CO N G R E S IN W OOR D
WERK GROEP - Z W EMB AD EN
Zwembaden: Het reglement van interne orde onder de loep Voor de opzet van de werkgroep zwembaden was het vertrekpunt de Vlarem-reglementering, de ‘bijbel’ voor de zwembaden. Volgens de Vlarem moet elk zwembad een reglement van interne orde hebben waarin een aantal zaken verplicht aan bod moeten komen. Hierop ging men tijdens de werkgroep dieper in. Daarnaast loopt er momenteel ook een Vlaremactualisatietrein. Daarover werd op het einde van de werkgroep informatie meegegeven.
Reglement van interne orde Volgens Vlarem II moeten ten minste volgende punten in het reglement van interne orde zijn opgenomen: 1. de directie heeft het recht om elke persoon die een gevaar blijkt op te leveren voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezigen, de toegang tot de instelling te verbieden; 2. dieren worden niet in de inrichting toegelaten; 3. elke bader moet een stortbad nemen alvorens de zwemhal te betreden; 4. kinderen van minder dan 6 jaar zijn steeds vergezeld zijn van een toezichthoudende volwassene. Daarnaast worden in veel reglementen items met betrekking tot hygiëne (vb. huidziekten) en aangepast zwemkledij opgenomen. De elementen in het reglement van interne orde vormden voor de werkgroep zwembaden de kapstok om een aantal actuele thema’s aan te halen en uit te diepen.
Hoe omgaan met huidaandoeningen? De directie mag personen die een gevaar zijn voor de veiligheid of gezondheid de toegang verbieden. Daaronder worden ook vaak huidaandoeningen en/of andere besmettelijke ziekten vermeld. Maar welke huidziekten horen niet thuis in het zwembad en welke
Jo Lambert - Marie-Jeanne Nachtergaele stellen eigenlijk geen probleem? Prof. Dr. Jo Lambert van het UZ Gent gaf tekst en uitleg. Er zijn verschillende huidziekten en niet alle huidziekten dienen geweigerd te worden in het zwembad. Soms is er zelfs een positieve synergie tussen huidziekten en sport. Voor deze laatste is de stap om te durven gaan zwemmen een heel grote stap, daarom is het als beheerder belangrijk om die mensen te steunen. Huidziekten die niet thuis horen in het zwembad Door overmatig zweten (hyperhydrosis) via onze zweetkliertjes, kan de huidlaag verstoord worden, gevoeliger gemaakt worden en liggen de infecties op de loer. Infecties horen niet thuis in een zwembad. Het zwembad is een Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
93
belangrijke plaats voor overdracht van infecties. De behandeling van infecties gebeurt lokaal, met medicijnen of door middel van een heelkundige ingreep. Schimmelinfecties kunnen onder andere in een zwembad of sporthal opgelopen worden. Schimmelinfectie begint vaak tussen de tenen, maar kan ook uitbreiden naar nagels, oksels, liezen en soms heel het lichaam. Personen die een schimmelinfectie hebben, horen niet thuis in het zwembad. Zij zijn immers verspreider van heel wat schimmelsporen. Deze mensen wachten het best tot de infectie genezen is vooraleer te gaan zwemmen. Schimmelinfecties zijn het meest frequent aan de voeten en komen voornamelijk voor bij volwassenen. Weinig kinderen hebben deze aandoening. N° 205
CO NG R E S I N W O OR D
WERK GROEP - Z W EMBAD EN
Zweten is een voorbeschikkende factor, ook het ook afgesloten zitten van de voeten (weinig verluchting) en expositie in het zwembad zijn risicofactoren. Dergelijke infecties dienen goed in de gaten gehouden worden, aangezien andere (bacteriële) infecties daar een ingangspoort kunnen vinden. De behandeling van de schimmelinfectie gebeurt met zalf of pillen. Preventie is de boodschap en dat kan door schoeisel te dragen bij het douchen in openbare sportgelegenheden of het zwembad. Ook de voeten goed afdrogen is belangrijk. Kalknagels zijn een teken dat er een schimmel is. Ook die horen niet thuis in het zwembad. Dit is een hardnekkige aandoening, de behandeling ervan gebeurt met pillen, maar vaak volgt er een herval. Ook infectie van wratjes (verruca plantaris) (ter hoogte vaan de voetzolen) wordt in warme vochtige omstandigheden overgeleverd, vaak via de zwembadomgeving. Deze virale infectie wordt doorgegeven op plaatsen waar veel contact is met vloeren. Deze infectie komt vaak voor bij kinderen. De behandeling is er eerder een van ‘niet te veel aan doen’, ons eigen weerstandsysteem elimineert het virus op den duur, men is dus conservatief in behandeling. Indien men toch behandeld kan dat door de wratjes te verweken en af te pellen, ze te bevriezen (cryotherapie) of via laserbehandeling. Men gaat voornamelijk over tot de behandeling van wratten bij kinderen die een zware ziekte hebben, om uitbreiding tegen te gaan. Preventief ligt er een taak bij het zwembad, namelijk het goed reinigen van de vloeren.
Naast schimmelinfecties en virale infecties, zijn er ook nog bacteriële infecties. Een bacteriële infectie gaat meestal samen met zweetvoeten, met een micrococcus, slechte geur, pitted kertolysis (putjes). Het is aan te raden niet te wandelen op zwembadvloer. Die putjes op zich zijn besmettelijk omdat het door een bacterie veroorzaakt wordt. Wie dit heeft, gaat beter niet zwemmen (niet op zwembadvloer wandelen) tot de infectie genezen is. De behandeling van bacteriële infecties gebeurt door middel van lokale antibiotica. De arts heeft een belangrijke taak in het goed adviseren van patiënten met infecties aan de huid of men wel of niet naar het zwembad mag.
Huidziekten die wel toegelaten zijn in het zwembad Verschillende vormen van eczeem (handen, tenen, …) vormen geen gevaar voor de omgeving.
Eczeem is de 2e meest voorkomende huidaandoening in België Er zijn 3 soorten eczeem. Een eerste is dishydrotisch eczeem, deze soort wordt behandeld met cortisone zalf. Een tweede soort is irritatief eczeem, patiënten hebben een jeukende schilferende huid door uitdrogende factoren. Veel zwemmen wordt aan personen met aangeboren eczeem afgeraden. Niet omdat het een risico is voor de omgeving, maar omdat te veel zwemmen het eczeem bevorderd. Tenslotte is er ook nog contactallergische eczeem bijvoorbeeld door parfum. In deze gevallen is zwemmen
Enkele cijfers met betrekking tot psoriasis 56% van de patiënten heeft continu schilfers; Een kwart (26%) neemt niet meer deel aan sociale activiteiten; De helft ‘moet’ zijn levenswijze aanpassen; Eén op vijf voelt zich geïsoleerd; 25% ernstig psoriasis patiënten komt het huis niet meer uit; 11% vindt het moeilijk om vrienden te maken; Bij 42% is psoriasis de reden waarom men niet sport.
94
Vooraleer een patient zover is ... geen probleem noch voor de patiënt (vocht doet zelfs goed), noch voor de omgeving. Personen met psoriasis vormen ook geen probleem voor het zwembad. Psoriasis is een erfelijk bepaalde ziekte, maar stress (fysisch en psychisch) en bepaalde medicatie zijn belangrijke uitlokkende factoren. 300.000 Belgen leiden aan psoriasis. Het manifesteert zich vooral bij twintigers en vijftigers. Psoriasis is helemaal niet besmettelijk. De ziekte is in feite ongeneeslijk. De behandeling richt zich op het comfortabel maken van ziekte (goede begeleiding, lange termijn).
Psoriasis is de meest frequente chronische huidaandoening bij de bevolking (1,5% à 3%) Er zijn verschillende verschijningsvormen waarbij de huid rood tekent en veelvuldig afschilfert. Psoriasis kan ook voorkomen in verwondingen van de huid (vb. zonnebrand, litteken), het kan ook de gewrichten aantasten. Ook op de nagel kan psoriasis voorkomen, dat lijkt dan op een schimmelinfectie, met dat verschil dat het niet besmettelijk is. De patiënt ervaart irritatie van de huid, pijn, jeuk, schaamte en sociale geremdheid. De impact van psoriasis op de levenskwaliteit van de patiënt is niet te onderschatten. De behandeling gebeurt door middel van lokale middeltjes, medicijnen en moleculaire middelen. De patiënt dient zijn huid goed te voeden (insmeren)
CO N G R E S IN W OOR D
WERK GROEP - Z W EMB AD EN
en moet een goed inzicht hebben in de ziekte. Psoriasis wordt tegenwoordig meer en meer aanzien als een metabolisch syndroom (niet enkel huid): insuline resistentie syndroom, obesitas, hoge bloedruk, beginnende suikerziekte, te hoog cholesterol, teveel vetten, verhoogde incidentie van metabolisch syndroom. Al deze zaken kunnen door sport aangepakt en verbeterd worden, dus zwemmen kan een positieve invloed hebben. Sport helpt stress de kop in te drukken en zo de huidproblematiek te verbeteren. Hier spreekt men van participatieve geneeskunde: de patiënt helpt via het verbeteren van zijn conditie mee om de ziekte te verbeteren. Discussiemoment Zou het niet interessant zijn dat deze mensen een attest meekrijgen? Lambert stelt dat een ‘standaardkaartje’ een mogelijk initiatief kan zijn, hoewel de patiënten dat niet zelf om vragen. Het kan een hulpmiddel zijn voor de redder of toezichter. Veel bejaarden hebben schimmelinfecties je kunt hen echter moeilijk weigeren? Hen weigeren is inderdaad moeilijk, preventief dient er in de zwembaden aandacht te zijn voor het correct reinigen van de vloeren. Lambert vult hierbij aan dat nagels bij ouderen ook om andere redenen het uitzicht van een schimmelinfectie kunnen krijgen.
bij schoolzwemmen aangemoedigd zich snel aan te kleden, maar eigenlijk zouden zij aangemoedigd moeten worden om zich grondig te drogen (op handdoek staan, voeten eerst drogen, dan pas het haar, …), zo krijgen schimmels minder kans zich te ontwikkelen.
Attesten voor mensen met huidziekten al dan niet besmettelijk lijkt hem niet zo’n goed idee. Dergelijk systeem kan immers stigmatiserend werken en dat terwijl er heel wat andere besmettelijke ziekten zijn die je aan de buitenzijde niet ziet. Hoe omgaan met ordeverstoring? De directie mag personen die een gevaar zijn voor de veiligheid of gezondheid de toegang verbieden. Maar hoe ga je om met ordeverstoring en hoe ver kun je daar in gaan? Marc Geerits, die de Limburgse gouverneur als verbindingsambtenaar adviseert in alle zaken die openbare orde aanbelangen, gaf hierover een toelichting. Hoe pak je een overlastfenomeen aan? Je kunt een schoolvoorbeeld van een reglement van interne orde hebben, maar de kunst is om het reglement te handhaven en dat is vaak het moeilijke. De meldingen van problemen die tot overlast leiden zijn bij iedereen verschillend. De aanpak ervan is bijgevolg maatwerk.
Misdrijf: Misdaden, wanbedrijven en overtredingen op het Strafwetboek en de ter uitvoering genomen besluiten (bijzondere strafwetten). Rustverstoring (verstoring van de openbare orde): Verstoring van de openbare rust, de openbare veiligheid en/of de openbare gezondheid. Veelal een collectieve gedraging. (openbare) Overlast: Individuele, materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt. Overlast is een lichte vorm van verstoring van de openbare orde.
De gevolgen van ‘rustverstoring’ raken zowel de bezoekers als het personeel, het leidt ook tot economisch verlies (aantal klanten neemt af), de instelling kan te maken krijgen met een imagoprobleem, … Een geïntegreerde aanpak van de problemen dringt zich op. Daarbij gaat de aandacht voornamelijk naar preventie, repressie is het ultieme redmiddel. Reglement van interne orde Het reglement van interne orde houdt een tweeledig engagement in, namelijk dat van de exploitant/beheerder (dienstverlening) en dat van het publiek/gebruiker (dienstafnemer). Artikel 26 van de grondwet stelt dat iedere gebruiker recht van vergaderen heeft op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Er gelden echter twee voorwaarden, namelijk vreedzaam èn ongewapend (= zonder voorwerpen die een gevaar kunnen vormen voor openbare rust) vergaderen.
Rudy Calders, Provinciaal Instituut voor Hygiëne (Antwerpen) bevestigt dat schimmel zo frequent voorkomt (veel personen zijn drager zonder dat ze het weten) dat je het niet buiten het zwembad kunt houden. Een correcte reiniging is dus essentieel. Gerrit Tilborghs van de Afdeling Toezicht Volksgezondheid vult aan dat gezonde mensen niet gemakkelijk schimmelinfecties krijgen. Naast een goede reiniging is het ook belangrijk te sensibiliseren. Vaak worden kinderen
Misdrijf – rustverstoring – (openbare) overlast
Voor de beheerder houdt het reglement van interne orde o.a. in dat hij instaat voor een kwalitatieve dienstverlening, een veilige infrastructuur en het nemen van de gepaste maatregelen om overlast of verstoringen van de openbare orde te voorkomen.
Marc Geerits Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
95
N° 205
CO NG R E S I N W O OR D
WERK GROEP - Z W EMBAD EN
Van het de bezoekers wordt ook een aantal zaken verwacht: - De openbare orde niet verstoren (“zich gedragen”); - De voorschriften volgen om ongevallen en/of overlast te voorkomen; - Verbod op het binnenbrengen van bepaalde voorwerpen; - Verbod om zich te bevinden op plaatsen die niet voor het publiek toegankelijk zijn; - Vrijhouden van toegangen en evacuatiewegen (vb. parkeergedrag); - Zich ontdoen van “afval” op de voorgeschreven wijze (vb. kauwgom); - Verbod op het werpen van voorwerpen; - Wijze waarop de bezoekers zich kunnen beklagen (belang klachtafhandeling!). Wat als men geconfronteerd wordt met een (reeks van) specifiek probleem? Begin met een minimale/bescheiden risicoanalyse (wat is de omvang en aard van het probleem, wat is de impact van de gedragingen, …). Daarbij is het belangrijk om de incidenten te registreren zodat je cijfers hebt om een probleem aan te tonen. In functie van de aard van de problemen neem je lichtere of zwaardere maatregelen (zie figuur 1). Het sleutelbegrip in de context van overlast is het hanteren van een proactieve benadering namelijk actief zijn voordat iets gebeurt. Deze benadering heeft betrekking op het personeel en de infrastructuur. Zorg dat het personeel over de nodige communicatieve vaardigheden beschikt,
ook op het vlak van conflicthantering. Ook passieve communicatie hoort hier onder: hoe benader ik een persoon? Een goede interne communicatie is evenzeer belangrijk. Tot slot zijn er nog de elementen zelfbeheersing en interculturele communicaties die hierbij van belang zijn. Verder dient de infrastructuur aangepast te zijn aan de omstandigheden.
Het sleutelbegrip is ‘proactieve benadering’: actief zijn voordat er iets gebeurt Elementen met betrekking tot de toepassing van het reglement van interne orde: - Maatregelen anti-diefstal: intern of extern aan de infrastructuur; - Beleid omtrent het melden van storingen, klachten (vb. wanneer klacht indienen: altijd of selectief?); - Optimaliseren van het toezicht of het uitvoeren van controle; - Cameratoezicht (indien dit als ondersteuning gebruikt wordt, het is geen oplossend middel); - Inzet van een privé bewakingsonderneming (nota bene, ook zij hebben geen bevoegdheid om dwang of geweld te gebruiken of om identificaties te doen); - Tussenkomen bij vormen van overlast, ordeverstoring, incidenten, …; - Samenwerking met andere partners (vb. lokale politie; tip: bouw een goede relatie op met deze partners om vooringenomen reacties te vermijden).
Figuur 1: Naargelang de aard van problemen neem je lichtere of zwaardere maatregelen. 96
Maar wat doe je bij persisterende overlast, storingen, …? Voor overlastfenomenen kunnen gemeentelijke administratieve sancties (GAS) een oplossing bieden. GAS zijn, indien van toepassing op basis van een politieverordening, van toepassing op de openbare weg en openbare plaatsen, dus ook het zwembad. Inbreuken kunnen vastgesteld worden door: - Politieambtenaren en agenten van politie; - Gemeenschapswacht-vaststeller; - Ambtenaren van openbare vervoersmaatschappijen; - Privé bewakers (beperkt tot aangifte / toestand van roerende goederen).
Preventie is voorkomen Dit kan ook door gemeentelijke ambtenaren gebeuren als ze aan hele reeks voorwaarden voldoen. Probleem blijft de identificatie van de echt moeilijke doelgroepen. In dat geval kan cameratoezicht ondersteunend werken. Retroactief kunnen de beelden bekeken worden en kort na de feiten kan de betrokkene (op een ‘conflicthanteringsmanier’) aangesproken worden. Via de GAS mag een geldboete van maximum 250 euro opgelegd worden door de aangestelde gemeentelijke ambtenaar. Bij minderjarigen tussen 16 en 18 jaar mag de geldboete maximum 125 euro bedrage en is bemiddeling verplicht. Enkele aandachtspunten: voor min 16-jarigen kan GAS niet gebruikt worden, terwijl overlast vaak door jongeren onder de 16 veroorzaakt wordt. Een tweede aandachtspunt of eerder valkuil is de identificatie van de overtreder. Niet iedereen, ook niet personeel van privé bewakingsondernemingen, heeft immers de bevoegdheid om identificaties te doen. Zwembadverbod Op basis van artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek (Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die ze hebben aangegaan tot wet. Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming of op de gronden door de wet erkend. Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht.) kun je een (toegangs)verbod opleggen.
CO N G R E S IN W OOR D
WERK GROEP - Z W EMB AD EN
Daarvoor gelden enkele voorwaarden: - een dienst aan de samenleving bewijzen; - voor personen die zich persisterend gewoonlijk misdragen – bij een blijken van niet-verbeterend gedrag. Die persoon dient dan schriftelijk (aangetekend) op de hoogte gebracht te worden dat hij een ongewenste gast is. Maar voor de toepassing stuit men op enkele problemen: Wat ga je doen wanneer hij toch terugkomt, al dan niet met een groep vrienden? Je hebt immers geen bevoegdheid tot het identificeren van personen. En je hebt ook geen bevoegdheid tot het gebruik van dwang. Je zult hem dus letterlijk de deur moeten wijzen. Conclusies Bij het organiseren van openbare dienstverlening is men zelf verantwoordelijk voor het aanbod en dient men zelf de openbare orde in de inrichting te handhaven. Door maatregelen in eigen beheer te nemen, kun je de situatie beheersbaar trachten te houden. Communicatie is hierbij essentieel, zowel op het vlak van de voorkoming als op het vlak van de aanpak of repressie ervan. Bij persisterende problemen kan men een beroep doen op de expertise en de samenwerking met externe partners die een bijdrage kunnen leveren aan het beheersen van de (onveiligheids) problematiek (met respect voor ieders verantwoordelijkheid). Ga eens na hoe anderen dergelijke problemen aanpakken en neem goede praktijken van anderen over, het warm water moet niet telkens opnieuw uitgevonden worden. Er zijn wettelijke beperkingen met betrekking tot het gebruik van camera’s, het houden van (persoons)bestanden (vb. het noteren van nummerplaten is persoonsgebonden gegevens verwerken, dat bestand moet aangegeven worden aan de privacy-commissie en je moet een dossier hebben ter motivatie) en de privacy van personen. De boodschap is niet negatief. Er zijn mogelijkheden om op te treden en
zelf maatregelen te nemen (communicatiestrategie en sensibiliseren zijn belangrijk), maar als je het niet meer ziet zitten, contacteer dan een externe partner.
- Een zwemluier is in 67% van de zwembaden die reageerden niet verplicht, bij 33% wel.
Discussiemoment Identificatie Als je geen bevoegdheid hebt tot identificatie mag je aan een persoon wel vragen om identificatiegegevens te geven, maar die persoon mag weigeren. Je kunt wel de politie vragen de identificatie te doen. Indien men vrijwillig zijn identiteitskaart afgeeft, mag men dat registreren. Het afgeven van de kaart houdt immers een stilzwijgende vrijwilligheid in in hoofde van degene die dat geeft. Privé-bewakers worden geschoold om de andere partij te solliciteren tot vrijwillige participatie: men vraagt niet ‘hoe oud ben je?’ als de leeftijd determinerend is, maar controleren iemands leeftijd door te vragen naar alles waarop de leeftijd zou kunnen staan.
Aangepaste zwemkledij Ter voorbereiding van deze werkgroep deed het ISB een mini-enquête omtrent het reglement van interne orde bij de Vlaamse zwembaden. De beknopte resultaten werden ter inleiding van het onderwerp aangepaste zwemkledij toegelicht door Jan Bongaerts, zwembadbeheerder in Genk en voorzitter van de ISB-commissie zwembaden. Enkele cijfers op een rijtje (op basis van de reacties van 50 zwembaden): - 70% van de zwembaden die reageerden heeft een eis met betrekking tot aangepaste kledij in het reglement van interne orde staan; - Bij 47% van de respondenten is een lange zwemshort toegelaten, bij 29% is dat niet toegelaten, bij 24% is een zwemshort tot boven de knie toegelaten (zie figuur 2); - Bij een kwart (24%) van de respondenten is een burkini toegelaten, bij meer dan de helft (58%) niet; - In 86% van de zwembaden in de steekproef is een badmuts niet verplicht; Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer
97
Figuur 2: Zwemshorts, wel of niet toegelaten in het zwembad (N = 50)
Gerrit Tilborghs (Afdeling Toezicht Volksgezondheid) reageerde op deze cijfers. Het uitgangspunt moet steeds ‘proper zijn/hygiëne‘ zijn. Met betrekking tot de discussie lange short wel of niet toelaten, haalt hij onder andere aan dat bewegen, ook voor bijvoorbeeld stoma-patiënten gezond is. Maar voor deze mensen is het niet evident om een zwemslip te dragen, dus bij het verbieden van bepaalde types zwemkledij sluit je bepaalde groepen mensen uit. Daarenboven kan een zwemslip (schimmels) ook huidirritatie veroorzaken, wat de discussie zwemslip versus zwemshort dan weer wat relativeert. Het meest gezonde is naturist zwemmen, maar ja … Discussiemoment De redenen voor het verbieden van een zwemshort zijn meestal hygiëne (ondergoed wordt vaak aangehouden, de zwemshort is soms dezelfde als waarmee men een uur ervoor een voetbalspel gespeeld heeft). Maar ook het veiligheidsaspect speelt mee, voor redders is het moeilijker om bij een incident iemand met veel kledij te redden. Een van de deelnemers haalt dat 58% zegt dat een burkini niet toegelaten is in hun zwembad, maar op welke manier staat dat in het reglement van N° 205
CO NG R E S I N W O OR D
WERK GROEP - Z W EMBAD EN
interne orde omschreven? In het kader van dit punt wordt er aangehaald dat het belangrijk is om bepalingen in het reglement van interne orde voldoende specifiek te omschrijven om dubbelzinnigheden te vermijden.
Hoe omgaan met blindengeleidehonden? Volgens de Vlarem mogen dieren niet in de inrichting toegelaten worden. Maar hoe reageer je dan wanneer een blinde zijn blindengeleidehond mee het zwembad in wil nemen? MarieJeanne Nachtergaele van de Brailleliga gaf hierbij enige duiding.
Algemeen kader In Brussel is er een voorontwerp van regelgeving dat stelt dat blindengeleidehonden niet toegelaten zijn in ongeschoeide zones. In Wallonië is een dergelijke regel reeds van toepassing. In Vlaanderen is er hieromtrent geen specifieke regelgeving. Naar aanleiding van deze werkgroep deed men bij de Brailleliga recent een bevraging bij blinden met een geleidehond en daaruit bleek dat velen hun hond meenemen in het zwembad. De hond loopt dan ook in de ongeschoeide zone, de hond zit dan aan de kant of in de zone waar de redders hun materiaal ligt zodat de hond het baasje ziet
zwemmen. Men was bij de Brailleliga verbaasd dat dit zo gebeurt, zelf staat men niet achter deze gang van zaken. Maar hoe moet het dan wel? Maak goede afspraken Er is geen echte reden om met de geleidehond tot in het zwembad te gaan aangezien blinden met een geleidehond zich zelfstandig met een witte stok kunnen verplaatsen. Wanneer een slechtziende een geleidehond wenst, moeten er twee voorwaarden vervuld zijn voordat men ervoor in aanmerking komt: men moet 1. volledig blind zijn en 2. ook kunnen ‘stoklopen’. Kunnen stoklopen is verplicht zodat men zich als men op plaatsen komt waar de hond niet volledig meekan zelfstandig verder kan verplaatsen. Voor het stoklopen wordt een opleiding van ongeveer 80 uur voorzien. Binnen die opleiding leert men dan bijvoorbeeld de weg naar het zwembad en het loket. Voor de weg van het loket naar het water zijn er twee mogelijkheden: ofwel engageert het zwembad zich om telkens begeleiding te voorzien van aan het loket tot aan het water ofwel leert de Brailleliga de blinde de weg van het loket naar het water aan. De ervaring leert dat meestal voor de laatste optie gekozen wordt, aangezien het zwembad niet altijd voldoende personeel of tijd voor heeft om de eerste optie voldoende op te volgen. Ook wanneer men voor de tweede mogelijkheid kiest, dienen er nog
bepaalde afspraken gemaakt te worden: waar kan de hond veilig achtergelaten worden, op welke momenten komt men het best zwemmen (drukke momenten dienen vermeden te worden), is er een mogelijkheid om een aparte baan te voorzien (aanpassingen op het einde de lengte zijn niet nodig, een blinde kan de afstand goed inschatten). Tot slot kan men aan het loket info ophangen met betrekking tot het internationale teken van visuele handicap in de sport. De meeste blinden dragen een badmuts met dat teken er op, onder andere als herkenning voor de redders maar het is zinvol dat alle zwemmers weet hebben van dat teken. Vanuit de Afdeling Toezicht Volksgezondheid reageert Gerrit Tilborghs dat als men een bader verplicht zich te douchen, het vreemd zou zijn als men akkoord zou gaan om honden toe te laten. Het standpunt is dan ook duidelijk: geen honden in het zwembad en dat omwille van hygiënische redenen. Rudy Calders Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Antwerpen Marjolein van Poppel stafmedewerker ISB Trefwoord(en): ISB-congres, zwembad, Vlarem, reglementen
Met dank aan: Jan Bongaerts, Jo Lambert, Marc Gerrits, Marie-Jeanne Nachtergaele, Gerrit Tilborghs. Marie-Jeanne Nachtergaele - Gerrit Tilborghs 98