Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en Provincie Zuid-Holland 30 november 2015
Verantwoording Titel Opdrachtgever Auteur Aantal pagina’s
: Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland : gemeente Den Haag : Robert van Lente : 112 (exclusief bijlagen)
Inventarisatie duurzaamheidbeleid Metropoolregio en Provincie Zuid-Holland
0
Voorwoord en leeswijzer
Na het stopzetten van de kaderwetgebieden Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam, zijn enkele taken overgenomen door de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH). Die taken liggen op het gebied van het Openbaar Vervoer, waarvan de MRDH de ovautoriteit is en op het gebied van het Economisch Vestigingsklimaat. De MRDH vormt echter ook een mooi platform om te bezien of de samenwerkende gemeenten op andere terreinen kunnen samenwerken. Een van die terreinen is het duurzaamheidbeleid. De gemeente Den Haag heeft de opdracht gegeven het duurzaamheidbeleid in de 23 gemeenten in de MRDH te inventariseren en te bezien of samenwerking op dit gebied kan leiden tot synergievoordelen en best practices in het belang van alle deelnemende gemeenten. De basis hiervoor wordt gevormd door een inventarisatie van het duurzaamheidbeleid in de 23 gemeenten van de MRDH. Ook de voornemens op duurzaamheidgebied van het college van GS van de Provincie Zuid-Holland worden in deze inventarisatie betrokken. Het begrip duurzaamheid is een containerbegrip en wordt, om een zinvolle vergelijking mogelijk te maken, in deze inventarisatie nader gedefinieerd. Er worden alleen duurzaamheidzaken bekeken, die relevant zijn voor lagere overheden en betrekking hebben op energiegebruik en –opwekking, vastgoed, verkeer en vervoer, afvalverwerking en het inkoopproces in combinatie met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor deze elementen van duurzaamheid hebben alle gemeenten in de MRDH min of meer gedetailleerde voornemens geformuleerd in de verschillende collegeprogramma’s voor de periode 2014-2018. Om een basis te geven voor de inventarisatie is op een aantal elementen van het duurzaamheidbeleid een nulmeting weergegeven. Het gaat dan om elementen, waarvoor voor vrijwel alle gemeenten betrouwbare en kwantificeerbare gegevens voor handen zijn. Na de nulmeting volgt de daadwerkelijke inventarisatie van de voornemens, die gemeenten voor de huidige collegeperiode 2014-2018 hebben geformuleerd voor bovengenoemde aandachtsgebieden. Voor de inventarisatie voor Rotterdam wordt het Rotterdam Climate Initiative ook geanalyseerd. Daarna wordt een advies gegeven over de uitvoering van het duurzaamheidbeleid in de MRDH, waarbij wordt afgesloten met een antwoord op de vraag op welke onderwerpen gemeenten in de MRDH een best practice kunnen laten zien en hoe dit in de MRDH kan worden georganiseerd. Het rapport begint met een samenvating. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
1
Samenvatting
Het beleidsterrein duurzaamheid wordt in deze inventarisatie gericht op onderwerpen, die het meest te maken hebben met milieutechnische zaken, die ook kwantificeerbaar en daarmee makkelijk vergelijkbaar zijn. Het gaat om de onderwerpen energie, vastgoed, verkeer en vervoer, afval, inkoop en stimulering van maatschappelijke verantwoord ondernemen (MVO). Onder inkoop wordt ook verstaan de pogingen van enkele gemeenten een zogenaamde fair trade gemeente te worden. De gedachte daarachter is, dat fair trade inkopen ook de duurzaamheid bevordert. Bij de keuze van de bovengenoemde onderwerpen is voor een belangrijk deel aangesloten bij de speerpunten van de enkele jaren geleden vastgestelde Lokale Klimaatagenda. De speerpunten van deze agenda zijn: duurzaam gebouwde omgeving, duurzame mobiliteit, duurzame bedrijven, duurzame energieopwekking en klimaatneutrale stad-regio. Bij het laatste onderwerp wordt vooral gekeken hoe het doel samen met burgers en bedrijven kan worden georganiseerd: zowel via bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten als via ondersteunende maatregelen. Hoe de verschillende gemeenten deze opgave al of niet invullen, wordt betrokken bij deze inventarisatie. Voorafgaand aan de inventarisatie wordt gestart met een door de Rijksdienst voor de leefomgeving gevalideerde nulmeting op het gebied van CO2-uitstoot en op basis van andere bronnen een nulmeting op het gebied van de productie van hernieuwbare energie in de gemeenten van de MRDH. Daarnaast is een nulmeting verricht naar kengetallen op het gebied van vastgoed en mobiliteit. Deze nulmeting gaat dus niet over alle onderwerpen, die in de inventarisatie worden bekeken, maar over kengetallen, die voor alle gemeenten door betrouwbare bronnen zijn opgesteld. Voor het afvalbeleid zijn onvoldoende gevalideerde gegevens beschikbaar om een zinvolle vergelijking voor alle MRDH-gemeenten uit te voeren. Hetzelfde geldt voor duurzaam inkopen: alle gemeenten streven naar 100% duurzame inkoop, maar er is nog geen gelijkspeelveld geschapen wat daaronder wordt verstaan. Dat geldt tevens voor het bevorderen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Een gelijk speelveld bestaat overigens wel voor fair trade. Daar is wel een nulmeting mogelijk. De nulmeting is een zinvolle methode om op een aantal thema’s, die van belang is voor het duurzaamheidbeleid, een startpositie te schetsen. Deze positie is van belang voor de beoordeling van voornemens, die voor de collegeperiode 2014-2018, zijn geformuleerd door de verschillende gemeenten, maar geven tevens aan met welke uitdagingen gemeenten te maken hebben. De collegeprogramma’s van de gemeenten binnen de MRDH voor de periode 2014-2018 vormen het kader voor de inventarisatie. Voor de gemeente Nissewaard, die pas formeel in 2015 is gevormd, wordt geput uit het programma voor de periode 2015-2018 en voor de Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
2
provincie Zuid-Holland voor het programma voor de periode 2015-2019 van het nieuwe college van GS. Uit de nulmeting voor CO2-uitstoot en opgewekte hernieuwbare energie komt het volgende algemene beeld van de gemeenten in de MRDH naar voren. De negatieve milieu-impact, die Rotterdam ondervindt door het energiegebruik van de daar aanwezige industrie is binnen de MRDH onvergelijkbaar. Zelfs vergeleken met Amsterdam is deze milieu-impact relatief groot. Daar staat tegenover dat Rotterdam ook op eenzame hoogte staat als het gaat om de productie van duurzame energie uit windturbines. Geen enkele grote stad in Nederland kan aan dat opgewekte vermogen tippen. Ook al domineert Rotterdam de MRDH op veel gebieden, binnen de MRDH hebben alle gemeenten een specifiek profiel, dat ook wordt veroorzaakt door een vaak autonome ontwikkeling waar een gemeente mee te maken heeft en wat het duurzaamheidbeleid uitdagend maakt. Zo is de negatieve impact van verkeer en vervoer zeker niet alleen beperkt tot Rotterdam. Ook Ridderkerk en Barendrecht hebben daar last van als gekeken wordt naar de uitstoot van CO2 per inwoner en in de voormalige regio Haaglanden zijn dat MiddenDelfland en Wassenaar. Dit houdt vooral verband met de aanwezige snelwegen bij deze relatief kleine gemeenten. De verschillende opgaven, waar de gemeenten mee te maken hebben, komt ook mooi tot uitdrukking als gekeken wordt naar de impact van de landbouw wat betreft CO2-uitstoot. Hier staan de gemeenten Westland, Lansingerland en Midden-Delfland weer ver boven de anderen als gekeken wordt naar de uitstoot per inwoner. Uit de inventarisatie blijkt dat bijna alle gemeenten een al of niet gekwantificeerde doelstelling hebben voor de nagestreefde reductie van de CO2-uitstoot in de gemeente. De meest opvallende uitzondering is de gemeente Rotterdam, die geen CO2-doelstelling meer hanteert, maar kijkt naar de hoeveelheid in de gemeente opgewekte duurzame energie en de omvang van de energiebesparing, vooral om de kosten van het energiegebruik te kunnen verminderen. De andere kant van de medaille van het opwekken van duurzame energie is uiteraard de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, met name CO2. De doelstellingen voor de CO2-uitstoot zijn meestal gebaseerd op de doelstellingen uit het Klimaatakkoord, gesloten door VNG met het Rijk. De basisdoelstelling is een reductie van de CO2-uitstoot met 30% in 2020 ten opzichte van 1990. De gemeenten wijken daar in de meeste gevallen niet veel van af. CO2-reductie zou dan ook een algemeen aanvaarde doelstelling van de MRDH kunnen zijn. Met hierbij de belangrijke kanttekening, dat de gemeente Rotterdam, dat circa 30% van de inwoners van de MRDH omvat, daarvan afwijkt.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
3
Er zou wel een koppeling kunnen worden gelegd met het streven een doelstelling te formuleren voor de opwekking van de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie in een gemeente en de mate waarin een gemeente slaagt in het besparen van energie. Deze maatregelen leiden immers ook tot CO2-reductie. De vraag is of je als gemeenten CO2reductie als doelstelling moet formuleren of als uitkomst van het gevoerde beleid. Aan beide benaderingen zitten voor- en nadelen en dat zou in een nader onderzoek kunnen worden vergeleken. Bij het verduurzamen van het vastgoed in een gemeente wordt door alle gemeenten in de MRDH een zogenaamde EPC-norm gebruikt. Deze norm is landelijk bepaald en bedraagt in 2015 0,4. Andere informatieve indices, zoals de EPL-norm (Energie Prestatie op Locatie) zou wel bij toekomstige bouwprojecten moeten worden gepubliceerd, hetgeen nu nog niet door alle gemeenten gebeurt. Dit is zeker van belang, als de bouwactiviteiten weer aantrekken. Onder meer voor het coördineren van het beleid op het gebied van het verminderen en verduurzamen van het energiegebruik in het vastgoed is het Netwerk Energie binnen de MRDH opgericht. Dit Netwerk heeft zowel een ambtelijke als een bestuurlijke vorm. Het ambtelijk Netwerk heeft in de eerste bijeenkomst vooral aandacht gegeven aan zaken, die relevant zijn voor het energiegebruik in het vastgoed. Het bestuurlijke Netwerk zal zich breder richten op de voor gemeenten relevante onderwerpen, die voortvloeien uit het SER Energieakkoord. Dat is breder dan alleen vastgoed. Het is de bedoeling, dat het Netwerk Energie wordt vormgegeven als een platform waarin gemeenten elkaar kunnen inspireren en ondersteunen. Het Netwerk kan een belangrijke rol spelen om de MRDH op alle relevante gebieden van het duurzaamheidbeleid betreffende energie een voorlopersfunctie te geven. Op het gebied van verkeer en vervoer is de stimulering van elektrisch vervoer een prioriteit voor alle gemeenten. Bij veel gemeenten is de financiering van de investeringen in de infrastructuur echter een probleem. Men zou elkaar kunnen helpen gezamenlijk de markt te benaderen en fiscale regelgeving bijtijds te implementeren. Hier lopen de twee grote steden in de MRDH ver voor op de andere gemeenten in de MRDH, vooral ook omdat deze gemeenten meer mogelijkheden hebben de laadinfrastuctuur te financieren. In andere gemeenten zijn wel bijvoorbeeld relatief veel (semi)publieke laadvoorzieningen, zoals in Westland en Zoetermeer. Op het gebied van het afvalbeleid, is een grote diversiteit te zien bij gemeenten. Omdat het reduceren en hergebruik van afvalstromen van groot belang is in het duurzaamheidbeleid, zou in MRDH-verband kunnen worden bekeken welke gemeenten het meest effectief zijn in dit hergebruik, met als doel dat andere gemeenten hiervan kunnen leren. Bij het inkoopbeleid is evenwel sprake van grote eensgezindheid: alle gemeenten willen in 2015 100% duurzaam inkopen. Het begrip duurzaam inkopen is echter niet eenduidig door alle gemeenten gedefinieerd. In de MRDH is een Netwerk Duurzaam Inkopen gevormd, dat
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
4
meer uniformiteit in de marktbenadering nastreeft en kansen wil geven aan innovatieve en duurzame bedrijven bij gemeentelijke opdrachten. Bovendien kan kennis en ervaring uitgewisseld worden. Omdat alle gemeenten 100% duurzaam willen inkopen, heeft zo’n netwerk grote kans van slagen. In het verlengde hiervan, wil men het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ook ondersteunen via stimuleringsmaatregelen, zoals het gratis beschikbaar stellen van het startabonnement van de Milieubarometer. Mogelijk kan aan dit Netwerk eveneens worden gekoppeld een Netwerk van Fairtrade gemeenten of gemeenten die dit actief willen promoten. Het gaat hierbij immers niet alleen om het eigen fair trade inkoopbeleid, maar ook over het stimuleren van het lokale bedrijfsleven om fair trade in te kopen en dat ook zichtbaar te maken. Tenslotte is uit de gepubliceerde voornemens van het nieuwe college van GS van ZuidHolland gebleken, dat de MRDH-gemeenten op alle hier genoemde aspecten van duurzaamheid een zeer ondersteunende en coöperatieve provincie tegenkomen, die een belangrijke rol kan spelen de doelstellingen te helpen bereiken. Voor de provincie Zuid-Holland wordt daarbij speciaal aandacht besteed aan het beleid ten aanzien van de verduurzaming van de warmtelevering. Dit vloeit rechtstreeks voort uit de Green Deal, die de Provincie al eind oktober 2010 heeft gesloten met het Rijk en waarvan kan worden bekeken wat de tussentijdse resultaten zijn en wat het nieuwe college van GS daarover in het collegeprogramma heeft opgenomen. Op basis van de inventarisatie is in het hoofdstuk over de duurzaamheidstrategie in de MRDH aangegeven op welke wijze de gemeenten in de MRDH in samenspraak met de provincie Zuid-Holland de MRDH als platform kunnen gebruiken het lokale duurzaamheidbeleid aanzienlijk te versterken. Recent is een aantal belangrijke stappen gezet om de MRDH meer handen en voeten te geven. In het advies wordt daar rekening mee gehouden en wordt geadviseerd welke gemeente welke best practices kunnen laten zien, die van belang zijn voor de gehele MRDH.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
5
Inhoudsopgave 1. 2. 3.
Inleiding ........................................................................................................................................................... 7 Opzet inventarisatie ........................................................................................................................................ 9
De nulmeting ................................................................................................................................................. 12 4. Inventarisatie ................................................................................................................................................ 27 Albrandswaard .................................................................................................................................................. 27 Barendrecht ....................................................................................................................................................... 29 Brielle ................................................................................................................................................................. 31 Capelle aan den IJssel ........................................................................................................................................ 33 Delft ................................................................................................................................................................... 36 Den Haag ........................................................................................................................................................... 38 Hellevoetsluis .................................................................................................................................................... 43 Krimpen aan den IJssel ...................................................................................................................................... 46 Lansingerland .................................................................................................................................................... 48 Leidschendam-Voorburg ................................................................................................................................... 51 Maasluis ............................................................................................................................................................. 53 Midden-Delfland ................................................................................................................................................ 54 Nissewaard ........................................................................................................................................................ 56 Pijnacker-Nootdorp ........................................................................................................................................... 58 Ridderkerk ......................................................................................................................................................... 59 Rijswijk ............................................................................................................................................................... 61 Rotterdam Climate Initiative (RCI) ..................................................................................................................... 63 Rotterdam ......................................................................................................................................................... 70 Schiedam ........................................................................................................................................................... 74 Vlaardingen ....................................................................................................................................................... 76 Wassenaar ......................................................................................................................................................... 79 Westland ........................................................................................................................................................... 80 Westvoorne ....................................................................................................................................................... 83 Zoetermeer ........................................................................................................................................................ 85 Provincie Zuid-Holland ...................................................................................................................................... 87 5. Samenvatting inventarisatie ......................................................................................................................... 94 6. Duurzaamheidstrategie voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) ....................................... 101 7. Slotbeschouwing ......................................................................................................................................... 113 Bijlage 1 : Opdracht gemeente ..................................................................................................................... 114 Bijlage 2a : Nulmeting - CO2-uitstoot per inwoner ......................................................................................... 115 Bijlage 2b : Nulmeting – CO2-uitstoot vier grote steden vergeleken .............................................................. 116 Bijlage 2c : Nulmeting - CO2-uitstoot in ton in 2012 van ETS-bedrijven ......................................................... 117 Bijlage 2d : Nulmeting - Zonvermogen ........................................................................................................... 118 Bijlage 2e : Nulmeting - Windvermogen ......................................................................................................... 119 Bijlage 2f : Nulmeting - Energielabels ............................................................................................................ 120 Bijlage 2g : Nulmeting - Laadpunten MRDH ................................................................................................... 121 Bijlage 2h : Nulmeting - Aardgas-groengas vulpunten ................................................................................... 122 Bijlage 2i : Fair trade gemeenten ................................................................................................................... 123 Bijlage 3 : Bronvermelding ........................................................................................................................... 124 Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
6
1. Inleiding
Deze inventarisatie van het duurzaamheidbeleid in de 23 gemeenten van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en van de provincie Zuid-Holland is opgesteld in het kader van een opdracht, die gekregen is van de gemeente Den Haag. Deze opdracht is opgenomen in bijlage 1. Nadat een beeld is gekregen via de nulmeting voor een aantal aspecten van het duurzaamheidbeleid, die tevens in de inventarisatie wordt onderzocht, worden de volgende uitgangspunten voor de inventarisatie gehanteerd: Uitgangspunten De uitgangspunten bij deze inventarisatie zijn: - Het duurzaamheidbeleid in de vastgestelde collegeprogramma’s van de gemeenten voor de periode 2014-2018; - Het duurzaamheidbeleid in het programma van de provincie Zuid-Holland van het college van GS voor de periode 2015-2019. Eén gemeente is als fusiegemeente pas gevormd met ingang van 1 januari 2015, zodat voor die gemeente (Nissewaard) ook alleen maar geput wordt uit het collegeprogramma 20152018. Verder is gekeken of er een nadere concretisering en/of update van het collegeprogramma op het gebied van duurzaamheid is gepubliceerd. Het dient wel een update te zijn met concrete en verifieerbare doelstellingen. Voor de inventarisatie is de grens gesteld op 1 november 2015. Voor de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam voor wat betreft het Rotterdam Climate Initiative en de gemeente Den Haag is ook geput uit relevante publicaties voor het jaar 2014. Definitie duurzaamheid De term duurzaamheid wordt verschillend geïnterpreteerd door de verschillende gemeenten. Soms is sprake van een zeer ruime definitie, waarbij het woord duurzaamheid ook is gekoppeld aan het financiële beleid (financieel duurzaam beleid) en zelfs aan het sociale beleid. In deze inventarisatie is alleen duurzaamheid in milieutechnische zin onderwerp van onderzoek. Dat betekent, dat bijvoorbeeld groenbeheer niet wordt gerangschikt onder duurzaamheidbeleid, omdat het niet alleen gerangschikt kan worden onder milieutechnische onderwerpen, maar bijvoorbeeld ook te maken heeft met ruimtelijke ordening. Dat geldt ook voor maatregelen in de sfeer van klimaatadaptatie. De definitie van duurzaamheid kan nog nader gespecificeerd worden. Daarbij wordt gekeken naar beleidsuitgangspunten, die bij min of meer alle gemeenten terugkomen, zodat een goede vergelijking kan worden opgesteld. De uitgangspunten hebben betrekking op:
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
7
1. Energiegebruik - Het gaat hier vooral om het bevorderen van energiebesparing en het inzetten van duurzame energie. Voor zover er toch gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen, is een doelstelling voor de CO2-uitstoot relevant. In dit kader worden in enkele gevallen andere doelstellingen geformuleerd voor de eigen gemeentelijke organisatie als voor de gemeente als geheel. De doelstellingen voor de eigen organisatie kunnen wat meer dwingend worden geformuleerd. 2. Vastgoed - Bij vastgoed wordt door een aantal gemeenten onderscheid gemaakt tussen vastgoed in eigendom van de gemeente of in eigendom van corporaties of particulieren. Daar waar dat onderscheid wordt gemaakt, gebeurt dat ook in deze inventarisatie. Daarnaast wordt door sommige gemeenten onderscheid gemaakt tussen bestaand vastgoed of te formuleren eisen aan nog te bouwen vastgoed. 3. Verkeer en vervoer - Ook hier moet onderscheid gemaakt worden tussen het verduurzamen van vervoersmiddelen van de eigen organisatie en maatregelen om het verkeer in het algemeen milieuvriendelijk te maken. Daarnaast is er een duidelijke scheiding aan te brengen tussen het gebruik van aardgas als brandstof en het gebruik van elektriciteit. Hoewel in de voormalige regio Haaglanden het gebruik van aardgas door gemeenten nog sterk wordt gepromoot, krijgt het gebruik van elektriciteit voor vervoer steeds meer aandacht. In de Rotterdamse regio is elektrisch vervoer meer leidend. Dat betekent overigens niet dat in de Rotterdamse regio weinig aandacht is voor aardgas/groengas gebruik. Dat is ook in deze regio een goed duurzaam alternatief. Het bevorderen van het gebruik van openbaar vervoer en fiets wordt door alle gemeenten gestimuleerd. Aan het bevorderen van duurzaam verkeer en vervoer wordt door de meeste gemeenten tevens de verbetering van de luchtkwaliteit gekoppeld. 4. Afval - In het kader van het duurzaamheidbeleid zou de facto gekeken moeten worden naar het afvalbeleid als aanjager van het streven naar een circulaire economie of het streven naar cradle-to-cradle beleid dan wel het zoveel mogelijk reduceren van de afvalstroom. Dit onderwerp staat zeker bij verschillende gemeenten op de agenda, maar in de praktijk wordt nog vooral gekeken naar de stimulering van het scheiden van afval. 5. Inkoop en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) - Voor het inkoopbeleid wordt niet alleen gekeken naar de inkoop voor de gemeentelijke organisatie, maar, mits dat expliciet wordt benoemd, naar inkoop voor de uitvoering van het gemeentelijk beleid, zoals het verzorgen van openbare verlichting. De gemeente kan met het inkoopbeleid grote invloed uitoefenen op het verduurzamen van het lokale of regionale bedrijfsleven. Daarom wordt in dit kader ook gekeken welke maatregelen er worden genomen om maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) te bevorderen. Omdat enkele gemeenten dat nadrukkelijk nastreven, is ook gekeken naar fair trade.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
8
2. Opzet inventarisatie
Nu de aandachtspunten voor de inventarisatie zijn aangegeven, wordt de systematiek van de meerjarenbegroting hierop toegepast. In die systematiek worden voor programma’s immers diverse indicatoren voorgeschreven, waarbij het gaat om de drie zogenaamde W-vragen: 1. Wat willen we bereiken? Deze vraag wordt toegepast op de bovenstaande vijf aandachtsgebieden en dient te leiden tot zogenoemde outcome-indicatoren. 2. Wat gaan we daarvoor doen? Deze vraag moet leiden tot input-indicatoren, die een rechtstreekse verbinding hebben met de outcome-indicatoren. 3. Wat mag het kosten? Deze vraag moet leiden tot een inputindicator en is tevens een antwoord op de vraag welk bedrag expliciet in de begroting voor duurzaamheid is opgenomen. Vaak staan niet alle uitgaven voor duurzaamheid expliciet in de begroting, maar zijn ze onderdeel van andere begrotingsposten. Alleen als er een directe link kan worden gelegd tussen een uitgave en de bovengenoemde beleidsuitgangspunten, zal het bedrag genoemd worden. Nadere randvoorwaarden De volgende randvoorwaarden worden bij de inventarisatie in acht genomen: Veel onderdelen van duurzaamheid- en milieubeleid worden uitgevoerd op basis van vastgestelde milieuwetgeving. Een belangrijk deel van de wetgeving wordt in de MRDH uitgevoerd door de Milieudienst Rijnmond of de Omgevingsdienst Haaglanden. Alle gemeenten in de MRDH vallen onder deze diensten. Het gaat dan met name om de uitvoering van de Wet Milieubeheer, de Wet Bodembescherming en de Wet Geluidhinder. Alles wat door de bovengenoemde diensten wordt bepaald en uitgevoerd, wordt niet in deze inventarisatie meegenomen, tenzij gemeenten expliciet aangeven een zekere vrijheid te nemen om hun invloed op de uitvoering aan te wenden, dan wel in dit kader samen te werken. Alle gemeenten accepteren voor energie de doelstellingen uit het klimaatakkoord van VNG en Rijk als uitgangspunt, hoewel Rotterdam wat betreft de CO2-reductie een ruimere interpretatie hanteert, zoals eerder gemeld.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
9
De belangrijkste doelstellingen zijn: 1. Er wordt gestreefd naar een CO2-reductie van 30% in 2020 ten opzichte van het jaar 1990; 2. Er wordt gestreefd naar een energiebesparing van 2% per jaar; 3. Het aandeel van duurzame energie in de totaal gebruikte energie bedraagt in 2020 20%; 4. Gemeenten streven naar 100% duurzaam inkopen in 2015; 5. In 2020 is nieuwbouw klimaatneutraal en het energiegebruik in gebouwen met 50% gedaald; 6. Er dienen op meer plaatsen biobrandstoffen te verkrijgen te zijn. Hierbij moet worden aangetekend dat deze doelstellingen grosse modo overeenkomen met het door een aantal gemeenten ondertekende Convenant of Mayors. Daarnaast zijn in het kader van het SER Energieakkoord ook doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn op onderdelen minder ambitieus dan de doelstellingen van het bovengenoemde klimaatakkoord. De nagestreefde energiebesparing bedraagt 1,5% per jaar en het aandeel van het gebruik van hernieuwbare energie is verlaagd naar 14% in 2020 en 16% in 2023. Bij het gesloten SER Energieakkoord is echter van belang dat er daar ook afspraken zijn gemaakt voor energiebesparing bij zaken waar gemeenten direct invloed op hebben: de openbare verlichting (OVL) en de verkeerslichteninstallaties (VRI). Daarvoor zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. 20% besparing in energiegebruik voor OVL en VRI in 2020 ten opzichte van het gebruik in 2013, oplopend tot 50% in 2030; 2. 40% van de OVL moet in 2020 voorzien zijn van energiemanagement; 3. 40% van de OVL is energiezuinig in 2020. Voor een aantal van de bovengenoemde kengetallen zijn monitoringsgegevens bekend uit de klimaatmonitor van de Rijksdienst voor de leefomgeving, maar dat geldt niet voor alle kengetallen. Er zullen bovendien alleen maar kengetallen worden gebruikt in deze inventarisatie, als deze voor alle gemeenten in de MRDH op vergelijkbare basis beschikbaar zijn. Daarnaast moet worden geconstateerd dat de MRDH geen officiële taak heeft op het gebied van het coördineren van het duurzaamheidbeleid, zoals wel bij openbaar vervoer en bij het economisch vestigingsklimaat. Dat betekent, dat het van groot belang is of en zo ja welke aandachtspunten de provincie Zuid-Holland op het gebied van duurzaamheidbeleid heeft vastgesteld en of deze uitgangspunten de mogelijkheden van de MRDH-gemeenten kunnen
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
10
versterken of juist de vrijheid om te handelen kunnen inperken. Bij de bespreking van het collegeprogramma van de provincie wordt hier aandacht aan gegeven. Tenslotte hebben enkele gemeenten het duurzaamheidbeleid voor de collegeperiode 2014-2018 in een aparte nota toegelicht, maar is dat beleid vaak nog niet vastgesteld door de gemeenteraad. Er dient dus met voorzichtigheid naar de nadere concretisering van de doelstellingen van die gemeenten te worden gekeken, omdat die anders kunnen gaan luiden, dan in deze inventarisatie staat aangegeven. Andere gemeenten zijn nog niet zover en kondigen een nota aan waarin het duurzaamheidbeleid nader zal worden toegelicht. Doelstellingen, die in de vorige collegeperiode zijn aangekondigd, hebben dan hun relevantie voor een belangrijk deel verloren. In deze inventarisatie is de grens van de beoordeling van het duurzaamheidbeleid, zoals boven gemeld, gelegd op 1 november 2015.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
11
3. De nulmeting Nulmeting voor een aantal kengetallen op het gebied van duurzaamheidbeleid. In deze inventarisatie worden de voornemens op het gebied van een aantal duurzaamheidonderwerpen van de gemeenten in de MRDH onderzocht. Voor enkele aspecten daarvan kan een nulmeting worden uitgevoerd. Voor een nulmeting is noodzakelijk, dat het onderwerp kwantificeerbaar is en dat er betrouwbare gegevens voorhanden zijn van zoveel gemeenten dat daarmee een onderbouwd beeld kan worden geschetst van de gemeenten in de MRDH. Bij het onderwerp afval, kan worden geconstateerd, dat er wel onafhankelijk bepaalde gegevens beschikbaar zijn over bijvoorbeeld vormen van afvalscheiding van gemeenten, maar die gegevens zijn niet eenduidig. Bij de ene gemeente zijn ze zeer uitgebreid, maar voor de andere minder of ontbreken ze zelfs grotendeels. Dat geldt ook voor allerlei initiatieven in de gemeentes om afval te hergebruiken en een stap te zetten op het gebied van de circulaire economie. Zelfs voor het opwekken van bio-energie zijn in feite alleen betrouwbare landelijke gegevens beschikbaar, die met een bepaalde verdeelsleutel kunnen worden verdeeld over de gemeenten. Daardoor ontbreekt op dit onderwerp een zogenaamd level playing field. Dat is jammer, want het hergebruik van afval is zeer duurzaam en is ook economisch voordelig. Bij het onderwerp inkoop is er een ander aandachtspunt. Alle gemeenten willen in het jaar 2015 100% duurzaam inkopen. Een nulmeting over de voornemens is hier dus niet nodig. Maar er bestaat geen eenduidige definitie, die ook alle gemeenten wordt toegepast wat men verstaat onder duurzaam inkoop. Er is dus geen gelijk speelveld, waar een zinvolle nulmeting kan worden uitgevoerd. Dat is er wel bij een variant van duurzaam inkopen: een gemeente voldoet aan de eisen van een fair trade gemeente. Binnen de MRDH is wel een werkgroep duurzaam inkopen opgestart. Het totale inkoopvolume van de 23 gemeenten in de MRDH bedraagt jaarlijks circa € 3 miljard. Het gaat daarbij niet alleen om inkoop voor de eigen organisatie, maar ook om openbare investeringen, zoals verlichting, openbaar vervoer of informatiepanelen. Het doel van de werkgroep is om meer uniformiteit in de marktbenadering te brengen, maar ook om duurzame bedrijven in de regio meer kansen te geven en tijd en geld te besparen door kennis en ervaring uit te wisselen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
12
Onder dit onderwerp wordt in deze inventarisatie tevens het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) geschaard. Ook is hier geen eenduidig beeld, afgezien van het feit dat veel gemeenten het startabonnement van de Milieubarometer aan sommige bedrijven cadeau willen geven. MVO en duurzaam inkoop hoort echter in elkaars verlengde te liggen. De gepresenteerde onderwerpen, waar wel een zinvolle nulmeting kan worden opgesteld, zijn de onderwerpen: energie, vastgoed, verkeer en vervoer en het aantal fair trade gemeenten in de MRDH. Dat laatste onderwerp heeft een link met het onderwerp duurzaam inkopen 1. Energie Bij het onderwerp energie zijn gedetailleerde CO2-uitstoot-gegevens bekend vanuit de klimaatmonitor van de Rijksdienst voor de leefomgeving. De meest recente gegevens zijn beschikbaar voor het jaar 2013. Voor woningen zijn overigens recent gegevens voor 2014 beschikbaar gekomen. CO2-uitstoot is complementair aan het gebruik van fossiele energiebronnen. Met deze cijfers wordt dus indirect ook een beeld gegeven van het gebruik van deze vorm van energie volgens de landelijk vastgestelde energiemix voor de verschillende sectoren. CO2 is niet het enige broeikasgas. Internationaal is afgesproken dat naast CO2 ook andere broeikasgassen worden gerapporteerd: methaan, lachgas en de F-gassen (vooral fluorkoolwaterstoffen en zwavelhexafluoride). De emissies van deze gassen worden in de klimaatmonitor uitgedrukt in CO2-equivalenten. Dat gebeurt derhalve ook in deze nulmeting. In het kader van energie, zijn eveneens recente gegevens beschikbaar over het opwekken en gebruik in een gemeente van hernieuwbare energiebronnen. Het gaat in dit kader dan om de omvang van het opgewekte windvermogen in een gemeente als het opgewekte vermogen aan zonne-energie in de gemeente. Daarvoor zijn, in tegenstelling tot in de klimaatmonitor, wel zeer recente en onderbouwde gegevens beschikbaar. Wat betreft het windvermogen is geput uit de database van Bosch en Van Rijn (met name via hun website windstats.nl) en voor het opgesteld vermogen aan zonne-energie is geput uit de database van Natuur en Milieu. Deze gegevens staan eveneens in de Klimaatmonitor, maar die gegevens zijn alleen beschikbaar voor het jaar 2013, terwijl het beter is een zo recent mogelijke nulmeting uit te voeren. In de periode 2014-medio 2015 is er op dit gebied immers veel gebeurd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
13
In de Klimaatmonitor staan eveneens gegevens over de CO2-uitstoot van bedrijven in de gemeenten, die vallen onder het regime van het EU Emissions Trading System. Deze uitstoot is niet direct te beïnvloeden door gemeenten en kan daarom ook geen onderwerp zijn van deze inventarisatie, maar om de emissies, die wel door een gemeente kunnen worden beïnvloed in perspectief te plaatsen, is ook de tabel van deze zogenaamde ETS-emissies per gemeente aangegeven. In de MRDH vallen in totaal 97 bedrijven onder het ETS-systeem. Het gaat dan veelal om grote energiebedrijven, landbouwbedrijven en bedrijven in de industrie (vooral chemie). De omvang van de emissies in deze bedrijven benadert de omvang van het totaal van alle andere emissies in de gemeenten. Omdat de grote steden in de MRDH een eigen karakteristiek hebben, worden in de nulmeting de twee grote steden in de MRDH ook vergeleken met de twee andere grote steden in Nederland: Amsterdam en Utrecht. 2. Vastgoed Voor het onderwerp vastgoed kunnen veel kengetallen worden opgesteld. Als het echter gaat om het onderwerp vastgoed in relatie tot duurzaamheid, kan alleen een objectief beeld voor de MRDH gegeven worden voor de door de overheid geschatte energie labels van woningen. Uiteraard kunnen andere kengetallen worden opgesteld, zoals het gebruik van duurzame producten in de woningbouw enz., maar de data daarover zijn niet zodanig vast te stellen, dat er een zinvolle nulmeting voor alle gemeenten in de MRDH kan worden gegeven. Probleem bij de vastgestelde energielabels is echter, dat de meeste energie labels in de energielabel atlas zijn gebaseerd op enkele standaard woningkenmerken, waardoor alleen een ruwe schatting van het label per woning is vastgesteld, dat waarschijnlijk niet een adequaat beeld vormt van de woning. De kenmerken, die worden meegenomen zijn: bouwjaar woning, totaal vloeroppervlakte, woningtype en aantal woonlagen. Daarnaast bevat de tabel aannames op het gebied van verwarmingstypen, gebaseerd op bouwjaar en er wordt aangenomen dat 25 % van de gevel bestaat uit glas met een veronderstelling over het type glas. Ook al kunnen er verschillen bestaan tussen de gemeenten in de MRDH: een groot deel van de woningen in de gemeenten in de MRDH schommelt wat betreft het vastgestelde energielabel rond het niveau D. Het is vrij eenvoudig om een beter onderbouwd label te generen, door op de website van de energielabel atlas de knop: “controleer mijn label” te gebruiken. Daar kan men kenmerken van de woning controleren. De invoer wordt zoveel mogelijk door de organisatie Meer met Minder gecheckt om misbruik te voorkomen. Dit is echter maar een gedeeltelijke basis om de energie labels van een woning te controleren. Bovendien zijn vanwege privacy-redenen
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
14
geen cijfers voorhanden hoeveel burgers deze gratis controle al hebben uitgevoerd. Het is wel mogelijk om burgers op de mogelijkheid te wijzen een dergelijk woningdossier gratis op te stellen. Burgers zijn echter verplicht een label te laten certificeren bij verkoop van de woning. Maar ook zonder verkoop, kan een huis worden gecertificeerd. Deze gegevens zijn wel openbaar. Bij een huurhuis kan aan een corporatie gevraagd worden de huizen te laten certificeren. In de MRDH bedraagt het percentage van de woningen, dat een certificaat heeft rond de 30%. Dit aantal geeft dus geen goed beeld van de woningvoorraad van de gehele gemeente. Daar komt nog een complicatie bij: de corporatiewoningen. Voor 1 januari 2015 gold voor corporaties dat het energieprestatiecertificaat (dat vanaf 1 januari 2015 energie-index heet) en het energielabel samen werden gevoegd. De index speelt een rol bij de bepaling van het aantal WWS-punten (woningwaarderingsstelsel) van een woning en daarmee de hoogte van de maximale huur. De nieuwe rekenmethode van de Energie-index heet nu “Nader Voorschrift”. Naast dit zogenaamd Nader Voorschrift is apart hiervan het vereenvoudigde energielabel per 1 januari 2015 verplicht gesteld. Het energielabel is volledig gericht op de energieprestatie van een woning en laat zien welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. Het opstellen van een definitief energielabel is alleen verplicht als een woning wordt opgeleverd, opnieuw wordt verhuurd of door de corporatie wordt verkocht. Dit betekent dat ook niet alle corporatiewoningen een definitief energielabel bezitten. Een nulmeting is alleen mogelijk over de vraag welk deel van de woningen in een gemeente al een gecertificeerd energielabel hebben gekregen en welk label daar gemiddeld is uitgekomen. Dit geeft overigens geen goed onderbouwd beeld van de energieprestatie van het vastgoed in een gemeente. Bovendien moet worden benadrukt dat een gemeente niet verantwoordelijk is voor het certificeren van vastgoed in de gemeente, behalve voor het eigen vastgoed. Wel kan zo een beeld worden gegeven hoe het staat met de certificering in een gemeente en kan het een gemeente een incentive geven bewoners te wijzen op bijvoorbeeld het belang van het maken van een dossier in de energie-labelatlas. Er zijn mogelijk al energiebesparende maatregelen uitgevoerd en wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van zonne-energie, hetgeen het label aanzienlijk zal verbeteren. Mogelijk kan ook een collectieve certificering worden aangeboden tegen een gereduceerde prijs, waarbij ook strenge eisen kunnen worden gesteld aan degenen die de certificering uitvoeren. Op die wijze kunnen burgers en bedrijven, die verduurzaming van een woning willen bevorderen, bij elkaar gebracht worden. Daarnaast kan een gemeente in contact treden met corporaties, waarvan nog niet alle woningen in hun bezit een definitief label bezitten. Als dat wel bekend is, kan een gemeente
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
15
een effectiever duurzaamheid- en klimaatbeleid voeren, waar ook corporaties belang bij kunnen hebben. De gegevens die worden gebruikt, zijn recent opgesteld op 1 september 2015 door de organisatie Meer met Minder, die inmiddels is opgenomen in de Stichting Bespaar Lokaal. Ook in dit geval worden de twee grote steden in de MRDH vergeleken met de twee andere grote steden in Nederland. 3. Verkeer en vervoer Bij verkeer en vervoer kan de gemeente duurzaam vervoer faciliteren door het bevorderen van het fietsverkeer of het openbaar vervoer. Daar zijn voldoende gegevens over, maar deze maatregelen zijn niet alleen in het belang van duurzaamheidbeleid an sich. Dat geldt bijvoorbeeld wel voor het verzorgen van de openbare laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Hetzelfde geldt voor het bevorderen van de infrastructuur voor aardgas/groengas vulpunten. Bij deze nulmeting worden recente gegevens weergegeven en worden ook de gegevens van de vier grote steden vergeleken. De gegevens over de laadinfrastructuur zijn afkomstige van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de gegevens over de vulpunten zijn afkomstig van de database van GroenGas Nederland. 4. Fair trade Een gemeenten, die fair trade zoveel mogelijk in praktijk brengt, verduurzaamt tevens een deel van het inkoopproces. Immers, fair trade is het bevorderen van internationale handel gericht op duurzame ontwikkeling. Voor fair trade zijn objectieve maatstaven beschikbaar. Een gemeente mag zicht fair trade gemeente noemen, als 1. Er een werkgroep in de gemeente bestaat, die fair trade stimuleert; 2. Het gemeentebestuur expliciet zo veel mogelijk fair trade probeert in te kopen; 3. In plaatselijke winkels zichtbaar fair trade producten worden verkocht en in horecazaken fair trade producten worden geserveerd; 4. Lokale bedrijven en organisaties fair trade producten gebruiken en 5. Er een mediacampagne bestaat die structureel aandacht besteed aan fair trade en MVO door de werkgroep wordt gestimuleerd. Daarnaast bestaat een lijst van gemeenten die actief fair trade stimuleert, maar zelf nog niet aan alle eisen voldoen om fair trade gemeente te mogen heten. Een provincie mag zich pas
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
16
fair trade provincie noemen, als o.a. 45% van de inwoners in die provincie in een fair trade gemeente woont. Conclusies bij de nulmeting CO2 –uitstoot Om een beeld te geven van de CO2-uitstoot van een gemiddeld huishouden, moet het volgende worden bedacht. Een gemiddeld huishouden van 2,2 personen gebruikt gemiddeld 3.300 kWh (3,3 MWh) aan stroom en 1.400 kubieke meter aan gas per jaar. 1.400 kubieke meter gas is vergelijkbaar met 13,7 MWh. Een gemiddeld gezin gebruikt derhalve 17 MWh per jaar. Dat is 7,7 MWh per jaar per persoon, hetgeen ruim 1,8 ton CO2-uitstoot veroorzaakt. De meting in de Klimaatmonitor van de Rijksdienst voor de leefomgeving wordt echter toegespitst op verschillende sectoren. Woningbouw kan dan gezien worden als relevant voor bovengenoemde gemiddelde CO2-uitstoot. De burgers zullen echter ook via de andere sectoren direct of indirect verantwoordelijk zijn voor CO2-uitstoot. De andere sectoren, die naast woningbouw in de Klimaatmonitor worden geanalyseerd zijn: commerciële dienstverlening, publieke dienstverlening, mobiliteit, energieproductie, afvalverwerking, industrie en landbouw. Onder publieke dienstverlening wordt niet alleen openbaar bestuur verstaan, maar ook onderwijs, gezondheidszorg en welzijn en cultuur. Bij mobiliteit wordt gekeken naar wegverkeer, treinverkeer en scheepvaart. Hoewel alle gegevens zijn gebaseerd op daadwerkelijke metingen per gemeente, is dat niet mogelijk bij mobiliteit. Daar zijn landelijke cijfers met een bepaalde verdeelsleutel toegepast op een gemeente en zijn daarom minder nauwkeurig. Toch kunnen uit de cijfers kenmerkende zaken voor een bepaalde gemeente worden gedestilleerd. Om een goede vergelijking te maken, worden alle uitstoot gegevens uitgedrukt in uitstoot in een jaar per persoon. Woningen Voor woningen zijn recent gegevens over 2014 beschikbaar gekomen. Deze cijfers worden hier gebruikt. Alleen voor Nissewaard zijn de laatst beschikbare gegevens die over 2013. In de MRDH is in 2014 de gemiddelde CO2-uitstoot vanuit woningen per persoon 1,66 ton. In Zuid-Holland is dat getal 1,67, terwijl in Nederland als geheel de uitstoot voor woningen per Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
17
persoon in 2013 1,80 ton bedroeg. De MRDH kent dus voor Nederland een relatief lage uitstoot per persoon per woning. Er zijn echter wel grote verschillen binnen de MRDH. Wassenaar en Westvoorne scoren bij de uitstoot relatief hoog. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het gegeven, dat in deze gemeenten veel grote en relatief oudere woningen aanwezig zijn. Het gaat dan om circa 2,5 ton CO2 per inwoner. Pijnacker-Nootdorp en Barendrecht scoren juist laag met iets meer dan 1,5 ton CO2 per inwoner. Rotterdam, Schiedam en Zoetermeer scoren ook goed met iets minder dan 1,6 ton CO2. Deze steden hebben derhalve blijkbaar gemiddeld relatief veel goed geïsoleerde (nieuwe) woningen. Den Haag staat iets boven het gemiddelde in de MRDH, met een CO2-uitstoot in 2014 van 1,69 ton per persoon. Commerciële dienstverlening Ook bij de bedrijven, die zich bezighouden met commerciële dienstverlening is de CO2uitstoot per inwoner weergegeven. Daaruit blijkt dat Rotterdam relatief hoog scoort en Midden-Delfland juist erg laag. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat in Rotterdam relatief veel commerciële dienstverleners zijn gehuisvest, maar daar is enigszins voor gecorrigeerd door de uitstoot te relateren aan het aantal inwoners. In dit kader is het beter om Rotterdam te vergelijken met andere grote steden. In die vergelijking is te zien, dat Amsterdam en Rotterdam dicht bij elkaar liggen en dat Den Haag en Utrecht duidelijk lager scoren. De cijfers van die laatste twee steden zijn zowel gemiddeld voor Nederland als voor Zuid-Holland. De MRDH scoort hier iets hoger dan gemiddeld in Nederland: 1,05 ton CO2 per inwoner. Publieke dienstverlening Bij de publieke dienstverlening zou kunnen worden verwacht dat Den Haag een hoge emissie per inwoner laat zien, maar dat valt erg mee. De meeste CO2-uitstoot per inwoner voor de publieke dienstverleners in de MRDH wordt gemeten in Wassenaar met 1,29 ton CO2 per inwoner, met als goede tweede Delft met 1 ton CO2 per inwoner. Den Haag staat pas op de vijfde plaats met 0,64 ton per inwoner. Overigens zal in de jaren na 2013 waarschijnlijk wel het een en ander wijzigen, omdat de Rijksoverheid veel vastgoed afstoot, hetgeen de CO2-uitstoot voor de publieke dienstverlening in Den Haag, maar ook voor Rijswijk kan laten dalen. Indien er andere functies in de gebouwen worden geplaatst, zal dat gepaard gaan met forse renovaties, waarbij meestal ook gekeken wordt naar energiebesparende maatregelen. Den Haag profiteert overigens ook van het feit dat in Den Haag veel is geïnvesteerd in verbeteringen van het vastgoed van ziekenhuizen. Al deze lokale ontwikkelingen spelen een rol en daarom kunnen er geen waardeoordelen worden gegeven aan de mate van uitstoot. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
18
Het geeft alleen een goed beeld van de situatie in 2013. Bij Den Haag is de CO2-uitstoot voor Openbaar bestuur overigens wel hoog (ongeveer 30% hoger dan in Rotterdam), maar dat wordt voor een belangrijk deel goedgemaakt door de energie-efficiency bij het onderwijs en de gezondheidszorg. Een aantal gemeenten heeft een relatief lage CO2-uitstoot per inwoner voor publieke dienstverlening: Pijnacker-Nootdorp, Maassluis, Lansingerland, Westvoorne en Hellevoetsluis. In Nederland als geheel is de emissie bij de publieke dienstverlening 0,56 ton per persoon evenals in Zuid-Holland. De MRDH scoort met 0,56 ton ook gelijk aan het gemiddelde in Nederland. Mobiliteit Bij mobiliteit wordt gekeken naar zowel weg- als treinverkeer. Sinds 2013 is ook het wegverkeer op snelwegen meegerekend. Daarnaast is scheepvaart een belangrijke component. Voor de berekende CO2-uitstoot voor verkeer en vervoer staat Ridderkerk ver bovenaan. Dat heeft vooral te maken met de snelwegen rond Ridderkerk. Daarna volgen Midden-Delfland, Barendracht, Rotterdam en Wassenaar. Hieruit blijkt dat de milieu impact van het snelverkeer in kleine gemeenten groot kan zijn en voor Rotterdam geldt, dat daar ook de gevolgen van de scheepvaart een negatieve invloed heeft. Opvallend is dat Krimpen aan den IJssel, Maassluis en Pijnacker-Nootdorp een lage uitstoot per inwoner van mobiliteit laten zien en ook Den Haag heeft per inwoner weinig CO2-uitstoot ondervindt van verkeer en vervoer. Hierbij moet worden aangetekend, dat de cijfers voor mobiliteit zijn gebaseerd op landelijke gegevens uit 2013. Er zijn dus geen lokale metingen, die ten grondslag liggen aan de cijfers. Voor Rotterdam valt wel de invloed van het scheepvaartverkeer op in de gebruikte verdeelmethode. Opvallend is tenslotte, dat de MRDH als geheel een relatieve lage CO2-uitstoot per persoon voor mobiliteit wordt toegeschreven aan verkeer van 1,67 ton CO2 tegen gemiddeld 1,83 ton voor Zuid-Holland en gemiddeld 2,36 ton voor Nederland. Maar ook hier kan dat het gevolg zijn van de toegepaste verdelingsmethode en van het gegeven dat in de MRDH relatief veel mensen op een relatief klein gebied wonen. Amsterdam heeft ook een relatieve lage uitstoot van 1,27 ton per inwoner, maar Utrecht heeft een relatief hoge uitstoot van verkeer en vervoer van 1,91 ton per inwoner. Ook al is dat te verklaren uit de centrumfunctie van Utrecht; het is opvallend dat verschillende gemeenten in de MRDH een hogere uitstoot per inwoner dan Utrecht ondervinden.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
19
Afvalverwerking De CO2-uitstoot voor afvalverwerking is voor de gemeenten interessant, omdat vooral de gemeenten verantwoordelijk zijn voor deze verwerking. Voor bijna alle gemeenten zijn cijfers in de klimaatmonitor opgenomen, behalve voor Leidschendam-Voorburg. De uitstoot beweegt zich overigens voor alle gemeenten binnen een nauwe bandbreedte van 0,26 ton per huishouden. Alleen bij Krimpen aan den IJssel is een uitstoot van 0,40 ton opgenomen. Overigens bestaan er geen gegevens, die een beeld geven voor Zuid-Holland als geheel en daarmee voor Nederland. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de laatst berekende gegevens voor een aantal provincies, waaronder Zuid-Holland, alleen voor 2011 beschikbaar zijn en dus geen gegevens voor 2013 voorhanden zijn. Dat betekent eveneens dat voor Nederland als geheel geen cijfer kan worden berekend. Industrie Bij industrie staat Rotterdam wat betreft CO2-uitstoot per inwoner eenzaam bovenaan. De milieu-impact van de industrie in Rotterdam is, ook vergeleken met de andere grote steden, immens. Dat heeft tot gevolg dat de opgave om de uitstoot van CO2 terug te dringen voor Rotterdam niet te vergelijken is met andere grote steden, laat staan met andere middelgrote en kleinere gemeenten. In Rotterdam veroorzaakte de industrie in 2013 9,33 ton CO2 per inwoner. In Amsterdam was dat bijvoorbeeld maar 0,53 ton. In de gehele MRDH bedroeg de uitstoot in 2013 2,75 ton per inwoner, vergeleken met 2,01 in Zuid-Holland en 2,12 gemiddeld in Nederland. Opvallend is dat Delft in 2013 in de MRDH op plaats 2 stond met 1,26 ton per inwoner en ook Schiedam heeft in deze sector een forse uitstoot met 1.17 ton per inwoner. Landbouw Niet alleen bij de industrie ervaart de MRDH een relatief hoge milieu-impact, ook op het gebied van landbouw is de MRDH redelijk uniek. De gemeenten Westland, Midden-Delfland en Lansingerland ervaren een forse CO2-uitstoot. Westland staat in 2013 fors bovenaan met maar liefst 21,75 ton uitstoot per inwoner. Midden-Delfland en Lansingerland volgen op afstand met een nog relatief hoge uitstoot van 12,52 resp. 10,55 ton per inwoner. Deze uitstoot staat in schril contrast met de gemiddelde uitstoot in de MRDH van 1,46 per ton tegen gemiddeld 1,23 ton in Zuid-Holland en gemiddeld 0,62 ton in Nederland. Hieruit blijkt, dat niet alleen bij de industrie, maar zeker ook bij de landbouwbedrijven de MRDH een unieke positie heeft, met alle gevolgen voor de CO2-uitstoot van dien. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
20
ETS-bedrijven In de MRDH staan relatief veel ETS-bedrijven, die buiten de invloedsfeer van de gemeenten liggen, maar wel impact hebben op het klimaatbeleid in de MRDH. ETS-bedrijven houden zich bezig met grootschalige energieproductie, maar ook grootschalige landbouw en industriële processen zoals chemie. In de MRDH stonden in 2013 in totaal 97 van dergelijke bedrijven, die in totaal in 2013 22,6 miljoen ton CO2 hebben veroorzaakt. Ter vergelijking: de uitstoot van de niet-ETS-sectoren in de MRDH bedroeg circa 22 miljoen ton in totaal. De ETSbedrijven veroorzaken derhalve circa de helft van de totale CO2-uitstoot in de MRDH. Wat betreft het aantal bedrijven staat Rotterdam weer met kop en schouders bovenaan: van de 97 bedrijven in de MRDH staan er 36 in Rotterdam. Maar ook het Westland staat met 25 (landbouw)bedrijven hoog. De ETS-bedrijven zijn echter relatief klein in het Westland. Ze veroorzaken in 2013 gemiddeld circa 13.000 ton CO2 per ETS-bedrijf, terwijl de bedrijven in Rotterdam meer dan 600.000 ton CO2 per ETS-bedrijf veroorzaakten. Ook in Den Haag (in totaal 8 op het gebied van energie) en Lansingerland (in totaal 7 op het gebied van landbouw) staan relatief veel ETS bedrijven. In Zuid-Holland bedraagt het aantal ETS-bedrijven 117 met een totale CO2-uitstoot van ruim 23 miljoen ton CO2. De MRDH is daarmee de belangrijkste vestigingsplaats en veroorzaakt bijna de gehele ETS CO2 -uitstoot van deze bedrijven in Zuid-Holland. In geheel Nederland stonden in 2013 400 ETS-bedrijven (het aandeel van de MRDH is bijna 25%) met een uitstoot van meer dan 76 miljoen ton CO2. Het aandeel van de MRDH hierin is bijna 30%. Rotterdam neemt daarbij met ruim 28%-punt het leeuwendeel in. Rotterdam is ook op dit gebied vele malen groter dan Amsterdam. Qua uitstoot circa zes keer zo groot en er staan vier keer zoveel ETS bedrijven. Hernieuwbare energie Bij het onderwerp hernieuwbare energie wordt gekeken naar het opgestelde windvermogen in een gemeente en het opgestelde zonvermogen in de gemeente. Andere vormen van hernieuwbare energie, zoals bio-energie of aardwarmte zijn in de MRDH zeker belangrijk, maar er bestaat nog geen betrouwbare en onderbouwde verdeling van de uitstoot per gemeente van deze opgewekte energie. Dat zal in de toekomst wel moeten wijzigen. Van de opgewekte hernieuwbare energie in Nederland is meer dan 70% biomassa of -energie. Nu is het gebruik van biomassa voor grootschalige energieopwekking en stroomopwekking niet zonder discussie. De discussie spitst zich toe op de vraag waar de biomassa vandaan
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
21
komt. Palmolie gaat ten koste van het regenwoud, maar ook bij de verwerking van rioolslib, mest en sloophout komen soms zware metalen, fijnstof en andere broeikasgassen zoals methaan vrij. Toch kan biomassa, maar ook het duurzaam gebruik van (gft)afval als een grote kans worden gezien. Het is nog steeds verreweg de grootste vorm van hernieuwbare energie in Nederland en de MRDH heeft veel mogelijkheden daar op een verantwoorde wijze mee om te gaan, wat een aantal gemeenten al probeert te doen. Windvermogen Er bestaan onderbouwde en actuele gegevens over het aantal windturbines dat in de MRDH staat opgesteld. In de MRDH hebben vijf gemeenten windturbines op hun grondgebied toegestaan. Het gaat daarbij om 17 locaties met 96 windturbines. Ook hier staan in Rotterdam, vooral in de Rotterdamse haven, verreweg de meeste turbines. Van de 17 locaties, zijn er 13 in de gemeente Rotterdam met in totaal 84 molens. In totaal wekken de turbines in de MRDH 219,45 MW op. Dat is iets minder dan 70% van het windvermogen dat in de provincie Zuid-Holland wordt opgewekt (319,6 MW). De tweede gemeente in de MRDH die windvermogen laat opwekken, is Zoetermeer met een vermogen van 9 MW. Daarna komen Hellevoetsluis, Vlaardingen en de gemeente Westland. Niet alleen heeft Rotterdam te kampen met een forse CO2-uitstoot belasting, de gemeente staat in de MRDH ook ver bovenaan op het gebied van de opwekken van windenergie, dat juist de energieproductie CO2-neutraal uitvoert. Ook vergeleken met de andere grote stad in Nederland met een substantieel opgesteld windvermogen, staat Rotterdam ver bovenaan. In Amsterdam staan 7 locaties met in totaal 36 turbines, die in totaal 66,36 MW vermogen opwekken. In Nederland wordt per 1 september 2015 in totaal 3.262 MW opgewekt door in totaal 2.151 molens. In Flevoland wordt verreweg het meeste vermogen opgewekt: 29,7% van het totaal. Off shore wordt bijna 11% opgewekt en in Zuid-Holland bijna 10% van het windvermogen in Nederland. Op de lijst van gemeenten waar het hoogste vermogen wordt opgewekt, staan eerst kleine gemeenten met veel ruimte voor windturbines: Zeewolde, Eemnes en de Noordoostpolder. Rotterdam staat als eerste grote stad op de vierde plaats met een aandeel van 6,1% in het in Nederland opgewekte vermogen. De conclusie kan zijn, zeker gezien de doelstellingen van het nieuwe college van GS van de
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
22
Provincie, dat de aangewezen locaties in de MRDH meer mogelijkheden hebben om het windvermogen te laten toenemen. Gelet op de voornemens in Rotterdam zal dat ook zeker gebeuren. Zonvermogen In de MRDH staat per 1 april 54.851 kilowatt piek (kWp) vermogen opgesteld. Dat is 50% van het vermogen dat in heel Zuid-Holland is geïnstalleerd. Per inwoner wordt gemiddeld 24 Wp geproduceerd. In de gemeente Westland stond het meeste vermogen opgesteld (8.301kWp), mede omdat de gemeente veel daken van schoolgebouwen heeft gebruikt, maar ook omdat veel bedrijven in deze gemeente zonnepanelen hebben geïnstalleerd. Den Haag en Rotterdam volgen met resp. 7.228 kWp en 6.994 kWp. Opvallend is dat de groei van het geïnstalleerde vermogen in de periode 2012-2015 het hoogst is in Westvoorne, gevolgd door Westland en Lansingerland. Als dit wordt vergeleken met de situatie in Nederland is de stand van het geïnstalleerde zonvermogen in Nederland per 1 april 2015 982.512 kWp. Dat betekent dat zeer waarschijnlijk nu al de grens van 1 miljoen kWp is gepasseerd. In de MRDH is met een aandeel van 5,6% in het Nederlands geïnstalleerde vermogen veel ruimte voor een inhaalslag. Om e.e.a. in een goed beeld te zetten: 1 Wp is gelijk aan 0,85 kWh. Dat betekent dat 54.851 kWp in de MRDH gelijk is aan bijna 47 miljoen kWh. Als een huishouden 3.300 kWh per jaar gebruikt is het geïnstalleerde vermogen in de MRDH voldoende om 14.242 huishoudens van stroom te voorzien. Dat is nog geen 1,5% van het aantal huishoudens. In Nederland is het opgewekte vermogen via zon genoeg voor 253.000 huishoudens (dat is bijna 3,4%). Als in de MRDH hetzelfde percentage zou gelden, dienen er nog twee keer zoveel huishoudens bij te komen. Op de ranglijst van gemeenten met het hoogste geïnstalleerd vermogen staat Amsterdam bovenaan met 10.699 kWp, gevolgd door Zwolle met 10.133 kWp en de gemeente Sudwest Fryslan als derde met 9.825 kWp. Sudwest Fryslan is in 2011 ontstaan door de herindeling met o.a. de gemeenten Bolsward en Sneek. Als echter gekeken wordt naar het vermogen per inwoner, staat Zeewolde bovenaan met 242 Wp per inwoner, gevolgd door Dalfsen met 232 Wp en Eersel met 228 Wp. De grote steden staan in de ranglijst per persoon onderaan.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
23
Er dient echter wel een aantal kanttekeningen te worden gemaakt. 1. Landelijke gemeenten met veel eengezinswoningen in particulier eigendom en met een iets hoger dan gemiddeld inkomen hebben de meeste opgewekte zonne-energie per inwoner. 2. De grote steden hebben weliswaar veel zonvermogen geïnstalleerd, maar per inwoner staan ze onderaan. Dat heeft vooral te maken met veel gestapelde bouw, veel huurwoningen en een wat lager dan gemiddeld inkomen. De grotere steden vereisen dus een aparte aanpak. 3. Toch kunnen alle gemeenten, aangepast aan de specifieke omstandigheden, wel wat doen, maar in MRDH verband zou er een versnelling kunnen plaatsvinden. Voorbeelden zijn: Wees als gemeente actief richting diverse groepen in de samenleving die een eigen benadering nodig hebben; zorg voor een betere prijskwaliteit verhouding door collectieve inkoop te ondersteunen; geef zelf het goede voorbeeld door op het eigen vastgoed panelen te plaatsen (zoals bij het Provinciehuis), ondersteun energieloketten en breng leveranciers en burgers bij elkaar, zoals in Den Haag, pas juridische regels aan, door bijvoorbeeld zonnefolie toe te staan in een beschermd stadsgezicht, ondersteun collectieve aankoop van zonnepanelen op een groot gebouw, zoals in Den Haag of een stuk braakliggend land, faciliteer een educatieprogramma Zon op School zoals in de gemeente Westland; benader woningcorporaties actief en ondersteun ze hierin. Vastgoed Zoals boven al gemeld, wordt hier alleen gekeken naar hoeveel woningen in de gemeenten van de MRDH al een gecertificeerd energielabel hebben. Daarbij valt op dat in Zoetermeer en in Rotterdam al meer dan 40% van de woningen een certificaat hebben. Ook in Schiedam, Maassluis en Vlaardingen is het percentage relatief hoog. De uitgegeven labels schommelen tussen de C en de D. Dit zegt uiteraard nog niet veel over de werkelijke gemiddelde waarde van de labels, omdat in de regio Rotterdam nog maar 35% van de woningen is gecertificeerd en in het voormalige gebied van het stadsgewest Haaglanden nog maar 27%. Overigens: ook in Amsterdam en Utrecht ligt het percentage gecertificeerde woningen rond de 27%. Voor de gemeenten in de MRDH zou kunnen worden onderzocht of alle corporaties hun woningen hebben gecertificeerd en of ze die labels hebben doorgegeven. Daarnaast kunnen particuliere eigenaren en bijvoorbeeld VvE’s gewezen worden op de mogelijkheid een woningdossier aan te maken, dan wel het aanbod krijgen tegen een gereduceerde prijs mee te doen met een collectieve regeling van certificering.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
24
In ieder geval blijkt, dat in de gemeenten Zoetermeer (44%), Rotterdam (42%) en Schiedam (39%) al relatief veel woningen een gecertificeerd label hebben en ook Maassluis (37%) en Vlaardingen (36%) iets boven het gemiddelde uitsteken. Verkeer en vervoer Bij verkeer en vervoer is een nulmeting uitgevoerd naar het aantal (semi) openbare laadpunten om het elektrisch vervoer te faciliteren en het aantal groengas/aardgas vulpunten. Laadpunten Bij het aantal laadpunten moet worden opgemerkt, dat in de gemeenten, buiten de grote steden, deze punten in de meeste gevallen zijn gefinancierd door de stichting E Laad, maar ook door de voormalige regio Rotterdam en het voormalige stadsgewest Haaglanden. De stichting E Laad is begin 2014 opgegaan in twee andere stichtingen met als belangrijkste verschil dat deze nieuwe stichtingen niet meer, zoals E Laad, de laadinfrastructuur aanbiedt aan de gemeenten. De regio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden zijn opgegaan in de MRDH. Maar ook de MRDH investeert vooralsnog niet in deze belangrijke infrastructuur. Vooral de twee grote steden in de MRDH hebben een fors investeringsbudget hiervoor gereserveerd. De nulmeting geeft een momentopname van de situatie per 1 september 2015 van de publieke en semipublieke laadpunten. Er is ook een nulmeting uitgevoerd over de zogenaamde snellaadpunten. Hieruit blijkt dat in Den Haag, dat vrij laat is begonnen met de installatie van deze infrastructuur, een enorme inhaalslag heeft plaats gevonden. Dit is temeer opmerkelijk, omdat in Den Haag tot voor kort de infrastructuur vraag gestuurd was: alleen na een verzoek werd een laadpaal, mits mogelijk, geïnstalleerd. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdam, waar de investering in laadpalen meer aanbod gestuurd is geweest. In de MRDH staan per 1 september 2015 1.872 publieke laadpunten en 1.410 (semi) publieke laadpunten. Een semipublieke laadpaal staat op een private locatie en is, meestal op bepaalde tijden, opengesteld voor publiek. Van de publieke laadpalen staan er 888 (46%) in Rotterdam en 762 (40%) in Den Haag. Daarmee liggen de zwaartepunten van de publieke laadinfrastructuur in de twee grote steden. Voor de semipublieke laadpunten geldt dat uiteraard veel minder, omdat deze laadpunten door private partijen worden gefinancierd. Van de andere gemeenten staan relatief veel semipublieke laadpunten in Westland en Zoetermeer. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
25
Als een vergelijking wordt gemaakt tussen de vier grote steden, blijkt dat Amsterdam door een duidelijk eerder ingezet investeringsbeleid, nog steeds een grote voorsprong heeft. Van de 3.408 laadpunten in de vier grote steden staan er 1.476 (ruim 43%) in Amsterdam, maar deze voorsprong daalt wel snel. Het aandeel van Rotterdam is 26% en van Den Haag ruim 22%. Utrecht loopt met een aandeel van iets minder dan 9% duidelijk achter. In Utrecht staan echter relatief veel snellaadpunten (in totaal 8). In de MRDH staan er daarvan 31 (waarvan Rotterdam 8 en Den Haag 5), maar Amsterdam loopt hier achter met 3 snellaadpunten. Aardgas/groengas-vulpunten Op het gebied van de aardgas/groengas vulpunten moet gemeld worden dat er net iets meer vulpunten in het Haaglanden gebied staan dan in de regio Rotterdam. Dat heeft mogelijk als oorzaak, dat de gemeente Den Haag eerst vol heeft ingezet op het gebruik van aardgas als brandstof. Ook in aanbestedingen waar de gemeente de aanbestedende partij was, of daar een grote rol in speelde, zoals bij openbaar vervoer, maar ook leerlingenvervoer, werd het gebruik van aardgas verplicht gesteld. Onlangs is overigens het eerste echte groengas vulstation in Den Haag geopend. In totaal zijn in de MRDH 15 vulpunten beschikbaar: iets meer dan 10% van het totaal in Nederland. In het voormalige stadsgewest Haaglanden staan er inmiddels 9 en in de voormalige regio Rotterdam 6. De gemeente Den Haag heeft ook landelijk de meeste vulpunten: 5. In Rotterdam staan er 3. In vergelijking: Amsterdam heeft 4 vulpunten en Utrecht 1 vulpunt. Gas als brandstof is schoner dan benzine, ook als het gaat om fijnstof emissies. Gelet op de lage prijs van het gas en de ruime beschikbaarheid, zou de MRDH de inzet niet alleen moet richten op elektrisch vervoer, maar aardgas of groengas als serieuze duurzame optie moeten blijven zien. Daarnaast is in de MRDH het onderzoek naar de brandstofcel of waterstof als brandstof veelbelovend. Fair trade In de MRDH hebben vijf gemeenten het predicaat fair trade gemeente: Delft, Den Haag, Rotterdam, Vlaardingen en Wassenaar. Wassenaar heeft relatief de meeste fair trade horeca van Nederland. Daarnaast promoten de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk en Westland fair trade actief.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
26
4. Inventarisatie Albrandswaard Korte schets van de gemeente Albrandswaard is in 1985 ontstaan uit de fusie van Rhoon en Poortugaal. Een gedeelte van Poortugaal is opgenomen in de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft iets meer dan 25.000 inwoners. Het is een forensengemeente voor Rotterdam. Albrandswaard heeft een samenwerkingsverband met Barendrecht en Ridderkerk, vooral ten behoeve van het Regiopark IJsselmonde. De gemeente laat zich voor het duurzaamheidbeleid sterk adviseren door de milieudienst Rijnmond. Die adviezen gaan ook over zaken waar de milieudienst niet direct voor verantwoordelijk is, zoals over duurzame mobiliteit, duurzaam ondernemen, duurzaam inkopen en duurzaam bouwen. Hieruit blijkt dat de gemeente een redelijk grote aandacht heeft voor duurzaamheid. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Het energiegebruik in gemeentelijke accommodaties en van bedrijven op bedrijventerreinen moet worden verminderd en verduurzaamd. Daar staat tegenover dat er geen medewerking wordt gegeven aan het plaatsen van windmolens binnen de gemeentegrenzen. Vastgoed: Duurzaamheid heeft hier vooral betrekking op sociale duurzaamheid: het levensloopbestendig maken van woningen, maar ook energiebesparing moet worden bevorderd. Verkeer en vervoer: Het elektrisch vervoer en het gebruik van de fiets moet worden bevorderd en het bedrijfsmatig verkeer moet worden verminderd. Afval: Men streeft naar duurzame afvalinzameling, maar dat wordt niet nader gespecificeerd. Alleen het groenafval zou gebruikt kunnen worden voor het opwekken van energie op bedrijventerreinen. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
27
Inkoop: De doelstelling is 100% duurzaam inkopen in 2015 in samenwerking met Barendrecht en Ridderkerk. Wat wil de gemeente daarvoor doen? Energie: Voor eind 2016 wil de gemeente onderzoeken of op geluidsschermen langs snelwegen zonnepanelen kunnen worden geplaatst en men wil twee pilots daarvoor realiseren. De openbare verlichting moet in de periode 2015 tot en met 2018 worden verduurzaamd. Verkeer en vervoer: Men wil maximaal elf oplaadpunten realiseren. Dat zijn er drie meer dan gepland, maar omdat in andere gemeenten van de Stadsregio Rotterdam minder aanvragen zijn binnengekomen, konden er in Albrandswaard meer geplaatst worden. De Stadsregio Rotterdam heeft de laatste jaren deze laadpunten gefinancierd, maar stopt daarmee met ingang van 1 januari 2016. Er zijn vooralsnog geen gemeentelijke middelen gereserveerd voor de financiering van laadpalen. Men wil een lokale bezorgdienst voor ondernemers met elektrische auto’s faciliteren en een snelfietsroute naar Rotterdam realiseren. Het aantal (semi) openbare laadpunten is per 1 september in deze gemeente 43; waarvan 3 publiek, 38 (semi-)publiek en 2 snellaadpunten. In Albrandswaard, beter gezegd in Rhoon, is in samenwerking met Rotterdam en het RCI wel het eerste tankstation in Zuid-Holland voor auto’s, die rijden op waterstof, geopend. Afval: Men wil groenafval gebruiken voor energieopwekking op bedrijventerreinen. Duurzame afvalinzameling wordt in 2017 onderzocht. Inkoop: De gemeente zal in 2015 100% duurzaam gaan inkopen. Wat gaat het kosten? De meeste kosten komen uit bestaande budgetten. Alleen voor verduurzaming van de openbare verlichting is extra gemiddeld € 25.000, - per jaar gereserveerd. Voor de uitwerking van het milieubeleidsplan is € 20.000 beschikbaar en voor verlichting € 28.000, waarvan een deel voor verduurzaming.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
28
Barendrecht Korte schets van de gemeente Barendrecht heeft circa 47.000 inwoners. Barendrecht was de eerste gemeente waar door het Rijk een CO2-opslaglocatie werd aangewezen. Na veel kritiek en weerstand vanuit de gemeente is de opslag van CO2 in die gemeente geschrapt. Barendrecht probeert in het nieuwe collegeprogramma wel een ambitieus duurzaamheidprofiel te krijgen. In het collegeakkoord wordt gesteld, dat duurzaamheid de groene draad is van het college. De ambities worden in het akkoord niet uitgebreid gespecificeerd. Daarbij wordt de term duurzaamheid breder gebruikt dan in deze inventarisatie als definitie geldt. In milieutechnische zin valt op dat er wel concrete zaken worden genoemd over inkoopbeleid (100% duurzaam), dat een bedrijventerrein moet worden verduurzaamd en dat het warmtenet van een ziekenhuis moet worden doorgetrokken naar Barendrecht. Positief is dat men elk jaar een duurzaamheidagenda wil opstellen. In die agenda staan al een paar concrete initiatieven, zoals het beschikbaar stellen van een goedkope lening voor duurzaamheidinitiatieven en laadpalen. Er wordt weliswaar geen CO2 opgeslagen, maar de uitstoot wordt wel binnen de mogelijkheden zoveel mogelijk verminderd. Wat nog opvalt, is dat de gemeente Barendrecht zeer open staat voor samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstituten. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Bij de nieuwe aanleg en vervanging van openbare verlichting wordt verduurzaming standaard toegepast. Ook wordt de haalbaarheid onderzocht om het warmtenet van het Maasstadziekenhuis door te trekken naar Barendrecht. De doelstelling is Barendrecht in 2030 al klimaatneutraal te krijgen. Vastgoed: Men wil verduurzaming van particulier vastgoed en ook van het gemeentelijk vastgoed stimuleren. Verkeer en vervoer: Men wil het gemeentelijk wagenpark verduurzamen. Daarnaast is Barendrecht succesvol met de bevordering van elektrisch vervoer. Van de beschikbare 500 laadpalen, gefinancierd door de Rotterdamse regio, staan er per 1 september in totaal 94 in Barendrecht. Het is overigens niet zeker dat deze allen zijn gefinancierd door de Rotterdamse regio. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
29
Inkoop: Men wil verder door met de ontwikkeling naar 100% duurzaam inkopen. Wat wil de gemeente daarvoor doen? Energie: Bij vervanging van openbare verlichting wordt LED verlichting standaard toegepast. Vastgoed: Er worden duurzaamheidleningen voor particulieren van maximaal € 15.000 uitgegeven (3 jaar aflossingsvrij tegen een lage rente) voor investeringen in warmtepompen, zonnepanelen, zonneboilers, stedelijke windturbines en allerlei vormen van isolatie. Verkeer en vervoer: Er staan per 1 september 94 laadpalen. Men wil dat aantal uitbreiden. Wat gaat het kosten? Alleen voor milieubeheer is specifiek circa € 500.000 structureel uitgetrokken. Verder wordt het bedrag voor duurzaamheid niet specifiek aangegeven, behalve voor bevordering van het fietsverkeer is vanaf 2016 € 100.000 incidenteel beschikbaar. Alle andere uitgaven zijn onderdeel van andere posten.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
30
Brielle Korte schets van de gemeente Brielle is een zeer oud en monumentaal stadje met circa 16.500 inwoners. Brielle ligt aan het Brielse meer, een belangrijk recreatiegebied en heeft zijn oorspronkelijke stadswallen behouden. Brielle is te klein om een volwaardig zelfstandig duurzaamheidbeleid te voeren en men wil vooral aanhaken bij het Nationale Energieakkoord. Daarnaast voert men vooral regionale agenda’s uit op gebied van klimaat. Recent is een Milieuprogramma 2015-2016 uitgebracht en de gemeente wil nauw samenwerken met Hellevoetsluis en Westvoorne, allen gelegen op Voorne-Putten. Begin dit jaar hebben de colleges een principebesluit genomen tot nauwere ambtelijke samenwerking. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De gemeente wil het gebruik van duurzame energie bevorderen, maar dan gaat het vooralsnog alleen om onderzoek naar de haalbaarheid van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en het uitvoeren van energiescans bij huishoudens. Daarnaast wil men 100% groene stroom inkopen en de openbare verlichting laten over gaan op led. Verder moet het energiegebruik van de gemeentelijke organisatie worden gemonitord. Er wordt in deze gemeente een geothermieproject opgestart. Dit is een project met 20 MW thermisch vermogen in combinatie met een warmtenet, een hoge temperatuuropslag op 200 meter diepte (de bron zelf is meer dan 2 kilometer diep) en externe CO2-levering. Vastgoed: De gemeente wil de EPL (locatie gebonden energieprestatienorm) toepassen bij projecten met meer dan 50 woningen en de EPC-norm handhaven bij nieuwbouw. Afval: De gemeente wil een sorteeranalyse van huishoudelijk restafval uitvoeren alsmede een glastour op Voorne ondersteunen. Er wordt veel gedaan in het kader van samenwerkingsverbanden: Milieudienst Rijnmond, klimaatagenda stadsregio Rotterdam, Stichting Milieu Dichterbij (milieueducatie) en het samenwerkingsverband op Voorne-Putten.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
31
Voor de bijdrage aan de Milieudienst Rijnmond is structureel € 475.000,- beschikbaar en voor de stichting Milieu Dichterbij bijna € 8.000,- structureel. Voor onderzoek naar zonnepanelen en het uitvoeren van energiescans zijn respectievelijk eenmalig € 1.000,- en eenmalig € 2.000,- beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
32
Capelle aan den IJssel Korte schets van de gemeente Capelle aan den IJssel is een moderne stad met circa 67.000 inwoners. Bij Capelle is het eerste deltawerk opgesteld bij de Hollandse IJssel, waarvan de bouw in 1954 is gestart en in 1956 is afgerond. Capelle is vrijwel volledig omringd door Rotterdam en is daarom een typisch moderne forensengemeente. Vrij recent is de duurzaamheidsagenda 2015-2018 uitgekomen. In deze agenda staat gedetailleerd wat Capelle aan den IJssel van plan is in de resterende collegeperiode. Naast het feit, dat de gemeente het duurzaamheidbeleid vooral wil vormgeven in samenwerking met alle andere stakeholders, wordt de focus vooral gelegd op het onderwerp energie. Het gaat dan zowel om besparingen als het meer opwekken van duurzame energie. Opvallend is dat men niet alleen doelstellingen t.a.v. de energiebesparing en opwekking van duurzame energie formuleert (in de periode 2015-2018 moet de energiebesparing in geheel Capelle 5% bedragen en de duurzame energieopwekking stijgen met 5%), maar men koppelt hier ook de CO2-doelstelling aan vast. De energiebesparing met 5% zou leiden tot een reductie van CO2uitstoot met 11.500 ton en evenveel wat betreft de stijging van de opwekking van duurzame energie. Deze cijfers zijn waarschijnlijk gebaseerd op het jaar 2015. Volgens de Klimaatmonitor zou in 2014 de CO2-uitstoot per inwoner in Capelle 4,36 ton bedragen. Bij een inwoneraantal van circa 66.000 zou de totale uitstoot in Capelle circa 288.000 ton bedragen. Een daling van 5% is dan gelijk aan 14.400 ton. Uiteraard is het mogelijk dat de uitstoot in 2015 verder is gedaald, waardoor een reductie van 5% wel gelijk is aan 11.500 ton CO2. Maar dit voorbeeld geeft aan, dat het noodzakelijk is, dat in de MRDH alle gemeenten een gelijk berekening van de CO2-uitstoot vaststellen en accepteren. Dan ontstaat een gelijk speelveld waardoor monitoring zinvol is. Het is wel zeer te waarderen, dat Capelle aan den IJssel de CO2-reductie doelstelling zo duidelijk formuleert. Sterker nog: de gemeente Capelle aan den IJssel koppelt aan elke subdoelstelling een hoeveelheid te reduceren ton CO2, waardoor het effect van de acties kan worden gecontroleerd. Los hiervan zijn de ambities van Capelle aan den IJssel op dit terrein er zeer gedetailleerd. Onderstaand wordt een greep gedaan uit de doelstellingen. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
33
Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie De gemeente heeft de doelstellingen op het gebied van energie verdeeld in het verminderen van energiegebruik bij woningen, minder energiegebruik in utiliteitsgebouwen en verhoging van de opwekking van energie. Bij woningen moet een reductie plaats vinden van 5% in 2018 ten opzichte van 2015. Dit zou leiden tot een reductie van 6.300 ton CO2. Bij utiliteitsgebouwen is het doel een even grote reductie van het energiegebruik, hetgeen zou moeten leiden tot een reductie van 5.200 ton CO2. En de stijging van het gebruik van hernieuwbare energie met 5% zou moeten leiden tot een CO2-reductie met 8.300 ton. De daling van deze uitstoot is afhankelijk van waar en in welke mate fossiel energiegebruik niet meer nodig is. Verkeer en Vervoer Capelle aan den IJssel heeft eveneens een strenge norm gezet op de luchtkwaliteit. Men wil dat die kwaliteit aan de wettelijke normen gaat voldoen. Inkopen en MVO In het kader van MVO moet nog gemeld worden, dat de gemeente een extra inspanning verricht om veel bedrijven te controleren in het kader van de Wet Milieubeheer. Uiteraard zal de gemeente in 2015 100% duurzaam inkopen. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie Voor woningen worden energiecampagnes opgezet en een platform Duurzame VvE’s. In totaal moet dat 3.000 ton CO2-reductie opleveren. In het kader van nieuwe prestatieafspraken met corporaties wordt 3% energiereductie per jaar afgesproken (mede gebaseerd op het Energieakkoord). Dat moet ook 3.000 ton CO2-reductie opleveren. Bij nieuwbouw wordt het regionaal convenant GPR gebouw aangescherpt, hetgeen een reductie van 50 ton CO2 moet opleveren. In het kader van sanering woningen voor verkeerlawaai worden 200 woningen tevens geholpen bij woningisolatie hetgeen 200 ton CO2-reductie moet opleveren.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
34
Bij bedrijven moet de DCMR op basis van de Wet Milieubeheer het besparingspotentieel van bedrijven in kaart brengen hetgeen moet leiden tot een reductie van 4.000 ton CO2-uitstoot. Er worden eveneens energiescans uitgevoerd. In het kader van het project Energieke scholen wordt een energiebesparing uitgevoerd die met leiden tot een reductie van 200 ton CO2. Dezelfde reductie moet gehaald worden bij sportverenigingen. Bij het gemeentelijk vastgoed en de OVL dient via meerjarenonderhoudsprogramma’s 800 ton CO2 gereduceerd te worden. Men zal in 2016 een onderzoek starten voor de toepassing van zonne-energie op een bedrijventerrein. Men wil in het algemeen het gebruik van zonne-energie bevorderen. Van alle kleinverbuikersaansluitingen moet maximaal 1% gebruik maken van duurzame opwekking met een reductie van 2.000 ton CO2 tot gevolg. Capelle aan den IJssel heeft op dit terrein nog wel een achterstand in te halen. In 2016 moet op het Rivium bedrijventerrein een windturbine worden geplaatst, die 3.600 ton CO2-uitstoot reduceert en men wil WKO-installaties stimuleren, hetgeen een reductie van 2.700 ton CO2 tot gevolg moet hebben. Opvallend is, dat Capelle een van de weinige steden in de MRDH is, waar moet worden onderzocht waar (kleine) stedelijke windturbines kunnen worden geplaatst. Verkeer en vervoer Capelle heeft een actief beleid op het gebied van elektrisch vervoer. Er staan per 1 september 2015 niet alleen 20 publieke laadpalen, er staan ook 39 (semi)publieke laadvoorzieningen en in Capelle staan 3 snelladers, hetgeen relatief veel is. Men wil met de regiogemeenten in 2016 een onderzoek doen naar uitbreiding van de laadinfrastructuur hetgeen prima zou passen in een strategie van de MRDH. Wat gaat het kosten? Voor de uitvoering van het milieubeleidsplan is eenmalig een bedrag van € 330.000,- gereserveerd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
35
Delft Korte schets van de gemeente Delft heeft circa 100.000 inwoners. Delft is uiteraard bekend als monumenten- en studentenstad met de TU Delft als belangrijke instelling. Van belang is wel, dat Delft een financieel zeer moeilijke periode doormaakt, waardoor er weinig vrij besteedbare middelen zijn en de lasten relatief hoog. Delft richt het duurzaamheidbeleid vooral op energie en luchtkwaliteit. Onlangs is de nota Delft Smart City verschenen. Deze nota biedt goede aanknopingspunten voor verduurzaming van Delft, maar deze nota is nog niet omgezet in doelstellingen van de gemeente. Daaruit blijkt wel dat Delft de kennisinstellingen in huis heeft om te helpen bij de opgave om CO2neutraal te worden en de duurzaamheid te bevorderen. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Men streeft naar klimaatneutraliteit in 2050, in 2020 dient de CO2-uitstoot met 35% te zijn verminderd ten opzichte van 1990, 15% van het energiegebruik dient duurzaam te zijn opgewekt en de energiebesparing dient 35% te bedragen. In 2030 zijn de doelstellingen 25% duurzame energie en 50% energiebesparing. Vastgoed: De gemeente wil bevorderen dat corporatiewoningen verduurzamen. Verkeer en vervoer: Voor een studentenstad is het niet verrassend, dat men vooral het gebruik van de fiets wil bevorderen en faciliteren. In de binnenstad is het aandeel fiets 57% tegenover 8% auto. Daarnaast wil men de maatwerkdistributie sterk bevorderen, alsmede het gebruik van elektrisch vervoer. De TU Delft speelt ook een vooraanstaande rol in het onderzoek naar brandstofcel-vervoer via waterstof. Inkoop: Delft wil veel doen aan fair trade inkoop. Bij de andere genoemde doelstellingen zijn geen specifieke zaken te noemen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
36
Wat wil de gemeente daarvoor doen? Energie: De Rijksdoelstellingen en doelstellingen binnen Haaglanden op het gebied van energiebesparing, duurzame energieopwekking en CO2-reductie wil Delft realiseren. Dat moet vooral bereikt worden door communicatie met bewoners en bedrijven. Delft wil aanhaken bij het warmtenet Rotterdam-Den Haag. Bovendien zit de gemeente al op de goede weg, omdat op bedrijventerreinen meer dan evenredig duurzame energie wordt geproduceerd door het gebruik van PV en het toepassen van een collectieve warmtevoorziening. De TU Delft doet onderzoek naar de mogelijkheden van geothermie. Vastgoed: Men maakt prestatieafspraken met corporaties en welstandregels worden versoepeld om duurzame oplossingen mogelijk te maken. Verkeer en vervoer: Luchtvervuiling wordt bestreden door bevorderen van het fietsverkeer, het handhaven van milieuzones voor vrachtverkeer en maatwerkdistributie. Daarnaast wordt het project Pakketpost per Fiets uitgevoerd. Inkoop: Delft heeft aan alle eisen voldaan om fair trade gemeente te worden en men is wereldwijd de 1.000ste fair trade gemeente geworden. Voor de andere aspecten zijn geen specifieke doelstellingen voorzien bovenop de wettelijke regelgeving. Wat gaat het kosten? Voor het milieubeleid is circa € 3,9 miljoen beschikbaar. Voor de uitwerking van het Klimaatplan is vanaf 1 januari 2014 nog een eenmalig bedrag van €2,4 miljoen beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
37
Den Haag Korte schets van de gemeente Den Haag heeft 518.000 inwoners: bijna een kwart van de MRDH. Rotterdam en Den Haag samen vertegenwoordigen de helft van het aantal inwoners van de MRDH. Den Haag is de zetel van de regering en het Koningshuis, maar begint zich ook steeds meer als internationale stad te manifesteren. In tegenstelling tot Rotterdam heeft Den Haag geen industrieel complex, met alle problemen op het gebied van duurzaamheid van dien, maar huisvest het wel veel hoofdkantoren van multinationals en van internationale instellingen. De duurzaamheidopgave van Den Haag ligt dan ook vooral in de gebouwde omgeving van kantoren en woningen en verkeer en vervoer. Den Haag telt van de gemeenten in de MRDH de grootste hoeveelheid verenigingen van eigenaren. In Den Haag staan derhalve relatief veel woningen in particulier eigendom, waarvoor een speciale aanpak is vereist. Zo heeft Den Haag veel ervaring met het ondersteunen en informeren van VvE’s, waar dat in Rotterdam nog goed op gang moet komen. Daarnaast kenmerkt Den Haag zich op het gebied van verkeer en vervoer als enige grote stad in Nederland met een ligging aan zee als gevolg waarvan een rondweg op snelwegniveau niet mogelijk is met alle verkeers-en vervoersproblemen van dien. De gemeente kenmerkt zich in het duurzaamheidbeleid wel als een gemeente, die aan vrijwel alle aspecten van dit beleid aandacht probeert te besteden. Wat in het bijzonder opvalt, is dat Den Haag de ideale plaats is waar internationale kennis op het gebied van duurzaamheidvraagstukken bij elkaar komt. Zo vestigen zich in Den Haag veel NGO’s, die duurzaamheid als aandachtsgebied hebben. Den Haag weet een indrukwekkend aantal internationale instellingen, ook op het gebied van sustainability, binnen te halen, maar het is nog niet zichtbaar of deze aanwezige kennis en ervaring ook door Den Haag in het eigen duurzaamheidbeleid kan worden aangewend. Ook al richten deze NGO’s zich op het buitenland en met name ontwikkelingslanden, men zou de gemeente kunnen helpen om te bezien of innovatieve ideeën, die op het gebied van duurzaamheid voor het buitenland zijn ontwikkeld en waarvoor een werkend businessmodel is gemaakt, ook van toepassing kunnen zijn op Haagse vraagstukken. In tegenstelling tot Rotterdam heeft de gemeente Den Haag nog wel de doelstelling om de CO2-uitstoot te reduceren. De stad zal klimaatneutraal moeten zijn in 2040. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
38
Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Den Haag moet in 2040 klimaatneutraal worden. Het tussendoel is 30% reductie in 2020 t.o.v. 1990. De gemeentelijke organisatie is al klimaatneutraal, dankzij de projecten van het Klimaatfonds Haaglanden. De gemeente heeft ook berekend hoeveel CO2-uitstoot de stad als geheel veroorzaakt en hoe de ontwikkeling is vanaf 1990. In 2014 bedroeg de uitstoot 2.994 kiloton, hetgeen 666 kiloton hoger is dan volgens de planning. De behaalde reductie bedraagt circa 2%. Vanaf 2015 dient er dus gemiddeld op basis van de gemeentelijke statistieken meer dan 110 kiloton per jaar te worden gereduceerd. Volgens de Klimaatmonitor van de Rijksdienst voor de leefomgeving, bedroeg de uitstoot in 2014 4,53 ton per inwoner. Dat is circa 2.265 kilo ton. Dat zou een veel positiever beeld geven dan de gemeente berekent. Hier blijkt dat het zeer noodzakelijk is, om de berekeningswijze te uniformeren en wel zodanig dat het een algemene standaard wordt. Den Haag heeft derhalve een eerlijk, transparant en mogelijk te pessimistisch beeld gegeven. Overigens blijkt vaak, dat reductie van CO2-uitstoot niet geleidelijk gaat, maar afhankelijk is van plotselinge gebeurtenissen. Alle maatregelen in Den Haag zijn in feite gekoppeld aan bovengenoemde doelstelling. Er bestaan nog wel subdoelstellingen, zoals het sterk inzetten op een stijging van het gebruik van duurzame energie via zonnepanelen en verduurzaming van de warmte en koude voorziening. Met de Rijksoverheid is afgesproken dat 18 overheidsgebouwen in het centrum van Den Haag uiterlijk in 2020 gebruik moeten maken van een volledige duurzame energievoorziening. Daarnaast wil de gemeente Den Haag de energiebesparing in de gebouwde omgeving sterk stimuleren. Voor de gemeentelijke accommodaties moet in 2020 t.o.v. 2012 12% energiegebruik worden bespaard en van het gebruik 10% duurzaam worden opgewekt. Daarnaast dienen de accommodaties in 2020 minimaal label C te hebben en het wagenpark label A. Vastgoed: In pilots dient CO2-neutraal bouwen te worden uitgeprobeerd, tevens heeft men een pilot gestart met een EPC van 0,0 en voor de nieuwbouw van het ICC is de norm BREEAM Good (2 sterren). Men wil daarnaast het aantal gebouwen met groene daken sterk verhogen en dat geldt ook voor het aantal woningen dat isolatiemaatregelen moet hebben getroffen. Den Haag heeft op dit vlak al veel bereikt, maar men wil op deze weg doorgaan, zonder de doelstelling te kwantificeren. In Den Haag kan de inspanning op het gebied van vastgoed
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
39
waarschijnlijk zichtbaar maken als een hoger percentage van de woningvoorraad een gecertificeerd energielabel zou bezitten. Niet alleen met groene daken, maar ook op het gebied van zonne-energie scoort Den Haag in de MRDH goed. Verkeer- en Vervoer: Het wegverkeer moet worden verduurzaamd en de model shift moet worden beïnvloed. Bijkomend doel is vanaf 2015 te voldoen aan de grenswaarden t.a.v. stikstofdioxide (NO2). De sloopregeling voor oude vervuilende auto’s wordt voorgezet en het aantal laadpunten moet verder stijgen. De gemeente voert een zeer stimulerend beleid ter bevordering van elektrisch vervoer. Den Haag is in de MRDH voorloper op het gebied van aardgas-groengas vulpunten. Daarvan staan er momenteel 5 in Den Haag, hetgeen een hoger aantal is dan in de andere grote steden. Op het gebied van elektrisch vervoer is Den Haag de achterstand aan het wegwerken. Per 1 september staan er in Den Haag 762 publieke laadpunten, 187 semipublieke laadpunten en 5 snel laadpunten. Vooral ook het aantal snellaadpunten dient in Den Haag te stijgen. Afval: Er wordt gestreefd naar een toename van gescheiden afval ophaal en met name naar meer diversificatie in de afvalstromen: naast GFT moeten kunststof, plastic, papier, textiel en elektrische apparaten zoveel mogelijk gescheiden worden opgehaald. De doelniveau’s zijn voor gft 15 kg per inwoner en papier 30 kg per inwoner. Voor glas, textiel, kunststof, KCA (klein chemisch afval) en AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) zijn de getallen resp. 17;2; 2,42; 0,6 en maximaal 1,2 kg restafval. Hiermee heeft Den Haag de meest gedetailleerde doelstellingen voor afvalophaal in de MRDH. Inkoop en MVO: Uiteraard is de doelstelling voor dit jaar 100% duurzaam in te kopen. Op het gebied van MVO wil men het MKB in Den Haag laten zien hoe energie kan worden bespaard. Ook wil men evenementen in de stad verduurzamen. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: Om de ambitieuze CO2-doelstelling te halen, haalt Den Haag veel uit de kast. Men heeft laten uitzoeken hoe een duurzame en betrouwbare energievoorziening er in 2040 moet uitzien en men heeft uitgerekend welke maatregelen daarvoor nodig zijn inclusief een raming van de kosten. Belangrijke maatregelen die nu al zijn genomen of die worden genomen zijn:
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
40
§ § § § § § §
Een Energiefonds van € 4 miljoen, dat leningen verstrekt voor duurzame energieoplossingen; Een aanvraag voor Europese EFRO-middelen is in voorbereiding. Men stelt scenario’s op voor het verduurzamen van het stadsverwarmingsnet; Het Worldforum gebied is aangesloten op de stadsverwarming en het nieuwe gebouw voor het ICC krijgt een WKO; Er wordt onderzocht of er een veld van zonnepanelen tussen de treinsporen aan de Loolaan kan worden gerealiseerd; Op het dak van een sporthal aan de Gaslaan worden zonnepanelen gerealiseerd; De gemeente stimuleert energiebesparing en toepassingen van duurzame energie via de VvE-balies; Er wordt onderzocht of een revolverend fonds kan worden gesticht voor duurzame initiatieven.
De subsidieregeling zonnepanelen is zeer succesvol gebleken, maar vanwege de lage prijs van zonnepanelen is de regeling gestaakt. Mede vanwege deze subsidie wordt er in Den Haag inmiddels voor 7.228 kilowatt piek aan vermogen opgewekt. Vastgoed: In de haven van Scheveningen komt een proef met CO2-neutraal bouwen. In andere wijken wordt het installeren van groene daken bevorderd. Er is al 10.000 vierkante meters groen dak gerealiseerd in Den Haag. Er worden subsidies verstrekt voor dak- en vloerisolatie. In totaal is al bijna 40.000 vierkante meter isolatie aangebracht. En er zijn al meer dan 2.300 VvE’s actief gemaakt met in totaal bijna 17.000 woningen. Met twee bouwbedrijven (BAM en Van Wijnen) is een consortium opgericht dat 1.000 woningen in de Bloemenbuurt moet verduurzamen. Er is een Platform Duurzame Woningrenovaties opgericht voor bedrijven en kennisinstellingen. Daarnaast is een Marktplaats Duurzaam Bouwen gestart, een digitaal platform met een backoffice van makelaars die vraag (eigenaren) en aanbod (bedrijven) bij elkaar brengt. Tenslotte heeft men in het project Duurzaam de wijk in 2014 in totaal 80 EPA’s afgegeven en 1.000 energieboxen uitgedeeld en werden in 80 woningen minimaal een duurzame maatregel uitgevoerd. Het is daarom gewenst dat meer woningeigenaren worden gewezen op de voordelen van het certificeren van het energielabel van de eigen woning. De gemeentelijke accommodaties gebruiken groene stroom en er zijn slimme meters toegepast
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
41
Verkeer en Vervoer: Er is een opvallend groot aantal maatregelen genomen t.b.v. het fietsverkeer: er is stallingscapaciteit bij 29 ov-haltes, buurtstallingen en fietstrommels in buurten worden geplaatst naast 13 nieuwe buurtstallingen en 15 uitbreidingen daarvan. Door verbetering van het Netwerk randstadrail wordt het ov-gebruik comfortabeler en sneller. Aardgasgebruik bij vervoer wordt sterk gestimuleerd. Den Haag heeft een forse inhaalslag gemaakt met het bevorderen van elektrisch vervoer: in een paar jaar tijd, bedraagt het totaal aantal laadpunten bijna 1.000. Dat aantal wordt naar verwachting nog fors uitgebreid. De sloopregeling voor oude vervuilende auto’s wordt voorgezet: er zijn al 2.000 oude auto’s gesloopt. De gemeente subsidieert de aanschaf van een elektrische auto met € 5.000,-. Den Haag krijgt ook het eerste snellaadstation met 5 snellaadpunten in de stad. De meeste snellaad mogelijkheden staan langs de snelweg. Den Haag wil ook het aantal laadpalen in een jaar tijd verhogen met 500. Afval: Naast het bevorderen van het scheiden van afval, loopt Den Haag voorop bij het scheiden van plastic afval. Er zijn nu al 148 containers geplaatst voor het inzamelen van plastic, daarnaast wordt plastic huis- aan-huis opgehaald en wordt plastic van het andere afval zoveel mogelijk gescheiden (proef). Inkoop en MVO: De gemeente koopt 100% duurzaam in. Vanaf 1 januari 2015 is het startabonnement op de Milieubarometer voor de bedrijven gratis. Er zijn drie duurzaamheidkringen opgericht en in totaal 288 MKB-ondernemers hebben een energiescan gekregen. Hiervan hebben er nu al 93 maatregelen getroffen, vooral op het gebied van ledverlichting. Daarmee wordt op jaarbasis 134 ton CO2 gereduceerd. Den Haag is onlangs fair trade gemeente geworden en laat daarmee zien, dat men een bijdrage wil leveren aan duurzame ontwikkeling in de internationale handel. Wat gaat het kosten? De gemeente Den Haag heeft voor het programma bijdrage aan klimaatdoelen en duurzame energie per saldo € 11,4 miljoen gereserveerd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
42
Hellevoetsluis Korte schets van de gemeente In deze stad wonen bijna 40.000 inwoners. Hellevoetsluis was eeuwen geleden een belangrijke marinebasis (Zilvervloot). Nu is het vooral een groeikern voor Rotterdam. De gemeente heeft begin 2014 een uitgebreid duurzaamheid- en milieuprogramma vastgesteld voor de periode 2014-2020. Het begrip duurzaamheid wordt hier ruim geïnterpreteerd (geïnspireerd door de triple Pbenadering). In deze zeer proactieve gemeente wordt een duidelijke link gelegd naar het provinciale beleid waarmee nogmaals wordt benadrukt dat provinciale speerpunten van groot belang zijn. Daarnaast wil men duurzame verdienmodellen van burgers en bedrijven stimuleren en faciliteren. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De belangrijkste ambities zijn: verminderen van het energiegebruik en gebruik van duurzame energiebronnen, een CO2-reductie van 40% in 2025 t.o.v. 1990 en het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering, zowel bij vastgoed als bij inkoop. Dit is conform de doelstellingen van de stadsregio Rotterdam. Van belang is dat Hellevoetsluis kan onderbouwen dat de uitstoot in de gemeente is gedaald van 189 kton CO2 in 2008 naar 170 kton in 2010. Uit de nulmeting blijkt dat deze uitstoot in 2014 is gedaald naar circa 166 kton, dat is iets meer dan 2% in drie jaar. Of dit een voldoende daling is, is afhankelijk van de nulmeting voor 1990. Het is niet zeker of deze meting te vergelijken is met de nulmeting van de Rijksdienst voor de leefomgeving. Ook het energiegebruik in het gemeentehuis moet verminderen. Men heeft het gebruik de laatste 3 jaar met 10% per jaar verminderd. Bij openbare verlichting dient een energiebesparing te worden gehaald van 3% per jaar. Het stadhuis dient van energielabel D naar A te gaan. Vastgoed: Men wil de landelijke EPC normen strikt handhaven en tevens de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen. Hellevoetsluis streeft naar een EPL (Energieprestatie op locatie) van 8 tot 9, een GPR van 7,1 en op het thema energie van 7,5. Men voert daarbij een controle uit bij minimaal 70% van de aanvragen. Dit laatste gebeurt in regionaal verband. Omdat de energielabels in Hellevoetsluis gemiddeld een waarde D hebben, zijn veel energieadviseurs geworven om deze labels te verbeteren. Overigens: het aantal woningen
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
43
dat een energie-certificaat heeft, is lager dan gemiddeld in de MRDH. In de gemeentelijke accommodaties wil men het energiegebruik met 10% per jaar verlagen. Verkeer- en vervoer: Men heeft een vrij uniek brandstofbesparingsdoelstelling voor alle verkeer voorgesteld van 1% per jaar door het bevorderen van fiets gebruik, openbaar vervoer, energiezuinige en elektrische auto’s. Afval: Men wil een verdere verhoging van de afvalscheiding. In 2015 moet 65% van het afval gescheiden worden aangeboden. Inkoop en aanbesteding: Er dient in 2015 100% duurzaam te worden ingekocht. Men wil tevens duurzaam inkopen en MVO actief bevorderen. Wat gaat men ervoor doen? Energie: Er zijn twee windenergielocaties aangewezen: een voor vier turbines van in totaal 12 MW en een voor drie turbines van in totaal 6 MW. Beide locaties liggen bij de Haringvlietdam. Momenteel is het opgewekte windvermogen 3,6 MW, maar de ambitie is dus duidelijk hoger. Mogelijk kan de MRDH daarin ondersteunen. Men stimuleert energiebesparing bij bedrijven. Het startabonnement op de milieubarometer wordt gratis aangeboden en er wordt een gratis scan aangeboden aan bedrijven, die verhuizen. In het gemeentehuis wordt energiemanagement ingevoerd en er liggen 10 zonnepanelen op het dak. In Hellevoetsluis wordt per inwoner meer zonvermogen opgewekt dan gemiddeld in de MRDH per inwoner. Vastgoed: Er zijn vier eco-woningen gerealiseerd. Bij nieuwbouw is gebruik van duurzame materialen en het gebruik van duurzame energie verplicht. Er worden energieteams gevormd voor advies aan huishoudens. Vanaf 1 januari wordt een verscherping van de EPC-norm van 0,4 voor woningen ingevoerd. Vanaf 2020 moet energieneutraal gebouwd worden. In het gemeentehuis zijn slimme meters opgehangen. Verkeer en vervoer: Er zijn 3 laadpalen gerealiseerd door E-laad. De stadsregio heeft de subsidie overgenomen tot 1 januari 2016. Gemeenteambtenaren kunnen gebruik maken van een Green Wheel auto. In Hellevoetsluis staan op 1 september 2015 6 publieke en 30 semipublieke laadpalen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
44
Afval: Er is een nieuwe milieustraat geopend, zodat er meer afval beter gescheiden kan worden. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt het programma Ecosmart gebruikt. Het scheidingspercentage is daardoor in 2012 87% geworden, de op een na beste score in Nederland. Duurzaam inkopen en MVO: Bij inkopen worden altijd de minimale duurzaamheideisen toegepast, terwijl de aanvullende duurzaamheidwensen een extra gewicht krijgen. Veertig bedrijven hebben de milieubarometer gekregen en de vier jachthavens hebben de Blauwe vlag gekregen. Hellevoetsluis heeft overigens 18 indicatoren om de voortgang bij alle aspecten te monitoren. Wat gaat het kosten? Voor alle duurzaamheidprogramma’s is € 40,3 miljoen beschikbaar. Daarnaast is er nog een budget voor milieuonderzoek en -beleid.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
45
Krimpen aan den IJssel Korte schets van de gemeente Krimpen aan den IJssel heeft bijna 30.000 inwoners en is een forensengemeente voor Rotterdam. Ook Krimpen aan den IJssel wil duurzaamheid terug laten komen in alle beleidsvelden. De gemeente vindt het belangrijk een voorbeeldfunctie te vervullen en zoveel mogelijk samen te werken met burgers en bedrijven. Men richt zich vooral op datgene dat relevante impact heeft. Daarbij werkt men samen in de regionale klimaatagenda met de regiogemeenten. Speerpunten in het beleid zijn afvalscheiding, duurzame energie, duurzame mobiliteit en energiebesparing. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De gemeente wil per jaar 3% energiebesparing bij openbare verlichting bereiken en het gebruik van duurzame energie bevorderen. Burgers moeten energiezuinig zijn. Vastgoed: In de gebouwde omgeving moet energie bespaard worden. Afval: Afvalscheiding en –hergebruik moeten worden bevorderd. Verkeer en vervoer: Het fietsverkeer wordt gestimuleerd. Inkoop: Duurzaam inkopen moet structureel worden. MVO: Men wil duurzaam ondernemen stimuleren Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: Er worden in Krimpen aan den IJssel vooralsnog geen windturbines geplaatst, maar wel Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
46
wordt onderzocht welke locaties eventueel voldoen. Openbare verlichting bij het gemeentehuis wordt op zonne-energie aangesloten. Er is een energieloket voor burgers. Openbare verlichting wordt stapsgewijs veranderd in led. Vastgoed: Er worden met corporaties afspraken gemaakt om het energielabel van de bestaande voorraad te verbeteren van E naar C. Nieuwe woningen krijgen een EPC van 0,4. Er worden bijna 6.000 woningen energiezuinig gemaakt. De corporatie investeert daarin € 23 miljoen. Voor nieuwbouw daarin geldt een EPC die 25% scherper is dan de norm. Krimpen aan den IJssel heeft zelf het goede voorbeeld gegeven door in 2015 een nieuw stadhuis te betrekken op dezelfde plaats als het oude stadhuis. Dit nieuwe stadhuis is een van de weinige geheel energieneutrale stadhuizen in Nederland. Ook Hardenberg stelt, dat hun stadhuis energieneutraal is. Dat stadhuis is overigens onlangs gekozen tot het meest lelijke gebouw van Nederland. Dat geldt zeker niet voor het stadhuis van Krimpen aan den IJssel. Afval: Snoei- en houtafval wordt gebruikt om biomassa te maken en groene energie. Inkoop: Voor kantoorartikelen wordt aangesloten bij duurzaam inkopen Rotterdam. Men koopt groene stroom en groen gas in. MVO: Als een bedrijf verhuist, wordt een startabonnement van de Milieubarometer aangeboden aan het bedrijf voor een jaar. Men stimuleert bedrijven om het management over duurzaam ondernemen te organiseren. Wat gaat het kosten? Voor duurzaamheid specifiek zijn geen extra specifieke middelen voor bovengenoemde onderwerpen in de begroting opgenomen. Uitgaven worden uit de reguliere budgetten gefinancierd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
47
Lansingerland Korte schets van de gemeente De gemeente heeft 65.000 inwoners en is een fusiegemeente van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek. De gemeente profileert zich als een van de economisch sterke gemeenten van Zuid-Holland. Er zijn veel innovatieve tuinbouwbedrijven in de gemeente gevestigd, maar ook hoofdkantoren van bijvoorbeeld Hoogvliet en Sligro. Men kiest voor bevordering van de economie en is dus, zoals men dat noemt, “realistisch duurzaam”. Aandachtspunten zijn daarom, dat bedrijven worden gestimuleerd om de tuinbouwsector wereldmarktleider te laten zijn in duurzame oplossingen. De CO2-uitstoot van de landbouwsector is in Lansingerland overigens relatief hoog. Los van de grote en innovatieve landbouwsector, worden de doelstellingen op de aandachtspunten in deze inventarisatie gericht op het volgende: De benadering van Lansingerland is zoals je mag verwacht gericht op haalbare doelen en samenwerking met burgers en bedrijfsleven. Wat wil men bereiken op het gebied van: Energie Energiebesparing in de bestaande woningvoorraad; energiebesparing bij buitensportactiviteiten, het bevorderen van de verduurzaming van de warmte en koudevraag; de gemeente wil actief participeren in het convenant windenergie van de regio Rotterdam en men wil OVL verduurzamen. Vastgoed Gemeentelijk vastgoed moet worden verduurzaamd en voor nieuwbouw geldt zoveel mogelijk het principe “nul op de meter”. Verkeer en vervoer De laadinfrastructuur in Lansingerland moet worden versterkt en het eigen wagenpark dient ook zoveel mogelijk te worden verduurzaamd; ook via monitoring van het gebruik. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
48
Afval Een opvallend initiatief is de duurzame luierketen. Luiers zij een aanzienlijke belasting voor het milieu en men wil het gebruik van afbreekbare luiers stimuleren en kijken of het mogelijk is luiers te vergisten. Ook wordt ingezet om zwerfafval te voorkomen. Inkoop en MVO Vanaf 2016 wordt 100% duurzaam ingekocht en in de jaren 2015 en 2016 bestaat een proeftuin voor duurzaam aanbesteden voor gecompliceerde trajecten, zoals de inkoop voor de gemeente van elektra en gas. Wat wil de gemeente hiervoor doen? Energie De gemeente stelt een investeringsfonds in waaruit kleine leningen worden verstrekt gericht op energiebesparing en gebruik van hernieuwbare energie. Ook wordt het ondersteuningsprogramma van de VNG benut om energiebesparing in de bestaande woningvoorraad te realiseren, vooral via de WoonWijzerWinkel Lansingerland. Men wil tevens collectieve duurzaamheidinitiatieven (energie-coöperaties) stimuleren. Daarnaast zet de gemeente vol in op verduurzaming van de warmtelevering. Men wil de warmte en koude vraag inzichtelijk maken; de afzet van warmte uit de glastuinbouw bevorderen en minstens vier projecten uitvoeren, waarbij duurzame warmte/koude kan worden toegepast. Deze projecten zouden aan moeten sluiten bij de warmterotonde. In de gemeente wordt al een geothermieproject voor de glastuinbouw uitgevoerd. De gemeente is zeer succesvol met het toepassen van zonne-energie: het opgewekte vermogen per inwoner hoort tot de hoogste in de MRDH. Tenslotte geeft men uitvoering aan het convenant windenergie van de stadsregio Rotterdam. Vastgoed Veel doelen op dit gebied worden gestimuleerd door ook het goede voorbeeld te geven bij het verduurzamen van het eigen vastgoed. Bovendien worden in gemeentelijke bouwplannen de kansen voor duurzaamheid geïnventariseerd en nadrukkelijk geïntegreerd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
49
Verkeer en vervoer Men wil deelauto- gebruik bij ondernemers stimuleren. In het algemeen heeft de gemeente vier indicatoren geformuleerd om de resultaten te kunnen monitoren: 1. De hoeveelheid vermeden CO2-uitstoot; 2. De hoeveelheid duurzaam opgewekte energie; 3. De kwalitatieve beschrijving van de projectresultaten en 4. Het aantal opgestarte initiatieven en projecten. Wat gaat het kosten? Men heeft voor het jaar 2015 in totaal € 110.000 gereserveerd en voor de jaren 2016 tot en met 2018 resp. € 105.000, € 110.000 en € 115.000.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
50
Leidschendam-Voorburg Korte schets van de gemeente Leidschendam-Voorburg heeft 73.000 inwoners en heeft al een aantal jaren geleden een goed onderbouwd Klimaatplan opgesteld voor de periode 2009-2020. In deze collegeperiode is de focus gericht op de verdere uitvoering daarvan. Men loopt daarbij in de pas met de landelijk en in Haaglandenverband gemaakte afspraken en wijkt daar niet van af. Toch legt deze gemeente eigen accenten. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Men onderschrijft de doelstellingen voor CO2-reductie van Haaglanden. In 2050 moet de gemeente CO2-neutraal zijn. Men wil de CO2-reductie niet halen door te investeren in windmolens op zee en daar een deel van de compensatie halen. Leidschendam-Voorburg staat voor een brongerichte aanpak. Men wil bovendien geen dubbeltellingen in Haaglanden: alle energie die binnen een gemeente wordt opgewekt, moet ook aan die gemeente worden toegerekend. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van biomassa. Als de biomassa buiten de gemeente wordt gehaald, telt dat niet mee voor de reductiedoelstelling. Bij openbare verlichting richt men zich naar het SLOK-programma en de verlichting moet verduurzaamd worden. Doelstelling is verder dat 5% van de huishoudens gebruik gaat maken van zonneenergie. Omdat er geen locaties beschikbaar zijn voor windturbines (na onderzoek gebleken), richt men zich op geothermie en het regionaal warmtenet. Vastgoed: Nieuwbouw woningen moeten 10% beter presteren dan de EPC norm uit het Bouwbesluit. Bij projecten van meer dan 200 woningen moet de EPL tussen 7 en 8 liggen, bij renovatie minimaal 5,5. Gemeentelijke gebouwen worden bij nieuwbouw minimaal 20% energiezuiniger dan de EPC-norm. Daarnaast wordt de GPR-energie van 7 gehanteerd. Verkeer en vervoer: Men zet in op een aanscherping van het parkeerbeleid. Het eigen wagenpark moet overstappen op aardgas en verder wordt fietsgebruik en mobiliteitsmanagement bij bedrijven gestimuleerd. Afval: Men wil afval zodanig scheiden dat afval ten dele geschikt is voor vergisting. Men wil in de
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
51
nabijheid van de gemeente een biomassacentrale of een biovergister oprichten. Inkoop: Men volgt de landelijke regels: in 2015 100% duurzaam inkoop. Wat wil men daarvoor doen? Men wil in eerste instantie het goede voorbeeld geven en burgers en bedrijven informeren en stimuleren. Men heeft ervoor gezorgd, dat er op 18 scholen, waarvoor geen renovatie was voorzien, toch zonnepanelen zijn geplaatst. Bovendien is het Raadhuis en het Servicecentrum verbonden met een collectieve WKO. Bovendien is het Zwembad De Fuit duurzaam gebouwd. Op het gebied van afvalverwerking is het de bedoeling om in de nabijheid van de gemeente een biomassacentrale of biovergister te realiseren. Om het gebruik van de auto te ontmoedigen zijn blauwe zones ingesteld en fietsenstallingen aanwezig bij ov-haltes. Wat gaat het kosten? € 17 miljoen is structureel gereserveerd voor algemeen duurzaamheidbeleid en € 50.000 extra in deze collegeperiode.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
52
Maassluis Korte schets van de gemeente Maassluis heeft 32.000 inwoners en heeft een vrij lange geschiedenis. Het is de eerste stad aan de Nieuwe-Waterweg en was de vestigingsplaats van de beroemde berger Smit-Tak. De gemeente vindt duurzaamheid belangrijk. Men heeft een eigen duurzaamheidcentrum, dat vooral gericht is op communicatie, in het bijzonder richting scholen. Hoewel de grondhouding zeker positief is, zijn de acties nog niet heel concreet. Er ligt een ambitieuze duurzaamheidvisie voor de periode 2012-2015. Daarin wordt gemeld, dat Maassluis in 2040 een CO2-neutrale stad moet zijn. Dit doel is later aangescherpt tot klimaatneutrale gemeente in 2030. Er staan veel goede voornemens in die visie, die echter nog moeten worden geactualiseerd. Dat geldt ook voor de zogenaamde roadmap energiebesparing. Dit alles moet een stevige basis zijn, om de komende collegeperiode concrete resultaten te boeken. De energiebesparingsmaatregelen zullen overigens pas ingaan in 2016 en er is een bedrag van maximaal € 1,2 miljoen structureel beschikbaar. Voor milieubeleid in het algemeen is een bedrag beschikbaar van circa € 200.000,-. Maassluis is vooral sterk in het brengen van duurzaamheid in de educatie via het duurzaamheidscentrum. Op dat gebied heeft Maasluis een voorsprong via activiteiten als een besparingswedstrijd op scholen, maar ook de klimaatestafette met ondernemers, het project “Niet in het riool” en er komt een natuurspeelplaats. Wat wel opvalt, is dat in Maassluis relatief veel woningen al een gecertificeerd energielabel bezitten. Er staan per 1 september 2015 25 semipublieke laadpunten.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
53
Midden-Delfland Korte schets van de gemeente Midden-Delfland heeft 18.000 inwoners en is wat duurzaamheid betreft vooral gericht op het behoud van het groene karakter van de gemeente. Naast de doelstellingen uit het Nationaal Energieakkoord en de klimaatprogramma’s van Haaglanden, wil men in Midden Delfland op een aantal zaken specifiek inzetten. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Bij de sociale woningbouw wil men energiebesparing bevorderen. Er wordt een energievisie opgesteld. Men wil in Midden Delfland in 2020 30% CO2-uitstoot vermindering. Via de energieplannen moet daarvan 5%-punt te halen zijn. Het restant moet onder andere via geothermie worden gehaald. In juni 2014 heeft men het duurzame energieplan vastgesteld, als onderdeel van het Convenant of Mayors. Een belangrijk deel van de CO2-uitstoot komt van de grote afvalwaterzuiveringsinstallatie in de gemeente. Die uitstoot wordt echter toegerekend aan alle gemeenten in Haaglanden. Vastgoed: Bij sociale woningbouw moet energiebesparing worden bevorderd en in de gemeentelijke gebouwen wil men een reductie van de CO2-uitstoot van 2% per jaar. Verkeer en vervoer: Men wil het verkeer verduurzamen. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: Men wil graag collectief zonnepanelen inkopen via de regio. Hierbij moet worden opgemerkt, dat in Midden-Delfland per 1 april 2015 het hoogste zonvermogen per inwoner in de MRDH wordt opgewekt. Midden-Delfland is hierin dus nu al zeer succesvol. Vastgoed: Voor de sociale woningbouw zijn speciale isolatie en WKO programma’s. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
54
Verkeer en vervoer: Er staan alleen semipublieke laadpalen in Midden Delfland. De gemeente voert wel een actief beleid hiervoor. Verder wil men een tankstation voor schone brandstoffen langs de A4 realiseren. Ook wordt het fietsverkeer bevorderd door een fietsverbinding langs de A4 richting Vlaardingen en Schiedam te realiseren. Wat gaat het kosten? Er is niet specifiek voor duurzaamheid extra budget in de begroting opgenomen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
55
Nissewaard Korte schets van de gemeente Nissewaard is een fusiegemeente van Spijkenisse en Bernisse en bestaat sinds 1 januari 2015. Er wonen 85.000 inwoners. De gemeente beslaat de helft van het eiland Voorne en het gehele eiland Putten. Ondanks dat de gemeente een redelijke omvang heeft, bestaat ze formeel nog pas sinds begin dit jaar waardoor concrete acties op het gebied van duurzaamheid vooral in de plan fase zitten. Men voldoet uiteraard aan landelijke en regionale regelgeving. Toch is er onlangs een duurzaamheidsagenda voor Nissewaard opgesteld. Deze agenda heeft als startpunt dat met alle geledingen in de gemeente moet worden samengewerkt om duurzaamheid in de gemeente te bevorderen. De onderwerpen, die vooral worden genoemd, hebben betrekking op vastgoed, wagenpark, afvalscheiding, luchtkwaliteit en duurzame energie. Opvallend is dat men een regierol voor duurzaamheid verwacht van de MRDH. De gemeente wil de Duurzaamheidskring Spijkenisse voortzetten en mogelijk verbreden. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie Men wil OVL verduurzamen, energiebesparing promoten evenals het gebruik van zonnepanelen. Vastgoed: Bij de onderhoudsplanning van het eigen vastgoed, moet gestreefd worden naar het zetten van minimaal twee labelstappen; het aantal zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen moet worden vergroot evenals het toepassen van led of TL5. Particulieren moeten worden gestimuleerd om energiebesparingsmaatregelen te nemen. Voor de huurvoorraad moet door planmatig onderhoud en renovaties een gemiddeld energielabel B de uitkomst zijn. En met corporaties moeten bij 500 woningen zonnepanelen worden geplaatst. Verkeer en vervoer: Elektrisch rijden moet sterk worden bevorderd. Afval: Afval bij gemeentelijke panden dient gescheiden te worden aangeboden voorzover zinvol. En men wil een nieuw grondstoffenbeleid in de gemeente opstellen. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
56
Inkoop en MVO: Nissewaard streeft naar zogenaamd maatschappelijk verantwoord inkopen (met de Duurzame Alliantie Rijnmond en het Ministerie van EZ) en men wil experimenteren met innovatieve wijzen van aanbesteden. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie Bij nieuwe openbare verlichting wordt led toegepast; via de wijkaanpak wil men bewoners stimuleren energiebesparingsmaatregelen te treffen (ook via gratis energie-advies voor eigenaren en VvE’s); via collectieve acties wil men stimuleren zonnepanelen aan te schaffen; en men wil onderzoeken of aan de noordrand van Voorne-Putten een zonneweide kan worden geplaatst. De gemeente Nissewaard staat in de MRDH op de zevende plaats wat betreft opgewekt zonvermogen per inwoner. De gemeente heeft derhalve een gunstige uitgangspositie. Vastgoed De gemeente probeert veel doelen te bereiken via de WoonwijzerWinkel. Er worden gratis energie-adviezen gegeven (doelstelling 100 per jaar) en men werkt proactief samen met corporaties. Men wil ook dat corporaties op huurwoningen zonnepanelen plaatsen met als doel verlaging van de huurlasten. Innovatie van grootschalige renovatieprojecten worden gepland. Ook wil men onderzoeken of bij vervanging van asbest op agrarische bouwblokken zonnepanelen kunnen worden geplaatst. Verkeer en vervoer. Men wil o.a. met behulp van de MRDH meer elektrisch rijden promoten. De nulmeting laat zien, dat in Nissewaard een aardgas-groengasvulpunt staat en per 1 september 14 openbare en 46 semipublieke laadpunten. Daarmee scoort de gemeente al behoorlijk goed. Wat gaat het kosten? Voor bovengenoemde voorgenomen activiteiten is in totaal € 45.000 beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
57
Pijnacker-Nootdorp Korte schets van de gemeente De gemeente heeft 51.000 inwoners. Pijnacker-Nootdorp wil duurzaamheid serieus nemen. De voornemens wijken niet af van de landelijke en regionale wensen en voorschriften. Men wil bijvoorbeeld energieneutrale bedrijventerreinen en verduurzaming van de glastuinbouw bevorderen, maar ziet daar niet in eerste instantie een taak voor de gemeente. Men faciliteert wel energieneutraal wonen door initiatieven van bewoners te ondersteunen. Voor het eigen vastgoed wil men zoveel mogelijk duurzame oplossingen. Op het gemeentehuis moeten bijna 250 zonnepanelen worden geplaatst. Men staat positief tegenover geothermie en duurzame mobiliteit. Op veel gebieden zijn al zeer goede resultaten bereikt. Wat betreft geothermie scoort Pijnacker-Nootdorp bijvoorbeeld opvallend goed met maar liefst drie geothermieprojecten, vooral ten behoeve van de glastuinbouw. Dit is een score, die tot de hoogste in de MRDH behoort en ook landelijk relatief hoog is. Op het gebied van verduurzaming van verkeer en vervoer is er nu ook al relatief veel gerealiseerd: Er staan twee aardgas-groengasvulpunten in de gemeente en dat is voor een gemeente met de omvang van Pijnacker-Nootdorp erg veel. Daarnaast staan er inmiddels 8 openbare en maar liefst 47 semipublieke laadpunten in de gemeente. Ook op dat vlak scoort de gemeente goed. Pijnacker-Nootdorp heeft dus een goede uitgangspositie om een voortrekkersrol te spelen in de MRDH op veel gebieden. Blijkbaar is de gemeente in staat om een klimaat te scheppen, waardoor initiatieven vanuit de burgers en bedrijven zelf succesvol zijn. Pijnacker-Nootdorp is weliswaar geen fair trade gemeente, maar is een van de drie gemeenten in de MRDH, die fair trade actief promoot. Voor milieubeleid is structureel € 100.000,- beschikbaar. Voor projecten, voor een belangrijk deel voortkomend uit wettelijke verplichtingen, is circa € 1 miljoen structureel beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
58
Ridderkerk Korte schets van de gemeente Ridderkerk heeft 45.000 inwoners. Ridderkerk was al bewoond in de Romeinse tijd en heeft dus een lange historie. Ridderkerk is nu onderdeel van de zogenaamde Bible Belt: er staan veel kerken. Ridderkerk wil vooral praktische duurzaamheid toepassen. Veel beleid is gelijk aan dat van de landelijke overheid en de regio. Toch is onlangs een duurzaamheidagenda 2015-2018 opgesteld. Daaruit kunnen de volgende doelstellingen voor het duurzaamheidbeleid van Ridderkerk worden afgeleid op het gebied van: Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De uitstoot van CO2 dient in 2030 ten opzichte van 1990 gedaald te zijn met 40%. In de jaren 2008 tot en met 2011 is de uitstoot gedaald met 4 kiloton tot circa 270 kiloton. In 2013 is de uitstoot inmiddels gedaald naar 248 ton. Bijna 10% van de uitstoot wordt veroorzaakt door landbouwbedrijven Verder wil men sterk inzetten op het bevorderen van het gebruik van zonne-energie en wil men de openbare verlichting verduurzamen door middel van de toepassing van led. Bij zonne-energie mag wat betreft opgewekt vermogen per inwoner nog een inhaalslag plaatsvinden. Vastgoed: Men wil de particuliere woningvoorraad en de gemeentelijke gebouwen verduurzamen. Het aantal woningen met een energie-certificaat ligt op het gemiddelde in de MRDH, maar het gemiddelde label ligt aan de goede kant: label C. Verkeer en vervoer: Men wil elektrisch vervoer stimuleren door uitbreiding van het aantal laadpalen. Hier is Ridderkerk tot nu toe redelijk succesvol. Er staan in Ridderkerk 23 openbare laadpalen en 50 semipublieke laadpalen. Er zijn zelfs drie mogelijkheden voor snel laden in Ridderkerk. Die mogelijkheid hebben in de MRDH maar in totaal acht gemeenten. Afval: Men wil de afvalscheiding blijven bevorderen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
59
MVO en inkoop: Uiteraard wil Ridderkerk voldoen aan 100% duurzaam inkoop. Daarnaast wil men een bedrijventerrein voor de agro-foodsector verduurzamen. Gelet op de CO2-uitstoot voor deze sector, is dat een belangrijk voornemen. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? In het algemeen kan worden opgemerkt, dat een duurzaamheidkring Ridderkerk is gelanceerd en een kenniscentrum duurzaamheid. Dat moet een fysieke plek worden waarbij bewoners, VvE’s en ondernemers onafhankelijk duurzaamheidadvies moeten kunnen krijgen. Daarnaast introduceert Ridderkerk voor alle gemeentelijke besluiten een duurzaamheidparagraaf. Energie: Men heeft gebouwen geselecteerd, die geschikt zijn voor zonnepanelen en men wil de oprichting van een energiecollectief bevorderen, waarbij collectief zonnepanelen op een groot dak moeten worden gerealiseerd. Men heeft al meegedaan met een groepsaankoop zonnepanelen in de stadsregio Rotterdam samen met iChoosr. Daarbij zijn in Ridderkerk 1.600 zonnepanelen gerealiseerd, maar het totaal opgewekte vermogen blijft ten opzichte van het gemiddelde in de MRDH nog relatief achter. Men wil tevens de mogelijkheid onderzoeken tot het realiseren van een zogenaamde zonneweide. Daarmee kan het opgewekte vermogen een behoorlijke stijging laten zien. Vastgoed: Er wordt een energieloket opgezet t.b.v. de particuliere woningbezitter. Men wil het convenant energieneutraal bij nieuwbouw uitvoeren en duurzame energievoorziening bij gemeentelijke gebouwen zoveel mogelijk toepassen. MVO: Er zijn relatief veel bedrijventerreinen in Ridderkerk (7). Voor een bedrijventerrein is een gemeenschappelijke regeling nieuw Reijerwaard en deze regeling wordt door de gemeente gebruikt om bedrijven voor te lichten op het gebied van duurzaam bouwen, energiebesparing en gebruik van duurzame energie. Daarnaast zou er een open distributienetwerk moeten komen voor duurzame warmte. Op dit bedrijventerrein dient tevens duurzame greenportlogistiek te worden uitgevoerd. De gemeente promoot actief de waarde van fair trade.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
60
Rijswijk Korte schets van de gemeente Rijswijk heeft 48.000 inwoners en een historie, die teruggaat tot 3.500 v Chr. In Rijswijk is de Vrede van Rijswijk gesloten tussen Engeland en Frankrijk. Van belang in het kader van duurzaamheid is, dat in Rijswijk de eerste winbare olie in West Nederland is gevonden en tot 1994 heeft de NAM van die concessie gebruik gemaakt. Fossiele brandstoffen uit het westen van Nederland kwamen dus uit Rijswijk. Dat neemt niet weg, dat Rijswijk nog steeds een van de groenste gemeenten in Nederland is. 30% van het grondgebied is groen. De gemeente heeft dus een goede uitgangspositie om duurzaamheid op de kaart te zetten, maar de gemeente erkent dat er op dat gebied een inhaalslag nodig is. Rijswijk wil concrete stappen zetten naar duurzaamheid. De gemeente moet zelf een duurzame organisatie zijn en dergelijke initiatieven ondersteunen. Er is daarom een duurzaamheidloket om burgers en organisaties te verbinden en te informeren. Toch heeft Rijswijk nog een achterstand op het gebied van concrete resultaten, zoals de gemeente erkent. Men wil de mogelijkheid van een revolverend duurzaamheidfonds wel onderzoeken. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De gemeentelijke organisatie moet CO2-neutraal worden. Als aparte doelstelling wil men in de gemeente in 2020 25% minder CO2-uitstoot ten opzichte van 2011. Vastgoed: Men wil woningisolatie en gebruik van groen daken bevorderen. De wijk Rijswijk buiten moet een showcase worden met een EPC van 0,0. Verkeer en vervoer: Elektrisch vervoer wordt gestimuleerd via het mogelijk maken van oplaadpunten. Er staan in Rijswijk 8 laadpunten en relatief veel (66) semipublieke laadpunten. Het gemeentelijk wagenpark rijdt op groen gas. Inkoop: Men wil het papiergebruik terugdringen. Er zijn nog geen concrete voorgenomen maatregelen bekend. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
61
Wat gaat het kosten? Het budget voor duurzaamheid is € 250.000 structureel voor de jaren 2015 tot met 2018.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
62
Rotterdam Climate Initiative (RCI) Inleiding Ook al is het RCI tegenwoordig meer geïncorporeerd binnen de gemeentelijke organisatie van Rotterdam, het RCI heeft als zelfstandige organisatie een belangrijke rol gespeeld in het vormgeven van het duurzaamheidbeleid van de gemeente Rotterdam. Het ligt daarom voor de hand om de inventarisatie van de doelstellingen voor het duurzaamheidbeleid van Rotterdam eerst de opzet, de doelstellingen en de resultaten van het RCI te analyseren. Tevens wordt een vergelijking gemaakt een het Klimaatfonds Haaglanden, dat in de regio Den Haag een soortgelijke opdracht had als het RCI, maar dan op een andere schaal. De informatie over het RCI is gebaseerd op de verschenen Jaarverslagen van het RCI. Opzet RCI De gemeente Rotterdam kent een zogenaamde International Advisory Board (IAB), die het college van B&W van Rotterdam adviseert over (internationale) economische en (groot)stedelijke onderwerpen. In november 2006 gaf deze IAB aandacht aan de kansen, die het bevorderen van schone energie en de reductie van CO2-uitstoot, kunnen geven aan Rotterdam. In vervolg daarop kwam in december 2006 Bill Clinton naar Rotterdam met de boodschap dat wereldwijd actie moet worden ondernomen tegen klimaatverandering. Rotterdam heeft daar proactief op gereageerd en de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf van Rotterdam, Deltalinqs (dat het bedrijfsleven vertegenwoordigt) en de DCMR (Milieudienst Rijnmond) besloten gezamenlijk te participeren in het Clinton Global Initiative van de Clinton Foundation. Deze foundation probeert innovatieve oplossingen te bedenken voor wereldwijde problemen in metropoolregio’s in de wereld. Een van de aandachtsgebieden van dit Initiative is de klimaatverandering, waarvoor een klimaatprogramma is opgesteld. Als gevolg van bovengenoemde samenwerking is in mei 2007 het Rotterdam Climate Initiative gestart. RCI is opgericht om de Europese klimaatdoelstellingen te ondersteunen, maar vooral omdat het bereiken van deze doelstellingen kunnen leiden tot het versterken van de Rotterdamse economie. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
63
Deze tweeslag: klimaatbeleid als kans voor economische innovatie is altijd een leidend motto gebleven van het RCI. Vrij snel werd erkend, dat de effecten van klimaatverandering nu al zichtbaar zijn in de vorm van een stijging van de zeespiegel en er derhalve ook een programma voor klimaatadaptatie nodig is. Het IAB heeft dit onderwerp in november 2007 nadrukkelijk op de agenda gezet. Doestellingen RCI Dit alles heeft uiteindelijk geresulteerd in de volgende doelstellingen van het RCI: gericht op de noodzaak de uitstoot van CO2 terug te dringen, moet energiebesparing worden bevorderd evenals het opwekken van hernieuwbare energie en het bevorderen van de afvang, hergebruik en opslaan van CO2. Gericht op klimaatadaptatie dient het RCI innovatieve maatregelen voor te stellen om de negatieve effecten van de onvermijdelijke stijging van de zeespiegel op te vangen. Deze doelstellingen hebben eveneens geleid tot operationele doelstellingen: Ten opzichte van 1990 dient de CO2-uitstoot in 2025 met 50% te zijn gedaald. Bovendien dient Rotterdam in 2025 100% klimaatbestendig te zijn. Als dit vergeleken wordt met de klimaatdoelen van de VNG is het RCI wat betreft CO2reductie meer ambitieus. In het klimaatakkoord moet de CO2-uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990 met 30% zijn gereduceerd. Het RCI heeft als doelstelling 50% reductie vijf jaar later in 2025. Concrete uitwerking voor Rotterdam Bij de start van het RCI wordt gesteld, dat Rotterdam met 29 Mton CO2-uitstoot verantwoordelijk is voor 16% van de uitstoot in Nederland. In 1990 bedroeg volgens de opgaven van het RCI de uitstoot 24 Mton. De doelstelling van het RCI is dus in de periode 2007-2025 een reductie van 17 Mton. Dat is iets minder dan 1 Mton per jaar. Het RCI is transparant over de zwaarte van dit programma. Als er niets gebeurt, zal als gevolg van de verwachte economische groei van de Rotterdamse regio de uitstoot in Rotterdam in 2025 46 Mton bedragen. Dat is een autonome stijging van bijna 1 Mton per jaar. Daar rekening mee houdend dient het klimaatprogramma van het RCI dus te resulteren in een reductie van 1,9 Mton per jaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
64
Deze berekening dient elk jaar te worden gemaakt om twee redenen: De economische groei kan afwijken van de prognose en kan ook gepaard gaan met meer of minder CO2-uitstoot. Daarnaast zal een eventuele reductie nooit lineair verlopen. De wijzigingen in de reductie gaan altijd schoksgewijs. Het is daarom niet verstandig in paniek te raken als de reductie in een aantal jaren minder snel verloopt, maar is het is wel noodzakelijk de vinger aan de pols te houden en alle mogelijkheden om te komen tot verdere reducties uit te voeren. Een belangrijke randvoorwaarde van het RCI is daarbij, dat de reductie gepaard moet gaan met een versterking van de economie. Het RCI is ook gedetailleerd hoe men de reductie wil bereiken: 85% van de reductie moet bereikt worden in de handel, industrie en energiebedrijven. Men wil de energie-efficiency van de industrie verhogen met 2% per jaar, duurzame energie promoten (het gaat dan om zowel biomassa, restwarmte als windenergie) en door afvang, hergebruik en opvang van CO2-uitstoot. De gemeente Rotterdam dient daarbij zelf te zorgen voor 15% reductie door energiebesparingsmaatregelen en schoon vervoer. Om het doel te halen, zal in 2025 ook de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving in Rotterdam met 50% moeten dalen. Dit doel kan worden bereikt door energiebesparing, gebruik van hernieuwbare energie, waaronder het gebruik van restwarmte bij de verwarming van 50.000 woningen. Resultaten Het RCI was op alle bovengenoemde aandachtsgebieden zeer actief. Hoewel het RCI zich zeker niet alleen heeft gericht op bevordering van de CO2-reductie, maar ook op klimaatadaptatie en economische innovatie, is het RCI zeer transparant om de ontwikkeling van de CO2-uitstoot in Rotterdam te monitoren en aan te geven welke rol het RCI waarschijnlijk heeft gespeeld in de ontwikkeling. De CO2-barometer is derhalve het gevolg van een serie aan projecten, dat het RCI heeft geëntameerd of mede heeft uitgevoerd. De zeer verschillende projecten waar het RCI rechtsreeks of zijdelings bij betrokken is (geweest), kunnen worden onderverdeeld in 8 aandachtsgebieden met in totaal 73 projecten. Die projecten gaan van communicatie, zoals de Rotterdam Duurzaam App tot
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
65
onderzoek, advies als het daadwerkelijk betrokken zijn bij uitvoering van projecten in de stad. De acht aandachtspunten zijn: 1. Schone lucht (Bijvoorbeeld: de ingestelde milieuzone en de bevordering van elektrisch vervoer) 2. Duurzame gebieden (Bijvoorbeeld: duurzaam Heijplaat, met het Concept House Village) 3. Windenergie (Het RCI is betrokken bij zeven windturbine-locaties) 4. Meer groen (Bijvoorbeeld met projecten voor groene daken, maar ook stadslandbouw) 5. Energiebesparing (Bijvoorbeeld met het adviseren en ondersteunen van VvE’s en bepaalde buurten in Rotterdam) 6. Zonne-energie (Bijvoorbeeld het zonnedak op Diergaarde Blijdorp en het nieuwe CS) 7. Droge voeten (klimaatadaptatie) (RCI is betrokken bij diverse onderzoeken voor bijvoorbeeld waterberging) 8. Industrie als warmtebron (Bijvoorbeeld het project Warmteweg) Het RCI is transparant over de ontwikkeling van de CO2-uitstoot in Rotterdam. De resultaten daarvan zijn als volgt: Jaar 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Uitstoot in Mton CO2 in Rotterdam volgens opgave RCI 29 circa 29 27,8 29,7 29,565 29,550
De eerste conclusie, die kan worden getrokken uit dit overzicht is, dat de uitstoot in Rotterdam sinds de start van het RCI ongeveer gelijk is gebleven. In ieder geval is daarmee de verwachte autonome groei van de uitstoot gecompenseerd. Hierbij tekent het RCI aan, dat in 2009 de economische crisis vooral debet is aan de forse daling. Het geeft in ieder geval aan, dat het reduceren van de uitstoot een kwestie is van een lange adem en van doorbraken op het gebied van energiebesparing of duurzame energieopwekking. Voor Rotterdam geldt nog als speciale kanttekening, dat de daling in 2011 tot stand is gekomen, ondanks de extra
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
66
uitstoot van maar liefst 400 kton van het dat jaar gestarte energiebedrijf Enecogen, een bedrijf dat onder het zogenaamde Europese ETS–regime valt. Op ETS-bedrijven heeft een gemeente of een RCI geen directe invloed. Het geeft aan dat voor de reductie van de uitstoot van CO2 een netwerk van overheden en bedrijven noodzakelijk is om stappen te zetten. De ETS-bedrijven zijn verantwoordelijk voor maar liefst 65% van de uitstoot in Rotterdam. Voor het jaar 2012 kan het RCI aantonen, dat de aanpak van het RCI tot een reductie van 100 kton heeft geleid. De Klimaatmonitor geeft overigens andere cijfers over de uitstoot dan de opgave van het RCI. Dat betekent niet, dat de opgave van het RCI onjuist is, maar het geeft aan dat er nog geen standaardmaat was voor de berekening van de uitstoot in de jaren, dat het RCI rapporteerde. Volgens de Klimaatmonitor is de uitstoot in Rotterdam in 2013 circa 32 Mton. Hiervan is als gezegd, 65% afkomstig van ETS-bedrijven. Los van de hoogte, is de ontwikkeling van de uitstoot van belang. Om CO2-reductie effectief uit te kunnen voeren, is derhalve medewerking van deze bedrijven noodzakelijk. In het netwerk van het RCI zitten overigens veel van deze bedrijven. Hieruit blijkt dat in Rotterdam de uitstoot in 2012 is gedaald (met 1,8 Mton), maar dat in 2013 de uitstoot ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van het jaar ervoor. Klimaatfonds Haaglanden In de MRDH is nog een ander klimaatfonds actief: het Klimaatfonds Haaglanden, dat in 2009 is gestart. Het Klimaatfonds is niet te vergelijken met het RCI, als alleen al gekeken wordt naar de omvang. Het Klimaatfonds Haaglanden heeft in de periode 2010-2014 iets meer dan 50.000 ton CO2 aantoonbaar met projecten gereduceerd. Dat is 0,05 Mton en daarmee is het Klimaatfonds een factor 35 kleiner dan het RCI. Nu het RCI vermoedelijk meer geïncorporeerd wordt in de gemeentelijke organisatie van Rotterdam, zou kunnen worden nagegaan of deze klimaatfondsen in de toekomst een rol zouden kunnen spelen in het klimaatbeleid van de MRDH. De informatie over het Klimaatfonds Haaglanden is gebaseerd op de verschenen Jaarverslagen van het Klimaatfonds Haaglanden. De verschillen betreffen niet alleen de omvang, maar het RCI richt zich met de partners veel meer op grootschalige investeringen en bevorderen van de innovatie. Het Klimaatfonds richt zich juist op kleinschalige energiebesparingsprojecten waar maatschappelijke organisaties, zoals scholen, financieel baat bij hebben. Circa 65% van de inkomsten van het Klimaatfonds
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
67
wordt uitgekeerd aan organisaties, zoals scholen, culturele instellingen en sportverenigingen als beloning voor CO2-reductie. Dat wordt uitgekeerd bovenop de voordelen van de lagere energielasten, die het gevolg zijn van de projecten van het Klimaatfonds Haaglanden. De kracht van het RCI is het ondersteunende netwerk van veel belangrijke bedrijven. De kracht van het Klimaatfonds is de directe band met de burger, die wordt beloond voor duurzaam gedrag. Aan beide concepten zitten ook nadelen. Het RCI heeft een relatief groot budget voor uitvoering van de projecten en is redelijk top-down georganiseerd. Dat maakt het RCI in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij kleinschaligheid steeds belangrijker wordt, kwetsbaar. Het Klimaatfonds Haaglanden heeft een zwakke financiële basis: het is vooral afhankelijk van de steun van de gemeente Den Haag en weet onvoldoende bedrijven aan zich te binden. Het Klimaatfonds Haaglanden heeft overigens als enige lokale klimaatfonds een rekening bij de Nederlandse Emissie Autoriteit. Dit leidt ertoe, dat het Klimaatfonds een verbinding kan maken met lokale projecten en het ETS-systeem, dat juist zo belangrijk is voor Rotterdam. Als het Klimaatfonds aantoonbaar energie bespaart of duurzame energie opwekt, zou eigenlijk een daar mee corresponderend aantal CO2-certficaten in het ETS-systeem moet worden vernietigd. Het Klimaatfonds heeft dat ten dele kunnen doen, ook al maakt het de CO2reductie extra duur. Maar dit biedt wel kansen voor de Rotterdamse omgeving, waar veel ETS-bedrijven zijn gevestigd, die veel certificaten in bezit hebben. Er zou daarom moeten worden onderzocht welke kansen er zijn om beide initiatieven een rol te kunnen laten spelen in de MRDH. Het koppelen van het grootschalige ETS met lokale kleinschalige projecten. Maar ook met grote investeringsprojecten als de warmterotonde zou een link kunnen worden gelegd. Voordeel van het combineren van beide initiatieven is, dat beiden in principe los van de overheid kunnen opereren, maar wel een sterke band met de overheid blijven houden en dus de overheid kunnen helpen in de uitvoering van het beleid. De onafhankelijke positie versterkt de flexibiliteit richting het bedrijfsleven. Toekomst en conclusies In de komende jaren zal het RCI vermoedelijk meer worden geïncorporeerd in de gemeentelijke organisatie. Als daarmee beoogd wordt een efficiencyslag te maken, is daar alles voor te zeggen. Van belang is echter wel, dat het zeer waardevolle netwerk dat het RCI heeft opgebouwd voor Rotterdam, maar zeker ook voor de MRDH, behouden blijft. Het RCI heeft een belangrijke rol gespeeld bij veel projecten, die de stad Rotterdam niet alleen duurzamer heeft gemaakt, maar ook van belang zijn voor de gezondheid (luchtkwaliteit) en
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
68
het opwekken van hernieuwbare energie, waardoor Rotterdam minder afhankelijk is geworden van fossiele brandstoffen en daarmee een stap heeft gezet naar een schone, betaalbare en zekere energievoorziening. De enorme voorsprong die Rotterdam heeft op dit gebied, is zeker ook te danken aan het RCI. Dit staat nog los van de werkzaamheden van het RCI op het gebied van industriële innovatie, het ondersteunen van burgers en bedrijven in kleinschalige duurzaamheidprojecten en het werken aan klimaatadaptatie. Binnen de MRDH zou onderzocht kunnen worden of het RCI en het Klimaatfonds Haaglanden samen zou kunnen gaan. Wel op een wat bescheidener schaal dan voor het RCI nu, maar ook gericht op het verbinden van burgers en bedrijven bij de uitvoering van een energiebesparingscampagne. En de link met het ETS-systeem zou de synergie kunnen vergroten.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
69
Rotterdam Korte schets van de gemeente Er wonen 620.000 burgers in Rotterdam. Daarmee is Rotterdam qua inwoneraantal bijna een derde van de gehele MRDH. Rotterdam heeft onlangs het nieuwe programma Duurzaam 2015-2018 gepubliceerd. Het heeft als titel “Dichterbij de Rotterdammer”. Het is de eerste concretisering van het duurzaamheidbeleid van Rotterdam, dat een eerste visie is, die nog kan wijzigen. Het wordt dan ook een consultatiedocument genoemd. Ondanks het feit dat er nog allerlei zaken kunnen veranderen, wordt dit document als basis genomen voor deze inventarisatie. Daarbij moet worden opgemerkt, dat het stuk van meer dan 60 pagina’s zo vol concrete doelstellingen en voorgenomen activiteiten staat, dat misschien wel de helft van deze inventarisatie hiermee kan worden gevuld. Om e.e.a. overzichtelijk te houden, wordt alleen gefocust op de elementen van duurzaamheid, die in deze inventarisatie worden bekeken. Ook de financiële paragraaf geeft een goed eerste beeld van wat de gemeente wil investeren in de lopende collegeperiode, maar ook deze getallen kunnen nog nader worden gespecificeerd. Dat zal alleen zinvol zijn, als het college dit consultatiedocument definitief heeft laten vaststellen door de gemeenteraad. Dat geldt ook voor alle doelstellingen. In de loop van het proces kunnen doelstellingen worden aangepast of toegevoegd.
Rotterdam heeft al zeer veel in gang gezet, maar de focus van duurzaamheidbeleid wordt in deze collegeperiode wat anders gelegd. De kernboodschap is, dat meer nadruk ligt op die projecten, waarvan de resultaten zichtbaar zijn in de directe leefomgeving van de burgers. Speerpunten zijn dan ook schone lucht, duurzame energie, maar vooral als dat uiteindelijk tot lagere lasten zal leiden en klimaatadaptatie. Dat laatste wordt verbeeld met de frase: “droge voeten”. Wat betreft energie moet de doelstelling lagere energierekeningen zo worden opgevat, dat die lagere rekeningen vooral ook het gevolg zijn van besparingsmaatregelen. Desondanks moet een doelstelling vooraf hier al genoemd worden: in 2030 moet in Rotterdam met duurzame energie meer opgewekt worden dan Rotterdam aan energie gebruikt. Vertaald zou daarmee gezegd zijn, dat Rotterdam op het gebied van energiegebruik in 2030 al CO2neutraal zou moeten zijn.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
70
Dat laatste is overigens een belangrijke notie: Rotterdam formuleert geen CO2reductiedoelstelling meer, maar een doelstelling om duurzame energie op te wekken. CO2reductie is nog wel belangrijk, maar als resultante van doelen om het gebruik van duurzame energie en energiebesparing fors te verhogen. Dus niet meer focussen op CO2-reductie, maar op maatregelen die ook CO2-reductie tot gevolg hebben. Dat laatste is belangrijk, maar niet meer het doel, maar eerder het gevolg. Overigens, of een CO2-reductie als doel vooraf wordt gesteld of op basis van concrete initiatieven achteraf wordt bereikt, is van ondergeschikt belang.
Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Het aantal aansluitingen op industriële warmte en het stadsverwarmingsnet moet worden uitgebreid. Het streven is om een sterke toename van het aantal windturbines in het kader van Rotterdam als wind-wingebied met winst voor de Rotterdammer te bewerkstelligen. Ook dient een forse stijging van het aantal zonnepanelen plaats te vinden en industriële restwarmte moet nog meer benut worden, alsmede stoom en CO2-uitstoot via grootschalige infrastructuur. Er dient een bio base economie te worden ontwikkeld, gericht op groene chemie, biobrandstoffen en biomassa als energiebron. Afgeleide doelstellingen zijn: Het realiseren van 350 MW windvermogen binnen de Rotterdamse gemeentegrenzen, waarvan 300 MW in het havengebied (350 MW is goed voor het energiegebruik van 200.000 huishoudens). 4.500 huishoudens extra dienen de beschikking te krijgen over zonnepanelen. Hiervan dient 1.500 te bestaan uit corporatiewoningen. Momenteel wordt in Rotterdam bijna 200 MW aan windvermogen opgewekt. Dat is ongeveer drie keer zoveel als in Amsterdam. Het aandeel van Rotterdam in het opgewekte windvermogen in Nederland (zowel op land als off shore) is iets meer dan 6%. Rotterdam staat daarmee op de vierde plaats in Nederland, maar van de grote steden staat Rotterdam met afstand op de eerste plaats. Rotterdam heeft dus nog 150 MW aan extra windvermogen te gaan, om de doelstelling te bereiken. Vastgoed: Via het programma versnelling 010 wordt bij huur-en koopwoningen het energiegebruik verminderd. Afgeleide doelstellingen: 7.000 corporatiewoningen worden energiezuiniger gemaakt, en 3.000 woningen in particulier bezit eveneens, daarvan 1.500 appartementen in VvE’s.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
71
In Rotterdam heeft bijna 42% van de woningen een gecertificeerd energielabel. Rotterdam staat daarmee ver voor de andere grote steden (Amsterdam 27,5%, Den Haag 25,6% en Utrecht: 35,6%). Verkeer en Vervoer: De luchtvervuiling dient te verminderen. Afgeleide doelstelling: meer gebruik van openbaar vervoer en fiets en het gemeentelijk wagenpark wordt 25% schoner. Het principe bij vervanging van het gemeentelijk wagenpark is altijd elektrisch. Het fietsgebruik moet rond meetpunten in de binnenstad met 10% groeien; de groei van ov-gebruik dient 2% te bedragen. In 2020 moeten er minimaal 5.000 elektrisch voertuigen in Rotterdam rijden en dit aantal dient te stijgen tot minimaal 25.000 in 2025. In Rotterdam staan momenteel 888 publieke laadpunten, 262 semipublieke laadpunten en 8 snel laadpunten. Hoewel Rotterdam nog ver achter Amsterdam staat, wordt de achterstand wel ingelopen. Bovendien staan er relatief veel snel laadpunten in Rotterdam. Afval: Rotterdam zet vol in op de circulaire economie. Afgeleide doelstelling: in 2018 dient het scheidingspercentage 40% te bedragen en het materiaalhergebruik 31%. Inkoop en MVO: Via aangeboden energiescans moeten ondernemers worden geïnformeerd hoe geld en energie kan worden bespaard, Clean Tech bedrijvigheid wordt gestimuleerd. Afgeleide doelstellingen: in 2020 zero-emission bij belevering van de gemeente. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: De gemeente zal het Windpark Nieuwe Waterweg helpen bouwen met 8 turbines, die stroom leveren aan 33.000 huishoudens en daarmee 63.317 ton CO2 reduceren per jaar. Men zal een obligatielening voor dit windpark garanderen met 5% rendement. Het windpark Hartel 2 wordt in gebruik genomen. Daarnaast worden de windparken Slufter, Landtong Rozenburg en knooppunt Beneluxster voorbereid. Dat is nodig om een begin te maken de doelstelling van Rotterdam (een stijging van het windvermogen met 150 MW) te halen. Er worden minimaal 2 pilots voor zonnepanelen op maatschappelijk vastgoed uitgevoerd, waarbij minimaal 2 collectieve zonprojecten moeten worden uitgevoerd. Wat betreft zonneenergie moet Rotterdam nog een inhaalslag maken. Van het opgestelde zonvermogen in de vier grote steden staat in Rotterdam 20% opgesteld, tegen 31% in Amsterdam, 28% in Utrecht en 21% in Den Haag.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
72
Vastgoed: Men zal een VvE loket oprichten om VvE’s te informeren. De gemeente biedt energiepakketten van bouw- en energiebedrijven aan inclusief slimme monitoring en er worden verbetercoaches aangesteld. Samen met Rabobank Rotterdam wordt een lening ter beschikking gesteld t.b.v. energiebesparingsprojecten, waarbij rente en aflossing in lijn worden gebracht met de energiebesparingswinst. Daarnaast worden innovatieve buurtinitiatieven gefaciliteerd. Verkeer en vervoer: Milieuzones worden aangescherpt en het voorbeeld van Utrecht wordt gevolgd. P+Rvoorzieningen worden aantrekkelijker gemaakt, het gebruik van LNG en waterstof (of het gebruik van de brandstofcel) bij transport en logistiek wordt bevorderd, bij gemeentelijk vervoersvervanging geldt of geen vervanging of in principe elektrisch. Het verkeerscirculatieplan wordt getoetst op luchtkwaliteit. Afval: Men wil een na-scheidingsinstallatie voor het scheiden van kunststof realiseren en het nascheiden van drankenkartons en gft aanpakken. Daarnaast gaat men samenwerken in het kader van Circularity Center met het Havenbedrijf, Rabobank en Van Gansewinkel. Inkoop: Leveranciers worden verplicht managementrapportages op te leveren over milieu- en sociale aspecten, voor zover proportioneel, waarbij de gemeente volledige ketenverantwoordelijkheid heeft en in het kader van de MRDH wordt gewerkt aan meer uniformiteit in de duurzame uitvraag. Rotterdam is overigens eveneens fair trade gemeente. Wat gaat het kosten? Voor de ambitie schone lucht (samen met investeren in groen en klimaatadaptatie) is circa € 1 miljoen structureel beschikbaar; voor alle energiemaatregelen circa € 1,7 miljoen structureel en voor circulaire economie, afval en innovatie circa € 1 miljoen structureel. Voor het totale programma inclusief communicatie en overhead is structureel € 4,7 miljoen beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
73
Schiedam Korte schets van de gemeente Schiedam heeft 77.000 inwoners en heeft een mooie oude binnenstad. In de achttiende eeuw was Schiedam het centrum van de jeneverstokerijen. In de twintigste eeuw was het vooral de standplaats van Wilton Feyenoord scheepsbouw. Nu is het met name ook een forensengemeente van Rotterdam. Schiedam heeft 6 monumentale molens en in 2005 is de hoogste stellingmolen ter wereld geplaatst. De molen is meer dan 40 meter hoog. Vroeger moesten de molens mout vermalen voor de jeneverproductie, maar deze molen produceert elektriciteit voor een destilleerderij. Het is mogelijk de eerste traditionele stellingmolen, die dit doet. Het is een particulier initiatief van de firma Nolet. De molen is nu een gemeentelijk monument. Schiedam geeft weliswaar prioriteit aan duurzaamheid, maar de doelen zijn nog niet zo specifiek. Men houdt vast aan de doelstellingen die in de Rotterdamse regio zijn afgesproken op dit gebied. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: De CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving dient te dalen. Men wil dat bereiken met energiebesparing en gebruik van duurzame energie. Men heeft het Convenant of Mayors getekend en daarom wil men een verlaging van de CO2-uitstoot met 20% in 2020 ten opzichte van 1990. Opvallend is wel dat een kwart van deze uitstoot afkomstig is van de in Schiedam gevestigde industrie. Binnen de gemeente is al wel de mogelijkheid van walstroom voor schepen gerealiseerd. Vastgoed: Bewoners moeten worden geïnformeerd over energiebesparing en gebruik van zonnepanelen. Er liggen nu 318 zonnepanelen in Schiedam. Doel is 1.000 in 2018. Het aantal woningen met een gecertificeerd energielabel is met bijna 40% relatief hoog. Verkeer en vervoer: Het beleid is vooral gericht op het verbeteren van de luchtkwaliteit. Afval: De gemeente Schiedam wil vooral inzetten op de Cradle to Cradle aanpak. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
74
Wat gaat het kosten? Voor milieubeleid is in totaal circa €2 miljoen structureel gereserveerd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
75
Vlaardingen Korte schets van de gemeente Vlaardingen heeft 72.000 inwoners en had in de jaren zestig en zeventig zeer vervuilde lucht. Vanwege deze vervuiling is zelfs een school tijdelijk gesloten geweest. Vlaardingen is dus gevoelig voor duurzaamheid, met name als het gaat om luchtkwaliteit. Vlaardingen is, met de gemeente Den Haag, voor de MRDH penvoerder voor het Programma Energie van de VNG om tot 2017 energiesparing bij particuliere woningeigenaren te stimuleren in het kader van de uitvoering van het Energieakkoord. Ook dient men de handhaving van de energiebesparing in het kader van de Wet Milieubeheer te intensiveren. In Vlaardingen staat veel in de steigers en men heeft onlangs een programmatische aanpak geformuleerd met verschillende doelen op het gebied van duurzaamheid. De overkoepelende doelen zijn: in 2025 een klimaatbestendige stad en in 2050 een klimaatneutrale stad. Daarbij wil men in 2025 ten opzichte van 1990 een reductie van 40% van de CO2-uitstoot hebben gerealiseerd. Men heeft acht opgaven geformuleerd. Enkele daarvan kunnen worden gerangschikt onder de onderwerpen van deze inventarisatie. De doelstellingen zijn in het algemeen erg gedetailleerd en goed te monitoren. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie De omschakeling naar duurzame energie moet verbeteren. Bij bedrijven, die jaarlijks meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m2 gas gebruiken, dient een jaarlijkse reductie van de CO2-uitstoot met tenminste 5% vanaf 2015 plaats te vinden. Dit is de vertaling naar CO2reductie uit de eisen van de wet Milieubeheer voor deze bedrijven. Eind 2012 moet 3% van de binnen Vlaardingen opgewekte energie duurzaam te zijn opgewekt. Vastgoed De energieprestaties van nieuwe woningen dient te verbeteren. Uiterlijk in 2020 wordt nieuwbouw klimaatneutraal met een EPC van 0. Voor nieuwbouwprojecten vanaf 2012 geldt een EPL van 8 tot 9. Nieuwe bedrijfs- en utiliteitsbouw krijgt een 25% verscherpte energieprestatie-eis.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
76
Energielabels van de bestaande voorraad moeten verbeteren door 20% besparing op gebruik van fossiele energie. In de sociale huurvoorraad dient een CO2-reductie van 2% per jaar plaats te vinden in de periode 2010-2025. Datzelfde geldt voor de particuliere huursector. Het energielabel van de utiliteitsbouw moet stijgen met 2% per jaar gerekend vanaf 2008. Het aandeel duurzame energie bij bestaande bouw, nieuwbouw, renovatie en herstructurering moet in 2020 20% bedragen van het totale gebruik in Vlaardingen. Verkeer en vervoer Het gebruik van de fiets moeten stijgen naar 26% in 2015 vanaf 23% in 2008 in de modal split. Men stimuleert het gebruik van milieuvriendelijke brandstoffen en men wil de komst van een waterbus en de Hoekse lijn bevorderen. Men wil ook elektrisch vervoer stimuleren. De grenswaarde van fijnstof en stikstofdioxide moeten in 2015 worden gehaald. Afval Het huidige afvalscheidingspercentage van 31% voor huishoudelijk afval moet in 2015 sterk verbeteren. In 2015 wordt 65% van het huishoudelijk afval nuttig gebruikt. Inkoop en MVO In 2015 wordt 100% duurzaam ingekocht. Bij aanbestedingen wordt duurzaamheid zwaarder meegewogen. Wat gaat de gemeente hiervoor doen? Veel uitvoering wordt gelegd bij bestaande diensten en budgetten. Maar specifieke kan hier worden genoemd bij: Energie Bedrijven worden gestimuleerd gebruik te maken van de CO2-prestatieladder en de Milieubarometer. Het aandeel duurzame energie wordt vergroot met minimaal 6 MW eind 2013 (2 windmolens). Deze zijn al gerealiseerd. Vastgoed Voor alle bouwaanvragen wordt 70% op de bouwplaats gecontroleerd op EPN. Verkeer en vervoer Het parkeerbeleid wordt ingezet om duurzame vervoerwijze te stimuleren en vervoermanagement bij bedrijven wordt bevorderd en moet leiden tot minimaal 10% CO2reductie.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
77
Inkoop en MVO Bij aanbestedingen wordt het gebruik van een CO2-meetinstrument verplicht gesteld, bij vestiging van nieuwe bedrijven mag het milieu niet verder worden belast en afspraken over duurzaam ondernemen wordt in een Green Deal vastgelegd. Vlaardingen is samen met vier andere gemeenten in de MRDH fair trade gemeente. Wat gaat het kosten? De gemeente zoekt het niet zo zeer in extra budgetten als wel in een duurzame financieringsstrategie. Men zal helpen om rendabele businesscases te maken van investeringen in duurzaamheid; in veel bestaande budgetten wordt ruimte vrij gemaakt voor bevordering van duurzaamheid en men kijkt nadrukkelijk naar Europese regelingen. Er wordt bezien of een revolving fund kan worden opgezet, zoals het bestaande revolving fund voor woningverbetering.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
78
Wassenaar Korte schets van de gemeente. Wassenaar heeft 26.000 inwoners. Men volgt de algemene doelstellingen voor duurzaamheid, die zijn geformuleerd in Haaglanden-verband: CO2-vermindering, activiteiten die bijdragen aan energiebesparing en in 2015 wordt de implementatie gestart voor CO2neutraal Wassenaar. Voor dat laatste is € 20.000 beschikbaar. De gemiddelde CO2-uitstoot per persoon vanuit woningen is de hoogste in de MRDH. Daarnaast is de impact op deze uitstoot van het verkeer in Wassenaar ook relatief hoog. Het concrete punt, dat hier genoemd kan worden, is dat Wassenaar het eigen wagenpark vanaf 2009 deels heeft vervangen voor elektrische voertuigen. Wat in ieder geval moet worden opgemerkt, is dat Wassenaar een bijzonder goed record heeft op het gebied van fair trade. Wassenaar is een fair trade gemeente, maar heeft relatief veel horeca, die laat zien dat men fair trade is. Het percentage fair trade horeca is het hoogste van Nederland.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
79
Westland Korte schets van de gemeente De gemeente Westland is een gemeente met meer dan 100.000 inwoners en door de unieke bedrijvigheid van de kastuinbouw en de ligging bij de Rotterdamse haven een gemeente waar duurzaamheid en economisch rendement hand in hand gaan. In het Westland kun je duurzame ontwikkeling vrij makkelijk omzetten in economisch rendabele projecten. Of het nu gaat om energie, warmte, gebruik van CO2 in de bedrijfsvoering; het kan allemaal en het gebeurt ook steeds meer. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: Men wil energiebesparing en gebruik van duurzame energie bevorderen, alternatieve aanwending van CO2 voor de kassen (vooral uit Pernis) gebruiken, waardoor aardgasgebruik minder nodig is. Eerste doel voor de gemeente als geheel is 14% gebruik van duurzame energie in 2020 en maximaal 30% CO2-reductie in 2020. Momenteel gebruikt Westland 39 Peta joule aan energie (1 Petajoule is 277.000 MWh en als die energie alleen fossiel zou worden opgewekt is dat ongeveer 38.000 ton CO2), waarvan 30 voor de glastuinbouw en 3 voor zakelijk transport. Men wil voor 2020 3,15 Peta joule uit duurzame bronnen halen. Samen met het programma Energie uit de kas kan in 2020 20% van het energiegebruik duurzaam opgewekt worden en is een reductie van CO2-uitstoot van 30% realistisch. De zogenaamde agricluster wil in 2020 zelfs 40% duurzame energie en 40% elektrisch rijden bereiken. De CO2-uitstoot in het Westland wordt in 2014 voor bijna 82% veroorzaakt door de land- en tuinbouwsector. Vastgoed: Men streeft naar een verbetering van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad met 1% per jaar, gelet op het gasverbruik. Verkeer en vervoer: Men bevordert duurzaam vervoer van bedrijven. Afval: Doelstelling is een scheidingspercentage van 65% in 2015. In 2014 is het percentage 54%.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
80
Vanaf 2015 wordt gft-afval vergist en niet meer gecomposteerd. Men wil op die manier 0,5 Peta joule energie halen uit afval via het Biobase park. Inkoop: In 2015 moet de inkoop 100% duurzaam zijn. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: De openbare verlichting moet worden verduurzaamd en het gebruik van geothermie wordt bevorderd. Men wil met de huidige vijf geothermie initiatieven 1,6 Peta joule per jaar realiseren. Daarnaast wordt ook ingezet op WKO voor 1,35 Peta joule en op een warmtenetaansluiting op de warmtering Leiden-Capelle-Rotterdam Maasvlakte-WestlandDen Haag-Leiden. Het Biobasepark moet 0,2 Peta joule opleveren. De potentie in Westland is gigantisch. Er zijn mogelijkheden voor 25 geothermieprojecten voor de warmtebehoefte in Westland, maar men loopt aan tegen aanscherpingen van de voorwaarden in het kader van de SDE-subsidie. Daarnaast bestaan momenteel technische problemen bij al werkende geothermie projecten. Het potentieel aan geothermie is maar liefst 38 Peta joule, voor WKO komt daar nog 30 Peta joule bij, voor biomassa 0,5 Peta joule, voor zon bijna 3 Peta joule en wind kan 0,1 Peta joule opleveren. Nu wordt door zonnepanelen in Westland al 0,95 Peta joule opgewekt. Wat betreft opgewekt zonvermogen per inwoner staat Westland met 80,41 Wattpiek op de tweede plaats na Midden Delfland, maar in absolute termen is het opgewekte zonvermogen in het Westland met 8.301 kWattpiek het hoogste in de MRDH; ook hoger dan het opgewekte vermogen in Den Haag en Rotterdam. Westland heeft bijvoorbeeld effectief gebruik gemaakt van de mogelijkheden om op schoolgebouw zonne-systemen te laten installeren, maar ook bedrijven wekken relatief veel vermogen uit zonne-energie op. De bedrijven gaan daar in 2016 krachtig mee door. Verkeer en vervoer: Men wil vooral duurzaam vervoer van bedrijven en met name vanuit Flora Holland bevorderen. Voor 2020 moeten minimaal twee vulstations voor groen gas worden gerealiseerd en het gebruik van LNG wordt verder bevorderd. Er zijn nu al 12 trucks voor LNG-gebruik door het bedrijfsleven aangeschaft. Wat betreft elektrisch vervoer, kan worden opgemerkt, dat er per 1 september 2015 in Westland 24 publieke laadpunten staan opgesteld en maar liefst 116 semipublieke laadpunten, hetgeen relatief veel is. Afval: Afval uit de kassen wordt niet meer gecomposteerd, maar nuttig gebruikt door vezels om te zetten in verpakkingsmateriaal en door vergisting wordt energie gewonnen. Doel is in 2020
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
81
op die manier 0,5 Peta joule aan nuttige energie te winnen uit deze biomassastromen. MVO: Er wordt veel zonne-energie gebruikt op bedrijventerreinen, alsmede Ledverlichting, zonneboilers en laadpalen. De gemeente geeft het goede voorbeeld door fair trade te stimuleren. Wat gaat het kosten? Er is € 2,5 miljoen beschikbaar voor aardwarmte en bio base initiatieven. Voor het klimaatplan is € 265.000 beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
82
Westvoorne Korte schets van de gemeente Westvoorne is wat betreft inwoners de kleinste gemeente in de MRDH en heeft 14.000 inwoners. Specifiek voor deze gemeente is het bevorderen van duurzaam toerisme. Men wil in dat kader vooral de negatieve gevolgen van de Maasvlakte 1 en 2 binnen de perken houden. In 2011 heeft men voor duurzaam toerisme een prijs gekregen: de Quality Coast Award. Er zijn zeven Nederlandse badplaatsen, die deze Award hebben gewonnen. De beste score haalde Katwijk met 8,3; daarna komen Schouwen-Duiveland en Westvoorne met 8,1. Bij de Quality Coast Award kijkt men naar veel aspecten, zoals hoeveel blauwe vlaggen een gemeente heeft, maar ook hoeveel horecaondernemers een eco-label hebben, zoals de GreenKey. Ondanks de relatief beperkte mogelijkheden heeft Westvoorne zeer onlangs een ambitieuze duurzaamheidvisie 2015-2018 gepresenteerd. Wat wil men bereiken op het gebied van: Energie: Men heeft als algemeen doel geformuleerd, dat de gemeente in 2025 energieneutraal is geworden. Dat is een zeer ambitieuze doelstelling, al was het alleen maar, omdat de gemeente momenteel inschat dat het aandeel van in Westvoorne duurzame opgewekte energie 2,5% bedraagt. Per 2014 is de CO2-uitstoot per inwoner in Westvoorne relatief hoog bij woningen en ook de landbouwsector heeft een hoge uitstoot. Toch heeft men al succes met het stimuleren van het gebruik van zonne-energie en wil daarmee door gaan. Bij het geïnstalleerd vermogen per inwoner staat Westvoorne met 78,15 Wattpiek na MiddenDelfland en Westland in de MRDH op de derde plaats. Vastgoed: Bij alle initiatieven waar de gemeente de initiatiefnemer is, moet energieneutraal gebouwd worden en gebruik worden gemaakt van duurzame materialen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
83
Verkeer en vervoer: De gemeente wil elektrisch rijden stimuleren en voor de gemeente zelf bij vervanging altijd overgaan op elektrische of hybride auto’s. Er staan per 1 september 2015 3 publiek toegankelijke en 4 semipubliek toegankelijke laadpalen in de gemeente. MVO en inkoop: MVO moet zeer worden gestimuleerd, vooral via samenwerking en voorbeeldbedrijven, waarvan er minstens twee in Westvoorne aanwezig zijn. De inkoop van de gemeente moet 100% duurzaam zijn, evenals de aanbestedingseisen. Alle besluiten van het college moeten gepaard gaan met een duurzaamheidparagraaf. Wat gaat de gemeente ervoor doen? Men stimuleert het gebruik van zonne-energie. In de afgelopen vijf jaar zijn er al circa 2.000 zonnepanelen gerealiseerd en op het gemeentehuis in Rockanje liggen 82 zonnepanelen, waardoor 15% van de eigen energiebehoefte wordt gedekt uit zonne-energie. Deze ontwikkeling wil men verder stimuleren. Zoals boven opgemerkt staat Westvoorne op het gebied van opgewekt zonvermogen per inwoner in de MRDH op de derde plaats. Ook op de andere terreinen wil de gemeente zeer proactief blijven, vooral als facilitator van initiatieven. Van belang is, dat binnen de gemeente de landbouw circa 75% van het energiegebruik voor zijn rekening neemt. Het aandeel van CO2-uitstoot voor de landbouw is 56%, zodat de landbouw in Westvoorne relatief meer duurzame energie gebruikt en blijkbaar op de goede weg is. Er zijn daar dus zeker aanknopingspunten voor het bereiken van de ambitie van meer CO2-neutraliteit. Wat gaat het kosten? Vooralsnog zijn geen extra middelen gereserveerd, maar men wil een revolving fund en het verstrekken van duurzaamheidleningen onderzoeken.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
84
Zoetermeer Korte schets van de gemeente Zoetermeer heeft bijna 125.000 inwoners en is vooral een groeikern van Den Haag. Hoewel het oude dorp veel ouder is, zijn de uitbreidingswijken maximaal 40-50 jaar oud. Dat betekent, dat Zoetermeer wordt geconfronteerd met een grote herstructureringsopgave. Wat betreft het duurzaamheidbeleid valt op dat in Zoetermeer twee zaken hebben gedomineerd de laatste jaren: afvalscheiding met een door de burgers niet erg op prijs gesteld systeem, waarbij wordt afgerekend per kg aangeboden afval: het zogenaamde diftar systeem. Dat systeem bestaat niet meer in Zoetermeer. Daarnaast is Zoetermeer bekend om het feit dat er op de Siemens vestiging in Zoetermeer in het jaar 2000 de tot dan hoogste turbine van Nederland is gebouwd met een ashoogte van 85 meter en een opbrengst van 1,5 MW. In 2014 is de windmolen ontmanteld, omdat de levensduur ten einde was. In Zoetermeer zijn in 2011 op een bedrijventerrein nog drie windturbines met een ashoogte van 80 meter gebouwd met een opbrengst van 9 MW in totaal. Logisch dat energie, CO2-reductie en afvalbeleid speerpunten zijn in het duurzaamheidbeleid van Zoetermeer. Wat wil de gemeente bereiken op het gebied van: Energie: In 2013 was CO2-reductie in Zoetermeer 11%. Dat moet stijgen naar 18% in 2018.
Vastgoed: Duurzame renovatie moet worden bevorderd. In Zoetermeer bedraagt het aantal woningen met een gecertificeerd energielabel meer dan 44%. Dat is de hoogste score in de MRDH. Het gemiddelde energielabel is D. Verkeer en vervoer: Dient zo duurzaam mogelijk te zijn met zo min mogelijk luchtvervuiling. Men wil een stijging van de fietsverplaatsingen met 50% bereiken. In Zoetermeer staan 17 openbare laadpunten, maar 100 semipublieke laadpunten. Daarmee is Zoetermeer na Rotterdam, Den Haag en Westland de vierde gemeente in de MRDH. Bovendien staan er 6 snellaadpunten, na Rotterdam het hoogste aantal in de MRDH. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
85
Afval: Men zet wel in op afvalscheiding, maar dat is de verantwoordelijkheid van de burger. Het scheidingspercentage was in 2013 37,8% en dat moet elk jaar stijgen. Inkoop: Men volgt de landelijke regelgeving, dus 100% duurzaam. Wat gaat de gemeente daarvoor doen? Energie: Men heeft in ieder geval veel gerealiseerd op gebied van windenergie, maar vooral zonneenergie wil men stimuleren. Zoetermeer kan daar een inhaalslag maken. Het zonvermogen dat in Zoetermeer per inwoner wordt opgewekt, is iets lager dan gemiddeld in de MRDH. Verkeer en vervoer: Men stimuleert elektrisch rijden en het gebruik van andere schone brandstoffen. Er zijn veel fietsprojecten, maar door de relatieve grote afstanden tussen de werkgebieden mag geen grote stijging van het interlokaal fietsverkeer worden verwacht. Men zet ook in op bevordering van het gebruik van de elektrische fiets. Afval: Bewustwording moet worden vergroot. Wat gaat het kosten? Voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling is structureel € 3 miljoen beschikbaar. Voor projecten Duurzaam Zoetermeer is € 0,6 miljoen beschikbaar.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
86
Provincie Zuid-Holland Korte schets van de provincie De provincie heeft circa 3,5 miljoen inwoners. De MRDH is wat betreft inwoneraantal derhalve circa 60% van de provincie Zuid-Holland. De provincie heeft de grootste bevolkingsdichtheid van Nederland. De provincie heeft bepaalde wettelijke taken die het milieubeleid raken. Zo is de provincie het eerste bevoegde gezag voor de omgevingsdiensten, die de Wet Milieubeheer uitvoeren. In dat kader kan de provincie direct invloed uitoefenen op de energiebesparing van bedrijven, voor zover het geen ETS-bedrijven zijn. Deze bedrijven dienen de gerelateerde CO2-uitstoot te compenseren in het ETS systeem. De provincie heeft vorig jaar in de nota intensivering energiebeleid al de nodige doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn vrij breed en handelen over energieefficiency, gebruik van restwarmte, geothermie, wind op land, zon en biomassa. De provincie heeft in het nieuwe collegeprogramma wel nieuwe concrete doelstellingen op het gebied van duurzaamheid geformuleerd, maar het programma probeert toch vooral de eerder geformuleerde doelstellingen uit te voeren. De provincie neemt daarbij zeker het voortouw als dat moet, maar is vooral ook faciliterend richting de gemeenten. Ten opzichte van het vorige collegeprogramma, is het huidige programma wat ambitieuzer, vooral op het gebied van de bevordering van het gebruik van duurzame energie. Voordat de onderwerpen, die de provincie in het huidige collegeprogramma noemt, worden behandeld, wordt eerst een korte beschrijving gegeven wat de provincie in de laatste jaren heeft ondernomen op dit gebied. Daaruit blijkt ook waar de prioriteiten van de provincie liggen. Eind oktober 2010 heeft de provincie een Green Deal gesloten met het Rijk, waar op de volgende onderwerpen een inspanning van de Provincie en het Rijk worden aangekondigd: 1. De warmtevoorziening moet worden verduurzaamd met als doel dat in 2020 14% van de warmtevoorziening is verduurzaamd. 2. Restwarmte dienst in toenemende mate te worden gebruikt in de warmtevoorziening. 3. De provincie wil op het gebied van aardwarmte de vooraanstaande positie versterken. 4. Er moet impuls gegeven worden aan WKO (warmte-koude-opslag) en HTO (hoge temperatuuropslag) in Zuid-Holland. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
87
De provincie staat verder open voor andere ontwikkelingen op het gebied van duurzame energieopwekking, zoals de ontwikkeling van een bio-based economie. Hieruit blijkt dat de Provincie de verduurzaming van de warmteontwikkeling grote prioriteit geeft. Dat doet de Provincie momenteel door veel aandacht te schenken aan de ontwikkeling van een warmterotonde in het zogenaamde Cluster West. In de afgelopen tijd zijn veel studies verschenen over de gevolgen en haalbaarheid hiervan. Daarom zal in deze inventarisatie apart worden ingegaan op de strategie van de provincie de warmtevoorziening te verduurzamen. Wat wil de provincie bereiken op het gebied van: Energie: De landelijke en Europese doelstellingen met betrekking tot het gebruik van duurzame energie worden onderschreven. Daarnaast wil de provincie bewezen innovaties op dit gebied verder ondersteunen. Er wordt voor beide doelen een provinciale energieagenda opgezet. Van het eventueel boren naar schaliegas in Zuid-Holland is de provincie geen voorstander. Men wil in lijn met het Energieakkoord de doelstelling voor energie-efficiency in het kader van de Wet Milieubeheer intensiveren. Dat geldt ook voor de provincie zelf. Wat betreft duurzaam opgewekte warmte is de doelstelling, dat in de gehele provincie de opgewekte warmte in 2020 voor 14% bestaat uit hernieuwbare warmte en restwarmte. Deze ambitie is eind 2010 al geformuleerd in de Green Deal Duurzame Warmte Zuid-Holland. Voor wat betreft windenergie wil men conform het Energieakkoord 735,5 MW aan opgesteld vermogen gerealiseerd zien in 2020. Er staat nu voor 319,6 MW aan vermogen opgesteld in Zuid-Holland. Er moet dus nog meer dan 415 MW worden gerealiseerd in de komende vijf jaar. Wat betreft zonne-energie is het doel 1,5 Peta joule aan vermogen. Nu staat er naar schatting iets meer dan circa 0,3 Peta Joule aan zonvermogen opgesteld in Zuid-Holland. En tenslotte is het doel om in 2020 voor 1,7 Peta joule aan vermogen wordt opgewekt door biogas. Momenteel wordt er iets meer dan 1 Peta joule gerealiseerd.
Vastgoed: In lijn met de bevoegdheden van de provincie wil men het overaanbod van kantoren tegengaan. Dat kan leiden tot milieuwinst. Maar men wil ook de duurzame energie voor woningen stimuleren, vooral op het gebied van geothermie, naast de verbetering van de energie-efficiency. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
88
Verkeer en vervoer: Het openbaar vervoer moet verder verbeterd worden en daarnaast moet het gebruik van de fiets blijvend worden gestimuleerd. Beide vervoerswijzen dienen in samenhang te worden gestimuleerd. Van belang is ook, dat de provincie het gebruik van hernieuwbare energie in het vervoer wil stimuleren door uiteindelijk alle aanbestedingen voor ov-concessies CO2neutraal te laten zijn. Dat is een aanknopingspunt voor de MRDH als ov-autoriteit in de MRDH. In dit kader is ook een speerpunt het verbeteren van de luchtkwaliteit in ZuidHolland. Afval: Geen specifiek aandachtsgebied van de provincie, maar wel indirect gezien de wens om een biobase economie te bevorderen. Bij het uitvoeren van de Wet Milieubeheer wil de provincie wettelijke taken efficiënter invullen. Inkoop: Bij inkoop van aanbesteding van diensten en producten houdt de provincie rekening met een duurzame huishouding. MVO: In het collegeprogramma richt Zuid-Holland zich vooral op de landbouw. De doelen richten zich daar op bevordering van duurzaamheid en dierenwelzijn. Wat gaat de provincie hiervoor doen? Energie: Zuid-Holland wil een nieuwe provinciale energieagenda opstellen. Daarnaast wordt een energiefonds ingesteld om de energietransitie te stimuleren. Verder zal medewerking worden gegeven aan de inpassing van windturbines op land, tot de overeengekomen kaders met het Rijk. Dat is overigens wel het maximum. Men staat positief tegenover het instellen van alternatieve financieringsvormen zoals participaties en revolverende fondsen. Interessant is dat de provincie in het kader van de Wet Milieubeheer samen met de omgevingsdiensten een branche gerichte aanpak voorstaat bij de bevordering van energie efficiëntie. Daarmee poogt men ook de ETS-bedrijven te bereiken. De provincie wil tevens de mogelijkheden verkennen voor nuttig gebruik van restwarmte uit twee nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte en AVR. De provincie steunt ook haalbaarheidsprojecten voor geothermie, en daarnaast werkt de provincie mee aan regionale warmtevisies in Haaglanden en de regio Rotterdam. Daarbij zou de provincie kunnen proberen belemmeringen weg te nemen. Bovendien steunt de provincie de
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
89
ontwikkeling van WKO’s. Bovengenoemde onderwerpen vloeien in feite rechtstreeks voort uit de door de provincie opgestelde Green Deal. Na deze inventarisatie worden de plannen van de provincie om duurzame warmtelevering te bevorderen nader bekeken. Op het gebied van zonne-energie is de provincie redelijk actief: op het Provinciehuis was, voor het zonnedak van het Museon, het grootste zonnedak van Den Haag te vinden, en men heeft subsidie gegeven voor zonneprojecten bij Blijdorp en bij Rotterdam CS. Men wil dat stimulerende beleid handhaven. Vastgoed: Wat betreft de kantorenstrategie wil de provincie desnoods de regie overnemen als vermindering van het aantal kantoren niet werkt. Daarenboven zet de provincie in op het gebruik van stimulering van geothermie bij woningen. Verkeer en vervoer: Men wil samen met de gemeenten in de MRDH komen tot een nieuwe vervoersautoriteit, die uiteindelijk moet uitgroeien tot de autoriteit in Zuid-Holland. Om het ov-gebruik te stimuleren, wil men eenduidige abonnementen in Zuid-Holland en kaartsoorten en een goede aansluiting van de lijndiensten. Ook dunbevolkte gebieden moeten met openbaar vervoer goed bereikbaar blijven. Daarnaast wil men streven naar vier treinsporen tussen Den Haag en Rotterdam. Men wil het aantal fietsstallingen verhogen, evenals het aantal laadpunten voor elektrische fietsen. Vooral de aansluiting tussen auto, openbaar vervoer en fiets moet worden verbeterd. De provincie is zelf voorloper met het gebruik van aardgasvoertuigen in de eigen bedrijfsvoering. Uiteraard springt de wens om ov-concessies uiteindelijk CO2-neutraal te laten zijn, in het oog.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
90
Milieubeheer: Men wil een strikte scheiding tussen vergunningverlening en toezicht & handhaving. Er worden eventueel middelen vrijgemaakt voor een actieprogramma luchtkwaliteit. Inkoop: Bij aanbestedingen kijkt men ook naar de People kant (eerlijke arbeidsverhoudingen bij aanbieders van diensten). MVO: Na overleg met o.a. het Rijk kan de provincie, bij onvoldoende resultaat, de beleidslijn dat de intensieve veehouderij in de provincie niet mag groeien, handhaven. Wat mag het kosten? Het meest in het oog springt de vorming van een energiefonds van € 100 miljoen, waarvoor de provincie in een periode van vijf jaar een risicoreserve van € 25 miljoen zal vormen. Voor het opstellen van een energieagenda wordt nog eens € 5 miljoen gereserveerd. Voor het stimuleren van innovatie bij het MKB is structureel €3,5 miljoen vrijgemaakt, maar dat zal mogelijk voor een nog niet nader gespecificeerd deel gaan naar innovaties, die leiden tot duurzaamheidwinst. Voor het intensiveren van de bijdrage aan toezicht en handhaving is structureel €0,5 miljoen gereserveerd. Daar geldt hetzelfde voor als voor de innovaties. Warmtestrategie Provincie Zuid-Holland De provincie heeft veel onderzoek laten doen naar alle aspecten van de verduurzaming van de warmtelevering. Zeer onlangs zijn twee interessante onderzoeken uitgevoerd: een haalbaarheidsonderzoek voor het westelijke deel van de warmterotonde: het zogenaamde Cluster West, dat gaat over het koppelen van de warmtebehoefte in Delft, Den Haag, Rotterdam en Westland. Dit onderzoek laat ook zien, dat uiteindelijk een CO2-reductie met 60% mogelijk is. Daarnaast is het rapport: “Warmte in alle openheid” verschenen, waar de contouren voor een warmtemarkt in Zuid-Holland worden beschreven. Deze rapporten worden hier als basis gebruikt om de duurzaamheidaspecten van de warmterotonde te beoordelen. Hierbij moet worden aangetekend, dat hoewel het van groot belang is de CO2uitstoot van de warmtelevering te verminderen, de glastuinbouwsector ook CO2-uitstoot als grondstof nodig heeft. In deze inventarisatie wordt niet zo zeer weergegeven wat deze rapport concluderen, maar wordt meer gefocust op de kansen, die een warmtenet biedt voor reductie van CO2-uitstoot.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
91
Uit de onderzoeken wordt duidelijk, dat de Cluster West op het gebied van warmte bijna zelfvoorzienend kan zijn. De warmtevraag binnen de Cluster is geschat op 68 PJ. Als dit alleen met fossiele brandstoffen zou worden opgewekt is er sprake van circa 2,6 miljoen ton CO2uitstoot. Het aanbod aan restwarmte en aardwarmte in de Cluster is 40-60 PJ. Daarmee kan dus in potentie een groot deel van de warmtevraag worden gedekt met duurzame bronnen. Voor wat betreft de mogelijkheid om restwarmte uit de Rotterdamse haven en de AVR te gebruiken, is berekend dat dat in 2030 technische gesproken in totaal 9,4 PJ per jaar kan worden afgenomen, waarvan Westland met 4,6 PJ en Den Haag met 2,7vPJ het grootste deel voor hun rekening kunnen nemen. Delft zit op 0,6, Rijswijk op 0,3 en Vlaardingen en Schiedam eveneens op 0,3 PJ per jaar. Het is overigens een behoorlijk ingewikkeld traject om dat voor elkaar te krijgen. Daarvoor zijn in genoemde rapporten voorstellen gedaan, die hier niet zullen worden herhaald. Wat wel van belang is of de provincie de juiste keuzes heeft gemaakt in het licht van de noodzaak tot het verder verduurzamen van dit deel van de provincie Zuid-Holland. Als bedacht wordt, dat de warmtevraag ongeveer 4 keer groter is dan de vraag naar elektriciteit, hoewel deze laatste vraag door de digitalisering van de maatschappij wel zal stijgen, heeft de provincie de juiste keuze gemaakt. Dat geldt temeer, daar er in Zuid-Holland enorme mogelijkheden zijn om de warmtevraag van een duurzaam aanbod te voorzien. Alleen al de hoeveelheid warmte die in de Rotterdamse haven moet worden weg gekoeld is gelijk aan 12% van de hoeveelheid gas die in Nederland jaarlijks voor warmte wordt gebruikt. Daar komt bij, dat in dit deel van Zuid-Holland veel mogelijkheden zijn om geothermie te gebruiken. Kortom: als ergens de warmtelevering kan worden verduurzaamd is het in de MRDH. CO2-reductie bij duurzame warmtelevering Er bestaan verschillende wijzen om de warmtelevering te verduurzamen. Als er een open net wordt gecreëerd waar ook geothermiebronnen, biogas, warmte uit rioolwaterzuivering en restwarmte uit de industrie kan worden gebruikt, is er sprake van verduurzaming. Overigens betekent dat niet dat de warmtelevering geheel CO2-vrij is gemaakt. Restwarmte wordt immers meestal geleverd door ETS-bedrijven: bedrijven die ETS-certificaten nodig hebben om CO2 te mogen uit stoten. Dat levert overigens wel een voordeel op voor de warmterotonde. ETS-bedrijven die hun restwarmte op deze wijze aanwenden, hebben minder ETS-certificaten nodig en is het zelfs mogelijk dat men ETS-certificaten kan krijgen vanuit een EU-budget. Daarmee worden opportunitykosten, die het gevolg is van het ETSsysteem, verminderd.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
92
Los hiervan, is het natuurlijk uiteindelijk de bedoeling van de warmtevraag geheel uit een CO2-vrije aanbod wordt voorzien. Warmte die uit CO2-vrije bronnen komen, leveren voor de producent voordelen op, omdat daarvoor zogenaamde GvO-certificaten worden uitgegeven, die geld waard zijn. GvO betekent garanties van oorsprong. Volgens een bepaalde methode: de bekendste is die van de Golden Standard organisatie, wordt gecertificeerd dat de warmte uit de CO2-vrije bron komt. Met die methode kan ook worden bepaald hoeveel CO2-uitstoot uit andere (fossiele) bronnen wordt uitgestoten. Er wordt voor de aanleg gesproken over een groeimodel van de aanleg van de warmterotonde. Dat zou ook kunnen worden toegepast op de warmtelevering zelf. Eerst wordt restwarmte uit de industrie gebruikt. Dat leidt tot CO2-voordelen (vanuit het ETS) voor de producerende bedrijven. Vervolgens zou over kunnen worden gegaan op CO2-vrije bronnen van warmte, waar GvO’s voor worden uitgegeven. Eventuele CO2-uitstoot kan mogelijk worden verkocht aan tuinders, die deze uitstoot nodig hebben als grondstof. Het zou wel interessant kunnen zijn, om de onderzoeken hoe de verschillende systemen (ETS en GvO) op elkaar kunnen worden afgestemd om de businesscase rendabeler te maken en aantoonbaar CO2-uitstoot te reduceren. Als de MRDH tot de conclusie komt, dat men de monitoring van de CO2-uitstoot reductie prioriteit moet geven, zou dat daarin goed passen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
93
5. Samenvatting inventarisatie De duurzaamheidprogramma’s kunnen vergeleken worden op het gebied van: 1. Reductie CO2-uitstoot Van de 23 gemeenten geven 14 gemeenten een gekwantificeerde doelstelling voor CO2reductie. De negen gemeenten die deze doelstelling niet opnemen, liggen allen in het gebied van de voormalige stadsregio Rotterdam. Van de gemeenten, die wel een dergelijke doelstelling hebben geformuleerd, zijn de meeste doelstellingen redelijk in lijn met het Klimaatakkoord van de VNG en het Rijk. Dat wil zeggen: 30% reductie in 2020 ten opzichte van 1990. Een gemeente heeft al voor eerder dan 2020 een doelstelling geformuleerd (Zoetermeer: 18% in 2018). Enkele gemeenten hanteren een lagere doelstelling voor 2020 (Schiedam en Rijswijk, maar Rijswijk wel ten opzichte van 2011) en anderen een hogere doelstelling (Delft) en tenslotte bestaan gemeenten, die een ambitieuzere doelstelling voor later dan 2020 hebben geformuleerd. Westvoorne spant de kroon met een doelstelling van 100% reductie in 2025, gevolgd door Hellevoetsluis met 40% in 2025 en Ridderkerk met 40% in 2030. Gemiddeld hanteren de gemeenten een gelijke of strengere norm dan uit het Klimaatakkoord en een behoorlijk aantal gemeenten formuleert dus geen doelstelling. Er is een duidelijke scheiding tussen gemeenten die een CO2-reductiedoelstelling hanteren en gemeenten die dat niet doen. Een veel gemaakt argument daarvoor, is dat CO2-reductie van zoveel factoren af hangt, dat het geen concreet handelingsperspectief geeft aan gemeenten. Aan de andere kant wordt als positief beoordeeld, dat investeringen in duurzame energieopwekking en energiebesparing ook CO2-reductie tot gevolg hebben. Er zal dus een link moeten worden gelegd tussen concrete investeringen in de MRDH-gemeenten en de CO2-reductie als concrete resultante. Een andere conclusie is dat gemeenten, afhankelijk van de kenmerken van die gemeente, verschillende reductiepercentages hanteren. Dat die percentages verschillend zijn is, gelet op die verschillende kenmerken van die gemeenten, logisch. Gemeenten zouden echter wel overeenstemming moeten kunnen bereiken over gelijke berekeningsmethoden en een gelijk jaar voor een nulmeting. Dat zou de vergelijking tussen gemeenten vergemakkelijken, waardoor gemeenten elkaar beter kunnen helpen het doel te bereiken.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
94
2. Andere doelstellingen op het terrein van energiebeleid, die door veel gemeenten worden uitgevoerd of waar de opvatting over zijn verdeeld, zijn:
a. Energiebesparingsmaatregelen; Alle gemeenten onderschrijven de trias energetica, waarbij energiebesparing als eerste wordt genoemd. De gemeenten beogen niet alleen dat via besparing CO2-reductie kan worden gerealiseerd, maar ook dat op deze wijze de kosten van energiegebruik kunnen worden verminderd. Hoewel de prijs van energie de laatste tijd is gedaald, wordt dat niet als een structurele ontwikkeling gezien. De kostenvoordelen zijn er niet alleen voor de burgers, maar ook voor de bedrijven. De doelstelling uit het Klimaatakkoord wordt door alle gemeenten impliciet of expliciet onderschreven, maar op dit terrein zou wel enige harmonisering in de basis van de kwantitatieve doelstellingen mogen worden aangebracht. b. Verduurzaming openbare verlichting; Dit is een logisch aangrijpingspunt voor de gemeenten, omdat men verantwoordelijk is voor deze verlichting. In vrijwel alle gevallen wordt gepoogd op een of andere wijze de openbare verlichting om te zetten in ledverlichting. Ook om besparing van energiegebruik te bereiken. c. Bevordering van gebruik van zonne-energie; Het plaatsen van zonnepanelen op de eigen gemeentelijke accommodaties, dan wel het ondersteunen van het kopen van zonnepanelen door burgers, is voor alle gemeenten een reële optie. Soms komt die steun door middel van het organiseren van een groepsinkoop (uitgevoerd in de stadsregio Rotterdam) of via subsidies voor de aankoop van zonnepanelen.
Het is een voornemen dat bij geen enkele gemeente op weerstand stuit. De gemeenten verschillen wel sterk in de uitvoering. De uitvoering is nog in het stadium van de voornemens tot al geplaatste zonnepanelen. Daarbij zijn ook wel innovatieve zaken aan de orde, zoals de ondersteuning om een geschikt dak beschikbaar te stellen voor omwonenden als het realiseren van een zonneweide op een daartoe geschikt braakliggend stuk land. Op deze wijze wordt ook het starten van een energiecoöperatie gesteund. Omdat zonnepanelen steeds goedkoper worden en eveneens rendabeler, zal de financiële ondersteuning steeds minder nodig zijn. Wel moeten burgers geholpen worden bij het betreden van de markt.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
95
d. Verduurzamen warmte-aanbod;
Enkele gemeenten bestuderen de verduurzaming van het eigen stadsverwarmingsnet, dan wel de koppeling daarvan; ook met het doel industriële restwarmte te benutten. Naast Rotterdam en Den Haag is een aantal steden in de MRDH geïnteresseerd. Daarnaast is er bij een aantal steden de mogelijkheid om aardwarmte te benutten. Dit geldt met name voor Westland, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en Brielle waar geothermieprojecten voor de glastuinbouw worden ontwikkeld. Voor de projecten, alsmede het benutten van restwarmte, zijn grote investeringen noodzakelijk. Dat geldt ook voor geothermie. De MRDH is het samenwerkingsverband waar deze investeringen gebundeld kunnen worden en kunnen worden uitgevoerd.
Uiteraard kan de MRDH ook een rol spelen bij de ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een warmterotonde. De voorstellen daarvoor worden in het volgende hoofdstuk gegeven. e. Toepassen van windenergie. Hier is sprake van een tweedeling. En zijn gemeenten, die expliciet uitsluiten om medewerking te verlenen aan het plaatsen van windmolens; sommige gemeenten houden de deur open als er geschikte plekken te vinden zijn voor de plaatsing van windmolens, terwijl andere gemeenten al concrete voorbereidingen hebben getroffen of windturbines hebben geplaatst en nog meer turbines willen laten neerzetten. Hier is duidelijk, dat binnen de MRDH de windturbines alleen geplaatst kunnen worden bij gemeenten, die dat ook mogelijk willen maken. Deze gemeenten hebben ook een nadrukkelijke investeringsopgave, hoewel de meeste investeringen extern zullen worden gefinancierd, maar hebben daarmee voldoende reden om elkaar te informeren om maximaal te profiteren van hun investeringen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag hoe omwonenden financieel kunnen profiteren van de geproduceerde windstroom. Uiteraard zou de MRDH een rol kunnen spelen in het financieringsvraagstuk. f. Energie-collectieven In een aantal gemeentes wordt nagedacht over het stimuleren van energie-collectieven. In sommige gemeenten zijn daar al resultaten mee geboekt. Met een energie-collectief kunnen verschillende doelen worden bereikt. Men kan gezamenlijk zon exploiteren. Dat geldt zeker als men zelf onvoldoende mogelijkheden heeft zonnepanelen te installeren of als men in een huurhuis woont. Dan is er een mogelijkheid om te investeren in zonnecollectoren die elders zijn gerealiseerd en zo ook profiteren van de
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
96
energieopbrengst. Dat ligt in lijn met het in enkele gemeenten genoemde voornemen om collectieve inkoopacties te organiseren of opnieuw te organiseren. Daarnaast zijn eveneens energie-collectieven mogelijk rondom windturbines. Tenslotte wordt in een aantal gemeenten bekeken hoe bewoners gezamenlijk kunnen worden betrokken bij acties om het energiegebruik te verminderen. Potentiele energiecollectieven worden in de toekomst steeds belangrijker, omdat de decentralisatie van de energievoorziening verder door moet zetten. Dit is ook van belang voor het concept van de deeleconomie, dat belangrijk is voor het project Next Economy. 3. Verduurzaming vastgoed
Wat betreft de duurzaamheiddoelstellingen voor vastgoed blijkt, dat lang niet alle gemeenten expliciete normen voor EPC, EPL en eventueel GPR in het collegeprogramma hebben staan. De norm voor de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) is een index, die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeeft. De norm is landelijk vastgesteld en staat sinds 2015 op 0,4. Dit is een minimale norm waar alleen naar beneden kan worden afgeweken. Het noemen van die norm, is dus alleen relevant als de norm wordt aangescherpt. Dat is bij enkele gemeenten het geval en vaak alleen voor een bepaald nieuwbouwproject. Daarnaast bestaat de norm voor de Energie Prestatie op Locatie (EPL). Dit is een maat voor CO2-emissie als gevolg van het energiegebruik in een woonwijk. Bij een waarde 10 is de wijk CO2-neutraal. Bijzonderheid is, dat elke energiedrager apart wordt beschouwd. Een overschot aan duurzaam opgewekte elektriciteit, bijvoorbeeld via zon, kan eventueel gasgebruik niet compenseren. EPL wordt toegepast bij locaties met meer dan 250 woningen. Deze index is niet verplicht en is vooral toepasbaar bij de grotere bouwlocaties. Het is een goed instrument om eisen te kunnen stellen aan energie-efficiëntie van een nieuwbouwlocatie. Er zijn opvallend weinig gemeenten, die deze norm communiceren en opvallend is ook, dat juist een kleine gemeente als Brielle dat wel doet. Als de bouwvraag in de toekomst weer gaat toenemen, is het van belang dat alle gemeenten van de MRDH deze norm gaan toepassen. GPR is een index, die gericht is op een gebouw en ontwikkeld is in Tilburg. Deze norm kan een ondersteuning zijn voor gemeenten. De huidige beperkte bouwactiviteiten, vooral vanwege de crisis, leiden ertoe dat bovengenoemde normen niet meteen worden gepubliceerd, maar daar zou in MRDHverband wel aandacht voor moeten zijn. Zeker als de bouwproductie weer gaat toenemen. Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
97
Daarnaast is het opvallend, dat gemiddeld maar 31,5% van de woningen een gecertificeerd energielabel hebben, waarbij de voormalige stadsregio Rotterdam een betere score laat zien. Bij Rotterdam en Zoetermeer is de score hoger dan 40% en bij Schiedam, Vlaardingen en Delft is de score hoger dan 35%. Het certificeren van een energielabel kost geld en het directe voordeel is niet meteen duidelijk. Behalve als men de woning wil verkopen, is er geen dwingende noodzaak een certificering uit te laten voeren. Toch is de gebouwde omgeving een van de belangrijkste pijlers onder het beleid om energiebesparing te bevorderen en daarmee onder het klimaatbeleid. De gemeenten zouden daarom in de eerste plaats in overleg moeten met woningbouwcorporaties in hun gemeenten over hoe zoveel mogelijk corporatiewoningen een definitief energielabel kunnen krijgen. Daarnaast kan bij particuliere eigenaren het belang van een gecertificeerd energielabel worden benadrukt, zeker nu er weer wat beweging begint te komen in de woningmarkt. Men zou bijvoorbeeld kunnen onderzoeken of een collectief aanbod voor het certificeren tegen een gereduceerde prijs mogelijk is, waarbij ook de kwaliteit van de partijen, die het certificaat kunnen uitreiken, kan worden gewaarborgd.
4. Verkeer en vervoer
Het is duidelijk dat de gemeenten veel belang hechten aan het bevorderen van elektrisch vervoer, zonder dat de optie van vervoer op aardgas/groengas wordt vergeten. Het gebruik van de brandstofcel staat nog in de kinderschoenen, maar Rotterdam voert samen met de TU Delft wel pilots uit. In Rhoon (onderdeel van Albrandswaard) staat het eerste tankstation in Zuid-Holland voor auto’s, die rijden op waterstof. De gemeenten willen in ieder geval investeren in laadinfrastructuur, maar alleen de grote steden hebben de middelen om dat uit te voeren. Hier zou de MRDH een rol kunnen spelen. Daarnaast willen alle gemeenten het fietsgebruik stimuleren alsmede het gebruik van openbaar vervoer. In dit kader valt de relatief grote inspanning en resultaten voor het bevorderen van het fietsverkeer van Den Haag op, in het bijzonder op het gebied van stallingen en verbetering van de fietsroutes.
5. Afvalbeleid
Voor het afvalbeleid hebben alle gemeenten een of andere doelstelling voor afvalscheiding geformuleerd. Die scheiding kan op een paar of op relatief veel afvalsoorten slaan. Hier zijn de verschillen relatief groot. Enkele gemeenten willen bijdragen aan een zogenaamde Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
98
circulaire economie, zodat wordt bekeken of afvalstromen kunnen worden hergebruikt. Het gaat dan vooral om gft-afval, dat wordt gebruikt voor het produceren van biogas of groen gas via vergisting. Mogelijk kan in het kader van de MRDH hierover een overleg plaats vinden in het belang van alle gemeenten. Enkele gemeenten, zoals Westland en Rotterdam hebben al veel ervaring op dit gebied. De gemeente Hellevoetsluis heeft een erg hoog scheidingspercentage van 87%, ook al wordt lang niet zoveel afval gescheiden aangeboden. Hellevoetsluis zou op dit gebied als voorloper kunnen worden beschouwd.
6. Inkoop en MVO Bij het inkoopbeleid willen alle gemeenten vanaf dit jaar 100% duurzaam inkopen. De uitvoering van dit beleid verschilt per gemeente en zou via een Netwerk Duurzaam Inkopen binnen de MRDH kunnen worden gestroomlijnd. In dit kader moet ook gewezen worden op het feit dat fair trade gemeenten ook de nadruk leggen op de gevolgen van het inkoopproces op de duurzaamheid in de Derde Wereld. Er zijn vijf gemeenten inde MRDH die zichzelf fair trade gemeente mogen noemen en drie die het actief promoten. Bij het stimuleren van MVO valt op dat de gemeenten vooral de nadruk leggen op de zogenaamde Planet-component van MVO, door bijvoorbeeld het startabonnement van de Milieubarometer aan te bieden aan bedrijven. Verder willen sommige gemeenten bedrijven op bedrijventerreinen informeren over MVO.
7. Rol van de provincie
Het college van de provincie Zuid-Holland wil een zeer ondersteunde rol spelen in het duurzaamheidbeleid, al was het alleen maar omdat de provincie de Wet Milieubeheer actief wil inzetten. De prioriteiten van de provincie liggen vooral bij energie, gelet op het voornemen om een energiefonds op te richten, maar ook gelet op de doelstellingen op het gebied van bevordering van windenergie en vooral verduurzaming van de warmtelevering. Vooral bij de ontwikkeling en verduurzaming van de warmterotonde in Cluster West, zou de provincie een goede partner in de MRDH kunnen hebben. Men wil de ontwikkeling van een biobase economie ondersteunen alsmede aardwarmte projecten. Ook het gebruik van restwarmte heeft een hoge prioriteit. Opvallend is wel dat men uiteindelijk een CO2-neutrale aanbesteding voor het openbaar vervoer wil uitvoeren. Daar zou een goede samenwerking met de MRDH op zijn plaats zijn.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
99
De provincie is de enige overheid, die bij inkoop de People kant van de inkoop expliciet benoemt. Het bevorderen van fair-trade gemeenten in de MRDH zou dat kunnen versterken, maar de doelstellingen daarvoor zijn nog niet concreet genoeg.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
100
6. Duurzaamheidstrategie voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) 1. Duurzaamheid in de missie van de MRDH Recente relevante ontwikkelingen De missie van de MRDH, zoals beschreven in het concept werkplan, is om van de MRDH een Europese topregio te maken. Om dit te bereiken, is de laatste maanden een aantal belangrijke stappen gezet. Samenwerking met Provincie Zuid-Holland Op 9 september 2015 hebben GS van de Provincie Zuid-Holland en het DB van de MRDH afgesproken de samenwerking te intensiveren om de (internationale) slagkracht van de MRDH te vergroten. Een van de speerpunten waaraan gewerkt wordt, is de transitie van de MRDH naar een toonaangevende duurzame regio. Concreet zijn daarbij genoemd om een warmtenet te realiseren met als doel de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de uitstoot van CO2 en NOx te reduceren. Daarnaast is eveneens aandacht voor de verduurzaming van het vervoer o.a. via mobiliteitsinnovatie en het gebruik van duurzame brandstoffen, zoals de inzet van brandstofcelbussen door de RET. Roadmap Next Economy Op 22 september 2015 is aangekondigd, dat de MRDH in 2016 een Roadmap Next Economy zal ontwikkelen. Deze Roadmap dient een strategie en uitvoeringsprogramma voor investeringsprojecten te bevatten met als doel de economie, de werkgelegenheid en de internationale concurrentiekracht van de MRDH te versterken. Een van de speerpunten is het realiseren van een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening in de MRDH. Dit ligt in het verlengde van de wens om in de investeringsstrategie van de MRDH de transitie naar toonaangevende duurzaamheid te maken. De Roadmap gaat overigens veel verder dan alleen het energievraagstuk, maar de MRDH heeft op dit terrein een sterke positie om in de noodzakelijke energie-transitie een leidinggevende rol te spelen.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
101
Concept-werkplan Op 24 september 2015 is het concept werkplan van de MRDH vrijgegeven voor de zienswijzeprocedure. De wens om in te zetten op een transitie naar toonaangevende duurzaamheid is een van de vier pijlers van de gepresenteerde visie van de MRDH om een Europese topregio te worden. Dit kan in de MRDH bij uitstek worden uitgevoerd in de vorm van zogenaamde Triple Helix projecten: projecten, die gedragen worden door overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. In dat kader is eveneens aangekondigd, dat gestart wordt met de regiomonitor, waarin regionale ontwikkelingen op het gebied van economie en bereikbaarheid worden weergegeven en geanalyseerd. De indicatoren moeten zo worden opgesteld, dat ze acties en doelen van een kwantitatieve onderbouwing voorzien. Deze monitor kan moeiteloos worden uitgebreid met enkele duurzaamheidkengetallen, die in deze inventarisatie in de nulmeting worden weergegeven. Statenontmoeting Provincie Zuid-Holland Op 2 oktober 2015 stond in de jaarlijkse Statenontmoeting van de provincie Zuid-Holland het onderwerp Next Economy op de agenda. Daarbij werden als speerpunten groene energie en wereldwijde communicatie via het zogenaamde IoT (Internet of Things) benoemd. De Next Economy betekent in de visie van de Provincie ook het terugdringen van het gebruik van fossiele grondstoffen en het bevorderen van een meer biobased economie. MRDH van, voor en door 23 gemeenten Op 7 oktober 2015 is in het AB van de MRDH gesproken over de bestuurlijke inbedding via het rapport “MRDH van, voor en door 23 gemeenten”. In deze “bestuurlijke roadmap” is een top 10 van inhoudelijke prioriteiten vanuit het lokale perspectief benoemd, die gebaat zijn bij een regionale aanpak. Daarbij moet een gemeenschappelijke code worden geformuleerd hoe de gemeenten met elkaar willen samenwerken en dat uit willen dragen. Daarnaast dienen MRDH-locaties te worden opgezet door de hele regio heen waar aan inhoudelijke projecten gewerkt kan worden. Netwerken in de MRDH Op 13 oktober is een eerste ambtelijke bijeenkomst georganiseerd van het Netwerk Energie in de MRDH. Samen met het bestuurlijke Netwerk Energie zal dit naast het al bestaande Netwerk Duurzaam Inkopen functioneren. In het Netwerk Duurzaam Inkopen, kunnen de gemeenten in de MRDH o.a. nagaan hoe men de aanzienlijke inkoopkracht van gemeenten
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
102
niet alleen kan inzetten voor het verwerven van duurzame producten, maar ook voor het verduurzamen van het bedrijfsleven. Het gebruik van Netwerken in de MRDH is een beproefde methode om elkaar te informeren en te ondersteunen in de gezamenlijk bereiken van doelstellingen. Het bestuurlijke Netwerk Energie is gericht op de uitvoering van de gemeentelijke opgaven voortvloeiend uit het Energieakkoord. Daarom heeft het ambtelijk Netwerk zich gericht op de uitvoering van de energietransitie opgave. De onderwerpen, die op de agenda van het ambtelijk netwerk zijn vooralsnog: de warmterotonde, het energieloket en “Nul op de meter”. In lijn hiermee vond de eerste bijeenkomst van het bestuurlijk Netwerk Energie plaats op 11 december, waar het werkveld Smart Infrastructure en de opgaven in het kader van de gemeentelijke energietransitie op de agenda stonden. Op 26 november is door vertegenwoordigers van bijna alle gemeenten in de MRDH gesproken over samenwerkingsmodellen gericht op financiering en praktische uitvoering van de openbare laadinfrastructuur. Vooral financiering van de laadinfrastructuur in de gehele MRDH is een knelpunt. Dit overleg zou kunnen uitgroeien tot het Netwerk Duurzaam Vervoer. Het beleid rond aardgas/groengas vulpunten en waterstof-tankstations zou daarin kunnen worden meegenomen. Bovengenoemde Netwerken vormen een belangrijk onderdeel van het advies hoe de duurzaamambities in de MRDH kunnen worden vormgegeven. Conclusie Uit bovenstaande opsomming van de eerste activiteiten in de MRDH is duidelijk, dat duurzaamheid in het kader van energiebeleid, verkeer en vervoer en het streven naar een biobased economie, effectief kan worden ingepast in de missie van de MRDH om van de MRDH een Europese topregio te maken. Sterker nog, alle bovengenoemde belangrijke stappen leiden tot de conclusie, dat de MRDH op verschillende aspecten van duurzaamheid een strategie wil ontwikkelen. Nu de MRDH steeds meer vorm en inhoud krijgt en de missie van de MRDH steeds meer wordt ingevuld, is het van belang dat alle geïnventariseerde aspecten van duurzaamheid worden verankerd in de strategie. En dit is temeer van belang, als de MRDH wil inzetten op een transitie naar toonaangevende duurzaamheid. 2. Best Practices Gemeenten in de MRDH zijn op veel aspecten verschillend. Dat is juist de kracht van een regionale samenwerking: elke gemeente heeft de duurzaamheidopgave anders ingevuld en kan andere gemeenten tot voorbeeld dienen of kan leren van het beleid en de resultaten van
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
103
andere gemeenten. Van belang is, dat van samenwerken met behoud van de eigen identiteit iedere gemeente kan profiteren. Het streven zou moeten zijn om het geheel meer te laten zijn dan de som van de delen. Dat betekent ook dat een best practice niet automatisch kan worden toegepast in een andere gemeente. Dat neemt niet weg, dat uit deze inventarisatie blijkt dat een aantal gemeenten op verschillende onderwerpen een voorlopersrol kan vervullen en andere gemeenten mogelijk kan inspireren mee te doen. Voordat het advies over de organisatie kan worden gegeven, is het van belang best practices in de MRDH te formuleren. Welke gemeente kan op welk terrein een voorloper worden en andere gemeenten inspireren. Op basis van de inventarisatie kunnen de volgende aspecten worden genoemd waar gemeenten best practices kunnen laten zien. De best practices, die worden genoemd, kunnen ook vrij snel in de MRDH worden toegepast. Windenergie Als de doelstelling van de Provincie en uit het Energieakkoord over windenergie binnen enkele jaren moet worden bereikt, dient het in de MRDH opgewekte windvermogen in relatief korte tijd snel te stijgen. Als er een grote gemeente is, die een best practice op gebied kan laten zien, niet alleen in de MRDH, maar ook nationaal, is dat Rotterdam. Ook andere gemeenten hebben windvermogen gerealiseerd en zouden samen met Rotterdam een strategie kunnen bedenken om de doelstelling te halen. Deze gemeenten zijn Zoetermeer, Hellevoetsluis, Vlaardingen en Westland. Hierbij moet ook bedacht worden, dat Rotterdam nog plannen moet uitvoeren, waardoor het geïnstalleerde vermogen op korte termijn zal stijgen, maar het is niet zeker dat dit voldoende zal zijn. Gemeenten, die hebben aangegeven locaties te onderzoeken, zoals Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Capelle aan den IJssel en opnieuw Vlaardingen zouden hun zoektocht met behulp van de voorlopers kunnen versnellen. In een enkel geval zou financiële ondersteuning vanuit andere gemeenten of de MRDH voor de investeringsopgave noodzakelijk kunnen zijn. Zonvermogen Op dit terrein loopt de MRDH achter op het gemiddelde opgewekte vermogen in Nederland. In alle gemeenten in de MRDH wordt weliswaar zonvermogen geïnstalleerd, maar een paar gemeenten springen eruit wat betreft zonvermogen per inwoner en totaal opgewekt zonvermogen. Per inwoner laten Midden-Delfland, Westland, Westvoorne en Lansingerland een sterke groei zien. Deze gemeenten zouden de MRDH kunnen informeren, waarom het opgewekte zonvermogen in deze gemeenten zo voortvarend wordt opgepakt en zouden hun
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
104
aanpak kunnen intensiveren en aan de andere gemeenten laten zien hoe men dit kan aanpakken. Daarnaast is het totaal geïnstalleerd vermogen van belang. Daar spelen niet alleen Westland, maar ook Den Haag en Rotterdam een belangrijke rol. Voor de grote steden geldt, dat daar nog een forse stijging van het totaal opgewekt vermogen kan worden gerealiseerd. Een groot compliment verdient Westland, niet alleen omdat men bijna het hoogste zonvermogen per inwoner haalt, maar ook absoluut aan kop staat. Dat heeft ook veel te maken met het bedrijfsleven in het Westland, dat op dit gebied zeer proactief is. Volgend jaar worden bijvoorbeeld 16.000 zonnepanelen geïnstalleerd op het bedrijventerrein ABC Westland in Poeldijk. Deze panelen zullen in totaal ruim 4.000 kWp aan energie opwekken, waardoor het totaal opgewekte vermogen in Westland in een keer met 50% wordt verhoogd. Geothermie en WKO Binnen de MRDH bestaan relatief veel geothermieprojecten. De MRDH loopt daarbij voorop in Nederland. Bijkomend voordeel is dat kennis over en ervaring met het vinden van geothermie-putten, ruim voorhanden is bij de TU in Delft. De best practices zijn allemaal te vinden in de kastuinbouw. Westland loopt hier voorop met veel initiatieven, maar ook in Pijnacker-Nootdorp worden projecten uitgevoerd evenals in Lansingerland. Ook in Brielle (Vierpolders) wordt een geothermie-installatie ten behoeve van de kastuinbouw gerealiseerd. Den Haag heeft geprobeerd geothermie toe te passen op de verwarming van woningen. Den Haag en de corporaties hebben veel ervaring opgedaan, maar door de economische tegenwind, is dit project helaas niet tot een goed einde gebracht. De woningmarkt trekt echter weer aan. Gelet op de vooraanstaande positie van de MRDH, zouden Westland, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Brielle en Den Haag de best practices en de potentiele mogelijkheden moeten kunnen laten zien. Vrijwel alle gemeenten hebben ervaring met WKO-systemen. Den Haag heeft echter een groot collectief WKO-systeem: EnergieRijk Den Haag, waar in totaal 18 Rijks- en gemeentelijke gebouwen met elkaar via dit WKO-systeem zijn verbonden. Bovendien is Den Haag op dit gebied ook actief met verwarming van andere grote gebouwen voor internationale instellingen. Energielabel voor de gebouwde omgeving Uit de nulmeting is naar voren gekomen, dat ongeveer een derde van de woningen in de MRDH een gecertificeerd energielabel bezitten. De lage score heeft o.a. te maken met de
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
105
lage bekendheid met het label en de waarde van een label. Voor corporaties, die hun bezit nog niet hebben voorzien van een gecertificeerd label kunnen andere oorzaken gelden. De verschillen tussen de gemeenten in de MRDH zijn echter opvallend. In Zoetermeer en Rotterdam hebben meer dan 40% van de woningen een gecertificeerd label, terwijl Schiedam en Maassluis ook bovengemiddeld scoren. Deze gemeenten laten daarom een best practice zien. In dit verband kan ook Rijswijk worden genoemd als een gemeente met ambitieuze plannen, die al voor een belangrijke deel zijn uitgevoerd, om van een wijk een show case te maken met een EPC van 0,0. Gemeentelijk vastgoed In de MRDH zijn zeker twee gemeenten die hun stadhuis CO2-neutraal en energie-neutraal hebben gemaakt. Dat geldt voor Midden-Delfland en Krimpen aan den IJssel. Ondersteunen Vereniging van Eigenaren (VvE) In de gemeente Den Haag bestaan relatief veel VvE’s en Den Haag heeft daarom ook een voorsprong in het ondersteunen van deze belangrijke groep inzake duurzaamheidmaatregelen, die kunnen worden getroffen. Het aantal VvE’s in Nederland bedraagt meer dan 120.000. Ongeveer 40% daarvan staan in de vier grote steden. Den Haag heeft daarbij de meeste VvE’s (40% van de VvE’s in de vier grote steden bestaan in Den Haag). Rotterdam heeft ongeveer de helft van Den Haag en Amsterdam zit tussen Rotterdam en Den Haag in. De grootste VvE in Nederland met 431 appartementsrechten is in Amsterdam gevestigd. Ter vergelijking: de meeste VvE’s in Nederland hebben maar 2 appartementsrechten. Dat zijn grote woningen, die zijn gesplitst. Den Haag heeft een scala aan maatregelen in de aanbieding om de VvE’s te ondersteunen. Dat geldt ook voor het verduurzamen van de woningen. Maatwerkdistributie Vooral Delft heeft, gelet op de kleine, monumentale binnenstad en de aanwezigheid van veel studenten, veel ervaring in maatwerkdistributie in een kleine en kwetsbare binnenstad. Men heeft eveneens ervaring met pakketvervoer per fiets. Nu e-commerce aan belang wint, wordt de milieu-impact van de bezorging van deze goederen groter. Delft zou de eigen ervaringen en expertise op dit terrein kunnen delen met gemeenten, die daar ook de meerwaarde voor hun gemeente van zien.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
106
Zero-emissie busvervoer en ontwikkeling brandstofcel De provincie Zuid-Holland heeft als doelstelling om alle aanbestedingen voor ov-concessies CO2-neutraal te maken. Hoe dat er in de praktijk uit gaat zien, is nog niet zeker, maar de MRDH heeft veel kansen bij de ontwikkeling van de brandstofcelauto of -bus, die op waterstof rijdt. Rotterdam loopt bij deze ontwikkeling voorop. Niet alleen zijn in Rotterdam na afloop van het in Rotterdam georganiseerde Waterstofforum zeven Fuel Cell auto’s aan de eindgebruikers afgeleverd. Ook staat in Rhoon een openbaar waterstoftankstation. Overigens is Rhoon formeel onderdeel van Albrandswaard. Deze gemeente zou daarom hier ook bij betrokken moeten worden. Nu staat een ander tankstation in Helmond, maar in de toekomst worden deze stations ook gepland voor Amsterdam, Arnhem en Delft. De TU Delft ontwikkelt het zogenaamde Car as Power project. Daarin wordt onderzoek gedaan naar de optimalisatie van alle processen, die samenhangen met het rijden en energie produceren door brandstofcellen uit waterstof. Daarbij werkt de TU Delft samen met veel bedrijven. De MRDH zou daarom met Rotterdam, de TU Delft en bedrijven waaronder Stedin, GasTerra, QPark, CNG Net en Shell, die in het project samenwerken, een typisch Triple Helix project kunnen ondersteunen, dat niet alleen belangrijk is voor het openbaar vervoer, maar in het algemeen het vervoer kan verduurzamen. Afvalbeleid Een aantal gemeenten is zeer sterk in het scheiden van afval en het differentiëren van de afvalstroom. Deze gemeenten zouden dit beleid kunnen presenteren aan de MRDH. Hellevoetsluis is met het Ecosmartsysteem op de goede weg en heeft al een scheidingspercentage van 87%. Ook Westland weet veel uit het gft-afval te halen. Het scheidingspercentage ligt boven de 50%. Zoetermeer heeft hier eveneens ervaring mee en heeft ook een scheidingspercentage van hoger dan 35%. De grote steden scoren traditioneel aan de lage kant, maar Den Haag heeft wel de infrastructuur gecreëerd om de scheiding zeer gedetailleerd te laten plaatsvinden. In dit kader moet genoemd worden dat de gemeente Leidschendam-Voorburg zeer open staat voor het vergisten van gft-afval en het ondersteunen van het gebruik van biomassa en biovergisting. In dit kader kunnen zowel Westland en Rotterdam best practices laten zien.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
107
Duurzame landbouw In de MRDH staan veel kastuinbouwbedrijven. In de agribusiness gaan de ontwikkelingen erg snel. Daar kan de regio van profiteren, ook op het gebied van het bevorderen van duurzaamheid. De Agri-business gemeenten zouden hier een rol in kunnen spelen. Gemeenten die nu al een actieve rol vervullen om de duurzaamheid en de innovatie in deze sector te bevorderen zijn: Lansingerland, Midden-Delfland, Ridderkerk en uiteraard Westland. Ridderkerk profileert zich op het gebied van de Greenport Logistiek. Duurzaam inkopen/ MVO Er is binnen de MRDH een Netwerk Duurzaam Inkopen actief. Dit Netwerk kan de focus nog uitbreiden met fair trade. In de MRDH bestaan vijf fair trade gemeenten. Delft, Den Haag, Rotterdam, Vlaardingen en Wassenaar. Daarnaast promoten Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk en Westland fair trade actief. Vooral de gemeente Wassenaar heeft een uitstekend record op dit gebied. Collectieven en educatie Een aantal gemeenten wil energie-collectieven ondersteunen. Gemeenten die actief zijn op dit gebied zijn Maassluis, Ridderkerk en Nissewaard. Daarnaast bestaat vooral in de gemeente Maassluis veel aandacht aan de educatieve kant van duurzaamheid. Deze gemeente stopt hier veel energie in. Duurzaam toerisme De MRDH heeft een relatief lange kustlijn. Vooral Westvoorne heeft laten zien, dat duurzaam toerisme mogelijk is. Men heeft er zelfs de zogenaamde Quality Coast Award voor gekregen. Andere gemeenten met een kustlijn zouden daarvan kunnen leren. Investeren in laadinfrastructuur De investeringen in laadinfrastructuur moeten worden versneld. Momenteel staat 88% van de openbare laadinfrastructuur in de MRDH in de twee grote steden. De grote steden hebben de mogelijkheid zelfstandig de noodzakelijke uitrol te financieren. Het is aan de MRDH om ervoor te zorgen dat ook de andere gemeenten voldoende mogelijkheden hebben om de laadinfrastuctuur in hun gemeente uit te breiden. Nu in de MRDH een werkgroep bezig is te bezien hoe investeringen in laadinfrastructuur kan worden gesteund, zou de MRDH zou zich zo snel mogelijk moeten aansluiten bij de Green Deal Laadinfrastructuur Elektrisch Vervoer om te bezien of de middelen, die het Rijk beschikbaar stelt hiervoor, kunnen worden benut.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
108
Gemeenten die op dit terrein, naast de twee grote steden, voorlopers zijn, zijn Barendrecht, Delft, Nissewaard, Ridderkerk, Schiedam en Zoetermeer. Gebruik maken van CO2-reductie van de warmterotonde De warmterotonde is een belangrijk aandachtspunt voor de Cluster West en daarmee voor de MRDH. Onlangs is bekend geworden dat deze rotonde een forse CO2-reductie tot gevolg kan hebben. Aangezien veel bedrijven, die hun restwarmte en CO2-uitstoot leveren, vallen onder het ETS, zou bekeken kunnen worden in hoeverre de CO2-reductie leidt tot overtollige CO2-certificaten. Deze certificaten kunnen worden verhandeld op de markt en zouden een bescheiden rol kunnen spelen bij de financiering van de warmterotonde. Voorgesteld wordt deze optie te onderzoeken. Dit zou kunnen in samenwerking met het Joint Implementation Network (JIN), een kenniscentrum, dat in 1995 in Groningen is opgericht en veel kennis heeft over de zogenaamde Carbon Market en daarmee ook hoe projecten die leiden tot CO2reductie daarvan zouden kunnen profiteren. Bovendien heeft het JIN goede contacten in de EU inzake Europese programma’s op dit gebied. Het JIN organiseert februari 2016 een conferentie over de zogenaamd heating-cooling strategy in de EU, waarbij stadsverwarming een belangrijk aandachtsgebied is. De casus van de warmterotonde zou daar ingebracht kunnen worden. Het JIN is in ieder geval bereid om op korte termijn een werkconferentie te organiseren voor de MRDH. Daarnaast kan hierbij betrokken worden de mogelijkheid om GvO-certificaten te krijgen als CO2-vrije warmte wordt geleverd aan de warmterotonde. 3. Advies over de uitvoering van de duurzaamheidstrategie van de MRDH Het organiseren van het duurzaamheidpotentieel in de MRDH zou het best kunnen via de netwerkstructuur. De MRDH bestaat uit 23 onafhankelijke gemeenten met een eigen historie en kenmerken, maar wel gemeenten die in dezelfde regio liggen en daarmee van elkaar afhankelijk zijn. Op basis hiervan zou een aantal gemeenten een platform of werkgroep kunnen vormen om een bepaald aspect van duurzaamheid nader uit te werken. Zo’n werkgroep zou de mogelijkheid moeten hebben het AB van de MRDH op reguliere basis te informeren over de resultaten van de activiteiten van een werkgroep of platform, zodat eveneens een voorstel kan worden gedaan hoe een bepaald duurzaamheidaspect de missie van de MRDH dichterbij kan brengen. Bij de opzet van de uitvoering kan worden aangesloten bij de wijze waarop in het kader van het Economisch Vestigingsklimaat het programma is georganiseerd. Hierbij worden gemeenten ingedeeld in gemeenten, die actief zijn op het bepaalde duurzaamheidaspect
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
109
(meedoen); gemeenten, die alleen bij de voorbereiding betrokken willen zijn (meedenken) en gemeenten, die vooralsnog alleen willen worden geïnformeerd (meeweten). Bij veel onderwerpen is de hulp en ondersteuning van de provincie onontbeerlijk. Er bestaat al een aantal Netwerken of zijn in oprichting om de MRDH te informeren over best practices op duurzaamheidgebied en te laten zien hoe de MRDH daar mee om zou kunnen gaan. Wat deze inventarisatie echter vooral duidelijk zou moeten maken, is, hoe belangrijk objectieve factfinding is. Duurzaamheidbeleid kan niet zonder objectieve monitoring. In de nulmeting zijn onderwerpen genoemd waarvoor objectieve gegevens beschikbaar zijn. Deze gegevens dienen echter up-to-date te worden gehouden om te kunnen beoordelen of het duurzaamheidbeleid effectief is. Daar komt bij dat vooral op het gebied van het afvalbeleid en het streven naar een circulaire economie te weinig betrouwbare gegevens voorhanden zijn om een goed beeld te geven van de ontwikkelingen in de MRDH en als deze gegevens voor sommige gemeenten er wel zijn, kunnen ze geen algemeen beeld geven van de gehele MRDH. Advies 1 Vorm een Netwerk Monitoring. Dit Netwerk moet aansluiten bij de wens een regiomonitor op te stellen. Deze regiomonitor kan worden uitgebreid met duurzaamheidkengetallen. Daarbij dient geïnventariseerd te worden welke relevante gegevens al beschikbaar zijn en voor welke gegevens nog een objectieve database moet worden opgesteld. Het ligt voor de hand, dat de twee grote steden hier het voortouw nemen, hoewel ook gemeenten als Capelle aan den IJssel, Vlaardingen, Delft en Ridderkerk hier belangstelling en mogelijk ook expertise op hebben. Advies 2 Breidt de focus van het al bestaande Netwerk Duurzaam Inkopen uit tot fair trade en stel een programma op om MKB bedrijven te ondersteunen bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Advies 3 Het Netwerk Energie richt zich vooral op het bereiken van de doelstelling uit het Energieakkoord. Omdat het onderwerp veelomvattend is, zou dit Netwerk zich in subgroepen moeten richten op de volgende onderwerpen (hetgeen ten dele al in de planning zit):
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
110
Energiebesparing in de gebouwde omgeving, inclusief energielabeling; Opwekken van duurzame energie in de MRDH, met name een planning voor de noodzakelijke stijging van het windvermogen en het opgewekte zonvermogen in de MRDH; Versnelling van de verduurzaming van de openbare verlichting; Verduurzaming van de warmtelevering in de MRDH, waarbij wordt geadviseerd de mogelijkheden, die de ETS-markt biedt, samen met de provincie Zuid-Holland te onderzoeken; Ontwikkeling van een Smart Grid in de MRDH; Het stimuleren en ondersteunen van energie-collectieven, waarmee ook een link gelegd kan worden met de Roadmap Next Economy. Advies 4 Vorm een Netwerk Duurzaam Vervoer Onlangs is al een samenwerking binnen de MRDH voor de laadinfrastructuur opgezet, maar dat kan worden uitgebreid met aardgas-groengas vulpunten en de ontwikkeling van de brandstofcel (waterstof als brandstof). Hier kan de MRDH een voorloper in worden. Advies 5 Er is sterk behoefte aan een Netwerk over duurzaam afvalbeleid Dit is niet alleen van belang, omdat lang niet alle gemeenten vergelijkbare gegevens kunnen onderbouwen, maar ook omdat in de MRDH grote kansen zijn om de circulaire economie fors te stimuleren. In de MRDH is veel kennis aanwezig over afvalscheiding en hergebruik van afval en verschillende gemeenten zien dat ook als prioriteit. Advies 6. Onderzoek de mogelijkheid tot samenwerking tussen de klimaatinitiatieven van Rotterdam en Den Haag leidend tot uitvoering van een overkoepelend klimaatbeleid voor de MRDH. Beide steden hebben, op verschillende schaal, ervaring met aparte organisaties, die klimaatbeleid met aantoonbare resultaten hebben uitgevoerd. Onderzocht zou moeten worden of de kennis en de netwerken van deze organisaties kunnen worden gebruikt ten behoeve van de MRDH, waarbij uitdrukkelijk wordt geadviseerd de organisaties als aparte, maar wel samenwerkende, stichtingen te laten voortbestaan.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
111
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
112
7. Slotbeschouwing
De gemeente Den Haag heeft mij in staat gesteld, de mogelijkheden te verkennen welke rol de Metropoolregio Rotterdam Den Haag kan spelen in het verduurzamen van een belangrijke regio. Het blijkt uit deze inventarisatie, dat er daarvoor veel aanknopingspunten bestaan; dat in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op dit gebied al heel veel gebeurt en dat deze ontwikkeling kan worden versterkt door samen te werken. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag kan daarmee een voorbeeld stellen voor andere grootstedelijke regio’s, niet alleen in Nederland. De enorme potentie moet zichtbaar worden en leiden tot resultaten, ook in het belang van de inwoners van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, omdat de kansen weliswaar voor het oprapen liggen, maar de negatieve milieu-impact op de regio ook relatief groot is. Ik dank de gemeente Den Haag en de MRDH-organisatie voor de ondersteuning in dit grote project. Robert van Lente
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
113
Bijlage 1
: Opdracht gemeente
De opdrachtomschrijving die ten grondslag ligt aan deze inventarisatie, is als volgt geformuleerd. Opdrachtomschrijving Binnen het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam wordt gewerkt aan een duurzaamheidprogramma. Gevraagd wordt om van de negen Haaglandengemeenten (Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer), 1 de 15 gemeenten uit de stadregio Rotterdam (Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse , Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, 2 Spijkenisse , Vlaardingen en Westvoorne) en de provincie Zuid-Holland het duurzaamheidbeleid in beeld te brengen. Bij deze inventarisatie wordt ook verwacht per gemeente inzichtelijk wordt gemaakt welke bedrag expliciet in de begroting is opgenomen voor duurzaamheid. Bij deze inventarisatie wordt gevraagd bijzondere aandacht te geven aan het project Climate Initiative. Gevraagd wordt voor dit project in beeld te brengen hoe het is opgezet, welke verwachtingen zijn neergezet, wat daadwerkelijk is gerealiseerd en welke conclusies daaraan zijn te verbinden. Op basis van de ingewonnen informatie wordt gevraagd om: te zoeken naar synergievoordelen in de metropoolregio Den Haag-Rotterdam; aan te geven waar kansen liggen in de metropoolregio Den Haag-Rotterdam; aan te geven wat de best practices zijn in de metropoolregio Den Haag-Rotterdam; een advies over de organisatie van de uitvoering. Planning De opdracht loopt in de periode van 1 januari 2015 t/m uiterlijk juli 2016. 1. Uiterlijk op 1 mei 2015 wordt de inventarisatie opgeleverd in de vorm van een conceptrapport. In dit rapport wordt kort het duurzaamheidbeleid per gemeente/provincie beschreven en voorzien van een financiële paragraaf. Na beoordeling van dit rapport door de gemeente Den Haag wordt de definitieve versie uiterlijk opgeleverd op 1 september 2015. Het is mogelijk dat gevraagd wordt het rapport toe te lichten in de vorm van een presentatie. 2. Uiterlijk op 1 oktober 2015 wordt de analyse van het project Climate Initiative opgeleverd in de vorm van een conceptrapport. In dit rapport wordt tevens de vraag beantwoord hoe de uitvoering van het klimaatbeleid in de metropoolregio kan worden georganiseerd. Dit rapport wordt afgesloten met conclusies en lessons learned. Na beoordeling van dit rapport door de gemeente Den Haag wordt de definitieve versie uiterlijk opgeleverd op 1 januari 2016. Het is mogelijk dat gevraagd wordt het rapport toe te lichten in de vorm van een presentatie. 3. Uiterlijk op 15 april 2016 worden de synergievoordelen, de kansen, de best practices van/voor de metropoolregio Den Haag-Rotterdam en een advies over de organisatie van de uitvoering opgeleverd in de vorm van een conceptrapport. Dit rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen. Na beoordeling van dit rapport door de gemeente Den Haag wordt de definitieve versie uiterlijk opgeleverd op 31 juli 2016. Het is mogelijk dat gevraagd wordt het rapport toe te lichten in de vorm van een presentatie.
1,2 Bernisse en Spijkenisse zijn inmiddels gefuseerd tot Nissewaard.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
114
Bijlage 2a : Nulmeting - CO2-uitstoot per inwoner
CO2-uitstoot per inwoner in 2013 (in ton) Voor woningen in 2014.
Albrandswaard
Barendrecht
Brielle
Capelle ad IJssel
Delft
Den Haag
Hellevoetsluis
Krimpen ad IJssel
Lansingerland
LeidschendamVoorburg
Maassluis
Midden-Delfland
Woningen
1.62
1.53
1.90
1.66
1.62
1.69
1.72
1.75
1,60
1.82
1.64
1.62
CD
0.67
1.21
0.54
0.76
0.77
0.99
0.42
0.47
0.72
0.5
0.37
0.30
PD
0.61
0.35
0.51
0.54
1.00
0.64
0.30
0.40
0.35
0.5
0.28
0.76
Mobiliteit
2.02
2.75
1.82
1.04
1.44
0.84
1.13
0.64
1.55
1.78
0.72
2.98
Energie
Nihil Nihil Nihil 0.01
0.02
0.02
Nihil 0.03
0.01
nihil
0.01
0.01
Afval
0.27
0.30
0.31
0.26
0.23
0.28
0.28
0.40
0.22
NB
0.29
0.21
Industrie
Nihil 0.05
0.02
0.09
1.26
0.06
0.14
0.37
0.09
0.02
0.17
Nb
Landbouw
0.21
6.03
Nihil NB
0.01
0.16
Nb
10.55
0.18
NB
12.52
0.11
PijnackerNootdorp
Ridderkerk
Rijswijk
Rotterdam
Schiedam
Vlaardingen
Wassenaar
Westland
Westvoorne
Zoetermeer
Nissewaard
Woningen
1.78
1.52
1.77
1.92
1.57
1.58
1.71
2.64
1.61
2.38
1.59
CD
0.52
0.56
1.22
1.13
1.71
0.64
0.71
0.81
1.18
0.61
0.63
PD
0.33
0.24
0.33
0.82
0.62
0.48
0.34
1.29
0.33
0.32
0.55
Mobiliteit
0.98
0.75
3.26
1.37
2.72
1.35
1.07
2.34
1.42
1.35
1.26
Energie
Nihil Nihil Nihil 0.01
0.36
Nihil
Nihil Nihil
Nb
Nihil
0.01
Afval
0.30
0.23
0.30
0.24
0.27
0.24
0.28
0.27
0.25
0.33
0.23
Industrie
Nb
0.07
0.28
0.34
9.33
1.17
0.45
0.05
Nb
0.04
0.36
Landbouw
Nb
NB
0.52
0.14
NB
Nihil
NB
0.03
21.75
6.77
0.01
CD
= commerciële dienstverlening
PD
= publieke dienstverlening
Energie
= energieproductie
Afval
= afvalverwerking Bron: Klimaatmonitor Rijksdienst voor de leefomgeving Datum ultimo 2013/2014
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
115
Bijlage 2b : Nulmeting – CO2-uitstoot vier grote steden vergeleken
Woningen CD PD Mob Energie Afval Ind Landbouw Totaal
CO2- uitstoot in ton per inwoner in 2013, voor woningen in 2014 Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht 1.52 1.57 1.69 1.47 1.72 1.71 0.99 0.99 0.76 0.62 0.64 0.74 1.27 2.72 0.84 1.91 0.04 0.36 0.02 0.05 0.25 0.27 0.28 0.25 0.53 9.33 0.06 0.27 nihil N.B. 0.01 0.01 6.09 16.58 4.53 5.69 Bron Klimaatmonitor Rijksdienst voor de leefomgeving Datum: ultimo 2013/2014
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
116
Bijlage 2c : Nulmeting - CO2-uitstoot in ton in 2012 van ETS-bedrijven
CO2-uitstoot in ton in 2013 van ETS bedrijven CO2 -Uitstoot Aantal bedrijven in ton 6130 1
Barendrecht Brielle
Sector Energie
4174
1
Landbouw
13269
3
Energie en chemie
343165
8
Energie
Lansingerland
42839
7
Landbouw
Leidschendam-Voorburg
42839
1
Energie
Midden-Delfland
64342
3
Landbouw
Nissewaard
26650
1
Industrie
Pijnacker-Nootdorp
15922
4
Landbouw
21656828
36
Schiedam
61605
1
Energie, diensten, chemie en industrie Industrie
Vlaardingen
12809
1
Diensten
328866
25
Landbouw
Westvoorne
10154
4
Landbouw
Zoetermeer
15922
1
Energie
Delft Den Haag
Rotterdam
Westland
Totaal
22645514
Vier grote steden: Amsterdam
3574675
9
13,6%
Rotterdam
21656828
36
82,1%
Den Haag
343165
8
1,3%
Utrecht
797212
7
3%
Bron: Klimaatmonitor Rijksdienst voor de leefomgeving Datum: 2013
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
117
Bijlage 2d : Nulmeting - Zonvermogen
Zonvermogen Albrandswaard Barendrecht
Geïnstalleerd vermogen (in kWp) 721 Aandeel
Plaats in Ned 356
Per inwoner (Wp) 28,76
Plaats
Plaats
351
Groei 20122015 19,9Wp
351
1512
238
31.93
344
23.80
344
Brielle
788
340
48.32
262
35.24
262
Capelle aan den IJssel Delft
864
331
13.05
389
8.94
389
2086
176
20.85
381
11.82
381
Den Haag
7228
14
14.21
390
7.76
390
Hellevoetsluis
1458
248
37.42
299
28.37
299
922
321
31.97
315
26.12
315
4448
56
77.87
222
41.98
222
LeidschendamVoorburg Maassluis
1480
241
20.17
375
13.79
375
650
362
20.27
370
16.02
370
Midden-Delfland
1760
214
95.37
56
79.7
56
Nissewaard
3111
102
36.63
326
24.37
326
Pijnacker-Nootdorp
2991
110
58.26
249
37.81
249
Ridderkerk
1084
303
23.96
367
16.60
367
Rijswijk
1212
282
25.44
346
21.07
346
Rotterdam
6994
17
11.31
392
5.99
392
Schiedam
1600
228
20.94
384
11.06
389
Vlaardingen
1276
278
17.98
385
10.89
385
Wassenaar
568
372
22.11
371
15.11
371
Westland
8301
9
80.41
188
47.72
188
Westvoorne
1091
302
78.15
161
54.27
161
Zoetermeer
2706
122
21.90
379
12.23
379
54851
5.67%
circa 24
Krimpen aan den IJssel Lansingerland
Totaal
Zuid-Holland
109617
11.35%
Nederland
965986
10698.84
13.19
9373.48
28.57
Amsterdam
10698.84
Zwolle
10133.23
9825.49
Amsterdam Utrecht
Top 3:
Zuidwest Friesland
Bron: Natuur en Milieu Datum: 1 april 2015
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
118
Bijlage 2e : Nulmeting - Windvermogen
Opgesteld windvermogen
Vermogen in MW
Aantal locaties
Aantal molens
Hellevoetsluis Rotterdam Vlaardingen Westland Zoetermeer Totaal
3,6
1
6
199,1
13
84
6
1
2
1,75
1
1
9
1
3
219,45
6,70%
17
96
4,50%
Regio Rotterdam
208,7
15
92
Haaglanden
10,75
2
4
Totaal Nederland
3.262
2151
Amsterdam Utrecht
66,36
7
36
0
0
0
Aandeel provincies
Flevoland
29,70%
Groningen
13,50%
11%
Off-shore
10,90%
Zeeland
10,60%
9,80%
Noord-Holland
Zuid-Holland
Ranglijst gemeenten
11%
Zeewolde Eemnes
8,60%
Noordoostpolder
6,80%
Rotterdam
6,10%
Dronten
5,50%
Hollandse Kroon
5,50%
Lelystad
5,40%
Delfzijl
4,50%
Bron: windstats van Bosch & Van Rijn Datum: 1 september 2015
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
119
Bijlage 2f
: Nulmeting - Energielabels
Gemeenten MRDH Albrandswaard Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Delft Den Haag Hellvoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Rijswijk Rotterdam Schiedam Vlaardingen Wassenaar Westland Westvoorne Zoetermeer Gemiddeld Regio Rotterdam Haaglanden Amsterdam Utrecht
Energielabels Gecertificeerde woningen als % van totaal 26.30% 19.90% 24.50% 32.30% 32.30% 25.60% 15.20% 27.00% 17.40% 28.90% 36.90% 21.50% 27.10% 16.40% 23.90% 19.80% 41.90% 39.30% 35.70% 19.60% 19.60% 18.10% 44.10% 31.90% 35.60% 27.50% 27.50% 26.30%
Label D C C C D D D D C D D C C C C E D D D D C C D C D
Bron: Energielabel atlas van Meer met Minder Datum: 1 september 2015
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
120
Bijlage 2g : Nulmeting - Laadpunten MRDH
MRDH Laadpunten # Laadpunten # Laadpunten Regulier Regulier Semipubliek Publiek 3 38
Gemeenten MRDH
Albrandswaard
# Laadpunten Snelladen Semipubliek 2
Barendrecht
11
80
3
Brielle
4
23
-
Capelle aan den IJssel
20
39
3
Delft
32
76
-
Den Haag
762
187
5
Hellevoetsluis
6
30
-
Krimpen aan den IJssel
4
14
-
Lansingerland
6
27
-
Leidschendam-Voorburg
7
53
-
Maassluis
-
25
-
Midden-Delfland
-
18
-
Nissewaard
14
46
-
Pijnacker-Nootdorp
8
47
1
Ridderkerk
23
50
3
Rijswijk
8
66
-
Rotterdam
888
262
8
Schiedam
17
36
-
Vlaardingen
11
52
-
Wassenaar
4
21
-
Westland
24
116
-
Westvoorne
3
4
-
Zoetermeer
17
100
6
Amsterdam
1476
518
3
Utrecht
282
450
8
Gemeenten overige:
Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) Datum: 1 september 2015
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
121
Bijlage 2h : Nulmeting - Aardgas-groengas vulpunten
Aardgas-groengas vulpunten Aantal vulpunten
Aandeel Nederland
Capelle aan den IJssel
1
Delft
1
Den Haag
5
Nissewaard
1
Pijnacker-Nootdorp
2
Rotterdam
3
Vlaardingen
1
Zoetermeer
1
Totaal
15
± 11%
Amsterdam
4
Utrecht
1
Bron: Groengas NL Datum: 1 september 2015
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
122
Bijlage 2i
: Fair trade gemeenten
Fair trade gemeenten in MRDH: Delft Den Haag Rotterdam Vlaardingen Wassenaar Gemeenten die fair trade actief promoten: Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Westland Bron: Organisatie van fair trade gemeenten.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
123
Bijlage 3: Bronvermelding De geraaddpleegde bronnen worden in de tekst vermeld. Alle bronnen zijn openbaar toegankelijk.
Inventarisatie Duurzaamheidbeleid Metropoolregio en provincie Zuid-Holland
124