Zuidelijke taferelen in het hoge noorden
Tijdens mijn dagelijkse cappuccino op vakantie aan het indrukwekkend mooie Lago Maggiore had ik eigenlijk al besloten dat het anders moet. ʻLess is moreʼ heette mijn vorige Ojol. En niet voor niets. Ik had een week de tijd nodig in Italië om bij te komen van werkstress, hartkloppingen en andere ongezonde zaken. Belachelijk. Waar had ik me allemaal druk om gemaakt? Uiteindelijk om helemaal niks! Dat gevoel moest ik vasthouden, besloot ik... Eenmaal thuis klopte de buitenwereld al weer dwingend en dringend op mijn uitpuilende emaildoos. Wurgende agenda-zaken en ʻniet te missenʼ belangrijke dingen. Zo stond met hoge prioriteit afgelopen zaterdag een repetitie in onze hoofdstad op het schema. “Je moet er bij zijn, zonder jou kunnen we niet verderʼ, zoiets. Maar er stond ook nog iets anders te knipperen in mijn inbox: een unieke tocht met de onvolprezen avonturiers van Vloot Friesland over het wad richting Schier..... De weerberichten voor zaterdag werden mooier en mooier. 30 graden, een mooi koeltje, wolkeloze luchten met her en der een verdwaalde windveer, kortom: de mooiste dag sinds jaren..... En ik besloot datgene te doen waar ze in het warme zuiden veel beter in zijn dan in dit koude, kille noorden. Voor even stapte ik vol verve in de rol van onbezonnen zuiderling. Ik keerde Merkel, Jan-Kees en mijn bijdrage aan het inperken van ons financiëringstekort de rug toe, melde mij met een zwierige mail af voor de repetitie, bond de Ojol achter de auto en reisde met 8 andere jollen af richting Lauwersoog....
Cock van der Leden had de avond ervoor al onze trouwe rescueboot naar het wad getrokken en aldaar ons netwerk uitgebreid met de zeer gastvrije werf Jansma, alwaar wij per helling te water konden gaan voor een schijntje. Om het ware wadgevoel te onderstrepen behoorde daarbij ook een tocht met zʼn allen door de zeesluis. Wat een prachtig gezicht. 9 jollen kriskras door elkaar tussen de grote jongens, die dit unieke schouwspel met een mengeling van verbazing en lichte irritatie (niemand had een stootwil bij zich en alles ging op spierkracht) letterlijk aan zich voorbij zagen trekken. Het water steeg en de spanning ook. Toch een beetje kriebels in de buik van zoʼn nieuw gebied met stroomsnelheden die we op het Sneekermeer niet snel zullen tegen komen. De deuren piepten, kraakten en zwaaiden langzaam open. Als een oud theater wat enigszins blasé zijn eeuwigdurend toneelstuk openbaart aan alweer een nieuw en nieuwsgierig publiek. Al peddelend en meeliftend met anderen, (lang leve Ria, Claire en Jelle ,onze hoffotograaf, in de rescue) gleden we door de machtige sluisdeuren het weidse wad op. # Eenmaal voorbij het havenhoofd, met de zeiltjes omhoog, overviel ons allemaal een ongekend gelukzalig gevoel. Een gevoel wat een beetje landrot waarschijnlijk nooit zal begrijpen. Maar voor alle anderen: tel op je liefde voor het water, de lol in je jol, de oogstrelende vergezichten van ons eigen meanderende werelderfgoed, een zon zoals we maar zelden zien en een lichte koelte die stevig genoeg doorstaat om de stroom te trotseren!!! De geluksfactor die daar de som van is, valt met geen pen te beschrijven. Dan rest slechts de jaloersmakende zin: je had er bij moeten zijn! Inmiddels had Anton Wachter zich als reisleider opgeworpen en ging het met ruime wind door geulen, over platen, langs uitertonnen en wuivende staken richting de haven van Schiermonnikoog. Een wedstrijd was het niet, al zit het ons natuurlijk in het bloed om toch dat stroompje en die ene vlaag mee te pikken zodat je met een glimlach weer voorbij je reisgenoten glijdt.........
Uiteindelijk waren we met een uurtje op Schier. De havenmeester had dit vreemde stel al van verre zien aankomen en wachtte de jollen met een brede glimlach op. Touwtjes werden aangepakt, verval ingeschat en daarna toog het bonte gezelschap richting dorp en terras. Anton onderstreepte het onverschrokken karakter van deze zonnige avonturiers door en passant nog even een hond van de verdrinkingsnood te redden, onder dankbetuigingen van de bezorgde eigenaar van de angstige viervoeter.
De lunch mocht niet te lang duren, want het water was inmiddels alweer rap aan het zakken. Maar ja, biertjes, verfrissend fris, lekker broodjes en mooie dames op het terras hielpen niet mee aan het behalen van de beoogde vertrektijd. Eenmaal weer terug in de haven was het water aan een serieuze afdaling begonnen en moest het hele stel als de wiedeweerga in de bootjes om voortijdige stranding te voorkomen. Het was daarbij even zoeken naar de geul. De prikken staan daar aan stuurboord toch......of was het bakboord....? En zo liep menigeen al snel vast. Niks aan de hand. Zwaardje omhoog, roertje op twintig voor twaalf en los is de jol. De rescue ging als bezemboot achter de vloot aan, maar bleek zelf nog het meest diep te steken. Claire moest zelfs uit de rescue om de boel vlot te trekken. Het was een machtig gevoel om al laverend door het piepkleine geultje naar buiten te rommelen. Af en toe werd de grond aan getikt, maar gelukkig stond hier de stroom naar buiten zodat elke slag meer winst opleverde dan normaal. Zoeken, kijken, schuren en genieten. De voorsten wachtten vlak bij de diepere geul op de rest, staande naast de jol, met het zoute water op volle kracht spoelend langs de behaarde benen.
Eenmaal met zʼn allen op dieper water, werd de terugreis ingezet. Al snel werd de kentering gepasseerd en kreeg de hele bups 3 knopen stroom tegen. Gelukkig haalde de wind aan en kon er zelfs stevig worden gehangen. Na enkele slagen leek de haven van Lauwersoog in 1 keer te bezeilen, zei het hoog aan de wind. Luut van der Zee liep als vanouds weer uit op het hele stel. En zo borrelde het wedstrijdbloed toch weer naar hogere waarden en zette de rest verbeten de achtervolging in. Een perfecte koers om al trimmend te kijken hoe je uitloopt, dan wel wordt ingelopen. Ook mooi om te zien dat ik zelf bijvoorbeeld op Anton uitloop als ik vol kan zeilen, maar ik toch echt moet inleveren als het doorwaait en moet lozen. Toch ook maar eens zoʼn permanente bierhouder installeren in mijn boot........
En zo kwamen we na zoʼn twee uur zeilen weer veilig tussen de havenhoofden van Lauwersoog terecht. Timing is alles, zeggen wij in de muziek. Zo ook aldaar. De sluis opende gelijk haar deuren, als een moeder die haar opgewonden kinderen weer omarmt na hun eerste dag op de grote school. En zo stoven we met zʼn allen rap naar binnen. Hans de Haas was in de ogen van de sluismeester iets al te rap, want die besloot naar binnen te zeilen. Mag niet, wist hij ook wel, maar ja het ging zo lekker. Ook Klaas Plaatje volgde zijn voorbeeld en werd daarmee door een licht geïrriteerde sluismeester op zʼn kop gezeten. Letterlijk, want de beste man liet met iets te veel ongeduld de brug in de sluis dalen. Het kostte Klaas helaas zijn vaantje, maar gelukkig niet zijn humeur. Dat gold zelfs voor Hans de Haas, die bij het uitvaren van de sluis bijkans geplet werd door een joekel van een schokker met een blinde hampelman aan boord die Hans zijn mooie bootje klaarblijkelijk niet voor vol aan wilde zien. Moet je niet doen bij Hans. Het kwam hem op een fikse reprimande te staan, ondersteund door een luid koor van verontwaardigde Ojolzeilers. Hans ging hem nadien nog na in de rescueboot, maar de man speelde stommetje geheel overeenkomstig zijn actie in de sluis......
De dag werd afgesloten met een laatste gezamenlijk krachtinspanning, omdat de bootjes ook weer op de trailer moesten en de helling buitengewoon stijl was. Maar niks kon het algehele goede humeur meer bederven. Het was een mooie dag en het bleef een mooie dag. Uniek zelfs. Soms zit alles mee. En dit was zoʼn dag. Een historische dag voor Vloot Friesland. Niet te evenaren. Ok, ik draaf een beetje door. Tja. Dat krijg je met die zuidelijke types........ Jan Tekstra NED 655