Annie M.G. Schmidtschool Den Haag Ruimtelijk-functioneel PvE
Inhoudsopgave 1 Inleiding
5
1. 1
Achtergrond en vraagstelling
5
1. 2
Doel en inhoud Programma van Eisen
5
1. 3
Aanpak
6
1. 4
Leeswijzer
6
2 Beschrijving organisaties
7
2. 1
(Brede) groeischool
7
2. 2
Beschrijving deelnemende organisaties
7
3 Ruimteprogramma
11
3. 1
Normen en kaders
11
3. 2
Ruimtelijk kader
11
3. 3
Ruimteprogramma
13
3. 4
Footprint gebouw
17
4 Functionaliteit
19
4. 1
Algemeen
19
4. 2
Omschrijving ruimtes en gebruik hiervan
19
4. 3
Relaties en clustering
21
4. 4
Compartimentering
23
4. 5
Overige eisen
23
5 Terrein en beeldkwaliteit
25
5. 1
Inleiding
25
5. 2
Inrichting speelterrein
25
5. 3
Beeldverwachting & beleving
29
Bibliografie en afkortingenlijst
31
Colofon
33
3
1 Inleiding 1. 1 Achtergrond en vraagstelling Aan Stichting Brede School is gevraagd, samen met een werkgroep, het
De Annie M.G. Schmidtschool kent twee locaties; zowel aan de Jacob de
(ruimtelijk-functioneel) Programma van Eisen op te stellen. Het PvE is
Graefflaan als aan de Van Hoornbeekstraat wordt onderwijs verzorgd aan
samengesteld in een brede werkgroep, waarin onderwijs, opvang, ouders
de groepen 1 tot en met 8. Voor de Jacob de Graefflaan staat nieuwbouw
en omwonenden zijn vertegenwoordigd.
op het programma. De school groeit. Deze groei sluit aan bij de ambities van De Haagse Scholen en aan deze groei wordt door de nieuwbouw
1. 2 Doel en inhoud Programma van Eisen
ruimte gegeven.
Een volledig Programma van Eisen (PvE) bevat de volgende onderdelen:
Op de locatie is behoefte aan een gebouw voor zeventien groepen
Ruimtelijk-functioneel PvE: eisen vanuit functioneel gebruik van het
basisonderwijs inclusief twee speellokalen en een gymlokaal. De ouders
gebouw, vertaald tot kwantitatieve en kwalitatieve eisen aan gebouw
verwachten een excellent aanbod, met onder andere ruimte voor
en de ruimtes daarin, en relaties daartussen, en bijbehorend terrein;
Engelstalig onderwijs, kunst & cultuur, buitenschools aanbod, aandacht
Technisch PvE: eisen aan constructie, (werktuigkundige en elektrotechnische) installaties en afwerking;
voor meerbegaafden. Dit sluit aan bij een andere ambitie in het kader van
brede school-aanbod, met name ook buitenschools aanbod om te komen
Financieel PvE: taakstellend budget, eventueel gesplitst naar onderdelen;
tot optimale opvang van de kinderen tussen 7.30 uur en 18.30 uur.
Hiervoor heeft 2Samen, die nu reeds op de locatie in een gehuurd
Stedenbouwkundige randvoorwaarden: externe eisen vanuit terrein en bestemming (aanbodkant).
voormalig wijkgebouw gevestigd is, afspraken gemaakt met de gemeente Den Haag opdat de BSO daadwerkelijk beschikt over eigen ruimte die niet
Voorliggend PvE betreft het ruimtelijk-functioneel PvE. Op basis van dit
behoort tot de normatieve oppervlakte van de school.
PvE, in combinatie met stedenbouwkundige randvoorwaarden, kan een Bovendien is er de ambitie, mits de locatie ruim genoeg blijkt voor de
architect een voorlopig ontwerp maken. De stedenbouwkundige
plannen, om ook kinderopvang te realiseren voor twee groepen, eveneens
randvoorwaarden worden mede vormgegeven in een parallel traject waarin
door 2Samen.
ook omwonenden worden betrokken.
5
1. 3 Aanpak
1. 4 Leeswijzer
In de vorm van een aantal sessies met een werkgroep is toegewerkt naar
In hoofdstuk 2 worden de gebruikers, de Annie M.G. Schmidtschool en
een PvE. In de werkgroep is zowel de school als de kinderopvang
2Samen, beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het normatief kader gegeven
vertegenwoordigd.
en is vervolgens het ruimteprogramma uitgewerkt. Hoofdstuk 4 bevat overige, functionele eisen en omschrijvingen aan het gebouw en het
Aan de totstandkoming van voorliggend rapport hebben de volgende
gebruik hiervan. Tenslotte worden terrein en de eisen aan de inrichting
personen bijgedragen:
hiervan, samen met de omschrijving van de gewenste beeldkwaliteit,
Rubi Hendriks
Annie M.G. Schmidtschool, directeur
Bertus Janssens
Annie M.G. Schmidtschool, adjunct-directeur
Christa Siepe
Annie M.G. Schmidtschool, leerkracht gr. 4
Olga Verlee
Annie M.G. Schmidtschool, leerkracht gr. 8
Petra Langenhuizen
Annie M.G. Schmidtschool, leerkracht/IB gr. 1/2
Veronique Barkhuijsen
Annie M.G. Schmidtschool, leerkracht gr. 1/2
Michael Smith
Annie M.G. Schmidtschool, leerkracht gr. 1/2
Monika Tetteroo
Kinderopvang 2Samen, unitmanager
Sander Schrover
Kinderopvang 2Samen, adjunct-directeur
Frédérique Huijgen
ouder
Nico Romijn
ouder
Adriaan Jurriëns
ouder
Daphne Nicolai
wijkbewoner, vertegenwoordiger omwonenden
Sonja Pool
De Haagse Scholen, projectleider
De sessies zijn begeleid door Ester van Winkel van Stichting Brede School Nederland.
omschreven in hoofdstuk 5.
2 Beschrijving organisaties Verder is de ambitie om twee groepen kinderopvang aan het programma
2. 1 (Brede) groeischool
toe te voegen, voor kinderen vanaf een maand of drie tot aan de
In de schoolgids is te lezen: “De instroom van leerlingen is de afgelopen
schoolleeftijd. De definitieve besluitvorming hierover hangt mede samen
jaren toegenomen. Uit de integrale prognosecijfers van de
met de mogelijkheden op het terrein in relatie tot speelruimte. In
leerlingontwikkeling in de gemeente Den Haag blijkt dat de Annie M.G.
voorliggend PvE is de behoefte hiervoor niet meegenomen.
Schmidtschool in ieder geval tot en met 2020 een groei in leerlingontwikkeling laat zien. Door de toenemende internationalisering van
2. 2 Beschrijving deelnemende organisaties
Den Haag zullen steeds meer leerlingen van een andere nationaliteit onze school bezoeken. Alhoewel andere onderwijsinstellingen (Haagse School
Annie M.G. Schmidtschool
Vereniging, British School, The American School) ook onderwijs aan deze
De Annie M.G. Schmidtschool is een openbare school en één van de 54
doelgroep verzorgen, zal zeker een groot deel van deze doelgroep naar
scholen van De Haagse Scholen, stichting voor primair openbaar onderwijs.
andere, meer goedkopere vormen van onderwijs zoeken.”
De school ligt in een dure wijk van Den Haag, met relatief veel
Het normatieve kader voor de nieuwbouw aan de Jacob de Graefflaan is
internationaal georiënteerde gezinnen. De meeste leerlingen die de school
gebaseerd op zeventien groepen. Op dit moment (schooljaar 2014/2015)
bezoeken hebben goed opgeleide ouders/verzorgers.
zijn er tien groepen aanwezig (bij de start van het schooljaar negen, waarna één extra kleutergroep is toegevoegd tijdens het schooljaar).
Talentontwikkeling De populatie ouders/verzorgers verwacht een breed inhoudelijk
Daarnaast zal de locatie plaats bieden aan buitenschoolse opvang (BSO;
onderwijsaanbod, waarin specifiek accent wordt gelegd op kunst en
voor- en naschoolse opvang), die nu ook al gesitueerd is in (medegebruik
cultuur, aandacht voor techniek en een aanbod voor meerbegaafden.
van ) twee onderbouwlokalen. Voor de toekomst wordt uitgegaan van 5,5 groep BSO, deels in eigen ‘meters’, deels in medegebruik. Niet alleen de voor- en naschoolse opvang wordt momenteel al door 2Samen geregeld, maar ook de Tussenschoolse Opvang.
7
Internationalisering / Engelse stroom
Brede Buurtschool Beleid en verlengde Schooldag
Er is ook een tendens merkbaar dat meer anderstalige leerlingen de school
Op beide locaties werkt de school nauw samen met stichting 2Samen, (zie
bezoeken. De thuistaal van deze leerlingen is dan in hoofdzaak Engels en
de volgende paragraaf). Na schooltijd worden kinderen in de school door
Frans. Een speciaal onderdeel van het lesprogramma is de Engelse Stroom.
2Samen opgevangen. De medewerkers bieden sport/spel, creatieve en
Die wordt vanaf de kleuters aangeboden en brengt de kinderen al vroeg in
kunstzinnige activiteiten aan in de school, waarvoor gebruik gemaakt wordt
aanraking met de Engelse taal.
van de gymzalen, speellokalen en de schoolpleinen. Zo ontstaat een optimale opvang van de kinderen tussen 7.30 uur en 18.30 uur.
Visie op het onderwijs De Annie M.G. Schmidtschool wil door respect, regelmaat en rust een klimaat scheppen waarin kinderen zich veilig voelen en uitgedaagd worden tot leren. Taakgericht werken en ‘zelfstandig werken’ nemen een belangrijke plaats in binnen die opvatting. Voor ons staat de individuele benadering van kinderen voorop; we willen het kind de ruimte geven zijn eigen ontwikkeling aan te geven en die te volgen. Onder goed onderwijs wordt verstaan: kinderen de mogelijkheid bieden om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen op cognitief, sociaal, emotioneel, motorisch en creatief gebied. Deze elementen kunnen ook onderling verweven zijn. De school geeft zowel klassikaal als individueel gericht onderwijs. Zo kan worden ingespeeld op niveauverschillen door middel van ‘zelfstandig werken’. De kinderen werken daarnaast met een eigentijds, gevarieerd leerstofaanbod en maken gebruik van uitdagende leerstofmiddelen.
Na schooltijd worden voor leerlingen verschillende activiteiten georganiseerd die aansluiten bij de schooldag. Er is aandacht voor kunst, techniek, dans, zumba, zang, muziek en het formeren van minirock bandjes. De organisatie is in handen van 2Samen. Kinderopvang 2Samen 2Samen biedt al ruim 70 jaar professionele kinderopvang aan in alle wijken van Den Haag, Monster en Naaldwijk, en kent zo'n 750 medewerkers. 2Samen verzorgt onder meer dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk, voor kinderen van 0 tot 13 jaar. 2Samen is daarmee de grootste professionele kinderopvangorganisatie van Den Haag en omstreken. Kwaliteit staat hoog in het vaandel en dit wordt bevestigd in kwaliteitsonderzoek, tevredenheidsonderzoek bij gebruikers en personeel en uit zich ook in het verkrijgen van diverse onderscheidingen.
2Samen hanteert de volgende pedagogische uitgangspunten.
Onderstaande punten sluiten hierop aan.
2Samen:
gaat uit van een positieve benadering van kinderen en wilt kinderen
Uitdaging en ontwikkelingsmogelijkheden
daarom stimuleren en aanmoedigen;
Bij ieder kind komen de verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod. Er
2Samen waardeert elk kind zoals het is. Respect in de omgang is
wordt voortgebouwd op waar het kind aan toe is zodat het kind steeds een
fundamenteel;
stapje verder komt. Dit alles gebeurt in een uitdagende omgeving waarin
Vindt het belangrijk dat het kind zich thuis voelt in het kindercentrum,
het kind andere kinderen en volwassenen ontmoet. Ze komen in contact
dat het zich op zijn gemak voelt en plezier heeft;
met andere culturen, waarden en normen dan in de gezinssituatie;
Vindt goed kijken en luisteren naar kinderen essentieel. Benadering,
daarmee leren omgaan vergemakkelijkt het functioneren in de
gedrag en handelen wordt afgestemd op wat kinderen nodig hebben.
samenleving. Kinderen ontwikkelen hun persoonlijkheid; worden
Door goed te kijken en te luisteren ontdekt men welke behoeften elk
weerbaarder, krijgen zelfvertrouwen en ontwikkelen een gevoel van
kind heeft;
eigenwaarde.
vindt het belangrijk om in te gaan op wat kinderen zelf aangeven of inbrengen. Dat kan gaan om duidelijk aangegeven concrete ideeën
Ruimte voor creativiteit
voor spel of activiteiten, maar ook om vragen of behoeften, die minder
De ruimtes zijn ingericht voor creatieve activiteiten. Zo is er bijvoorbeeld
uitgesproken of non-verbaal zijn;
een atelier, een zintuigenhoek, een verkleed- en fantasieruimte. In de
Vindt het belangrijk om elk kind veel verschillende ervaringen te
keuken kunnen kinderen helpen met koken en bakken. Maar ook in het
bieden, zodat het zich kan ontwikkelen en ontplooien. Zo ontstaan
algemeen geldt dat 'out of the box' denken wordt gestimuleerd. Ook de
mogelijkheden om “eruit te laten komen wat er in zit”, want kinderen
groeps- en/of speelruimtes worden soms 'verbouwd' voor thema's,
kunnen veel en hebben vaak meer in zich dan je onmiddellijk ziet;
kringspellen en dans.
geeft kinderen de ruimte om zich te ontwikkelen, maar geeft ook grenzen aan waar dat nodig is. Kinderen moeten kunnen ontdekken en
Naar buiten en uitstapjes
zich kunnen verwonderen, kunnen uitproberen, de wereld verkennen
De kinderen spelen elke dag buiten. Het liefst is er een moestuin. Ook
en hun eigen mogelijkheden daarin zien en ervaren. 2Samen zoekt
maken de kinderen regelmatig uitstapjes naar bijvoorbeeld de
steeds naar een zorgvuldige en bewuste balans tussen de
kinderboerderij, de bibliotheek, het verzorgingshuis en natuurlijk het
noodzakelijke veiligheid, zowel fysiek als emotioneel, en het bieden van
strand.
uitdaging in de omgeving, de activiteiten en het speelmogelijkheden.
9
3 Ruimteprogramma 3. 1 Normen en kaders
3. 2 Ruimtelijk kader
Het kader voor dit Programma van Eisen is gegeven in paragraaf 3. 2. Voor
In onderstaande tabel wordt de opgave in bruto vloeroppervlak
de functie basisonderwijs gelden de kaders uit de Wet op het Primair
weergegeven. Binnen deze te realiseren oppervlakte dient de werkelijke
Onderwijs en de hieruit voortvloeiende gemeentelijke verordening:
behoefte van de gebruikers te worden uitgewerkt.
‘Voorzieningen huisvesting onderwijs.’ Het vastgestelde ruimtekader is mede op basis hiervan vastgesteld. Aan de voorzieningen voor kinderopvang worden eisen gesteld1. In het licht van het PvE geldt hier met name een minimumoppervlakte van 3,5 m² vrije speelruimte voor een kind. Voor buitenschoolse opvang geldt dat voor een groep (van twintig kinderen) 70 m² FNO beschikbaar moet zijn. Dit mag in
Tabel 1 ruimtelijk kader
de vorm van medegebruik van diverse ruimtes mits een vaste plek
De bovengenoemde oppervlaktes voor onderwijs en gymlokaal betreffen
beschikbaar is om de kinderen per (stam-)groep te verzamelen.
normatieve (bruto vloer-) oppervlakte. Zoals aangegeven in paragraaf 2.1 is hierbij aangesloten bij de norm voor zeventien groepen. De school wenst binnen deze norm achttien klaslokalen te realiseren. Voor buitenschoolse opvang is er geen ‘norm’ zoals in het onderwijs. Wel dient er een minimaal aantal m² per kind aanwezig te zijn. De genoemde oppervlakte in de tabel betreft een afspraak tussen 2Samen en de gemeente.
1
Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen peuterspeelzalen en nadere regelgeving,; voor wat betreft de inrichtingseisen voor kinderopvang met name “Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012”. NB. De inrichtingseisen m.b.t. peuterspeelzalen zijn hierin niet benoemd, maar kunnen zijn opgenomen in een gemeentelijke verordening. Den Haag hanteert hiervoor de “Verordening nadere kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2013”. Hierin staat o.a. dat er netto 3 m² passende binnenspeelruimte per kind aanwezig moet zijn.
Over mogelijke aanvullende huisvesting voor kinderdagopvang dient nog nadere besluitvorming plaats te vinden, onder andere in relatie tot de druk op het terrein. Hiervoor is geen ruimte opgenomen in voorliggend PvE. 11
Onderwijs In totaal bedraagt het benodigde oppervlak voor het onderwijs (qua ‘lesgebouw’) 2.335 m² BVO (bruto vloeroppervlak). De onderwijsbehoefte is gebaseerd op prognoses van leerlingenaantallen en normatieve kaders (gemeentelijke onderwijshuisvestingsverordening) 2. Het normatieve kader leidt tot een normatief bruto vloeroppervlakte, waarbinnen vervolgens achttien groepslokalen kunnen worden gerealiseerd. Extra ruimte voor het onderwijs kan worden ingezet door dubbelgebruik van separaat te realiseren ruimtes voor BSO. Immers, tijdens schooltijd is er geen BSO. Gymnastiek Voor het onderwijs is recht op het realiseren van één gymlokaal (inclusief overige ruimtes zoals kleed- en doucheruimte) van 455 m² BVO. Kinderopvang Voor de BSO wordt uitgegaan van eigen ruimtes voor alle groepen en daarnaast medegebruik van diverse nader te bepalen (onderwijs-)ruimten. Er wordt geopteerd voor een volume van vijf en een halve groep (circa 110 kindplaatsen). Conform afspraak met de gemeente wordt uitgegaan van ‘eigen’ ruimte voor de BSO van 300 m² BVO. Dit is niet voldoende om te voorzien in de vereiste 3,5 m² per kind(plaats); hiervoor wordt uitgegaan van medegebruik van schoolruimtes buiten ‘schooltijd’.
2
Gemeente Den Haag (2013)
3. 3 Ruimteprogramma Op de pagina ’s hierna is het ruimteprogramma opgenomen. Hieronder volgt een uitleg van de opzet van de tabel.
FNO/BVO De afmetingen in de ruimtestaat worden weergegeven in functioneel nuttig vloeroppervlak (FNO). De totaalsom wordt vermenigvuldigd met een bruto/nuttig-factor ofwel ‘tarra’. Op deze manier wordt de behoefte in bruto vloeroppervlak (BVO) verkregen. Van deze ‘tarra’ moet ruimte voor circulatie (‘gangen’), constructie en installaties worden gerealiseerd. Zoveel mogelijk circulatieruimte dient een ruimtelijke kwaliteit te hebben, door deze of toe te voegen aan bijvoorbeeld de hal en/of leerlingwerkplekken, of de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door een overzichtelijke lay-out, lucht en licht in het gebouw en een ruime entree (-hal). Het (normatieve) ruimtekader is vastgesteld in bruto vloeroppervlakte. Over het algemeen kan worden gesteld dat met de ‘gerealiseerde’ tarrafactor van ruim 1,33 tussen functioneel nuttig ruimteprogramma en bruto norm een realistische ontwerpopgave is.
13
15
3. 4 Footprint gebouw Op basis van het ruimteprogramma is op basis van de onderstaande uitgangspunten van ruimtes die in ieder geval op de Begane Grond moeten liggen, de minimale footprint van het gebouw berekend, uitgaande van twee bouwlagen. Als rekening wordt gehouden met de situering van de hal, het cluster onderbouw inclusief een speellokaal en de kantoren voor administratie en directie op de Begane Grond, dan vergt dit een footprint van ongeveer 1.000 m² BVO. In dat geval ligt het gymlokaal niet op de Begane Grond, wat voor- en nadelen kent. Voordeel van de Begane Grond zou een verbinding met hal en/of speellokaal kunnen zijn. Mogelijk voordeel van het situeren op de verdieping is de verlaagde ruimtebehoefte op de Begane grond ten faveure van buitenruimte (denk ook aan eventuele toevoeging van kinderdagopvang). Als het gymlokaal wel op de BG komt, bedraagt de footprint circa 1.500 m² BVO. Bij beide opties is geen rekening gehouden met situering van de BSOruimtes op de Begane Grond, vanuit het oogpunt van compartimentering in verband met mogelijke in de toekomst vereiste autonomie van betreffend bouwdeel. De zwaarste druk, met BSO, onderbouw en gymlokaal op de Begane grond, zou circa 1.750 à 1.800 m² BVO zijn.
17
Foto’s PM: wie heeft foto’s van de 2e excursie met goede voorbeelden van lokaal? Evt. 1 van onderstaande foto’s in te voegen?
Excursie Montessorischool
EC Fonkel – Den Dungen
4 Functionaliteit De verdeling van werkplekken, per lokaal of deels geclusterd per
4. 1 Algemeen
bijvoorbeeld twee lokalen, mag in het ontwerp bepaald worden. Een relatie
Het is aan de architect om in het ontwerp ‘slimme’ oplossingen voor
met de groep blijft echter vereist. Voor de kleuters ontstaat per twee
bergruimte, aanvullend op de in het ruimteprogramma benoemde
lokalen een soort ‘halletje’. Bij de groepsruimtes voor de onderbouw is ook
bergingen en werkkasten, te voorzien indien mogelijk. Ook de tarra dient
een natte hoek nodig voor de watertafel. Deze kan bij de sanitaire ruimtes
zo functioneel mogelijk benut te worden ten gunste van de beleving van
worden geplaatst; bijvoorbeeld per twee lokalen een sanitaire ruimte met
het gebouw en functionele ruimte.
watertafel erbij.
Niet alle plekken in het gebouw (en terrein) behoeven echter ‘functioneel’ –
Daglicht in de lokalen is belangrijk. Ramen naar de gang zijn gewenst in de
specifiek bestemd – te zijn. Het idee leeft dat een prettig gebouw ook
vorm van zijlichten naast de deur of een hogere daglichtstrook; ramen
wordt gemaakt als er eigen interpretatie voor gebruik mogelijk is, een plek
tussen lokalen zijn niet gewenst vanwege de afleiding. Er dient bovendien
een eigen ‘natuurlijke’ , gegroeide invulling kan krijgen.
voldoende muurruimte over te blijven voor prikbord, leerprenten et cetera. Een functionele oplossing in de vorm van ingebouwde vitrinekasten en/of
4. 2 Omschrijving ruimtes en gebruik hiervan
bergruimte is wenselijk.
Groepsruimtes / leerlingwerkplekken
Ruimtes BSO – “stamgroepruimtes”
Er is gekozen voor relatief ruime groepslokalen. Hierdoor ontstaat een
Na (en voor) schooltijd dienen de kinderen die gebruik maken van de
prettige thuisbasis voor de kinderen en kunnen ook grote groepen goed
opvang door 2Samen per stamgroep (van maximaal 20 kinderen) te
worden gehuisvest. Bovendien geeft een ruim lokaal letterlijk ruimte aan
kunnen worden opgevangen in een op dat moment direct beschikbare
diverse werkvormen omdat leerlingsetjes in andere opstellingen kunnen
vaste ‘stamgroepruimte’. Hier kunnen de kinderen even loskomen van de
worden gegroepeerd. De groep is daarmee duidelijk de basiseenheid.
schooldag, krijgen ze iets te eten en drinken alvorens ze verder gaan
Binnen die eenheid wordt ook individueel gewerkt, deels in de klas en deels
spelen.
is er behoefte aan een aantal werkplekken buiten de klas waar een leerling in alle rust kan werken. Het ruimteprogramma voorziet in ruimte voor deze werkplekken buiten, maar in nabijheid van, het lokaal.
19
Figu ur relaties, maak ik nog mooier voor in definitief rapport
De regels schrijven voor dat per kindplaats 3,5 meter vrije speelruimte per
Voor de onderbouw geldt bovendien dat er geen leerlingwerkplekken zijn,
kind beschikbaar is. Deze ruimte hoeft niet volledig in de stamgroepruimte
maar dat de ruimte hiervoor wordt geclusterd tot een extra plek in de vorm
gezocht te worden. Met andere woorden: de stamgroepruimte mag kleiner
van een ‘halletje’ per twee lokalen, wederom gekoppeld aan de
zijn dan 20*3,5 = 70 vierkante meter. Beschikbare oppervlakte in andere
circulatieruimte / gang.
ruimtes waar de kinderen kunnen verblijven en spelen mag hiervoor worden meegeteld. In deze extra ruimte wordt voorzien door medegebruik
Spelen kleuters
van ruimtes van de school.
Het speellokaal is ingericht ten behoeve van bewegingsonderwijs voor de
Als stamgroepruimte worden gebruikt:
de kleuters ook regelmatig in het speellokaal; zeker als het buiten slecht
-
Twee onderbouwlokalen in medegebruik;
-
Een grote en een kleine woonkamer (voor 1,5 groep);
-
De (les-)keuken;
-
Het lokaal handvaardigheid.
kleuters. Naast de geplande uren beweging (lichamelijk opvoeding) spelen weer is. Hiervoor is één speellokaal eigenlijk net niet voldoende. Daarvoor dient ook de hal te kunnen worden ingezet. De inrichting hiervan lijkt wat minder op een mini-gymlokaal, maar is wat multifunctioneler van aard.
Bijeenkomstfunctie
Alle ruimtes dienen direct na schooltijd beschikbaar te zijn voor de opvang;
Momenteel gebruikt de school het bestaande gymlokaal als
dit vergt met name voor de onderbouwlokalen goede afspraken, zoals ook
bijeenkomstruimte (ofwel ontmoetingsruimte of gemeenschapsruimte). In
momenteel geldt.
de nieuwbouw dient er ook weer zo’n ruimte te ontstaan. Hiervoor wordt
4. 3 Relaties en clustering
aan de architect overgelaten hoe deze ruimte kan worden gecreëerd.
Drie ‘bouwen’
Er zijn drie ruimtes waarmee grotere ruimtes kunnen worden gecreëerd ten
De lokalen zijn per ‘bouw’ geclusterd. De onder-, midden- en bovenbouw
behoeve van de gewenste functionaliteit: de hal, het speellokaal en het
bestaan elk uit zes lokalen. Hierbij gelegen zijn leerlingwerkplekken en
gymlokaal. Wel wordt gedacht aan het koppelen van minimaal twee van
leerlinggarderobes, beiden in de directe nabijheid van het lokaal aan de
deze drie ruimtes. Wanneer het gymlokaal niet op de Begane Grond wordt
‘gang’. Elke bouw kent daarnaast leerlingtoiletjes, een tweepersoons
gesitueerd heeft het de voorkeur dat hal en speellokaal worden gekoppeld,
werkkamer en een gesprekskamer (spreekkamer). Bij de onderbouw ligt
waardoor twee grote ruimtes aanwezig zijn. Wanneer het gymlokaal wel op
ook het speellokaal in de buurt.
de Begane Grond wordt gesitueerd zou daarnaast het koppelen van hal en/of speellokaal aan het gymlokaal tot de mogelijkheden behoren. Wellicht kan zo ook een podium worden gecreëerd. 21
Buitenschoolse opvang / ateliers
Entrees
Er zijn vijf grotere en één kleinere stamgroepruimtes benoemd in het
Er is een hoofdentree voor bezoekers. Deze ligt bij de hal. De hoofdentree
ruimteprogramma. Twee van de ruimtes betreffen medegebruik van een
is gemakkelijk te herkennen en heeft een functie in de uitstraling van het
onderbouwlokaal ; hiervoor is een eigen berging voor de buitenschoolse
gebouw (‘smoel’).
opvang voorzien bij deze lokalen. Daarnaast is er minimaal een extra ingang voor de onderbouw; dagelijkse De overige vier ruimtes zijn aanvullend op het onderwijsprogramma. Deze
gebruikers kennen deze ingang. Mogelijk is een extra ingang voor het
ruimtes kunnen tijdens schooltijd worden ingezet als atelier ten behoeve
gymlokaal gewenst, afhankelijk van de lay-out.
van creatieve vakken, kookles of studieruimte. Deze ruimtes zijn bij voorkeur goed bereikbaar voor alle kinderen, maar vooral voor de midden- en bovenbouw. Dit kan dus betekenen dat de groepsruimtes zijn verdeeld over twee verdiepingen. Indien dit de oplossing wordt, dient wel een goede verticale relatie / logistiek tussen de zes ruimtes te worden gemaakt zodat toezicht, personeels- en leerlingverplaatsing helder en gemakkelijk verloopt tijdens de buitenschoolse opvangtijden. Overigens zal de BSO ook gebruik maken van hal, speellokaal en gymlokaal, dus een goede relatie hiermee is ook
Ligging stafruimtes Bij voorbaat wordt gesteld dat directieruimte en administratie dicht bij de hoofdentree moeten liggen. De administratie fungeert eveneens als receptie.
Verdieping Het ligt voor de hand dat er in twee lagen wordt gebouwd. Belangrijk is dat de samenhang tussen beneden (BG) en boven (1 e verdieping) voelbaar
gewenst.
blijft; dat er een intimiteit en samenhang wordt bewaard. De extra hoogte
BSO-compartiment
ontstaat deze samenhang benadrukt en er lucht in het gebouw komt.
Vanuit de gemeente is als eis gesteld dat de 300 m² van de BSO eventueel in de toekomst afscheidbaar zou moeten zijn van het onderwijsoppervlak / -gebouw. Hiermee zouden letterlijk de BSO-ruimtes dienen te kunnen worden gesitueerd in een separaat compartiment, al dan niet verticaal. Maar mogelijk biedt het compartimenteerbaar maken van een willekeurige 300 m² BVO, met een nieuwe indeling van het overige gebouw, waarmee dan nog steeds 18 groepen kunnen worden opgevangen, meer flexibiliteit voor het ontwerp.
kan ook voordelen bieden doordat de ruimte – de hoogte (vide) - die
4. 4 Compartimentering
4. 5 Overige eisen
Diverse ruimtes zullen door verschillende gebruikers worden gebruikt: door
De Haagse Scholen beschikt over een basis PvE bestaande uit drie delen:
verschillende groepen onderwijs, door kinderopvang – met name
algemene ontwerpeisen, algemeen technisch Programma van Eisen en
buitenschoolse opvang, en mogelijk ook door derde gebruikers.
functioneel technisch Programma van Eisen. Deels zijn de eisen aanvullend op voorliggend PvE; deels worden in voorliggend PvE algemene eisen juist
De betreffende ruimtes, denk aan gymlokaal, speellokalen en de ruimtes
uitgewerkt.
die door de BSO gebruikt worden, dienen – ook buiten reguliere lestijden – goed bereikbaar te zijn voor de diverse gebruikers. Hiervoor dient bij het
Ook 2Samen heeft een PvE opgesteld waaraan de huisvesting moet
ontwerp aandacht te zijn voor de gewenste relaties, en de logistiek en
voldoen (tweedelig, zie bronnenlijst). Het betreft naast eisen aan
compartimentering in het algemeen.
afmetingen, relaties en inrichting, ook eisen aan afwerking en installaties (technische eisen). In voorliggend PvE is aangesloten bij de betreffende
Voorts geldt de expliciete eis van de gemeente dat de eigen ruimtes van de
eisen die van invloed zijn op ruimtelijke en functionele eisen. Bij het
BSO zodanig gesitueerd te worden dat deze in de toekomst indien
ontwerp dient eveneens inzicht te worden verkregen in de PvE's van
noodzakelijk kunnen worden afgescheiden van de school en als autonoom
2Samen.
geheel kunnen worden verhuurd aan een andere organisatie. Waar de eisen uit bovengenoemde stukken strijdig zijn met het geëiste uit De compartimentering in het gebouw betreft niet enkel plattegronden,
voorliggend document dient in overleg met de toekomstig gebruikers en de
circulatieruimtes en toegangen maar ook installaties (vanuit het oogpunt
projectleider van DHS tot een standpunt te worden gekomen.
van bediening, efficiënt gebouwbeheer en veiligheid). Er zal naast een centrale trap ook een lift nodig zijn centraal in het gebouw, waar ook de ‘multifunctioneel inzetbare ruimtes’ goed mee te bereiken zijn, zonder dat activiteiten in de lesomgevingen worden verstoord.
23
Figuur 1
bron: schoolgids 2014/2015
5 Terrein en beeldkwaliteit 5. 1 Inleiding
5. 2 Inrichting speelterrein
De stedenbouwkundige randvoorwaarden worden mede vormgegeven in
Voor het (officieel: verharde) speelterrein geldt een normatieve
een parallel traject waarin ook omwonenden worden betrokken. In
minimummaat voor het onderwijs van 3 m² per kind, tot een maximum van
voorliggend hoofdstuk worden uitsluitend de eisen en wensen aan het
600 m² per school. Uitgangspunt is echter optimale inzet van het
terrein en de beeldkwaliteit van het gebouw benoemd vanuit de
beschikbare terrein: zo groot mogelijk!
stakeholders: gebruikers en omwonenden. De match met de kavel en de voorwaarden die hieraan (gaan) gelden, dient gemaakt te worden in de
Voor kinderdagopvang geldt dat er (wettelijk) minimaal 3 m² omheind
ontwerpfase door PvE te bezien in relatie tot de stedenbouwkundige
speelterrein per kind is. 2Samen gaat uit van 4 m² per kind. Dit
voorwaarden. Overigens worden in dit traject (verdere uitwerking
speelterrein dient direct vanuit de groepsruimte(s) bereikbaar en zichtbaar
stedenbouwkundige voorwaarden) de stakeholders, met name ook de
te zijn.
omwonenden, ook betrokken. Tenslotte worden de stakeholders betrokken in het ontwerptraject, opdat het ontwerp optimaal aansluit bij eisen,
Bij de inrichting van het speelterrein dient rekening gehouden te worden
wensen en voorwaarden.
met het beperken van geluidsoverlast naar de omwonenden en groepsruimtes voor onderwijs.
Indeling Er komen twee separate speelterreinen voor de onderbouw (groep 1 en 2) en groep 3 t/m 8 (midden- en bovenbouw samen). Eventueel mag het speelterrein voor midden- en bovenbouw ook worden gescheiden. Het is wenselijk dat de kinderen van groep 3 snel en eenvoudig naar het onderbouwterrein kunnen.
25
Eventuele andere foto’s excursie / huidig gebouw/terrein?
NB toestemming gevraagd voor gebruik foto tegels; ik krijg hoge resolutie foto’s PM
Inrichting & sfeer
Verkeer & infrastructuur omgeving
Het is de wens om veel groen op het terrein te creëren, maar hierbij dient
Er hoeft geen rekening gehouden te worden met parkeerplaatsen en/of
wel direct rekening gehouden te worden met beheer/onderhoud
autoverkeer op het terrein zelf. Parkeren vindt plaats in de buurt.
(onderhoudsarm).
Afstemming over de hoofdentree, mede in relatie tot de parkeerdruk in de buurt, dient meegenomen te worden in het ontwerp en op basis van de
De inrichting is speels en uitdagend. Er zijn verschillende plekjes of
nog volgende stedenbouwkundige ontwerpuitgangspunten.
‘hoekjes’ (waar weliswaar vanuit toezicht voldoende uitzicht op is). Het terrein moet niet te vol worden gezet met toestellen of anderszins ‘vaste
Voor de omwonenden geldt dat wensen dat de speelterreinen ‘achter’ de
inrichting’ of doelbestemming. Er moet vrije ruimte aanwezig zijn die de
school liggen, en niet aan de straatkant (Jacob de Graefflaan).
kinderen zelf kunnen gebruiken voor hun spel.
Fietsenstalling Veel (school-)kinderen komen met de fiets naar de school. Er dient
Er dient opnieuw een pannaveldje te worden gerealiseerd en een
rekening te worden gehouden met de stalling van zo’n 270 kinderfietsen.
tafeltennistafel.
Voor personeel is een separate (overdekte) fietsenstalling vereist voor zo’n 25 fietsen. In verband met elektrische fietsen is een oplaadpunt gewenst.
Containeropstelplaats / -berging Bij de terreinindeling dient rekening gehouden te worden met een opstelplaats voor containers. In het ruimteprogramma is geen rekening gehouden met integratie in het gebouw. Het is echter mogelijk dat gekozen wordt voor een separate berging op het terrein, al dan niet gecombineerd met de fietsenstalling voor personeel.
27
gepland
speels
SPANNING
organisch
strak
De concreetheid van gebouw en plek sluit momenteel naadloos aan op wie
5. 3 Beeldverwachting & beleving
men is / waar de school voor staat. Behoud hiervan in een –grotere! -
In de eerste sessie met de werkgroep is de Annie M.G. Schmidtschool
nieuwbouw is essentieel voor zowel gebruikers (kinderen en hun ouders,
beschreven door de werkgroepleden. In de laatste sessie is met alle
personeel) als omwonenden.
informatie die is verzameld tijdens het traject, vanaf de eerste sessie tot en met excursies, verwoord welke beeldverwachting het gebouw zou moeten
Beeldkwaliteit
hebben.
Aansluitend bij de voorgaande beschrijving van de essentie van de Annie M.G. Schmidtschool – organisatie en gebouw – passen de volgende
Beschrijving Annie M.G. Schmidtschool
beschrijvingen ZEKER NIET:
Opvallend zijn soms de schijnbare tegenstellingen; maar geconcludeerd is dat de spanningen tussen de mogelijke extremen op een as nu juist de eigenheid van de Annie M.G. Schmidtschool benadrukken! De school is kleinschalig, overzichtelijk, geborgen – maar eveneens: ruimdenkend, vrijheid gevend, ruimte scheppend……
Sesamstraat, ballenbak, gillend gek worden van kleuren,
Bombastisch, wild, glimmende dingen,
Een gebouw dat lijkt op een kantoor,
Een gebouw dat lijkt op een museum.
Wat dan wel?
Ruimte versus beslotenheid. De school geeft degelijke en kwalitatief onderwijs, is intellectueel, wellicht zelfs veeleisend, is no-nonsense, maar tegelijk: rijk aan cultuur, eigenwijs, autonoom.
Een school!
Rust & ruimte,
Warmte en intimiteit,
‘echtheid’, degelijk, duidelijk; strak maar niet kil of blokkerig,
Samenhangend, organisch, eenheid binnen – buiten (een gebouw als een lichaam),
De school geeft een familiegevoel, is een buurtschool te midden van een internationale, intellectuele en stedelijke omgeving. De plek, het gebouw en de organisatie hebben een charme, zijn bijzonder
Geleding in gevels en dak,
Groen, licht, aards, benen op de grond, contact met aarde.
Het gebouw moet passen in de wijk, alhoewel dit niet altijd eenduidig in de
door de fysieke openheid in sfeervolle, gezellige beslotenheid van de
tijd te benoemen is (de wijk is immers in de oorlog verwoest, zie
omgeving.
www.atlantikwalldenhaag.nl ). Hoe dan ook: het moet aansluiten bij de geest van het huidige gebouw. 29
Het huidige gebouw past goed in de straat. Bewoners willen geen
Ook wordt veel waarde geacht aan duurzaamheid, als volgt gedefinieerd:
betonnen blokkendoos en op de plaats van het hoofdgebouw en de
Degelijk materiaalgebruik,
kleuterschool geen hoger gebouw dan nu.
Duurzame toepassingen waar deze educatieve meerwaarde leveren,
Duurzame toepassingen waar deze een gunstige exploitatie tot gevolg
belemmerd zijn. Getrapte bouw richting Stadhouderslaan, zodat het
hebben.
gebouw geen belemmering van licht en uitzicht geeft.
Duurzaamheid mag en kan in dit opzicht breed worden opgepakt: qua materialen, installaties, inrichting terrein et cetera.
Wens omwonenden
Door de omwonenden is hun zorg omtrent een groter en moderner gebouw uitgesproken. Onderstaande tekst is door de vertegenwoordiger in de werkgroep, mevrouw Nicolai, aangeleverd.
Het gebouw moet goed passen in de wijk, kleinschaligheid, getrapte bouw, zadeldak,
schoolplein aan de kant van de kerk en/of Stadhouderslaan en op de plaats van de huidige fietsenstalling,
ingang naast de kerk en/of aan Stadhouderslaan,
groene daken, zonnepanelen eventueel op de daken van gebouwen aan het Stadhoudersplantsoen, duurzaam.
Parkeren ouders aan het Stadhoudersplantsoen en de Stadhouderslaan.
Bewoners dienen een zware stem in de ontwerp fase van de nieuwbouw te hebben. Bewoners kunnen niet ontsnappen aan het uiteindelijke grotere gebouw, worden er 24/7 mee geconfronteerd.
Geen licht en uitzichtbelemmering door meer bouw aan de straatkant.
Bewoners moeten licht in hun huizen houden en het uitzicht moet niet
Geluidsoverlast voor bewoners voorkomen door ingangen en schoolpleinen anders te situeren.
Als referentie zijn het gebouw Zorgvliet en de vroegere woonhuizen van rondom 1900 van Frank Lkloyd Wright genoemd.
Bibliografie en afkortingenlijst 2Samen (2010): 'Algemeen Bouwkundig Programma van eisen
www.dehaagsescholen.nl
Kinderdagverblijven (KDV), Buitenschoolse opvang (BSO) en
www.amgschmidtschool.nl
peuterspeelzalen (PSZ voor de (nieuw)bouw van kindercentra ressorterend
www.2samen.nl
onder de Stichting Kinderopvang 2SAmen'.
www.ruimtelijkeplannen.nl
De Haagse Scholen (2011): 'Basis programma van eisen nieuwbouw van
Afkortingen
Stichting de Haagse Scholen’, driedelig.
BSO
Buitenschoolse opvang
BVO
Bruto vloeroppervlak
Gemeente Den Haag (versie 2013): 'Verordening Voorzieningen Huisvesting
DHS
De Haagse Scholen (schoolbestuur)
Onderwijs'.
FNO
Functioneel nuttig oppervlak
KDO
Kinderdagopvang
GGD Den Haag (2010): 'Gezond binnenmilieu voor kinderopvang, adviezen
KDV
Kinderdagverblijf
voor ver- en nieuwbouw'.
PvE
Programma van Eisen
Hendriks, R. e.a. (2014): 'Annie M.G. Schmidtschool, Schoolgids 20142015', op www.amgschmidtschool.nl . Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2012): 'Bouwbesluit 2012, kinderopvang', infoblad.
Bronvermelding figuren Waar geen bronvermelding is toegepast zijn de foto’s genomen door auteur of aangeleverd door 2Samen of Het Volle Leven.
Colofon Project
Programma van Eisen Annie M.G. Schmidtschool
Projectnummer 09405A
Opdrachtgever De Haagse Scholen
Referentienummer 1504131438-EW
Datum 11 mei 2015
Status Concept
Auteur(s) Ester van Winkel, Stichting Brede School Nederland
Stichting Brede School Nederland De Run 4448 5500 AH Veldhoven 040 - 2587780