Zorgverzekeringsstelsel: Foute keuze. en:
Hoe te kiezen uit het vele aanbod
Door: Mr. Drs. J.G.C. van Schaik© Juridisch adviseur NVVR “de Wervelkolom”
====================== NVVR “de Wervelkolom”
Zorgverzekeringsstelsel: Foute keuze. En: hoe te kiezen uit het vele aanbod. In het onderstaande wil ik u wat handvatten aanreiken om - in het woud van aanbod van de vele verzekeraars - een juiste keuze te maken uit de diverse polissen, bij het al dan niet kiezen voor een eigen risico, voor aanvullende verzekeringen, en vooral: voor het kiezen van de juiste zorgverzekeraar. Dat doe ik aan het slot van een meer algemeen betoog over een verkeerde keuze die is gemaakt. Dat is de keuze van de politiek voor het stelsel dat per 1 januari ingaat. Een verkeerde keuze omdat met het nieuwe zorgverzekeringsstelsel de twee fundamentele gebreken die aan het systeem van de medische zorg kleven in Nederland namelijk niet aangepakt worden. Ook van de beoogde concurrentie, waarmee de overheid reclame maakt voor het nieuwe stelsel, zal daardoor weinig terecht kunnen komen. Kort samengevat (hieronder wordt e.e.a. nader toegelicht) zijn die twee fundamentele gebreken: 1. Zorg is in Nederland te lang bewust schaars gehouden en is daardoor onnodig duur. En in het nieuwe stelsel wordt de schaarste alleen maar groter, tenzij verzekerden op grote schaal gaan kiezen voor een restitutiepolis; 2. Zorg wordt in economische zin gezien - en door politici gepresenteerd - als louter een kostenpost. En te weinig als een - in potentie - aan het BBP bijdragende economische factor, die, zeker in het Europa van de 26, zelfs tot exportproduct van betekenis kan worden ontwikkeld. Ad 1. Zorgschaarste: In Nederland heerst zorgschaarste. Zo heeft Nederland maar 43 huisartsen op elke 100.000 inwoners, het laagste aantal van Europa. In Duitsland zijn dat er 106, in Frankrijk 161, en in België 184. De tijd en mogelijkheden die een huisarts - met zijn bijgevolg veel te grote praktijken - voor zijn patiënten heeft, zijn dan ook minimaal te noemen, en de huisarts is daardoor tot een doorverwijsstation verworden in Nederland. Met specialisten en ziekenhuizen is het al even droevig gesteld. In Nederland hebben wij per 100.000 inwoners nog niet de helft van het aantal specialisten dat men in Europa gemiddeld heeft. Alleen in “achterstandslanden” als Slovenië en Turkije is het aantal specialisten even laag als bij ons. Enkel voor wat betreft het aantal plastisch chirurgen scoren wij hoog: 11 per 100.000 inwoners, en we zijn daarmee tweede achter Denemarken. De plastisch chirurgen concurreren dan ook inmiddels met elkaar, en de prijs van een borstvergroting daalt in de Telegraafadvertenties dan ook met de dag.. Voor wat betreft de ziekenhuizen (algemeen en categoriaal) spreken de getallen ook al voor zich: In Nederland hebben wij slechts 383 ziekenhuisbedden voor elke 100.000 inwoners. Ook weer het kleinste aantal van Europa. Ter vergelijking maar weer: In België zijn dit er 692, in Frankrijk 809, en in Duitsland 888. Dit alles is overigens een gevolg van een doelbewust beleid geweest, dat al is ingezet in 19751976. Op grond van een toen verschenen studie van het Centraal Planbureau werden de premies voor ziektekostenverzekering en AWBZ door de - toen nog - Minister van Financiën zijnde Duisenberg verder in economische zin als “collectieve lasten” beschouwd. Daar valt in theoretische zin overigens wel het nodige op af te dingen. Vervoerskosten zien wij ook niet als collectieve lasten. Maar die opvatting is wel het startpunt geweest van een obsessief overheidsbeleid in de decennia daarna, dat enkel gericht was op beperking van het aanbod en een
NVVR “de Wervelkolom”
pag 2
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
restrictief prijsbeleid in de medische zorg. Medische zorg is daardoor thans een schaars en duur product geworden. Want wat schaars is, is per definitie duur. Dat geldt voor gezondheidszorg net zo goed als voor olie. Uit een net verschenen rapport van de OESO blijkt dat de Nederlandse artsen en specialisten de hoogste inkomens van de wereld hebben (inclusief die van de USA) en dat zou een rechtstreeks gevolg van die schaarste kunnen zijn. Schaarste die, als gezegd, bewust is gecreëerd en jarenlang in stand is gehouden, onder andere door beperking van het aantal opleidingsplaatsen voor artsen en specialisten, het verbieden van de stichting van private klinieken, en het terugbrengen van het aantal ziekenhuisbedden. En, last but not least, door de toegang tot buitenlandse ziekenhuizen en specialisten voor verzekerden te bemoeilijken. Binnen de EU is er immers aanbod genoeg, en een schaarstebeleid kun je niet voeren als een verzekerde vrij over de grens kan gaan winkelen. Dat “tegenhouden bij de grens” is dan hier ook nog vrolijk doorgegaan nadat, door een paar uitspraken van het Hof van Justitie van de EG (HvJEG) in Luxemburg, aan het einde van de negentiger jaren die vrije toegang voor verzekerden naar de zorgaanbieders in ander Lid-Staten werd vergemakkelijkt. De opstelling van de Nederlandse Staat bij die procedures spreekt op zich al boekdelen: die was (en het nieuwe stelsel is dat nog steeds) enkel gericht op het opwerpen van een IJzeren Gordijn rond Nederland voor hen die medische zorg behoeven. Minister Borst wist na die haar onwelvallige uitspraken van het HvJEG dan ook niet hoe snel ze de wachtlijsten, die een gevolg waren van het schaarste-beleid, moest wegwerken: de zorgverzekeraars kregen een half miljard om eenieder die belde met de opmerking dat hij met zijn knie, rug, of elleboog morgen al terecht kon in Antwerpen, Leuven, of Krefeld, “nog dezelfde dag” een plaats in een Nederlands ziekenhuis aan te kunnen bieden. Er is dus in de afgelopen jaren in werkelijkheid ook geen sprake van wegwerken van wachtlijsten geweest: alleen wie zijn mond open deed werd sneller geholpen. Dat, terwijl het gebruikmaken van de in de buurlanden voorhanden zijnde (en kwalitatief vaak veel betere) zorg met name voor grensbewoners zeer aantrekkelijk blijkt, maar ook voor hen die de wachttijden voor planbare operaties als een hernia of dotteren in dit land wil omzeilen. Nu men is gaan werken met de no-claim, en straks op veel groter schaal met eigen risico’s, en straks steeds meer zorg uit het standaardpakket wordt gelicht, gaat de prijs die voor een behandeling, voor medicatie, of voor hulpmiddelen wordt gerekend, daarbij straks ook nog eens een niet onbelangrijke factor vormen. Veel - hier zogenaamd: te dure - merkmedicijnen zijn over de grens soms wel 90% (!) goedkoper. En dankzij de invoering van DBC’s “doet” een simpel onderzoekje van de maag middels een scopie, waarbij je zo’n kijkslangetje inslikt, hier in Nederland inmiddels 680 euro. Dat zelfde onderzoek kost over de grens tussen de 60 en 80 euro. Scheelt toch aardig op je no-claim. In Nederland heb je die no-claim met zo’n maagonderzoek in een keer versnoept, terwijl degene die het onderzoek in Duitsland liet doen, nog steeds 185 euro van z’n no-claim terug krijgt. Als je over een Europese zorgpas beschikt (de zorgverzekeraars zijn verplicht die kosteloos aan elke, zowel ziekenfonds als particulier, verzekerde te verstrekken - alleen doen ze dat niet uit zichzelf, en moet je er meestal om vragen) worden die over de grens gemaakte kosten vaak ook gewoon rechtstreeks met de verzekeraar afgehandeld. Zelfs het tientje dat elke bezoeker van een Duits ziekenhuis - net als elke Duitser - maximaal per kwartaal verschuldigd is aan “eigen bijdrage”, of de eigen bijdrage die de Belg bij bepaalde behandelingen wordt berekend, krijg je zelf weer geheel terugbetaald van de zorgverzekeraar. De schaarste in het aanbod van zorg schept natuurlijk ook geen “drive” voor de leverancier van zorg om die meer concurrerend of goedkoper te maken, of beter van kwaliteit, of om te streven naar innovatie. Wie op een markt met voldoende aanbod nog omzet wil maken (denk aan de markt voor auto’s of voor mobieltjes) zal juist alles moeten doen om de kwaliteit zo hoog, en de prijs zo laag mogelijk te houden, en zal steeds met nieuwe extra’s moeten komen. Maar dat geldt niet voor de schaarse gezondheidszorg in Nederland. Daar is geen enkele noodzaak tot concurrentie NVVR “de Wervelkolom”
pag 3
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
bij de aanbieders, en wie verwacht dat het er beter op zal worden als verzekeraars massaal contracten kunnen gaan afsluiten met zorgverleners, en deze de ingekochte zorg vervolgens ook nog eens als verplicht af te nemen neringgoed, en dus als verplichte kost, bij de verzekerde door de keel kan duwen (en dat is het systeem van de standaard-naturapolis) zal zeker bedrogen uitkomen: Als verzekerde met een standaard-naturapolis heeft u immers helemaal niets meer in te brengen, en moet u naar de door de verzekeraar aangewezen arts of specialist. Omdat verzekeraars nauwelijks zorgverleners in het buitenland contracteren, kunt u in feite niet eens naar het buitenland voor zorg als u dat zou willen. En elke drive om op de toch al schaarse markt te komen met een beter product gaat in het nieuwe stelsel dus al helemaal verloren. Ik adviseer u dan ook om in elk geval geen naturapolis te nemen, maar de verzekeraar mede te delen dat u een restitutiepolis wilt. U blijft dan tenminste nog zelf baas over bij wie u zorg betrekt, doordat u zelf bepaalt naar welke arts of welke specialist of welk ziekenhuis u wilt. En dat nog wel in heel Europa. En macro-economisch - en dat leg ik hieronder nog uit -levert u er ook nog eens een bijdrage aan dat er wèl concurrentie gaat ontstaan, het aanbod van zorg wordt verruimd, en de kwaliteit daarvan omhoog zal gaan. Voor de zorgtoeslag en voor de prijs hoeft u dat niet te laten: Het ministerie verwacht dat de restitutiepolis op jaarbasis zo’n 50 euro duurder zal zijn. Verzekeraar DSW - die op 3 oktober als eerste met zijn premies op de proppen kwam - rekent voor zowel een naturapolis als een restitutiepolis dezelfde premie van 89 euro per maand, terwijl u met de restitutiepolis ook nog eens heel zorgverlenend Europa ten dienste staat. Hoogervorst en de verzekeraars staan vanzelfsprekend niet te springen om een grote vraag naar restitutiepolissen. Dat dwarsboomt hun pogingen u te dwingen met zo weinig mogelijk genoegen te nemen. Kennelijk hebben zij die polis, die enkel bedoeld was om te pogen het nieuwe stelsel “europa-proof” te houden, dan ook met name bedoeld voor de “happy few”. Zij proberen u en mij, als jan-met-de-pet, dan ook onder andere van de restitutiepolis af te houden door te komen met afschrikwekkende leuzen als: “dan is het niet zeker of de verzekeraar uw kosten wel vergoed”, of “dan moet u de nota van de specialist of het ziekenhuis eerst zelf betalen, en vervolgens vergoedt de verzekeraar u het betaalde”. Dat is gewoon niet waar, en enkel bedoeld om u bang te maken voor zo’n restitutiepolis. Net als bij de huidige particuliere verzekeringen gaat de nota naar de verzekeraar, en die betaalt de nota aan u of de behandelaar. Op de site van diverse zorgverzekeraars kunt u dat ook nalezen. Laat u dus vooral niet afschrikken door de “verplichting tot voorfinancieren” die u wordt geschetst - dat zal geen werkelijkheid zijn. U draagt er met een keuze voor de u voorgehouden worst van de naturapolis alleen maar aan bij dat de zorg in Nederland (kunstmatig) nog schaarser en dus nog duurder kan worden gehouden dan hij al is. Wij betalen inmiddels straks al de hoogste premie van heel Europa, en betalen met wat wij ook nog eens aan belasting, en aan eigen bijdragen, voor medische zorg op tafel leggen, straks per hoofd het meeste van heel Europa voor gezondheidszorg. Schrijnend is alleen dat maar een fractie van dat geld ook daadwerkelijk wordt besteed aan de “zorg en handen aan bed” en een onwaarschijnlijk hoog percentage blijft kleven aan vele tussenstations, organisaties, bemiddelaars, en aan de vingers van ambtenaren, verzekeraars, en de bureaucratie in het algemeen, en aan de vele “hotemetoten” in directies en overlegorganen. Ad 2. Exportkansen ? Als gezegd is zorg in de buurlanden veelal goedkoper, juist door het veel ruimere aanbod. Ziekenhuizen, specialisten en artsen, moeten daar ook meer “hun best doen”, en betere kwaliteit leveren. Doordat er genoeg van zijn, hebben artsen en specialisten er ook lagere inkomens (een huisarts in België bijvoorbeeld, verdient maar de helft van zijn Nederlandse collega). De keerzijde daarvan is dat er geen zestigurige werkweken gemaakt hoeven worden door artsen en specialisten, en er ook minder kansen op medische fouten ten gevolge van vermoeidheid of tijdsdruk bestaan. Wie ooit in een Belgisch of Duits ziekenhuis is geweest merkt dat niet alleen aan de zeer gastvrije en vriendelijke sfeer, maar ook aan de kwaliteit van de zorg en de tijd die NVVR “de Wervelkolom”
pag 4
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
men voor jou als patiënt heeft. Ook ziet men dat nieuwe technieken daardoor daar veel eerder hun intrede doen. Endoscopische operaties bijvoorbeeld waren daar al lang ingevoerd toen men er hier nog mee moest gaan “experimenteren”, net als bijvoorbeeld met het plaatsen van een kunstdiscus op de plaats van een versleten tussenwervelschijf in de rug. Voor zo een operatie naar België of Duitsland gaan heeft voor menigeen ook nog eens het verschil betekend tussen gewoon weer aan het werk kunnen, of terechtkomen in de (inmiddels ook al uitgeklede) WAO. De zorgverzekeraar bij ons hoeft niet op te draaien voor de uit te betalen WAO, dus die zal het een zorg zijn dat die goedkopere behandeling in Nederland de maatschappij uiteindelijk een veelvoud van het op de medische zorg bespaarde aan uitkeringen kost. De verzekeraar kan nu immers straffeloos bepalen dat u met een korsetje genoegen heeft te nemen, of met het vastzetten van de rug, en u verder achter de geraniums uw WAO maar moet zien te bevechten. Intussen zal de rekening van de Belgische of Duitse arts of het ziekenhuis wel betaald moeten worden. Hoewel zij - buiten de privé-klinieken - eerder goedkoper dan duurder zijn, draagt dat bij aan het BBP, en dus aan de schatkist van de Belgische en Duitse staat. Die inkomsten van buitenlandse klanten zijn welkom, uiteraard, want zorg wordt daardoor daar goedkoper en het levert werkgelegenheid op. Zorg wordt zo een exportproduct. Veel privé-klinieken - sommige zelfs met enkel Nederlandse specialisten - hebben die economische aantrekkelijkheid al weten te ontdekken, en hebben - niet gehinderd door een overheid die medische zorg louter als een op de begroting drukkende kostenpost beschouwt, en dus alleen maar als een onderwerp van voortdurende bezuiniging - in die buurlanden hun klinieken opgericht. Ook dat komt in die landen zowel de kwaliteit van de zorg ten goede, als de werkgelegenheid en de staatseconomie. Nederland zal daarom ook eindelijk eens een andere bril moeten gaan opzetten, en haar kansen gaan pakken, en van het idee af moeten dat zorg alleen aan de kostenkant van de staatsbegroting een post oplevert. Net als tulpen en kaas kan zorg, en met name hoogtechnologische zorg, immers ook bij ons een exportproduct betekenen. Half Europa kan er van doordrongen raken - als wij medische zorg ook naar een topniveau weten te leiden - dat “je niet alleen voor tulpen en kaas, maar ook voor medische zorg in Nederland moet zijn”. En zo kan dat er aan bijdragen dat ook wij een medische zorgmarkt en -economie kunnen gaan ontwikkelen die geld in het nationale laatje brengt. Juist omdat dat ook een wissel trekt op innovatie en op de aanleveringindustrie op een hoog technisch-wetenschappelijk kennisniveau - van medische apparatuur tot protheseontwikkeling - zou dat een reden moeten zijn juist daar naar te streven. En daar komt bij dat in een land dat een product tot exportproduct weet te ontwikkelen, en tot een belangrijke “industrie”, de producten ook altijd het goedkoopste, het gemakkelijkste, en op topniveau, beschikbaar zijn voor de eigen bevolking. En daarbij maakt dat geen verschil of het om wijn gaat (zoals in Frankrijk) of om auto’s (zoals in Duitsland) of om medische zorg. Jammer dat deze overheid dat niet inziet, en die kansen laat liggen, en een hele bevolking nu enkel trakteert - tegen de hoogste prijs van heel Europa nog wel - op een soort van krap bemeten National Health Systeem, waarvan men destijds in Engeland niet wist hoe snel men het moest lozen. Hoogervorst en zijn ambtenaren zullen daar ongetwijfeld bij aanvoeren dat het nieuwe stelsel wel nieuwe (administratieve en call-centra) werkgelegenheid schept bij o.a. zorgverzekeraars. Helaas voor hem blijken die administraties echter al te worden overgeheveld naar India en ZuidAfrika door de zorgverzekeraars (kunnen ze daar ook nog eens zien wat u zoal mankeert en wat voor sofi-nummer u heeft), en dreigen steeds meer Nederlandse specialisten zich in de omringende landen te gaan vestigen. Waardoor de verzekeraars weer gedwongen worden hier specialisten in te vliegen uit Derde-Wereld landen. Naast de bedreiging die dat voor sommigen betekent voor de kwaliteit van de zorg, is die “brain-drain” uit die armere landen, die hun professionals in de zorg thuis harder nodig hebben dan wij hier, ook nog eens immoreel te achten. NVVR “de Wervelkolom”
pag 5
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
Neem ook daarom dus een restitutiepolis zolang deze regering medische zorg alleen als een onwelkome kostenpost ziet. Alleen daarmee ben je heer en meester over de zorg die je wilt kiezen, en alleen daarmee krijgt de echte concurrentie, in de zin van het moeten vechten voor “koning klant”, een kans. Met zo een polis kun je immers gewoon ook naar België en Duitsland gaan, en je hebt dan dus de keuze uit een ruim genoeg aanbod van goede kwaliteit. Met een goede kans overigens dat u daar straks uw eigen vertrouwde Nederlandse specialist ontmoet, die - net als u - dit wurgende bureaucratische systeem - uitgedacht in het Haagse “Moskou aan de Noordzee” - heeft ontvlucht. En denk daarbij ook aan meer gewone zaken, als de orthodontist, die hier inmiddels onbetaalbaar is, en bij wie de wachtlijsten inmiddels niet zelden meer dan anderhalf jaar bedragen. Het “beugeltje” is over de grens veel goedkoper, maar ook de wachttijd bedraagt er hooguit twee weken. Ook om je gebit op te laten knappen kun je zelfs overwegen om naar Hongarije te gaan, en wel voor een fractie van wat het hier kost. Je vakantie heb je er zo gratis bij. Alleen meer medisch toerisme in de EU kan er uiteindelijk voor zorgen dat de regering en de zorgverzekeraars in eigen land orde op zaken gaan stellen en ook hier het aanbod zullen gaan vergroten, en de kwaliteit er van. En heel misschien gaat Moskou aan de Noordzee dan ook inzien dat een krap gehouden aanbod in de zorg - net als in de destijdse sovjeteconomie van het echte Moskou - geen lang leven is beschoren, oneconomisch is, en enkel tot ontevredenheid en wachtrijen kan leiden.
De Praktische kant voor u. Blijft de praktische vraag: Hoe kies ik nu op 1 januari 2006 de beste verzekeraar en de beste polis voor mijzelf in dit bureaucratische stelsel. Iedereen zal zo zijn eigen voorkeuren hebben, en ook heeft niet iedereen dezelfde financiële mogelijkheden. Ik kan u dus enkel een aantal handvatten geven, of zo u wil, een aantal stappen laten zetten, om tot een verantwoorde keuze te komen:
1.
De belangrijkste: Stop alle automatische betalingen, en neem de tijd !
Het is niet zo dat u al voor 1 januari 2006 uw keuze hoeft te bepalen. En ik kan u alleen maar aanraden: Doe dat ook niet ! U blijft gewoon verzekerd als u de tijd neemt tot 1 maart, ook als u tot die tijd geen premie meer betaalt, en zelfs tot 1 mei als u voor een andere verzekeraar zou kiezen, dus daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Zet dus ook tijdig (na de betaling van 1 december bijvoorbeeld) de automatische betalingen per 1 januari stop (die bedragen kloppen sowieso niet meer), en trek eventuele afgegeven machtigingen tot incasso in ! Bij de bank kunnen ze u desnoods zo vertellen hoe u dat moet doen. Het mag aanlokkelijk lijken, als u binnenkort van uw huidige verzekeraar een grote enveloppe krijgt met daarin een aanbod voor de nieuwe verzekering, om daar op in te gaan. Uw naam staat al keurig ingevuld op de voorbeeld-polis, er zit een premieberekening bij, en u hoeft helemaal niets te doen, vermeldt het begeleidend schrijven. Maar realiseer u wel dat u alleen van die verzekeraar een aanbod krijgt. Of een andere verzekeraar goedkoper is, en misschien betere voorwaarden heeft, of dat de aanvullende verzekeringspakketten van die andere verzekeraars misschien veel beter bij uw situatie passen, wordt bij dat aanbod van de eigen verzekeraar allemaal niet vermeld. En het kan lonen dat rustig uit te zoeken. Dat uitzoeken gaat echter moeilijk in een tijd waarin u drukker bent met kerst-inkopen dan met verzekeringen. En omdat ook de call-centra van de verzekeraars dan op volle toeren draaien, wordt u in die oudejaarsweken ook niet veel wijzer van bellen of schrijven naar een verzekeraar als u meer informatie wilt hebben.
NVVR “de Wervelkolom”
pag 6
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
Daarom dit onthouden: U heeft tot 1 maart 2006 de tijd om uw huidige verzekeraar te laten weten dat u niet op zijn aanbod ingaat. Ga dus ook niet voor die tijd een retourenveloppe insturen waarin u zegt dat u er wèl op ingaat, dat is volkomen overbodig, en u bindt uzelf alleen maar op een moment dat dat niet hoeft. Ook als u niets laat horen, en alle premiebetalingen per 1 januari heeft stopgezet, blijft u de eerste maanden bij die oude verzekeraar gewoon verzekerd. U hoeft dus niet bang te zijn dat u ziektekosten voor eigen rekening zou krijgen omdat u niet verzekerd zou zijn. Er is maar één ding dat u moet doen: Alleen als u besluit om naar een andere verzekeraar over te stappen, dient u dat voor 1 maart 2006 aan uw huidige verzekeraar te laten weten. Laat u niets horen dan wordt dat op die datum namelijk alsnog opgevat als een stilzwijgende acceptatie van het in november/december gedane aanbod, en dan bent u vanaf 1 maart blijvend verzekerd volgens dat aanbod. En u krijgt dan uiteraard ook nog in maart de rekening voor de premie die u in januari en februari had moeten betalen. Ziekenfondsverzekerden van nu krijgen in die maand ook hun noclaim van 255 euro terug (als zij in 2005 geen aanspraak op zorg hebben gemaakt) dus dat kan financieel soms ook nog wel eens beter uitkomen. U heeft dus na 1 januari 2006 nog twee maanden de tijd om te beslissen of u wel bij uw verzekeraar wilt blijven, en u blijft - ook als u geen premie betaalt - die twee maanden ook gewoon verzekerd bij uw huidige verzekeraar. Denk er daarbij aan dat juist ook in de eerste twee maanden veel “kinderziekten” van het nieuwe stelsel zullen blijken, en er dus in die twee maanden nog van alles kan veranderen, en ook zo’n verandering bij de ene verzekeraar beter kan uitpakken dan bij de andere. Als u besluit niet langer met uw huidige verzekeraar verder te willen, en dat tijdig (dus voor 1 maart) aan uw verzekeraar heeft laten weten, heeft u vervolgens tot 1 mei de tijd om te kiezen naar welke andere verzekeraar u wilt overstappen. Die brengt u dan wel de premie vanaf 1 januari in rekening. Keus genoeg, maar waar moet u op gaan letten ? We gaan nu stap voor stap schiften in het aanbod:
2.
Welke dekking en welke polis ?
De basisverzekering is voor iedereen hetzelfde. Het jaarlijkse premiebedrag van “rond de 1.100 euro” dat u moet gaan betalen heeft dan ook betrekking op alleen die basisverzekering. Kinderen tot 18 jaar zijn gratis meeverzekerd. Maar pas op: zij tellen wel mee voor de no-claim en het eigen risico - zie hieronder bij “eigen risico en no-claim”. De dekking van de basisverzekering komt min of meer overeen met de huidige ziekenfondsdekking. Let echter wel op dat bijvoorbeeld op het gebied van fysiotherapie u in de basisdekking maar maximaal 9 behandelingen krijgt vergoed, terwijl bij een chronische indicatie, wanneer wel alle behandelingen worden vergoed, elk jaar de eerste 9 behandelingen voor uw eigen rekening komen. Niet elke verzekeraar oordeelt echter hetzelfde over wat wel en niet een chronische indicatie is. Voor zaken die niet onder de basisdekking vallen kunt u zich aanvullend verzekeren. Dat kan bijvoorbeeld zijn voor de kosten van tandheelkunde, aanvullende fysiotherapie, kraamzorg, aanvullende IVF-behandelingen, alternatieve geneeswijzen etc.. Wat elke verzekeraar aan aanvullende mogelijkheden biedt, en wat in elk van zijn pakketten zit, is meestal wel op de website van de verzekeraar te vinden. Ook de premie voor zo’n aanvullend pakket staat meestal daarbij vermeldt. Voor een goed begrip: Die premie komt dus boven op de premie voor de basisverzekering. Let daarbij op of de kinderen tot 18 jaar gratis zijn meeverzekerd voor ook de aanvullende verzekering. Meestal is dat wel het geval, met uitzondering voor de aanvullende tandartsverzekeringen.
NVVR “de Wervelkolom”
pag 7
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
Als u de keus voor een bepaalde dekking heeft gemaakt, is de volgende stap om te bepalen of u een natura-polis of een restitutie-polis wilt. Bij een natura-polis bepaalt de verzekeraar waar u zorg kunt krijgen. Dat is altijd bij een door de verzekeraar gecontracteerde hulpverlener, en het kan dus zijn dat de arts of het ziekenhuis waar u het liefst naar toe zou willen gaan niet gecontracteerd is, of te volgeboekt, en u dus ergens anders naar toe moet van de verzekeraar. Of dat u alleen naar een bepaald centrum voor fysiotherapie mag gaan. Ook zult u in de praktijk niet naar het buitenland kunnen voor medische behandelingen, want op enkele uitzonderingen na worden er door de verzekeraars geen contracten met buitenlandse specialisten of instellingen afgesloten. Wilt u de regie zelf in handen houden, zelf bepalen naar welke arts, specialist of ziekenhuis u gaat, en zonodig ook naar het buitenland kunnen willen gaan, dan dient u dus een restitutiepolis te nemen. Als hiervoor in de inleiding al opgemerkt is die polis vaak een paar tientjes per jaar duurder (soms ook niet), en dient u er goed op te letten dat de verzekeraar u of de behandelaar betaalt zodra de nota is overlegd, en dat hij u de kosten niet laat voorschieten. Navragen dus, en het antwoord op schrift vragen, of per e-mail, en dan het antwoord opslaan en/of afdrukken. Voor wat betreft de basis-verzekering is elke verzekeraar verplicht u te accepteren. Uw eigen verzekeraar is ook verplicht u ook te accepteren voor de aanvullende verzekeringen, als u die verzekeringen op 31 december 2005 ook al had. In de praktijk zijn er echter genoeg verzekeraars die u ongezien, en zonder nadere voorwaarden vooraf, ook accepteren voor de aanvullende verzekeringen als u bij hen voor het eerst de basisverzekering afsluit. Omdat aanvullende verzekeringen los staan van de basisverzekering is het ook mogelijk om de aanvullende verzekeringen bij de ene verzekeraar af te sluiten (of alleen die bij de oude verzekeraar te laten doorlopen) en de basisverzekering bij een andere verzekeraar. Let op: voor de uitgebreide tandartsverzekering moet altijd vooraf een tandartsverklaring worden overlegd waaruit blijkt dat u gesaneerd bent.
3.
Eigen risico of niet - en de no-claim spaarpot.
Als een verzekerde aangeeft dat hij de eerste 100, 200, of zelfs 500 euro per jaar voor zijn eigen rekening neemt, dan noemt men dat een eigen risico, en dat zal een korting op de premie opleveren. De korting op de jaarpremie is echter nooit zoveel als u aan eigen risico neemt, dus dat loont niet als u al zeker weet dat u medische kosten gaat maken in een bepaald jaar. Daarbij komt dat de gratis meeverzekerde kinderen wel meetellen voor het eigen risico. Moeten zij dus naar de huisarts en zou u een eigen risico hebben van bijvoorbeeld vijfhonderd euro, dan moet u de rekening van de huisarts voor die kinderen wel zelf betalen. En ook de rekeningen van de specialist of het ziekenhuis als die kinderen daar naar toe moeten, tot het totaalbedrag van vijfhonderd euro is bereikt. Zo gratis meeverzekerd zijn de kinderen dus niet. Pas dus ook op met het nemen van een eigen risico als u kinderen heeft die “gratis meeverzekerd zijn”. U heeft dan uw eigen risico sneller uitgegeven dan u denkt. Het kan natuurlijk voorkomen dat een echtpaar zo gezond is dat zij nooit bij een dokter komen, of dat iemand zo’n kerngezonde partner heeft. Dan kan het lonen het gokje op een eigen risico te nemen. Maar in het geval er kinderen zijn van onder de achttien, kan het ook dan het overwegen waard zijn om de kinderen mee te verzekeren op de polis met de meest uitgebreide dekking, en zonder eigen risico, en voor de andere kerngezonde partner een simpele verzekering, zonder toeters en bellen, te nemen, met wel een hoog eigen risico. Het eigen risico is wat anders dan de no-claim. De no-claim kunt u zien als een soort van spaarpotje dat onderdeel is van de premie die u betaalt, en dat wordt uitgekeerd als u - behalve voor de huisarts - geen beroep op uw verzekering hebt hoeven doen. Dat is 255 euro per persoon per jaar, en na afloop van een jaar komt dat bedrag tot uitkering. Hebt u in het jaar wel wat NVVR “de Wervelkolom”
pag 8
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
kosten gemaakt, maar geen 255 euro, dan krijgt u het verschil terug. Het is dus eigenlijk zo het beste voor te stellen alsof u bij de verzekeraar een spaarpotje heeft waar eerst de rekeningen uit betaald worden. Pas als het spaarpotje leeg is gaat de verzekeraar betalen voor u. En wat aan het eind van het jaar nog in het spaarpotje zit, krijgt u in het begin van het jaar daarop terug. Let op: ook daar tellen de “gratis meeverzekerde kinderen” mee. Als zij kosten maken, gaat ook dat eerst ten koste van het no-claim spaarpotje.
4.
Welke verzekeraar ?
Al zoekende naar het soort van (aanvullende) dekking, of het soort van polis die u wilt, zijn er waarschijnlijk al een paar verzekeraars afgevallen omdat zij niet aan uw wensen kunnen woldoen. Of omdat zij duurder zijn met hetzelfde. Schrijf vervolgens de verzekeraars die nog over zijn gebleven, of bel ze, of mail ze, met uw verdere vragen. Let daarbij ook op zaken als: hoe snel en kundig is men met antwoorden. Drukt men zich alleen in vage termen uit, of krijg ik een precies antwoord. En natuurlijk: bevalt me dat antwoord. Goede communicatie is belangrijk, en een verzekeraar die dat nu al verwaarloost, zal dat zeker ook in de toekomst doen. De vragen die u kunt stellen - en dat kan ik u ook aanraden te doen - zijn bijvoorbeeld: a. Hoe is bij u de inspraak van verzekerden, zoals die is neergelegd in artikel 28 van de zorgverzekeringswet, gestalte gegeven. Is dat met een verzekerdenraad, hoe worden die gekozen, en hoe weet ik wie daar in zitten en hoe ik die kan bereiken ? Het mag daarbij voor zich spreken dat een verzekeraar die dat allemaal niet heeft geregeld geen blijk geeft veel interesse in zijn verzekerden te hebben. b. Heeft u een restitutiepolis, en hoe is het bij u met de betalingen van nota’s geregeld. Moet ik die voorschieten, of kan ik gewoon de nota insturen of door de behandelaar naar u laten opsturen? En binnen welke termijn betaalt u uit? Het spreekt ook daarbij voor zich dat een verzekeraar die u alles laat voorschieten of traag is met betalingen niet uw voorkeur zal hebben. c. Ik wil een restitutiepolis, en u zegt dat u dan de marktconforme tarieven vergoedt. Hoe kom ik te weten welke tarieven u hanteert bij de door u gecontracteerde specialisten, en wat anderzijds die marktconforme tarieven zijn? Opmerking: vanaf 1 januari 2006 zijn alle ziekenhuizen, poliklinieken, specialisten en artsen verplicht om hun “prijzen” voor eenieder leesbaar op te hangen in hun praktijkruimte. U kunt dus altijd vergelijken of u “te duur zit”. d. Als ik per se een ander geneesmiddel wil hebben, hoef ik dan alleen het prijsverschil bij te dragen, of vergoedt u dan helemaal niets? Maakt het daarbij verschil of het gaat om een generieke substitutie of om een farmaceutische substitutie? Opmerking: bij generieke substitutie (substitutie = vervanging) krijgt u het zelfde medicijn, met dezelfde werkzame stof in dezelfde hoeveelheid per dosis, alleen onder een andere naam. Daar is niks mis mee, het patent op het oorspronkelijke middel is dan verlopen, en een andere fabrikant kan het goedkoper maken. U krijgt gewoon hetzelfde medicijn onder een andere naam. Maar bij farmaceutische substitutie krijgt u een totaal ander middel met een andere werkzame stof, waarbij dan wordt gezegd dat het bij een bepaalde kwaal ook werkt. Maar dat blijkt nogal eens niet bij iedereen zo te zijn, en er doen zich ook vaak problemen voor bij combinaties met andere geneesmiddelen. Hoogervorst heeft die twee verschillende soorten van substitutie op een hoop gegooid, en de eerste problemen (denk aan Flavix) zijn al gerezen. e. Krijg ik bij u automatisch een Europese Zorgpas, of moet ik die apart aanvragen? f. Kunt u mij garanderen dat u mij niet eenzijdig een eenmaal afgesloten aanvullende verzekering zult opzeggen als ik veel beroep op die verzekering moet doen, en dat u mij dan ook niet
NVVR “de Wervelkolom”
pag 9
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©
andere of zwaardere voorwaarden gaat stellen dan andere verzekerden met dezelfde aanvullende verzekering? Maak van die vragen desnoods een standaard-bericht, en stuur dat per post of per e-mail tegelijkertijd naar alle verzekeraars die u er na de eerste selectie heeft uitgehaald. Let op de snelheid en accuraatheid van de antwoorden, en dan moet het mogelijk zijn voor 1 mei 2006 een verantwoorde keuze te kunnen maken voor een verzekeraar, een polis, en een dekking, die het beste bij u past. Veel succes !
Mr.drs.J.G.C. van Schaik
NVVR “de Wervelkolom”
pag 10
Mr. Drs. J.G.C. van Schaik©