Impulssubsidies onder de loep Informatie en inspiratie rond het uitvoeringsbesluit omtrent impulssubidies Net voor het zomerreces op 18 juli jl. keurde de Vlaamse Regering het ontwerp1 van het uitvoeringsbesluit omtrent de impulssubsidies goed. Hiermee wordt er zo goed als definitief duidelijkheid geschept over de spelregels van het vijfde thema/hoofdstuk voor de sportbeleidsplannen in het kader van het Decreet Sport voor Allen-beleid. Met 0,8 euro per inwoner aan middelen zullen namelijk initiatieven genomen moeten worden om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders in de sportclubs te verbeteren. Dit betekent dat lokale besturen tijdens de komende herfst moeten inzetten op het opmaken van een plan, willen ze de geboden middelen goed benutten. Gezien de strakke timing (plannen moeten na advies van de sportraad op de gemeenteraad worden goedgekeurd tegen 31.12.08) proberen we de sportdiensten maximaal te ondersteunen en begeleiden. Met deze folder spelen we kort op de bal.
Enerzijds geven we informatie en duiding bij de bepalingen in het uitvoeringsbesluit. Anderzijds geven we inspiratie om dit Vlaams beleidsaccent met aandacht voor lokale eigenheid optimaal in te vullen. Inspiratie komt zowel van gemeenten met reeds concrete plannen of interessante bestaande initiatieven, als van het aanbod van andere actoren in het sportlandschap, waarop gemeenten kunnen inspelen. Gemeenten zijn namelijk het best geplaatst om in het lokale sportlandschap coördinerend op te treden om zo de clubs te ondersteunen. 1 Wij hopen dan ook dat deze folder nuttig is om in interactie met het lokale sportveld (sportraad, verenigingen, …) aan de slag te gaan. Tijdens de infosessies van de komende weken volgt er nog extra toelichting en is er ruimte voor vragen en ervaringsuitwisseling. Veel succes !
Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw (ISB) Plezantstraat 266 - 9100 Sint-Niklaas T: 03/780.91.00 – F: 03/780.91.09 www.isbvzw.be
1 Van zodra het uitvoeringsbesluit definitief wordt goedgekeurd, zullen de gemeenten hiervan op de hoogte gebracht worden. Eventuele wijzigingen t.o.v. het ontwerp van het uivoeringsbesluit waarop deze folder is gebaseerd, zullen desgevallend meegedeeld worden.
Inhoud - De impulssubsidies in een notendop p.2 - Veel gestelde vragen
p.4
- Tips en inspirerende cases
p.5
Impulssubsidies Voor de periode 2009 – 2013 koos de Vlaamse Regering als beleidsprioriteit ‘de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in de sportverenigingen, aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie’. De beleidsdoelstelling die de Vlaamse Regering met de impulssubsidie beoogt, is het verkrijgen van meer en hoger sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren, actief in meer erkende sportverenigingen. In wat volgt geven we de grote lijnen mee en halen we een aantal aandachtspunten aan en dat zowel inhoudelijk als beleidsplanmatig.
Enkele begrippen
2
Om begripsverwarring te voorkomen, worden in het uitvoeringsbesluit enkele termen afgebakend: • Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar; • Jeugdsportbegeleider: sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in een erkende sportvereniging; • Jeugdsportcoördinator: een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coordineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak; • Erkende sportvereniging: een sportvereniging die is aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie en die erkend is door het gemeentebestuur. ! Deze bepaling treedt pas in werking op 01/01/2010, tot dan kunnen ook sportverenigingen die niet aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie in aanmerking komen voor impulssubsidie.
Subsidievoorwaarden Enkel de 280 gemeenten in het Nederlandstalige gebied die een sportbeleidsplan indienden dat goedgekeurd werd, en dus de beleidssubsidie genieten, kunnen een aanvraag voor het verkrijgen van de impulssubsidie indienen. Ook de 7 Vlaamse gemeenten die uitstel gevraagd hebben voor de indiening
van hun sportbeleidsplan, kunnen nog instappen in de impulssubsidie na goedkeuring van hun SBP. Zoals reeds eerder bekend was, dient er daartoe een afzonderlijk inhoudelijk ‘vijfde’ hoofdstuk opgenomen te worden in het sportbeleidsplan. Net als bij de opmaak van het volledige sportbeleidsplan, dient dit bijkomende hoofdstuk op basis van een interactieve bestuursstijl tot stand te komen. Info over de opbouw van dat hoofdstuk vindt u verderop. Om in aanmerking te komen voor de impulssubsidie dienen de maatregelen en acties rechtstreeks gericht te zijn op: - Verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider zelf en dat inzake de begeleiding op het sporttechnische, tactische of sociaal-pedagogische vlak; - Verhoging van de kwaliteit van de jeugdsportcoördinator zelf en dat inzake de coördinatie van het jeugdsportbeleid in de sportvereniging op het sporttechnische, beleidsmatige, sociaal-pedagogische en organisatorische vlak; - De verhoging van het aantal en van de sportkwalificatie van de jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren; - De verhoging van het aantal erkende sportverenigingen die werken met sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en die beschikken over een jeugdsportcoordinator.
Verder dient er bij de invulling van het impulsbeleid expliciet aandacht te gaan naar aspecten van ethisch en medisch verantwoorde sportbeoefening.
Mogelijkheden In het uitvoeringsbesluit staan de mogelijkheden vermeld waarbinnen de initiatieven in het kader van de impulssubsidies moeten passen. De impulssubsidie kan besteed worden aan directe financiële ondersteuning van de erkende sportvereniging en aan eigen initiatieven van de gemeente. Maar, de meerderheid van de impulssubsidie moet ofwel jaarlijks ofwel verdeeld over meerdere jaren van het impulsbeleid 2009 – 2013 besteed worden aan de directe financiële ondersteuning van de sportverenigingen. Financiële ondersteuning van de sportverenigingen Wanneer de gemeente kiest voor directe financiële ondersteuning van de erkende sportvereniging, dient de verdeling van de subsidies te gebeuren op basis van een subsidiereglement of -reglementen met kwaliteitscriteria1. De kwaliteitscriteria dienen betrekking te hebben op: - Scholing: het behalen door de jeugdsportbegeleider/-coördinator van een sportspecifiek diploma of attest van of erkend door de Vlaamse Trainersschool; - Bijscholing: het volgen van bijscholingen door de jeugdsportbegeleider/-coördinator; - Bijscholing: het organiseren van bijscholingen voor de eigen jeugdsportbegeleiders; - Het belonen voor het aantal actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders; - Het beschikken over een actieve jeugdsportcoördinator; - Het geheel of gedeeltelijk vergoeden van loonkosten van
1 Voor de subsidiereglementen in het kader van de impulssubsidie dienen de subsidies volledig (100%) op basis van kwalitatieve criteria verdeeld te worden (in tegenstelling tot de subsidies in het kader van hoofdstuk 1 van het sportbeleidsplan waar minstens de meerderheid (min. 51%) verdeeld moet worden op basis van kwalitatieve criteria).
in een notendop sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders/-coördinatoren; - Andere initiatieven die voldoen aan de beleidsprioriteit en de subsidievoorwaarden. Komt niet in aanmerking: subsidies voor enerzijds infrastructuur en materiaal en anderzijds jeugdsportbegeleiding of jeugdsport in het algemeen. De subsidiereglementen dienen aan Bloso bezorgd te worden in het jaar voorafgaand aan het jaar dat ze van toepassing zijn. Dus ofwel bij het hoofdstuk over de impulssubsidie ofwel bij het jaarlijks verslag dat ingediend wordt voorafgaand aan het toepassingsjaar. Als de subsidiereglementen wijzigen, moeten ze bij het jaarlijks verslag worden gevoegd. Eigen initiatieven van de gemeente Wanneer de gemeente kiest om zelf initiatieven te nemen in het kader van de beleidsprioriteit, dan komen de volgende uitgaven in aanmerking: - Scholing: Uitgaven voor het behalen door de jeugsportbegeleider/ -coördinator van een sportspecifiek diploma of attest van of erkend door de Vlaamse Trainersschool; - Bijscholing: Uitgaven voor het organiseren van bijscholingen, gevolgd door de jeugdsportbegeleider/ -coördinator; - Personeel: Uitgaven voor het aanstellen van sportgekwalificeerde jeugsportbegeleiders en -coördinatoren op voorwaarde dat die actief de functie uitoefenen in de sportvereniging zelf; - Uitgaven voor initiatieven die leiden tot nieuwe jeugsportbegeleiders/ -coördinatoren of die de drop-out van actieve jeugsportbegeleiders/ -coördinatoren tegengaan; - Onderzoek: uitgaven in 2009 voor onderzoek tijdens het werkingsjaar 2009;
- Andere initiatieven die voldoen aan de beleidsprioriteit en de subsidievoorwaarden. Komt niet in aanmerking: uitgaven voor enerzijds infrastructuur en materiaal en anderzijds jeugdsportbegeleiding of jeugdsport in het algemeen
Praktisch Bijkomend inhoudelijk hoofdstuk Het afzonderlijk inhoudelijk ‘vijfde’ hoofdstuk voor het impulsbeleid dat aan het sportbeleidsplan wordt toegevoegd, dient volgende elementen te bevatten: 1. Gegevensanalyse De analyse en duiding van de gegevens (op basis van de in het kader van het sportbeleidsplan verzamelde gegevens over de structuren van de gemeente met betrekking tot sport en de onderlinge samenhang ervan, over de externe sportactoren die een rol spelen in het gemeentelijke sportbeleid en over de voor het gemeentelijk sportbeleid relevante noden en behoeften) met het oog op de te formuleren doelstellingen. 2. Doelstellingen De strategische doelstellingen en de bijhorende operationele doelstellingen inzake het impulsbeleid. Per doelstelling dienen het beoogde resultaat en de indicatoren2 vermeld te worden. In de indicatoren moeten onder andere volgende elementen opgenomen worden: - Aantal jeugdsportbegeleiders; - Aantal jeugdsportcoördinatoren; - Sportkwalificatie van jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren; - Aantal sportverenigingen met jeugdsportbegeleiders of met een jeugdsportcoördinator.
3. Plan van aanpak Per operationele doelstelling dient een omschrijving van de maatregelen met de bijhorende timing en begroting weergegeven te worden. 4. Evaluatie De tussentijdse en de eindevaluatie van het impulsbeleid lopen gelijktijdig en volgens dezelfde procedure als die van het sportbeleidsplan. Subsidieprocedure • Hoofdstuk impulssubsidie Het hoofdstuk van het sportbeleidsplan over het impulsbeleid 2009 – 2013 dient samen met het advies van de gemeentelijke sportraad voor 31/12/2008 door het college ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Het college stuurt het door de gemeenteraad goedgekeurde hoofdstuk uiterlijk 10 dagen na goedkeuring op naar het Bloso. Het gemeentebestuur bezorgt een kopie van het goedgekeurde hoofdstuk aan de gemeentelijke sportraad en maakt het bekend bij de inwoners en de betrokken erkende sportverenigingen. • Jaarlijkse verslag3 In het jaarlijkse verslag inzake de beleidssubsidie wordt een extra onderdeel opgenomen over de impulssubsidies met: - Een inhoudelijk verslag van de maatregelen aangevuld met gerealiseerde acties per maatregel; - Een afrekeningsstaat met vermelding van de artikels waarop de uitgaven geboekt staan en waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden; - Een verslag van de monitoring van de indicatoren.
2 In tegenstelling tot de bepalingen van de hoofdstukken voor de beleidssubsidies waar men ‘eventueel’ de indicatoren kon vermelden, moet men in het hoofdstuk voor de impulssubsidie de indicatoren vermelden. 3 Voor het jaarlijkse verslag zal Bloso formulieren ter beschikking stellen. Het jaarlijkse verslag voor de impulssubsidie 2009 moet ingediend worden voor 1 september 2010.
3
Veel gestelde vragen Mogen de middelen gebruikt worden voor materiaal of infrastructuur voor de jeugdwerking van sportverenigingen?
Hoe mogen de middelen verdeeld worden over eigen gemeentelijke initiatieven en directe subsidies aan sportverenigingen?
Neen. De middelen mogen niet gebruikt worden voor materiaal of infrastructuur (huur, bouw, ...) voor de jeugdwerking van clubs, ze dienen voor maatregelen gericht op de jeugdsportbegeleider en -coördinator.
Maatregelen binnen de impulssubsidies kunnen via 2 sporen ingevuld worden: via gemeentelijke initiatieven en via directe subsidie van sportverenigingen. Via beide sporen moeten de maatregelen steeds rechtstreeks gericht zijn op de kwaliteitsverhoging van de jeugdsportbegeleider in de sportclub. De meerderheid (dus min. 51%) van de impulssubsidies moet via directe subsidie via een (of meerdere) subsidiereglement(en) naar de sportverenigingen gaan. Deze ‘meerderheid’ kan zowel op jaarbasis bekeken worden als over de termijn 2009-2013.
Onze gemeente krijgt in 2008 geen aanvulling op het sportbeleidsplan klaar. Kunnen wij uitstel aanvragen ?
4
Gemeenten kunnen 1 jaar uitstel aanvragen. Het gemeentebestuur dient dit uitstel aan te vragen voor 31.12.08 bij het Bloso samen met een positief advies van de sportraad. Men ontvangt dan in 2009 geen impulssubsidies, maar wel van 2010 t.e.m. 2013. Dit op basis van een aanvulling op het beleidsplan dat men dan goed laat keuren op de gemeenteraad voor 31.12.09 en daarna binnen de 10 dagen aan Bloso bezorgt. Gemeenten die in aanmerking komen voor overgangssubsidies, verliezen deze in 2009 indien zij uitstel vragen voor de impulssubsidies. Wanneer ontvangt men de middelen? Men ontvangt 90% van de middelen jaarlijks tijdens het 2de trimester (voor het eerst in 2009 en zo jaarlijks t.e.m. 2013). De rest ontvangt men (na goedkeuring van het jaarverslag) voor 31.12 van het jaar dat volgt.
Voorbeeld, een gemeente heeft een budget van 10.000 euro impulssubsidies: • Mogelijkheid 1: Elk jaar geeft men bv. 5.100 euro aan de sportverenigingen op basis van een reglement en organiseert men vanuit de gemeente initiatieven met een budget van 4.900 euro. • Mogelijkheid 2: In 2009 en 2010 organiseert de gemeente zelf diverse initiatieven ten goede van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders in de sportvereniging met jaarlijks een budget van 10.000 euro. In 2011, 2012 en 2013 wordt jaarlijks 10.000 euro via subsidies aan de clubs gegeven. Dit betekent dat voor 2009-2013 er 20.000 euro aan gemeentelijke initiatieven is besteed en 30.000 euro via subsidies naar clubs ging. • Allerlei variaties mogelijk ... Belangrijk is wel dat jaarlijks het budget 0,8 euro/inwoner wordt besteed. Men kan het budget van een bepaald jaar niet sparen tot een volgend jaar. Mogen de impulssubsidies volledig via een subsidiereglement naar de sportclubs gaan ?
Ja, je kan er als gemeente voor kiezen het volledige bedrag van de impulssubsidies via een subsidiereglement aan de sportclubs te geven. De subsidies dienen wel volledig op basis van kwaliteitscriteria verdeeld te worden, zoals criteria m.b.t. het behalen van een sportspecifiek diploma of VTS-attest, het volgen van bijscholingen, het organiseren van bijscholingen voor de jeugdsportbegeleiders in de club, het aantal actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders, het beschikken over een actieve jeugdcoördinator, het vergoeden van loonkost van sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en/of coördinatoren ... Indien men in 2009 de middelen van de impulssubsidies via een subsidiereglement wil besteden, dient men in 2008 zijn reglement klaar te hebben. Om in 2009 subsidies uit te betalen op basis van het nieuwe/ aangepast reglement dienen op begrotingstechnisch gebied in 2008 immers al een aantal stappen ondernomen te worden. Daarenboven kunnen de sportverenigingen zo tijdig op de hoogte gebracht worden van het subsidiereglement, de spelregels zijn vooraf gekend. Indien de sportverenigingen op de criteria van het reglement willen inspelen, hebben ze op deze manier de tijd om hun werking aan te passen aan de nieuwe subsidievoorwaarden. Mag de gemeente iemand in dienst nemen en als jeugdcoördinator aanstellen in 1 of meerdere clubs ? Ja, dit is een van de mogelijkheden om de impulssubsidies te benutten. De gemeenten kan iemand in dienst nemen en deze als jeugdcoördinator in een of meerdere clubs actief laten zijn. Belangrijk is dat deze persoon in de club(s) zelf actief is.
Tips en inspirerende cases Eigen opleiding tot assistent-jeugdsportbegeleider Om voldoende gekwalificeerde lesgevers te hebben voor de eigen activiteiten organiseert de Bornemse sportdienst al meer dan twintig jaar een opleiding ‘assistent-jeugdsportbegeleider’. Een leuk neveneffect is dat deze assistent-jeugdsportbegeleiders ook hun weg vinden naar het verenigingsleven. De opleiding duurt een week en is zeer praktijkgericht. Gedurende 4 dagen wordt er elke voormiddag theorie gebracht en na de middag praktijk. De theorie richt zich tot methodiek, EHBO, hoe omgaan met kinderen met een handicap, hoe verplaatsen met groepen in het verkeer, spelregels, enz. Tijdens het praktische gedeelte worden de kandidaten geconfronteerd met reele situaties en met groepen kinderen. Op vrijdag is er een examen om het kaf van het koren te scheiden. De opleiding wordt gegeven door eigen personeel, aangevuld met een deskundige uit de gehandicaptensport en een verkeersdeskundige, die de gemeente gratis hun diensten verlenen. De administratieve kost voor de syllabus bedraagt vijf euro voor het maken van kopieën. De accommodaties waar de opleiding plaatsvindt zijn in eigen beheer, welke bijgevolg geen extra kosten geven. Dan rest er nog de feestelijke diploma-uitreiking. In totaal komt dit neer op 15 euro per persoon. Er wordt een kleine bijdrage aan inschrijvingsgeld gevraagd die wordt gehanteerd als drempel om zo enkel echt gemotiveerde kandidaten aan te trekken. Deze assistent-jeugdsportbegeleiders worden ideaal opgeleid voor het begeleiden van groepen kinderen, om toezicht te houden, een eenvoudig spel te begeleiden, enz. Voor sportinitiatie en -training moet men natuurlijk een beroep doen op initiators en geschoolde trainers. Als een trainer/coach zich enkel dient te concentreren op het sporttechnisch en pedagogisch aspect en ontlast wordt van toezichts- en begeleidingstaken door de opgeleide monitoren, kan dit de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider en de training enkel ten goede komen. Gemeenten kunnen een soortgelijke vorming/bijscholing organiseren voor de jeugdsportbegeleiders van de lokale clubs, waarbij de organisatiekosten gedekt worden door de impulssubsidies.
De impulssubsidies zijn subsidies op relatief korte termijn, hou daar rekening mee bij het uitdenken van de initiatieven die je in dit kader neemt.
Werk samen met buurgemeenten (eventueel binnen regio- of burensportdiensten). Zo kun je middelen bundelen, grotere initiatieven nemen, maar ook een ruimer publiek bereiken (vb. 1 volleybalclub versus 5 …).
Subsidiereglement impulssubsidies Voor het opmaken van zowel het SBP 2008-2013 als het vernieuwde subsidiereglement, maakte Schilde gebruik van een heterogeen samengestelde werkgroep. Sommige keuzes m.b.t. het subsidiereglement worden in beperkte kring gemaakt en worden daarna bekrachtigd door de hele werkgroep. Bij de opmaak van het sportbeleidsplan bepaalde Schilde reeds dat ze de jeugdsport een zet wil geven en de drempel voor opleidingen voor de jeugdsportbegeleider wil verlagen. De doelstelling om een geschoold jeugdkader te bereiken d.m.v. specifiek geschoolde jeugdtrainers en opleidingen in Schilde stimuleert het subsidiebeleid. Het subsidiereglement in het kader van de impulssubsidies behandelt de volgende 3 thema’s omtrent de geschoolde jeugdsportbegeleider die kwaliteitsverhoging in de hand werken: a) aantal behaalde diploma’s en niveau, b) scholing die up to date is aan de hand van gevolgde nascholingen, c) het hebben van een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider of –coördinator.
Beleidsplanningstips voor het extra hoofdstuk Over gegevensanalyse: - Werk je met een knelpunten- en behoeftennota? • Maak dan met de stuurgroep een keuze van die knelpunten en/of behoeften waaraan je gaat werken i.p.v. een ellenlange lijst van álle mogelijke problemen; • Kies dan eventueel ook enkele vaststellingen die je doet (bepaalde trends, feiten, aanwezigheid bepaalde infrastructuur, interessante lopende projecten, …) om op in te spelen bij je doelstellingen. Zo vermijd je dat je alleen bezig bent met knelpunten en behoeften die vaak van uit een negatieve benadering of probleem worden geformuleerd; - De methodiek van een SWOT-analyse werkt volwaardig als je ook een confrontatiematrix maakt, waarin je sterkten combineert met kansen, zwakten met kansen, enzovoort. Om de combinaties te maken kan je je vragen stellen als Hoe kunnen we extra investeren in sterkte X?, Hoe verbeteren we zwakte Y?, Hoe benutten we kans Z?; - Schrijf bij een confrontatiematrix de combinaties (S1-K2, Z2-K4, …) uit in beleidsuitdagingen, dit is veel helderder en maakt je plan leesbaarder. Over doelstellingen: - Doelstellingen geven weer wat je wilt bereiken, niet wat je gaat doen. Formuleer je doelstellingen dus resultaatgericht en, indien mogelijk, vanuit het oogpunt van de sportclub, jeugdsportbegeleider of jeugdsportcoördinator. Dus niet ‘de gemeente voorziet een aanbod van vier opleidingen’, maar wel ‘jeugdsportbegeleiders kunnen vier keer per jaar deelnemen aan een opleiding’ of nog sterker ‘jeugdsportbegeleiders nemen jaarlijks deel aan minstens twee opleidingen’; - Je dient indicatoren te vermelden bij je doelstellingen. Streef er naar om ook een meetnorm te vermelden. Zeg niet alleen wat je gaat meten, maar bepaal ook een streefnorm op maat van de gemeente of stad. Over de maatregelen: - Doelstellingen geven aan wat je wilt bereiken, maatregelen zeggen wat je effectief gaat doen; - Gezien de afbakening van het thema zullen de maatregelen automatisch vrij concreet zijn, dit betekent echter niet dat je effectief je acties voor 2012 moet vermelden aangezien je jaarlijks het plan kunt aanvullen of bijsturen. Over de financiële prognose: De aanvullingen van je plan moeten gaan over de periode 2009 – 2013. Je moet dus voor deze periode een financiële prognose doen op het niveau van de operationele doelstellingen. Onderstaand schema kan nuttig zijn: 2009 2010 2011 2012 2013 ... € ... € ... € ... € ... €
5
Een jeugdsportcoördinator in de clubs in dienst bij de gemeente Met 70.000 inwoners en een jaarlijkse impulssubsidie van 0,8 euro per inwoner, beschikt de stad Hasselt hiervoor jaarlijks over een bedrag van ongeveer 56.000 euro. De bedoeling in Hasselt is om gedurende minstens 2 jaar, misschien 3, een sportgekwalificeerde werkkracht (Bachelor/Master LO) aan te werven. De taak van deze nieuwe werkkracht is in de Hasseltse sportclubs, waar nog geen sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator aanwezig is of in samenwerking met de bestaande coördinator, de taak van jeugdsportcoordinator opnemen met als doel de kwaliteit van de jeugsportbegeleiders te verhogen. Hij/zij zal in de clubs initiatieven nemen conform het decreet en de uitvoeringsbesluiten van het impulsbeleid (in de club informatie overbrengen, trainers begeleiden en ondersteunen, vergaderingen begeleiden, …). Om deze jeugdsportcoördinator te financieren is ongeveer 60% van de ontvangen impulssubsidie nodig (€ 33.600). De resterende 40% (€ 22.400) zal aan de sportclubs worden verdeeld via een nieuw op te stellen subsidiereglement. De criteria voor dit subsidiereglement dienen allemaal kwalitatief te zijn. Gedurende de periode 2011 (begin of medio) tot 2013 zullen er meer subsidies naar de sportclubs gaan en minder naar de aangestelde jeugdsportcoördinator. In 2013 dient Hasselt immers aan de Vlaamse overheid te bewijzen dat meer dan 50% van de impulssubsidies via een kwalitatief subsidiereglement naar de sportclubs is gegaan. De opzet van de Afdeling Sport Hasselt is om de sportclubs in de eerste helft van de impulssubsidieperiode (2009-2011) een ernstige ruggensteun te bieden d.m.v. een jeugdsportcoördinator in de Hasseltse sportclubs, in dienst van de gemeente. Deze jeugdsportcoördinator moet in de eerste periode van de impulssubsidie de jeugdsportbegeleiders in de clubs begeleiden en opleiden zodat in de tweede periode van de impulssubsidie (2011-2013) enkele sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders van de clubs de taak van jeugdsportcoördinator kunnen overnemen en bestendigen voor de toekomst.
6 Neem de eerste jaren van de beleidsperiode initiatieven als gemeente (organiseer vormingen, zet zelf een coördinator in, …) en geef de club zo de kans om meer en betere trainers te vormen. Beloon de laatste jaren deze inspanningen via subsidies.
Jeugdsportbegeleiders • Geef de clubs de kans om een gasttrainer uit te nodigen in hun club. Dit kan eventueel een ‘top’-trainer uit een ‘gewone’ club uit een buurgemeente zijn. Subsidieer of kom tussen in de vergoeding voor deze persoon en de eventuele organisatiekosten. • Een cursus volgen kost meer dan enkel het cursusgeld. Kom bv. tussen in de vervoers- of verblijfskosten. • Clubs kunnen hun jeugdsportbegeleider niet missen of jeugdsportbegeleiders kunnen zich niet vrijmaken van hun training om cursus te volgen? Organiseer en financier een pool van vervangtrainers voor jeugdsportbegeleiders die op cursus zijn. • Voorzie (in overleg met organisaties/federaties en de sportclubs) sporttechnische en pedagogische opleidingen voor de jeugdsportbegeleider. • Organiseer activiteiten en vormingen (in samenwerking met federaties en/of andere gemeenten), bv. een lokale ‘Dag van de Jeugdsportbegeleider’. • Bouw om de sportverenigingen te ondersteunen bij de zoektocht naar jeugdsportbegeleiders een ‘regionale’ databank uit met gediplomeerde jeugdsportbegeleiders.
Meet de kwaliteit van de initiatieven en stuur eventueel bij.
Overlegplatform voor jeugdsportcoördinatoren In het kader van de impulssubsidies zullen in Harelbeke infosessies en vormingen ingericht worden die de jeugdsportcoördinatoren van de clubs een klare kijk geven rond diverse aspecten zoals het jeugdsportbeleid, management, accommodaties, … In overleg met de verschillende sportclubs wil men hier een overlegplatform opstarten, zodat de jeugdsportcoördinatoren een aantal keer per jaar kunnen samenkomen om verschillende punten omtrent jeugdsportbegeleiding te behandelen. Dit platform is een ideale manier om ervaringen uit te wisselen en om eventuele problemen op te lossen, zodat er sneller en effectiever kan worden gewerkt. Samen zou een jeugdsportactieplan worden opgesteld, waarin verschillende facetten van jeugdsportbegeleiding aan bod komen (sporttechnisch, fysiek, fairplay, mentaliteit,…). Een samenkomst van dit platform kan ook een studiebezoek aan een goedwerkende jeugdsportclub zijn. De organisatiekosten van dit overlegplatform passen binnen de impulssubsidies in de vorm van vormings- of bijscholingsmomenten. Een jeugdsportcoördinator actief in verschillende Harelbeekse clubs en via Vlabus aangesteld door de gemeente zal in de clubs de taak van jeugdsportcoördinator opnemen, dit ev. in samenwerking met een reeds aanwezige coördinator in de club. Deze persoon, aangesteld door de gemeente, zal o.a. aandacht geven aan de organisatie van bijscholingen of begeleiding van de jeugdsportbegeleiders in de clubs rond de aspecten behandeld op het overlegplatform. Hij/ zij werkt in diverse clubs en heeft echter ook een belangrijke rol op vlak van afstemming en coördinatie tussen clubs. Hij/zij zorgt zo ook voor de verslaggeving van het platform en rapporteert naar de clubs en de sportraad toe en werkt samen met de sportdienst.
Ruim BVLO-aanbod voor de jeugdsportcoördinator De Bond voor Lichamelijke Opvoeding biedt verschillende mogelijkheden aan om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders in de sportclubs of sportdiensten te verhogen: zij organiseren op regelmatige basis nascholingen, congressen en studiedagen over diverse thema’s rond sporttechnische, didactische, pedagogische en ethische thema’s, specifiek gericht naar de jeugdsportbegeleiders en de trainers. In deze bijscholingen worden de thema’s zowel op een theoretische als een praktijkgerichte manier uitgewerkt. BVLO biedt zelf een aanbod navormingscursussen aan, maar organiseert ook vraaggestuurde cursussen. Door hun knowhow in deze materie, wordt de (jeugd)sportbegeleider in contact gebracht met docenten en experts binnen verschillende werkdomeinen in de sport. In nauwe samenspraak wordt een nascholing uitgewerkt. De praktische en financiële organisatie ligt in handen van BVLO. Via het Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding worden technische publicaties in het domein van de sport op de markt gebracht. De uitgaven van het Publicatiefonds voor LO zijn een werkinstrument en bieden de jeugdsportbegeleider een degelijke ondersteuning in zijn/haar begeleidings- en trainingsopdracht. Door het betalen van de BVLO-navormingsbijdrage krijgt de jeugdsportbegeleider de mogelijkheid om de nascholingen aan verminderd tarief te volgen en krijgen zij korting op publicaties. Daarenboven ontvangt men het driemaandelijks vaktijdschrift ‘Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding’ met theoretische en praktijkgerichte artikels over actuele thema’s: een schat aan up-to-date informatie voor de jeugdsportbegeleider/trainer. Via de website www.bvlo.be kan men op de hoogte blijven van alle initiatieven van BVLO en bijkomende informatie vinden.
Een intergemeentelijke samenwerking De Sportregio Vlaams-Brabantse Ardennen is een samenwerkingsverband tussen de provinciale sportdienst, 7 VlaamsBrabantse gemeenten, Bloso en SVS. Deze regiowerking steunt op duidelijke afspraken tussen het provinciebestuur en de gemeenten. Het is zeker functioneel om als regio samen te werken en op die manier de verkregen middelen efficiënter te kunnen gebruiken. De Sportregio Vlaams-Brabantse Ardennen fungeert als organisator voor de kwaliteitsgerichte projecten met de impulssubsidies. De regiocoördinator heeft hierbij de coördinerende en ondersteunende taak. Een contract tussen de deelnemende gemeentes en de Sportregio Vlaams-Brabantse Ardennen beschrijft duidelijke afspraken voor de uitvoering van deze opdracht. De verschillende sportdiensten van deze gemeenten nemen hun volle verantwoordelijkheid op als werkend lid van de sportregio en werken deze acties samen uit. Elke deelnemende gemeente tekent in voor de impulssubsidie. Er is reeds een voorstel van mogelijke acties opgesteld, die zijn specifiek gericht op de jeugdsportcoördinatoren, op de jeugdsportbegeleiders of op allebei. Zo zal men jeugdsportcoördinatoren opleiden tot het kunnen opmaken van een jeugdsportbeleidsplan, hen specifieke bestuurstechnische vormingen aanbieden, … De jeugdsportbegeleiders zullen sporttechnische en pedagogische opleidingen en vormingen kunnen volgen, alsook zou er jaarlijks een ‘Dag van de Jeugdsportbegeleider’ worden georganiseerd. Zowel de jeugdsportbegeleider als de jeugdsportcoördinator zullen genieten van ondersteuning op vlak van medisch en ethisch verantwoord sporten. Deze Sportregio VlaamsBrabantse Ardennen is reeds bestaand. Het is echter mogelijk om iets dergelijks te realiseren op kleinere schaal om zodoende efficiënter te kunnen werken. Het maken van concrete afspraken is hierbij dan ook onontbeerlijk.
Je wilt streven naar een jeugdsportcoördinator in een of meerdere clubs. Start met deze in dienst van de gemeente te nemen, maar bouw de inbreng van de gemeente systematisch af. Elk jaar bv. 20% meer te betalen door de club(s) zelf.
Ontwikkel een nieuwsbrief voor jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren met allerhande relevante informatie.
Met subsidiëring kun je enerzijds sportverenigingen aanzetten tot het nemen van initiatieven die kaderen in het thema van de impulssubsidies, anderzijds kun je de verenigingen via deze weg belonen voor de geleverde inspanningen en resultaten.
Ondersteun de jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren inzake medisch en ethisch verantwoord sporten.
Neem als gemeente initiatieven of subsidieer clubs om initiatieven te nemen om nieuwe jeugdsportbegeleiders te werven (campagne, promo-momenten vb. in secundaire scholen, folder, …)
Je hebt nog geen volledig beeld van de problemen in de clubs of drempels om cursussen te volgen? Voer in het eerste jaar (2009) met een deel van je middelen een onderzoek uit naar de noden en behoeften. Zet bv. een jobstudent in om gegevens te verzamelen.
Initiatieven van de Vlaamse Trainersschool • De Vlaamse Trainersschool (VTS) zal vanaf 2009 voor een aantal sporttakken een instapniveau als pilootproject inrichten, om zo via een laagdrempelige instap meer mensen te motiveren om door te stromen naar de opleiding Initiator. Op instapniveau ondersteunt deze pré-initiator het organiseren en aanleren van sportspecifieke bewegingsvaardigheden aan sporters, waarbij hij vooral rekening houdt met sportspecifieke veiligheidsaspecten en elementaire basisreglementen. Hij kan sporters enkel begeleiden onder het toezicht van een hoger opgeleide aanwezige lesgever. Deze opleiding wordt als één module van 16 uren georganiseerd en is toegankelijk vanaf 16 jaar. Wie slaagt, behaalt een VTS-attest dat in aanmerking kan komen voor subsidiëring van de sportclubs op lokaal vlak. De cursussen volgen het opleidingsprogramma van VTS en worden gegeven door docenten erkend door VTS. De organisatie gebeurt hetzij door de gemeente, hetzij door de sportfederatie. Zij dragen alle kosten, maar kunnen zelf het inschrijvingsgeld bepalen. De sporttakken tennis, badminton, gymnastiek, zwemmen, volleybal en paardrijden maakten hun interesse al kenbaar. • Verder wordt er binnen de VTS met een aantal experts overlegd hoe een specifieke sporttakoverschrijdende opleiding voor jeugdsportcoördinatoren zo efficiënt en kwaliteitsvol mogelijk kan worden uitgewerkt. Bedoeling is dat het een aanvullende opleiding voor de sporttakspecifiek gekwalificeerde trainers wordt. Een pilootproject hiervoor volgt in het najaar 2009. • De vraag voor het organiseren van cursussen op verschillende niveaus dient gesteld te worden aan de Directeur Sportkaderopleiding (DSKO) van de betrokken sporttak. Houd er rekening mee dat de planning ongeveer een jaar op voorhand voorbereid wordt, tijdig aanvragen is de boodschap. Uitzonderlijk kunnen er door de VTS erkende cursussen georganiseerd worden. Meer informatie onder de rubriek ‘VTSdigitaal’ op www.bloso.be/vts. • De VTS organiseert sportkaderopleidingen in diverse sporttakken en op verschillende niveaus, startende vanaf Initiator tot Trainer A. Daarnaast heeft ze een opleidingsaanbod om sporters met een handicap, senioren en recreatieve sporters te begeleiden. Ook begeleidingsgerichte opleidingen en beroepsgerichte opleidingen worden aangeboden. Het volledige programma kan geconsulteerd worden op www.bloso.be/vts onder de rubriek ‘aanbod’. • Een toekomstige uitdaging voor de VTS is de samenwerking met de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) uitbreiden met de organisatie van de opleidingen Trainer B – UEFA B (2009) en Trainer A – UEFA A niveau (2010). De initiatieven voor de jeugdsportbegeleiders, actief in clubs van de KBVB, komen tot nader order slechts tot en met 2009 en als de voetbalbond splitst ook erna in aanmerking voor ondersteuning in het kader van de impulssubsidies. • Een tweede vooruitzicht is om vanaf 2009 alle deelnemers aan de opleidingscursussen te bevragen (IKZ) om de kwaliteit van het aanbod daar waar nodig aan te passen. In het kader van het Vlaamse Kwalificatiedecreet zal de Vlaamse Trainersschool voor elk aangeboden opleidingsniveau de competenties, conform de in Europa geldende methode, uitschrijven en indien nodig de opleidingsstramienen van zijn cursussen hieraan aanpassen.
Alle gemeenten kunnen ten allen tijde hun ideeën kwijt op ons forum op onze website (www.isbvzw.be). Interessant om elkaar te informeren, inspireren, motiveren,…
7
Vier concrete suggesties van VLABUS
De Vlaamse Sportfederatie (VSF)
In het kader van het Sport voor Allen-decreet, doet de vzw Vlabus concrete suggesties van samenwerking met de gemeentebesturen omtrent het hoofdstuk over de impulssubsidies. Vlabus stelt vier initiatieven voor. Een eerste is om het pilootproject sportclubs van Vlabus i.s.m. de Vlaamse en provinciale overheid (aan voordelig tarief sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders inschakelen) vanaf 2009 naadloos laten overlopen in de impulssubsidies. (Alle info over het pilootproject sportclubs is te vinden op www. vlabus.be). Een tweede suggestie is om subsidies te geven aan de sportclubs of samenwerkende sportclubs die legale tewerkstelling aan de hand van facturen kunnen voorleggen. Gemeenten kunnen ook jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren die actief zijn in de sportclubs zelf in dienst nemen teneinde de sportclubs te steunen, waarbij Vlabus als instrument kan gebruikt worden. Als laatste kunnen vormingen en informatiesessies over tewerkstelling in de sportsector gesubsidieerd worden.
De VSF ondersteunt in de eerste plaats ook de klassieke initiatieven, zoals het belonen van goede jeugdsportverenigingen voor een goede ratio jeugdtrainers/jeugdleden en het hebben van een jeugdcoördinator. Jeugdcoördinatoren kunnen bovendien de spil zijn van een goede jeugdcel-werking. De technische leerlijnen uitgezet door de federaties kunnen een leidraad zijn voor de taak van de coördinator of de begeleiding van de jeugdtrainers. Via de impulssubsidies kan er ook ondersteuning geboden worden om VTS-cursussen lokaal te organiseren in samenwerking met de Vlaamse Trainersschool en de federaties. Ook sporttakoverschrijdende cursussen over EHBO of voeding kunnen gestimuleerd worden. Bovendien kunnen initiaties in bepaalde sporttakken (bv. oriëntatielopen) nuttig zijn voor trainers van diverse sporten. Sommige federaties organiseren ook opleidingsweekends. Jeugdsportbegeleiders en of –coördinatoren kunnen ook ondersteund of extra opgeleid worden in specifieke domeinen zoals talentdetectie of het geven van initiaties. Trainers kunnen vergoed of ondersteund worden om vanuit de club initiaties te geven. De VSF zal de komende periode nog initiatieven van federaties bundelen en hun stimuleren om hun aanbod af te stemmen op de kwaliteitsverbetering van jeugdsportbegeleiders en –coördinatoren in het kader van de impulssubsidies. www.vlaamsesportfederatie.be
Sportfederaties De gemeente kan een jeugdsportcoördinator op de eigen loonlijst in dienst nemen, die actief is in verschillende sportclubs en vanuit de clubs ook zorgt voor coördinatie en samenwerking. Ook de clubs kunnen een coordinator in dienst nemen (op eigen loonlijst is in theorie mogelijk, maar in praktijk zal er wellicht geen club zijn met personeel in dienst, of via Vlabus) en de gemeente kan dan het loon of de Vlabusvergoeding subsidieren. Beide opties zijn mogelijk.
Heel wat Vlaamse sportfederaties hebben en specifiek aanbod omtrent jeugdsportbegeleiders en –coördinatoren. Het loont de moeite om na te gaan welke initiatieven zij nemen en hoe je daar als gemeente in het kader van de impulssubsidies op kan inspelen. We lijsten er alvast enkele voor u op: - GymnastiekFederatie: IKGym-label. Dit sportspecifiek evaluatie- en registratiesysteem kan een leidraad zijn voor de taak van de jeugdsportcoördiniator. - Vlaamse Volleybalbond: licentieverplichting coaches. De impulssubsidie kan gehanteerd worden voor de deelname van de trainers aan erkende opleidingen en het behalen van een VTSdiploma. - Vlaamse Atletiekliga: jeugdinitiatietrainingen. Clubs kunnen dit aanvragen als extra vorming voor de jeugdsportbegeleider in de club teneinde zijn/haar kennis en kwaliteit te verbreden. - Vlaamse Basketballiga: steunpuntcoördinator. Deze begeleidt de jeugdsportcoördinator binnen erkende basketbalclubs. - Vlaamse Badmintonliga: jeugdbadminton+. Via kwaliteitslabels en miniprojecten binnen de jeugdsportwerking, die de clubs kunnen aanvragen, wordt het jeugdsportbeleid in de clubs ondersteund. Jeugdsportbegeleiders van clubs kunnen via de impulssubsidies via vorming of bijscholing hierover geïnformeerd of voor opgeleid worden.
Nederlandse Verenigingsmanagers vertaald naar de Vlaamse context 8
Het PRinS-project is een initiatief van NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie), VWS (Volksgezondheid, Welzijn & Sport) en Randstad. PRinS staat voor PRofessionalisering in de Sport en is een project dat van start ging in 2002 en gedurende een pilootperiode van 5 jaar de sportclubs via verenigingsmanagers begeleidde naar een kwaliteitsverhoging. Hetgeen deze verenigingsmanager doet is enigszins vergelijkbaar en vertaalbaar naar de jeugdsportcoördinator in een Vlaamse sportclub en kan inspiratie geven voor zijn/haar taakinvulling. Enkele succesfactoren die men na deze pilootperiode ondervond zijn: het opstarten van regionale samenwerkingsverbanden, de introductie van nieuwe doelgroepen, het ontstaan van nieuwe projecten zoals ‘open dag’, het aantrekken van nieuwe leden, de verhoging van vrijwilligers (o.a. ouders), het structureren van werkgroepen,… Enkele tips voor toekomstige verenigingsmanagers/jeugdsportcoördinatoren: goede randvoorwaarden en afspraken zijn noodzakelijk, stel een werkplan op (werkzaamheden afbakenen), vooraf bekend zijn met de betrokken vereniging(en), plan een vast werkoverleg tussen de coördinator en het bestuur (voorzitter), focus op de regie en minder op de uitvoering.
Jeugdsportcoördinatoren • Als gemeente kun je iemand in dienst nemen en deze persoon als jeugdsportcoördinator aanstellen in één of meerdere clubs. • Infosessies of vormingen voorzien voor de jeugdcoördinatoren rond allerhande aspecten inzake het jeugdsportbeleid (binnen een/meerdere club(s)). • Bied de jeugdsportcoördinator specifieke bestuurstechnische vormingen aan. • Richt een overlegforum op voor de jeugdsportcoördinatoren onder leiding van een overkoepelende jeugdsportcoördinator.
Colofon Redactie: David Nassen, Marjolein van Poppel, Elien Veys Met medewerking van: Marc Vlogaert (Sportdienst Bornem) – Luc Mercken (Sportdienst Hasselt) – Frank Malisse (Sportdienst Harelbeke) – Bert Remmerie (Sportdienst Huldenberg) – Katrien Vanfraechem (Sportdienst Tervuren) – Fee Vanhille (Sportdienst Schilde) – Stefan Bourgeois (Sportdienst Schilde) – Line Dumoulin (BVLO) – Liliane Roegies (Vlabus) – Vlaamse Trainersschool (Paul Eliaerts) – Luc de Leenheer (VVB) – Toon Jannis (VAL) – Brecht Lattré (GymFed) – Vlaamse Basketliga – Tom Poppe (Vlaamse Sportfederatie) – Jelle Vanbiervliet (Vlaamse Sportfederatie) V.U. Dany Punie, Plezantstraat 266, 9100 Sint-Niklaas Druk en vormgeving: Geers Offset NV, www.geers-offset.com