Orthopedie
Zorgpad totale heup (heupoperatie) 1 Inleiding U bent bij de orthopedisch chirurg geweest om uw klachten te bespreken en te laten onderzoeken. U bent met de orthopedisch chirurg overeengekomen dat het plaatsen van een kunstheupgewricht een goede oplossing is voor het verminderen van uw klachten. De orthopedisch chirurg heeft met u besproken dat er twee mogelijkheden zijn: een opname van vijf dagen in het ziekenhuis en een langere opname. We noemen dat het snelle en het normale traject. Bij een keuze voor het snelle traject, moet eerst worden vastgesteld of uw lichamelijke conditie en uw situatie thuis dit toelaten. De anesthesioloog en (als het nodig is) de internist en/of de cardioloog beoordelen of uw lichamelijke conditie een snelle revalidatie mogelijk maken. In het gesprek met de verpleegkundige bekijkt u of de opvang thuis en de beschikbaarheid van uw coach passen in het snelle traject. In het normale traject is de aanwezigheid van een coach geen vereiste. Wanneer u onvoldoende opvang thuis heeft of geen beschikbare coach, krijgt u het advies het normale traject te volgen. In dat geval zal de verpleegkundige u uitleggen hoe het vervolg is. Zij zal u hierbij u de juiste informatie aanreiken. Het snelle traject (Zorgpad Totale Heup) Het snelle traject Zorgpad Totale Heup is een goede keus als uw conditie en uw situatie thuis dit toelaten. In dit snelle traject bent u voor de operatie en de revalidatie in totaal vijf dagen in het ziekenhuis. Thuis revalideert u verder, ongeveer nog drie maanden. U revalideert in het ziekenhuis samen met drie groepsgenoten. Tijdens uw ziekenhuisverblijf en daarna krijgt u begeleiding van iemand uit uw eigen omgeving, die we coach noemen. Deze coach maakt met u de instructie- en de voorlichtingsbijeenkomst mee. Hij/zij kan u daarom in het ziekenhuis en thuis tot steun zijn. Verderop in de folder leest u meer hierover. Overeenkomsten en verschillen Voor patiënten die het snelle traject volgen is de behandeling in grote lijnen hetzelfde als voor patiënten van het normale traject. Het verschil zit vooral in het tempo waarin de revalidatie plaatsvindt. Bovendien is aanwezigheid van een coach geen vereiste bij het normale traject. De overeenkomsten en het verschil tussen het snelle traject (Zorgpad Totale Heup) en het normale traject zijn als volgt: Beide trajecten hebben de volgende overeenkomsten: Instructie- en voorlichtingsbijeenkomst vooraf • • •
Opname in het ziekenhuis op de operatiedag De operatie zelf Revalideren na opname individueel 1/21
Verschillen tussen beide trajecten zijn: Snelle traject Opnameduur: vijf dagen
Coach noodzakelijk
Normale traject Opnameduur afhankelijk van onder andere: conditie, herstel operatie, voortgang mobilisatie en thuissituatie Coach geen vereiste
Revalideren tijdens opname in groepsverband
Revalideren tijdens opname (en daarna) individueel
In deze brochure wordt het volledige snelle traject uitgewerkt.
Wij wensen u veel succes bij de voorbereiding, de herstelperiode en met uw revalidatie ! 2. Opnamegegevens en afspraken zelf invullen uw naam naam van uw coach telefoon van uw coach uw relatie met uw coach invullen door secretariaat orthopedie behandelend orthopedisch chirurg soort operatie zelf invullen, u krijgt hierover bericht van de afdeling verwachte opnamedatum
afspraak
naam
datum
Anesthesioloog (C2) Internist (poli 3) Verpleegkundige (D1)
2/21
tijd
afspraak
locatie
datum
Instructie- en
Zie informatiebord in
voorlichtingsbijeenkomst
de centrale hal
van 14.30 tot 16.45 uur Neem deze informatiebrochure en elleboogkrukken mee ! Afspraken na de operatie (invullen door secretariaat afdeling D1) nacontrole orthopedisch chirurg
afspraken
X locatie Gezondheidscentrum ‘Den Papendiek’ Buitenschans 30 Groenlo SKB Winterswijk poli 5
locatie
datum
tijd
datum
tijd
3. Voorbereiding op uw opname en revalidatie Medische voorbereiding De uiteindelijke keuze voor de snelle heupoperatie, hangt af van de beoordeling van de anesthesioloog, de internist en de verpleegkundige. Uiteraard gebeurt dit in overleg met u. De anesthesioloog De anesthesioloog beschikt over uw medische gegevens, uw medicijnlijst, laboratoriumgegevens en een eventueel hartfilmpje. Op basis van deze gegevens bepaalt de anesthesioloog tijdens uw bezoek of u in een goede conditie bent voor deelname aan het snelle traject. De internist De orthopedisch chirurg beoordeelt tijdens het consult uw ziektegeschiedenis en uw lichamelijke conditie. Het kan zijn dat aanvullend onderzoek door de internist nodig is. Dit kan betekenen dat het snelle heuptraject voor u geen goede keuze is.
3/21
De verpleegkundige In het gesprek dat u, bijvoorkeur met uw coach, met de verpleegkundige hebt, komt de verzorging en behandeling tijdens uw opname aan bod. Verder gaat het gesprek over de situatie bij u thuis en welke zorg u daar nog nodig heeft. Natuurlijk hebt u ook alle gelegenheid om vragen te stellen. Verder wordt uw medicijnengebruik doorgenomen. De verpleegkundige vertelt u hierna of u kandidaat blijft voor het snelle heupoperatie traject, of het normale traject. De verpleegkundige zal de afspraken bevestigen. Opnameplanning Planning van uw opnamedatum Als de orthopedisch chirurg met u heeft vastgesteld dat u geopereerd zult worden, gaan uw gegevens naar de afdeling opname. Een medewerker van die afdeling belt u om met u afspraken te maken voor de spreekuren van de internist, als dit nodig is en de verpleegkundige. Ook geeft zij de opnamedatum en de data voor instructie- en voorlichtingsbijeenkomst door. De secretaresse van de anesthesioloog zal u ook bellen voor een afspraak. Deze gegevens kunt u noteren op pagina vier van deze brochure. De oproep Een medewerker van de afdeling opname neemt de donderdag voor opnamedatum nog een keer telefonisch contact met u op. U krijgt dan een bevestiging van uw opnamedatum en op welk tijdstip u wordt verwacht. Verder krijgt u informatie over wat u mag eten en drinken op de dag van opname. Informatie en vragen over opname Als u kort voor opname een infectie hebt doorgemaakt, wilt u dit dan melden bij de afdeling opname. Een recente opname in een ander (buitenlands) ziekenhuis, of als u in contact komt met varkens of vleeskalveren moet u ook melden. Dit kunnen redenen zijn om uw operatie uit te stellen. Ook als u vragen heeft over de opnamedatum kunt u de afdeling opname bellen. In de brochure 'Opname en verblijf' vindt u uitgebreide informatie en handige tips over het verblijf in het SKB. Instructie- en voorlichtingsbijeenkomst Zodra een datum voor uw operatie is vastgesteld, krijgt u een uitnodiging voor een instructie- en voorlichtingsbijeenkomst. Het is raadzaam om hierbij samen met uw coach aanwezig te zijn. Tijdens deze bijeenkomsten hoort u wat er van u en uw coach verwacht wordt en welke voorbereidingen u kunt treffen. De middag begint met een instructie. De fysiotherapeut geeft u oefeningen en adviezen en leert u lopen met elleboogkrukken. Aansluitend begint de voorlichtingsbijeenkomst. U krijgt informatie van de verpleegkundige, orthopedisch chirurg, anesthesioloog en fysiotherapeut, over de behandeling, verblijf in het ziekenhuis en de revalidatieperiode. Bovendien kunt u er andere patiënten ontmoeten die een soortelijke heupoperatie zullen ondergaan. Er is ruim gelegenheid om vragen te stellen. Neemt u vooral deze informatiemap en uw elleboogkrukken mee. Uw coach wordt ook verwacht. De instructie duurt een half uur, de voorlichting anderhalf uur. U bent in totaal van 14.30 tot 16.45 uur in het ziekenhuis.
4/21
De coach U zult merken dat u veel steun heeft aan uw groepsgenoten, maar het allermeeste heeft u aan iemand uit uw eigen omgeving. Wij noemen deze persoon uw coach, die u ondersteunt bij uw oefeningen en activiteiten. Uw echtgenoot, partner, of iemand uit uw naaste omgeving kan de rol van coach op zich nemen. Zoals u hiervoor al las, zal de coach u begeleiden en stimuleren tijdens uw voorbereiding op de operatie en uw verblijf in het ziekenhuis. Van de coach wordt verwacht dat hij of zij tijdens de opname dagelijks gedurende vaste momenten aanwezig is. Ook als u weer thuis bent zult u op verschillende momenten een beroep moeten doen op uw coach. Vandaar dat uw coach ook aanwezig moet zijn bij het verpleegkundig spreekuur en de instructie- en voorlichtingsbijeenkomst. De coach wordt op de volgende tijden verwacht: dag 1 na operatie vanaf 15.00 uur dag 2 na operatie vanaf 14.00 uur dag 3 na operatie vanaf 14.00 uur dag 4 na operatie vanaf 10.00 uur Op de dag van de operatie neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met de coach en zal afspreken wanneer hij of zij het beste op bezoek kan komen. Uw coach zal dagelijks ongeveer één à twee uur in het ziekenhuis moeten zijn. Voorbereiding thuis Een goede voorbereiding is belangrijk om uw operatie en herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen. U kunt daar vóór de operatie ook al aan werken. U kunt maatregelen treffen in uw huis, de oefeningen doornemen en vast kijken welke bewegingen u na de operatie niet meer moet maken. Het kan zijn dat dit gevolgen heeft voor de inrichting van uw huis en manier van bewegen. In hoofdstuk 11 staan hiervoor adviezen en oefeningen. In uw huis kunt u vóór uw operatie al voorzorgen nemen die uw thuiskomst na de operatie gemakkelijker en veiliger maken. Waarom zijn deze maatregelen nodig? De wond in het gewrichtskapsel heeft ongeveer twaalf weken nodig om goed te genezen en zijn oude sterkte weer terug te krijgen. Om te voorkomen dat het kapsel teveel oprekt en de heup zelfs uit de kom zou kunnen schieten moet u in de herstelperiode voorzichtig zijn met bepaalde bewegingen en houdingen. Maatregelen vóór uw opname • Voorkom dat uw lies en het operatiegebied - uw bovenbeen - geen wondjes of irritaties vertonen voordat u geopereerd wordt. • Denkt u dat u een infectie doormaakt vóór opname, wilt u dit dan melden aan de afdeling opname. Bij een infectie kunt u bijvoorbeeld denken aan een blaasontsteking of keelontsteking. De orthopedisch chirurg zal uiteindelijk beslissen of de operatie bij u door kan gaan. • Als u pijnstillers gebruikt, kunt u deze tot aan de operatiedag blijven gebruiken. Als u antistolling gebruikt in de vorm van tabletten of poeders, meldt u dit dan aan de orthopedisch chirurg. Meestal dient u ruime tijd voor de operatie te stoppen met het innemen van bloedverdunnende middelen. De orthopedisch chirurg spreekt dit met u af. Wilt u zelf de trombosedienst hierover informeren. • Na de operatie zult u enige tijd met elleboogkrukken moeten lopen. U moet de elleboogkrukken meenemen bij uw opname. Als u lid bent van een thuiszorgorganisatie , kunt u de krukken lenen. Als u al een rollator gebruikt kunt u deze meenemen.
5/21
Aanpassingen in uw woning Uw thuisrevalidatie wordt gemakkelijker als u uw huis van te voren aanpast, u kunt zelf het beste inschatten wat op uw situatie van toepassing is. Looppaden • Verwijder losse kleden om struikelen te voorkomen. • Leg eventueel een antislipmat onder het kleed. • Zorg dat de overgang tussen verschillende soorten vloerbedekking zo gelijkmatig en veilig mogelijk is, zodat u niet struikelt. Trappen • Trapleuningen moeten goed verankerd zijn aan één of beide zijden van de trap. • Trapbekleding moet veilig en vlak liggen. Meubels • Meubels moeten uw looppad niet versperren en er moet voldoende ruimte zijn om met elleboogkrukken te lopen. • De stoel waar u in zit, moet aan de volgende eisen voldoen: - u zit met uw heupen en knieën in een rechte hoek (90˚) - een vlakke en stevige zitting, waarin u niet teveel kunt wegzakken - een hoge rugleuning en twee armleuningen voor voldoende steun • Een te laag bed kunt u op klossen zetten (te lenen bij de thuiszorg) of op omgekeerde bierkratjes. Toilet en douche Uw toiletpot moet de juiste hoogte hebben zodat uw heup niet te ver buigt. U kunt een toiletverhoger of een toiletstoel kopen of huren bij de thuiszorgwinkel. Huishoudelijke activiteiten Het is handig om de spullen die u vaak gebruikt, bijvoorbeeld in de keuken, tussen heup- en schouderhoogte neer te zetten. Hiermee voorkomt u onnodig bukken of reiken. Aanschaf van hulpmiddelen Er is een aantal hulpmiddelen waar u na ontslag uit het ziekenhuis gebruik van kunt maken. De meeste hulpmiddelen zijn te koop of te huren bij de thuiszorgwinkel, zoals: • Helping Hand, hiermee kunt u kleine voorwerpen oprapen zonder te hoeven bukken. • Lange schoenlepel, zodat u de schoenen zelf kunt aantrekken; als de schoenlepel aan de bovenzijde voorzien is van een haak dan kunt u deze ook gebruiken om bijvoorbeeld uw onderbroek op te trekken. • Klossen om eventueel een laag bed te verhogen. • Toiletstoel, als u geen toilet op de slaapverdieping heeft. • Toiletverhoger, waarmee u een te laag toilet tijdelijk op een goede hoogte kunt brengen. • Beugels, voor aan de muur in het toilet en in de doucheruimte. • Douchestoel of douchekruk • Twee beugels aan weerskanten van het toilet geven u extra steun bij het opstaan van het toilet. Bij een doe-het-zelfwinkel kunt u deze kopen. • Douchen verdient de voorkeur boven het gebruik van een bad, omdat baden teveel buigen in de heup vereist. • Een antislipmat in de douchebak voorkomt uitglijden en geeft stabiliteit. • U kunt een beugel aan de muur bevestigen als er een hoge instap is naar de douche. U vindt dan steun bij het instappen. 6/21
4. Een totale heupprothese Een gezond heupgewricht Het heupgewricht is een kogelgewricht heupkop en de heupkom. De kop en precies in elkaar (tekening) en kunnen draaien. De gewrichtsvlakken van de kom en met een laag kraakbeen. Dit heeft een functie. Tussen de gewrichtsvlakken smeervloeistof, hierdoor kan het bewegen. De kop en de kom worden door een gewrichtskapsel en
dat bestaat uit de de kom passen naar alle kanten de kop zijn bekleed schok-dempende zit een soort gewricht soepel bij elkaar gehouden gewrichtsbanden.
Gewrichtsslijtage Bij gewrichtsslijtage, artrose, wordt het kraakbeen-oppervlak van het gewricht aangetast. De kraakbeen-laag kan uiteindelijk zo beschadigd zijn dat de gewrichtsvlakken niet soepel langs elkaar kunnen glijden. U zult merken dat het bewegen van uw heup moeilijker gaat en dat u soms pijnklachten krijgt. Als u pijn heeft voelt u dat meestal in de liesstreek, vooral als u vanuit een stoel opstaat. Dit noemen we startpijn of startstijfheid. Pijnklachten zijn de belangrijkste reden om te kiezen voor een heupoperatie. Als u in beweging blijft, zult u merken dat de klachten verminderen. Bij toenemende slijtage krijgt u meer klachten en kunt u er tijdens uw nachtrust last van hebben. Een nieuw heupgewricht Er zijn twee operatiemogelijkheden voor het plaatsen van een nieuwe heup. De eerste mogelijkheid heet een hybride totale heup en de tweede mogelijkheid heet een vastgroei totale heup. Bij de hybride totale heup wordt de steel met zogenaamd botcement bevestigd. De vastgroeitotale heup wordt zonder botcement bevestigd. De naam zegt het al: de heup moet vanzelf vastgroeien. De keuze voor één van deze operaties wordt samen met u bepaald. Uw orthopedisch chirurg zal u uitleggen wat de effecten voor u zijn. Uw leeftijd en de mogelijke belasting van het heupgewricht spelen hierbij een rol. Onze ervaring is dat de meeste heupoperaties succesvol verlopen. Patiënten merken dat de pijn grotendeels is verdwenen. Enkele maanden na de operatie bewegen patiënten zich beter dan ervoor. U kunt zich voorstellen dat lopen, fietsen, autorijden, zwemmen en dergelijke gemakkelijker gaan. Een kunstheup kan zware schokken en overmatige belasting niet goed opvangen. Bewegingen zoals springen en langdurige bergwandelingen worden daarom afgeraden. In overleg met uw arts en fysiotherapeut kunt u bespreken welke sporten geschikt voor u zijn. De operatie Tijdens de operatie wordt uw heup verwijderd en een nieuwe heup geplaatst. De operatie duurt ongeveer anderhalf uur.
7/21
Anesthesie tijdens de operatie De meeste patiënten ondergaan deze operatie met een ruggen- prikverdoving. Het heeft veel voordelen ten opzichte van een algehele narcose. Een ruggenprik is een plaatselijke verdoving waarbij een zeer dun slangetje ingebracht wordt in uw rug om de verdoving en pijnstilling te geven. U kunt tijdens de verdoving uw benen niet bewegen. Een aantal uren na de operatie, begint het gevoel in uw benen weer terug te komen. De meeste patiënten ervaren het plaatsen van de ruggenprik niet als pijnlijk. Of u tijdens de operatie wakker bent of slaapt bespreekt u met uw anesthesioloog. In de folder 'Uw operatie en anesthesie' leest u meer over anesthesie en de ruggenprik. Risico’s en mogelijke complicaties Net als bij andere operaties zijn ook aan deze operatie risico’s verbonden en bestaat er een kans op complicaties. Deze komen zelden voor en uw orthopedisch chirurg en alle anderen die betrokken zijn bij uw verzorging, zullen er alles aan doen om deze complicaties te voorkomen. Mogelijke risico’s en complicaties zijn: Heupluxatie Bij een heupluxatie is de heupkop uit de heupkom geschoten. Een heupluxatie kan direct na de operatie optreden, maar ook nog na weken, maanden, of zelfs vele jaren na de operatie. U verkleint de kans op een heupluxatie als u zorgvuldig de richlijnen en oefeningen opvolgt die u zijn voorgeschreven. Infectie Een zeer klein percentage van alle patiënten die een nieuw gewricht krijgen loopt een infectie op. In deze situatie is een intensieve behandeling met medicijnen nodig. Loslaten Een kunstheup kan, na tien tot ongeveer vijftien jaar, los gaan zitten. Dit gaat bijna altijd gepaard met pijn. Meestal moet de prothese dan vervangen worden door een nieuwe heupprothese. Anesthesie Bij de anesthesie kunnen complicaties voorkomen. Hebt u in het verleden complicaties ervaren met verdoving, breng dan uw anesthesioloog op de hoogte.
8/21
5. Verpleegafdeling D1 Afdeling D1 U wordt opgenomen op verpleegafdeling D1. Deze afdeling heeft 48 bedden, verdeeld over drie gangen. U verblijft tijdens uw opname vijf dagen op deze afdeling. Uw hoofdbehandelaar is de orthopedisch chirurg. Als het nodig is worden andere specialisten als medebehandelaar gevraagd. Wie ontmoet u op afdeling D1 Op D1 werkt een team van verpleegkundigen. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorg tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. De verpleegkundige fungeert als een schakel tussen u, de specialist en andere disciplines, zoals de fysiotherapeut. We streven ernaar dat u zoveel mogelijk door dezelfde verpleegkundigen wordt verzorgd. Naast verpleegkundigen, verpleegkundigen in opleiding, stagiaires, orthopeden en fysiotherapeuten ontmoet u nog andere medewerkers. De zorgassistentes zorgen voor uw maaltijden en drinken. Bovendien houden zij uw kamer schoon. De afdelingssecretaresse verzorgt een groot deel van de administratie rondom uw opname. Bereikbaarheid verpleegkundige D1 Als u een vraag, opmerking of klacht heeft kunt u altijd een verpleegkundige aanspreken. Het telefoonnummer van afdeling D1 is 0543 54 45 11. De huiskamer U en uw groepsgenoten maken gebruik van een patiëntenslaapkamer en een huiskamer. De kamers liggen bij elkaar. Vanaf de dag na de operatie verblijft u het grootste deel van de tijd in de huiskamer. Deze ruimte is ingericht met vier speciale stoelen. Zij bieden u een goed zit- en ligcomfort en zijn gemakkelijk verstelbaar. U traint in groepsverband zodat u snel weer op de been bent. Op de momenten dat u geen bezigheden heeft kunt u de oefeningen die u gekregen heeft herhalen. Het beste kunt u dit samen met uw coach te doen. Bezoek Bezoek van familie en vrienden betekent vaak een aangename onderbreking van uw dag. Toch kan bezoek erg vermoeiend zijn voor u en uw medepatiënten. Op de patiëntenkamers mogen daarom niet meer dan twee personen per patiënt aanwezig zijn. Gezien het intensieve oefenprogramma is er geen middag bezoek, wel zijn de coaches elke middag aanwezig. Buiten het avondbezoekuur van 18.45 uur tot 19.45 uur, wordt in principe geen bezoek toegestaan.
9/21
6. Opname en verblijf Opname Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis maakt u deel uit van een druk programma. Hieronder leest u wat u kunt verwachten. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis Aangezien u een actief revalidatieprogramma gaat volgen, is het raadzaam comfortabele kleding te dragen, die goed wasbaar is. Uw bovenbeen is na de operatie wat dikker dan normaal. En omdat de wond kan nalekken, zit er een verband op. Wat u verder nodig heeft, verschilt van persoon tot persoon. Dit lijstje is een aanvulling op de lijst die u in de brochure ‘Opname en verblijf’ vindt. 1. goed ingelopen stevige schoenen 2. gemakkelijk zittende en wasbare kleding 3. elleboogkrukken of uw eigen rollator 4. deze voorlichtingsbrochure Waar meldt u zich voor opname Op de afgesproken dag en tijdstip moet u zich melden bij afdeling D1, op de eerste verdieping. U heeft van te voren bericht gekregen over het tijdstip, waarop u verwacht wordt. Bij aankomst op verpleegafdeling D1 wacht een verpleegkundige u op en maakt u wegwijs op de afdeling. Deze verpleegkundige helpt u ook met de voorbereiding op de operatie. De voorbereiding op de operatie Uw bloeddruk en uw lichaamstemperatuur worden gemeten en uw polsslag geteld. U krijgt operatiekleding aan en medicijnen tegen pijn zodat die alvast kunnen inwerken. Verder krijgt u een medicijn waar u slaperig van wordt. Tijdens de operatie mag u geen contactlenzen of sieraden dragen. Uw bril kunt u ophouden en een gebitsprothese kan blijven zitten, net zoals een hoorapparaat. Eventuele piercings moet u verwijderen. U hebt van tevoren gehoord of u deze ochtend thuis nog iets mag eten en drinken. In de loop van de dag ontmoet u de andere patiënten die aan hun heup zijn geopereerd, uw groepsgenoten. De meeste patiënten die deze operatie ondergaan krijgen een verdoving via een ruggenprik. De verpleegkundige brengt een blaaskatheter in uw blaas in, die de volgende dag wordt de verwijderd. Het inbrengen van de blaaskatheter is meestal niet pijnlijk, maar kan een onaangenaam gevoel geven. Bij mannen wordt de blaaskatheter ingebracht op de operatiekamer als de verdoving is ingewerkt. Tenslotte vraagt de verpleegkundige u om zelf een pijl te zetten richting de heup waaraan u wordt geopereerd. Patiëntveiligheid Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de verpleegafdeling vindt deze controle plaats.
10/21
De operatie De verpleegkundige krijgt bericht wanneer u op de operatiekamer verwacht wordt. U wordt op uw bed naar de voorbereidingskamer gereden. Deze kamer bevindt zich in het operatiekamercomplex. Nadat u een infuus heeft gekregen zal de anesthesioloog de verdoving toedienen. Vervolgens wordt u op de operatietafel gelegd. Tijdens de operatie wordt het aangetaste gewricht vervangen door een kunstgewricht. De operatie duurt ongeveer anderhalf uur. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Daar verblijft u één à twee uur, afhankelijk van hoe u zich voelt. Daarna halen verpleegkundigen u op en brengen u naar afdeling D1. U hebt dan nog een infuus, een blaaskatheter en twee drains. Via het infuus krijgt u vocht en een antibioticum. De blaaskatheter zorgt voor de afvoer van urine. De drains zijn slangetjes die aan een opvangpot bevestigd zijn. Via de drains wordt het wondvocht afgevoerd. Een verpleegkundige komt regelmatig vragen hoe u zich voelt, en controleert uw bloeddruk, polsslag, lichaamstemperatuur, de operatiewond en de hoeveelheid vocht die door de drains wordt afgevoerd. Deze controles zullen de dagen na de operatie regelmatig uitgevoerd worden, maar steeds minder vaak. De verpleegkundige zal met u controleren of het gevoel in uw benen terug komt. Als u weer op afdeling D1 bent krijgt u de mogelijkheid om naar uw coach of contactpersoon te bellen. Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u weer normaal eten. Medicijnen Vanaf de operatiedag tot vier weken na de operatie krijgt u een aantal medicijnen voorgeschreven. Ze zijn vooral om pijn, infectie, verkalking en trombose te voorkomen. • Om trombose te voorkomen krijgt u tot vier weken na uw operatie medicijnen. Iedere operatiepatiënt heeft een verhoogde kans op trombose. Dit betekent dat er in de bloedbaan een stolsel gevormd wordt. Een stolsel kan een bloedvat afsluiten. Tijdens uw verblijf krijgt u informatie en instructie over het injecteren van dit medicijn. Het is de bedoeling dat u dit zelf leert. • Kalkaanslag rondom uw nieuwe heup is onwenselijk. U krijgt daarom gedurende uw opname twee keer per dag twee capsules, die dat moeten voorkomen. • De kans op een ontsteking moet zo klein mogelijk zijn. U krijgt daarom gedurende 24 uur na de operatie een antibioticum toegediend. • Afhankelijk van hoe u zich voelt kunt u pijnstillers krijgen en een medicijn om misselijkheid te voorkomen. Dagkaart In de loop van de operatiedag ontmoet u uw groepsgenoten. ‘s Avonds zal een verpleegkundige het programma van de volgende dag met u bespreken. Hierbij gebruikt zij een dagkaart. In de programma’s van de volgende dagen zullen veel activiteiten in groepsverband uitgevoerd worden. Als het nodig is zullen de activiteiten individueel plaatsvinden. Het is de bedoeling dat u in de loop van de dagen zoveel mogelijk zelf gaat doen. U kunt zich dan redden als u naar huis gaat. In uw kamer hangt elke dag een andere dagkaart. Hierop staat wat u die dag gaat leren. Elke avond bespreekt een verpleegkundige de dagkaart met de doelen en de dagindeling voor de volgende dag.
11/21
De dagen na de operatie De dagen na de operatie zullen de volgende dagindeling hebben: 07.00 tot 07.30 uur 07.30 tot 08.00 uur 08.00 tot 10.30 uur 09.30 tot 10.30 uur 10.30 tot 11.30 uur 12.00 tot 12.30 uur 12.30 tot 14.00 uur 14.00 tot 14.30 uur 14.00 tot 17.00 uur 14.00 tot 15.00 uur 15.00 tot 15.15 uur 15.00 tot 16.00 uur 16.00 tot 17.00 uur 17.00 tot 17.30 uur 17.30 tot 18.30 uur 18.45 tot 19.45 uur 20.30 tot 21.00 uur 21.00 tot 22.30 uur 22.30 tot 07.00 uur
ontbijt, medicijnen, temperatuur, pols keuzemenu invullen persoonlijke verzorging en instructie wondverzorging, uit bed en in de stoel koffie- en thee oefeningen met fysiotherapeut lunch in de huiskamer, medicijnen rust, half uur plat liggen op bed controles en medicijnen aanwezigheid coach oefeningen met fysiotherapeut, de eerste dag na de operatie van 15.00 tot 16.00 uur koffie- en thee oefenen met coach instructie injecteren (spuiten) van de medicijnen, behalve de derde dag na de operatie, dan vindt het ontslaggesprek plaats en instructie wondverzorging voor de coach. broodmaaltijd in de huiskamer, medicijnen rust, half uur plat liggen bezoekuur koffie- en thee, doornemen van de volgende dag persoonlijke verzorging, controles en medicijnen nachtrust, de verpleegkundige komt 's nachts enkele keren langs en voert zo nodig enkele controles uit
Dag 1 na de operatie We noemen de dag na de operatie dag 1. De eerste dag na de operatie zal in het teken staan van een rustige revalidatie. Deze dag wordt uw bloed geprikt, uw blaaskatheter verwijderd en één van uw drains verwijderd. Uw wond is afgedekt met een speciaal verband, dat enkele dagen blijft zitten. Het hangt van de uitslag van uw bloedonderzoek af, of uw infuus wordt verwijderd. Na een controleröntgenfoto begint uw revalidatie. Een fysiotherapeut begeleidt u hierbij. U gaat vanuit uw bed naar een comfortabele stoel en zet hierbij uw eerste stappen. U draagt gemakkelijke kleding. Dag 2 na de operatie De tweede dag begint een actieve revalidatie. U verblijft het grootste gedeelte van de dag in de huiskamer. Met de fysiotherapeut doet u loopoefeningen. U en uw coach krijgen hierbij instructie en doen samen oefeningen. Dag 3 na de operatie De derde dag begint u al aan de voorbereiding op uw ontslag. Deze dag zal opnieuw bloed geprikt worden en de laatste drain verwijderd worden. Deze dag zult u zoveel mogelijk zelf doen. Uw coach is er de hele middag om u te ondersteunen bij het lopen met elleboogkrukken, toiletbezoek en traplopen. Deze middag is er ook een gesprek over hoe u de zorg heeft ervaren. U krijgt een instructie van de wondverzorging, samen met uw coach. De richtlijnen en adviezen voor thuis worden met u doorgenomen evenals de papieren die u mee naar huis krijgt.
12/21
Dag 4 na de operatie De vierde dag verwijdert de verpleegkundige het speciale verband. U kunt de wond met behulp van een spiegel bekijken, als u dit wenst. De verpleegkundige bedekt de wond weer met een schoon verband. Vandaag gaat u naar huis. U ontvangt 's ochtends de laatste instructies en oefeningen in het bijzijn van uw coach. Met uw groepsgenoten kunt u nog een kop koffie of thee drinken, waarna u in de loop van de ochtend naar huis gaat. Van de verpleegkundige krijgt u de afspraakkaart met de datum voor de huisarts om de hechtingen te laten verwijderen en een vervolgafspraak bij de orthopedisch chirurg. Deze afspraak zal ongeveer zes weken na uw ontslag uit het ziekenhuis zijn. Tijdens deze afspraak wordt er nog een controlefoto van uw heup gemaakt. Daarnaast krijgt u een machtiging voor uw eigen fysiotherapeut mee. U krijgt een overdrachtformulier mee voor de fysiotherapeut die u thuis begeleidt. De medicijnen waar u thuis mee doorgaat en eventueel wondverband, worden door de apothekersassistent van de Beatrixapotheek bij u op de afdeling gebracht voordat u met ontslag gaat. Wanneer kunt naar huis Als u naar huis gaat is het belangrijk dat u zelfstandig: • in en uit bed kunt komen • in en uit een stoel kunt komen • in uw toilet- en douchebehoeften kunt voorzien • kunt lopen met behulp van een loophulpmiddel • de trap op- en af kunt lopen met behulp van een loophulpmiddel (als u een trap in huis moet gebruiken). 7. Weer thuis Huisarts Uw huisarts ontvangt van uw behandelend specialist een ontslagbrief. Daarin staat een verslag van uw behandeling in het ziekenhuis, uw toestand bij ontslag en de eventuele noodzakelijke nazorg. Problemen, pijn, koorts Hieronder vindt u een aantal signalen die kunnen duiden op een mogelijke complicatie van uw nieuwe heup. Bel uw huisarts als u meent dat er een probleem is of als u last heeft van een van de volgende symptomen: • 38,5˚C koorts of hoger • abnormale roodheid, warmte of vochtafscheiding van de wond • meer pijn in uw heup die niet wordt verlicht door pijnstillers • meer pijn of zwelling van uw kuit Verwijzing fysiotherapie U hebt van de verpleegkundige een verwijsbrief ontvangen voor fysiotherapie. U kunt zelf contact opnemen met een fysiotherapiepraktijk bij u in de buurt voor een afspraak. Bij de eerste afspraak geeft u de verwijsbrief en overdrachtsformulier van de ziekenhuistherapeut af aan uw eigen fysiotherapeut.
13/21
Seksualiteit Zodra u er behoefte aan heeft kunt u weer seksueel actief zijn. Laat uw partner een actieve rol spelen. Waarschijnlijk zijn bepaalde houdingen comfortabeler dan andere. Uw fysiotherapeut, orthopedisch chirurg of verpleegkundige kunnen eventuele vragen beantwoorden. Fietsen en autorijden Als u een totale heup heeft gekregen, mag u negen weken na de operatie beginnen met fietsen. Begin hier niet eerder mee voordat u veilig kunt op- en afstappen. Zorg ervoor dat het zadel goed hoog staat zodat u de heup niet te ver hoeft te buigen. Bovendien moet u goed zonder hulpmiddel kunnen lopen. Als de hechtingen verwijderd zijn en de wond goed gesloten is, gaat u bij de fysiotherapie op de hometrainer oefenen. U mag tot aan de eerste controle (6 weken) geen auto rijden; daarna in overleg met uw orthopedisch chirurg. Werkhervatting Als u nog werkt, begeleidt de bedrijfsarts de terugkeer naar uw werk. Die moet dus op de hoogte zijn van uw behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u uw bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. Meer informatie De volgende adressen zijn van patiëntenorganisaties. Hier kunt u aanvullende informatie opvragen: Stichting Patiëntenbelangen Orthopaedie Postbus 125 6930 AC Westervoort T 026 321 51 54 info@patiëntenbelangen.nl www.patiëntenbelangen.nl NPCF Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Postbus 1539 3500 BM Utrecht T 030 297 03 03
[email protected] www.npcf.nl
14/21
8. Richtlijnen, houding en oefeningen Een vlot en goed herstel staat natuurlijk voorop. Als u zich aan de richtlijnen houdt en de oefeningen regelmatig uitvoert zult u merken dat u snel vooruit gaat. De richtlijnen zullen de kans op complicaties verkleinen. Uw conditie, spierkracht en uithoudingsvermogen zullen ook verbeteren als u de oefeningen doet. Revalidatie Bij ontslag loopt u met twee elleboogkrukken of met een looprek. Als u vóór de operatie een rollator gebruikte, kunt u deze blijven gebruiken. Als u thuis bent gaat u door met fysiotherapie. Uw fysiotherapeut zal aangeven wanneer en hoe u het gebruik van de krukken of het looprek kan afbouwen. Het belasten van de heup gaat op geleide van de pijnklachten. Richtlijnen Om het herstel zo spoedig mogelijk te laten verlopen moet u zich de komende tijd aan een aantal richtlijnen houden. Deze zijn: 1. U mag de geopereerde heup niet verder buigen dan 90º. Dat is niet verder dan een haakse hoek tussen uw bovenlichaam en uw bovenbenen. Dit geldt zowel liggend, zittend als staand. 2. U mag het geopereerde been niet naar binnen- of naar buiten draaien. 3. U mag het geopereerde been niet over het andere been kruisen; dit geldt zowel liggend, zittend als staand. 4. Een combinatie van bovengenoemde houdingen is verboden omdat het een groot risico geeft op luxatie (hoofdstuk vier). Deze vier regels lijken eenvoudig, maar hebben grote gevolgen voor het dagelijkse leven. Denkt u maar aan gaan zitten en opstaan. En ook: hoe komt u in de auto; hoe bukt u; hoe ligt u in bed; hoe heeft u de kasten ingericht en nog veel meer. U zult merken dat na de operatie alle betrokken hulpverleners u hier steeds op attenderen. Weer gaan bewegen De vaardigheden die hieronder staan vermeld zijn belangrijk bij het voorkomen van problemen, zoals luxatie van uw nieuwe heupgewricht. De fysiotherapeut leert u deze vaardigheden aan. In en uit bed gaan, lighoudingen U leert hoe u op een veilige manier in en uit bed kunt komen. Als u aan de kant van het geopereerde been op de rand van het bed zit, kunt u gemakkelijk het bed in en uit gaan. Als dit bij u thuis niet mogelijk is oefent de fysiotherapeut met u andere manieren. Zorg dat uw bed op de goede hoogte staat, laat het bed eventueel op klossen zetten. (zie hoofdstuk 3). • Rugligging is de beste lighouding. Leg uw benen nooit over elkaar, leg ze liever iets uit elkaar, eventueel met een kussen tussen de benen. • De eerste zes weken na de operatie mag u niet op de geopereerde zijde liggen. • Als u thuis op uw niet-geopereerde zijde wilt liggen, leg dan een kussen tussen uw benen. Het is beter om ook niet op deze zijde te liggen, vanwege gevaar van luxatie. • Op de foto’s wordt het rechterbeen, gemarkeerd met een kruis, beschouwd als het geopereerde been.
15/21
Zitten en opstaan Zitten • Gebruik een stevige stoel met armleuningen . • Ga niet op een te lage stoel of een te zachte bank zitten. • Gebruik een stoel waarvan de leuning licht achterover staat. • Leg eventueel een kussen op de zitting. • Als u achter in de stoel zit, moeten uw bovenbenen goed ondersteund worden door de zitting. • Uw voeten staan ontspannen, plat op de vloer. • Voorkom dat u de geopereerde heup te ver buigt! • Reik niet te ver naar voren of naar beneden. • U kunt met uw fysiotherapeut de juiste zithoogte bespreken. Op foto 2 staat de voet naar buiten. U ziet dat het bovenbeen, de heup, naar binnen gedraaid staat. Dit moet u altijd voorkomen. Zorg ervoor dat alles wat u nodig denkt te hebben, onder handbereik hebt. Dat wil zeggen dat u niet naar voren of opzij hoeft te reiken of te bukken. Tip: plaats aan beide zijden een tafeltje naast uw stoel (3).
2
3
Opstaan Op foto 4 ziet u een patiënt op de verkeerde manier opstaan. Zij komt te veel met haar bovenlichaam naar voren en buigt te veel in de rechter heup. Op foto 5 staat de patiënt op een goede manier op. Zij zet eerst het geopereerde been naar voren en gaat dan staan. Zij zorgt er voor dat haar bovenlichaam niet te ver naar voren komt en dat zij steun neemt met beide handen. Gaan zitten gebeurt op dezelfde manier. Eerst zet u het geopereerde been naar voren, vervolgens pakt u beide leuningen goed vast en gaat u zitten.
4
5
16/21
Lopen met elleboogkrukken De eerste dag na de operatie komt u ’s morgens uit bed en u gaat op een stoel zitten. U gebruikt hierbij elleboogkrukken. Bij ontslag loopt u met twee elleboogkrukken. 1. Zet beide krukken een klein stukje naar voren (6). 2. Het geopereerde been zet u tussen de beide krukken in (7). 3. Het niet geopereerde been zet u een normale pas vooruit, voorbij het geopereerde been (8).
6
7
8
Bukken en hurken en tillen U mag niet bukken en niet hurken! Als u toch iets van de grond wilt oprapen zet dan het geopereerde been naar achteren, steun op het goede been en steun met de arm op een stevige tafel of stevige stoel. U mag tillen zolang u hierbij maar niet hoeft te bukken. Foto 9: De patiënt bukt verkeerd. Zij houdt de benen bij elkaar waardoor zij te sterk buigt in de geopereerde heup.
9
Foto 10: De patiënt bukt op de juiste manier. Het geopereerde been is eerst naar achteren gezet. De patiënt neemt steun op een stoel of op een kruk en reikt vervolgens naar de vloer. Hierbij blijft de rechter heup zoveel mogelijk gestrekt. Hierdoor moet het goede been wel in staat zijn uw hele gewicht te dragen 10
17/21
Traplopen Zowel bij trap op lopen als bij trap af lopen moet u gebruik maken van een stevige trapleuning. In beide situaties houdt u de twee krukken in dezelfde hand. Trap op lopen 1. U zet eerst het niet geopereerde been een tree hoger (11). 2. Zet vervolgens het geopereerde been en de elleboogkruk bij (12).
11
12
Trap af lopen 1. Zet eerst de elleboogkruk een tree lager (13). Kijk goed waar u de kruk neerzet. 2. Zet het geopereerde been een tree lager naast de kruk (14) . 3. Zet daarna het niet geopereerde been ernaast (15).
13
14
15
In- en uitstappen en zitten in de auto (zie foto’16 tot en met 19) 1. Zorg ervoor dat de leuning van de stoel iets achterover is gezet. 2. De stoel staat zover mogelijk naar achteren. 3. Leg een kussentje op de zitting zodat u niet te laag komt te zitten; leg daarop een plastic zak zodat u gemakkelijk kunt draaien. 4. Als u de auto instapt, gaat u met de rug naar de auto staan (16); u zet het geopereerde been naar voren (17) en gaat rustig op de stoel zitten (18); buig de geopereerde heup niet te ver (19). 5. Het eerst het linker been in de auto en vervolgens het rechter been. 6. Stap nooit vanaf een stoep in de auto en vanuit de auto op een stoep.
18/21
16
17
18
19
Oefeningen De hier beschreven oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun bij het onthouden van de oefeningen die de fysiotherapeut zal doornemen. Het is niet de bedoeling dat u op eigen initiatief met nieuwe oefeningen begint. Over het algemeen geldt: oefen twee keer per dag, bij het oefenen mag u enige rek voelen en er mag gerust enige vermoeidheid optreden. Forceer echter nooit! Oefeningen liggend op uw rug Deze oefeningen zijn belangrijk voor het oprekken van uw spieren, het versterken van de spieren en het verbeteren van uw conditie. 1 • beweeg de tenen en de voeten op en neer • houd de benen stil • regelmatig, minimaal elk uur 2 • beweeg uw knie rustig in de richting van de borst 'been optrekken' • schuif hierbij uw hak over de onderlaag van het bed • buig de heup niet verder dan 90°, geen haakse hoek • 5 tot 10 keer herhalen 3 • leg uw been gestrekt neer • druk uw bovenbeen en uw knieholte naar beneden zodat u de bovenbeenspieren aanspant • het niet geopereerde been mag gebogen op het bed staan • 5 tot 10 keer herhalen 4 • ga zoveel mogelijk gestrekt liggen • knijp de billen samen • 5 tot 10 keer herhalen 5 • spreid uw geopereerde been naar buiten • uw tenen blijven omhoog wijzen • schuif hierbij met de hak over het bed • 5 keer herhalen
19/21
6 • lig twee keer per dag plat op uw rug • gebruik alleen een kussentje onder uw hoofd, niet onder uw schouders • het niet geopereerde been mag u optrekken • blijf een half uur liggen Oefeningen die u zittend kunt doen 1 • ga goed achter in de stoel zitten • strek de knie en maak het been zo recht mogelijk • 5 tot 10 keer herhalen 2 • hef uw been een klein stukje op • houd de knie gebogen • laat de voet ongeveer 1 cm. van de grond komen • in het begin mag u op uw tenen afzetten • buig de heup niet verder dan 90° (geen haakse hoek) • blijf goed achter in de stoel zitten • 5 tot 10 keer herhalen Oefeningen in stand Bij deze oefeningen staat u en neemt steun aan een aanrecht of iets dat niet zo maar kan omvallen (zie foto 22, 23, 24) Herhaal deze oefeningen 5 tot 10 keer.
22
23
24
1 • beweeg het geopereerde been zijwaarts • let er goed op dat u het bekken niet optrekt • houd het been gestrekt 2 • beweeg het geopereerde (boven)been achterwaarts • blijf hierbij goed rechtop staan • houd de knie gestrekt 3 • til de knie van het geopereerde been op • buig de heup niet verder dan 90° (geen haakse hoek • houd uw knie gebogen • uw rug blijft zo recht mogelijk, niet achterover leunen • beweeg alleen het been
20/21
Vragen Hebt u nog na het lezen van deze brochure nog vragen dan kunt deze aan de verpleegkundige of fysiotherapeut stellen. Ook kunt u telefonisch contact opnemen met het Streekziekenhuis Koningin Beatrix. • • • •
Receptie Secretariaat anesthesie Polikliniek Orthopedie Afdeling D1:
0543 54 44 44 0543 54 42 00 0543 54 45 60 0543 54 45 11
Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor uw behandeling nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para) medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de brochure ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling.
_________________________________ foldernummer: ort 139 versie: sept. 2011
21/21