDE ï
STADS BESTUURSCENTRUM Afd. Secretariaat Dordrecht Tel,: 6256/6257
l 8 JUN 1999
Pr
ZuiD HOLLAND Burgemeester en WetnuuütiJ
'"gekomen:
DIRECTIE WATER EN MILIEU afdeling Lucht, Veiligheid en Getuid
1 JULI
CONTACTPERSOON J. Bakker DOORKIESNUMMER 070-4417655 E-MAIL
[email protected] PROVINCIEHUIS Zuid-Hoüandplein i Postbus 90602 2509 LP Den Haag TELEFOON 070-441 66 11 FAX 070 - 441 78 26 WEBSITE www.pzh.nl
ONS KENMERK
UW KEN MERK
DWM/174376A
2648-PM
2 5 JUN11999
BESLUIT van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 14 juni 1999
Op 23 maart 1999 hebben wij van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht een verzoek ontvangen om hogere grenswaarden Wet geluidhinder vast te stellen voor nieuwbouwlocaties binnen de zone van diverse wegen in het plangebied alsmede binnen de zone van de spoorlijnen Dordrecht-Lage Zwaluwe en DordrechtGorinchem. De diverse locaties behoren tot het plangebied 'Schil-west'. Het verzoek voldoet aan alle wettelijke bepalingen en past bovendien binnen ons beleid. Wij hebben dan ook besloten de hogere grenswaarden conform het verzoek vast te stellen. Besluit Gelet op het voorgaande en gelet op Hoofdstukken VI en VII van de Wet geluidhinder, hebben wij de hogere grenswaarden vastgesteld zoals vermeld in de bij dit besluit behorende bijlagen i en 2.
Tram i en 9 CD bus 18.67, 88 en 90 stoppen bij bet provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is bet tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt.
Kanttekeningen Bij dit besluit plaatsen wij de volgende kanttekeningen: • de hogere grenswaarden wegverkeerslawaai zijn vastgesteld inclusief de correctie overeenkomstig artikel 103 van de Wet geluidhinder; • de planvoorschriften en/of de plankaart van het eventueel hiermee samenhangende bestemmingsplan dienen voldoende waarborgen te bevatten tegen het overschrijden van de (hogere) grenswaarden; • bij de woningen met een geluidsbelasting van meer dan 55 dB(A) moeten de geluidsgevoelige binnenruimten en buitenruimten zoveel mogelijk worden gesitueerd aan de geluidluwe gevel; • wellicht ten overvloede merken wij op dat wij bij de totstandkoming van dit besluit alleen aspecten hebben mogen betrekken die rechtstreeks voortvloeien uit de toepassing van de Wet geluidhinder. Aan dit besluit kunnen dan ook geen rechten worden ontleend met betrekking tot eventuele andere door ons te nemen besluiten over bijvoorbeeld bouw- en bestemmingsplannen.
ONS KENMERK DWM/i7<»376A PAGINA 2/8
Bezwaar Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen tegen dit besluit. Het bezwaarschrift dient te worden ingediend binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit, onder vermelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift.
GedeputeeFée-Staten van Zuid-Ho 11 and.
J.P. vanderWeij, hoofd bureau Geluid
Verzonden:
2 5 JUN11999
APSCHRIFT AAN
de regionale inspecteur van de Inspectie Milieuhygiëne Zuid-West, Postbus 5312, 2280 HH Rijswijk; NS Railinrrabeheer BV, afdeling Grondverwerving en Juridische Zaken, Postbus 2025. 3500 HA Utrecht.
ONS KENMERK
Bijlage i
BWM/174376A
PAGINA 3/8
Besluit hogere grenswaarden wegverkeerslawaai hogere geluidsbron object/terrein grenswaarden omschrijving aantal Nr. in dB(A) 60 Spuiboulevard A Spuiweg-Spuiboulevard 100 Spuiweg 55 Spuiboulevard B Van Godewijckstraat 120 55 Achterhakkers Sluisweg-Spuiboulevard 30 51 " Sluisweg 54 Spuiboulevard 63 D Papeterspad/ 40 Hellingen 53 Geldelozepad Papeterspad 54 Van Strijsingel 53 j ^Jicolaas Maessingel 6 Nicolaas Maessingel 63 i Sluisweg 36-46 6 Sluisweg 56 Sluisweg Sluisweg 64-68 4 3 , 55 Sluisweg Sluisweg 78-80 4 4 54 ï Rozenhof 27-29 Havenstraat 3 53 Havenstraat 61 Rozenhof 40-42 9 3 B. de Raadtsingel Si Havenstraat 10 Rozenhof 3 3 53 15 Papeterspad 18 Van Strijsingel 427 4 52 Van Strijsingel 58 8 Van Strijsingel Van Strijsingel 419 53 19 20 Kilwijkstraat i l Kilwijkstraat 55 Spuiweg 51 Spuiboulevard 21 Spuiweg 17-21 3 51 Spuiweg 54 2 22 Spuiweg 25-27 Spuiweg 55 Spuiweg 29-35 Spuiweg 23 4 55 2 Spuiweg 56 24 Spuiweg 39-41 26 2 Spuiweg Spuiweg 47-49 57 2 Spuiweg 27 Spuiweg 53-55 57 28 2 Spuiweg Spuiweg 59-61 57 Spuiweg 29 Spuiweg 65-71 4 57 30 Spuiweg 73-83 8 Spuiweg 58 Spuiweg 85-91 Spuiweg 58 31 4 l Spuiweg Van Strijsingel 391-395 58 32 A. Cuypsingel 51 2 Van Strijsingel 397-399 Spuiweg 33 53 Van Strijsingel 52 Van Strijsingel 348-350 2 Spuiweg 60 34 2 Spuiweg 60 Spuiweg 97-99 35 36 Spuiweg 105-111 Spuiweg 60 4 Spuiweg 40-66 26 Spuiweg 56 37
ONS KENMERK
DWM/174376A PAGINA 4/8
Nr. 38 39 40 41 42 43 44 45 46
47
48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 60 61 62 64 65
69
70 71 72
Besluit hogere grenswaarden wegverkeerslawaai hogere object/terrein geluidsbron grenswaarden aantal omschrijving indB(A) Spuiweg Spuiweg7o-no 40 57 Spuiweg 11 2-1 14/ 8 Spuiweg 57 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 383-389 57 Spuiweg A. Cuypsingel 377-381 52 4 A. Cuypsingel 58 Spuiweg 116 Spuiweg 62 4 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 342-344 55 Spuiweg 122-130 8 Spuiweg 62 2 Spuiweg 62 Spuiweg 136-138 Spuiweg 61 Spuiweg 144-148 4 Küwijkstraat 52 2 Spuiweg Spuiweg 158-1 60 57 Küwijkstraat 52 Spuiweg 162-166 Spuiweg 4 56 Krispijnse tunnel 52 B. de Raad ts i n gel 51 Spuiweg 172 2 Spuiweg 52 Krispij nse tunnel 55 B. de Raad ts in gel 53 Krispijnse tunnel Spuiweg 180 2 55 B. de Raad ts i n gel 59 2 B. de Raadtsingel Spuisingel 182-184 63 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 330 2 57 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 312 2 57 A. Cuypsingel 2 A. Cuypsingel 353-355 58 2 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 347 58 Muys van Holygang i o 2 A. Cuypsingel 52 A. Cuypsingel 10 58 A. Cuypsingel 335-341 A. Cuypsingel A, Cuypsingel 321 2 58 2 A. Cuypsingel 58 A. Cuypsingel 31 5 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 305-307 58 4 A. Cuypsingel 303 2 A. Cuypsingel 59 2 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 295 59 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 273-283 6 59 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 272 2 59 A. Cuypsingel A. Cuypsingel 268 8 58 Stationsweg 51 J. de Wittstraat 54 A. Cuypsingel Stationsweg i 3 52 J. de Wittstraat 54 Stationsweg 59 J. de Wittstraat J. de Wittstraat 49-51 2 58 1 de Wittstraat J. de Wittstraat 31-39 8 62 J. de Wittstraat 29 I. de Wittstraat 2 63
ONS KENMERK
DWM/174376A PAGINA 5/8
Besluit hogere grenswaarden wegverkeerslawaai geluidsbron hogere object/terrein grenswaarden omschrijving aantgl Nr. indB{A) Con.Wilhelmina2 Kon.WUhelnünastraat 59 73 straat 65-67 Kon.Wilhelmin astraat 2 C. van Beverenstraat 2-4 57 74 Kon .Wil heimina6 Kon.WUhelminastraat 56 75 straat 42-50 N. Maessingel C. van Beverenstraat 60 2 62 77 N. Maessingel 62 N. Maessingel 227 2 78 N. Maessingel N. Maessingel 211 2 62 8l N. Maessingel 2 82 N. Maessingel 232 63 N. Maessingel N. Maessingel 218-222 83 4 59 Dubbeldamseweg Dubbeldamseweg 19-23 8 89 54 2 Dubbeldamseweg 90 Dubbeldamseweg 9-11 55 M > Maessingel 194-206 N. Maessingel 6 63 91 F. Bolsingel 51 N. Maessingel 62 92 N. Maessingel 197-199 4 N. Maessingel 61 N. Maessingel 195 2 93 F. Bolsingel Blekersdij k 91 55 Blekersdijk 53 Blekersdijk Blekersdijk 61-63 2 94 59 Blekersdijk Blekersdij k 59/ 2 56 95 A. van Bh'jenburgstraat Blekersdijk 2 53 97 Blekersdijk 35-37 Kon .Wilhehninastraat 54 Blekersdijk Blekersdijk 23-29 98 53 4 Blekersdijk Blekersdijk 13 2 53 99 Blekersdijk 100 Blekersdijk i/ 6 Si C. de Wittstraat 62 C. de Wittstraat 20-26 Kon.WUhelminastraat 101 Blekersdijk 39-4* 20 51 Blekersdijk 52 N. Maessingel 61 102 N. Maessingel 192 2O F. Bolsingel 54 Dubbeldamseweg 55 C. de Wittstraat 103 C. de Wittstraat 28-30 1O 58 Dubbeldamseweg Dubbeldamseweg 5-7 2O 104 55
provincie HOTT AND ÜLLAJND
ZUID
ONS KENMERK
Bijlage 2
DWM/174376A PAGINA 6/8
Nr. A B _, D
j i 2
3 4
5 6 7
8 9
10 11 12 13 14 15
16 17 18
19 20 22 23 24 25 26
27 28
29 30 31 32
33 34 35 36 37
Besluit hogere grenswaarden spoorweglawaai geluidsbron object/terrein aantal omschrijving Spuiweg-Spuiboulevard Van Godewij ckstraat Sluisweg-Spuiboulevard Papeterspad/ Geldelozepad •ftcolaas Maessingel Sluisweg 36-46 Geldelozepad 154-158 Sluisweg 64-68 Sluisweg 78-80 Van Strijsingel 548-550 Rozenhof 27-29 Rozenhof 11-13 Van Strijsingel 524 Rozenhof 40-42 Rozenhof 33 Rozenhof 2 Van Strijsingel 522 Van Strijsingel 508 Koninginnestraat 14 Van Strijsingel 455 Van Strijsingel 451 Van Strijsingel 445 Van Strijsingel 427 Van Strijsingel 419 Küwijkstraat i Spuiweg 25-27 Spuiweg 29-35 Spuiweg 39-41 Geldelozepad 16 Spuiweg 47-49 Spuiweg 53-55 Spuiweg 59-61 Spuiweg 65-71 Spuiweg 73-83 Spuiweg 85-91 Van Strijsingel 391-395 Van Strijsingel 397-399 Van Strijsingel 348-350 Spuiweg 97-99 Spuiweg 105-111 Spuiweg 40-66
100 120 30 40
Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614
6 6
Traject 61 9 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614» Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614
4 4 4 2
3 4 2
3
15 2 2
2 2 2 2 4
4 8 l 2
4 2
2 2
2 2 4
8 4 l 2
2 2
4 26
hogere grenswaarden in dB(A) 62 65 64 65 62 63 64 63 64 65 65 65 65 69 67 65 66 65 65 66 66 66 65 63 64 61 61 61 61 61 61 62
62 62
63
65 64 63
63 64 63
provincie
ONS KENMERK
DWM/174376A PAGINA 7/8
Nr.
Besluit hogere grenswaarden spoorweglawaai geluidsbron object/terrein omschrijving aantel
54
Spuiweg 70-110 Spuiweg ii2-ii4/ A. Cuypsingel 383-389 A. Cuypsingel 377-381 Spuiweg 116 A. Cuypsingel 342-344 Spuiweg 122-130 Spuiweg 136-138 Spuiweg 144-148 Spuiweg 158-160 Spuiweg 16 2-1 66 Spuiweg 172 Spuiweg 180 Spuisingel 182-184 A. Cuypsingel 330 A. Cuypsingel 31 2 A. Cuypsingel 353-355 A. Cuypsingel 347 Muys van Holygang 10
55
A. Cuypsingel 335-341
56
64 65
A. Cuypsingel 321 A. Cuypsingel 305-307 Vluys van Holystraat 2-8 A. Cuypsingel 303 A. Cuypsingel 295 A. Cuypsingel 273-283 A. Cuypsingel 272 A. Cuypsingel 268
69
Stationsweg i
3
70 72
J. de Wittstraat 49-51 J. de Wittstraat 29 Kon .WUhelminastraat 42-50 N. Maessingel 227 N. Maessingel 211
2
38 39 4O 4* 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
5»
59 60 61 62
75 78 81
40 8
Traject 614 'raject 614
64
4
Traject 614 ïaject 614
64 64
'raject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 614 Traject 6 14 Traject 614 Traject 61 9 Traject 614 Traject 61 9 Traject 614 Traject 614 Traject 619
64 65 65 65 65 66
4 8 2
4 2
4 2 2 2
2 2 2 2 2 1O 2
4
4 2 2 6 2
8
2 6
2 2
83
N. Maessingel 232 N. Maessingel 218-222
4
89
Dubbeldamseweg 19-23
8
90
Dubbeldamseweg 9-1 1
2
82
hogere grenswaarden indfi(A)
2
Traject 619 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 621
66
7i 73 66 66 64 63 63 66 61 61 61 63 63 62 65
69 61 68 65 62 62 62 65
64 61 63
62 61 64 63 65 62
provincie
ONS KENMERK
DWM/174376A
PAGINA 8/8
Nr.
Besluit hogere grenswaarden spoorweglawaai geluidsbron object/terrein aantal omschrijving
2
Traject 619 Traject 621 Traject 619
63 61 63
2
Traject 619
61
2
Traject 61 9 Traject 61 9 Traject 619 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 621 Traject 619 Traject 621
61 62 61 64 61 66 64 62 61 69 65
92
N. Maessingel 197-199
4
93
96 98 99 101
N. Maessingel 195 Blekersdij k 91 Blekersdijk sg/ A.vJBlij enburgstraat A-v-Blijenburgstraat 3-5 Blekersdijk 23-29 Blekersdijk 13 Blekersdijk 39-41
20
102
N. Maessingel 192
2O
103
C. de Wittstraat 28-30
1O
104
Dubbeldamseweg 5-7
2O
95
hogere grenswaarden in dB(A)
4 2
Voorschriften
Voorschriften deel uitmakende van hel bestemmingsplan "Schil-west"
Inhoudsopgave Hoofdstuk l
Alaemenjjjgepglingen artikel 1 Begripsbepalingen artikel 2 Wijze van meten artikel 3 Overschrijding van bouwgrenzen
Hoofdstuk II
Bestemmingsvoorschriften artikel 4 Beschrijving in hoofdlijnen artikel 5 Centrumvoorzieningen artikel 6 Woongebied artikel 7 Gemengd woongebied artikel 8 Bedrijven artikel 9 Groenvoorzieningen artikel 10 Verkeersdoeleinden artikel 11 Openbare ruimten artikel 12 Waterkering
6 11 15 19 23 24 25 26 27
Bijzondere bepalingen artikel 1 3 Vrijstellingsbevoegdheid
28
Gebruiksbepalina artikel 14 Gebruik van gronden en bebouwing
29
Hoofdstuk III
Hoofdstuk IV
Hoofdstuk V
Overgangs-, straf- en^lotbepalinaen artikel 15 Bestaand gebruik van gronden en bebouwing artikel 16 Vernieuwing of verandering bestaande bebouwing artikel 17 Strafbaarstelling artikel 18 Naam
bijlage: Staat van Bedrijfsactiviteiten
30 30 30 30
HOOFDSTUK i
Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen 1. het plan het bestemmingsplan "Schil-west", zoals vervat in de sub 2. bedpelde plankaart en deze voorschriften. 2.
de plankaart de kaart (tekening nr. S3 27 35) met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen
3.
bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
4.
bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
5-
geb_ouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
6.
bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.
bouwgrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen. 8.
bestemmingsvlak een op de plankaart door besternmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming.
9.
bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
10. bestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak. 11. hoofdgebouw een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmeting en/of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 12.
bijgebouw een gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
13. aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat als een uitbreiding van dat hoofdgebouw te beschouwen is, zoals een bijkeuken, serre, berging, magazijn.
- 1-
14.
peil
a, b.
c. d,
15.
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; voor gebouwen die rechtstreeks aan een dijk grenzen: de hoogte van de dijk ter plaatse van de aansluiting op het gebouw; op- en afritten worden voor de bepaling van het peil tot de dijk gerekend voor bouwwerken die op of boven water worden gebouwd: de gemiddelde hoogte van de aangrenzende weg in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
woning
een (gedeelte van) een gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. 1 6.
vrij beroep
een beroep uitgeoefend op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied. 17. praktijkruimte een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van een vrij beroep. 18. beroepsuitoefening aan huis de uitoefening van een beroep, niet zijnde een vrij beroep, in de woning waarin de beroepsuitoefenaar woont, één en ander zoals beoefend door een kapper, een horlogemaker, een fotograaf, een kleermaker of vergelijkbaar beroep. 1 9a. detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden -hieronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen- aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 19b. volumineuze detailhandel bedrijven waarvan de vestiging in traditionele winkelgebieden de voorkeur heeft r> die daar moeilijk inpasbaar zijn en waarvan vestiging elders derhalve niet uitgesloten mag worden geacht. Het betreft branches met volumineuze artikelen die een groot verkoopvloeroppervlak vergen zoals: - bouwmarkten - grootschalige meubelbedrijven, inclusief woninginrichting/stoffering. 20.
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals een kapper, een reisbureau, een uitzendbureau, een bank.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of spijzen, zoals een café, een restaurant, een croissanterie, een snackbar, een koffiehuis. Onder horeca wordt mede verstaan een afhaalwinkel/-centrum. het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, dranken en/of spijzen, zoals een hotel. 22.
kantoor
een gebouw of gedeelte daarvan, dat dient voor het verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
- 2-
23. winkellint aaneengesloten bebouwing met op de begane grond overwegend functies gericht op detailhandel en dienstverlening. 24.
structuurbepalende lijn een op de plankaart aangegeven lijn welke bebouwing aanduidt met een hoge straatwandwaardering uit stedenbouwkundig oogpunt.
25. maatschappelijke dogleinden voorzieningen in de openbare, sociale, culturele, onderwijs, religieuze en medische sfeer. 26. Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die onderdeel uitmaakt van deze voorschriften. 27. cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied. 28.
zone een zone als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder of artikel 3 van het Besluit geluidhinder spoorwegen
- 3-
Artikel 2
Wijze van meten
Voor de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. de hoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend. 2. de lengte, breedte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren), loodrecht gemeten op 1 m hoogte boven het peil. 3. oppervlakte van een gebouw tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren). 4. inhoud van een gebouw tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen en boven peil, 5. aJsiand tot een zijdelingse bouwperceelsgrens tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
Artikel 3
Overschrijding van bouwgrenzen
1.
De op de plankaart, aangegeven bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen als standleidingen voor hemelwater, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, mits: a. de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,50 m; b. bij overschrijding van de bestemmingen verkeersdoeleinden en openbare ruimten bouwdelen, behoudens stoepen en stoeptreden, niet lager worden aangebracht dan 4,20 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 0,50 m langs een rijweg en niet lager dan 2,20 m boven voetpaden e.d. voorzover deze geen deel uitmaken van de hierboven bedoelde strook; stoepen en stoeptreden zijn slechts toegestaan, mits een voetpad ter breedte van tenminste 2 m beschikbaar blijft.
2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in het eerste lid voor overschrijding van bouwgrenzen met tot gebouwen behorende bouwdelen als erkers, balkons, galerijen, hijsinrichtingen, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame, luifels, mits: a. de overschrijding niet meer bedraagt dan 2 m; b. bij overschrijding van de bestemmingen verkeersdoeleinden en openbare ruimten de bouwdelen niet lager worden aangebracht dan 4,20 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 0,50 m langs een rijweg en niet lager dan 2,20 m boven voetpaden e.d. voorzover deze geen deel uitmaken van de hierboven bedoelde strook; c. de overschrijding niet meer dan 10% van de beschikbare straatbreedte bedraagt.
- 5-
HOOFDSTUK II
Bestemminasvoorschriften
Artikel 4
Beschrijving in hoofdlijnen
De beschrijving in hoofdlijnen van de wijze waarop met dit plan de aan de gronden toegekende doeleinden zullen worden nagestreefd luidt als volgt: 1.
Algemeen De hoofddoelstellingen van dit plan zijn: het voorzien in een actuele juridische bestemmingsregeling met voldoende flexibiliteit voor het hele plangebied het behoud en waar mogelijk versterking van de in het plangebied voorkomende ruimtelijke, functionele en cultuurhistorische kwaliteiten versterking van de kantoor- en woonfunctie van Schil-west.
2.
Functionele structuur De functionele structuur is onder invloed van de ontwikkelingen sedert de jaren 70 veranderd. Langs de ontsluitingsroute (Spuiboulevard, Johan de Wittstraat, Stationsweg, Burgemeester de Raadtsingel) en op het Beverwijcksplein hebben zich werkgelegenheidsfuncties gevestigd. Binnen het door deze route omsloten gebied is de woonfunctie blijven overheersen, zij het dat langs de Singel een zekere mate van menging met andere functies voorkomt. Langs de Spuiweg en de Johan de Wittstraat-Stationsweg en in mindere mate langs de Dubbeldamseweg-Blekersdijk hebben zich op de begane grond publiekgerichte functies (detailhandel, dienstverlening, horeca en maatschappelijke doeleinden) gevestigd. In dit plan wordt uitgegaan van een versterking van de kantoor- en woonfunctie. Dit
betekent het volgende: nieuwe werkgelegenheidsfuncties en met name de versterking van het aandeel kantoren, worden gesitueerd aan de ontsluitingsroute, in ieder geval binnen een cirkel van 800 m. van het NS-station. versterking van de woonfunctie, bij voorkeur in de luwte van de ontsluitingsroute; daarnaast wordt incidentele uitbreiding van de woonfunctie langs de ontsluitingsroute van belang geacht ter voorkoming of doorbreking van monofunctionaliteit. ten behoeve van de veelkleurigheid van het stedelijk woonmilieu wordt een zekere menging met van het wonen afwijkende functies, zoals detailhandel, dienstverlening, kantoren, bedrijven en maatschappelijke doeleinden, van belang geacht. publiekgerichte functies zijn toegelaten op de begane grond langs de Spuiweg (winkellint), alsmede langs de Stationsweg, Johan de Wittstraat en Spuiboulevard. 3.
Ruimtelijke structuur A. Bestaande structuur Algemeen uitgangspunt is het behoud van de huidige ruimtelijke structuur, die in hoofdzaak wordt gevormd door het openbare gebied bestaande uit het voornamelijk oorspronkelijke wegen- en stratenpatroon, de straatwanden/bebouwing en de aanwezige structurele groenvoorzieningen. Een groot aantal straatwanden in het gebied heeft cultuurhistorische betekenis. Het is van belang die wanden te bewaren en waar nodig (en mogelijk) te verbeteren.
- 6-
Naast het belang van de rooilijn, de schaal en bouwhoogte gaat het hierbij om onderwerpen als de verpanding en de verschijningsvorm. Van belang zijn de straatwanden van de Singel, Rozenhof, Hoge Bakstraat, Koninginnestraat (westzijde), Spuiweg, Matthijs Balenstraat, Oudenhovenstraat, Johan de Wittstraat (westzijde), Koningin Wilhelminastraat, Adriaan van Blijenburgstraat, Cornelis van Beverenstraat en Blekersdijk. B.
Nieuwe ontwikkelingen
Nieuwe ontwikkelingen dienen ten minste behoud en waar mogelijk versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur als uitgangspunt te hebben. De grenzen van nieuwe ontwikkelingen worden bepaald door de mogelijkheden van een goede ruimtelijke inpassing in de bestaande ruimtelijke structuur, een en ander zoveel mogelijk met behoud van aanwezige kwaliteiten in de directe omgeving. In verband met de externe veiligheidssituatie vanwege de spoorbaan mag, in afwachting van de vaststelling van een locaal risico-beleid, ten hoogste 50.000 m2 b. v. o. risico-gevoelige bebouwing worden toegevoegd. Dit maximum geldt voor het gebied begrensd door de spoorbaan. Oude Maas, Kalkhaven, Spuihaven, Biekersdijk en Dubbeldamseweg (noord). Bi] de bepaling van het aantal gerealiseerde m2 blijft nieuwbouw bestemd voor minder dan 50 personen buiten beschouwing. Voorts moet in de volgende gebiedsdelen met de hieronder beschreven specifieke aspecten rekening worden gehouden: Beverwiicksplein
In het gebied ten westen van de Beverwijcksstraat dient nieuw op te richten bebouwing (kantoren en/of wonen) nabij de Spuiboulevard te worden gesitueerd en qua bouwmassa, hoogte en architectuurbenadering te reageren op de reeds aanwezige bebouwing langs de Spuiboulevard, waarbij een hoogte-accent als verbijzondering kan worden toegepast. Burgemeester de Raadtsinael 1. De noordzijde van de Burgemeester de Raadtsingel voldoet aan de locatievoorwaarden voor kantoorvestiging (A-locatie); op kantoorvestiging gerichte ontwikkelingen dienen hier te worden gestimuleerd. Uitbreiding van de woonfunctie is in verband met de geluidhindersituatie (wegen spoorweglawaai) niet mogelijk. 2. Uitgangspunt is de huidige ruimtelijke structuur geen geweld aan te doen. Gestreefd dient te worden naar een ontwikkeling die aansluit bij het bestaande bebouwingskarakteristiek, d.w.z. overwegend middelgrote en vrijstaande bouwmassa's die qua situering, hoogte, architectuur en uitstraling aansluiten op de karakteristiek van de 19e eeuwse bebouwing en de aard van de (stations-t omgeving. 3. Bij herontwikkeling ter plaatse van de locaties Burgemeester de Raadtsingel 9595a (Leen Bakker-Schippersschool/-internaat) en 45-47 (RK-kerk/-pastorie) zijn ruimtelijke mogelijkheden aanwezig voor meer grootschalige invullingen en hoogte-accenten, zij het onder de voorwaarde dat aan het onder 2. beschreven beeld geen afbreuk wordt gedaan en ook overigens geen onevenredige verslechtering van het woon- en leefklimaat in de omgeving ontstaat. Hoek Souiboulevard - Sluisweg
1.
Voor deze locatie, bij de westelijke entree naar de historische binnenstad (Prinsenstraat) en aan het begin van de nieuw in te richten Spuiboulevard, is een versterking van de ruimtelijke structuur gewenst.
- 7-
2.
3.
4.
Tot deze locatie behoren de woonpanden langs de Sluisweg, nabij de hoek van de Spuiboulevard én het achterliggende terrein ter plaatse van het semi-permanente schoolgebouw. Een gefaseerde aanpak is mogelijk, zij het dat het tot stand brengen van een goede ruimtelijke afstemming zowel binnen de locatie als in relatie tot de omgeving, voorwaarde is. In geval van herontwikkeling dient de nieuwe bebouwing te reageren op en rekening te houden met voor de locatie relevante stedenbouwkundige gegevenheden, zoals zichtlijnen, rooilijnenverloop en de overgang van een kleinschalige naar een grootschalige bebouwingsstructuur (Achterhakkers/Sluisweg versus Spuiboulevard). In functioneel opzicht zijn hier kantoren, dienstverlening en maatschappelijke functies mogelijk. Om het eenzijdige kantoren-karakter aan de zuidzijde van de Spuiboulevard te doorbreken dient voor de verdiepingen primair te worden gestreefd naar het realiseren van woningen of een combinatie van woningen en kantoren. Een enkele kantoorinvulling wordt echter niet uitgesloten. Bijzondere aandacht vragen het op peil houden van de woonomstandigheden aan de Sluisweg en het Geldelozepad en het behoud van een qua omvang en inrichting kwalitatief goede groen-/speelvoorziening.
Hoek Spuiboulevard -Spuiweg 1. Als uitgangspunt voor een eventuele herontwikkeling geldt dat op deze markante locatie de voor de Spuiweg typische functionele en bebouwingskarakteristiek herkenbaar blijft en dat overigens een goede aansluiting op de grootschalige bebouwing langs de Spuiboulevard (o.a. het belastingkantoor) wordt bewerkstelligd. 2. Het gestelde onder punt 1. brengt mee dat in geval van gehele of gedeeltelijke vervanging van bebouwing in ieder geval aan de zijde van de Spuiweg de gevelwand in de bestaande rooilijn wordt gebouwd en dat de bebouwing qua hoogte, verpanding en gevelindeling aansluit op de bebouwingskarakteristiek van de Spuiweg. Als voortzetting van het winkellint langs de Spuiweg is op de begane grond vestiging van publiekgerichte functies van belang. 3. Aan de zijde van de Spuiboulevard kan in verband met een goede ruimtelijkstedenbouwkundige aansluiting op de bebouwing langs de Spuiboulevard van de huidige rooilijn worden afgeweken. In functioneel opzicht zijn hier detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke functies en kantoren mogelijk. Om het eenzijdige kantoren-karakter aan de zuidzijde van de Spuiboulevard te doorbreken dient voor de verdiepingen primair te worden gestreefd naar het realiseren van woningen of een combinatie van woningen en kantoren. Een enkele kantoorinvulling wordt echter niet uitgesloten. 4. Het aan de zijde van de Spuiboulevard realiseren van een hogere bebouwing kan bijdragen aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, die thans wordt bepaald door de forse bouwmassa van het belastingkantoor en de daarachter gelegen parkeergarage. 4.
Verkeersstructuur/openbare ruimte/parkeren 1. Voor de verkeersstructuur is handhaving van de huidige situatie uitgangspunt. De Spuiboulevard, Johan de Wittstraat, Stationsweg en Burgemeester de Raadtsingel behouden de functie van ontsluitingsroutes voor binnenstad en Schil-west. De Albert Cuypsingel, Nicolaas Maessingel, Spuiweg, Hellingen en Aert de Gelderstraat vervullen eveneens een stedelijke ontsluitingsfunctie, zij het van minder belang. De betekenis van de overige wegen en straten blijft beperkt tot die van buurt- of buurtontsluitingsweg, waarbij niet-bestemmingsverkeer zoveel mogelijk wordt geweerd. In verband hiermee dienen de parkeergarages rechtstreeks vanaf de -
- 8-
ontsluitingsroute (voor garages Spuihaven en Veemarkt via de Spuiboulevard) bereikbaar te zijn. Een gedeelte van de parkeergarage Veemarkt wordt gereserveerd voor het parkeren van voertuigen van marktkooplieden en voor touringcars. 2. Ter bevordering van het fietsgebruik wordt gestreefd naar directe en veilige routes voor (brom-)fietsers, in het bijzonder daar waar belangrijke auto- en fietsroutes samengaan of elkaar kruisen. 3. Doelstelling is de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte, met name van de Spuiboulevard, Johan de Wittstraat, Stationsweg en Burgemeester de Raadtsingel. Naast een ruimtelijk-visuele opwaardering is het tot stand brengen van een veilig en aangenaam verblijfsklimaat voor de voetganger belangrijk. Het Masterplan Spuiboulevard en het te ontwikkelen plan voor de herinrichting van de stationsomgeving zijn hiervoor kaderstellend. 4. Voor het parkeren wordt in geval van nieuwbouw voorts gestreefd naar: toepassing van een parkeerregime voor kantoren en publieke dienstverlening, gebaseerd op een parkeernorm van 1 parkeerplaats per 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak op eigen terrein of in een algemene parkeergarage. 5.
Groenstructuur 1. De groenstructuur is opgebouwd uit bomenrijen langs de hoofdontsluitingsroute (Spuiboulevard-Johan de Wittstraat-Stationsweg-Burgemeester de Raadtsingel) en langs de Singel, alsmede uit een aantal hier na te noemen groenplekken. De groenstructuur langs de hoofdontsluitingsroute dient behouden en waar mogelijk in het kader van de herinrichting van de openbare ruimte kwalitatief verbeterd te worden (Spuiboulevard en omgeving station). 2. Kwalitatieve groen- en/of speelplekken die behouden en zonodig verder ontwikkeld moeten worden zijn: het tuin-/parkachtige gebied, aan de Rozenhof de tuin met waardevolle bomen bij Huize Rozenhof, aan de Van Strijsingel de groen-/speelplek, aan het Geldelozepad het pleinachtige gebied met monumentale bomen tussen het GAK-kantoor en het woonzorgcentrum, aan de Van Godewijckstraat het stadsparkje (met aangrenzende privé-achtertuinen Johan de Wittstraat) aan de Beverwijckstraat de boombeplanting aan de westzijde van de Johan de Wittstraat de tuinen met waardevolle bomen bij de panden Stationsweg 1/Singel 268. 3. In aanvulling op 1. en 2. vormt de Bomenverordening een belangrijk toetsingskader voor een afdoende bescherming van in het gebied aanwezige waardevolle bomen en boomgroepen.
6.
Beeldkwaliteit De beeldkwaliteit van het plangebied is wisselend en wordt voor een groot deel bepaald door een combinatie van de structuur van de openbare ruimte (wegen, straten, open ruimten), de groenstructuur, de bebouwingsstructuur en de bebouwingskarakteristiek . In grote delen is het oorspronkelijke beeld blijven bestaan. In andere delen, zoals langs de Spuiboulevard, Johan de Wittstraat, Stationsweg en Burgemeester de Raadtsingel is dit beeld geheel of gedeeltelijk verdwenen onder invloed van de schaalvergroting sedert begin jaren 70. De aanwezigheid van een bepaalde beeldkwaliteit blijkt uit de aanwijzing van meerdere panden of zelfs delen van straatwanden als monument (rijks- of gemeentelijst). Voorts blijkt dit uit het grote aantal geïnventariseerde objecten in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project.
Met gebieden, gebouwen en objecten die voorkomen op de rijks- of gemeentelijke monumentenlijst, alsmede de gebieden en gebouwen die in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project zijn geïnventariseerd dient, in samenhang met hetgeen onder 3A (Bestaande structuur) is bepaald, op een zodanige wijze te worden omgegaan, dat recht wordt gedaan aan de cultuur-historische waarde van de objecten in relatie tot de directe omgeving. Sectorale regelgeving Via een consequente toepassing van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en de sectorale regelgeving, zoals APV, de verordening ter voorkoming van aantasting van het woonen leefklimaat, de Wet milieubeheer, zal moeten worden gewaakt voor een aantasting van de woon- en leefsituatie.
- 10-
Artikel 5
Centrumvoorzieninaen
1.
DoeMndejiomschrijving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren b. maatschappelijke doeleinden c. woondoeleinden d. detailhandel e. dienstverlening f. horeca g. ateliers h. bedrijven i. sportieve- en recreatieve dienstverlening j. parkeergarage, inclusief dagstalling voor marktwagens en touringcars k. nutsvoorzieningen l. openbare ruimten m. openbare verbindingen
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. gebouwen b. aan- en bijgebouwen c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde d. tuinen en erven e. parkeervoorzieningen f. verhardingen, zoals wegen, straten, paden g. groen- en speelvoorzieningen h. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) en het navolgende.
3.
Woningen en andere geluidsgevoelige objecten mogen, indien te situeren in een zone, uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van: de ingevolge de artikelen 82, 82a, 83, 85, 100 en 100a van de Wet geluidhinder aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de weg behorende bij de betreffende zone; de ingevolge de artikelen 8, 9, 10 en 11 eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid van het Besluit geluidhinder spoorwegen aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de spoorweg behorende bij de betreffende zone.
4.
Ter plaatse van de als "groengebied" aangeduide gronden (tuinen Johan de Wittstraat, A. Cuypsingel, Stationsweg en Burgemeester de Raadtsingel) zijn verhardingen in de vorm van parkeerplaatsen slechts toegestaan indien deze uitsluitend worden gebruikt door bewoners en/of gebruikers van het op dat perceel aanwezige hoofdgebouw.
5.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid: a. zijn woondoeleinden uitsluitend toegestaan ter plaatse van: Spuiboulevard tussen de Sluisweg en het kantoorcomplex Spuiboulevard 334 - 372 (Crown Point) tussen de Spuiweg en het kantoorpand Spuiboulevard 220 (belastingdienst) Sluisweg
- 11-
b. c.
d.
e. f.
Johan de Wittstraat tussen respectievelijk de Matthijs Balenstraat- Oudenhovenstraat en Koningin Wilhelminastraat-Singel (zie ook sub b) Spuiweg (zie ook sub b en c) het binnengebied tussen Beverwijckstraat en Van Godewijckstraat Geldelozepad (zuidzijde), tussen Spuiweg en Papeterspad (zie ook b) Papeterspad (oostzijde, zie ook b) Van Strijsingel tussen Spuiweg en Generaal van de Heijdenstraat (zie ook b. en c.) Dubbeldamseweg Noord (westzijde) Burgemeester de Raadtsingel, echter uitsluitend op de op de plankaart als zodanig aangeduide gronden mogen ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangeduide gronden de verdiepingen uitsluitend worden gebruikt voor woondoeleinden. mag ter plaatse van de op de plankaart als winkellint aangeduide gronden, de begane grond uitsluitend worden ingericht, geconstrueerd en gebruikt ten behoeve van detailhandel en dienstverlening; deze functies mogen voor bezoekers uitsluitend bereikbaar zijn vanaf de straatzijde waarlangs de aanduiding winkellint op de plankaart is aangegeven. is, naast het bepaalde in sub c: * dienstverlening uitsluitend toegestaan: 1. op de begane grond langs de Spuiboulevard, de Johan de Wittstraat, de Stationsweg, de Burgemeester de Raadtsingel, de Van Godewijckstraat tussen de parkeergarage en de Spuiboulevard 2. ter plaatse van de woonlocatie tussen Beverwijckstraat en Van Godewijckstraat, echter alleen voorzover er sprake is van ondersteuning van het zorgcentrum * detailhandel uitsluitend toegestaan: 1. op de begane grond langs de Johan de Wittstraat (oostzijde) 2. ter plaatse van de woonlocatie tussen Beverwijckstraat en van Godewijckstraat, echter alleen voorzover er sprake is van ondersteuning van het zorgcentrum 3. langs de Burgemeester de Raadtsingel, ter plaatse van de huisnummers 95 en 97, echter alleen voor de uitoefening van volumineuze detailhandel tot vloeroppervlakten van respectievelijk 2.000 en 2.500 m2 4. ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangeduide gronden. is horeca uitsluitend toegestaan ter plaatse van de op de piankaart als zodanig aangeduide gronden zijn parkeergarages, resp. bijzondere parkeervoorzieningen voor bijvoorbeeld touringcars en voertuigen voor marktkooplieden, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangeduide gronden.
6.
Voor zover op gronden mag worden gebouwd en gronden en/of bebouwing mogen worden gebruikt ten behoeve van bedrijven dient het bepaalde in artikel 8 in acht te worden genomen.
7.
Bouwvoorschriften
1.
2.
De hoogte van de bebouwing mag niet meer, respectievelijk minder bedragen dan op de plankaart is ingeschreven, met dien verstande dat de minimum bouwhoogte alleen geldt ter plaatse van de op de plankaart aangegeven structuurbepalende lijn. Ter plaatse van de aanduiding hoogte-accent op de plankaart mag bebouwing worden opgericht tot maximaal de daar aangegeven hoogte. Waar op de plankaart de aanduiding (z) is ingetekend is geen bebouwing toegestaan. Ter plaatse van de op de plankaart aangegeven "structuurbepalende lijn" is vervanging of verandering van de bestaande bebouwing en toevoeging van
- 12-
nieuwe bebouwing slechts toelaatbaar met behoud en zo nodig verbetering van de structuur van de gevelwand en op zodanige wijze, dat voor wat betreft schaal, gevelgeleding, hoogtedifferentiatie, silhouetvorming en rooilijn aansluiting wordt gevonden bij de bestaande omgeving. 3. Langs de Spuiboulevard en de Johan de Wittstraat dient in de op de plankaart aangegeven bouwgrens te worden gebouwd. 4. Ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangegeven aanduiding dient ten behoeve van een voetgangersroute een overbouwing te worden gerealiseerd met een breedte- en hoogtemaat van respectievelijk minimaal 3.00 m en 4.20 m. 5. Binnen de op de plankaart aangegeven zone ten behoeve van een openbare verbinding is bebouwing toegestaan, met dien verstande dat ten behoeve van een openbare verbindings- en/of ontsluitingsroute een niet bebouwde ruimte aanwezig is: 1. met minimaal een breedtemaat als op de plankaart is ingeschreven; 2. met een minimum hoogte van 4.20 m. 6. Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden opgericht tot een oppervlakte van ten hoogste 20 m2 en een hoogte van ten hoogste 3.00 m. behoudens dat, indien op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan een grotere oppervlakte en een grotere hoogte aanwezig zijn, deze grotere oppervlakte en hoogte als maximum oppervlakte en hoogte gelden. 7. Ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangeduide groengebieden is het oprichten van bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dat per groengebied niet meer dan 10% mag worden bebouwd en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m. 8.
Vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a. het eerste lid voor een beroepsuitoefening aan huis, als bedoeld in artikel 1, sub. 1 8 en/of voor de detailhandel als resultaat van de beroepsuitoefening aan huis, mits: de beroepsuitoefening plaatsvindt in een ondergeschikt deel van de woning; bedoelde detailhandel op aantoonbaar ondergeschikte wijze plaats vindt; aan de buitenkant van de woning geen uiterlijke kenmerken aangebracht worden voldaan wordt aan de bepalingen van de vestigingswetgeving. b. het vijfde lid, onder a en b voor het gebruik van de verdieping(en) voor andere functies dan het wonen, indien: de verdieping noodzakelijk is voor het goed functioneren van de op de begane grond toegestane functie wordt aangetoond dat de feitelijke ligging/indeling van het pand niet geschikt is/is te maken, dan wel financieel niet lonend is. c. het vijfde lid onder c voor het toestaan van andere in het eerste lid genoemde functies ter plaatse van de gronden met de aanduiding winkellint voorzover die functie een positieve bijdrage levert aan het functioneren van het winkellint. Een vrijstelling als hier bedoeld wordt in ieder geval geweigerd indien: er geen sprake is van een in de karakteristiek van het winkellint passende functie door grootte en/of het aantal van de betreffende functies het karakter van het winkellint in onevenredige mate wordt aangetast. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed. Alvorens te beslissen omtrent een verzoek om vrijstelling wordt de Adviesraad voor Detailhandel gehoord. d. het zevende lid, onder 1.
13-
a.
e.
f.
voor een geringere bouwhoogte dan op de plankaart is ingeschreven, zoals voor het oprichten van bijgebouwen, voorzover daardoor de ruimtelijke opzet niet nadelig wordt beïnvloed b voor het toestaan van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals reclame-uitingen, in het met de aanduiding (z) aangeduide perceelsgedeelte direct grenzend aan de weg, indien dit de ruimtelijke opzet en het gebruik van het betreffende perceelsgedeelte niet onevenredig aantast. het zevende lid, onder 4. voor een geringere hoogte van een overbouwing voor voetgangers mits: - de hoogte niet minder bedraagt dan 2.20 m - de afstand tot een rijweg niet minder bedraagt dan 0,50 m. het zevende lid onder 5. voor: het achterwege laten van de openbare verbinding indien op andere wijze in de beoogde verbinding en/of ontsluiting is voorzien; voor een geringere breedte tot minimaal 1.30 m.
9.
Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor de ingevolge dit plan toegelaten bebouwing nadere eisen te stellen ten aanzien van: 1. de nok-,goothoogte en dakvorm van gebouwen 2. de verpanding 3. situering en afmeting van bebouwing b. Nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld: het gestelde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4.) vanwege het behoud van cultuurhistorische straatwanden vanwege de bebouwingskarakteristiek van de omgeving de sociale veiligheid om de ruimtelijke ontwikkelingen qua rooilijnenverloop, zichtlijnen en verschillen in bouwhoogte, op elkaar af te stemmen indien dit noodzakelijk is met het oog op de gebruiksmogelijkheden en/of bereikbaarheid van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat in elk geval kan worden geëist dat bebouwing niet wordt opgericht indien daardoor de daglichttoetreding voor de omliggende woonruimte(n) wordt belemmerd.
10.
Medebestemmina
Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor waterkering als bedoeld in artikel 12 van deze voorschriften, is het bepaalde in dit artikel slechts van toepassing met in achtneming van de voor de bestemming waterkering geldende bepalingen.
14-
Artikel 6
Woongebied
1.
Doeleindenomschhjving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden b. kantoren c. maatschappelijke doeleinden d. detailhandel e. dienstverlening f. horeca g. bedrijven h. openbare ruimten i. nutsvoorzieningen
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. gebouwen b. aan- en bijgebouwen c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde d. tuinen en erven e. parkeervoorzieningen f. verhardingen, zoals wegen, straten, paden g. groen- en speelvoorzieningen h. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) en het navolgende.
3.
Woningen en andere geluidsgevoelige objecten mogen, indien te situeren in een zone, uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van: de ingevolge de artikelen 82, 82a, 83, 85, 100 en 100a van de Wet geluidhinder aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de weg behorende bij de betreffende zone; de ingevolge de artikelen 8, 9, 10 en 11 eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid van het Besluit geluidhinder spoorwegen aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de spoorweg behorende bij de betreffende zone.
4.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn de onder b t/m g genoemde functies uitsluitend toegestaan op de op de plankaart als zodanig aangegeven gronden, met dien verstande dat de totale oppervlakte per vestiging maximaal 5OO m2 bruto-vloeroppervlakte mag bedragen.
5.
Voor zover op gronden mag worden gebouwd en gronden en/of bebouwing mogen worden gebruikt ten behoeve van bedrijven dient het bepaalde in artikel 8 in acht te worden genomen.
6.
Bouwvoorschriften 1. De hoogte van de bebouwing mag niet meer, respectievelijk niet minder bedragen dan op de plankaart is ingeschreven, met dien verstande dat de minimum bouwhoogte alleen geldt ter plaatse van de op de plankaart aangegeven structuurbepalende lijn. 2. Ter plaatse van de op de plankaart aangegeven "structuurbepalende lijn" is vervanging of verandering van de bestaande bebouwing en toevoeging van nieuwe bebouwing slechts toelaatbaar met behoud en zonodig verbetering van de structuur van de gevelwand en op zodanig wijze, dat voor wat betreft schaal, gevelgeleding, hoogtedifferentiatie, silhouetvorming en rooilijn aansluiting wordt gevonden bij de bestaande omgeving.
- 15-
3a De bouwpercelen, op de plankaart nader aangeduid met l, mogen volledig worden bebouwd. 3b De bouwpercelen, op de plankaart nader aangeduid met II, mogen voor ten hoogste 2/3 gedeelte worden bebouwd of overdekt, met dien verstande dat: a. bouwpercelen kleiner dan 120 m2 tot een oppervlakte van maximaal 80 m2 mogen worden bebouwd of overdekt b. bouwpercelen groter dan 450 m2 tot een oppervlakte van maximaal 300 m2 mogen worden bebouwd of overdekt 4. Op een aan een woning aansluitend erf, op de plankaart nader aangeduid met II, is het oprichten van aanbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dat: a. aanbouwen en bijgebouwen uitsluitend mogen worden opgericht op het zijof achtererf b. het oorspronkelijk aan de woning aansluitend erf voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd c. de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen per gebouw niet meer mag bedragen dan 30 m2 d. indien de bebouwing op enige afstand van de grens van het bouwperceel wordt gebouwd deze afstand tenminste 1 m. moet bedragen 5. De hoogte van de onder 4 van dit lid genoemde bebouwing mag niet meer bedragen dan: a. de goothoogte van de woning waaraan wordt aangebouwd voorzover de bebouwing niet meer dan 2.40 m. uitsteekt ten opzichte van de naastgelegen woning; b. 3,50 m. voor de overige gebouwen, met dien verstande dat op de tussen woningen grenzende perceelsgrens de hoogte niet meer mag bedragen dan 2,70 m.; c. vanaf de in sub b. bedoelde grens mag de hoogte van 2,70 m. worden vermeerderd met de kortst gemeten horizontale afstand tot de bedoelde grens tot een hoogte van maximaal 3,50 m.; d. 3,50 m. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke in het horizontale vlak "open" van constructie zijn, zoals carports, pergola's en speelvoorzieningen; e. 1.00 m. voor erfafscheidingen op het voorerf; f. 12.00 m. voor bij de woning behorende antennes, vlaggemasten en dergelijke, met dien verstande dat de hoogte van het hoofdgebouw met niet meer dan 3.00 m. mag worden overschreden; g. 5.00 m. boven de hoogte van het hoofdgebouw, voorzover het betreft aan/op een woning geplaatste antennes, vlaggemasten en dergelijke. 6. In afwijking van het bepaalde onder 5. van dit lid mag worden aangebouwd aan bebouwing op naastliggende bouwpercelen, zulks tot maximaal de diepte en hoogte van de naastgelegen bebouwing, met dien verstande dat deze afwijking slechts van toepassing is indien de bebouwing op het naastliggende perceel een functie ten behoeve van het wonen heeft. 7. De overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid onder e. aangelegde of gebouwde parkeervoorzieningen mogen alleen voor die doeleinden worden gebruikt. 8. Binnen de op de plankaart aangegeven zones ten behoeve van een openbare verbinding is bebouwing toegestaan, met dien verstande dat ten behoeve van een openbare verbindings- en/of ontsluitingsroute een niet bebouwde ruimte aanwezig is: 1. met minimaal een breedtemaat als op de plankaart is ingeschreven; 2. met een minimum hoogte van 4.20 m 9. Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden opgericht tot een oppervlakte van ten hoogste 20 m2 en een hoogte van ten hoogste 3.00 m. behoudens dat, indien op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp-
- 16-
bestemmingsplan een grotere oppervlakte en een grotere hoogte aanwezig zijn, deze grotere oppervlakte en hoogte als maximum oppervlakte en hoogte gelden. 10. Ter plaatse van de op de plankaart aangegeven groengebieden is het oprichten van bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dat per groengebied niet meer dan 10% mag worden bebouwd en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m. 7.
Vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a. het eerste lid voor een beroepsuitoefening aan huis, als bedoeld in artikel 1, sub 18 en/of voor de detailhandel als resultaat van de beroepsuitoefening aan huis, mits: de beroepsuitoefening plaatsvindt in een ondergeschikt deel van de woning; bedoelde detailhandel op aantoonbaar ondergeschikte wijze plaats vindt; aan de buitenkant van de woning geen uiterlijke kenmerken worden aangebracht; voldaan wordt aan de bepalingen van de vestigingswetgeving. b. het eerste lid ten behoeve van een gebruik voor maatschappelijke doeleinden, kantoren en bedrijven, met in achtneming van het volgende: deze van het wonen afwijkende functies zijn, binnen deze bestemming en gerekend per straat, in ten hoogste 10% van het aantal panden toegelaten deze functies mogen uitsluitend op de begane grond worden ondergebracht er mag geen sprake zijn van ontoelaatbare hinder voor de woonomgeving voor vestiging van bedrijven wordt het bepaalde in artikel 8 van deze voorschriften in acht genomen een vestiging mag niet groter zijn dan 250 m2 bruto-vloeroppervlakte. c. het vijfde lid onder 8 voor: het achterwege laten van de openbare verbinding indien op andere wijze in de beoogde verbinding en/of ontsluiting is voorzien; voor een geringere breedte tot minimaal 1.30 m.
8.
Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor de ingevolge dit plan toegelaten bebouwing nadere eisen te stellen ten aanzien van: 1. de nok-,goothoogte en dakvorm van gebouwen 2. de verpanding 3. situering en afmeting van bebouwing b. Nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld: het gestelde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4.) vanwege het behoud van cultuurhistorische straatwanden vanwege de bebouwingskarakteristiek van de omgeving de sociale veiligheid om de ruimtelijke ontwikkelingen, zoals rooilijnenverloop, zichtlijnen en verschillen in bouwhoogte, op elkaar af te stemmen indien dit noodzakelijk is met het oog op de gebruiksmogelijkheden en/of bereikbaarheid van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat in elk geval kan worden geëist dat bebouwing niet wordt opgericht indien daardoor de daglichttoetreding voor de omliggende woonruimte(n) wordt belemmerd.
9.
Medebestemmina Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor waterkering als bedoeld in artikel 12 van deze voorschriften, is het bepaalde in dit artikel slechts
- 17-
van toepassing met in achtneming van de voor de bestemming waterkering geldende bepalingen.
- 18-
Artikel 7
Gemengd woongebied
1.
Doeleindenomschrijving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woondoeleinden b. detailhandel c. dienstverlening d. maatschappelijke doeleinden e. kantoren f bedrijven g. ateliers h. sportieve- en recreatieve dienstverlening i. nutsvoorzieningen j. openbare ruimten
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. gebouwen b. aan- en bijgebouwen c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde d. tuinen en erven e. parkeervoorzieningen f. verhardingen, zoals wegen, straten, paden g. groen- en speelvoorzieningen h. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4} en het navolgende.
3.
Woningen en andere geluidsgevoelige objecten mogen, indien te situeren in een zone, uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van: de ingevolge de artikelen 82, 82a, 83, 85, 100 en 100a van de Wet geluidhinder aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de weg behorende bij de betreffende zone; de ingevolge de artikelen 8, 9, 10 en 11 eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid van het Besluit geluidhinder spoorwegen aan te merken ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de spoorweg behorende bij de betreffende zone.
4.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn de onder b t/m h genoemde functies uitsluitend toegestaan met in achtneming van het volgende: 1. deze functies zijn, binnen deze bestemming en gerekend per straat, in ten hoogste 50% van het aantal panden toegelaten 2. deze functies mogen uitsluitend op de begane grond worden ondergebracht 3. detailhandel en dienstverlening zijn alleen toegestaan ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangeduide gronden en voorts onder de volgende voorwaarden: er mag geen sprake zijn van ontoelaatbare hinder voor de (woon-)omgeving voor vestiging van bedrijven dient het bepaalde in artikel 8 van deze voorschriften in acht te worden genomen, een vestiging mag niet groter zijn dan 250 m2 bruto-vloeroppervlakte.
5.
Bouwvoorschriften 1. De hoogte van de bebouwing mag niet meer, respectievelijk niet minder bedragen dan op de plankaart is ingeschreven, met dien verstande dat de minimum bouwhoogte alleen geldt ter plaatse van de op de plankaart aangegeven structuurbepalende lijn.
- 19-
2.
3a 3b
4.
5.
6.
7.
8.
Ter plaatse van de op de plankaart aangegeven "structuurbepalende lijn" is vervanging of verandering van de bestaande bebouwing en toevoeging van nieuwe bebouwing slechts toelaatbaar met behoud en zonodig verbetering van de structuur van de gevelwand en op zodanig wijze, dat voor wat betreft schaal, gevelgeleding, hoogtedifferentiatie, silhouetvorming en rooilijn aansluiting wordt gevonden bij de bestaande omgeving. De bouwpercelen, op de plankaart nader aangeduid met l, mogen volledig worden bebouwd. De bouwpercelen, op de plankaart nader aangeduid met II, mogen voor ten hoogste 2/3 gedeelte worden bebouwd of overdekt, met dien verstande dat: a. bouwpercelen kleiner dan 1 20 m2 tot een oppervlakte van maximaal 80 m2 mogen worden bebouwd of overdekt b. bouwpercelen groter dan 450 m2 tot een oppervlakte van maximaal 300 m2 mogen worden bebouwd of overdekt Op een aan een woning aansluitend erf, op de plankaart nader aangeduid met II, is het oprichten van aanbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dat: a. aanbouwen en bijgebouwen uitsluitend mogen worden opgericht op het zij of achtererf b. het oorspronkelijk aan de woning aansluitend erf voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd c. de oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen per gebouw niet meer mag bedragen dan 30 m2 d. indien de bebouwing op enige afstand van de grens van het bouwperceel wordt gebouwd deze afstand tenminste 1 m. moet bedragen De hoogte van de onder 4 van dit lid genoemde bebouwing mag niet meer bedragen dan: a. de goothoogte van de woning waaraan wordt aangebouwd voorzover de bebouwing niet meer dan 2.40 m. uitsteekt ten opzichte van de naastgelegen woning; b. 3,50 m. voor de overige gebouwen, met dien verstande dat op de tussen woningen grenzende perceelsgrens de hoogte niet meer mag bedragen dan 2,70 m.; c. vanaf de in sub b. bedoelde grens mag de hoogte van 2,70 m. worden vermeerderd met de kortst gemeten horizontale afstand tot de bedoelde grens tot een hoogte van maximaal 3,50 m.; d. 3,50 m. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke in het horizontale vlak "open" van constructie zijn, zoals carports, pergola's, en speelvoorzieningen; e. 1.00 m. voor erfafscheidingen op het voorerf; f. 12.00 m. voor bij de woning behorende antennes, vlaggemasten en dergelijke, met dien verstande dat de hoogte van het hoofdgebouw met niet meer dan 3.00 m. mag worden overschreden; g. 5.00 m. boven de hoogte van het hoofdgebouw, voorzover het betreft aan/op een woning geplaatste antennes, vlaggemasten en dergelijke. In afwijking van het bepaalde onder 5. mag worden aangebouwd aan bebouwing op naastliggende bouwpercelen, zulks tot maximaal de diepte en hoogte van de naastgelegen bebouwing, met dien verstande dat deze afwijking slechts van toepassing is indien de bebouwing op het naastliggende perceel een functie ten behoeve van het wonen heeft. De overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid onder e. aangelegde of gebouwde parkeervoorzieningen mogen alleen voor die doeleinden worden gebruikt. Binnen de op de plankaart aangegeven zones ten behoeve van een openbare verbinding is bebouwing toegestaan, met dien verstande dat ten behoeve van
- 20-
een openbare verbindings- en/of ontsluitingsroute een niet bebouwde ruimte aanwezig is: 1. met minimaal een breedtemaat als op de plankaart is ingeschreven; 2.
9.
met een minimum hoogte van 4.20
m
Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden opgericht tot een oppervlakte van ten hoogste 20 m2 en een hoogte van ten hoogste 3.00 m. behoudens dat, indien op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan een grotere oppervlakte en een grotere hoogte aanwezig zijn, deze grotere oppervlakte en hoogte als maximum oppervlakte en hoogte gelden.
6.
Vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in: a. het eerste lid voor een beroepsuitoefening aan huis, als bedoeld in artikel 1, sub. 18 en/of voor de detailhandel als resultaat van de beroepsuitoefening aan huis, mits: de beroepsuitoefening plaatsvindt in een ondergeschikt deel van de woning; bedoelde detailhandel op aantoonbaar ondergeschikte wijze plaats vindt; aan de buitenkant van de woning geen uiterlijke kenmerken worden aangebracht; voldaan wordt aan de bepalingen van de vestigingswetgeving. b. het vierde lid, onder 1 voor het toestaan van andere dan woonfuncties in een groter aantal panden per straat, mits: dit aantal niet meer bedraagt dan 75% de in het vierde lid genoemde voorwaarden in acht worden genomen c. het vierde lid onder 2. voor het gebruik van de verdieping(en) voor andere functies dan het wonen, indien: de verdieping noodzakelijk is voor het goed functioneren van de op de begane grond toegestane functie wordt aangetoond dat de feitelijke ligging/indeling van het pand niet geschikt is/is te maken, dan wel financieel niet lonend is d. het vierde lid voor het toestaan van een vestiging tot maximaal 500 m2 brutovloeroppervlakte e. het vijfde lid onder 8 voor: het achterwege laten van de openbare verbinding indien op andere wijze in de beoogde verbinding en/of ontsluiting is voorzien; voor een geringere breedte tot minimaal 1.30 m.
7.
Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor de ingevolge dit plan toegelaten bebouwing nadere eisen te stellen ten aanzien van: 1. de nok-,goothoogte en dakvorm van gebouwen 2. de verpanding 3. situering en afmeting van bebouwing b. Nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld in verband met het gestelde in de beschrijving in hoofdlijnen het behoud van de cultuurhistorische straatwanden de bebouwingskarakteristiek van de omgeving de sociale veiligheid de aansluiting op structurele groenvoorzieningen indien dit noodzakelijk is met het oog op de gebruiksmogelijkheden en/of bereikbaarheid van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat in elk geval kan worden geëist dat bebouwing niet wordt opgericht indien daardoor de daglichttoetreding voor de omliggende woonruimte(n) wordt belemmerd.
- 21-
Medebestemmino Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor waterkering als bedoeld in artikel 12 van deze voorschriften, is het bepaalde in dit artikel slechts van toepassing met in achtneming van de voor de bestemming waterkering geldende bepalingen.
- 22-
Artikel 8
Bedrijven
1.
DoeleindenomschrijyLng Voor zover op gronden mag worden gebouwd en/of bebouwing mag worden gebruikt ten behoeve van bedrijven, mag dit slechts voor bedrijven die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de tot deze voorschriften behorende Staat van Inrichtingen
2.
Vrijstelling Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in het eerste lid ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Inrichtingen zijn vermeld, alsmede ten behoeve van bedrijven die in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn ingedeeld.
3.
De in het tweede lid genoemde vrijstelling mag alleen worden verleend indien is gebleken dat het bedrijf blijkens door de aanvrager van de vrijstelling verstrekte gegevens (af te leiden van normale bedrijfsvoering en beschikbare technieken ter wering van hinder en calamiteiten) naar aard en inrichting kan worden gelijkgesteld met bedrijven, genoemd in de toegestane categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
4.
Wijziging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, in die zin dat de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de belasting van de desbetreffende activiteiten op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft .
5.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in het vierde lid dient de volgende procedure te worden gevolgd: a. het ontwerp-besluit tot wijziging van de Staat van bedrijfsactiviteiten ligt met bijbehorende stukken 2 weken voor een ieder ter inzage. b. Burgemeester en wethouders maken de ter inzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen of op een andere geschikte wijze bekend. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden tot het schriftelijk inbrengen van bedenkingen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerp-besluit gedurende de onder a. genoemde termijn. d. bij de inzending ter goedkeuring aan gedeputeerde staten worden de ingebrachte bedenkingen meegezonden. e. van de beslissing omtrent de goedkeuring doen burgemeester en wethouders mededeling aan hen die bedenkingen hebben ingebracht.
5.
Adviesprocedure vriistellina/wiiziaina Alvorens omtrent een vrijstelling of wijziging als bedoeld in respectievelijk lid 2 of lid 4 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Milieudienst Zuid-Holland-Zuid.
- 23-
Artikel 9
Groenvoorzieningen
1.
Doeleindenomschrijving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor plantsoenen, groenstroken, speelterreinen, waterpartijen, verhardingen en tuinen.
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. groenvoorzieningen; b. waterpartijen. c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals fontein, zit- en speelgelegenheden, speelwerktuigen, lichtmasten, tuinmuren/hekken; d. verhardingen voor wandelpaden en andere verblijfsruimten een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) en het navolgende.
3.
Bouwvoorschriften
De hoogte van de in het tweede lid, onder c bedoelde bouwwerken mag niet meer bedragen dan: a. 2.70 m voor tuinmuren/hekken b. 9 m voor de overige bouwwerken.
- 24-
Artikel 1Q
Verkeersdoeleinden
1.
Doeleindenomschrijving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor rijwegen, pleinen, voetgangersgebieden, parkeerplaatsen, groenvoorzieningen.
2.
inrichting Toegelaten zijn: a. verhardingen b. groenvoorzieningen c. waterpartijen (o.a. Spuihaven} c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) en het navolgende.
3.
Bouwvoorschriften De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan: a. 18 m. ter plaatse van de Spuiboulevard en Spuihaven b. 9 m. ter plaatse van de overige onder deze bestemming vallende gronden.
4.
inspraak Alvorens over te gaan tot (her-)inrichting van de in het eerste lid bedoelde gronden, plegen burgemeester en wethouders overleg met de direct-belanghebbenden en de betrokken (raads-)commissie.
5.
Medebestemming Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor waterkering als bedoeld in artikel 12 van deze voorschriften, is het bepaalde in dit artikel slechts van toepassing met in achtneming van de voor de bestemming waterkering geldende bepalingen.
- 25-
Artikel 11
Openbare ruimten
1.
Doeleindenomsghrijving De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare ruimten, zoals straten, pleinen, voetgangersgebieden, parkeerplaatsen, groenvoorzieningen.
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. verhardingen b. groenvoorzieningen c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) en het navolgende.
3.
Bouwvoorschriften
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 9 m. 4.
Inspraak Alvorens over te gaan tot (her-)inrichting van de in het eerste lid bedoelde gronden, plegen burgemeester en wethouders overleg met de direct-belanghebbenden en de betrokken (raads-Jcommissie.
5.
Medebestemmina Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor waterkering als bedoeld in artikel 12 van deze voorschriften, is het bepaalde in dit artikel slechts van toepassing met in achtneming van de voor de bestemming waterkering geldende bepalingen.
- 26
Artikel 12
Waterkerina
1.
Doeleindenomschrijying De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn primair bestemd voor waterkering.
2.
Inrichting Toegelaten zijn: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde b. verhardingen c. groenvoorzieningen een en ander met inachtneming van het bepaalde in de beschrijving in hoofdlijnen {artikel 4) en het navolgende.
3.
Bouwvoorschriften De hoogte van de in het tweede lid bedoelde bebouwing mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
4.
Medebestemming Voorzover de in het eerste lid bedoelde gronden mede zijn bestemd voor: a. Centrumvoorzieningen, als bedoeld in artikel 5 van deze voorschriften b. Woongebied, als bedoeld in artikel 6 van deze voorschriften c. Gemengd woongebied, als bedoeld in artikel 7 van deze voorschriften d. Verkeersdoeleinden, als bedoeld in artikel 10 van deze voorschriften e. Openbare ruimten, als bedoeld in artikel 11 van deze voorschriften mogen de krachtens de artikelen 5, 6, 7, 10 en 11 en de met vrijstelling van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 13 toelaatbare bouwwerken uitsluitend worden gebouwd, indien en voorzover de bij de bescherming van de waterkering betrokken belangen dit gedogen. Alvorens omtrent de aanvrage om bouwvergunning te beslissen horen burgemeester en wethouders de dijkbeheerder.
27-
HOOFDSTUK III
Bijzondere bepalingen
Artikel 1 3
Vrijstellingsbevoegd heid
1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van: a. het bepaalde in deze voorschriften voor wat betreft de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals een transformatorstation, een gasregelstation, kabelverdeelkasten e.d., met dien verstande dat de oppervlakte niet meer dan 20 m2 en de hoogte niet meer dan 3 m. mag bedragen; b. het bepaalde in deze voorschriften voor wat betreft de bouw van bouwwerken geen gebouwen zijnde in openbaar gebied, zoals reclameborden en dergelijke, met dien verstande dat de hoogte en de breedte respectievelijk niet meer dan 5.50 m. en 4 m. mogen bedragen; c. de op de kaart dan wel in de voorschriften aangegeven maten en getallen, mits: de afwijking niet meer dan 10% bedraagt; de bestemmingsgrens niet wordt overschreden; d. de plaats en richting van bouw- en bestemmingsgrenzen, voor het aanbrengen van geringe veranderingen tot niet meer dan 5 m. indien dit redelijk gewenst of noodzakelijk is voor een juiste aanpassing van het plan aan de werkelijke toestand van het terrein; e. de plaats en richting van de scheidingslijn der bouwhoogten, voor het aanbrengen van geringe veranderingen tot niet meer dan 5 m.
2.
De in het eerste lid onder c t/m d bedoelde vrijstellingen worden slechts verleend indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beschrijving in hoofdlijnen en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en opstallen en niet gevolg heeft dat de op de plankaart aangegeven straalverbinding wordt onderbroken.
28-
HOOFDSTUK IV
Algemene aebruiksbepalina
Artikel 14
Gebruik van grond en bebouwing
1.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken voor een doel of op een wijze in strijd met het in dit plan, behoudens in artikel 15, bepaalde.
2.
Burgemeester en wethouders verlenen van het bepaalde in het eerste lid vrijstelling, indien strikte toepassing van dat voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
- 29-
HOOFDSTUK V
Overqanas-. straf- en slotbepalingen
Artikel 15
Bestaand gebruik van gronden en bebouwing
1.
2.
Het ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande en met het plan strijdige gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door die wijziging de strijdigheid met het plan niet wordt vergroot. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik als daar bedoeld, dat reeds in strijd was met het tot het daar genoemde tijdstip ter plaatse geldende bestemmingsplan en/of leefmilieuverordening en dat tot op 3 maanden voor dat tijdstip nog niet bestond.
Artikel 1 6
Vernieuwing of verandering bestaande bebouwing
1.
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, dan wel is of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, dan wel een bouwmelding heeft plaatsgevonden, en dat afwijkt van het in dit plan bepaalde ten aanzien van de toelaatbaarheid van bebouwing mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar hun aard niet worden vergroot en behoudens onteigening gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits dit geen algehele vernieuwing of verandering van het bouwwerk tot gevolg heeft.
2.
In geval van verwoesting door een calamiteit mag een bouwwerk geheel worden veranderd of vernieuwd, mits de afwijking van het plan niet wordt vergroot en mits binnen twee jaar na de datum van verwoesting een aanvraag om bouwvergunning zal zijn ingediend.
3.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde bouwwerken vrijstelling te verlenen voor het vergroten van maximaal 15% van de bestaande inhoud, mits daarbij de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot.
Artikel 17
Strafbaarstelling
Overtreding van artikel 14, eerste lid, is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 18
Naam
Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan "Schil-west".
- 30-
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Korte toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het bestemmingsplan is bij uitstek hét instrument waarin een belangenafweging plaatsvindt ten aanzien van de inrichting van het gemeentelijk grondgebied of delen daarvan. Eén van die belangen betreft de zorg voor de kwaliteit van de omgeving. Naast het uitgebreide instrumentarium van de milieuwetgeving dat zich specifiek richt op de individuele milieubelastende activiteiten, kan het bestemmingsplan door middel van milieuzonering een ruimtelijke vertaling geven aan de belangenafweging tussen de verschillende vormen van grondgebruik. Bij de voorschriften van dit plan is een Staat van Bedrijfsactiviteiten gevoegd welke is gebaseerd op de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze uitgave, die in 1992 voor het laatst is herzien, bevat een systeem om milieubelastende en milieugevoelige bestemmingen op elkaar af te stemmen, door middel van een "lijst van bedrijfstypen". Deze lijst bevat een opsomming van alle denkbare bedrijfsactiviteiten, gerangschikt volgens zgn. SBI-code (Standaardbedrijfsindeling) en deelt deze in 6 milieucategorieën in. Bij het vaststellen van deze indeling is uitgegaan van situering ten opzichte van een "rustige woonwijk", dat wil zeggen een woonwijk met weinig verkeer en praktisch geen winkelcentra en/of bedrijven. Wijkt het gevoelige gebied hiervan af, bv. landelijk gebied, drukke woonwijk of gemengd gebied, dan moet rekening worden gehouden met eventuele aanpassing van de indeling in milieucategorieën. De indeling van bedrijfsactiviteiten in categorieën is gebaseerd op de hinderaspecten geur, stof, geluid, gevaar, lucht, water, bodem, verkeer en visueel (bouwmassa). De eerste 4 aspecten worden vertaald in (indicatieve) afstanden, die zodanig zijn bepaald dat, uitgaande van een gemiddeld modern bedrijf, geen aanzienlijke hinder vanwege dat hinderaspect meer is te verwachten. De aspecten die niet geschikt zijn voor vertaling in een afstand, worden beoordeeld op de mate van uitstraling of emissie te onderscheiden in 3 klassen te weten: 1. potentieel geen of geringe emissie 2. potentieel aanzienlijke emissie 3. potentieel zeer ernstige emissie. De ontwikkelde methodiek is bedoeld als leidraad. Per concreet geval moet beoordeeld worden in hoeverre de lijst van bedrijfsactiviteiten bruikbaar is, danwei aanpassing behoeft. De Milieudienst Zuid-Holland Zuid heeft vanuit haar werkveld in de regio de lijst van bedrijfstypen uit de VNG-uitgave getoetst aan de regionale situatie en waar nodig de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten aangepast. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is door de Milieudienst, op basis van de haar bekende gegevens met betrekking tot het plangebied, advies uitgebracht omtrent de wijze waarop en de vorm waarin de Staat van Bedrijfsactiviteiten in het plan wordt toegepast, waarmee een op het onderhavige plangebied toegesneden regeling voor de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten is bereikt. Overigens is het gewenst dat het bestemmingsplan mogelijkheden biedt voor een flexibele toepassing van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De in dit plan opgenomen flexibiliteitsbepalingen maken het mogelijk in specifieke
situaties, waarop de Staat van Bedrijfsactiviteiten niet (meer} is toegesneden, maatwerk toe te passen. Vrijstelling kan bv. worden verleend voor bedrijfsactiviteiten die niet in de Staat voorkomen (bv. vervaardiging nieuwe produkten}, alsmede voor activiteiten die weliswaar in de naasthogere milieucategorie zijn vermeld, maar qua aard en invloed op de omgeving gelijkgesteld kunnen worden met de "als recht" toegelaten milieucategorieën. De opgenomen wijzigingsbevoegdheid (art. 11 WRO) biedt mogelijkheden om in te spelen op technologische ontwikkelingen die zich tijdens de planperiode kunnen voordoen. Door technologische voortgang kunnen "schonere produktiemethoden" binnen handbereik komen. In deze gevallen kan via de wijzigingsbeboegdheid een verlaging van de in de Staat van bedrijfsactiviteiten toegekende milieucategorie gerechtvaardigd zijn en daarmee vestiging alsnog mogelijk worden. Overigens kan van de vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheid pas gebruik gemaakt worden nadat burgemeester en wethouders advies hebben ingewonnen bij de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en de Inspecteur voor de hygiëne van het milieu.
-2-
Lijst van bedrijfstypen 0
LANDBOUW EN VISSERU 01 Land- en tuinbouw 02 Bosbouw 03 Visserij
1
DELFSTOFFEN 11 Kolenmijnbouw 12 Aardolie- en aardgaswinning en -exploratie 19 Overige delfstoffenwinning
2/3
INDUSTRIE 20/21 Voedings- en genotmiddelenindustrie 22 Textielindustrie 23 Kiedingindustrie 24 Leder-, schoen- e.a. lederwarenindustrie (excl. kleding) 25 Hout- en meubelindustrie (excl. metalen meubelen) 26 Papier- en papierwarenindustrie 27 Grafische industrie, uitgeverijen 28 Aardolie-industrie 29 Chemische industrie 30 Kunstmatige en synthetische garen- en vezelindustrie 31 Rubber- en kunststofverwerkende industrie 32 Bouwmaterialen-, aardewerk- en glasindustrie 33 Basis metaalindustrie 34 Metaalproduktenindustrie (excl. machines en transportmiddelen) 35 Machine-industrie 36 Elektrotechnische industrie 37 Transportmiddelenindustrie 38 Instrumenten- en optische industrie 39 Overige industrie
4
OPENBARE NUTSBEDRIJVEN 40 Openbare nutsbedrijven
5
BOUWNIJVERHEID EN -INSTALLATIEBEDRIJVEN 51 Bouwnijverheid 52 Bouwinstallatiebedrijven
HANDEL, HOUT- EN RESTAURANTWEZEN, REPARATIEBEDRUVEN VOOR GEBRUIKSGOEDEREN 61/62 Groothandel 63/64 Tussenpersonen in de handel 65/66 Detailhandel 67 Hotels, restaurants, cafés e.d. 68 Reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen TRANSPORT-, OPSLAG- EN COMMUNICATIEBEDRIJVEN 71 Spoorwegen 72 Wegvervoer 73 Zeevaart 74 Binnenvaart 75 Luchtvaart 76 Hulpbedrijven van het vervoer 77 Communicatiebedrijven BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN. ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 81 Bankwezen 82 Verzekeringswezen 83 Exploitatie van en handel in onroerende goederen e.d. 84 Zakelijke dienstverlening 85 Verhuur van machines e.a. roerende goederen OVERIGE DIENSTVERLENING 90 Openbaar bestuur, defensie en wettelijke sociale verzekering 91 Religieuze organisaties e.d. 92 Onderwijs 93 Gezondheids- en veterinaire diensten 94 Maatschappelijke dienstverlening 95 Sociaal-culturele en culturele instellingen 96 Sport en recreatie 97 Bedrijfs- en werknemersorganisaties, researchinstellingen, overige sociale organisaties 98 Overige dienstverlenende bedrijven 99 Particuliere huishoudens met personeel in loondienst
Staat van bedrijfsactiviteiten
(categorie 1 t/m 3)
SBI-kode Omschrijving
MilieuCat.
01.3 HOVENIERSBEDRIJVEN, PLANTSOENENDIENSTEN 1 INCL. OPSLAG BESTRIJDINGSMIDDELEN 1 OPSLAG KD 500KG
3
01.3 HOVENIERSBEDRIJVEN, PLANTSOENENDIENSTEN 1 excl. opslag bestrijdingsmiddelen
3
01.4 AGRARISCHE DIENSTVERLENENDE BEDRIJVEN 1 KANTOORFUNCTIE
1
01.4 AGRARISCHE DIENSTVERLENENDE BEDRIJVEN 2 INCL.MACHINEVERHUUR
3
01.4 AGRARISCHE DIENSTVERLENENDE BEDRIJVEN 3 LOONSPUITERS 1 BESTRIJDINGSMIDDELEN OPSLAG KD 500KG
3
01.4
20.1
20.1
AGRARISCHE DIENSTVERLENENDE BEDRIJVEN 4 KI-STATIONS
3
SLACHTERIJEN EN VLEESWARENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 200M2
3
SLACHTERIJEN EN VLEESWARENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 2 P.O. TUSSEN 200 EN 1000 M2
3
20.21 ZUIVELPRODUKTENFABRIEKEN 3 ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 500M2
3
20.22 CONSUMPTIEMELK- EN MELKPRODUKTENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 1 P.C.K.D. 1000 T/J
3
20.22 CONSUMPTIEMELK- EN MELKPRODUKTENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 2 P.C. TUSSEN 1000 EN 10000 T/J
3
20.23 CONSUMPTIE-IJSFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 200 M2
2
20.23 CONSUMPTIE-IJSFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 2 P.O. TUSSEN 200 EN 1000 M2
3
20.3
VISBEWERKINGSINRICHTINGEN 1 EXCL. DROGERIJ 1 P.O.K.D. 250 M2
3
20.71 GROENTE- EN FRUITCONSERVENFABRIEKEN 1 EXCL. VERWERKING KOOLSOORTEN OF DROGERIJ
3
20.71 GROENTE- EN FRUITCONSERVENFABRIEKEN 4 JAM
3
20.71 GROENTE- EN FRUITCONSERVENFABRIEKEN 5 FRUIT
3
20.72 GROENTE-INMAKERIJEN, -INLEGGERIJEN 1 EXCL. UIENCONSERVERING
3
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 20.8
BROOD-, BESCHUIT-, KOEK- EN BISCUITFABRIEKEN l ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 200 M2 OF BAKOPP. K.D.. 20 M2
20.8
BROOD-, BESCHUIT-, KOEK- EN BISCUITFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 2 P.O.G.D 200 M2 EN K.D. 1000 M2
20.8
BROOD-, BESCHUIT-, KOEK- EN BISCUITFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 3 P.O.G.D. 1000 M2
20.91 CACAO- EN CHOCOLADEFABRIEKEN 1 VERVAARDIGING VAN UITSLUITEND CHOCOLADEWERK 20.92 SUIKERWERKFABRIEKEN 1 EXCL. SUIKERBRANDEN 21.31 DEEGWARENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 21.32 KOFFIEBRANDERIJEN EN THEEPAKKERIJEN 1 EXCL. KOFFIEBRANDERIJ 21.36 SOEP- EN SOEPAROMAFABRIEKEN E.D. 1 ZONDER POEDERDROGEN 21.7
TABAKVERWERKENDE INDUSTRIE 2 SIGAREN
22.11 WOLVEZELBEWERKENDE FABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.12 WOLSPINNERIJEN, -TWÜNERUEN EN HANDBREIGARENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.13 WOLSPINNERIJEN-WEVERIJEN 1 AANTAL WEEFGETOUWEN < 50 22.14 WOLWEVERIJEN (ZONDER EIGEN SPINNERIJ) 1 ALGEMEEN 1 AANTAL WEEFGETOUWEN < 50 22.21 KATOENVEZELBEWERKENDE FABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.22 KATOENSPINNERIJEN l ALGEMEEN 22.23 KATOENTWIJNERIJEN, -SPOELERIJEN, NAAIGARENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.24 KATOENSPINNERIJEN-WEVERIJEN 1 ALGEMEEN 1 AANTAL WEEFGETOUWEN < 50 22.25 KATOENWEVERIJEN (ZONDER EIGEN SPINNERIJ) 1 ALGEMEEN 1 AANTAL WEEFGETOUWEN < 50 22.31 TRICOTSTUKGOEDEREN FABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.32 KOUSEN- EN SOKKENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.33 TRICOT ONDER- EN NACHTKLEDINGFABRIEKEN l ALGEMEEN
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 22.34 TRICOT BOVENKLEDINGFABRIEKEN l ALGEMEEN 22.39 TRICOTFABRIEKEN N.E.G. 1 ALGEMEEN 22.4
TEXTIELVEREDELINGSINDUSTRIE 2 BLEKEN 1 ALS NEVENACTIVITEIT
22.4
TEXTIELVEREDELINGSINDUSTRIE 2 BLEKEN 2 ALS HOOFDACTIVITEIT
22.4 TEXTIELVEREDELINGSINDUSTRIE 3 VERVEN 1 ALS NEVENACTIVITEIT 22.4 TEXTIELVEREDELINGSINDUSTRIE 4 BEDRUKKEN EN/OF BESPUITEN 1 ALS NEVENACTIVITEIT 22.71 HUISHOUD- EN WONINGTEXTIELFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.72 DEKENSTIKKERIJEN, SPREIENFABRIEKEN E.D. 1 ALGEMEEN 22.73 ZEILEN-, TENTEN- EN DEKKLEDENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.79 TEXTIELWARENINDUSTRIE (EXCL. KLEDING) N.E.G. 1 ALGEMEEN 22.91 BAND-, VLECHT-, KANT- EN PASSEMENTFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.92 VILT- EN VEZELVLIESFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 22.93 TOUWSLAGERIJEN 1 ALGEMEEN 22.94 JUTESPINNERIJEN-WEVERIJEN 1 ALGEMEEN 1 AANTAL WEEFGETOUWEN < 50 22.99 TEXTIELINDUSTRIE N.E.G. 1 COATEN, CACHEREN, IMPREGNEREN 23.1
CONFECTIEKLEDINGINDUSTRIE 1 ALGEMEEN
23.2
LOONCONFECTIE-INDUSTRIE 1 ALGEMEEN
23.3
MAATKLEDINGBEDRÜVEN 1 ALGEMEEN
23.41 PELSBEREIDERIJEN (EXCL. ONTHUIDEN) 1 ALGEMEEN 23.42 BONTFABRIEKEN EN BONTWERKERIJEN 1 ALGEMEEN 23.5
HOEDEN-, PETTEN- EN MODE-ARTIKELENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN
24.2 LEDËRWARENINDUSTRIE (EXCL. KLEDING EN SCHOEISEL) 1 ALGEMEEN
Staat van bedrijfsactiviteiten 24.3
(categorie 1 t/m 3)
SCHOENINDUSTRIE l ALGEMEEN
25.21 TRIPLEX- EN FINEERFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 4 VACUUM-/DRUKMETH. MET ZOUT OPLOSSINGEN 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 5 VACUUMMETH.MET IN OVERIGE ORG- VLOEIST.OPGEL. MIDDELEN 1 P.C.K.D. 1000 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 6 BEHANDELEN MET IN ORG.VLOEIST. OPGEL. MIDD. TEEROLIEN 1 P.C.K.D. 500 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 6 BEHANDELEN MET IN ORG.VLOEIST. OPGEL. MIDD. TEEROLIEN 2 P.C.G.D. 500 M3 EN K.D. 2000 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 7 BESPUITEN MET IN ORG.VLOEIST.OPGEL.MIDD. IN GESL. SYST. 1 P.C.K.D. 500 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 7 BESPUITEN MET IN ORG.VLOEIST.OPGEL.MIDD. IN GESL. SYST. 2 P.C.G.D. 500 M3 EN K.D. 2000 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 8 BESPUITEN MET IN ORG.VLOEIST. OPGEL. MIDD. OPEN SYST. 1 P.C.K.D. 500 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 9 BEHANDELEN IN/OF MET ZOUTOPLOSSINGEN 1 P.C.K.D. 500 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 9 BEHANDELEN IN/OF MET ZOUTOPLOSSINGEN 2 P.C.G.D. 500 M3 EN K.D. 2000 M3 HOUT/J 25.23.1 HOUTCONSERVERINGSBEDRIJVEN (EXCL.VERF EN LAK) 9 BEHANDELEN IN/OF MET ZOUTOPLOSSINGEN 3 P.C.G.D. 2000 M3 HOUT/J 25.23.2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 1 SPUITINR. ZONDER IN ORG. VLOEIST. OPGELVERVEN/LAKKEN 1 VERF/LAK VERBRUIK K.D. 3500 LTR/J 25.23.2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 1 SPUITINR. ZONDER IN ORG. VLOEIST. OPGEL.VERVEN/LAKKEN 1 VERF/LAK VERBRUIK G.D. 3500 LTR/J 25.23-2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 2 SPUITINR. MET IN ORG. VLOEIST. OPGEL. VERVEN/LAKKEN 1 VERF/LAK VERBRUIK K.D. 3500 LTR/J 25.23-2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 2 SPUITINR. MET IN ORG. VLOEIST. OPGEL. VERVEN/LAKKEN 2 VERF/LAK VERBRUIK G.D. 3500 LTR/J 25.23.2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 3 HOUTVERF- EN LAKBEDR. EXCL. SPUITINRICHTINGEN 1 VERF/LAK VERBRUIK K.D. 5000 LTR/J 25.23.2 HOUTVERF- EN LAKBEDRIJVEN (EXCL.CONSERVEREN) 3 HOUTVERF- EN LAKBEDR. EXCL. SPUITINRICHTINGEN 2 VERF/LAK VERBRUIK G.D. 5000 LTR/J
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 25.31 TIMMERFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 25.4
HOUTEN EMBALLAGE-INDUSTRIE 1 ALGEMEEN
25.5
OVERIGE HOUTWARENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 1 O.V.K.D. 50 KW
25.5
OVERIGE HOUTWARENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 2 O.V.G.D. 50 KW
25.62 BORSTELWARENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 25.63 MANDENMAKERIJËN (NIET VAN PLASTIC OF METALEN) l ALGEMEEN 25.69 RIET- EN VLECHTWARENFABRIEKEN N.E.G. 1 ALGEMEEN 25.71 MEUBELFABRIEKEN (HOUTEN) 1 ALGEMEEN 25.72 GRAFKISTENFABRIEKEN E.D. 1 ALGEMEEN 25.73 RIETMEUBELFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 25.74 MATRASSENFABRIEKEN (GEEN STAALDRAAD) 1 ALGEMEEN (BEWERKEN) 25.75 WONINGSTOFFEERDERIJEN E.D. 1 ALGEMEEN 26.1
PAPIER- EN KARTONINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 1 P.C.K.D. 3 T/U
26.2
PAPIERWARENINDUSTRIE 1 EXCL. GEBITUMINEERDE PAPIERWAREN
26.31 GOLFKARTONFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 1 P.C. < 3T/U 26.32 KARTONNAGEFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 27.1
GRAFISCHE INDUSTRIE 2 HOOGDRUKKERIJEN (KLEIN) KOPIERINR. EXCL.ROTATIEPERSEN
27.1 GRAFISCHE INDUSTRIE 4 OFFSET ROTATIE-DRUKK.(GROOT THERM.DROGERIJ MET NAVERBR. 27.1 GRAFISCHE INDUSTRIE 6 ROTATIE D1EPDRUKK. MET TERUGWINNING
OPLOSMIDDEL
27.1
GRAFISCHE INDUSTRIE 7 CHEMIGRAFISCHE BEDRIJVEN
27.1
GRAFISCHE INDUSTRIE 8 LOONZETTERU
27.1
GRAFISCHE INDUSTRIE 9 ZEEFDRUKK.ZONDER IN ORG.MIDD. OPGELOSTE INKTEN
Staat van bedrijfsactiviteiten 27.1
(categorie 1 t/m 3)
GRAFISCHE INDUSTRIE 10 ZEEFDRUKK. MET IN ORG, MIDD. OPGELOSTE INKTEN 1 MINDER DAN 6 PRODUKTIEMEDEWERKERS
27.1 GRAFISCHE INDUSTRIE 1 O ZEEFDRUKK. MET IN ORG. MIDD. OPGELOSTE INKTEN 2 MEER DAN 5 PRODUKTIEMEDEWERKERS 27.1 GRAFISCHE INDUSTRIE 11 DRUKKERIJEN N.E.G. 27.2
UITGEVERIJEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 1 VLOEROPP. K.D. 500 M2
27.2
UITGEVERIJEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 2 VLOEROPP. G.D. 500 M2
27.3
BINDERIJEN 1 ALGEMEEN
28.24 SMEEROLIEN- EN -VETTENFABR.(GEEN ONDERDEEL RAFFINADERY) 1 ALGEMEEN 29.52 DRUKINKTFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 29.61 GENEESMIDDELENFABRIEKEN 1 FORMULERING EN AFVULLEN GENEESMIDDELEN 29.61 GENEESMIDDELENFABRIEKEN 2 FABRICAGE VAN GENEESMIDDELEN 29.62 VERBANDMIDDELENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 29.91 LIJM- EN PLAKMlDDELENFABRIEKEN 1 EXCL. DIERLIJKE GRONDSTOFFEN 29.92 CHEMISCHE KANTOORBENODIGDHEDENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 29.93 POETSMIDDELENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 29.94 FOTOCHEMISCHE PRODUKTENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 31.12 RUBBERARTIKELENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 31.2
LOOPVLAKVERNIEUWINGSINDUSTRIE 1 ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 100 M2
31.31 KUNSTSTOFVER- EN BEWERKENDE BEDRIJVEN 1 ALG. (EXCL.GRAVEREN/VERW.POLYSTYREENSCH. POLYESTERHARS 1 MINDER DAN 10 PRODUCTIE MEDEWERKERS 31.31 KUNSTSTOFVER- EN BEWERKENDE BEDRIJVEN 1 ALG. (EXCL.GRAVEREN/VERW.POLYSTYREENSCH. POLYESTERHARS 2 MEER DAN 10 PRODUCTIE MEDEWERKERS 31 .31 2
KUNSTSTOFVER- EN BEWERKENDE BEDRIJVEN KUNSTSTOFGRAVEERINRICHTINGEN
31.31 KUNSTSTOFVER- EN BEWERKENDE BEDRIJVEN 4 VERW. POLYESTERHARSEN MET FUNCTIONELE MECH. AFZUIGING 1 P.C.K.D. 1000 T/J
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie l t/m 3) 32.2
AARDEWERKINDUSTRIE 1 ALGEMEEN l ELECT. OVENS K.D. 40 KW TOTAAL
3
32.31 KALKZANDSTEENFABRIEKEN l ALGEMEEN 1 P.C. < 100.000 T/J
3
32.52 ASBESTCEMENTWARENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 1 P.C. < 100 T/D
3
32.53 BETONMORTELCENTRALES 1 ALGEMEEN 1 P.C.K.D. 100 T/U
3
32.54 MINERAALGEBONDEN BOUWPLATENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN
3
32.61 NATUURSTEENBEWERKINGSBEDRIJVEN 1 ZONDER BREKEN ZEVEN EN DROGEN
3
32.71 SLIJP- EN POÜJSTMIDDELENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN
3
32.79
MINERALE PRODUKTENFABRIEKEN N.E.G.
3
32.81 GLASFABRIEKEN 1 GLAS EN GLASPRODUKTEN 1 P.C. < 5000 T/J
3
32.82 GLASBEWERKINGSINRICHTINGEN 1 ALGEMEEN (GRAVEREN, ETSEN ETC.)
3
32.83 GLAS-IN-LOODZETTERIJEN 1 ALGEMEEN
2
34.02 NON-FERROMETAALGIETERIJEN 1 ALGEMEEN 1 P.C. < 4000 T/J
3
34.12 STAMP-, PERS-, DIEPTREK- EN FORCEERBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
3
34.2
SCHROEVEN-, MASSADRAAIWERK-, VEREN- E.D. INDUSTRIE 1 ALGEMEEN
34.4
34.5
3
OVERIGE CONSTRUCTIEWERKPLAATSEN EN PLAATWERKERIJEN 1 PRODUKTIE IN EEN GOED GEÏSOLEERD GESLOTEN GEBOUW
3
METALEN MEUBELINDUSTRIE E.D. (EXCL. LAKKEN EN MOFFELEN! 1 ALGEMEEN
3
34.6
METALEN EMBALLAGE-INDUSTRIE (EXCL. LAKKEN EN MOFFELEN) 1 ALGEMEEN 1 P.O. < 2000 M2
3
34.7 VERWARMINGS- EN KOOKAPPARATENINDUSTRIE IEXCL. ELEKTR.) 1 ALGEMEEN (EXCL. MOFFELEN)
3
34.8 OVERIGE METAALWARENINDUSTRIE 1 ALGEMEEN
3
34.91 SMEDERIJEN, LASINRICHTINGEN. BANKWERKERUEN, 1 ALGEMEEN EXCL. GRAVEERINRICHTINGEN
3
34.91 SMEDERIJEN, LASINRICHTINGEN, BANKWERKERUEN, 2 GRAVEERINRICHTINGEN
2
34.92 REP.BEDR.VOOR LANDB,WEGENB,VERZET EN GRAAFMACH.EN WERKT 1 ALGEMEEN
3
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 2 MECHANISCH (VOOR)BEHANDËLEN D.M.V. SCHUREN/POLIJSTEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 4 MECHANISCH VOORBEHANDELEN D.M.V. DROOGSTRALEN 1 IN KASTEN OF KLEINE AUTOMATEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 5 MECHANISCH VOORBEHANDELEN D.M.V. NATSTRALEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 7 THERMISCH VOORBEHANDELEN D.M.V. VLAMSTRALEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 8 VOORBEH. D.M.V. CHEM. REINIGEN INCL. DAMPONTVETTING 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 9 VOORBEH. D.M.V.CHEM. REINIGEN,BEITSEN EXCL.DAMPONTVETT. 34,93 METAALOPPERVLAKTËBEHANDELINGSBEDRUVEN 10 OPPERVLAKTE SLIJPERIJEN {GEEN VOORBEH,) 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRUVEN 1 1 HET AANBRENGEN VAN CONVERSIELAGEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 12 HET CHEMISCH AANBRENGEN VAN METAALLAGEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 13 ELEKTROLYTISCH AANBRENG. VAN METAALLAGEN (GALVANISEREN) 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 14 THERMISCH VERZINKEN 1 KLEINE PRODUKTEN 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVËN 1 5 PLASMASPUIT-/SC(HO)OPEER INRICHTINGEN 34.93 16
METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN METAALHARDERIJEN
34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 1 7 AANBR.VAN IN ORG. VLOEIST.OPGEL. VERVEN/LAKKEN/COATING 1 VERBRUIK K.D. 1000 KG/J 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDELINGSBEDRIJVEN 17 AANBR.VAN IN ORG. VLOEIST.OPGEL. VERVEN/LAKKEN/COATING 2 VERBRUIK G.D. 1000 KG/J EN K.D. 4000 KG/J 34.93 METAALOPPERVLAKTEBEHANDEÜNGSBEDRIJVEN 18 AANBR.ZONDER ORG.VLOEIST. OPGEL. VERVEN/LAKKEN/COATING 35
MACHINE-INDUSTRIE 1 EXCL. MACHINAAL SMEDEN 1 P.O.K.D. 2000 M2
36.91 ACCUMULATOREN- EN BATTERIJENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 36.93 ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIE N.E.G. 1 ALGEMEEN 36.97 HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE APPARATENFABRIEKEN 1 ALGEMEEN 36.98 ELEKTRISCHE APPARATENFABRIEKEN N.E.G. 1 ALGEMEEN 36.99 ELEKTRISCHE INSTALLATIEBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 37.3 1
AUTO-ONDERDELENINDUSTRIE ALGEMEEN
37.4
SCHEEPSBOUW- EN SCHEEPSREPARATIEBEDRUVEN 2 HOUTEN SCHEPEN
37.4
SCHEEPSBOUW- EN SCHEEPSREPARATIEBEDRUVEN 3 KUNSTSTOF SCHEPEN
37.5
WAGONBOUW EN SPOORWEGWERKPLAATSEN l ALGEMEEN
37.6 1
RIJWIEL- EN MOTORRIJWIELINDUSTRIE ALGEMEEN
1
OVERIGE TRANSPORTMIDDELENINDUSTRIE ALGEMEEN
1
INSTRUMENTEN- EN OPTISCHE INDUSTRIE ALGEMEEN
37.9
38
39
OVERIGE INDUSTRIE 1 ALGEMEEN
39.3 l
FOTO- EN FILMLABORATORIA ALGEMEEN
39.41 SPEELGOEDFABRIEKËN 1 ALGEMEEN 39.42 SPORTARTIKELENFABRIEKEN (EXCL. KLEDING EN SCHOEISEL) 1 ALGEMEEN 39.51 SOCIALE WERKPLAATSEN 1 ALGEMEEN 39.99.1 COMPOSTBEDRIJVEN 2 GESLOTEN 39.99.2 ZWARTE GROND-PRODUKTIEBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN 39.99.3 OVERIGE BE- EN VERWERKENDE INDUSTRIE N.E.G. 1 ALGEMEEN 40.12 ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 1 VLOEROPP. K.D. 2000 M2. 40.12 ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 2 VLOEROPP. G.D. 2000 M2. 40.12 ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 2 TRANSFORMATORSTATIONS. 1 K.D. 10 MVA. 40.12 ELEKTRICITEITSDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 2 TRANSFORMATORSTATIONS. 2 TUSSEN 10 EN 100 MVA. 40.12 ELEKTRICITE1TSDISTRIBUTIEBEDRUVEN 2 TRANSFORMATORSTATIONS. 3 TUSSEN 100 EN 200 MVA. 40.21 GASDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 1 VLOEROPP. K.D. 2000 M2.
Staat van bedrijfsactiviteiten
(categorie 1 t/m 3)
10
40.21 GASDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 2 VLOEROPP. G.D. 2000 M2.
3
40.21 GASDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 2 GASDRUKREGEL- EN MEETINSTALLATIES 1 CATEGORIE B EN C.
2
40.21 GASDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 2 GASDRUKREGEL- EN MEETINSTALLATIES 2 CATEGORIE D
3
40.31 WATERWINNINGSBEDRIJVEN 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE
2
40.31 WATERWINNINGSBEDRIJVEN 2 DRINKWATERBEREIDING ZONDER CHLOORGAS
3
40.32 WATERDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 POMPSTATIONS 1 K.D. 1 MW
2
40.32 WATERDISTRIBUTIEBEDRIJVEN 1 POMPSTATIONS 2 TUSSEN 1 EN 15 MW
3
40.4
40.4
WARMTEVOORZIENINGSBEDRIJVEN 1 BLOKVERWARMING
2
WARMTEVOORZIENINGSBEDRIJVEN 2 STADSVERWARMING
3
40.51 GEMENGDE PROD.-DISTR. V, ELEKT.,GAS,WATER,WARMTEVOORZ. 1 PROD.-DISTR.BEDR. WARMTE/ELEKTR. MBV WARMTEKRACHTKOPPEL 51
51
51
51
51
51
51
51
51
52
3
BOUWNIJVERHEID 1 ALGEMEEN 1 T.O.K.D.. 500 M2
2
BOUWNIJVERHEID 1 ALGEMEEN 2 T.O. TUSSEN DE 500 EN 2500 M2
3
BOUWNIJVERHEID 2 MET TIMMERWERKPLAATS 1 O.V.K.D. 50 KW
3
BOUWNIJVERHEID 2 MET TIMMERWERKPLAATS 2 O.V.G.D. 50 KW
3
BOUWNIJVERHEID 3 BETONIJZERVLECHTEN OPEIGEN TERREIN
3
BOUWNIJVERHEID 4 BITUMINEUZE DAKBEDEKKINGSBEDRIJVEN
3
BOUWNIJVERHEID 5 SCHILDERSBEDRIJVEN MET OPSLAG PRODUKTEN
3
BOUWNIJVERHEID 6 BOUWMACHINEVERHUURBEDRIJF (MET BEDIENEND PERSONEEL)
3
BOUWNIJVERHEID 7 KUNSTSTOF/-HARSVLOERLEGGERSBEDRIJVEN (EXCL. BEREIDING)
3
BOUWINSTALLATIEBEDRIJVEN E.D. 1 ALGEMEEN 1 T.O.K.D. 250 M2
->
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 52
BOUWINSTALLATIEBEDRIJVEN E.D. 1 ALGEMEEN 2 T.O.G.D. 250 M2 EN K.D. 1000 M2
11
3
61.11 GRHNL.IN AKKERB.PROD. l ALGEMEEN
3
61.12 GROOTHANDEL IN GRANEN 1 ALGEMEEN
3
61.13 GROOTHANDEL IN ZAAIZAAD EN POOTGOED 1 ALGEMEEN
3
61.14 GROOTHANDEL IN FIJNE ZADEN EN PEULVRUCHTEN 1 ALGEMEEN 1 T.O.K.D. 250 M2.
2
61.14 GROOTHANDEL IN FIJNE ZADEN EN PEULVRUCHTEN 1 ALGEMEEN 2 T.O.G.D. 250 M2.
3
61.15 GRHNL.IN HOOI, STRO E/0 RUWVOEDER IN COMB.MET HOOI/STRO 1 ALGEMEEN
3
61.16 GRHNL. IN MENG/KRACHT/EN RUWVOEDER (NIET MET HOOI/STRO) 1 ALGEMEEN
3
61.17 GRHNL.IN BLOEMEN/PLANTEN E.A. SIERTEELTPRODJUINBENODIG 1 ALGEMEEN 1 T.O.K.D. 500 M2.
2
61.17 GRHNL.IN BLOEMEN/PLANTEN E.A. SIERTEELTPRODJUINBENODIG 1 ALGEMEEN 2 T.O.G.D. 500 M2.
3
61.18 GROOTHANDEL IN MESTSTOFFEN 3 BEWERKTE DIERLIJKE MESTSTOFFEN 1 T.O.K.D. 1000 M2.
3
61.18 GROOTHANDEL IN MESTSTOFFEN 3 BEWERKTE DIERLIJKE MESTSTOFFEN 2 T.O.G.D. 1000 M 2.
3
61.18 GROOTHANDEL IN MESTSTOFFEN 4 KUNSTMEST 1 T.O.K.D. 1000 M2
3
61.18 GROOTHANDEL IN MESTSTOFFEN 4 KUNSTMEST 2 T.O.G.D. 1000 M2.
3
61.19 GROOTHANDEL IN AKKERBOUWPRODUKTEN N.E.G. 1 ALGEMEEN l T.O.K.D. 500 M2.
2
61.19 GROOTHANDEL IN AKKERBOUWPRODUKTEN N.E.G. 1 ALGEMEEN 2 T.O.G.D. 500 M2.
3
61.21 GROOTHANDEL IN LEVEND VEE <EXCL. PLUIMVEE) 1 ALGEMEEN
3
61.22 GROOTHANDEL IN WILDE DIEREN, SIERVISSEN, SIERVOGELS E.D l ALGEMEEN
3
61.31 GROOTHANDEL IN TEXTIELGRONDSTOFFEN EN -HALFFABRIKATEN 1 ALGEMEEN
3
61.32 GROOTHANDEL IN HUIDEN EN VELLEN 1 EXCL. DROGERIJ
-a
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3)
12
61.33 GROOTHANDEL IN LEDER EN -HALFFABRIKATEN 1 ALGEMEEN
3
61.34 GROOTHANDEL IN RUWE TABAK 1 ALGEMEEN
3
61.39 GROOTHANDEL IN RUWE TROPISCHE PRODUKTEN N.E.G. 1 ALGEMEEN
3
61.43 GROOTHANDEL IN NON-FERROMETALEN EN -HALFFABRIKATEN 1 ALGEMEEN
3
61.44 GRHNL IN MINERALE OLIEPRODUKTEN (EXCL. BRANDSTOFFEN) 1 ALGEMEEN (INCL. OVERSLAG)
3
61.45 GRHNL VASTE.VLOEIB.TOT VLOEIST.VERDICHTE BRANDST.IALG.) 1 ALGEMEEN ASSORTIMENT INCL. E.V.T. OVERSLAG 1 T.O.K.D 1000M2 EN OPSL. TOT VLOEIST.VERD.BRANDST.KD25M3
3
61.46 GROOTHANDEL IN VASTE BRANDSTOFFEN 1 ALGEMEEN (INCL. OVERSLAG) 1 T.O.K.D, 2000 M2
3
61.47 GROOTH. IN VLOEIB. EN TOT VLOEiST. VERDICHTE BRANDST. 1 VLOEIBARE BRANDSTOFFEN (INCL. OVERSLAG) 1 OPSLAG K.D. 200 M3
3
61.47 GROOTH. IN VLOEIB. EN TOT VLOEIST. VERDICHTE BRANDST. 2 TOT VLOEISTOF VERDICHTE BRANDSTOFFEN (INCL. OVERSLAG) 1 OPSLAG K.D. 25 M3.
3
61.51 GRHNL IN CHEMISCHE GRONDST.EN CHEMICALIËN VOOR INDUSTR. 1 EXCL. BULKOP-EN OVERSLAG WEGVERKEER
3
61.53 GRHNL IN DIERL. EN PLANTA. OLIËN EN VETTEN/OLIEZADEN ED 1 ALGEMEEN
3
61.54 GROOTHANDEL IN RUBBER 1 ALGEMEEN
3
61.6 GRHNL IN HOUT, VLAKGLAS, SANITAIR EN BOUWMATERIALEN 1 ALGEMEEN
3
61.69 GROOTHANDEL IN BOUWMATERIALEN N.E.G. 1 ALGEMEEN EXCL. SINTELS, SLAKKEN- OF BULKOPSLAG
3
61.7 GRHNL IN MACHINES, TECHN. BENODIGDH. EN VOERTUIGEN 1 ALGEMEEN
3
61.71 GRHNL IN METAALBEW.MACHINES EN GEREEDSCHAPSWERKTUIGEN 1 ALGEMEEN
3
61.72 GROOTHANDEL IN HOUTBEWERKINGSMACHINES 1 ALGEMEEN
3
61.73 GRHNL IN MACHINES VOOR DE BOUWNIJVERHEID EN DE MIJNBOUW 1 ALGEMEEN
3
61.74 GROOTHANDEL IN MACHINES VOOR DE GRAFISCHE INDUSTRIE 1 ALGEMEEN
3
61.81 GRHNL IN MACHINES EN APPARATEN VOOR WARMTETÊCHNIEK 1 ALGEMEEN
3
61.82 GRHNL IN MACHINES EN APPARATEN VOOR KOEL- EN VRIESTECHN 1 ALGEMEEN
3
61.83 GRHNL IN VERBRANDINGSMOTOREN, POMPEN, COMPRESSOREN 1 ALGEMEEN
3
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3)
13
61.84 GROOTHANDEL IN APPENDAGES, TECHNISCH TOEBEHOREN E.D. 1 ALGEMEEN
3
61.85 GRHNL IN ELEK.MOTOREN,ELEKTR.{TECHN1SCHE)INSTR/SCHAKELK 1 ALGEMEEN
3
61.86 GROOTHANDEL IN MEET- EN REGELAPPARATUUR 1 ALGEMEEN
3
61.87 GRHNL IN AUTO'S, AUTO-ACCESS. EN -ONDERD. {INCL.BANDEN) 1 ALGEMEEN
3
61.88 GRHNL IN (BROM- EN MOTORFIETSEN, (INCL.ACCES/ONDERD.) 1 ALGEMEEN
3
61.89 GRHNL IN EXTERNE TRANSPORTMIDDELEN, MACH./APPAR. N.E.G. 1 ALGEMEEN
3
61.91 GROOTHANDEL IN VERPAKKINGSMATERIAAL 1 ALGEMEEN
3
61.92 GRHNL IN SCHEEPSBENODIGDHEDEN EN VISSERIJ-ARTIKELEN 1 ALGEMEEN
3
61.99 GROOTHANDEL IN VAKBENOD1GDHEDEN N.E.G1 ALGEMEEN
3
62.1
GROOTHANDEL IN MEUBELEN, ANTIQUITEITEN, PRENTEN E.D. 1 ALGEMEEN
3
GRHNL IN HUISH. ARTIK., IJZER/METAALWAREN, VERF/BEHANG 1 ALGEMEEN
3
62.2
62.22.2 GROOTHANDEL IN HOUT-, KURK- EN RIETWAREN 1 ALGEMEEN
3
62.27 GROOTHANDEL IN VERF EN VERFWAREN, BEHANGSELPAPIER 1 VERF EN VERFWAREN
3
62.27 GROOTHANDEL IN VERF EN VERFWAREN, BEHANGSELPAPIER 2 BEHANGSELPAPIER
3
62.3
62.4
62.5
62.6
62.7
62.8
62.8
GROOTHANDEL IN TEXTIELWAREN, SCHOEISEL, LEDERWAREN 1 ALGEMEEN
3
GROOTHANDEL IN VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN 1 ALGEMEEN (PLANTAARDIG)
3
GROOTHANDEL IN VOEDINGS- EN GENOTMIDDELEN 1 ALGEMEEN
3
GRHNL IN FARMACEUTISCHE, MEDISCHE, KOSMETISCHE ARTIKEL. 1 ALGEMEEN
3
GROOTHANDEL IN PAPIER, BOEKEN. KANTOORBEHOEFTEN E.D. 1 ALGEMEEN
•
GRHNL IN OPTISCHE,FOTOGR.,SPORT-,JUWELIERSART. + N.E.G. 1 EXCL. VUURWERK OF PYROTECHNISCHE ARTIKELEN
;
GRHNL IN OPTISCHE,FOTOGR.,SPORT-,JUWELIERSART. + N.E.G. 2 (INCL.) VUURWERK OF PYROTECHNICHE ARTIKELEN
:
62.91 GRHNL IN IJZER- EN STAALSCHROOT (INCL. l.C.M. NON-FERRO 1 AUTOWRAKKEN (EXCL. SHREDDEREN) 1 T.O.K.D. 2000 M2
:
62.91 GRHNL IN IJZER- EN STAALSCHROOT (INCL. l.C.M. NON-FERRO 1 AUTOWRAKKEN {EXCL. SHREDDEREN) 2 T.O.G.D. 2000 M2
;
Staat van bedrijfsactiviteiten
(categorie 1 t/m 3)
14
62.91 GRHNL IN IJZER- EN STAALSCHROOT
3
62.92 GROOTHANDEL IN OUDE NON-FERROMETALEN 1 ALGEMEEN EXCL. SCHROOTSCHAAR OF PERS l T.O.K.D. 2000 M2
3
62.92 GROOTHANDEL IN OUDE NON-FERROMETALEN 1 ALGEMEEN EXCL. SCHROOTSCHAAR OF PERS 2 T.O.G.D. 2000 M2
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.(GEEN SCHROOT/META) 1 OUD PAPIER, LOMPEN OF RUBBER. 1 T.O.K.D. 2000 M2
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.fGEEN SCHROOT/META) 1 OUD PAPIER, LOMPEN OF RUBBER. 2 T.O.G.D. 2000 M2
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.fGEEN SCHROOT/META) 2 PUIN ( ZONDER HOUT) l T.O.K.D. 2000 M2
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.fGEEN SCHROOT/META) 3 AFVALHOUT 1 T.O.K.D. 2000 M2
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.(GEEN SCHROOT/META) 3 AFVALHOUT 2 T.O.G.D. 2000 M2.
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.fGEEN SCHROOT/META) 6 ALGEMEEN NIET LOS GESTORT
3
62.93 GRHNL IN OUDE MATERIALEN EN AFVALST.(GEEN SCHROOT/META) 7 ALGEMEEN LOS GESTORT l T.O.K.D. 0.2 HA. 63
64
68
3
TUSSENPERS-IN DE GRHNL (DIFFERENTIATIE ZIE 61/62) 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE
1
TUSSENPERS. IN DE GRHNL (DIFFERENTIATIE ZIE 61/62) 1 UITSLUITEND KANTOORFUNKTIE
1
REPARATIEBEDRIJVEN VOOR GEBRUIKSGOEDEREN 1 ALGEMEEN
1
68.1 SCHOEN- E.A. LEDERWARENREPARATIEBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
1
68.21 AUTOREPARATIEBEDRIJVEN (GARAGES) E.D. 1 UITSLUITEND PERS. AUTO'S (EXCL.PLAAT-TECTYL/SPUITWERK
2
68.21 AUTOREPARATIEBEDRIJVEN (GARAGES) E.D. 2 NIET UITSL. PERS.AUTO'S (EXCL.PLAAT-TECTYL/SPUITWERK
3
68.22.1 AUTOPLAATWERKERIJEN (SEC) l ALGEMEEN
3
68.22.2 AUTOPLAATWERKERIJEN TEVENS -SPUITERIJ 1 ALGEMEEN
3
68.23 AUTOSPUITINRICHTINGEN (SEC) 1 ALGEMEEN
3
68.24 AUTOBEKLEDERIJEN 1 ALGEMEEN
?
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3)
15
68.29 AUTOREPARATIEBEDRIJVEN E.D. N.E.G. 1 ZONDER TECTYLEERDERIJ
2
68.29 AUTOREPARATIEBEDRIJVEN E.D. N.E.G. 2 MET TECTYLEERDERIJ
3
68.3
FIETSEN-, BROMFIETSEN- EN MOTORFIETSENREP. BEDR. 1 ALGEMEEN
2
68.91 REPARATIEBEDRIJVEN VOOR N.E.G. GEBRUIKSGOEDEREN 1 ALGEMEEN EXCL. REPARATIE VERBRANDINGSMOTOREN
1
68.91 REPARATIEBEDRIJVEN VOOR N.E.G. GEBRUIKSGOEDEREN 2 REPARATIEBEDR. VOOR KLEINE VERBRANDINGSMOTOREN
3
72.1 1 TRAM- EN AUTOBUSLIJNDIENSTEN E.D. 1 KANTOORFUNCTIE
2
72.11 TRAM- EN AUTOBUSLIJNDIENSTEN E.D. 2 STATIONS
3
72.12 GROEPSVERVOERBEDRUVEN 1 KANTOORFUNCTIE EXCL. STALLING
l
72.12 GROEPSVERVOERBEDRUVEN 2 KANTOORFUNCTIE INCL. STALLING.
3
72.21 TAXIBEDRIJVEN 1 KANTOORFUNCTIE
1
72.21 TAXIBEDRIJVEN 2 STANDPLAATSEN
2
72.22 TOERWAGEN- EN ONGEREGELD PERSONENVERVOERBEDRIJVEN 1 TOERWAGENVERVOER KANTOORFUNCTIE EXCL. STALLING
l
72.22 TOERWAGEN- EN ONGEREGELD PERSONENVERVOERBEDRIJVEN 2 TOERWAGENVERVOER KANTOORFUNCTIE INCL. STALLING
3
72.22 TOERWAGEN- EN ONGEREGELD PERSONENVERVOERBEDRIJVEN 3 RIJTUIGVERHUUR EXCL. STALHOUDERIJ
2
72.22 TOERWAGEN- EN ONGEREGELD PERSONENVERVOERBEDRIJVEN 4 RIJTUIGVERHUUR INCL. STALHOUDERIJ
3
72.3
72.3
GOEDERENWEGVERVOER 1 KANTOORFUNCTIE EXCL. STALLING
1
GOEDERENWEGVERVOER 2 KANTOORFUNCTIE INCL. STALLING
3
72.41 (AUTO)PARKEER- EN -STALLINGBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
3
72.42 FIETSENSTALLINGBEDRUVEN 1 ALGEMEEN
3
72.49 WEGVERVOER VERWANTE BEDRIJVEN N.E.G. 1 ALGEMEEN
3
73.1/.2 ZEEVAARTBEDRIJVEN 1 KANTOREN 1 VLOEROPP. < 150 M2
1
73.1/.2 ZEEVAARTBEDRIJVEN 1 KANTOREN 1 VLOEROPP. > = 150 M2
2
74.21 LAAD-, LOS-, OP EN OVERSLAGBEDR. (T.B.V. BINNENVAART) 1 OP- EN OVERSLAG CONTAINERS
:
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 74.21 LAAD-, LOS-, OP EN OVERSLAGBEDR. (T.B.V. BINNENVAART) 2 OP- EN OVERSLAG STUKGOED 76
16 3
HULPBEDRIJVEN VAN HET VERVOER 1 UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE
1
76.21 WEGINGS- EN METINGSBEDRIJVËN 1 ALGEMEEN
3
76.31 VEEM- EN PAKHUISBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
3
76.41 PIJPLEIDINGBEDR. {EXCL. DRINKWATER EN AARDGAS) 1 VLOEISTOFFEN/SLURRY POMPSTATIONS
3
77.01 POSTDIENSTEN 1 ALGEMEEN
2
77.02 TELEFOON-, TELEGRAAFDIENSTEN E.D. 1 ALGEMEEN
2
84
84
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 1 ALGEMEEN 1 VLOEROPP. K.D. 500 M2
1
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 1 ALGEMEEN 2 VLOEROPP. G.D. 500 M2
2
84.49.1 TECHNISCHE KEURINGSDIENSTEN 1 KEURINGSDIENSTEN UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 1 VLOEROPP. K.D. 150 M2
1
84.49.1 TECHNISCHE KEURINGSDIENSTEN 1 KEURINGSDIENSTEN UITSLUITEND KANTOORFUNCTIE 2 VLOEROPP. G.D. 1 50 M2
2
84.49.1 TECHNISCHE KEURINGSDIENSTEN 2 TECHNISCHE CONTROLE EN TESTLABORATORIA 1 VLOEROPP. K.D. 500 M2
2
84.49.1 TECHNISCHE KEURINGSDIENSTEN 2 TECHNISCHE CONTROLE EN TESTLABORATORIA 2 VLOEROPP. G.D. 500 M2
3
84.49.1 TECHNISCHE KEURINGSDIENSTEN 3 KEURINGSDIENSTEN EN- STATIONS NIET UITSL.KANTOORFUNCTIE
3
84.93 KOPIEËRINRICHTINGEN 1 ALGEMEEN
2
84.94 LICHTDRUKINRICHTINGEN 1 ALGEMEEN
2
84.95 BEURS- EN TENTOONSTELLINGSWEZEN 1 ALGEMEEN
3
84.97 VEILINGBEDRIJVEN E.D. 1 ALGEMEEN
3
84.99 ZAKELIJKE E.A. DIENSTVERLENING N.E.G. 1 LOONPAKKËRIJEN
3
84.99 ZAKELIJKE E.A. DIENSTVERLENING N.E.G. 2 DUIKERSBEDRUVEN
2
84.99 ZAKELIJKE E.A. DIENSTVERLENING N.E.G. 3 FUSTENCENTRALES
3
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3) 84.99 ZAKELIJKE E.A. DIENSTVERLENING N.E.G. 4 ALGEMEEN 85.1
85.2
85.3
17 1
AUTOVERHUURBEDRIJVEN (ZONDER CHAUFFEUR) 1 ALGEMEEN
3
MACHINEVERHUURBEDRIJVEN (ZONDER BEDIENEND PERSONEEL) l ALGEMEEN
3
VERHUURBEDRIJVEN VAN GEBRUIKSGOEDEREN l ALGEMEEN
2
85.9 VERHUURBEDRIJVEN VAN OVERIGE ROERENDE GOEDEREN 1 ALGEMEEN
3
98.11.1 AFVALWATERINZAMELING 1 RIOOLGEMALEN OF -POMPSTATIONS 1 V.C.K.D. 100 M3/U
2
98.11.1 AFVALWATERINZAMELING 1 RIOOLGEMALEN OF -POMPSTATIONS 2 V.C.G.D. 100 M3/U
3
98.11.1 AFVALWATERINZAMELING 2 BEZINKBASSINS/VERZAMELKELDERS EXCL. MECHANISCH RUIMEN
3
98.11.2 AFVALWATERBEHANDELING (ALS HOOFDAKTIVITEIT) 1 RIOOLPERS- EN POMPSTATION
3
98.1 1.2 AFVALWATERBEHANDELING (ALS HOOFDAKTIVITEIT) 2 VERZAMEL-/BEZINKKELDERS EXCL. MECHANISCH RUIMEN
3
98.11.2 AFVALWATERBEHANDELING (ALS HOOFDAKTIVITEIT) 9 CHEMISCHE BEHANDELING (GEEN RIOOLWATER)
3
98.12.1 AFVALINZAMELING (INCL. EVT. TRANSPORT) 1 VERZAMEL- EN OVERSLAGLOKATIES LOS TE STORTEN AFVAL 1 T.O.K.D. 0,1 HA
3
98.12.1 AFVALINZAMELING (INCL. EVT. TRANSPORT) 2 VERZAMEL- EN OVERSLAGLOKATIE NIET LOS TE STORTEN AFVAL 1 T.O.K.D. 0,1 HA
3
98.12.2 SANERING VAN MILIEUVERONTR.fEXCL.VERWIJDERING OF TRANSP 5 BLIJVEND INGEKAPSELDE VERONTREINIGDE (ONDERWATER)BODEM
3
98.13 STRAAT- EN RIOOLREINIGING E.D. 1 ALGEMEEN
3
98.1 4 ONGEDIERTEBESTRIJDINGS- EN -ONTSMETTINGSBEDRIJVEN 1 ALGEMEEN
3
98.15 POLDERBEMALINGSINRICHTINGEN 1 AANDRIJVING M.B.V. ELECTROMOTOREN 1 V.C.K.D. 100 M 3/U
2
98.15 POLDERBEMALINGSINRICHTINGEN 1 AANDRIJVING M.B.V. ELECTROMOTOREN 2 V.C.G.D. 100 M3/U
3
98.15 POLDERBEMALINGSINRICHTINGEN 2 AANDRIJVING M.B.V. DIESELMOTOREN 1 V.C.K.D. 100 M3/U
3
98.15 POLDERBEMALINGSINRICHTINGEN 2 AANDRIJVING M.B.V. DIESELMOTOREN 2 V.C.G.D. 100M3/U
C
98.21 GLAZENWASSERIJEN EN SCHOONMAAKBEDRIJVEN VAN GEBOUWEN 1 ALGEMEEN
;
Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 3)
18
98.22 SCHOORSTEENVEGERS 1 ALGEMEEN
1
98.23 AUTOWASSERIJEN 1 ALGEMEEN
3
98.29 SCHOONMAAKBEDRIJVEN N.E.G. 4 REIGINGINGSBEDRIJVEN T.B.V. INDUSTRIEN
3
98.29 SCHOONMAAKBEDRIJVEN N.E.G. 5 ALG.IGEEN REINIGINGS ACT.STALLING MATERIEEL TER PLAATSE
1
98.31 WASSERIJEN, STRIJKINRICHTINGEN EN STOMERIJEN 1 ALGEMEEN 1 P.O.K.D. 200 M2
2
98.31 WASSERIJEN, STRIJKINRICHTINGEN EN STOMERIJEN 1 ALGEMEEN 2 P.O.G.D. 200 M2
3
98.32 CHEMISCHE WASSERIJEN (OVERWEG.GEBR.KLEDING E.A. TEXTIEL 1 REINIGINGSMACHINES 1 TOTALE LAADVERMOGEN T/M 50 KG
2
98.32 CHEMISCHE WASSERIJEN (OVERWEG.GEBR.KLEDING E.A. TEXTIEL 1 REINIGINGSMACHINES 2 TOTALE LAADVERMOGEN TUSSEN DE 50 EN 200 KG
3
98.32 CHEMISCHE WASSERIJEN (OVERWEG.GEBR.KLEDING E,A. TEXTIEL 1 REINIGINGSMACHINES 3 TOTALE LAADVERMOGEN G.D. 200 KG
3
98.33 WASVERZENDINRICHTINGEN 1 ALGEMEEN
2
98.34 STOPPAGE- EN OPPERSINRICHTINGEN 1 ALGEMEEN
1
98.35 WASSALONS E.D. 1 ALGEMEEN
1
98.36 TAPUTRE1NIGINGSBEDR.E.D. l ALGEMEEN
3
98.51 FOTO-ATELIERS (EXCL. VOOR RECLAME EN PERS) 1 ALGEMEEN (INCL. ONTWIKKELEN VOOR EIGEN WINKELBEDRIJF
1
98.91.1 BEGRAFENISONDERNEMINGEN 1 ALGEMEEN
1
98.91.2 BEGRAAFPLAATSEN, CREMATORIA 1 BEGRAAFPLAATSEN
1
98.91.2 BEGRAAFPLAATSEN, CREMATORIA 2 CREMATORIA
3
98.92 BADHUIZEN EN SAUNABADEN l ALGEMEEN
2
98.93 DIERENASIELSEN -PENSIONS 1 ALGEMEEN
3
98.99 PERSOONLIJKE DIENSTVERLENING N.E.G. 1 ALGEMEEN
2