Schoolplan Den Haag

Schoolplan 2015-2019 Maria Montessorischool Den Haag

Maria Montessorischool

Inhoudsopgave Inhoudsopgave

2

1 Inleiding

5

1.1 Voorwoord 1.2 Doelen en functie van het schoolplan 1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.4 Bijlagen

5 5 5 6

2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens 2.2 Kenmerken van het personeel 2.3 Kenmerken van de leerlingen 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving 2.5 Sterkte-zwakteanalyse

7 7 7 8 9 9

2.6 Landelijke ontwikkelingen

9

2.7 Huisvesting

10

3 Onderwijskundig beleid

11

3.1 De missie van de school 3.2 De visies van de school

11 12

3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit 3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling

13 13

3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie 3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod 3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten

13 14 15

3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs 3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde

16 16

3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie 3.11 ICT

17 17

3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming 3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs 3.14 De kernvakken: Wetenschap en Techniek 3.15 De kernvakken: Engelse taal

17 18 18 19

3.16 Het lesgeven: Gebruik leertijd 3.17 Het lesgeven: Pedagogisch handelen

19 20

3.18 Het lesgeven: Didactisch handelen 3.19 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen 3.20 Het lesgeven: Klassenmanagement 3.21 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding

20 21 21 22

3.22 De zorg voor leerlingen: Afstemming 3.23 Talentontwikkeling 3.24 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs 3.25 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken

23 23 24 25

3.26 De opbrengsten: Opbrengsten 3.27 Qind en NPDL 3.28 NPDL en het ambitiestatement voor DHS 3.29 Duurzaam onderwijs

25 26 26 27

4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid

28 28

4.2 De organisatorische doelen van de school

28

Schoolplan 2015-2019

2


4.3 De schoolleiding 4.4 Beroepshouding 4.5 Professionele cultuur

28 29 30

4.6 Beleid met betrekking tot stagiaires 4.7 Werving en selectie 4.8 Introductie en begeleiding 4.9 Taakbeleid 4.10 Collegiale consultatie

30 30 30 30 31

4.11 Klassenbezoek 4.12 Persoonlijke ontwikkelplannen 4.13 Het bekwaamheidsdossier 4.14 Intervisie

31 31 31 31

4.15 Functioneringsgesprekken 4.16 Beoordelingsgesprekken 4.17 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering 4.18 Teambuilding

32 32 32 32

4.19 Verzuimbeleid 4.20 HRM binnen De Haagse Scholen

32 33

5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur 5.2 Groeperingsvormen

35 35 35

5.3 Schoolklimaat 5.4 Sociale en fysieke veiligheid

35 36

5.5 ARBO-beleid

37

5.6 Interne communicatie 5.7 Externe contacten

37 38

5.8 Contacten met ouders 5.9 Overgang PO-VO

38 38

5.10 Voor-, tussen- en naschoolse opvang (buitenschoolse opvang)

39

6 Financieel beleid

40

6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken 6.2 Interne geldstromen

40 40

6.3 Externe geldstromen 6.4 Sponsoring

40 41

6.5 Begrotingen

41

7 Zorg voor kwaliteit

42

7.1 Kwaliteitszorg algemeen 7.2 Meervoudige publieke verantwoording

42 42

7.3 Wet- en regelgeving

42

7.4 Doelen Ambitiestatement DHS en school 7.5 Inspectiebezoeken

43 44

7.6 Het evaluatieplan 2015-2019

45

8 Verbeterpunten 2015-2019

46

9 Meerjarenplanning 2015-2016

48


49


50


51


3


13 Formulier "Instemming met schoolplan"

52

14 Formulier "Vaststelling van schoolplan"

53


4


1 Inleiding 1.1 Voorwoord De openbare Maria Montessorischool maakt deel uit van De Haagse Scholen. Wij hebben het schoolplan 2015-2019 afgestemd op het Ambitiestatement 2015-2020 van De Haagse Scholen (zie bijlage) en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. De onderscheiden beleidsterreinen in dit schoolplan komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtkader. In het hoofdstuk Personeelsbeleid beschrijven we de wijze waarop we aandacht besteden aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van onze werknemers. De competenties van het personeel vormen de basis voor ons moderne montessorionderwijs.

1.2 Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van De Haagse Scholen, in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities. Op basis van de huidige situatie hebben we met het team diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument voor de planperiode 2015-2019. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk Jaarplannen 2015-2019) willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In het jaarverslag zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren.

1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Het schoolplan is opgesteld door de directie in samenwerking met diverse teamleden.Tijdens studiedagen heeft het team mee gedacht over de missie en visie(s) van de school en heeft een bijdrage geleverd aan het formuleren van ambities en verbeterpunten. Een aantal teamleden, zoals de taalcoördinator, rekencoördinator, IB-ers, en de I coach hebben onderdelen van het schoolplan voor hun rekening genomen. Het schoolplan is vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder schooljaar het jaarplan voor het komend jaar samen vaststellen. Ieder jaar kijken we met het team ook terug: hebben we onze verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd? Per jaar stellen we vast wat er (niet) goed gaat en bepalen we onze verbeterdoelen, in relatie met ons schoolplan en de voorgenomen verbeterpunten (zie hoofdstuk Jaarplannen 2015-2019).


5


1.4 Bijlagen Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen we naar de volgende beleidsstukken (bijlagen): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

De zorgstructuur Het schoolondersteuningsprofiel Het ambitiestatement De Haagse Scholen 2015-2020 Het inspectierapport 06-03 2012 De toetskalender Borgingsdocument DIM Format groeidocument Format ontwikkelingspercpectief Functieboek Gewoontevorming Nascholingsplan NPDL Protocol excelente leerling Protocol klassenouders Protocol Wizwijs met MM materiaal Protocol taal en spelling Respectprotocol Stappenplan meldcode Tevredenheidsonderzoek ouders Tevredenheidsonderzoek personeel Taakbeleid Functieboek Maria Montessorischool 2014-2015 Gespreksformulier groepsbespreking Koersnota schoolplan Observatieformulier DIM Schoolprofiel


6


2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens Gegevens van de stichting Naam stichting:

De Haagse Scholen

Voorzitter college van bestuur:

Dhr. W. Hendricks

Adres + nr.:

Scheveningseweg 60

Postcode + plaats:

2517KW Den Haag

Telefoonnummer:

070-3065200

E-mail adres:

[email protected] (mailto:[email protected])

Website adres:

www.dehaagsescholen.nl (http://www.dehaagsescholen.nl)

Gegevens van de school Naam school:


Directeur:

Mw. M.A. Heijboer

Adres + nr.:

Zevenwoudenlaan 197

Postcode + plaats:

2548 NT Den Haag

Telefoonnummer:

070 3099335

E-mail adres:

[email protected] (mailto:[email protected])

Website adres:

www.mmdenhaag.nl (http://www.mmdenhaag.nl)

2.2 Kenmerken van het personeel Op onze basisschool zijn in principe 3 functies te herkennen: directie, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel. Binnen die functies zijn er verschillende taakomschrijvingen. Zo valt onder de directie de directeur en de adjunct-directeur, onder onderwijzend personeel de leerkrachten, bouwcoördinatoren en intern begeleiders en onder onderwijsondersteunend personeel onderwijsassistenten, conciërges en administratieve krachten (zie functieboek als bijlagen). Het team bestaat uit 36 personen 1 directeur 1 adjunct directeur 12 voltijd groepsleerkrachten 17 deeltijd groepsleerkrachten 1 vakleerkracht bewegingsonderwijs 2 intern begeleiders 1 onderwijsassistent 1 administratief medewerker 2 parttime conciërges Van de 35 medewerkers zijn er 32 vrouw en 3 mannen. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 1-3-2015)


7


Per 1-03-2015

MT

OP

OOP

Tussen 50 en 60 jaar

1

3

2


2

2


4

13

1

7

1

25

4

Ouder dan 60 jaar

Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

7

Bijlagen 1. Functieboek Maria Montessorischool 2014-2015

2.3 Kenmerken van de leerlingen De Maria Montessorischool heeft momenteel 496 leerlingen.De school heeft relatief weinig gewichtenleerlingen (9 leerlingen met 0.3 gewicht en 5 leerlingen met 1,2 gewicht). Er zijn dan ook geen bijzondere behoeften bij de doelgroep. Wel is het van belang te beseffen dat veel ouders de bewuste keuze maken voor ons onderwijsconcept: modern montessorionderwijs. Dit stelt bijzondere eisen aan de inrichting en de kwaliteit van ons onderwijs. De komende vier jaar staan o.a. in het teken van: New Pedagogies for Deep Learning (21eeuwse vaardigheden) talentontwikkeling (QIND) ICT onderwijs meer werken met montessorimateriaal lesgeven volgens het directe instructiemodel (cognitieve vakken) Bijlagen 1. Schoolprofiel


8


2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving Onze school heeft een zeer gevarieerde schoolbevolking. Dit komt mede doordat de school zich in een Vinex wijk bevindt. De school heeft een buurtfunctie. Ongeveer 85% onze leerlingen is afkomstig uit de directe omgeving van de school. De samenstelling van deze groep is zeer divers. De wijk bestaat uit een combinatie van sociale woningbouw en vrije sector koopwoningen. Dit zien we terug in de leerling-populatie. Het opleidingsniveau van de ouders varieert sterk. Er is sprake van de problematiek die we in alle Vinexwijken zien: relatief veel echtscheidingsproblematiek, eenoudergezinnen en financiële problematiek. Ongeveer 15% van de leerling-populaties komt uit diverse wijken van Den Haag, uit Rijswijk en uit de gemeente Westland. De ouders van deze leerlingen maken een bewuste keuze voor modern montessorionderwijs. De ouders die deze bewuste keuze maken zijn meestal HBO- of universitair opgeleid en hebben een bewuste en doordachte opvoedingsstijl. Deze ouders staan vaak positiefkritisch ten opzichte van de school en zijn zeer betrokken bij het onderwijs aan hun kinderen.

2.5 Sterkte-zwakteanalyse In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en in onze beleidskeuzen. STERKE KANTEN SCHOOL

ZWAKKE KANTEN SCHOOL

* Uniek MM concept (innovatief)

* Omgaan met gedragsproblemen

* PLG Qind

* Moeite met differentiëren op drie niveaus

* Team dat zich optimaal inzet

* Zorgstructuur

* Goed onderhouden (net) schoolgebouw

* Inzicht in leerlijnen

KANSEN

BEDREIGINGEN

* New Pedagogies for Deep Learning

* Financiële positie van de stichting DHS

* Toenemende aandacht voor sociale ontwikkeling

* De kindpopulatie (en ouderpopulatie) wijzigt

* Meer behoefte aan brede schoolactiviteiten

* Negatieve trend leerlingen aantal (wijk is af)

2.6 Landelijke ontwikkelingen Ook onze school heeft te maken met landelijke ontwikkelingen die direct of indirect zijn uitwerking hebben (of gaan hebben) op het door ons gevoerde beleid. De belangrijkste daarvan zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Veel aandacht voor opbrengstgericht werken Veel aandacht voor handelingsgericht werken (differentiatiemodel) Een sterk toenemende aandacht voor de sociale ontwikkeling van leerlingen Aandacht voor 21st century skills: accent op vaardigheden (brede ontwikkeling) Invoer passend onderwijs New Pedagogies for Deep Learning Scholing en benutting van de professionele ruimte door de leraren Ontwikkelingen met betrekking tot excellente scholen Talentontwikkeling Inzet van digitale hulpmiddelen waaronder tablets

In ons beleid voor de komende jaren komt een aantal van deze ontwikkelingen prominent naar voren als speerpunt voor ons beleid. Bijlagen 1. NPDL 2015-2018


9


2.7 Huisvesting De Maria Montessorischool heeft op 10 mei 2011 een nieuw schoolgebouw betrokken in de wijk Wateringse Veld, locatie Binnentuinen. De oplevering van het gebouw was 18 maanden later dan gepland. De inrichting van het nieuwe pand is zodanig dat er op adequate wijze vorm en inhoud kan worden gegeven aan onze specifieke onderwijsvorm. Rond de plaats in de wijk waar de school gesitueerd is, worden nog enkele woningen gebouwd. Naar verwachting zal dit nog enige jaren gaan duren. Deze situatie heeft veel consequenties voor de verkeersveiligheid rond de school. Om de verkeersveiligheid te kunnen waarborgen is een goede samenwerking tussen school, ouders, buurt, politie, gemeente Den Haag, noodzakelijk. Het schoolplein verdient de aandacht evenals de fietsenstalling op dit plein. In 2014 zijn er fiets nietjes geplaatst door de gemeente. De fietsenstalling op het schoolplein wordt vernieuwd in juli 1015. Sterke kanten van het gebouw en de omgeving • Het is een mooi, fris en uitnodigend pand. • Het is rustgevend, licht. • De atmosfeer is prettig om in te werken. • Het gebouw is praktisch ingericht. • Het gebouw geeft weinig stof.

Zwakke kanten van het gebouw en de omgeving • De muren in het gebouw zijn qua afwerking kwetsbaar voor beschadigingen en vuil. • De binnenmuren zijn trilling gevoelig. Heeft invloed tijdens het gebruik van de digitale schoolborden. • De kleutergang is op sommige delen erg smal waardoor deze gang moeilijk in het logistieke verkeer kan worden ingezet. • Het hoofdtrappenhuis is de klein en te smal voor het logistieke leerling-verkeer. • De trappen in het noodtrappenhuis zijn erg smal en steil. • Op de begane grond is geen personeelstoilet aanwezig. • Er zijn te weinig fietsenrekken op het schoolplein aanwezig. In 2014 is er een nieuw luchtcirculatie systeem geplaatst. Kansen van het gebouw en de omgeving • Het gebouw en de omgeving bieden alle ruimte om het Modern Montessorionderwijs uit te dragen. • De school heeft een sprekend “gezicht” in de wijk. • Er is qua ruimte nog een kleine groei mogelijk. Bedreigingen van het gebouw en de omgeving • De verkeerssituatie rond het gebouw is gevaarlijk en behoeft aandacht. • De overflow van de 4 extra lokalen is een aandachtspunt. Er is weinig ruimte op de gangen en 2 klaslokaaldeuren tegenover elkaar kunnen niet gelijktijdig open. • Het is erg warm in deze 4 lokalen. • Er is te weinig ruimte in het gebouw om nog door te groeien.


10


3 Onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school De missie van De Haagse Scholen: Wij bereiden onze leerlingen voor op de wereld van morgen. In de periode van de vervaardiging van dit schoolplan heeft er binnen het schoolbestuur van DHS, en samen met de schooldirecties en andere betrokkenen als GMR en de Raad van Toezicht, een proces plaatsgevonden met het oog op de vervaardiging van het Ambitiestatement 2015-2020, het strategisch plan van de hele organisatie voor de komende jaren. Er is een verband tussen de twee. De doelen in het schoolplan hebben een relatie met de doelen zoals die in het Ambitiestatement zijn verwoord. Hieronder geven we daarom eerst inzicht in de Missie en de Doelen zoals die op concernniveau zijn verwoord voor de aankomende meerjarige periode. In de paragraaf daarna gaan we wat dieper in op de relatie tussen het verwoorde in het Ambitiestatement en het verwoorde in het schoolplan. ambities de Haagse Scholen: A. Ons onderwijs is eigentijds (opdracht: wij werken aan pedagogisch-didactische onderwijsvernieuwing), B. We ontwikkelen en benutten kennis en vakmanschap (opdracht: wij ontwikkelen de professionaliteit van onze mensen en onze cultuur), C. We verstevigen de profilering (opdracht: wij werken aan de groei van het leerlingaantal). beloften de Haagse Scholen: 1. Wij kennen ieder kind. 2. Wij stimuleren verwondering en nieuwsgierigheid. 3. Wij leren onze leerlingen om samen te werken en samen te leven. 4. Wij geven onze leerlingen verantwoordelijkheid voor het eigen leren. 5. Onze medewerkers onderzoeken en ontwikkelen hun kennis, houding en vaardigheden Missie Maria Montessorischool: Wij zijn een lerende organisatie voor leerlingen en leerkrachten. Wij staan voor een veilige en uitdagende leeromgeving waarin talentontwikkeling centraal staat. Dit doen wij door de montessori pedagogiek te vertalen naar de huidige tijd. Mission statement: “Modern montessorionderwijs in een veilige en uitdagende leeromgeving” Onze kernwaarden zijn: Respect Medewerkers van de Maria Montessorischool gaan respectvol om met de kinderen, met elkaar en met alle bij het onderwijs betrokkenen. We zijn als mensen heel verschillend, maar ook gelijkwaardig. Integriteit en verdraagzaamheid versterken onze respectvolle omgang met anderen en hun omgeving. Veiligheid Onze medewerkers creëren een sfeer van veiligheid door vertrouwen te geven, ondersteuning te bieden, waardering te tonen, rust en ruimte te bieden, zelfredzaamheid te stimuleren en inlevingsvermogen te tonen. Deze sfeer van veiligheid is het fundament van ons onderwijs. Samenwerking Onze kinderen leren met en van elkaar. Onze kracht ligt in samen werken en samen nadenken om tot het beste resultaat te komen. Met elkaar zijn wij sterker. Creativiteit Onze creativiteit helpt ons oplossingen te vinden. Deze oplossingen gebruiken wij om resultaat te boeken. Onze creativiteit ondersteunt het ontwikkelen van onze talenten. Professionaliteit Wij zijn verantwoordelijk voor ons professioneel handelen. Wij verstaan ons vak en vervullen onze rol doeltreffend en creatief. Wij zijn aanspreekbaar op onze professionaliteit.


11


Bovenstaande kernwaarden zijn leidend voor het handelen van alle medewerkers van onze school. De Maria Montessorischool streeft ernaar dat deze kernwaarden ook leidend zijn voor de wijze waarop medewerkers, kinderen en ouders onderling met elkaar omgaan binnen onze organisatie. Missiebeleid Beleid om de missie levend te houden: Missie, mission statement en kernwaarden komen aan bod tijdens een studiedag Missie en visie zijn opgenomen in de schoolgids Streefbeelden 1. Op de Maria Montessorischool krijgen de leerlingen de mogelijkheid om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen 2. Wij bieden montessorionderwijs dat aangepast is aan de huidige tijd 3. Op de Maria Montessorischool bieden wij de leerlingen een uitdagende leeromgeving 4. Op de Maria Montessorischool wordt gewerkt binnen een professionele cultuur waarin ruimte is voor de ontwikkeling van de leerkrachten 5. Er is een goed contact met ouders, ouders worden als partner gezien en er wordt gebruik gemaakt van de kwaliteiten van de ouders Bijlagen 1. Koersnota schoolplan

3.2 De visies van de school Onze collectieve ambitie richt zich op de verschillende aspecten van onze organisatie met als doel onze leerlingen voor te bereiden op een goede plek in de maatschappij. Hieronder beschrijven wij onze visies op verschillende domeinen die vastgesteld zijn op de studieochtend van 29 augustus 2014. Visie op leren Het kind is een zelfstandig individu en leert d.m.v. samenwerking met en van anderen. D.m.v. een veilige en uitdagende leeromgeving wordt de talentontwikkeling van het kind gestimuleerd . Deze ontwikkeling komt voort uit de intrinsieke motivatie van het kind. Hierdoor is het kind mede verantwoordelijk voor zijn/haar eigen leerproces. Het uitgangspunt hiervoor is “vrijheid in gebondenheid”. Visie op de leeromgeving Wij zorgen voor een voorbereide omgeving, door het visueel maken van de leerstof, zodat de kinderen zich bewust worden van wat ze leren. Wij creëren orde en netheid in de school. Wij zorgen voor de inrichting van inspirerende en speelse ruimtes. Er zijn voldoende aantrekkelijke materialen en leermiddelen die modern en vernieuwend zijn. Wij zetten flexplekken en creatieve ruimtes zoveel mogelijk in. Visie op didactisch handelen Wij geven eigentijds onderwijs gebaseerd op de kerndoelen voor groepen en individuele leerlingen. Wij bieden rust, orde en structuur en bieden verschillende werkvormen. Wij zorgen voor een uitdagende en stimulerende omgeving waarbij rekening wordt gehouden met de talentontwikkeling. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen door observaties, methodetoetsen en het leerlingvolgsysteem. Visie op professionele cultuur Op onze school werken professionals die open staan voor vernieuwingen. Als team leren wij met en van elkaar o.a. door middel van collegiale consultatie en intervisie. Wij verwachten van elkaar dat een ieder zich professioneel blijft ontwikkelen, waarbij de school ruimte biedt voor talentontwikkeling. Wederzijds respect en vertrouwen staan centraal. Leerkrachten communiceren met elkaar en met ouders op een professionele manier. Visie op ouders


12


Ouders kiezen bewust voor onze school. School en ouders zijn samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. Tussen school en ouders is wederzijds respect en open communicatie.

3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit Onze school is een openbare basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming is verweven in het onderwijs. Wel besteden we structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie zien tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving), ontwikkeling van sociale vaardigheden, actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. Onze gevarieerde populatie brengt met zich mee dat er voldoende aandacht is voor andere culturen en de verschillende geloven. Ook besteden we structureel aandacht aan de religieuze feesten die daarbij horen. Onze ambities zijn: Wij laten leerlingen bewust kennismaken met de verschillen in de samenleving Vanaf groep 5 werken we met een vakleerkracht Op school besteden we structureel aandacht aan religieuze feesten

3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de groeps(leerling) bespreking besproken (leerkracht en IB’er). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (zie lessentabel) 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling 4. We beschikken over normen: als meer dan 25% van de leerlingen uitvalt op een aspect (D/E), dan volgt er actie (groepsplan) 5. We houden bij hoeveel individuele handelingsplannen er per jaar in een groep uitgevoerd worden 6. We houden bij hoeveel groepsplannen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling er per jaar in een groep uitgevoerd worden In het schooljaar 2013-2014 hebben we als school een respect (pest) protocol vastgesteld. De medezeggenschapsraad heeft dit goedgekeurd. Het protocol is terug te vinden op de website van onze school. Per 1 augustus 2015 treedt (waarschijnlijk) de ‘antipestwet’ in werking. Hierop vooruitlopend starten wij naast onze huidige methode ‘Goed gedaan’ met het implementeren van PBS (positive behavior support). Dit wordt door onze pestcoördinator geïmplementeerd. Hiervoor krijgt deze ondersteuning vanuit het HCO. Verbeterpunt

Prioriteit

Bekwamen in KIJK! (groep1 en 2).

gemiddeld

Bijlagen 1. Respectprotocol 2015-2015

3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie Volgens Maria Montessori: Het kind is actief en ontwikkelt zichzelf in voortdurende wisselwerking met zijn of haar omgeving.” Onze leerlingen groeien op in een steeds complexere maatschappij. Wij streven ernaar de kinderen op te voeden tot een actief en verantwoordelijk onderdeel van onze samenleving. • We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke normen en waarden) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving.


13


• Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden. • We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. • We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). • We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Onze pijlers zijn de basiswaarden, te weten: vrijheid van meningsuiting gelijkwaardigheid begrip voor anderen verdraagzaamheid autonomie afwijzen van onverdraagzaamheid afwijzen van discriminatie

3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod Op de Maria Montessorischool worden methodes en montessorimateriaal gebruikt die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden door de leerkrachten als leidraad bij de hoofdvakken gebruikt. Het montessorimateriaal wordt vanaf groep drie ter ondersteuning gebruikt. Om de voortgang te toetsen gebruiken we methode-onafhankelijke (Cito) en methode-gebonden toetsen. We hebben de volgende ambities: 1. Al onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) 2. Wij gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen die voldoen aan de referentieniveaus (zie overzicht) 3. Op de Maria Montessorischool vertoont het leerstofaanbod een doorgaande lijn 4. Op de Maria Montessorischool komt het leerstofaanbod tegemoet aan relevante verschillen 5. Op de Maria Montessorischool voorziet het leerstofaanbod in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling (zie SEO) 6. De Maria Montessorischool besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap (zie Actief burgerschap) 7. Op de Maria Montessorischool is het leren gebruikmaken van ICT in het leerstofaanbod geïntegreerd (zie ICT) 8. Op de Maria Montessorischool voorziet het leerstofaanbod in aandacht voor intercultureel onderwijs 9. De Maria Montessorischool bereidt leerlingen door middel van het leerstofaanbod voor op het vervolgonderwijs Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

2,87

Verbeterpunt

Prioriteit

De school heeft zicht op de kerndoelen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde.

gemiddeld

De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

gemiddeld

De school beschikt over een meerjarenoverzicht m.b.t. de leerlingen met een eigen leerlijn (leerlingen met een specifieke behoefte).

hoog

De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.

hoog

De school beschikt over een deugdelijke methode voor de sociale ontwikkeling.

gemiddeld

Bijlagen


14


1. Toetskalender

3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten Vak

Methodes

Toetsinstrumenten

Taal

montessorimateriaal

Cito-toetsen Taal voor kleuters (1-2)

fonologisch bewustzijn

Vervangen

Veilig Leren Lezen (KIM)

Methodegebonden toetsen

in 2014

Taal Actief 4

Cito-toetsen DMT groep 3/tm 8

in 2014

Cito-entreetoets, Citoeindtoets Technisch lezen

Veilig leren lezen (KIM)


in 2014

Cito-DMT AVI-kaarten Protocol Leesproblemen Dyslexie Begrijpend lezen

Taal in Beeld 5-8

Cito-toetsen Begrijpend lezen

groep 4 aanschaffen in 2015

Cito-entreetoets, Citoeindtoets Spelling

Taal Actief 4

Cito-toetsen Spelling

in 2014

Cito-entreetoets, Citoeindtoets Schrijven

Pennestreken

Engels

Take it Easy


in 2014 (7/8) in 2015 (5/6)

Rekenen

Wizwijs 1-7 (8+)


Rekenrijk (8)

Cito-toetsen Rekenen en Wiskunde

voor groep 8 in 2015

montessorimateriaal

groep 2 in 2015

Cito-toetsen Rekenen voor kleuters (1-2) Cito-entreetoets, Citoeindtoets Geschiedenis

Kosmische educatie volgens montessori

X

KOO topondernemers Aardrijkskunde

Kosmische educatie volgens montessori topondernemers

X

Natuuronderwijs

Kosmische educatie volgens montessori topondernemers

X


15


Vak

Methodes

Wetenschap & Techniek

Kosmische educatie volgens montessori topondernemers Ontdekkasteel

Toetsinstrumenten

Vervangen Pittige Plustorens 2014 Techniek atelier 2015-2016

Verkeer

School op Seef

Tekenen

Moet je doen

Moet je doen 2015

Handvaardigheid

Moet je doen

Moet je doen 2015

Muziek

Moet je doen

Moet je doen 2015

Drama

Geen

Moet je Doen 2015

Bewegingsonderwijs

Basislessen gebaseerd op de vaardigheidsproeve

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Goed gedaan

Godsdienst

Geen

Gympedia 2015

Positive Behavior Support 2015-2019

3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs Het vakgebied Nederlandse taal krijgt veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om effectief te kunnen communiceren, zowel mondeling als schriftelijk. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Het is belangrijk dat kinderen al snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Om een adequaat taalniveau te kunnen bereiken en vast te houden hebben wij de volgende ambities: Onze school beschikt over een taalbeleidsplan Onze school beschikt over een gekwalificeerde taalspecialist De leerkrachten werken in de groepen 1 en 2 met de map fonemisch bewustzijn en de woordenschat wordt aangeboden aan de hand van thema-onderwijs De leerkrachten werken in de groepen 3 met de methode Veilig leren lezen (Kim versie) De leerkrachten werken in de groepen 4 t/m 6 met de technisch leesmethode Estafette In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de taal- en spellingsmethode Taal Actief In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de begrijpend leesmethode Lezen in Beeld (groep 4 vanaf augustus 2015) De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid De school beschikt over een plusklas waar meer intelligente leerlingen, naast de reguliere methodes, op creatieve wijze met taalontwikkeling bezig kunnen zijn (Qind werk) De school houdt zich aan de normen vastgesteld in het Cito leerlingvolgsysteem en de normen volgens de methodegebonden toetsen Een aantal verbeterpunten vragen onze aandacht: - Analyseren van de gegevens uit de taal- en spellingsmethode Taal Actief Bijlagen 1. Protocol taal en spelling

3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde


16


Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat rekenen in toenemende mate taliger is geworden en dat dit bij steeds meer leerlingen tot problemen leidt. Om de basisvaardigheden goed in te slijpen richt het automatiseren zich op kale sommen.We gebruiken moderne methodes (met montessorimateriaal ter ondersteuning vanaf groep drie) en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. We werken bij rekenen met groepsplannen. Wij hebben een gecertificeerde rekenspecialist op school. Onze ambities zijn: Wij beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8) In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van montessorimateriaal in combinatie met WizWijs. Het rooster vermeldt de aandacht die besteed wordt aan automatiseren Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. het Cito-LVS Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld Wij gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek (ze zijn op de hoogte van de nieuwste inzichten) De leraren werken bij rekenen en wiskunde met groepsplannen Wij werken systematisch (zie rooster) met rekentuin en Got it. Dit doen wij met behulp van laptops Kinderen die meer aankunnen werken met extra materiaal zoals Rekentijger en Qind werk rekenbeleidsplan Bijlagen 1. Protocol montessorimateriaal bij Wizwijs

3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie Wereldorientatie wordt bij ons op school vormgegeven door Kosmische educatie. Wij werken thematisch volgens de montessori uitgangspunten. Kosmische educatie komt bij ons op school aan de orde bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, gezond gedrag en verkeer. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke (leef)omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Daarnaast oriënteren zij zich ook op de wereld, dichtbij en veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Onze ambities zijn: Wij beschikken over de nieuwste montessorimaterialen ter ondersteuning van onze thema's Wij besteden gericht aandacht aan gezond gedrag (via projecten) Wij besteden gericht aandacht aan verkeersonderwijs Bij Kosmische educatie zorgen we voor vakoverstijgende lesdoelen Vanaf schooljaar 2016-2017 zullen wij een dagdeel per week thematisch hier aan gaan besteden.

3.11 ICT De digitalisering in onze samenleving neemt nog steeds toe, als school zullen wij hierin mee moeten gaan. ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. Ook het leren om te gaan met de digitale middelen is een nieuwe taak voor het onderwijs, wij noemen dit mediawijsheid. ICT heeft in ons onderwijs een ondersteunende rol en is een middel om andere doelstellingen te kunnen behalen. De leerkrachten gebruiken het digitale schoolbord bij hun instructies. Voor de verwerking van de leerstof kunnen de leerlingen gebruik maken van IT middelen. Ook voor het maken van werkstukken, verslagen en presentaties maken de kinderen gebruik van ICT. Ze gebruiken het voor het opzoeken van informatie en voor het presenteren van deze informatie. Sinds schooljaar 2014-2015 heeft de school geen ‘papieren’ communicatie meer. De school werkt met het digitale programma MijnSchoolInfo (MSI). Onze ambities zijn: Inzet van de methodegebonden software (o.a. Wizwijs en Taalactief) Implementeren van het ‘vak’ mediawijsheid in ons onderwijsaanbod Inzet van Taalzee en Rekentuin optimaliseren Leerkrachtvaardigheden verbeteren mbt digibordgebruik, methodesoftware en andere digitale hulpmiddelen Ook onderzoeken we de (on)mogelijkheden van BYOD (Bring You Own Device).

3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming


17


We gaan ervan uit dat ieder kind anders is. Ieder kind moet z'n talenten zo goed mogelijk gebruiken. Naast taal, lezen, rekenen en Kosmische educatie besteden we ruim aandacht aan het ontwikkelen van de kunstzinnige, lichamelijke en sociaal-emotionele vorming. Naast kennisverwerving vinden we ook de persoonlijke ontwikkeling belangrijk. We willen de kinderen niet alleen de nodige kennis en vaardigheden leren, maar hen ook aanmoedigen tot zelfstandigheid en tot kritisch denken en handelen. Leren omgaan met elkaar, keuzes kunnen maken en het plannen van je werk zijn aspecten van ons onderwijs. In 2015 hebben wij een gecertificeerde cultuurcoodinator op school. In samenwerking met het HCO en directie zijn wij cultuureducatie aan het vormgeven. Vanaf augustus 2015 gaan wij op school met workshops van vier weken werken volgens het montessorischool concept o.a. deels vrij keuze door leerlingen bij volgorde workshops ideeën vanuit opleiding cultuurcoördinator - “Haagse visie op cultuuronderwijs” Onze ambities zijn: Wij geven workshops tekenen handvaardigheidslessen (kleur, vorm, ruimte, textuur, compositie) Wij geven muziekworkshops (inclusief het leren gebruiken van instrumenten) Wij geven workshops dramatische expressie Wij geven workshops sociaal media Wij werken vanuit het montesori gedachtengoed Wij werken vanuit NLPD (21 eeuwse vaardigheden) Wij proberen onze ambities deels te bekostigen door subsidie aan te vragen bij de HEA (Haags Educatieve Agenda)

3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs Op de Maria Montessorischool vinden wij bewegen en dus bewegingsonderwijs belangrijk. Geestelijke ontwikkeling moet verbonden worden met bewegen, want ze is er afhankelijk van (Montessori, 1937). Bewegingsonderwijs is dus iets wat je met je je geest, ziel en lichaam doet. Daarnaast heeft het ook een sociaal aspect, want leren bewegen doe je nooit alleen, maar altijd samen. Onze ambities zijn: Wij beschikken over een goed gefaciliteerd speelleerlokaal voor de jongste leerlingen Wij besteden voldoende tijd aan lichamelijke opvoeding (zie rooster) Wij beschikken over een vakdocent Lichamelijke opvoeding Wij beschikken over een uitgewerkt curriculum Lichamelijke opvoeding Wij werken vanaf het schooljaar 2015-2016 met de methode Gympedia Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en vakleerkrachten bewegingsonderwijs m.b.v. de Quick Scan (WMK-MO) Verbeterpunt

Prioriteit

Implementeren van Gympedia.

laag

3.14 De kernvakken: Wetenschap en Techniek


18


De toekomst van de leerling van nu is niet meer hetzelfde als de toekomst van een leerling van de afgelopen decennia. Er worden andere vaardigheden, andere kwaliteiten en een andere manier van denken verwacht van de toekomstige generaties (NPDL). Onze maatschappij heeft een sterke behoefte aan geschoolde mensen op het terrein van wetenschap en techniek. Wij willen daaraan graag een bijdrage leveren (in samenwerking met PLG Qind) door gericht aandacht te besteden aan dit vakgebied. Bij de activiteiten wetenschap en techniek leren onze leerlingen al samenwerkend aspecten die samenhangen met wetenschap en techniek te onderzoeken. Voor juli 2015 zullen we een visie ontwikkelen gekoppeld aan de doelen voor de zes VINEX-scholen rondom het vak onderzoekend en ontwerpend leren (O&O). Gedurende het schooljaar 2014-2015 gaan we een stappenplan opzetten waaruit duidelijk wordt via welke tijdspaden, faciliteiten en instellingen onderzoekend en ontwerpend leren op de zes VINEX-scholen vorm zal krijgen. Onze ambities zijn: De leerlingen kunnen onderzoek doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit ,kracht, magnetisme en temperatuur. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving, relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Voor de meeste lessen wordt gebruik gemaakt van het techniek atelier (opzet 2015-2016) Het budget voor het wetenschap- en techniekonderwijs is zo afgestemd dat de materialen tijdig kunnen worden aangevuld wanneer dit nodig is en dit ook gewaarborgd blijft Qind scholen hebben een gezamenlijke techniekdocent. De techniekcoördinator zorgt er weer voor dat deze kennis wordt overgedragen op de leerkrachten Voor ons technologieonderwijs maken we gebruik van het bedrijfsleven, de gemeente en de industrie.

3.15 De kernvakken: Engelse taal Beheersing van de Engelse taal vinden we van belang omdat kennis van deze taal steeds belangrijker wordt door de toenemende internationalisering, de groeiende mobiliteit en het veelvuldige gebruik van sociale media zoals Facebook, Twitter en Linkdin. Het is dus noodzakelijk om aan de taalbehoefte van deze tijd te voldoen. Op de Maria Montessorischool besteden we structureel aandacht aan de Engelse taal. Hierbij zijn onze ambities: Binnen 4 jaar zal er vanaf de onderbouw Engels worden ingevoerd Wij gebruiken vanaf groep 1 de methode Take it Easy (2019) In alle groepen worden er Skype gesprekken gevoerd met kinderen uit andere landen Wij bieden via de verlengde schooldag extra Engelse lessen Verbeterpunt

Prioriteit

De school zal de methode Take it Easy vanaf groep 1 invoeren.

laag

3.16 Het lesgeven: Gebruik leertijd


19


Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we ze voldoende leertijd geven (te plannen) om zich het leerstofaanbod eigen te maken. We werken vanuit een urentabel, een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Om de leertijd zo effectief mogelijk te benutten, hebben we de volgende afspraken gemaakt en maatregelen genomen: De leerkracht begint op tijd met de les De leerkracht besteedt de geplande tijd daadwerkelijk aan het lesdoel De leerkracht hanteert het directe instructie model bij de hoofdvakken De leerkracht laat de les verlopen volgens een adequate planning De leerkracht neemt maatregelen om weglektijd tegen te gaan De leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster De leraren werken met weektaken Beoordeling Effectieve leertijd wordt een keer per jaar met het team geëvalueerd in een teambijeenkomst. Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,00

3.17 Het lesgeven: Pedagogisch handelen Onze leraren doen er toe. Zij zijn een rolmodel voor de kinderen. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: hun leerlingen op te voeden tot goede burgers. Dit volgens het montessori gedachtengoed. Daarom vinden we het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen kunnen omgaan. Leraren creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen. Kernwoorden zijn: relatie, competentie en autonomie. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt dat de leerlingen het werk zelfstandig (samen met anderen) kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: De leraren zorgen voor een ordelijke klas De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen De leraren bieden de leerlingen structuur De leraren zorgen voor veiligheid De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken De leraren laten de leerlingen zelfstandig werken en samen werken De leraren zien ouders als educatief partner De leraren hebben binnen drie jaar hun montessori bevoegdheid Beoordeling Pedagogisch handelen is twee keer per jaar gespreksonderwerp in een teambijeenkomst. Bijlagen 1. Gewoontevorming 2014-2015

3.18 Het lesgeven: Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan gedifferentieerd onderwijs op basis van de onderwijsbehoeften en prestaties van de leerlingen. Dit doen wij met behulp van groepsplannen, waarin wij de leerlingen clusteren naar drie niveaugroepen. We differentiëren bij de instructie (directe instructie model) en de verwerking waar nodig (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Wij zetten zoveel mogelijk activerende werkvormen in om de kinderen uit te dagen en bij de les te betrekken. Onze ambities zijn: Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus (basis, verkort en verlengd)


20


De leraren geven les volgens het directe instructie model bij de hoofdvakken De leraren geven instructie over oplossingsstrategieën De leerlingen werken zelfstandig en samen De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste looprondes) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie Het didactisch handelen is bij ons continu onderwerp van teambijeenkomsten en studiedagen, omdat wij vinden dat wij als lerende organisatie steeds aan de voortdurende ontwikkeling van ons lesgeven moeten werken. Beoordeling De ambities worden betrokken in de klassenbezoeken in het kader van opbrengstgericht werken en bij de beoordeling volgens de competentiecyclus. Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,20

Bijlagen 1. borgingsdocument DIM 2. Observatielijst DIM

3.19 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen; Zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun handelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leraren de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leraren begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambitie is: Op de Maria Montessorischool leren de leerlingen actief te luisteren en samen te werken en zijn zij verantwoordelijk voor hun eigen werk. Dit realiseren wij door het volgende: 1.De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen 2.De leerlingen werken met een weektaak 3.De leerlingen leren actief te luisteren 4.De leraren laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen 5.De leraren leren de leerlingen doelmatig te plannen 6.De leerlingen zijn verantwoordelijk voor hun eigen werk en voor gezamenlijk werk. In schooljaar 2015-2016 starten wij gefaseerd met NPDL, New Pedagogies for Deep Learning. Van de 6 C's die dit programma behelst, starten wij met samenwerking en communicatie en zijdelings burgerschap. In de bijlagen staan de leerlijnen vanuit deze C's omschreven. Bijlagen 1. 6C's (leerlijnen)

3.20 Het lesgeven: Klassenmanagement Onder klassenmanagement verstaan we een verzameling organisatorische vaardigheden van de leerkracht met het doel dié voorwaarden te vestigen en te handhaven waardoor instructies van de leerkracht en leeractiviteiten van de leerlingen succesvol zijn. Kortom: "Klassenmanagement is het scheppen van voorwaarden voor succesvol onderwijs" (Veenman, 1993) Klassenmanagement is sturen en bijsturen. Hiertoe behoren onderwijstaken als plannen, organiseren, coördineren, leidinggeven, controleren en het verzorgen van de communicatie. Dit behoort tot het dagelijkse beroepsmatige handelen van de leerkracht.


21


Op onze school hebben wij de volgende maatregelen genomen om goed klassenmanagement te waarborgen: De leraren zorgen voor een effectieve inrichting van hun lokaal De leraren hanteren heldere regels en routines De leraren voorkomen probleemgedrag De leraren zorgen ervoor dat de les activiteiten goed georganiseerd zijn De leraren bereiden hun lessen goed voor De leraren zorgen dat de materialen van te voren klaar liggen Beoordeling Het klassenmanagement is een onderdeel van de gesprekkencyclus.

3.21 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. In de eerste plaats moeten de leraren daarom de leerlingen goed kennen (wat zijn de onderwijsbehoeften? wat is hun niveau? en wat zijn de kenmerken van de leerlingenpopulatie?). Daarnaast moeten de leerlingen goed gevolgd worden: hoe verloopt het ontwikkelproces? Daar waar nodig volgt zorg en begeleiding. Deze zorg kan gericht zijn op leerlingen die meer of minder zorg nodig hebben dan de basisondersteuning. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we de observaties in de groepen, methode gebonden toetsen en CITO-LVS. Leerlingen met een V- of IV-score, leerlingen die sterk terugvallen, leerlingen met een I of I +-score of leerlingen die een sterke groei laten zien komen in aanmerking voor extra zorg. De stappen die worden genomen binnen de extra zorg, worden beschreven in de zorgroute (zie bijlage). De leraar is verantwoordelijk voor de zorg en begeleiding van de leerlingen. De intern begeleider heeft een coördinerende taak en werkt nauw samen met de gedrags-, taal- en rekenspecialist. Onze ambities zijn: De leraren kennen de leerlingen De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen (extra) zorg nodig hebben Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind Externe partners worden, indien noodzakelijk, betrokken bij de zorg voor leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de ontwikkeling en de prestaties van de leerlingen 1. 2. 3. 4.

Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit (zie bijlage) De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding en werkt nauw samen met alle specialisten binnen de school. 5. De school heeft een gedragsspecialist, taal- en rekencoördinator en een specialist op het gebied van hoogbegaafdheid. Beoordeling De IB houdt bij elke groepsbespreking in de gaten of de Zorgroute (als bijlage toevoegen) goed gehanteerd wordt. Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

2,95

Verbeterpunt

Prioriteit

De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast (sbao); de school stelt voor leerlingen met een specifieke behoefte (een eigen leerlijn) een ontwikkelingsperspectief op (basisonderwijs).

hoog

De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

hoog

De leraren beschikken over vaardigheden om de toetsuitslagen adequaat te analyseren.

hoog


22


Bijlagen 1. Zorgstructuur 2. Protocol excelente leerlingen

3.22 De zorg voor leerlingen: Afstemming Op onze school stemmen we ons onderwijs en ons onderwijsaanbod af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We werken opbrengstgericht (OGW), met groepsplannen. Alle leraren beschikken over een algemeen groepsoverzicht met daarop de kenmerken en onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Voor de diverse vakgebieden wordt ook een groepsoverzicht gemaakt met daarin vakspecifieke onderwijsbehoeften. Op basis daarvan stellen de leraren twee keer per jaar een groepsplan op. In het groepsplan onderscheiden we de basisgroep, de instructie onafhankelijke groep (verdiept arrangement) en de instructie afhankelijke groep (intensief arrangement). De leraren stemmen hun instructie, het aanbod en de tijd af op de kenmerken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen in een groep. Onze ambities zijn: De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren geven ondersteuning en hulp (vaste ronde) De leraren laten leerlingen hun werk zo veel mogelijk zelf corrigeren (vanaf eind groep 4) De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie De leraren werken aan de ontwikkeling van het zelfstandig werken De leraren geven leerlingen voldoende eigen verantwoordelijkheid De leraren gebruiken coöperatieve werkvormen en montessorimaterialen tijdens hun instructies en lessen. Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team.

Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,00

Verbeterpunt

Prioriteit

De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

gemiddeld

De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

hoog

De leraren kunnen effectief omgaan met verschillen in hun groep.

gemiddeld

De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

hoog

Gerichte instructie aan de meer begaafde leerlingen.

hoog

Gedifferentieerd werken wordt goed georganiseerd.

gemiddeld

Structureel lesgeven comform het Directe Instructie Model.

hoog

3.23 Talentontwikkeling Om onze leerlingen optimaal toe te rusten op de 21ste eeuw is het noodzakelijk dat we oog hebben voor de individuele talenten van de leerlingen. Daarbij gaat het ons om talenten in de meest brede zin van het woord. Dus niet alleen om taal- en rekentalent, maar ook om creatieve, culturele, motorische, sociale en onderzoekende talenten en bepaalde praktische vaardigheden. Als we bij de leerlingen specifieke talenten ontdekken, dan zal dat consequenties hebben voor de organisatie in de klas en voor het ICT-gebruik. Onze school werkt vanuit de PLG Qind met zes scholen samen om onze ambities te kunnen realiseren. Onze ambities zijn:


23


De leraren signaleren en registreren talenten bij hun leerlingen De leraren stemmen hun aanbod en organisatie af op specifieke talenten van kinderen De leraren zetten in relatie met het ontwikkelen van talenten o.a. ICT in Op onze school besteden we gericht aandacht aan Techniekonderwijs voor elk kind Onze school beschikt over beleid met betrekking tot de ontwikkeling van de 21st century skills (NPDL)

3.24 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs De Maria Montessorischool vindt dat elk kind recht heeft op goed en passend onderwijs. In beginsel zijn wij het eens met de stelling dat zo veel mogelijk kinderen regulier primair onderwijs moeten kunnen volgen. Wij realiseren ons dat we een zorgplicht hebben. Onze school richt zich op het geven van basisondersteuning en in een aantal gevallen op het geven van extra ondersteuning. In ons schoolondersteuningsprofiel (zie bijlage) hebben we beschreven welke ondersteuning we wel en niet kunnen geven. Onze ambities zijn: Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel Onze school biedt basisondersteuning Onze school biedt extra ondersteuning voor leerlingen met lichte gedragsproblematiek Onze school biedt extra ondersteuning voor leerlingen met lichte visuele problemen Onze school biedt extra ondersteuning voor leerlingen met lichte gehoorstoornissen Onze school beschikt over een strategisch beleid om de extra ondersteuning uit te breiden De ouders hebben inzicht in de essenties van ons ondersteuningsprofiel De school participeert in bijeenkomsten van het samenwerkingsverband (SPPOH) De school participeert in netwerken om extra ondersteuning te kunnen garanderen De school beschikt over een gedragsspecialist Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en zorgteam.


24


Verbeterpunt

Prioriteit

Vaardig worden in het opstellen van een groeidocument.

gemiddeld

Meer inzicht krijgen in de mogelijkheden van passend onderwijs.

gemiddeld

Bijlagen 1. 2. 3. 4.

Format ontwikkelingspercpectief Format groeidocument Schoolondersteuningsprofiel 2013 stappenplan meldcode

3.25 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken

Op onze school werken we opbrengstgericht. Al onze activiteiten staan in dienst van de ontwikkeling en prestaties van onze kinderen. Wij werken met de zgn. PDCA-cyclus, waarin wij systematisch de opbrengsten evalueren en bijstellen. Daarbij richten we ons onder andere op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem waarin wij de vorderingen van de leerlingen goed monitoren. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Daarnaast worden de opbrengsten schoolbreed besproken en geanalyseerd om de juiste interventies te kunnen plegen. De schoolleiding en de IB'er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good practice op te doen. Beoordeling 2X per jaar worden de opbrengsten uit het Cito LOVS besproken en geanalyseerd en 2 X per jaar is er een tussenevaluatie van de opbrengsten op basis van de methodegebonden toetsen. De intern begeleiders houden 2 X per jaar groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen.

3.26 De opbrengsten: Opbrengsten Door onze manier van opbrengstgericht werken focussen wij ons op de ontwikkeling en prestaties van de kinderen, de groepen en de school. Dit doen wij door de opbrengsten op de hoofdvakken, rekenen, technisch lezen, spelling en begrijpend lezen, in kaart te brengen en te analyseren. De opbrengsten worden op een studiemiddag schoolbreed besproken, waarna de teamleden hun eigen groep gaan analyseren en een verbeterplan opstellen. Deze wordt door de leerkracht besproken met de intern begeleider. De intern begeleider koppelt de gesprekken terug naar de directie. Onze ambities m.b.t. de opbrengsten liggen schoolbreed op of hoger dan het landelijk gemiddelde. N.a.v. de analyses van de opbrengsten kunnen er voor bepaalde groepen bijstellingen plaatsvinden van de ambities. Dit wordt dan nauwlettend gemonitord om aan het einde van de basisschool een goede uitstroom naar het V.O. te waarborgen.


25


Eens per jaar monitoren wij het kernkader van de inspectie om te kijken of we op koers liggen en aan de indicatoren voldoen. Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar ons kwaliteitshandboek waarin de verschillende documenten zijn opgenomen. Beoordeling De opbrengsten worden 2 X per jaar besproken en geanalyseerd na de Cito-toetsen. Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

2,79

Verbeterpunt

Prioriteit

De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

hoog

De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

hoog

Bijlagen 1. Gespreksformulier groepsbespreking

3.27 Qind en NPDL Qind is de nieuwe naam voor de PLG (professionele leergroep) van zes Vinex-scholen van stichting De Haagse Scholen. Sinds 2012 vormen OBS De Notenkraker, OBS Waterland, OBS De Vijver, OBS Prinses Catharina Amalia, OBS De Startbaan en OBS de Maria Montessorischool een PLG. Het ontstaan van deze PLG komt voort uit de behoefte om bovenschools zaken op het gebied van onderwijskwaliteit met elkaar te delen. In eerste instantie vond het overleg alleen tussen de directeuren van de school plaats. Deze overleggen gingen over facilitaire, financiële en onderwijsinhoudelijke zaken van een Vinex-school. Naast het overleg van de directeuren zijn er ook drie verschillende werkgroepen gevormd. Deze drie werkgroepen behandelen de onderwerpen: techniek & wetenschap digitaliseren meer- en hoogbegaafdheid Vanuit elke school is er voor elke werkgroep een coördinatoren vertegenwoordigd. Zij komen 10 keer per schooljaar bij elkaar om de desbetreffende onderwerpen uit te diepen. Dit alles om het onderwijs op de zes Qind scholen te verbeteren. Zo wordt er veel kennis gedeeld en in gezamenlijkheid goede plannen gemaakt. NPDL (New Pedagogies for Deep Learning) is een wereldwijd project dat als hoofdthema heeft: het onderzoekend leren van kinderen te bevorderen en de nieuwsgierigheid die zij van nature hebben te behouden. De doelstellingen van Qind en NPDL sluiten goed aan bij onze montessorivisie en het 21ste-eeuwse leren waar we mee aan de slag gaan. Want de kinderen van nu zijn onze toekomst! Verbeterpunt

Prioriteit

invoeren Cooperatieve leerstrategien (NPDL)

hoog

Qind en NPDL implementeren

hoog

3.28 NPDL en het ambitiestatement voor DHS Eén van de opdrachten uit het nieuwe ambitiestatement voor DHS is de pedagogische – en didactische vernieuwing van het onderwijs. Negen scholen van DHS gaan in het jaar 2015 daar vorm aan geven door deelname aan het onderzoeksproject NPDL. Binnen een driejarig onderzoeksproject/experiment zijn zij een wereldwijde samenwerking aangegaan om hun pedagogische- en didactische doelen te vernieuwen. Er wordt gefocust op een breder concept van


26


ontwikkeling en leren waarbij de betrokkenheid van leerling en leraar centraal staat. Naast de cognitieve doelen (basisvaardigheden en complexe vaardigheden) hebben de doelen betrekking op de vaardigheden die leerlingen voorbereiden tot creatieve, maatschappelijk betrokken en samenwerkende probleemoplossers. Tot gezonde, gelukkige individuen die een positieve bijdrage willen leveren aan de wereld van vandaag en morgen. Er is een ontwikkelingsschaal per vaardigheid ontwikkeld, die gemeten en aangepast wordt gedurende het project. Er worden metingen uitgevoerd op bestuurs-, school-, klas-, leraar en leerling niveau. De zes vaardigheden zijn karakterontwikkeling, burgerschap, communicatie, kritisch - en probleemoplossend denken, samenwerking, creativiteit en verbeeldingskracht. Tijdens inspiratiesessies krijgen leraren handvatten, inspiratie en ideeën om in designsessies lessen te ontwerpen die de bovengenoemde vaardigheden tot ontwikkeling kunnen brengen. Waarbij partners (onderwijs- en bedrijfswereld), de inrichting van de omgeving en ICT een belangrijke rol spelen. ICT is hierbij ondersteunend aan het onderwijsproces en zal vooral versnellend moeten werken bij de verwerving van kennis en genoemde vaardigheden. Voor leraren betekent het dat zij ontwerpers worden van leer- en ontwikkelsituaties, waarin zij samen met hun collega’s en leerlingen leren. Waarbij hun rol meer een ondersteunende, coachende en activerende zal gaan zijn. Voor leerlingen betekent het dat zij meer eigenaarschap zullen krijgen over hun leerproces en dat er geleerd gaat worden vanuit een actieve houding. Binnen het project wordt samengewerkt met andere scholen in Nederland en scholen in nog tien andere landen. Tussen deze scholen worden interessante zaken uitgewisseld. Het wereldwijd partnerschap staat onder leiding van Michael Fullan, met als doel een nieuwe didactiek te ontwikkelen voor betekenisvol leren. Samen met scholen, bestuurders, leraren én leerlingen wil NPDL een versnelling mobiliseren om leren aan te laten sluiten bij de persoonlijke behoeftes en de (toekomstige) leefwereld van leerlingen. De focus is hierbij gericht op de ontwikkeling van betekenisvolle kennis en competenties noodzakelijk om succesvol te functioneren in de toekomstige maatschappij. De bovenscholen directeuren hebben in 2014 een aantal scholen voorgedragen waar het project paste bij het ontwikkelingsstadium van de betreffende school. De volgende scholen nemen deel: De Notenkraker, Prinses Catharina Amalia, De Startbaan, De Vijver, Waterland, Jan Ligthartschool, De Haagse Beek (SBO), Insp. De Vriesschool (V(S)O ZMLK) en Maria Montessorischool.

3.29 Duurzaam onderwijs Wij vinden duurzaam onderwijs belangrijk. Sharing the planet. Wij besteden veel aandacht aan een of meerdere duurzaamheidsthema’s. Deze gekozen thema integreren wij in bestaande vakken en projecten (NPDL). De verweving van een duurzaamheidsthema met ‘zaak-vakken’ verrijkt het onderwerp en maakt het relevant(er) en interessant(er). Daarnaast worden er overkoepelende of vakoverstijgende activiteiten georganiseerd zoals het maken van een tentoonstelling over het gekozen thema, een duurzaamheidsmarkt georganiseerd of een sponsorloop worden gehouden.


27


4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school en aan de vastgestelde competenties. De competenties en criteria waarop we ons richten hebben we vormgegeven in een competentieboekje (zie bijlagen). Dit boekje vormt het hart van ons personeelsbeleid. We gaan uit van de volgende competenties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Gebruik Leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming (HGW) Klassenmanagement Opbrengstgericht werken Beroepshouding Communicatie

De competenties en de criteria zijn verwerkt in het digitale bekwaamheidsdossier Bardo. Daardoor borgen we dat onze doelen aan bod komen bij de groepsbezoeken. De inhoud van de grote kijkwijzer staat centraal bij vrijwel alle instrumenten voor personeelsbeleid en met name bij de werk-, functionerings- en beoordelingsgesprekken (de gesprekkencyclus).

4.2 De organisatorische doelen van de school Doordat de school in schooljaar 2015-2016 overstapt naar een éénjarig leersysteem (dit is een transitie periode) zal dit veranderingen voor het team met zich mee brengen. Wij passen het Montessorionderwijs aan aan de huidige tijd. Hiervoor zijn wij een partnership aangegaan met vijf andere Vinex scholen voor NPDL. De Maria Montessorischool streeft een terugkeer naar heterogene groepen na. Voorheen hanteerde wij combinatiegroepen. In 2016 wil de school onderzoek gaan doen om in 2016-2017 mogelijk een overstap te maken naar een continurooster. Onze doelen voor de komende planperiode zijn erop gericht om ons volledige team te bekwamen in: Kennis hebben in New Pedagogisch for Deep Learning Werken met actieve werkvormen volgens de 6C Professionaliseren van de beroepshouding Gebruik maken van het leerlingvolgsysteem EsisB Werken volgens het directe instructie model Ontwerpend leren Er wordt een 0 meting op het gebied van ICT bij leerkrachten afgenomen in schooljaar 2014- 2015. Dit omdat de school hoge ambities heeft met NPDL en IT hier als middel zal worden gebruikt. De consequenties van onze organisatorische doelen zijn opgenomen in ons Plan van Aanpak (2015-2019) en komen standaard aan de orde bij de POP gesprekken en in de functioneringsgesprekken. Naast LA en LB leerkrachten hebben wij ook: IB, ICT, Bouwcoördinatoren, Taalspecialist, Rekenspecialist, Pestcoördinator, Techniekcoördinator en een Hoogbegaafdheidcoördinator.

4.3 De schoolleiding De schoolleiding wordt gevormd door de directeur en de adjunct-directeur van de school. Kenmerkend voor de schoolleiding is dat ze naast onderwijskundig leiderschap zich vooral richt op het zorgen voor goede communicatie en op het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. Onze ambities kunnen wij onderverdelen in 4 hoofdzaken die hieronder worden beschreven. 1. Geeft resultaatgericht leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school (personeel, financieel en facilitair). - organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school; - bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg); - bewaakt, in navolging van de beslissingen van het bestuur, de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-


28


didactisch klimaat van de school; - organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; - neemt deel aan schooloverstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijs- en werkprocessen en heeft de gelegenheid advies uit te brengen over de ontwerpbegroting, criteria verdeling lumpsum en verschuiven van middelen tussen afzonderlijke scholen; - onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband; - onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school; - voert, namens het bevoegd gezag, het overleg met de medezeggenschapsraad.

2. Beleidsontwikkeling voor de school en beleidsadvisering bestuur. - volgt en analyseert interne- en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het functioneren van de organisatie; - vertaalt de door het bestuur vastgestelde strategische beleidslijnen in meerjaren-onderwijsprogrammering en jaarplannen voor de school; - is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid en kwaliteitszorg binnen de school /c.q. de locaties; - adviseert de adjunct-directeur van de centrale directie over te ontwikkelen beleidsdoelen, vernieuwing van het onderwijsbeleid en de onderwijsprogrammering; - adviseert de adjunct-directeur van de centrale directie in het overleg met de gemeente over de totstandkoming van de educatieve agenda van de lokale overheid; - adviseert en informeert de adjunct-directeur van de centrale directie over de jaarlijkse- en meerjarenplannen en programma’s en participeert in beleidsontwikkeling van de organisatie; - realiseert schooloverstijgende multidisciplinaire meerjaren beleidsprojecten; - participeert in de meningsvorming in de vergaderingen van de organisatie; - neemt deel aan schooloverstijgende beleidscommissies en vertegenwoordigt de organisatie naar externe overlegpartners. 3. Uitvoering onderwijsproces. - draagt zorg voor de opstelling van de ontwerp (meerjaren)begroting, het 4-jarig schoolplan, het schooljaarplan en het jaarverslag van de school; - draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bevoegd gezag; - beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; - beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 4. Personeelsmanagement. - geeft leiding aan de medewerkers op de school; - stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers; - voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; - is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school - zorgt voor een plezierig werken leerklimaat. Beoordeling De bovenschoolsdirecteur (DHS) voert beoordelingsgesprekken met de directeur.

4.4 Beroepshouding Het is voor de kwaliteit van de school van belang dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: De leraren handelen overeenkomstig de samen opgestelde nieuwe missie en de visie van de school De leraren voelen zich medeverantwoordelijk voor de school, de leerlingen en elkaar De leraren kunnen en willen zich verder ontwikkelen door te leren van en met elkaar De leraren bereiden zich adequaat voor op vergaderingen en bijeenkomsten De leraren voeren genomen besluiten loyaal uit De leraren zijn aanspreekbaar op resultaten en op het nakomen van afspraken (en spreken elkaar hierop aan) De leraren zijn gemotiveerd om zichzelf verder te ontwikkelen en werken met een POP


29


4.5 Professionele cultuur De school is een lerende organisatie, wij leren van en met elkaar. Daarom worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. Met als doel de leerkrachtvaardigheden te verbeteren. Dit in het kader van opbrengstgericht werken in combinatie met ons concept. Daartoe leggen de directie, de IB'ers, taalcoördinator en rekencoördinator klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. De directie heeft de intentie om beleid te formuleren met betrekking tot collegiale consultatie. Dit om leraren van elkaar te laten leren. Dit doen wij niet alleen met onze eigen school maar wij worden ook gevisiteerd door andere scholen. Dit om het leren van elkaar te versterken. Wij hebben met elkaar tijdens een studiedag de volgende kernwoorden van een professionele cultuur geformuleerd: verantwoordelijkheid nemen, vertrouwen geven, aanspreekbaarheid en respect. Deze kernwoorden hebben we verder uitgewerkt en vormen het fundament van ons functioneren. Tevens hebben wij ze vertaald in onze nieuwe visie en missie. Typerend voor onze school is tevens dat we leren met en van elkaar in professionele leergemeenschappen. Ons ambitie is: De leraren houden hun ontwikkeling bij in een portfolio. Deze portfolio wordt geborgd in het programma Bardo. De leraren staan geregistreerd in het Leraren register

4.6 Beleid met betrekking tot stagiaires Lesgeven leer je niet alleen door boeken te lezen, maar ook door praktijkervaring. Het is daarom belangrijk dat de nieuwe generatie leerkrachten de kans krijgen om het lesgeven in de vingers te krijgen. Daarom bieden wij stagiaires van de PABO (De Haagse Hogeschool) en ROC (Mondriaan) de gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks zal er worden geïnventariseerd welke leerkrachten een stagiaire of LIO’er wil begeleiden. Daarna zal het aantal plaatsingsmogelijkheden aan de PABO en het ROC Mondriaan worden doorgegeven. De stagiaires worden uitgenodigd om met de stagecoördinator in gesprek te gaan over de gang van zaken op de Maria Montessorischool waarna zij met de leerkracht die hen zal begeleiden vervolgafspraken zullen maken. Voor het beoordelen van de stagiaires gebruiken we de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool. Verbeterpunt

Prioriteit

Binnen de school wordt een stagecoördinator aangesteld.

laag

Stagiaires zijn op de hoogte van de gewoontevorming.

laag

Leerkrachten begeleiden stagiaires op een eenduidige manier.

laag

4.7 Werving en selectie We gaan bij werving en selectie uit van de eisen die het bestuur stelt. Daarnaast moet de sollicitant voldoen aan de competentieeisen die wij in de vacature stellen. Sollicitanten ontvangen van ons altijd bericht en enkele worden uitgenodigd voor een gesprek met directie en bouwcoördinator. Na het gesprek wordt er eventueel een vervolggesprek gepland en zal de sollicitant een proefles moeten geven waaruit blijkt wat er wel en/of niet beheerst wordt. Wanneer de sollicitant wordt aangenomen voor de gevraagde functie volgt er altijd een coaching traject binnen de school.

4.8 Introductie en begeleiding Nieuwe leraren worden altijd bijgestaan door de bouwcoördinator. Ook krijgt de nieuwe collega onze gewoontevorming (zie bijlage). Door de bouwcoördinator en de gewoontevorming wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de ambities van de school. Startende leerkrachten worden begeleid door een (externe) coach. Dit gaat volgens een SVIB traject. De directie wordt betrokken bij de evaluatie gesprekken tussen de coach en leerkracht. De directie bekijkt samen met de leerkracht of de gestelde competenties worden bereikt binnen de gestelde tijd. Dit doen zij door het afleggen van klassenbezoeken met een kijkwijzer.

4.9 Taakbeleid Taakbeleid kan omschreven worden als de optimale afstemming tussen het werk dat moet gebeuren op de school (het takenpakket) en de kwaliteit en de beschikbare tijd van het personeel van de school). Elk jaar wordt er bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport- en spelactiviteiten goed verdeeld zijn over de verschillende


30


leerkrachten. Taakbeleid bestaat uit vier hoofdgebieden: 1. Taakomvangbeleid: het afstemmen van het totale takenpakket van de school, de beschikbare financiën en de formatie. 2. Taakverdelingbeleid: de evenwichtige verdeling van het takenpakket van de school over de functies en de personeelsleden. 3. Taakbelastingbeleid: het beleid van de school dat erop gericht is de ervaren werklast te verminderen 4. Belastbaarheidbeleid: de zorg voor elk personeelslid, werkend vanuit hun individuele belastbaarheid.Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden Bijlagen 1. Taakbeleid

4.10 Collegiale consultatie Collega’s komen binnen de bouw bij elkaar in de klas om van elkaar te leren. Zij komen met een bepaalde vraag en kijkwijzer. Zo wordt onderling gekeken of de opgestelde ambities (c.q. de competenties en criteria) worden waargemaakt. De directie zorgt dat minimaal één keer per jaar de leerkrachten worden vrijgeroosterd om een collegiale consultatie uit te voeren.

4.11 Klassenbezoek De directie legt minimaal twee keer per schooljaar bij ieder teamlid klassenbezoeken af. Bij het klassenbezoek wordt de kijkwijzer gebruikt (zie bijlage). Ook neemt de directeur assessments af via Competentie thermometer. Hiernaast wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte prestatie-afspraken en/of persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt (standaard) een reflectief gesprek waarin nieuwe afspraken worden gemaakt en waarin de follow-up wordt vastgelegd. Dit wordt geborgd in het bekwaamheidsdossier.

4.12 Persoonlijke ontwikkelplannen Wij hanteren een driejarige gesprekkencyclus. Het eerste jaar vindt het startgesprek plaats. Naar aanleiding van dit startgesprek stelt de werknemer een POP (volgens een vast format) op. De inhoud van het POP is gebaseerd op het competentieprofiel van de werknemer (zie hoofdstuk Integraal Personeelsbeleid). Het tweede jaar vindt het voortgangsgesprek plaats. In het voortgangsgesprek wordt gekeken in hoeverre de doelen van het POP vorderen en wat er eventueel nodig is om dit proces te stimuleren. Eventueel wordt besloten om het POP aan te passen. In het derde jaar vindt het beoordelingsgesprek plaats. De directie geeft een oordeel over de realisatie van de opgestelde POP’s.

4.13 Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een zogenaamd bekwaamheidsdossier. Deze dossiers worden beheerd door de leraren zelf; het dossier is altijd op school aanwezig. De directie zorgt ervoor dat het bekwaamheidsdossier een levend document wordt door het te gebruiken bij het personeelsbeleid. In dit dossier bevinden zich: Afschriften van diploma’s en certificaten Kijkwijzers Evaluaties De persoonlijke ontwikkelplannen De persoonlijke actieplannen De gespreksverslagen Verslagen van feedbackgesprekken n.a.v. het klassenbezoek Wij ambiëren te werken met een portfolio. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.

4.14 Intervisie De directeur participeert bij ons op school in twee professionele leergemeenschappen. Te noemen: PLG de Q kring en PLG Qind. Deze (intervisie)groepen worden samengesteld door het bestuur. Aan de orde komen: kwaliteitszorg (Qkring) en Techniek, hoog en meer begaafdheid en ICT bij PLG Qind. De schoolthema’s hangen samen met de school


31


speerpunten.

4.15 Functioneringsgesprekken De directie voert jaarlijks een functioneringsgesprek met alle medewerkers. We beschikken over een regeling functioneringsgesprekken. De functioneringsgesprekken worden door de directie gevoerd. Het beoordelingsgesprek voert de directeur. Wij werken in een cyclus van een start gesprek, voortgangsgesprek en eindbeoordeling. Op basis van het ontwikkelde POP wordt omgezien naar verbeterdoelen in relatie tot de schoolverbeterdoelen. Aan de orde komen verder: werkdruk, loopbaanwensen, scholing, taakbeleid en mobiliteit.

4.16 Beoordelingsgesprekken Onze school beschikt over een regeling beoordelingsgesprekken. De directeur voert een beoordelingsgesprek bij de overgang van een tijdelijk naar een vaste benoeming. Ook wordt er 1 x per 2 jaar een beoordelingsgesprek gevoerd met iedere werknemer. Bij dit beoordelingsgesprek wordt ons competentieprofiel gebruikt. Daarnaast worden houding en gedrag ten opzichte van collegae en ouders en de doorgemaakte ontwikkeling in kennis en vaardigheden beoordeeld.

4.17 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor (persoonlijke) scholing opteren (bij voorkeur in relatie tot de organisatorische doelen van de school, de schoolverbeterdoelen, de competentie set en/of het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan) en daarnaast organiseert en faciliteert de directie teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de ambities (doelen) van de school. In de regel volgt het team 2 x per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder het kopje deskundigheidsbevordering. Bijlagen 1. Nascholingsplan 2014-2015

4.18 Teambuilding Op onze school organiseren we diverse typen vergaderingen (interne communicatie 5.6) waarin we met elkaar overleggen over thema’s die inhoudelijk en/of organisatorisch van belang zijn voor de school en de leerkrachten. De eenheid in het team wordt ook versterkt door de gezamenlijke momenten van nascholing. Ieder jaar volgt het team, naast de individuele scholing, samen een aantal cursussen. We onderscheiden in het kader van teambuilding ook de meer informele communicatiemomenten. De school organiseert een gezellig samenzijn met de kerst en een afsluiting aan het eind van het schooljaar. Daarnaast sluiten wij de werkweek gezamenlijk af. Verbeterpunt

Prioriteit

Het team verbetert de onderlinge communicatie.

gemiddeld

Het team spreekt elkaar aan op zijn verantwoordelijkheden.

hoog

Het team ondersteunt elkaar op een positieve manier.

gemiddeld

Bijlagen 1. 201502 Tevredenheidsonderzoek personeel

4.19 Verzuimbeleid Binnen het bestuur van De Haagse Scholen wordt gewerkt met een digitaal programma (Youforce) voor personeelszaken. Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de directeur. Deze regelt de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de directeur. Bij langduriger verzuim wordt de werknemer opgeroepen bij de Arbo-arts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gevoerd tussen de directeur en de desbetreffende collega. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school, valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Bij ziekte wordt, naast de informele contacten door de collegae, formeel door de directeur contact onderhouden met de betrokkene.


32


4.20 HRM binnen De Haagse Scholen Wij vinden de kwaliteit van de medewerkers in het onderwijs erg belangrijk. Goed onderwijs resulteert in goede onderwijsopbrengsten, en is dus een vanzelfsprekende ambitie voor al onze scholen. In het onderwijs is het personeel het beste ‘middel’ om de ambities te realiseren. In de school zijn alle medewerkers zich ervan bewust dat hun inspanningen bepalend zijn voor de ontwikkeling en de toekomst van de leerlingen. Op de medewerkers rust dus een zware verantwoordelijkheid, niet alleen door ervoor te zorgen dat de leerlingen zich welkom en veilig voelen, maar vooral ook door ervoor te zorgen dat de leerlingen het best mogelijke onderwijs krijgen, toegesneden op hun mogelijkheden en de ontwikkelingen in kennis en samenleving. Maar niet alleen leerlingen ook medewerkers vragen steeds meer om een inspirerende leer en werkomgeving. DHS heeft de wens te komen tot een cultuur waarin ruimte is voor professionele ontwikkeling en waarin kennisdeling vanzelfsprekend is in een inspirerende leer en werkomgeving voor alle medewerkers. Daarbij vragen we ook een basishouding van iedere medewerker; te kunnen reflecteren op eigen handelen, verantwoordelijkheid nemen, bewust zijn van de eigen toegevoegde waarde en in staat en bereid zijn om te leren en te ontwikkelen, individueel en met elkaar. Een ontwikkeling gericht dus op professioneel handelen, Om de belangrijke en ingewikkelde taak het bieden van kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven vervullen zullen ook onze leraren voortdurend moeten leren, hoe het beter kan, hoe het anders kan, hoe het samen kan met de collega’s. Binnen DHS willen we de motivatie van leerlingen om te leren en hun talenten te ontwikkelen aanspreken. Dat gaat niet zonder het aanspreken van de motivatie van leraren en schoolleiders om te leren hoe dat het beste kan. De leraar is cruciaal in het leerproces van leerlingen, de schoolleider is cruciaal in de kwaliteit van de school en het daar werkende team. Schoolleiders en leraren hebben, om hun werk goed te kunnen doen, de opdracht om hun professionaliteit te onderhouden en te versterken. Scholing en ontwikkeling, in gezamenlijkheid binnen de school, tussen scholen en op concernniveau, is het centrale aandachtspunt voor de komende beleidsperiode. Wil DHS zijn ambities op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs en de leerresultaten en sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen realiseren zijn er goed toegeruste mensen nodig met actuele kennis, adequate vaardigheden en met nieuwsgierigheid naar het onderwijs van de toekomst. Dit vraagt om een HRM beleid gericht op duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers. Het HRM beleid van De Haagse Scholen Binnen het HRM beleid van De Haagse Scholen en dus ook het HRM beleid binnen elke school onderkennen we het meer beheersmatige domein van de personeels- en formatieplanning, de zorg voor medewerkers bij ziekte en ander verzuim, de zorg voor de juiste toepassing van weten regelgeving, taakbeleid alsmede een adequate vastlegging van afspraken rondom functioneren, disfunctioneren, (dossiervorming) en werving en selectie. Binnen DHS zijn hier afspraken over gemaakt en alle scholen werken binnen de afgesproken kaders. Zij worden daartoe ondersteund door de HRM adviseurs en het Administratiekantoor. Het meer beleidsmatige domein omvat onder meer aspecten van organisatieontwikkeling, teamontwikkeling, scholing en professionalisering, gezondheidsbeleid, mobiliteit, alsmede leeftijdsfasebewust beleid. In dit domein werken scholen binnen de door de organisatie gevormde kaders van het Integraal HRM beleid en met ondersteuning vanuit de afdelingen HRM en Beleid. Hier ligt een grote mate van eigen inbreng. De grote thema’s voor de komende planperiode op het gebied van personeelsbeleid zijn de volgende: HRM beleid: elke school beschikt over een beschrijving van de hoofdlijnen van haar HRM beleid, in richting, prioriteiten, aandachtspunten. Dit beleid heeft de instemming van personeel en mr. Scholing en professionalisering: elke school maakt een op het beleid van de school toegesneden opleidings- en begeleidingsplan voor alle medewerkers en definieert de thema’s waarop zij samen met andere scholen aan zou willen werken. Hier komen ook de taken op het gebied van opleiden in de school en overig stagebeleid aan de orde. Registratie van leraren en schoolleiders: elke school maakt afspraken met haar medewerkers (en voor de schoolleiders doen de bovenschools directeuren dat) over registratie in het Leraren-, resp. Schoolleidersregister. Functiemix: het doel is dat alle scholen aan het einde van de planperiode voldoen aan de concernafspraken met betrekking tot de functiemix en zij plannen hun inspanningen daartoe in de tijd. Verzuim: scholen en bestuurskantoor spannen zich ervoor in het ziekteverzuim terug te dringen en gebruiken de beschikbare instrumenten voor zorg en ondersteuning van medewerkers die dat nodig hebben. Zorg voor de kwaliteit en ontwikkeling: scholen en bestuurskantoor beschikken over een goed functionerende gesprekkencyclus om inzicht te krijgen in de kwaliteit, kennis en kunde van medewerkers en daar actief op te kunnen sturen. Een gerichte aanpak voor leren en ontwikkelen is hierop gebaseerd. Maar ook soms een gerichte aanpak om van medewerkers afscheid te nemen, wanneer medewerker en organisatie niet bij elkaar passen of de voor de werkzaamheden juiste kennis en vaardigheden onvoldoende beschikbaar zijn.


33


Planning en control: scholen en bestuur beschikken over een meerjaren formatieplanning passend binnen de financiële mogelijkheden van de school, resp. de organisatie als geheel. Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid: de ontwikkeling van de personeelsformatie met onder meer de toename van het aandeel ouder personeel, de verlenging van de werkperiode door latere pensionering, gecombineerd met de ontwikkelingen in de nieuwe CAO met een geleidelijke afschaffing van de huidige Baporegeling en de inrichting van nieuwe instrumenten voor vermindering van de werkdruk en de bevordering van scholing maakt dat een op leeftijdsfases gericht personeelsbeleid aan de orde is. Vraagstukken van taakverdeling, van mobiliteit en het gezond, fit en fris houden van medewerkers zijn hier aan de orde.


34


5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur De Haagse Scholen is de naam van de stichting voor openbaar basis- en speciaal onderwijs in Den Haag. Er vallen 54 scholen binnen ons bestuur. 45 Scholen voor basisonderwijs en 9 scholen voor speciaal en zeer speciaal onderwijs. Verspreid over de hele stad en voor iedereen bereikbaar. Onze school is een van de scholen van DHS. De directie (directeur en adjunct-directeur) geven, onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur van de Stichting, leiding aan de school. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid. De directie wordt bijgestaan door drie bouwcoördinatoren en twee intern begeleiders die tezamen het MT vormen. De school heeft een ouderraad en een MR. Op stichtingsniveau is er een GMR. In schooljaar 2014-2015 hebben wij de organisatiestructuur geëvalueerd en bijgesteld, evenals het organogram. E.e.a. is beschreven in het functieboek dat als bijlage is toegevoegd. Bijlagen 1. Functieboek

5.2 Groeperingsvormen De school gaat werken met een leerstofjaarklassensysteem vanaf augustus schooljaar 2015-2016. Dit is een tijdelijke transitie. Er zal een combinatieklas worden gevormd. Dit zal een zes/zeven groep worden. De indeling van klassen vindt dan plaats o.a. op basis van een sociogram. De school maakt een gedegen keuze bij het plaatsen van de kinderen in een groep. De lessen worden in het algemeen in de groep aangeboden aan de leerlingen. Cultuureducatie vindt groepsdoorbroken plaats.

5.3 Schoolklimaat Wij vinden het belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. De klas speelt een belangrijke rol in het leven van een kind. Een groot gedeelte van de tijd wordt hier doorgebracht. Zo'n klas moet stimulerend zijn om in te werken. De montessorileerkracht besteedt veel aandacht aan het aantrekkelijk maken van de klas. Steeds wordt het lokaal anders ‘aangekleed’, passend bij de tijd van het jaar of bij een thema waar de kinderen mee bezig zijn. Door deze ‘voorbereide omgeving’ wordt het kind geprikkeld om te leren. Onze ambities zijn: De school ziet er verzorgd uit De school is een veilige school Leraren en leerlingen gaan en met elkaar onderling respectvol om Ouders ontvangen wekelijks een nieuwsbrief van hun groep De school organiseert jaarlijks twee ouderavonden (thema-avonden) Ouders participeren bij diverse activiteiten De school communiceert naar ouders via MSI De school verzorgt zogenaamde intake ochtenden voor nieuwe leerlingen Vanaf 2016 zal de school starten met het invoeren van PBS Beoordeling Het schoolklimaat is continu onderwerp van gesprek binnen verschillende geledingen. Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,14


35


Verbeterpunt

Prioriteit

De school registreert incidenten conform gemaakte afspraken en zorgt jaarlijks voor analyse van de gegevens (gekoppeld aan conclusies en interventies).

laag

De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.

laag

Ongevallenregistratie verbeteren.

laag

Effectiever vergaderen.

gemiddeld

5.4 Sociale en fysieke veiligheid De Maria Montessori school waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen en leraren. Daartoe is alle eerst vastgesteld welke ernstige incidenten de school onderscheidt. Dit zijn: fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging via sociale media pesten, treiteren en/of chantage seksueel misbruik seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling diefstal heling religieus extremisme De school beschikt over een registratiesysteem: de leraar registreert incidenten in Esis B. Een incident wordt geregistreerd, als de leraar schat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. Jaarlijks wordt er gekeken naar de aangeleverde incidenten die de leraren hebben opgesteld. Op basis van deze incidenten kijkt de directie of er verbeterpunten zijn. De school probeert incidenten zoveel mogelijk te voorkomen. Er zijn dan ook school- en klassenregels. Iedereen die bij de school betrokken is zorgt ervoor dat deze afspraken ook daadwerkelijk worden nageleefd. Het kan voorkomen dat een groep leerlingen incidenteel een sociale vaardigheidstraining nodig heeft. Deze trainingen worden gegeven door de schoolmaatschappelijk werkster, de gedragsspecialist/ pestcoördinator of door de leerkracht zelf. De school beschikt daarnaast over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed passend gedrag, dit is onder andere een onderdeel van actief burgerschap. Incidenten worden in de eerste instantie afgehandeld door de leerkracht. Wanneer nodig wordt de pestcoördinator erbij betrokken, zij is tevens een gedragsspecialist. Ook worden ouders bij de aanpak van deze incidenten betrokken. De school beschikt over een pestprotocol (zie bijlage). In sommige extreme gevallen kan het voorkomen dat de wijkagent erbij betrokken wordt. De school beschikt over een klachtenregeling (zie schoolgids 7.9) een klachtencommissie en een externe vertrouwenspersoon. Ouders worden in de schoolgids geinformeerd over de aspecten van sociale veiligheid. De school heeft gecertificeerde BHV 'ers en EHBO'ers. Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Verbeterpunt

Prioriteit

Het invoeren van de methode PBS (Positive Behaviour Support).

hoog

Het effecient inzetten van de pestcoördinator.

gemiddeld

Het borgen van de schoolregels en gedragsafspraken.

gemiddeld


36


5.5 ARBO-beleid De Maria Montessorischool heeft beleid dat erop is gericht om uitval van leerkrachten te voorkomen (zie verzuimbeleid). Bij langdurige uitval stelt de bedrijfsarts een probleemanalyse op. De directeur en de zieke leerkracht stellen vervolgens een plan van aanpak op. Tevens bestaat de mogelijkheid voor overleg met de bedrijfsarts en de personeelsconsulent in het Sociaal Medisch Overleg. Wij hechten veel belang aan een gezond leef- en werkklimaat in en rondom de school. Voor ongevallen en de oorzaak daarvan beschikken wij over een registratiesysteem. Daarnaast voeren wij een Risico Inventarisatie & Evaluatie uit. Dit doen wij met de Arbomeester 2. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties plannen. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de Maria Montessorischool brandveilig verklaard. Op de Maria Montessorischool is een calamiteitenplan en ontruimingsplan aanwezig. Daarnaast is er met de verschillende gebruikers overleg over gezamenlijke brandoefeningen.

5.6 Interne communicatie Communicatie is van enorm belang, omdat een verkeerde communicatie vaak leidt tot onbegrip en frustatie. Vandaar dat wij een heldere communicatiestructuur hebben vastgelegd in 2014-2015 in ons Functieboek. Wij hebben niet de illusie dat hierdoor alle communicatie in goede banen wordt geleid, maar doen er alles aan om misverstanden te voorkomen. Onze vergaderstructuur ziet er als volgt uit: Managementteam Deelnemers: Directeur, adjunct-directeur en bouwcoördinatoren Doel: Breed overleg en uitwisseling uit verschillende geledingen m.b.t. beleid, dagelijkse gang van zaken, kwaliteitszorg, leerlingzorg en bouwoverleg. Frequentie: 1 x per 6 weken maximaal 2 uur DIB-overleg Deelnemers: Directeur of adjunct-directeur, interne begeleiders Doel: Bespreken leerlingzorg en groepsbesprekingen en onderwijskundige zaken Frequentie: 1 x per 4 weken maximaal 2 uur Zorgoverleg Deelnemers: Evt. directeur of adjunct-directeur, hoogbegaafdheid coördinator, pestspecialist, gedragsspecialist en interne begeleiders. Doel: Bespreken van zorgleerlingen en koppelen van expertises Frequentie: 1 x per 8 weken maximaal 1 uur Bouwoverleg Deelnemers: bouwcoördinator betreffende bouw, teamleden van de bouw die die dag werken Doel: Uitwisselen bouw gerelateerde zaken op onderwijskundig en organisatorisch gebied, brug naar MT-overleg, werkbijeenkomsten praktische zaken Frequentie: 1 x per 4 weken maximaal 1,5 uur Teamvergadering Deelnemers: Iedereen die op de betreffende dag werkt Doel: Brede uitwisseling van alle school gerelateerde zaken Frequentie: 1 x per 6 weken maximaal 1,5 uur Studiedagdelen Deelnemers: alle werknemers van de school Doel: teamscholingen, teaminformatie en beleid maken en monitoren Frequentie: ongeveer 10 dagdelen per schooljaar Werkgroepen Deelnemers: degenen die zijn ingedeeld voor het overleg vanuit het taakbeleid of op uitnodiging Doel: op een specifiek gebied beleid formuleren en organiseren Frequentie: In overleg te bepalen


37


Beoordeling Het functieboek wordt eens per jaar geëvalueerd en bijgesteld

5.7 Externe contacten Onze school staat midden in de gemeenschap. Wij streven naar samenwerking met diverse instanties in de wijk. Hierdoor halen we expertise binnen waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor, als school, ouders en omgeving, een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten met: •Samenwerkingsverband SPPOH •Buitenschoolse opvang •De Haagse Hogeschool voor o.a. het opleiden van competente leerkrachten •De bibliotheek •Onderwijsbegeleidingsdienst HCO •De Inspectie van het Onderwijs •De Gemeente Den Haag afdeling leerplicht en onderwijs In het kader van de zorg onderhouden wij contacten met: •De leerplichtambtenaar •De wijkagent •Centrum voor jeugd en gezin •Schoolmaatschappelijk werk •Schoolarts / Jeugdzorg •Schooltandarts

5.8 Contacten met ouders Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang, omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun)kinderen. Ouders zien we daarom als educatieve partners. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. Voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn: Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken Ouders worden betrokken bij (extra) zorg Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO) Bijlagen 1. protocol klassenouders 2. 201412 Tevredenheidsonderzoek ouders

5.9 Overgang PO-VO Op de Maria Montessorischool willen we ervoor zorgen dat onze leerlingen soepel instromen in het voortgezet onderwijs dat bij ze past. Dit betekent dat wij meer inzicht willen krijgen in waar onze leerlingen na groep 8 terechtkomen en wat zij (extra) nodig hebben om in het voortgezet onderwijs te slagen. Wij hechten daarom veel waarde aan een goed en regelmatig contact met de scholen waaraan we leerlingen leveren. Onze ambities zijn: Wij hebben een procedure voor de advisering vastgesteld (zie www.bovohaaglanden.nl (http://www.bovohaaglanden.nl))


38


Wij overleggen systematisch met de mentoren van de VO-scholen waaraan we leerlingen leveren Wij hebben zicht op wat het voortgezet onderwijs van onze leerlingen vraagt Wij beschikken over een aanbod om de leerlingen optimaal op het VO voor te bereiden Wij controleren of onze adviezen effectief zijn

5.10 Voor-, tussen- en naschoolse opvang (buitenschoolse opvang) Onze school beschikt niet over voorzieningen met betrekking tot de voorschoolse opvang. Het is ons streven om intensief samen te werken met instanties en verenigingen in de wijk in relatie tot de naschoolse opvang. Momenteel hebben we te maken met een aantal aanbieders van naschoolse opvang, te weten o.a. Eigenwijs en Triodus. De mogelijkheid bestaat om tussen de middag over te blijven op school. Hiervoor wordt een vergoeding gevraagd. Als een leerling iedere dag overblijft, kost dit € 100,00 per jaar. Ook bestaat de mogelijkheid dat een leerling slechts af en toe overblijft. De kosten bedragen dan € 1,10 per keer en dit geld kan aan de groepsleerkracht worden betaald. Elke dag zijn er ouders en groepsleerkrachten die de kinderen begeleiden. Deze ouders krijgen hiervoor een vergoeding. Wij bieden een speciale 'overblijf' cursus hiervoor binnen de school aan.


39


6 Financieel beleid 6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken Lumpsum financiering De Rijksbegroting wordt voornamelijk bepaald door de leerlingentelling op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting en door bijvoorbeeld het aantal vierkante meters oppervlakte van het gebouw (materieel). Het bestuur van de stichting De Haagse Scholen ontvangt deze rijksgelden en draagt zorg voor een rechtmatige toewijzing aan de individuele scholen. Het bestuur wijst dit toe vanuit haar eigen meerjarenbeleid. Ook gelden, die vallen onder de zogenaamde bestemmingsboxen, vallen hieronder. Zo wordt niet alleen de financiële continuïteit van de school gewaarborgd, maar ook de continuïteit van de totale Haagse Scholen. Vanuit de rijksgelden en minus een afgesproken afroming van de schoolbudgetten wordt er een goed werkend administratiekantoor in stand gehouden. Dit administratiekantoor valt net zoals de school onder de directe verantwoordelijkheid van de voorzitter van het schoolbestuur, terzijde gestaan door enkele bovenschoolse directeuren. Aan deze bovenschoolse directeuren legt de directeur van de school jaarlijks (en met enkele tussenevaluaties) verantwoording af voor het gevoerde financiële beleid. Bij het uitvoeren van het financiële beleid wordt de directeur van de school ondersteund door het administratiekantoor. Bij de verantwoording wordt tevens aandacht besteed aan: personeelsbeleid, waaronder verzuimregistratie leerlingenaantal tevredenheidsscores schoolprestaties Deze onderdelen zijn namelijk van invloed op de financiën van de school. Via het administratieprogramma Promis blijft de directeur op de hoogte van de financiële situatie van de school (managementrapportage).

6.2 Interne geldstromen Aan de ouders wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. De bedragen worden jaarlijks opgenomen in de schoolgids. In schooljaar 2015-2016 is dat 25 Euro per leerling. Minder vermogende ouders kunnen ook betalen via de Ooievaarspas. Dit is een gemeentelijke voorziening, die ouders met een uitkering of met een inkomen tot honderdtien procent van het minimumloon in staat stelt o.a. het ouderfonds te betalen. De begroting voor het ouderfonds wordt aan de ouderraad ter goedkeuring voorgelegd. De verantwoording van deze gelden gebeurt aan het bestuur via de opgave (in januari) van de zgn. derde geldstromen én aan de ouderraad. De school ontvangt inkomsten voor schoolreizen/werkweken. Deze inkomsten zijn vaak niet kostendekkend, en dan draagt het schoolbudget bij. Ook hier is de verantwoording via de derde geldstromen en aan de ouderraad. Onze school kent een overblijfregeling. Leerlingen die willen overblijven tussen de middag moeten hiervoor een vastgesteld bedrag betalen. Dit geld wordt beheerd door de overblijfcoördinator, in overleg met de directeur. Jaarlijks wordt de besteding van de gelden gecontroleerd door een MR-lid uit de oudergeleding en de directeur. Van het geld krijgen de overblijfouders een vergoeding, daarnaast wordt er materiaal wat ten goede komt aan de leerlingen van aangeschaft.

6.3 Externe geldstromen Van het rijk ontvangt de school: lumpsumgelden, geoormerkte gelden via de bestemmingsbox, impulsgelden en WSNSgelden. De budgetten komen op bovenschools niveau binnen en worden daar beheerd. Op het bestuurskantoor wordt bijgehouden hoeveel middelen uit de bestemmingsbox besteed zijn aan welke thema’s (opbrengstgericht werken, cultuur en leiderschap). De gemeentelijke financiering bestaat hoofdzakelijk uit door de school via de HEA bij de gemeente aangevraagde subsidies, met name gericht op achterstandenbestrijding. Deze subsidies (zowel op personeelsgebied als voor materiële zaken) worden ook jaarlijks meegenomen in de begroting en aan het eind van een kalenderjaar dient de school hierover verantwoording af te leggen aan de gemeente. Het administratiekantoor van De Haagse Scholen ondersteunt de school bij het aanvragen/besteden en verantwoorden van de gelden. Het kan voorkomen, dat de school extra bestuurlijke financiën ontvangt voor bovenformatief geplaatst personeel en voor eventuele aanpassing/schades aan het gebouw. Bij deze vorm van extra toe te kennen financiën spelen ook de


40


verplichte reserves van de school een rol. Hoe meer/beter de reserves, hoe minder tot geen toewijzing. Dit wordt jaarlijks bekeken. Ook deze gelden worden verwerkt via het administratiekantoor.

6.4 Sponsoring De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Op onze school is geen sprake van sponsoring in wat voor vorm dan ook. De school aanvaardt geen materiële of geldelijke bijdragen, waarvoor een tegenprestatie geleverd moet worden en waarbij de school, al dan niet uit eigener beweging, verplichtingen op zich neemt, waarmee de leerlingen in schoolverband in welke vorm dan ook worden geconfronteerd.

6.5 Begrotingen Aan het eind van het kalenderjaar wordt de begroting voor het daaropvolgende (school)jaar opgesteld. De directie en het schoolbestuur hebben dan een goed beeld van het lopende jaar. De definitieve vaststelling/afrekening vindt meestal plaats in januari/februari. Dan zijn ook alle verrekeningen duidelijk. Bij het vaststellen van de begroting is de meerjarenbegroting van het bestuur richtinggevend, uiteraard met de van daaruit toegekende budgetten voor de school. De vaststelling gebeurt door de bovenschools directeur namens De Haagse Scholen. De goedkeuring behelst zowel de technische als de inhoudelijke kant. In de begroting zijn alle inkomsten en uitgaven opgenomen, waarvoor de directeur verantwoordelijk is. Onderdelen van de begroting zijn o.a.: • Leerlingenaantallen • Personeel (inclusief formatieplan) • Materieel (leermiddelen, inhuur personeel) • Meerjaren investeringen en afschrijvingen (bijv. aanschaf nieuwe methoden/computers) • Resultaatgerichte sturing (zie: Rijksfinanciering) • Tevredenheid personeel en ouders • Reserves Bij de begroting wordt uitgegaan van het schoolplan en van het daarvan afgeleide jaarplan. Deze wordt in een toelichting bij de begroting verder beschreven. Periodiek (twee maal per jaar minimaal) wordt de stand van zaken met het bestuur besproken en evt. bijgesteld. De uitputting is via het administratieprogramma Promis inzichtelijk. Met name op materieel gebied kunnen/mogen binnen een jaar verschuivingen plaats vinden. Bij het maken van de begroting gaat de school uit van haar eigen meerjaren exploitatie, die jaarlijks wordt bijgesteld. Zichtbaar worden dan ook de meerjaren investeringen/afschrijvingen (bijv. op het gebied van meubilair, montessorimateriaal, methodes en ICT). De begroting vereist goedkeuring van de medezeggenschapsraad van de school.


41


7 Zorg voor kwaliteit 7.1 Kwaliteitszorg algemeen Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch. Van belang is ook dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn: Wij hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie Wij beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie dit schoolplan) Wij beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden Wij laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren Wij werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag) Wij evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn Wij borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) Wij rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders) Wij waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen Beoordeling Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,05

7.2 Meervoudige publieke verantwoording De Maria Montessorischool legt systematisch verantwoording af aan de verschillende stakeholders (leerlingen, ouders, team, bestuur). Onze leerlingen informeren we via de leerkrachten. De ouders ontvangen wekelijks een bericht via MSI en tevens geven we relevante informatie via de website van de school. Aan het eind van de maand verstuurt de school een nieuwsbrief aan alle ouders. De schoolgids is een belangrijk medium om ouders op de hoogte stellen van zaken die van belang zijn. Vanzelfsprekend informeren we de MR. (Daarnaast voeren we één keer per drie maanden een gesprek met onze stichtingsdirecteur (managementrapportage). Centraal in onze rapportages staan de opbrengsten van de school (in de meest brede zin): Eindopbrengsten Tussenopbrengsten Sociale opbrengsten Realisatie verbeterdoelen In het kader van “verantwoording afleggen” maken we sinds 2013 gebruik van het Schoolvenster Scholen op de kaart (een product van Vensters voor Verantwoording). De adjunct-directeur heeft de taak om de informatie daar waar noodzakelijk of gewenst te voorzien van schoolspecifiek commentaar. Onze ambitie: Een leerlingenraad vormen.

7.3 Wet- en regelgeving Onze school heeft kennis genomen van de eisen van de Inspectie van het Onderwijs voor wat betreft weten regelgeving. Wij houden ons aan de volgende eisen: De schoolgids voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Het schoolplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie Het schoolplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Het zorgplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt


42


Wij programmeren voldoende onderwijstijd Het jaarplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie De schoolgids leveren wij tijdig aan bij de inspectie Beoordeling Omschrijving

Resultaat

Zelfevaluatie

3,42

7.4 Doelen Ambitiestatement DHS en school De Haagse Scholen beschikt over een ambitiestatement (zie bijlage). Daarin worden onderscheiden de resultaatgebieden: Pedagogisch-didactische vernieuwing, professionalisering en externe profilering. In dit hoofdstuk worden deze resultaatgebieden benoemd en wordt de relatie gelegd met onze schoolontwikkeling. Doelen Ambitiestatement (2015-2020) Pedagogisch-didactische vernieuwing • In een meerderheid van onze scholen zijn de leerlingen in het schooljaar 2019-2020 mede verantwoordelijk voor het eigen leerproces. • In alle scholen met een voorschool is met ingang van het schooljaar 2017-2018 sprake van een geïntegreerd en afgestemd aanbod voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar. Daar waar mogelijk is de peuterspeelzaal ingebracht in de Stichting Peuterspeelzalen DHS. In het schooljaar 2017-2018 bestaat de Stichting Peuterspeelzalen DHS uit minimaal 6 peuterspeelzalen. • Alle scholen beschikken met ingang van het schooljaar 2016-2017 over de kennis van de nieuwste inzichten uit de pedagogiek en didactiek, onderhouden deze kennis en passen deze waar mogelijk toe in hun aanbod. • In alle scholen wordt, uiterlijk met ingang van schooljaar 2018-2019, maar zo mogelijk eerder, op een substantiële wijze gewerkt met een manier van onderwijs geven die de nieuwsgierigheid en creativiteit van leerlingen prikkelt. • In alle scholen wordt, uiterlijk met ingang van schooljaar 2018-2019, maar zo mogelijk eerder, gebruik gemaakt van een eigentijdse ICT omgeving ter ondersteuning van het onderwijsinhoudelijk proces op school. Professionalisering • Met ingang van schooljaar 2017-2018 zijn alle leerkrachten en schooldirecteuren van DHS ingeschreven in het voor hen geldende register. • Met ingang van schooljaar 2016-2017 beschikken alle leerkrachten van DHS, met uitzondering van de starters, over de basisvaardigheden en beschikt 40% van de leerkrachten over de complexe vaardigheden. In het schooljaar 2019-2020 beschikt 80% van de leerkrachten over de complexere vaardigheden. • In het schooljaar 2015-2016 is er voor iedere school van DHS en voor het bestuurskantoor een meerjarig opleidingsplan dat onder meer een koppeling heeft met het Ambitie Statement 2015-2020 en het schoolplan en voor iedere medewerker een hiervan afgeleid persoonlijk ontwikkelplan. De opleidings- en ontwikkelingsplannen gaan in schooljaar 2015-2016 in uitvoering. • In het schooljaar 2015-2016 heeft DHS de beschikking over een aan de ambities gerelateerd leiderschapsprogramma, dat in dat schooljaar in uitvoering gaat. • DHS beschikt vanaf schooljaar 2016-2017 over een structuur en cultuur waarin kennisdeling en talentontwikkeling gemeengoed is. • We passen in alle scholen, uiterlijk met ingang van schooljaar 2016-2017, met dezelfde genormeerde kwaliteit, de gesprekkencyclus toe en borgen de in de cyclus gemaakte afspraken. Externe profilering • Alle scholen realiseren met ingang van het schooljaar 2016-2017 een vorm van partnerschap van de school met de ouders van onze leerlingen. • Het marktaandeel van DHS basisscholen stijgt en heeft op 1 oktober 2019 een stijging van 1% bereikt ten opzichte van het marktaandeel op 1 oktober 2014. • Het imago van DHS in Den Haag is in 2020 aanmerkelijk beter dan in 2015, gemeten onder alle Haagse inwoners. • Alle scholen zijn herkenbaar als scholen van DHS en dragen, naast de eigen identiteit, ook de identiteit van DHS uit. Overige doelen • Alle scholen hebben een basisarrangement. • De gemiddelde Cito score van DHS scholen is vergelijkbaar met de score van vergelijkbare schoolbesturen in


43


Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. • We hebben met ingang van schooljaar 2016-2017 een beleid voor duurzaamheid op facilitair gebied ontwikkeld. • Alle scholen hebben met ingang van het schooljaar 2016-2017 een beleid voor sociale veiligheid ontwikkeld en in werking gesteld. • Alle scholen hebben met ingang van het schooljaar 2015-2016 hun basisondersteuning op orde en maken in hun ondersteuningsprofiel duidelijk wat hun mogelijkheden zijn. Relatie tussen het ambitiestatement en de ambities van de Maria Montessorischool Pedagogisch-didactische vernieuwing - de leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor het eigen leerproces - In het schooljaar 2015-2016 start de Maria Montessorischool met de invoering van New Pedagogies for Deep Learning - De Maria Montessorischool daagt de leerlingen uit tot leren - Er wordt gebruik gemaakt van een eigentijdse ICT omgeving - Ondersteuning van het onderwijsinhoudelijk proces op school Professionalisering - Met ingang van schooljaar 2017-2018 zijn alle leerkrachten en directie van de Maria Montessorischool ingeschreven in het voor hen geldende register - In het schooljaar 2015-2016 is er een meerjarig opleidingsplan dat onder meer een koppeling heeft met het Ambitie Statement 2015-2020 en het schoolplan en voor iedere medewerker een hiervan afgeleid persoonlijk ontwikkelplan. De opleidings- en ontwikkelingsplannen gaan in schooljaar 2015-2016 in uitvoering - We passen op onze school de gesprekkencyclus toe en borgen de in de cyclus gemaakte afspraken Externe profilering - De Maria Montessorischool heeft met ingang van het schooljaar 2016-2017 een vorm van partnerschap van de school met de ouders van onze leerlingen gerealiseerd - Onze school is herkenbaar als school van DHS en draagt, naast de eigen identiteit, ook de identiteit van DHS uit Overige doelen - Onze school heeft minimaal een basisarrangement en scoort op de Cito-toetsen minimaal op het landelijk gemiddelde - Onze school heeft met ingang van het schooljaar 2016-2017 een beleid voor sociale veiligheid ontwikkeld en in werking gesteld - Onze school heeft met ingang van het schooljaar 2015-2016 de basisondersteuning op orde en maken in ons ondersteuningsprofiel duidelijk wat onze mogelijkheden zijn. Verbeterpunt

Prioriteit

Overnemen vanuit strategisch beleid!

gemiddeld

Bijlagen 1. Ambitiestatement DHS

7.5 Inspectiebezoeken Onze school heeft op 6 maart 2012 het laatste schoolbezoek gehad in het kader van het vierjaarlijkse onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. We beschikken over een rapport met de bevindingen (zie bijlage). De inspectie heeft alle kwaliteitsaspecten uit het toezicht kader beoordeeld, te weten: Opbrengsten Leerstofaanbod Effectieve leertijd Schoolklimaat Didactisch handelen Afstemming Begeleiding Zorg Kwaliteitszorg Naleving van de weten regelgeving.


44


De inspectie heeft geconcludeerd dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school op het merendeel van de onderzochte onderdelen op orde is en op een aantal onderdelen verbeterd kan worden. Bijlagen 1. Rapportage inspectie 6 maart 2012

7.6 Het evaluatieplan 2015-2019 Hoofdstuk

Beleidsterreinen

2016

Onderwijskundig beleid


X


Actief Burgerschap en Sociale Cohesie


Leerstofaanbod


Taalleesonderwijs


Rekenen en wiskunde

X


Wereldoriëntatie

X


Kunstzinnige vorming


Bewegingsonderwijs


Wetenschap en Techniek


Engelse taal


Didactisch handelen

X


Actieve en zelfstandige leerhouding van de leerlingen

X


Klassenmanagement

X


Zorg en begeleiding

X


Passend onderwijs

X


Opbrengstgericht werken

X


Opbrengsten

X

Personeelbeleid

Integraal personeelsbeleid

Personeelbeleid

Beroepshouding

Organisatie en beleid

Schoolklimaat


Sociale en fysieke veiligheid

X

X


Interne communicatie

X

X


Contacten met ouders

Zorg voor kwaliteit

Kwaliteitszorg

2018

2019

X X X

X X X

X X

X X X

X

X

X

X

X

X

X X

X

X

X X

11


2017

9

7

10

45


8 Verbeterpunten 2015-2019 Thema

Mogelijk verbeterpunt

Prioriteit



gemiddeld

Leerstofaanbod


gemiddeld

De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

gemiddeld

Bewegingsonderwijs Implementeren van Gympedia.

laag

Engelse taal


laag

Zorg en begeleiding

De leraren beschikken over vaardigheden om de toetsuitslagen adequaat te analyseren.

hoog

De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een hoog ontwikkelingsperspectief vast (sbao); de school stelt voor leerlingen met een specifieke behoefte (een eigen leerlijn) een ontwikkelingsperspectief op (basisonderwijs).

Afstemming

Passend onderwijs

Opbrengsten

Qind en NPDL

Beleid m.b.t. stagiaires


De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

hoog

Gerichte instructie aan de meer begaafde leerlingen.

hoog

Gedifferentieerd werken wordt goed georganiseerd.

gemiddeld

Structureel lesgeven comform het Directe Instructie Model.

hoog

De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

gemiddeld

De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

hoog

De leraren kunnen effectief omgaan met verschillen in hun groep.

gemiddeld

De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

hoog

Vaardig worden in het opstellen van een groeidocument.

gemiddeld

Meer inzicht krijgen in de mogelijkheden van passend onderwijs.

gemiddeld

De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

hoog

De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

hoog

invoeren Cooperatieve leerstrategien (NPDL)

hoog

Qind en NPDL implementeren

hoog


laag

Stagiaires zijn op de hoogte van de gewoontevorming.

laag

Leerkrachten begeleiden stagiaires op een eenduidige manier.

laag

46


Thema

Mogelijk verbeterpunt

Prioriteit

Teambuilding

Het team verbetert de onderlinge communicatie.

gemiddeld

Het team spreekt elkaar aan op zijn verantwoordelijkheden.

hoog

Het team ondersteunt elkaar op een positieve manier.

gemiddeld


laag


gemiddeld


hoog


gemiddeld

Het borgen van de schoolregels en gedragsafspraken.

gemiddeld

Overnemen vanuit strategisch beleid!

gemiddeld

Schoolklimaat


Doelen Ambitiestatement DHS en school


47


9 Meerjarenplanning 2015-2016 Thema

Verbeterdoel



Leerstofaanbod

De school heeft zicht op de kerndoelen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

Bewegingsonderwijs Implementeren van Gympedia. Zorg en begeleiding

De leraren beschikken over vaardigheden om de toetsuitslagen adequaat te analyseren en de uitkomsten hiervan te vertalen naar hun aanbod in het onderwijs De school voldoet aan de criteria van leerlingen die een OPP moeten hebben waaronder leerlingen met een eigen leerlijn De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

Afstemming

Gerichte instructie aan de meer begaafde leerlingen. De leerkrachten geven effectief les volgens het model directe instructie in homogene groepen

Passend onderwijs

Vaardig worden in het opstellen van een groeidocument. Meer inzicht krijgen in de mogelijkheden van passend onderwijs.

Opbrengsten

De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Qind en NPDL

Alle leerkrachten zetten coöperatieve leerstrategieën in binnen het DIM en NPDL om de leerlingen uit te dagen en actief bij de lessen te betrekken Implementeren van de 6 C's binnen de lessen



Teambuilding

Op school heerst een professionele cultuur

Schoolklimaat




Het borgen van de schoolregels en gedragsafspraken. Doelen Ambitiestatement DHS en school

De school voldoet over 4 jaar aan het bereiken van de doelen uit het ambitiestatement die voor de school belangrijk zijn.

Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder kalenderjaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.


48



Verbeterdoel

Leerstofaanbod

De school heeft zicht op de kerndoelen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

Bewegingsonderwijs Implementeren van Gympedia. Zorg en begeleiding

De school voldoet aan de criteria van leerlingen die een OPP moeten hebben waaronder leerlingen met een eigen leerlijn De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

Afstemming


Passend onderwijs

Vaardig worden in het opstellen van een groeidocument. Meer inzicht krijgen in de mogelijkheden van passend onderwijs.

Opbrengsten


Qind en NPDL

Alle leerkrachten zetten coöperatieve leerstrategieën in binnen het DIM en NPDL om de leerlingen uit te dagen en actief bij de lessen te betrekken Implementeren van de 6 C's binnen de lessen



Teambuilding


Schoolklimaat




Het effecient inzetten van de pestcoördinator. Het borgen van de schoolregels en gedragsafspraken. Doelen Ambitiestatement DHS en school




49



Verbeterdoel

Leerstofaanbod


Zorg en begeleiding

De leraren beschikken over vaardigheden om de toetsuitslagen adequaat te analyseren en de uitkomsten hiervan te vertalen naar hun aanbod in het onderwijs De school voldoet aan de criteria van leerlingen die een OPP moeten hebben waaronder leerlingen met een eigen leerlijn De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

Afstemming


Opbrengsten


Qind en NPDL

Implementeren van de 6 C's binnen de lessen



Teambuilding








50



Verbeterdoel

Engelse taal


Zorg en begeleiding

De school voldoet aan de criteria van leerlingen die een OPP moeten hebben waaronder leerlingen met een eigen leerlijn De school heeft de procedures voor het geven van (extra) zorg adequaat vastgelegd (zorgplan).

Afstemming


Opbrengsten


Qind en NPDL

Implementeren van de 6 C's binnen de lessen



Teambuilding


Schoolklimaat








51


13 Formulier "Instemming met schoolplan"

Brin:

18AR

School:


Adres:

Zevenwoudenlaan 197

Postcode:

2548 NT

Plaats:

Den Haag

VERKLARING

Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 2015 tot 2019 geldende schoolplan van deze school.

Namens de MR, naam

naam

functie

functie

plaats

plaats

datum

datum

handtekening

handtekening


52


14 Formulier "Vaststelling van schoolplan"

Brin:

18AR

School:


Adres:

Zevenwoudenlaan 197

Postcode:

2548 NT

Plaats:

Den Haag

VERKLARING

Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 2015 tot 2019 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.

Namens het bevoegd gezag, naam

naam

functie

functie

plaats

plaats

datum

datum

handtekening

handtekening


53

Schoolplan Den Haag

Recommend Documents