3 KEUZEKRANT
De keuze om te kiezen Je eerste keuze valt al in de vroege ochtend: met de auto, fiets of trein naar je werk? Je lunch smeren of in de kantine wat halen? In pak of casual? Pop of rock op je mp3-speler? Het aantal dagelijkse afwegingen is niet te tellen. En dan moet je ook nog keuzes maken die van invloed zijn op de toekomst en waar je op de lange termijn pas iets van merkt. Het nemen van een goede beslissing wordt een stuk makkelijker met behulp van betrouwbare informatie. CNV Jongeren en de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen bieden met deze Keuzekrant informatie over financiële keuzes waar je nu en in de
toekomst mee wordt geconfronteerd. De Keuzekrant gaat over allerlei zaken waarin geld een rol speelt, zoals pensioen, het kopen of huren van een woning of het gaan werken als zelfstandig ondernemer. De Keuzekrant kun je bewaren als naslagwerk. Ook op internet is de krant beschikbaar. Op www.cnvjongeren.nl, op www.vb.nl en op de sites van veel bedrijfstakpensioenfondsen. Ben je benieuwd hoeveel je eigenlijk weet van het pensioen? Maak dan de test in deze krant en win een iPod. Veel succes!
2 3 4 5 6 7 8 8 9 9 10 12
Salaris; nu én later voldoende op je rekening Pensioen, hoe zit dat? Werk en privé, hoe regel je dat? Huren of kopen? ‘Pensioen, een lekker idee voor later’ Test je toekomst! Veranderingen in je leven, gevolgen voor je pensioen Zelf even doorgeven bij arbeidsongeschiktheid ‘Ik wist geen moer van pensioenen’ ‘Jongeren denken: mijn tijd komt nog wel’ Werken als zelfstandig ondernemer Uitslagen test
De redactie Keuzekrant, voorjaar 2006
Eerste baan? Andere baan?
Salaris; nu én later voldoende op je rekening
3
Opleiding afgerond? Op zoek naar een baan en druk aan
Salaris voor later
het solliciteren? Het belangrijkste is de inhoud van je
Denken aan stoppen met werken als je net begint, ligt niet voor de hand. Natuurlijk wil je ook later genoeg geld hebben om te leven en leuke dingen te doen. Daarom is het verstandig om al bij je eerste baan bij pensioen stil te staan. Anders ben je een dief van je eigen portemonnee. Voor de meeste werknemers in Nederland is het pensioen geregeld. Ook in een tijdelijke baan is dit vaak het geval, bijvoorbeeld als je langer dan 26 weken via een uitzendbureau werkt. Check tijdens het sollicitatiegesprek of er een pensioenregeling is en of die ook voor jou geldt.
baan. En natuurlijk let je tijdens het solliciteren ook op het salaris. Meestal weet je uit de advertentie ongeveer wat je gaat verdienen. Daarin staat vaak het bruto salaris vermeld. Van dit salaris gaan nog belasting en premies af, bijvoorbeeld de premie voor de werkloosheidswet (WW). Over je salaris kun je overigens onderhandelen. Welk salaris kun je vragen en waarmee moet je tevreden zijn? Als je goed voorbereid voor de dag wilt komen,
Andere baan Verander je van baan, dan word je min of meer gedwongen om na te denken over je pensioen. Het pensioen dat je bij de ene
kijk dan op www.loonwijzer.nl en vul de salarischeck in. Op loonwijzer.nl kun je ook een bruto/netto-check doen, zodat je een idee hebt van wat je netto op je bankrekening krijgt.
Vakantiedagen en reiskostenvergoeding Je wilt natuurlijk ook weten hoeveel vakantiedagen je krijgt, in hoeverre je reiskosten worden vergoed en welke andere posten voor vergoeding in aanmerking komen. Het is handig je daarin te verdiepen voordat je gaat solliciteren. Het antwoord op veel van deze praktische vragen kun je vinden met behulp van de zoekmachine Eerste Hulp Bij Werk: www.ehbw.nl.
werkgever hebt opgebouwd, kun je meenemen naar de andere werkgever. Dit wordt waardeoverdracht genoemd. Of dat gunstig is, hangt af van de pensioenregeling. De verschillen tussen de regelingen kunnen groot zijn. Wel of geen overdracht, dat kun je bijna niet zelf beoordelen. Vraag eerst een berekening bij de pensioenfondsen. Stap hiermee naar de personeelsafdeling van je oude of je nieuwe werkgever voor een advies over een eventuele overdracht van je opgebouwde pensioen. Ook de checklist ‘nieuwe baan & pensioen’ op www.pensioenkijker.nl kan je helpen bij je keuze. Deze checklist staat onder de button ‘verandering in werk’.
Keuzekrant, voorjaar 2006
3
Veel keuzes die je maakt in je leven hebben betrekking op je huidige inkomen, maar ook op je latere pensioen. Pensioen is na salaris de duurste arbeidsvoorwaarde. Ruim 93 procent van de werknemers in Nederland sparen collectief via de werkgever voor hun oude dag. Iedereen mag meedoen: jong en oud, ziek en gezond, man en vrouw. Ook jonge werknemers hebben daar belang bij. Als je jong begint, kun je lang genoeg sparen om later een goed pensioen te hebben. Bovendien heeft een gezamenlijke pot het voordeel dat je meer risico kunt nemen en daardoor meer winst kunt behalen. Ook de kosten worden gedeeld. Het is handig om te weten hoe ons pensioenstelsel precies in elkaar zit. Het pensioenstelsel in Nederland is opgebouwd uit drie pijlers. De basis is de eerste pijler: het AOW-pensioen. Daarbovenop bouwen de meeste werknemers via hun werkgever ouderdomspensioen op. Naast de AOW en het pensioen via de werkgever kun je zelf voor aanvulling zorgen. Hieronder worden de drie pijlers besproken.
Pijler 1: De AOW Iedereen die in Nederland woont of werkt, is verzekerd via de Algemene Ouderdomswet (AOW). Uit die verzekering krijg je een uitkering op het moment dat je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Die leeftijd is nu 65 jaar. De AOW-uitkering is een vast bedrag, dat maandelijks wordt uitbetaald door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De hoogte van de AOW is gekoppeld aan het minimumloon. Als je tussen je 15e en 65e jaar steeds in Nederland hebt gewoond of gewerkt, heb je bij pensionering recht op een volledige AOW-uitkering. Voor elk jaar dat je niet verzekerd was, bijvoorbeeld door verblijf in het buitenland, wordt twee procent op de AOW-uitkering gekort. Deze aftrek kun je voorkomen door je vrijwillig bij te verzekeren voor de AOW bij de SVB.
Wie betaalt de AOW? De generatie tot 65 betaalt voor degenen die 65 jaar en ouder zijn. Om te voorkomen dat de AOW vanwege het toenemende aantal ouderen en het afnemende aantal werkenden onbetaalbaar wordt, is in 1996 een AOWfonds opgericht. De overheid reserveert jaarlijks een bedrag voor dit fonds.
Pijler 3: Eigen aanvullingen Een veel voorkomend uitgangspunt voor de pensioenopbouw is dat het AOW-pensioen en het pensioen via de werkgever samen op 65-jarige leeftijd leiden tot zo’n 70 procent van het laatstverdiende of gemiddeld verdiende salaris. Weinig mensen bereiken zo’n pensioen. Omdat ze enkele malen van werkgever zijn veranderd, een tijdje niet hebben gewerkt of pas laat pensioen zijn gaan opbouwen. Als je denkt dat je na pensionering (tijdelijk) een tekort aan inkomen hebt, kun je zelf voor een aanvulling zorgen. Je kunt dat doen bijvoorbeeld door extra te sparen bij je pensioenfonds of door een lijfrenteverzekering af te sluiten. Om te bepalen of je ook daadwerkelijk voor een aanvulling op je pensioen wilt zorgen, is het raadzaam na te gaan of je inkomsten straks na pensionering voldoende zijn om alle gewenste uitgaven van te kunnen betalen. Na pensionering heb je vaak lagere lasten (de hypotheek is afgelost, de kinderen zijn uit huis). Een pensioen van 70 procent van het laatst- of gemiddeld verdiende loon is dan niet altijd nodig.
Meer informatie Meer weten over pensioen, kijk dan op de site van je pensioenfonds. Veel pensioenfondsen hebben een helpdesk die je kunt bellen. Ook op de site www.pensioenkijker.nl staat veel informatie. Er staat een begrippenlijst met pensioentermen op www.duidelijkpensioen.nl, een site van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen.
Pijler 2: Pensioen via de werkgever Als je werkt, betalen jij en je werkgever meestal pensioenpremie. Meer dan 93 procent van de werknemers bouwt zo een pensioen op in de zogenoemde tweede pijler. Het werknemerspensioen is een collectieve arbeidsvoorwaarde: werkgevers en werknemers spreken deze voorwaarde onderling af voor de werknemers in het bedrijf of in de bedrijfstak. Andere voorbeelden van collectieve arbeidsvoorwaarden zijn een reiskostenvergoeding, vakantiedagen en vakantiegeld.
Het pensioenfonds Een pensioenregeling wordt uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds, een ondernemingspensioenfonds of een verzekeringsmaatschappij. Deze instellingen beheren het voor het pensioen bestemde geld. Zij betalen later het pensioen uit aan de mensen die daar voor hebben gespaard. Je krijgt ieder jaar een pensioenoverzicht van jouw pensioenfonds waarop staat hoeveel je hebt opgebouwd. Het belegd vermogen van alle pensioenfondsen in Nederland samen is op dit moment ongeveer 650 miljard euro.
Keuzekrant, voorjaar 2006
Je hoeft als beginnende werknemer geen tarotkaarten te kunnen leggen. Ook zo kun je voorspellen dat je in je leven keuzes maakt die invloed hebben op de balans tussen werk en privé. Stel dat je op reis wilt, een opleiding wilt doen naast je werk of kinderen en werk wilt combineren. Maar het kan ook dat je voor iemand moet zorgen. Hoe regel je dat? Afscheid van nachtdiensten Gerrit van der Hert is onderhoudsmonteur bij de technische dienst van een groot hotel in Amsterdam. Eén van de redenen om deze baan aan te nemen was dat hij relatief veel nacht- en weekenddiensten zou gaan draaien. Diensten die extra goed worden betaald. Gerrit: ‘In het begin kon ik redelijk uit de voeten met het schema van de nachtdiensten, maar na vijf jaar gingen de wisselingen van dienst steeds moeilijker. Overdag had ik weinig energie en bleef ik lang in bed liggen, terwijl ik ’s nachts moeilijk in slaap kon komen. Soms kwam het voor dat ik met een avonddienst van drie tot elf uur pas om vier uur ’s nachts sliep. Uiteindelijk gaat je dat opbreken.’ Er moest dus iets gebeuren. Gerrit kaartte bij zijn baas aan dat hij geen nachtdiensten meer wilde draaien. Een geluk daarbij was dat het hotel net bezig was de nachtdiensten voor de monteurs af te bouwen en door te schuiven naar de beveiligingsmensen. Gerrit: ‘Hierdoor was dit geen probleem. Op papier ben ik een functiegroep omhoog gegaan waardoor het financiële verlies van de goedbetaalde nachtdiensten werd gecompenseerd. Als dat niet was gelukt, was ik een andere baan gaan zoeken.’ De verandering in diensten heeft Gerrit goed gedaan. ‘Het gaat veel beter nu ik mij aan mijn bioritme houd. ’s Avonds slaap ik goed en overdag heb ik meer energie om dingen te ondernemen. Ik zit nu veel beter in m’n vel.’
Studeren om vooruit te komen Frederique Bakker is loopbaanadviseur bij een grote Nederlandse dienstverlener. Ze begeleidt mensen binnen de organisatie naar ander werk. Hoewel ze hiervoor werving- en selectiewerk heeft gedaan, was het werk inhoudelijk gezien tamelijk nieuw voor haar. Frederique: ‘Op zich kon ik het werk goed aan, maar ik had de behoefte om mij verder te ontwikkelen. Dus ging ik op zoek naar een passende opleiding. Ik heb in de afgelopen jaren veel cursussen van een halfjaar gedaan, maar dat vond ik niet substantieel genoeg.’
Chantal: ‘We zijn niet minder gemotiveerd, maar kunnen wel beter afstand nemen.’ Uiteindelijk stuitte Frederique op de studie Humanistiek aan de Universiteit van Utrecht. Frederique begon met het volgen van losse modules via contractonderwijs. Eerst nam zij vrije dagen op om naar de lessen te kunnen gaan. Later creëerde ze één vrije dag per week door 90 procent te gaan werken. ‘Na verloop van tijd had ik steeds meer behoefte om de gehele studie te doen. Dit betekende wel een zwaarder programma. Van mijn werkgever heb ik tegemoetkoming in tijd gevraagd. Ik ben 80 procent gaan werken en krijg 90 procent salaris. Bovendien betaalt de werkgever het collegegeld. Als ik deze tegemoetkoming niet had gehad, was dat zeker slikken geweest. Toch zou ik het gedaan hebben. Het financiële aspect vind ik ondergeschikt aan mijn studie- en latere carrièreplan.’
Levensloopregeling Met de levensloopregeling kun je vanaf 1 januari 2006 fiscaal vriendelijk sparen voor verlof (maximaal 12% van je salaris per jaar). Dit verlof kun je opnemen voor het verzorgen van een kind, voor studie of om te reizen. Voor meer informatie, check de levensloopwijzer op www.minszw.nl
4
Keuzekrant, voorjaar 2006
Frederique ziet zeker mogelijkheden in de nieuwe levensloopregeling. ‘Mijn voornemen is om maximaal te sparen. Voor mijn studie wil ik dit opnemen in losse vrije dagen, niet in de vorm van een studieverlof van een maand. Daarnaast zie ik het ook als een aantrekkelijk instrument om verlof op te nemen om voor mijn moeder te zorgen als dat nodig is.’
Zorgen voor je kind Karin Jansen werkt op de financiële afdeling van een filmmaatschappij. Chantal de Groot is consultant bij een adviesbureau. Ze zijn getrouwd en kregen in juni een dochter. Ze moeten zich flink aanpassen aan het gezinsleven. Karin: ‘Je kunt niet zomaar midden op de dag of ’s avonds weggaan. Vaak moet de baby mee en dan moet je op tijd weer thuis zijn.’ Chantal: ‘We kijken nu wel met meer relativering naar ons werk. Nu zijn andere dingen voor ons belangrijk. We zijn niet minder gemotiveerd, maar we kunnen wel beter afstand nemen.’ Hun dochter gaat inmiddels drie dagen in de week naar de crèche. Chantal is 80 procent gaan werken. ‘Ik heb dan één dag in de week om voor de baby te zorgen. Verder heb ik als aanvulling extra vakantiedagen bijgekocht.’ De tweede thuisdag wordt om de beurt verzorgd door de moeder van Chantal of die van Karin. Karin blijft fulltime werken en gebruikt voor haar zorgdagen de verplichte vrije dagen in de maand. Karin: ‘Nu neem ik nog geen zorgverlof zoals Chantal. We willen eigenlijk proberen een tweede kind te krijgen. Als dat lukt, ga ik wel minder werken.’ Bij de beslissing om minder te werken, speelde de achteruitgang in salaris een ondergeschikte rol. Chantal: ‘Wel merken we dat het leven sowieso duurder wordt. Het tarief voor de crèche is bijvoorbeeld fors.’ Daarom sparen Karin en Chantal vanaf begin 2006 voor zorgverlof via de levensloopregeling. Bovendien is dat fiscaal erg aantrekkelijk.
Huren of kopen? Of je nu als single door het leven gaat of samenwoont, een goede woonplek is voor iedereen belangrijk. Wil je een woning huren of kopen? Voor allebei valt veel te zeggen. Huren en kopen hebben elk praktisch en financieel de nodige gevolgen. We zetten de voor- en nadelen op een rij. Wat voor jou het beste is, hangt helemaal af van jouw persoonlijke
Huurtoeslag
situatie. Kan er in jouw leven nog van alles gebeuren op het gebied van werk en relaties? Dan is huren waarschijnlijk een goede oplossing. Een huurhuis kun je gemakkelijk opzeggen. Een koopwoning zul je eerst moeten verkopen. Het grote voordeel van het kopen van een woning, is dat je tegelijkertijd vermogen opbouwt doordat je de hypotheekschuld aflost en de woning in waarde kan stijgen. Maar een eigen woning brengt financieel wél meer verplichtingen met zich mee.
Ook als huurder kun je te maken krijgen met de fiscus. Als jouw huur namelijk hoog is in vergelijking met je inkomen, kun je in aanmerking komen voor een huurtoeslag, uitbetaald door de Belastingdienst. Daar zijn enkele voorwaarden aan verbonden. Zo moet je een zelfstandige woonruimte huren, waarvan de huur tussen 189 euro en 604 euro ligt. Woon je alleen, dan mag je belastbaar inkomen in 2006 niet hoger zijn dan 20.000 euro; woon je met anderen, dan mag het gezamenlijk belastbaar inkomen niet hoger zijn dan 27.175 euro.
Onderhoud Als huiseigenaar ben je zelf verantwoordelijk voor al het onderhoud in en aan je woning. Hoeveel je aan het onderhoud kwijt bent, hangt af van het soort woning, de ouderdom van het huis, je smaak, of je zelf een beetje handig bent of dat je alles uitbesteedt. Een grove richtlijn is dat eigenwoningbezitters jaarlijks ongeveer één procent van de waarde van hun huis aan onderhoud besteden.
Hoeveel ga je lenen? Een gemiddelde woning kost ongeveer 225.000 euro; een appartement ligt tussen de 160.000 en 170.000 euro. Dat leg je niet zo maar even op tafel. Daar heb je een hypotheek voor nodig. Als je met z’n tweeën bent en op dit moment allebei fulltime werkt, wil dat
Huurders hebben het voordeel dat het grote onderhoud door de verhuurder uitgevoerd wordt. Zij moeten wel zelf voor het klein onderhoud aan de woning zorgen, zoals behangen, schilderen en het vervangen van een leertje. Echter, huurders hebben minder vrijheid om veranderingen in het huis aan te brengen.
Verzekeringen Voor een koopwoning heb je in ieder geval een opstalverzekering nodig. Deze verzekering dekt de risico’s van brand en andere schade aan het huis. Huurders hoeven deze verzekering niet af te sluiten. Daarnaast wordt bij het kopen van een huis meestal een overlijdensrisicoverzekering afgesloten. Mocht een van de partners overlijden voordat de hypotheek is afgelost, dan wordt het huis (gedeeltelijk) afbetaald en kan de langstlevende partner in elk geval in het huis blijven wonen.
OZB De onroerende zaakbelasting (OZB) is een heffing van de gemeente. Deze bestond tot voor kort uit een eigenarendeel en een gebruikersdeel. Het gebruikersdeel is afgeschaft. Vanaf 2006 betalen alleen eigenaren nog OZB.
De fiscus Als je een woning koopt, zal de fiscus een grote rol in je financiële leven spelen. Om te beginnen moet je het zogeheten eigenwoningforfait bij je belastbaar inkomen optellen. De Belastingdienst gaat er namelijk van uit dat je een bepaald woongenot van je woning hebt. Dit woongenot wordt uitgedrukt in een bepaald bedrag: het eigenwoningforfait. Hierover moet je belasting betalen. Gelukkig mag je ook kosten aftrekken. Zo mag je de rente en de eenmalige financieringskosten aftrekken van de belasting. Dit belastingvoordeel krijg je in principe één keer per jaar uitbetaald als je aangifte hebt gedaan. Omdat het meestal om grote bedragen gaat, kun je er voor kiezen om de aftrek per maand uit te laten betalen. Dat doe je door een VT-formulier in te dienen; daarmee verzoek je om een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting. Op de site van de Belastingdienst kun je zo’n VT-formulier downloaden. De renteaftrek is op dit moment onderwerp van politieke discussie.
niet zeggen dat dat over tien jaar nog zo is. Misschien wil je minder werken als er kinderen komen. Je kunt ook arbeidsongeschikt of werkloos raken. Allemaal zaken die ervoor kunnen zorgen dat je inkomen er op achteruit gaat. Ga daarom liever niet maximaal lenen. Dan is er nog ruimte om een verandering in je inkomen op te vangen. Als je een hypotheek tot 250.000 euro afsluit, vraag dan om de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Die krijg je als je aan bepaalde inkomensnormen voldoet. Een hypotheek met NHG betekent dat er in principe genoeg geld overblijft voor andere uitgaven. Bovendien wordt er een lagere rente in rekening gebracht. Daarnaast zorgt de NHG dat je geen restschuld overhoudt als je buiten jouw schuld je huis gedwongen moet verkopen.
Meer weten? Kopen Vereniging Eigen Huis: www.eigenhuis.nl. Telefoon helpdesk: 033 450 7750.
Huren Nederlandse Woonbond: www.woonbond.nl. Telefoon: 020 551 77 00.
Budgetten NIBUD: www.nibud.nl. Telefoon 030 2391 350.
Belasting: Belastingdienst: www.belastingdienst.nl. Belastingtelefoon: 0800 0543. www.toeslagen.nl
NHG Keuzekrant, voorjaar 2006
Nationale hypotheekgarantie: www.nhg.nl. Telefoon: 079 368 28 00.
5
Check It!? Pensioen jongerenproof Communicatie, dienstverlening en inhoud van de pensioenregeling interessanter en aantrekkelijker maken voor jonge mensen. Met dit doel hebben zes pensioenfondsen* en CNV Jongeren het project Check It!? opgezet. Jongeren hebben samen met medewerkers van de fondsen een advies geschreven om jonge mensen en pensioen dichter bij elkaar te brengen. In deze krant vertellen drie projectdeelnemers over hun pensioenkennis.
Naam: Maartje Kessels Leeftijd: 25 Plaats: Maastricht Beroep: Personeelsadviseur Pensioenfonds: ABP
Check it!? deelnemer Maartje:
‘Pensioen is een lekker idee voor later’ Maartje wist aanvankelijk weinig van pensioenen. Sinds anderhalf jaar werkt Maartje als personeelsadviseur voor de gemeente Maastricht. Ze geeft advies aan werknemers en leidinggevenden over onder andere het arbeidsproces, de werkverhoudingen en de sollicitatieprocedures. ‘Ook over pensioenen, ja. Toch was mijn kennis beperkt, omdat het meeste geregeld wordt door de salarisadministratie.’
Maartje staat positief tegenover het ‘solidariteitsbeginsel’, zoals we dat in Nederland kennen. Het solidariteitsbeginsel stelt dat iedereen in principe bijdraagt aan de gemeenschappelijke voorzieningen, ongeacht of hij of zij daar zelf een beroep op doet. Dat geldt ook voor pensioen. ‘Ik vind het goed dat de maatschappij hierdoor minder individualistisch is. Het verzekert iedereen van een inkomen op de oude dag.’
Maartje: ‘Misschien is mijn werk zo leuk dat ik na mijn 65ste doorwerk.’ ‘Een dag per week werken voor je pensioen is best veel. Aan de andere kant was ik het nooit gewend om meer salaris te krijgen. Je bouwt ongemerkt een pensioen op en dat vind ik een lekker idee voor later. Verder vind ik het prettig dat de fondsen het administratieve gedeelte voor hun rekening nemen. Ik was wel even verbaasd toen ik hoorde dat de meeste pensioenfondsen het geld beleggen. Ik dacht: ‘Is dat wel veilig?’ Ik ben inmiddels overtuigd dat het op een veilige manier gebeurt.’
‘Ik vind het lastig te zeggen wanneer ik met pensioen ga. Misschien is mijn werk wel zo leuk dat ik na mijn 65ste doorwerk. Het kan ook zijn dat ik eerder wil stoppen met werken. Een levensloopregeling of sparen voor verlof kan ervoor zorgen dat ik er eerder uit kan.’
3
* Deze fondsen zijn ABP, PGGM, Pensioenfonds Metaal en Techniek, Bedrijfstakpensioenfonds Metalektro, de Stichting Spoorwegpensioenfonds en de Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer.
2045 zoekt contact Ontvang een mail van jezelf uit 2045. Kijk op www.futuremail.com.mx
6
Keuzekrant, voorjaar 2006
Test je toekomst!
1. Ik ben een …: A) Man B) Vrouw 2. Ik ben … jaar. (Noteer je leeftijd.) 3. Waar leef jij van als je ouder dan 65 jaar bent? A) Van het inkomen van mijn partner of mijn kinderen B) Van mijn AOW en pensioen C) Geen idee, dat zie ik dan wel D) Ik heb zelf gespaard of belegd 4. Ik vind dat iedere Nederlander zou moeten sparen voor zijn pensioen: A) Vanaf haar of zijn eerste baan B) Vanaf 21-jarige leeftijd C) Nee, dat vind ik helemaal niet nodig D) Dat vind ik afhankelijk van de hoogte van het salaris 5. Ik bouw pensioen op via mijn werkgever: A) Alleen als ik een vaste baan heb B) Alleen als ik fulltime werk C) In ieder geval zodra ik 30 ben D) Bijna altijd als ik in loondienst werk
Je toekomst laat zich niet voorspellen, maar wel testen. maak kans op een iPod. Vul de test in en check op pagina 12 of jij bent voorbereid op jouw toekomst.
6. Heb jij een idee wat je betaalt voor je pensioen? Vul deze zin eens in: Van de vijf dagen per week die ik werk, spaar ik … voor later. A) Eén dag B) Twee dagen C) Twee uur D) Eén uur 7. Wat wil ik over tien jaar hebben bereikt? A) Ik wil een tijd in het buitenland hebben gewoond B) Ik wil een topfunctie hebben C) Ik wil een eigen zaak hebben D) Ik wil kinderen hebben 8. Hoe lang moet je in Nederland wonen om in aanmerking te komen voor volledige AOW? A) 40 jaar B) 40 jaar, tussen je 25ste en je 65ste levensjaar C) 50 jaar D) 50 jaar, tussen je 15de en je 65ste levensjaar 9. Dan ben je 65 jaar. Je hebt hard gespaard voor je pensioen. Maar hoe lang denk jij dat je pensioen kunt ontvangen? A) Tien jaar B) Twintig jaar C) Dertig jaar D) Vanaf je 65ste, voor de rest van je leven 10. Stelling: “Ik spaar liever samen (collectief) dan alleen, omdat:… A) Ik op deze manier risico’s in beleggingen kan spreiden B) Ik dat veel gezelliger vind C) Ik vind dat het dan vanzelf goed geregeld is D) Ik spaar eigenlijk liever alleen
3 Keuzekrant, voorjaar 2006
7
Een nieuwe baan, trouwen, kinderen krijgen: allemaal belangrijke gebeurtenissen. Dat ze ook gevolgen hebben voor je pensioen is iets waar bijna niemand bij stilstaat. Toch zou je dat wel moeten doen. Niet te lang, niet te vaak, maar toch even kijken hoe het zit. Juist als je jong bent, neem je grote verantwoordelijkheden op je. Als alles goed gaat, geen probleem. Maar wat gebeurt er als jou of je partner iets overkomt? Pensioen gaat namelijk niet alleen over jóu, maar ook over je partner en je kinderen.
Bij elkaar Pensioen is ook voor nu. Wanneer jij overlijdt, dan betaalt jouw pensioenfonds een pensioen aan jouw officiële partner. Dus ben je niet getrouwd of heb je geen geregistreerd partnerschap, sluit dan een samenlevingscontract. Je partner is dan ook verzekerd van inkomen als jij er niet meer bent. De meeste pensioenfondsen erkennen namelijk ook een notarieel samenlevingscontract. Zodra je het samenlevingscontract hebt getekend, meld dit dan direct bij je pensioenfonds. Als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt, is dit bij de meeste pensioenfondsen automatisch geregeld.
Met elkaar Een huwelijk is niet het enige moment waarop het belangrijk is om stil te staan bij het pensioen. Kinderen krijgen is minstens zo ingrijpend. Tijdens het zwangerschapsverlof loopt de pensioenopbouw gewoon door, maar tijdens het ouderschapsverlof vaak niet. Informeer bij je pensioenfonds.
Uit elkaar Als je gaat trouwen is het verstandig om van tevoren met elkaar te praten over wat er gebeurt als je uit elkaar gaat. Regel je niets, dan moet je bij een eventuele scheiding de helft van het pensioen dat je tijdens je huwelijk hebt opgebouwd, afstaan aan je partner. Dat is de wet. Je kunt daar bij een scheiding wel vrijwillig van afzien, maar dat is doorgaans niet het moment waarop je elkaar nog veel gunt. Het maakt veel uit of iemand voor de eerste keer trouwt of voor de tweede keer. Als je trouwt met iemand die al eerder getrouwd was, is een deel van het pensioen al ‘verdwenen’. Als zo iemand overlijdt, krijg jij niet het volledige nabestaandenpensioen, maar gaat er ook een deel naar de ex-partner. Hoeveel iemand dan krijgt, hangt af van de duur van het huwelijk.
Meestal gaan mensen in deeltijd werken als ze kinderen krijgen. Je kunt alles eerlijk delen en allebei vier dagen gaan werken. Maar je ziet vaak dat de man fulltime blijft werken en dat de vrouw haar baan opgeeft en een paar jaar thuis blijft. De consequentie voor haar pensioen is dat zij in die jaren niets opbouwt, tenzij ze zelf vrijwillig pensioenpremie doorbetaalt.
is verbroken en vanuit de werkgever geen premie meer wordt afgedragen aan het pensioenfonds. Zo kun je zelf vrijwillig pensioenpremie doorbetalen of een overlijdensrisicoverzekering afsluiten.
Buitenland Ga je werken in het buitenland, dan is het mogelijk dat je daar pensioen opbouwt. Informeer daarnaar bij je werkgever. Wie tussen zijn 15de en 65ste voor langere tijd naar het buitenland gaat, moet extra opletten. Voor ieder jaar dat je in deze periode niet in Nederland woont, krijg je na je 65e twee procent minder AOW. Naarmate je langer wegblijft, kan het om een aanzienlijk bedrag gaan. Dan kan het de moeite waard zijn om een vrijwillige AOW-verzekering af te sluiten bij de SVB (Sociale Verzekeringsbank).
Voor elkaar Veel pensioenfondsen hebben een nabestaandenpensioen op risicobasis. Dat betekent dat de achterblijvende partner alleen een uitkering krijgt als tot voor het moment van overlijden daadwerkelijk pensioenpremie voor de overleden partner is betaald. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn. Misschien heeft de achterblijvende partner zelf een inkomen. Je kunt ook van te voren maatregelen treffen als je dienstverband
Aandacht voor je pensioen Niet te lang, niet te vaak, maar besteed regelmatig aandacht aan je pensioen. Neem contact op met je pensioenfonds als er iets in je privé-situatie verandert.
3
Toch pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid?
Zelf even doorgeven! Stel je voor. Je zult maar een ongeluk krijgen, of ernstig geblesseerd raken met sporten. In het ergste geval kun je misschien niet meer werken en word je arbeidsongeschikt. Gelukkig bouw je bij de meeste pensioenfondsen toch pensioen op als je na keuring door het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) arbeidsongeschikt bent verklaard. Ook al betaal je daarvoor geen premie meer. Maar je pensioenfonds moet dan wel weten dat je arbeidsongeschikt bent. In principe geeft het UWV dit door. Gebeurt dat onverhoopt niet, dan verdwijn je uit het bestand van het pensioenfonds. Het fonds gaat er vanuit dat je van baan bent veranderd en bij een ander fonds pensioen opbouwt. Jij zit met de gebakken peren en wordt later geconfronteerd met een inkomen dat veel lager uitpakt dan je zou verwachten. Meld dus ook zelf je arbeidsongeschiktheid bij je pensioenfonds. Het is zonde als je straks moet rondkomen van een laag inkomen. Keuzekrant, voorjaar 2006
Naam: Lars de Brouwer Leeftijd: 23
Check It!? Pensioen jongerenproof Communicatie, dienstverlening en inhoud van de pensioenregeling interessanter
Plaats: Amstelveen Beroep: Automonteur
en aantrekkelijker maken voor jonge mensen. Met dit doel hebben zes
Pensioenfonds: Metaal en Techniek
pensioenfondsen en CNV Jongeren het project Check It!? opgezet. Jongeren hebben samen met medewerkers van de fondsen een advies geschreven om jonge mensen en pensioen dichter bij elkaar te brengen. In deze krant vertellen drie projectdeelnemers over hun pensioenkennis.
Check It!? deelnemer Lars:
‘Ik wist geen moer van pensioenen’ De kans is aanwezig dat Lars vroegtijdig moet stoppen met werken. ‘Automonteur is een redelijk zwaar beroep. In principe blijf ik doorwerken zolang ik het kan én het leuk vind. Als ik eerder stop met werken, dan moet ik wel wat sparen. Maar ik zou nooit zelf in aandelen gaan handelen om voor mijn pensioen te sparen.’ Op maandag volgt Lars de monteursopleiding, die hij bijna heeft afgerond. De rest van de week werkt hij in de garage. Voordat Lars voor Check It!? met de pensioenfondsen om de tafel zat, wist hij ‘geen moer’ van pensioenen. Hij wist slechts dat hij verplicht een maandelijks bedrag af moest staan.
Lars: ‘Straks zit je als opa de hele dag achter de geraniums. Dan wil je gaan biljarten met je kleinkind of met vrienden en kom je erachter dat de huishoudpot leeg is.’ Achter de geraniums Hij vindt dat de regering het huidige pensioensysteem niet moet afschaffen. ‘Ik betaal liever nu dan later. Ook al is er een kans dat het geld niet bij mij terechtkomt, omdat ik voor mijn pensioenleeftijd dood kan gaan.’ Ondanks die onzekerheid vindt Lars zijn pensioen erg belangrijk. ‘Straks zit je als opa de hele dag achter de geraniums. Dan wil je gaan biljarten met je kleinkind of met vrienden en kom je erachter dat de huishoudpot leeg is. Dat wil je toch niet? Wat de pensioenfondsen nu met mijn geld doen, maakt me niets uit. Als ik het later maar terugkrijg.’
Lars denkt dat jongeren weinig interesse hebben voor pensioenfondsen, omdat ze niet weten om hoeveel geld het gaat. ‘In mijn monteursklas vroeg ik aan mijn medeleerlingen: ‘Weten jullie eigenlijk hoeveel jullie afdragen voor je pensioen?’ De meeste dachten iets van 3 procent. Toen ik vertelde dat het tussen de 12 en 15 procent ligt, schrokken ze zich dood. We hebben uiteindelijk twee uur lang met de leraren over dit onderwerp gediscussieerd.’ Volgens Lars is dit ook dé manier om jongeren geïnteresseerd te krijgen voor pensioenen. ‘De pensioenfondsen moeten jongeren laten schrikken en zeggen: “Wij hebben jouw geld”. Als jongeren weten dat ze wel een dag per week voor hun pensioen werken, wordt het opeens een stuk interessanter.’
Check it!? deelnemer Martin:
‘Jongeren denken: mijn tijd komt nog wel’ Martin kent weinig mensen van zijn leeftijd die zich druk maken om hun pensioen. ‘Veel jongeren denken wel erg gemakkelijk over hun toekomst. Ze zeggen: ‘Mijn tijd komt nog wel.’’ Martin werkt nu ruim drie jaar als conducteur bij de Nederlandse Spoorwegen. ‘Tot 2010 ben ik verzekerd van mijn baan. Ik geniet van de vrijheid die ik heb als conducteur, maar ik wil niet nog veertig jaar door de treinen lopen. Ik ben nog jong en sta overal voor open. Ik zou graag hogerop willen, het liefst binnen de NS.’ Hij ging voor het eerst over pensioenen nadenken toen zijn vader, die ook bij de NS werkte, met de VUT ging. Van een oudere collega kreeg Martin de tip zich aanvullend te verzekeren. ‘Omdat ik me heb bijverzekerd kan ik waarschijnlijk al op mijn 62 ste stoppen met werken. Ik heb gekozen voor een ‘hoog risico’. Dat betekent dat de banken intensief beleggen met je geld. Nu kan ik namelijk nog veel investeren. Natuurlijk is hier ook een risico aan verbonden, maar als dat risico mij te groot wordt, kan ik het veranderen naar een ‘laag risico.’ Ik vind het fijn dat ik er geen omkijken naar heb.’
Persoonlijk benaderen
Naam: Martin Woltman Leeftijd: 23 Plaats: Emmen Beroep: Conducteur
Jongeren die werken kunnen zich meer verdiepen in hun pensioen, maar er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de pensioenfondsen, vindt Martin. ‘De fondsen doen er goed aan jongeren persoonlijk te benaderen. Leg ze uit wat voordeliger is: spaarloon of een levensloopregeling. En of je verloftijd ten koste gaat van je pensioen. Jonge mensen hebben dan altijd nog de keuze om te zeggen: ‘Ik heb geen zin hierover na te denken.’’
Pensioenfonds: Spoorwegpensioenfonds Keuzekrant, voorjaar 2006
9
3
Geen baas die vertelt wat je moet doen, maar zelf bepalen hoe je werkdag eruit ziet. Geen eindeloze vergaderingen bijwonen, maar gewoon lekker doorwerken. Op een doordeweekse dag naar het strand als de zon schijnt en pas weer gaan werken als die onder is gegaan. Een eigen bedrijf. Het is de droom van veel mensen. Ieder jaar wagen zo’n vijftigduizend mensen die gok. Het nadeel is dat je als ondernemer zo’n beetje alles zelf moet regelen, maar daar staat een enorme vrijheid tegenover. Uit een enquête in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken blijkt dat 30 procent van de beroepsbevolking er over heeft gedacht een eigen bedrijf te starten. In werkelijkheid durft lang niet iedereen die stap te zetten. Zodra je de 30 of 35 gepasseerd bent, heb je meestal forse financiële verplichtingen. Elke maand moet de huur of hypotheekrente worden betaald en vaak zijn er tegen die tijd ook kinderen die het nodige kosten. Dan is het wel zo rustig om elke maand verzekerd te zijn van een vast inkomen in loondienst. Wat dat betreft zijn jongeren meestal flexibeler.
Praktijkervaring Is het slim om voor jezelf te beginnen terwijl je nog nooit een echte baan hebt gehad? ‘Dat hangt er vanaf’, zegt Roel Masselink, secretaris van het PZO (Platform Zelfstandig Ondernemers). ‘Als ondernemer moet je goed zijn in je vak. Alleen theoretische kennis is niet voldoende, praktijkervaring is minstens zo belangrijk. Je moet geen interim-manager willen worden als je net van de universiteit komt en nauwelijks in een organisatie hebt rondgekeken. Maar ik ken genoeg mensen die direct na hun opleiding met succes een klusbedrijf zijn gestart of als freelance tekstschrijver aan de slag zijn gegaan.’
Bonnetjes in een schoenendoos Zelfstandig ondernemers moeten niet alleen goed zijn in hun eigen vakgebied, ze moeten ook kunnen ondernemen. Dat betekent marktonderzoek doen, in kaart brengen waar de potentiële klanten zich bevinden en met hen in contact komen. Maar ook plannen en begroten, onderhandelen over tarieven, een administratie bijhouden, factureren en, als dat nodig is, op tijd aanmaningen versturen. ‘Een administratie opzetten vraagt discipline,’ zegt Masselink, ‘Stop geen bonnetjes in de spreekwoordelijke schoenendoos, maar berg alles meteen goed op. En wat je zelf niet kunt, kun je uitbesteden of leren. Ook al heb je een hekel aan netwerken, je kunt zelfs leren hoe je dát leuk kunt vinden.’
Kennis op peil Masselink wijst erop dat het belangrijk is dat zelfstandig ondernemers de ontwikkelingen in hun vak volgen en hun kennis op peil houden. ‘Mensen in loondienst hebben het op dat punt gemakkelijker. Die volgen af en toe een cursus op kosten van de baas. Zelfstandig ondernemers moeten zo’n cursus zelf betalen, al mogen ze de kosten wel aftrekken van de belasting. Maar in de tijd dat ze de cursus volgen, liggen hun inkomsten stil.’
Masselink: ‘Eigenlijk vervaagt de scheidslijn tussen werknemers en ondernemers steeds meer. Mensen zijn niet meer hun leven lang werknemer of ondernemer. Ze wisselen het af.’
Ziekte en vakantie Hetzelfde geldt voor ziekte en vakantie. Werknemers worden doorbetaald tijdens ziekte en vakantie, maar zelfstandigen verdienen in zo’n periode niets. ‘Daar moet je rekening mee houden bij het bepalen van je tarief’, zegt Masselink, ‘Je moet er geld voor reserveren.’ Een griepje van een paar dagen is meestal niet zo’n probleem, maar het wordt anders wanneer een zelfstandig ondernemer langdurig ziek is. ‘Je kunt daarvoor zelf op de particuliere markt een verzekering afsluiten. Dat raad ik iedereen aan’, zegt Masselink.
Oudedagsreserve Ook je pensioen moet je zelf regelen. ‘Dat heeft meestal geen prioriteit,’ weet Masselink, ‘In het begin heb je als zelfstandig ondernemer meestal weinig te besteden. En als je dan geld overhoudt, stop je dat liever in je bedrijf. Dat is heel begrijpelijk. Toch zou je moeten nadenken over je pensioen. Hoe eerder je daarmee begint, hoe langer je de tijd hebt om iets op te bouwen. Als je zelf niets regelt, krijg je straks waarschijnlijk alleen maar AOW. Dat is niet veel.’ Zelfstandig ondernemers kunnen gebruikmaken van de zogenoemde oudedagsreserve. Ze kunnen geld opzij zetten voor hun pensioen en ze hoeven daar later pas belasting over te betalen. Dat geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een lijfrenteverzekering af te sluiten. Dan betaal je een premie aan een verzekeraar en als je stopt met werken, ontvang je een periodieke uitkering. Een andere mogelijkheid is beleggen in aandelen, bijvoorbeeld in een beleggingsfonds. ‘Het belangrijkste is dat je een goed plan hebt,’ zegt Masselink, ‘Probeer je voor te stellen hoe lang je nog wilt werken en hoeveel geld je later nodig hebt. Niets reserveren voor je pensioen is onverstandig, maar al het geld wat je overhoudt besteden aan aandelen of lijfrentepremies kan net zo goed onverstandig zijn. Als je dat geld een paar jaar later weer nodig hebt om te investeren in je bedrijf, heb je een probleem.
Ga dus niet impulsief te werk, maar praat erover met anderen en maak een plan. Hoewel arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioenen lastige materie zijn, moeten mensen die voor zichzelf willen beginnen zich hierdoor niet laten tegenhouden. Wie er een keer echt voor gaat zitten en alles goed uitzoekt, hoeft er daarna nauwelijks meer naar om te kijken.’
Deeltijdondernemerschap Voor mensen die het ondernemerschap wel zien zitten, maar opzien tegen de financiële onzekerheid, kan het deeltijdondernemerschap een goede optie zijn. ‘Dat zie je steeds vaker,’ zegt Masselink, ‘Twee of drie dagen in loondienst werken en de rest van de tijd voor jezelf. Eigenlijk vervaagt de scheidslijn tussen werknemers en ondernemers steeds meer. Mensen zijn niet meer hun leven lang werknemer of ondernemer. Ze wisselen het af.’
Voor meer informatie zie: www.belastingdienst.nl www.kvk.nl www.pzo.nl
Keuzekrant, voorjaar 2006
Antwoorden
Score
1a) Man 1b) Vrouw
10 8
2a) Tot 25 jaar 2b) 25 tot 35 jaar 2c) 35 jaar en ouder
10 5 1
3a) 3b) 3c) 3d)
-2 10 -10 5
4a) 4b) 4c) 4d)
10 8 0 2
5a) 5b) 5c) 5d)
-10 -10 - 10 10
Antwoorden Score
Uitleg
6a) 6b) 6c) 6d)
10 0 -5 -10
7a) 7b) 7c) 7d)
2 10 4 2
8a) 8b) 8c) 8d)
0 0 4 10
Vraag 3: Een goed pensioen is onontbeerlijk. Geen idee hebben is erg slecht voor je toekomst. Zelf sparen of beleggen voor je pensioen is natuurlijk goed, maar hoeveel moet je sparen voor als je 100 wordt? Dat is alleen bijna niet te doen.
9a) 9b) 9c) 9d)
0 0 0 10
Vraag 4: Meestal begin je met pensioensparen zodra je gaat werken, in ieder geval zodra je 21 jaar bent. Bij enkele bedrijven spaar je niet automatisch voor pensioen. Informeer bij je werkgever of er een pensioenregeling is en of die ook voor jou geldt.
10a) 10b) 10c) 10d)
10 0 2 -5
Vraag 5: Ruim 93 procent van de werknemers in Nederland bouwen een pensioen op via de werkgever. Als er een pensioenregeling is voor fulltimers geldt die ook voor parttimers.
Uitslagen Puntenaantal: -19 tot en met -8 Jouw toekomst ziet er super vrolijk uit. Je ligt niet wakker van je grote gebrek aan kennis over voorzieningen voor je oude dag. Wat kan jou het schelen dat je op je oude dag niets te makken hebt. Dat zie je dan wel. Lekker belangrijk, dat pensioen! Wie dan leeft, wie dan zorgt, is jouw motto. Deze krant zal het goed doen in de kattenbak.
Puntenaantal: -7 tot en met 13 Tijd om wakker te worden. Als je zo door gaat, kun je bedrogen uitkomen. Het onderwerp pensioenen zegt je nog niet zo veel. Je hebt weliswaar enige basiskennis over pensioenen en je maakt af en toe de juiste keuzes, maar daarmee ben je er nog niet helemaal. Deze Keuzekrant kan je daarbij helpen.
Vraag 1: Hier is geen discriminatie aan de orde, want vooral vrouwen gaan minder werken of stoppen daarmee als er kinderen komen. Zij bouwen dan minder of geen pensioen op. Voorkom ellende en laat je informeren zodra je gaat samenwonen, trouwen of scheiden. Als vrouw begin je dus met wat minder punten. Vraag 2: Nee, dit is nog steeds geen discriminatie! Naarmate je ouder wordt, heb je minder tijd om voor je oude dag te sparen. Vooral jongeren zijn niet pensioenbewust.
Vraag 6: Zodra je werkt en voor je pensioen spaart, gaat ongeveer één dag van je werktijd op aan je oudedagsvoorziening. Dat is inderdaad veel, maar daar krijg je later wel wat voor terug. Vraag 7: Een tijdje minder of niet werken is mogelijk, houd er rekening mee dat je dan geen of minder pensioen opbouwt. Wees je hiervan bewust. Vraag 8: Voor ieder jaar dat je tussen je 15e en je 65e levensjaar in Nederland woont, ontvang je 2 procent AOW. 50 jaar in Nederland wonen betekent dus een volledige AOW-uitkering. Vraag 9: Het door jou gespaarde pensioen ontvang je na je 65e jaar. Dat ontvang je de rest van je leven! Het maakt niet uit of je nu 75, 80 of 102 jaar oud wordt, je bent zeker van je pensioen. Vrouwen mogen twee extra punten bij hun score optelllen, want zij worden gemiddeld ouder dan mannen. Vraag 10: Collectief sparen heeft het grote voordeel dat je geld samen met dat van je collega’s in een pensioenfonds zit. Dit fonds heeft een gegarandeerde uitkering en spreidt beleggingen en risico’s over een langere tijd.
Puntenaantal: 14 tot en met 70 Jij bent goed op de hoogte van de belangrijkste zaken die van invloed zijn op je toekomst. Met een beetje extra aandacht ziet het er allemaal goed voor je uit. Dus niet achterover leunen, maar scherp blijven. Keuzes die je nu maakt, zijn van invloed op je pensioen. Voor de details raden wij je aan de artikelen van de Keuzekrant te lezen.
Puntenaantal: 71 tot en met 100 Jouw kennis over pensioenen is uitstekend. Jij maakt de juiste keuzes. Omdat je het gewoon weet of omdat je eerst de Keuzekrant hebt gelezen voordat je de test ging doen.
Colofon
Deze krant werd gemaakt door CNV Jongeren in samenwerking met en in opdracht van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). www.cnvjongeren.nl www.vb.nl
Teksten
iPod of CD? Ga tot en met 7 mei 2006 naar www.cnvjongeren.nl. Vul daar jouw puntenscore in. Heb jij een ludiek idee hoe je jongeren kunt informeren over pensioen, stuur dit idee samen met je score in. De vijf meest originele inzendingen belonen we met een iPod. Bovendien krijgt iedere 50ste inzending een CD-bon van 20 euro. De gelukkige winnaars krijgen voor juni 2006 bericht.
Brenda van Dam, Wilma van Hoeflaken, Lieuwe Koopmans en Benno de Jongh
Redactie
Debby Houtgraaf, CNV Jongeren Gerda Smits, Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
Fotografie
Benno de Jongh Imagesource
Vormgeving & illustraties Marjoleine Reitsma, CNV
Aanvullende beeldredactie Ontwerpwerk, Den Haag
Drukwerk
Janssen Pers Grafisch Bedrijf
12