Investeren in Ontwikkeling
Het Noorden als laboratorium Noordelijke ambities voor cultuur in de periode 2005-2008
1
1
Inleiding
In 2004 zal de rijksoverheid een nieuwe cultuurnota vaststellen voor de periode 2005-2008. De staatssecretaris voor cultuur wil provincies (IPO) en gemeenten (VNG) in het voorbereidingstraject nauw betrekken en heeft daarom deze overheden uitgenodigd hun visie te geven op de culturele infrastructuur in de regio. Als overheden in het Noorden geven wij hieraan graag gehoor met onderstaande visie waarover wij met de uitvoerenden in het culturele veld reeds overleg hebben gevoerd. 1.1 Het noordelijk cultureel klimaat Het Noorden kan gekwalificeerd worden als een inspirerende cultuuromgeving voor zowel makers als genieters van kunst. De belangrijkste kenmerken van het Noorden zijn de meertaligheid en de uitgestrektheid van het gebied gecombineerd met een aantal middelgrote steden en één grootstedelijk centrum met een internationaal kunstaanbod. Beide kenmerken bepalen mede de huidige culturele infrastructuur. De kracht van het Noorden is dat de aandacht voor cultuur zowel in de steden als daar buiten groot is, te meten aan het podiumbezoek, het bibliotheekgebruik en lidmaatschap van culturele verenigingen. Het Noorden scoort hier hoger dan andere regio’s in Nederland 1 . Ook de kwaliteit van de kunstbeoefening door degenen die niet hun eerste beroep van kunst maken, is hoogstaand. Verder kan geconstateerd worden dat veel instellingen en kunstenaars in het Noorden producties en exposities leveren van hoge kwaliteit en dat eigenzinnigheid gewaardeerd wordt. Dit laatste leidt tot waardevolle aanzetten tot vernieuwing. Men is internationaal georiënteerd, wij wijzen hierbij onder andere op de contacten van Terschellings Oerol, Noorderlicht, de noordelijke filmfestivals en Take Root, de internationale coproducties van het Grand Theatre, de internationale tentoonstellingen van het Groninger Museum, Galili Dance, Eurosonic en Tryater. Mede als gevolg van de infrastructuur, waarbij veel voorzieningen een landsdelig karakter hebben, is gezamenlijk optrekken al jarenlang een goed voorbeeld van samenwerken tussen instellingen in Noord Nederland. Tenslotte steken de overheden in het Noorden verhoudings gewijze veel middelen en energie in cultuur 2 . Wat dit laatste punt betreft: juist op het terrein van cultuur werken de noordelijke overheden goed samen. De gezamenlijke inspanningen voor het cultureel erfgoed, dat in het Noorden een belangrijke plaats inneemt, zijn daarvan een goed voorbeeld. In de afgelopen periode hebben we de toegankelijkheid tot het verleden van het Noorden met succes kunnen vergroten met bijvoorbeeld het Noordelijk Audiovisueel Archief. Een ander voorbeeld van samenwerking is dat wij in hebben gezet op het versterken van de noordelijke productiefunctie. Zo financieren we gezamenlijk het regionale deel van de subsidie aan Noorderlicht en hebben we een budget gereserveerd van waaruit we niet alleen potentieel interessante producenten meerjarig ondersteunen, maar ook de noordelijke Rijksinstellingen in staat stellen speciaal voor het Noorden producties te maken. Het Noorden heeft echter ook te maken met ontbrekende schakels in de infrastructuur. De mogelijkheden voor het benutten van talent en de verdere ontwikkeling daarvan zijn in het Noorden zelf gering. Er is een onvolledig aanbod van opleidingen. De kansen die er liggen om de rijkdom aan cultureel erfgoed in het noorden voor publiek te ontsluiten worden onvoldoende benut. Daarnaast leveren de opdrachtenmarkt en de kunstmarkt weinig verdiensten op en zijn er in verhouding met de Randstad relatief weinig grote bedrijven, zodat een alliantie met de zogenaamde 'derde geldstroom' lastig is. Daar komt bij dat in het Noorden relatief weinig Rijkscultuurgelden terechtkomen. Dit geldt zowel voor de structurele bijdragen vanuit het Ministerie als de incidentele vanuit de nationale fondsen. Aanvragers ontvangen bovendien meestal een lager budget dan vergelijkbare initiatieven uit de Randstad. De financiële fundamenten voor de culturele instellingen in het Noorden zijn als gevolg van dit alles maar net voldoende om de huidige kwaliteit te garanderen. De ontwikkeling, de dynamiek in de cultuursector is met de groep rijksinstellingen en een aantal grote instellingen die het Noorden 1
Zie bijvoorbeeld voor het bezoek aan gesubsidieerd toneel Hans van Maanen, Het Nederlandse Toneelbestel van 1945 tot 1995, Amsterdam (1997), p. 217. 2 Carla van Deijck-Hofmeester en Willem-Jan Raijmakers: De provincie: partner in cultuurbeleid, naar een gebiedsgewijze en integrale aanpak; Utrecht (1996); p. 26-27.
2
zelf financiert, voor het Noorden te gering. Het ontbreekt ons aan voldoende middelen voor experimenten, waardoor de potentie als broedplaats voor nieuwe ontwikkelingen onvoldoende benut wordt. Dat is een gemiste kans gezien het feit dat eigenzinnigheid in het Noorden gewaardeerd wordt en leeft. Dit laatste hiaat hebben wij als uitgangspunt genomen voor onze visie: Investeren in ontwikkeling; Het Noorden als Laboratorium.
2
Visie
Zoals gezegd bestaat er in het Noorden een inspirerend cultuurklimaat. Voortbordurend op de eigenzinnigheid van de regio is het onze ambitie om hierbinnen de mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe ideeën (experimenten) en samenwerkingsvormen te vergroten en nieuwe initiatieven voor en door kunstenaars te stimuleren. Hiermee willen we aan de bestaande infrastructuur een dynamische impuls geven en willen we het mogelijk maken dat nieuwe initiatieven makkelijker naar boven komen drijven. De bestaande topvoorzieningen hebben hierin, gezien hun brede uitstraling en kwaliteit, een trekkersrol. Wij pleiten dus zowel voor versterking van de bestaande instellingen in het Noorden als voor het vergroten van de ontwikkelingsmogelijkheden in het Noorden. Dit vanuit de gedachte dat indien in Nederland spreiding van cultuurvoorzieningen serieus wordt genomen dit ook betekent dat de dynamiek en ontwikkeling van de cultuursector niet alleen in de grootste centra van het land gevestigd moeten zijn. Onze regio kent een achterstand wat betreft die dynamiek en daarom is een extra inspanning nodig bovenop het in stand houden van enkele nationale voorzieningen. De excentrische ligging van het Noorden is een sterk punt die de laboratoriumstatus van ons landsdeel tot een logische keuze maakt: juist hier kun je concepten ontwikkelen, nieuwe vormen zoeken en experimenteren met spannende publieksbenaderingen. Belangrijke atomen binnen het laboratorium zijn 'uitwisseling' en 'samenwerking'. Hierdoor ontstaan nieuwe denkbeelden en interessante cross-overs. In de popmuziek en de nieuwe media hebben crossovers hun vernieuwingswaarde bewezen. De mogelijkheden hiertoe willen we voor àlle sectoren van de kunst en cultuur in het Noorden versterken. Het Noorden moet de functie van laboratorium niet uitsluitend vervullen voor noordelijke kunstenaars. Door de uitwisseling van kunstenaars, zowel op landelijk als internationaal niveau krijgt het experimentele cultuurklimaat in het Noorden vitale impulsen. In onze visie is 'artist in residence' een belangrijk instrument om 'uitwisseling' te bewerkstelligen. Door ontmoeting met kunstenaars uit andere landsdelen en het buitenland levert het laboratorium Noord-Nederland een belangrijke bijdrage aan vernieuwing in Nederland. Voor kunstenaars en publiek is dat interessant. Bovengenoemde uitwisseling krijgt een extra impuls indien kunstenaars en instellingen intensief samenwerken; ook interdisciplinair, zoals bijvoorbeeld tussen kunsten en ruimtelijke ordening of tussen erfgoed en de kunsten. Samengevat gaat onze cultuurvisie uit van de kracht van uitwisseling en samenwerking, gericht op experiment en nieuwe initiatieven. 3
Verantwoordelijkheden
Overheden hebben verschillende verantwoordelijkheden op het gebied van cultuur die elkaar moeten aanvullen (en versterken). Wij vinden dat het Rijk vooral voorwaarden moet scheppen om producties en producten van hoogwaardige kwaliteit mogelijk te maken. Wij als regionale overheden richten ons, naast de professionele kunsten, op de basis van de infrastructuur: de spreiding van cultuurgoederen, de amateurkunst, cultuureducatie, jeugdtheater en het cultureel erfgoed. Soms lopen deze verschillende verantwoordelijkheden in elkaar over. Met Erfgoed Bereikbaar bijvoorbeeld levert het rijk samen met de provincies een belangrijke impuls aan de toegankelijkheid van het noordelijk cultureel erfgoed. Wij
3
dragen zelf bij aan het budget van instellingen die van landelijke betekenis zijn (bijv. Noorderzon, Anna Blamanhuis, Noorderlicht, Theater Citadel). Bij sommige musea draagt het Rijk bij (Nationaal Keramiekmuseum Het Princessehof, FLMD3 , Nationaal Rijtuigmuseum en Herinneringcentrum Kamp Westerbork), maar voor de drie grote musea van het Noorden zijn wij volledig verantwoordelijk. Investeren in ontwikkeling vraagt echter om gezamenlijke inspanningen van het Rijk en de noordelijke overheden. 3.1 Het Rijk: Topvoorzieningen De voorzieningen die onder de (mede) verantwoordelijkheid van het Rijk vallen vormen voor de kunsten de kern van de culturele infrastructuur. Zij leveren in het Noorden producties en exposities van nationale en internationale kwaliteit. Van al deze instellingen gaat ook een inspirerende werking uit op potentiële talenten in het Noorden. Binnen de huidige middelen is er echter te weinig ruimte voor experimenten. 3.2 De Noordelijke overheden: Basisinfrastructuur Voor de basis van de culturele infrastructuur zijn wij als regionale overheden in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Wij financieren de podia waar kunstproducties genoten kunnen worden (kunstenaars initiatieven, musea, schouwburgen, etc..) en zijn verantwoordelijk voor de spreiding van de kunsten door middel van cultuureducatie en amateur-voorzieningen. Ook financieren wij locale kunstproducties die zich voornamelijk op podia in wijken of dorpen richten. Om onze visie gestalte te geven, willen wij onze investeringen op het gebied van de infrastructuur intensiveren. In de overtuiging dat vernieuwing een nauwe samenhang vertoont met het aanbod van opleidingen, heeft het Noorden reeds hierin geïnvesteerd, zoals met de academie voor popcultuur, de opstart van de academie voor showdance en de jeugd dansopleiding. Wij willen dit aanbod versterken met een alternatieve theateropleiding. Daarnaast zijn er in het Noorden initiatieven voor de ontwikkeling van artist-in-residence die wij verder willen bestendigen. Tenslotte willen we gaan kijken hoe we de popcultuur in het Noorden kunnen versterken, aangezien popmuziek een belangrijke aanjager is van vernieuwing. Wij zien hier voor enkele festivals, zoals Eurosonic, een belangrijke taak weggelegd. Ook zien wij een belangrijke rol weggelegd voor de regionale omroepen als producenten en verspreiders van culturele uitingen voor een breed publiek. Wij vragen het Rijk op basis van onze visie om de verantwoordelijkheid voor deze topvoorzieningen uit te bouwen, waardoor een volwaardige financiering ontstaat en experimenten meer kansen krijgen. Hiermee wordt het Noorden in staat gesteld om de beoogde 'broedplaatsfunctie' uit te bouwen. De topvoorzieningen hebben een uitstraling naar de basis infrastructuur en vervullen in die zin een trekkersrol in het ontwikkelen van de laboratoriumfunctie. 4
Realisatie
4.1 Noordelijk Productie Fonds De ontwikkeling van het laboratorium Noord Nederland willen wij krachtig stimuleren door het instellen van een speciaal fonds, het Noordelijk Productie Fonds. Dit fonds heeft als doel het productieklimaat in het Noorden te versterken, door het koesteren van ontwikkelingspotentie, het stimuleren van nieuwe initiatieven, experimenten, cross-overs en interdisciplinaire projecten. Het Fonds zal kunstenaars en instellingen (regionaal, landelijk, maar ook internationaal) de mogelijkheid bieden om zich gedurende een bepaalde periode in het Noorden te ontwikkelen. Dat doet het fonds door: A. het mogelijk maken om beeldend en podiumkunstenaars in een "artist-in-residence" of via productiehuizen voor een bepaalde periode in het Noorden te laten werken. Juist door ook aandacht te schenken aan landelijke en internationale uitwisselingen ontstaat dynamiek in het noordelijk laboratorium. De werkplaatsen en productiehuizen hebben hierin een ondersteunende 3
Thans onderdeel van Tresoar.
4
functie voor talentontwikkeling. Die ondersteuning zou vanuit het Fonds mede gefaciliteerd moeten worden; B. Het vervullen van een ondersteunende functie ten aanzien van instellingen of activiteiten die een grote regionale betekenis hebben alsmede de potentie hebben om te groeien naar landelijk kwaliteitsniveau. C. Samenwerking tussen de rijksinstellingen in het Noorden en samenwerking van deze instellingen met andere instellingen binnen de noordelijke culturele infrastructuur te stimuleren. Wij vragen het rijk om samen met ons aan dit fonds bij te dragen. Wij zijn bereid het fonds te voeden met een budget van € 1.000.000,-- per jaar. We verzoeken het rijk een zelfde bedrag beschikbaar te stellen, zodat de totale omvang van het fonds € 2.000.000,-- per jaar bedraagt. Over de werkwijze van het fonds willen we nader met u overleg voeren. 4.2 Opleidin gen De opleidingsmogelijkheden in onze regio zijn nauw verbonden met onze visie op het Noorden als laboratorium. De kunstvakopleidingen zijn van belang voor de ontwikkeling van talenten. Van opleidingen gaat een stimulans uit naar allerlei nieuwe culturele initiatieven. We willen in ons beleid dan ook nadrukkelijker aansluiten bij de opleidingen die in onze regio aanwezig zijn. Daarnaast juichen wij de vestiging van nieuwe en bijzondere opleidingen in onze regio toe, zoals de eerder genoemde academie voor showdance en de academie voor popcultuur. Vanuit onze flexibele budgetten willen we meer samenwerkingsprojecten op dit terrein ondersteunen. Ook willen wij een experimentele theateropleiding ontwikkelen. Wij denken aan opleidingen die een duidelijk gezicht kunnen tonen en verbonden zijn met gezelschappen die in het Noorden hun sporen verdiend hebben. Het spreekt voor zich dat bij elke vorm van opleiding kwaliteit het leidende principe zal zijn. 4.3 Werkplaatsen en productiehuizen Binnen de podiumkunsten wordt de talentontwikkeling en experiment gekoppeld aan werkplaatsen en productiehuizen. Zij hebben derhalve een belangrijke rol binnen onze visie op het Noorden als laboratorium. We pleiten voor uitbreiding van deze functie binnen de noordelijke culturele infrastructuur waar nu alleen het Grand Theatre in Groningen als permanent productiehuis functioneert (naast haar podiumfunctie). Uitbouw van de productiefunctie van de festivals Noorderzon en Terschellings Oerol zou een belangrijke impuls voor het laboratorium Noord-Nederland betekenen. Daarnaast kunnen wij ons veel voorstellen bij een mobiele productiefaciliteit die overal in het Noorden gericht kan worden ingezet. 5
Amateurkunst en jeugdtheater
Wij zien de mogelijkheden voor het publiek in het Noorden om in aanraking te komen met cultuur en daaraan actief deel te nemen als basis van de culturele infrastructuur. Daarvoor is het belangrijk dat het publiek op de hoogte is van het aanbod en van de mogelijkheden om zichzelf te ontplooien. Concreet gaat het hier vooral om amateurkunst en jeugdtheater. Op het gebied van amateurkunst ontwikkelen wij een sluitend systeem waardoor iedereen kan kennismaken met cultuur en zich daarin kan verdiepen. Talentscouts selecteren potentiële talenten uit de brede groepen van beoefenaars. In jeugdwerkplaatsen en productiekernen kunnen deze talenten verder tot wasdom komen. Wat betreft het jeugdtheater willen we onderzoeken hoe we nog meer interessante producties in het Noorden kunnen krijgen, bijvoorbeeld door het ontwikkele n van meer productiekernen van jeugd- en jongerentheater. Om ons hiervoor de ruimte te geven vragen wij de rijksoverheid een grotere verantwoordelijkheid te nemen voor het jeugdtheater van bijzondere kwaliteit dat in onze regio aanwezig is.
5
6
Samenvatte nd
Wij zijn overtuigd van de kwaliteit van de Noordelijke culturele infrastructuur en die van de Noordelijke instellingen in het bijzonder en nemen die kwaliteit als uitgangspunt voor onze ambities. Wij zetten in op het versterken van de mogelijkheden voor experiment. Wij willen het Noorden als laboratorium voor nieuwe initiatieven op de kaart zetten. Het Noorden kan dat niet alleen. Wij vragen van het rijk om extra inzet voor de bestaande instellingen, aangezien deze een trekkersrol vervullen in het ontwikkelen van de laboratoriumfunctie. Wij als noordelijke provincies zetten daar een inzet voor de basisinfrastructuur tegenover. In de overtuiging dat vernieuwing een nauwe samenhang vertoont met het aanbod aan opleidingen vragen wij van het Rijk financiële steun voor het ontwikkelen van een alternatieve theateropleiding en de werkplaatsen en productiehuizen in het Noorden. Tot slot vragen wij het rijk om co-financierder te worden van het Noordelijk Productie Fonds, het instrument om onze visie op het Noorden als laboratorium werkelijkheid te doen worden.
6