Zorgplan Annie MG Schmidtschool Den Haag (versie juni 2015) Als bijlage bij het Schoolplan 2015-2019
Zorgplan 2015-2019 Annie M.G. Schmidtschool Den Haag
1
Inhoud: 1. Visie op zorg 2. Zorg 3. Specifieke onderwijsbehoeften 4. Zorgproces 5. Handelingsgericht werken 6. Het groepsplan 7. Het handelingsplan 8. Het zorgtraject 9. Interne zorgcommissie (IZC) 10. Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen 11. Overdracht leerlingen 12. Overgangsprocedure a) Versnellen b) Verlengen c) Doubleren d) Overgang groep 0 - groep 1 - groep 2 e) Overgang groep 2 - groep 3 f) Overgang groep 3 t/m groep 8 g) Tijdspad overgang groep 3 t/m groep 8 h) Overgang groep 8 – Voorgezet Onderwijs (VO) 13. Meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen 14. Toetsen 15. Aanmeldingsbeleid neveninstromers 15. Protocollen
p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p. p.
03 03 03 04 04 05 05 05 05 06 06 07 07 07 07 07 08 08 09 09 09 10 10 10
2
1. Visie op zorg Onze school is een openbare school en wil een onderwijsgemeenschap en ontmoetingsplaats zijn voor alle kinderen van 4 t/m 12 jaar, ongeacht hun achtergrond. Wij zijn een school waar ieder kind de kans krijgt zich cognitief, sociaal-emotioneel en creatief te ontplooien. De doorverwijzing van leerlingen naar het speciaal onderwijs beperken wij tot een minimum. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen met plezier naar school gaan, hierdoor werken zij gemotiveerder en voelen zich thuis. Het betekent echter niet dat we minder eisen stellen aan de kwaliteit van het werk van de leerlingen. We proberen via gevarieerde werkvormen de leerlingen met de leerstof kennis te laten maken. Zelfwerkzaamheid en zelfredzaamheid worden bevorderd. Wij stellen onszelf steeds als doel om een leer- en leefklimaat te creëren waarin de leerling zich veilig en zelfverantwoordelijk voelt en uitgedaagd wordt. Alle leerlingen krijgen een basisprogramma aangeboden, waarbij we rekening houden met de individuele verschillen. leerlingen die moeite hebben met de basisstof krijgen extra aandacht. Leerlingen die veel minder tijd nodig hebben om de basisstof te verwerken worden zoveel mogelijk op hun niveau uitgedaagd. Een aantal leerlingen heeft op sommige vakgebieden een eigen programma. We hopen dat dit in de praktijk betekent dat elke leerling in de gelegenheid gesteld wordt datgene te doen waartoe hij of zij in staat is. Zorgverbreding krijgt bij ons op school veel aandacht. De leerkrachten signaleren al in een vroeg stadium, zodat de leerlingen met de juiste hulp de school goed kunnen doorlopen. De verbreding van de zorg aan de leerlingen is niet alleen gericht op leerlingen die moeite hebben met de leerstof. Onze aandacht gaat ook uit naar leerlingen die er juist behoefte aan hebben extra uitgedaagd te worden. 2. Zorg Elke leerling ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en heeft zijn eigen mogelijkheden. Als school gaan we uit van die mogelijkheden en willen we tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van iedere leerling. In het onderdeel „Zorg‟ beschrijven we op welke manier we leerlingen, die extra zorg nodig hebben, begeleiden. Verder vindt u hier de criteria, aan de hand waarvan wij bepalen wanneer een leerling voor ons een leerling met specifieke onderwijsbehoeften is. Hierbij is het van belang dat school, leerling en ouders constructief samenwerken. 3. Specifieke onderwijsbehoeften De volgende criteria worden daarbij gehanteerd: Op cognitief gebied Voor groep 1/2: een achterstand of voorsprong in de ontwikkeling op één of meerdere gebieden. Voor groep 2: Bij een IV, V of V- score of een I+ score bij de CITO toetsen. Voor groep 3 t/m 8: Bij hoge of onvoldoende scores op enkele opeenvolgende methode gebonden toetsen. Bij een IV, V of V- score of een I+ score bij de CITO toetsen. Bij onvoldoende groei in de vaardigheidsscore behorende bij het CITO leerlingvolgsysteem. Vermoeden van dyslexie of dyscalculie. Met bovenstaande blijven wij altijd naar de mogelijkheden van de leerling kijken. Daarbij houden wij rekening met de factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Op sociaal-emotioneel gebied Sociaal emotionele belemmeringen die de ontwikkeling van de leerling in de weg staan en/of invloed hebben op de andere leerlingen in de groep.
3
Een lichamelijke of verstandelijke beperking, die belemmeringen op welk gebied dan ook oplevert of kan gaan opleveren.
4. Zorgproces
Een leerkracht heeft een hulpvraag met betrekking tot zorg bij een leerling op cognitief of sociaal emotioneel gebied. De leerkracht gaat op onderzoek uit (kan analyse van toetsen zijn, gesprek met ouders, vorige leerkracht etc.). De leerkracht gaat met intern begeleider (IB-er) in overleg. De intern begeleider onderneemt acties in de vorm van; observatie, dyslexiescreening, rekenonderzoekje, inschakelen van externe specialisten voor observatie en/of onderzoek. Daarnaast kan ook de coördinator meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen ingeschakeld worden. Een leerling kan ook aangemeld worden bij de Interne Zorgcommissie. Er wordt een handelingsplan, plan van aanpak of ontwikkelingsperspectief opgesteld. De leerkracht gaat aan de slag met tips en adviezen voortkomend uit resultaten van onderzoek etc. De intern begeleider monitort dit proces. Bij onvoldoende groei en/of handelingsverlegenheid van de school, kan de school besluiten extra ondersteuning bij SPPOH (Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden) aan te vragen.
Ouders worden bij dit hele proces betrokken 5. Handelingsgericht werken Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken waarbij de hulpvraag van de leerling, leerkracht en ouder centraal staat. Onderwijsbehoeften spelen hierbij een belangrijke rol. De centrale vraag is: Wat vraagt de leerling van ons en welke benadering, aanpak en instructie heeft het nodig, op pedagogisch en didactisch gebied. Het onderwijsaanbod richt zich niet zozeer op wat er mis is met een leerling, maar meer op de mogelijkheden van de leerling om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. Het gaat erom wat deze leerling van deze ouders, in deze groep, bij deze leraar, op deze school, voor de komende periode nodig heeft. We proberen het onderwijsaanbod voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften zoveel mogelijk in de (eigen) groep, door de (eigen) leerkracht plaats te laten vinden. Dit gebeurt op één van de volgende manieren:
Verlengde instructie. Als de groep na instructie aan het werk gaat, neemt de leerkracht de leerling of leerlingen apart om extra uitleg te geven. Dit kan zowel enkele keren, bij een eenmalig specifiek probleem, als voor een langere periode. Extra instructie tijdens zelfstandig werken. Wanneer leerlingen zelfstandig werken, neemt de leerkracht één of meerdere leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften apart. Wanneer na verlengde instructie extra in-oefening nodig is, dan kunnen leerlingen gerichte oefenstof krijgen. Deze oefenstof kan een leerling tijdens “zelfstandig werken” maken of thuis (in overleg met de ouders). Als de onderwijsbehoeften van de leerling dusdanig specifiek is, dat deze niet meer aansluit bij het ontwikkelingsniveau van de groep kan de leerling in aanmerking komen voor een eigen leerlijn op één of meerdere gebieden.
4
Bij een leerling met een hulpvraag op sociaal-emotioneel gebied, kan de leerkracht gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een kind gesprek, beloningssysteem, heen-en-weer-schrift e.d.
Bovenstaande vindt plaats in overleg met de intern begeleider. 6. Het groepsplan Een groepsplan is een uitwerking van het handelingsgericht werken. De leerkracht werkt op een planmatige manier, waarbij de gegevens van de leerlingen worden verzameld en geïnterpreteerd om zo goed mogelijk met het onderwijsaanbod aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Een groepsplan is een (dynamisch) document en heeft een relatie met het handelen van de leerkracht in de groep. Wanneer de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen het groeps- of subgroepsplan te realiseren zijn, dan stellen we een individueel handelingsplan op (HP). 7. Het handelingsplan Ook in het handelingsplan staan de onderwijsbehoeften van een leerling centraal; wat heeft deze leerling pedagogisch en didactisch nodig om het gestelde doel te behalen. Het handelingsplan is een kortdurend plan waarbij gewerkt wordt aan het gestelde doel door de leerling met hulp van de leerkracht, ouders en eventuele externen. Na acht weken wordt het plan geëvalueerd en wordt bekeken of de doelstelling behaald is. Naar aanleiding hiervan wordt het handelingsplan afgesloten of gecontinueerd. Dit alles gebeurt met toestemming van ouders. 8. Het zorgtraject. Minimaal twee keer per jaar vinden er leerlingbesprekingen plaats. Bij deze bespreking zijn de groepsleerkracht en de intern begeleider aanwezig. In deze bespreking worden álle leerlingen besproken en expliciet leerlingen waarbij: het in kaart brengen van de onderwijsbehoefte (observatie, toetsmomenten, overleg ouders), de leerkracht handelingsverlegen is in het voorzien van die onderwijsbehoefte. de groepsplannen en/of handelingsplannen onvoldoende profijt biedt. de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling onduidelijk blijven; het (lange termijn) ontwikkelingsperspectief van de leerling ongewis is; er sterke aanwijzingen of vermoedens zijn voor een ernstige problematiek of stoornis. n.a.v. een diagnose een plan van aanpak is opgesteld. Een plan van aanpak is een langdurig handelingsplan. 9. De interne zorgcommissie (IZC) Wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid van de school kan een leerling ingebracht worden in de Interne Zorgcommissie. Deze commissie komt drie keer per jaar bij elkaar en bestaat uit de directie een intern begeleider, een psycholoog van het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO), de schoolarts, een medewerkster van schoolmaatschappelijk werk en de leerkracht van de groep waar de (te bespreken) leerling in zit. In de IZC worden leerlingen besproken waar de geboden ondersteuning niet of nauwelijks effect heeft. Middels een gedegen hulpvraag, geven de verschillende disciplines binnen de IZC advies. Dit kan variëren van een andere manier van ondersteuning, tot een extern onderzoek. Ouders geven toestemming voor bespreking in de IZC en worden uitgenodigd bij deze bespreking aanwezig te zijn.
5
Als blijkt dat alle interventies niet het beoogde effect hebben, kunnen wij de leerling aanmelden bij de Stichting Passend Primair Onderwijs Den Haag (SPPOH). In ons schoolondersteuningsprofiel hebben wij beschreven welke ondersteuning wij als school kunnen bieden. Zodra er meer ondersteuning nodig is, adviseert de intern begeleider in samenwerking met de leerkracht en ouders de directie een individueel arrangement aan te vragen. Dan bestaat de mogelijkheid dat de school extra middelen vanuit de SPPOH krijgt. Sinds de wet op Passend Onderwijs is ingetreden (1 augustus 2014) bestaat er ook een schoolondersteuningscommissie (SOC). De SOC bestaat uit in ieder geval de intern begeleider van de school, de adviseur passend onderwijs van Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH) en de schoolmaatschappelijk werker. Zij hebben de taak, samen met ouders, leerkracht(en) en eventuele deskundigen, de ondersteuning en zo nodig de zorg voor de leerling zo goed mogelijk vorm te geven. Meer informatie is te vinden op www.sppoh.nl 10.Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen. Wij maken gebruik van het leerlingvolgsysteem van CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Zo kunnen wij de leerlingen volgen in hun cognitieve ontwikkeling van groep 2 tot groep 8. In de groepen 1 en 2 wordt ook gebruik gemaakt van de observatielijsten. Wij kijken niet alleen naar cognitieve prestaties, maar ook naar zelfredzaamheid, zelfstandigheid en het omgaan met anderen. Zoals eerder beschreven worden er minimaal 2 keer per jaar groepsbesprekingen gehouden. Hier bespreken leerkracht en Intern Begeleider de resultaten van methode gebonden toetsen, resultaten van de CITO toetsen, observaties en de sociaal emotionele ontwikkeling. De volgende CITO toetsen worden twee keer per jaar afgenomen (februari/maart en juni) Rekenen voor kleuters groep 2 Taal voor kleuters groep 2 DMT groep 3 t/m 5 (waar nodig 6 t/m 8) Woordenschattoets groep 3 t/m 8 Spelling groep 3 t/m 8 Rekenen/Wiskunde groep 3 t/m 8 Begrijpend Lezen groep 4 t/m 8 Technisch lezen groep 3 t/m 8 ME2 Engels groep 8 Verder doet onze school in mei/juni mee aan de CITO entree toets (groep7) en in april aan de Centrale eindtoets (groep 8). Naast de Cito-toetsen doet groep 3 mee aan het derde groepsonderzoek (DGO). Deze is door het HCO ontwikkeld. Het DGO is een klassikaal screeningsinstrument voor groep 3 en geeft inzichten in de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. 11.Overdracht leerlingen Aan het einde van een schooljaar vindt er een overdracht plaats tussen de leerkrachten waarbij leerlingen worden besproken. Van deze overdracht wordt verslag gemaakt in ons leerling-administratiesysteem (Esis). Wanneer een leerling naar een andere school gaat wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld en eventueel contact opgenomen met de ontvangende school. Voor de overgang naar het Voorgezet onderwijs zie punt 12.h
6
12.Overgangsprocedure Wanneer er rondom de overgang van leerlingen meningsverschillen ontstaan tussen ouders en school neemt de directie een bindende en definitieve beslissing. 12.a. Versnellen Als een leerling zich veel sneller ontwikkelt dan je op grond van zijn/haar leeftijd zou mogen verwachten, kan er besloten worden de leerling eerder naar een hogere groep te laten gaan. 12.b. Verlengen Verlengen komt alleen voor bij leerlingen van de kleutergroepen. Als de leerling op grond van de leeftijd in principe naar groep 3 zou mogen, maar er qua ontwikkeling (cognitief en sociaal-emotioneel) nog niet (helemaal) aan toe is, blijft het langer in de kleutergroep. 12.c. Doubleren Als een leerling in de loop van het schooljaar de gestelde doelen niet heeft behaald, kan het zijn dat hij of zij doubleert. De leerling blijft dan in dezelfde jaargroep. Doubleren houdt niet automatisch in dat een leerling de hele leerstof moet overdoen. Er wordt zorgvuldig naar de onderwijsbehoefte van de leerling gekeken. Als de leerkracht en de intern begeleider van mening zijn dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om te doubleren, vindt er overleg plaats tussen ouders, leerkracht(en) en intern begeleider. De argumentatie en mening van de ouders/verzorgers wordt in de afweging van het al dan niet doubleren meegewogen. De eindverantwoording ligt bij de directie van de school, die in overleg met de leerkracht en de intern begeleider, de uiteindelijke beslissing neemt. De directie bepaalt de groepsindeling en de plaatsing van leerlingen en draagt hierin ook de eindverantwoording. 12.d. Overgang groep 0 – groep 1 – groep 2 Alle kinderen die vanaf 1 oktober 4 jaar worden komen in leerjaar 0 en worden geplaatst in een combinatiegroep 0/1/2. Een groep 0-leerling stroomt het volgend schooljaar door naar groep 1 en het schooljaar daarna door naar groep 2. Afhankelijk van de onderwijsbehoefte kan er gekozen worden om een leerling van groep 1 al mee te laten doen met het onderwijsaanbod van groep 2. Dit zou aan de orde zijn bij “najaarskinderen” (zie visie op najaarskinderen hieronder). Visie op najaarskinderen Leerlingen die zijn geboren in de maanden: oktober, november en december noemen we najaarskinderen. Deze leerlingen stromen tijdens een lopend schooljaar in. Ze worden als groep 0 kinderen aangemerkt. De verwachting is dat ze in het nieuwe schooljaar (augustus) naar groep 1 gaan. Een langer of korter verblijf in een kleutergroep is gebaseerd op de voortgang in de ontwikkeling van individuele leerlingen, niet op de kalenderleeftijd. De kalenderleeftijd is niet bepalend voor de overgang van de ene groep naar de volgende groep, maar de doorgaande lijn in de ontwikkeling van de leerlingen. Verlenging in kleuterbouw mag geen zittenblijven inhouden, maar moet een voortgang zijn van wat een leerling al kan. Daar horen andere activiteiten bij en ook de kans dat het leert lezen in de kleuterbouw. Een najaarskind dat korter in de kleuterbouw zit, omdat het na nog geen twee jaar kleuteronderwijs naar groep 3 gaat, moet geen stappen overslaan. Ook voor dat kind is een
7
onderwijsaanbod nodig waarin de eigen individuele mogelijkheden mee mogen wegen. Voordat een besluit genomen wordt vinden de volgende interventies plaats: leerling-verslag. De prestaties van de individuele leerling wordt in kaart gebracht (samenvatting observatielijst en Cito uitslagen). Het gaat hierbij om de objectieve gegevens over deze leerling. gesprek met ouders/verzorgers. Tijdens dit gesprek bespreken we de visie van de ouders en worden alle argumenten (voor/tegen) besproken. Een verslag van dit gesprek wordt toegevoegd aan het leerling-dossier. aanvullingen van de leerkracht die nog niet worden genoemd in het leerling-dossier op basis van ervaringen en observaties. 12.e. Overgang groep 2 - groep 3 Een leerling stroomt in principe door van groep 2 naar groep 3 als hij/zij op 1 oktober van het kalenderjaar van overgaan 6 jaar is. Op de Annie M.G. Schmidtschool hanteren we daarnaast de volgende criteria: de leerling bereikt vóór 31 december van het kalenderjaar van overgaan de leeftijd van 6 jaar de leerling is in sociaal-emotioneel opzicht rijp voor een overgang naar groep 3. (observatielijsten voor groep 1/2 en observatie leerkrachten) de Cito kleutertoetsen geven aan dat het de leerling op cognitief gebied in staat is de lesstof van groep 3 te gaan volgen Om bovengenoemde criteria te toetsen hanteren we de volgende instrumenten: ten aanzien van de leeftijd: de leerling administratie ten aanzien van de sociaal-emotionele ontwikkeling: de observatielijsten behorend bij het leerlingvolgsysteem. ten aanzien van de cognitieve ontwikkeling: Cito toetsen in zijn algemeenheid: observaties van leerkrachten en indien nodig en indien beschikbaar, externe onderzoeksgegevens. 12.f. Overgang groep 3 t/m groep 8 We streven er naar dat er zo min mogelijk leerlingen doubleren. Het moet de beste oplossing zijn voor de cognitieve en of sociaal–emotionele ontwikkeling van de leerling. Bij de overweging een leerling te laten doubleren kijken we naar verschillende factoren; cognitieve ontwikkeling, werkhouding, sociaal-emotionele ontwikkeling en motorische ontwikkeling. Een leerling kan in principe maar één keer in zijn schoolloopbaan, vanaf groep 3, doubleren. Als een leerling doubleert wordt er een plan van aanpak gemaakt, waarin de volgende punten aan de orde kunnen komen.
vergroten van zelfvertrouwen/verminderen faalangst concentratie sociaal-emotionele vaardigheden werkhouding cognitieve ontwikkeling
Een leerling doubleert niet als blijkt dat de zwakke leerprestaties overeenstemmen met de beperkte capaciteiten en/of mogelijkheden. Er wordt een aparte leerlijn bepaald. De onderwijs- en leerbehoeften worden in kaart gebracht. Bij twijfel kunnen de volgende factoren ook een rol spelen:
8
fysieke kenmerken gezinssituatie schoolorganisatie (grote/kleine groep, rustige/drukke groep e.d.) persoonlijkheidskenmerken
11.g. Tijdspad overgang groep 3 t/m 8 November Oudergesprek n.a.v. het eerste rapport. Maart Oudergesprek n.a.v. het tweede rapport. Hierin wordt een eventuele mogelijkheid van doubleren besproken. Er wordt nog geen definitief besluit genomen. Mei/Juni In overleg met de intern begeleider wordt een advies uitgebracht t.a.v. wel/niet doubleren. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld door de leerkracht eventueel samen met de intern begeleider. 12.h. Overgang groep 8 – Voortgezet Onderwijs Onze school maakt gebruik van de BOVO-procedure (Basis Onderwijs Voorgezet Onderwijs). Zie ook: http://www.bovohaaglanden.nl BOVO ondersteunt de scholen bij het uitwisselen van leerlingen en heeft geen zeggenschap over de besluiten die door de scholen genomen worden. BOVO is geen gesprekspartner voor ouders. 13. Meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen Het onderwijsaanbod voor Meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen dient structureel en deskundig te zijn en aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften. Of een leerling hoogbegaafd is, kun je niet alleen maar afmeten aan goede schoolprestaties. Sterker nog, het kan zijn dat een hoogbegaafde leerling helemaal geen goede prestaties op school laat zien. Meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen zijn namelijk ook op andere gebieden ‘anders’ dan gemiddeld en hebben andere educatieve behoeften. Het feit dat leerlingen haarscherp aanvoelen dat ze anders zijn – wat ze vaak niet willen – maakt dat ze hun gedrag aanpassen. Sommige leerlingen laten daardoor niet zien wat ze in huis hebben en andere leerlingen kunnen ongewenst gedrag vertonen. Wij vinden het om die reden niet altijd van belang om een intelligentietest af te nemen. Het is veel meer van belang te kijken naar de (onderwijs)behoeften en het welzijn van de leerling. Welke gedragskenmerken vertoont de leerling en hoe leren we de omgeving om de signalen die de leerling uitzendt, te herkennen? Het ‘welbevinden’ van de leerling staat bij ons op de eerste plaats. Het is belangrijk dat de omgeving een leerling ziet zoals het is en het daar de ruimte voor geeft. Een leerling die zich begrepen en gezien voelt, zal eerder het gevoel hebben dat het mag zijn wie het is. Het bewustwordingsproces, dat deze leerlingen mogen zijn wie ze zijn, ziet de Annie M.G Schmidtschool als één van haar belangrijkste taken. Iedere leerling heeft een unieke persoonlijkheid. Die erkenning heeft elke leerling nodig. Voor meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen hebben wij een aparte leerlijn (levelwerk) en in een protocol (zie bijlage) beschreven hoe wij omgaan met de
9
onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Omdat de school zorg voor meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen belangrijk vindt, is er een coördinator aangesteld. 14. Toetsen In elke groep wordt twee keer per jaar een Cito-toets afgenomen, waarmee de vorderingen op het gebied van rekenen, spelling en lezen worden gemeten. Zo kunnen de leerlingen tot het eind van hun schoolloopbaan bij ons zo goed mogelijk begeleid worden. Samen met de methode gebonden toetsen en de eigen observaties en bevindingen van de leerkracht vormt het Cito-leerling volgsysteem de basis om tot een gedegen schooladvies voor het kind te komen. De intern begeleider spreekt regelmatig met de leerkrachten alle bijzonderheden van leerlingen door. Verslagen van deze besprekingen en verslagen van gesprekken met ouders, komen ook in het leerling dossier (Esis) terecht. De methode gebonden toetsen en de citotoetsen worden niet meegegeven naar huis. Uiteraard worden de toetsen met de leerlingen besproken en kunnen ouders/verzorgers de toetsen, indien gewenst, samen met de leerkracht inzien. 15. Aanmeldingsbeleid Neveninstromers Wanneer een leerling van een andere school zich aanmeldt op de A.M.G. Schmidtschool, zal de intern begeleider bekijken of wij deze leerling de ondersteuning kunnen bieden zoals beschreven staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Indien de onderwijsbehoefte van de leerling andere ondersteuning vergt dan binnen de mogelijkheden liggen, dan zullen wij deze leerling niet kunnen plaatsen. Mocht er voor deze leerling op de school van herkomst extra ondersteuning gegeven worden middels een individueel arrangement dan wordt dit op de Annie MG Schmidtschool gecontinueerd. 16. Protocollen De school hanteert de volgende protocollen: pest protocol protocol bij overlijden van leerling, ouders, leerkrachten enz. internet protocol protocol meerbegaafden en/of hoog scorende leerlingen protocol dyslexie en dyscalculie protocol meldcode kindermishandeling
10