Orthopedie
De totale heupprothese (nieuwe heup)
1
Deze brochure is bedoeld als aanvullende informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben dan kunt u die stellen aan uw behandelend arts.
Poli orthopedie, locatie Scheper Tel: 0591 69 14 00
2
Inhoudsopgave
Blz.
Inleiding
4
Oorzaken
5
Klachten
6
Voordelen van de operatie
6
Welke verdoving wordt toegepast
6
Voorbereiding op de operatie
7
Belangrijk
8
Voorbereiding thuis
8
Wat neemt u mee
8
Opname
8
Dag van de operatie
9
Ontslag
12
Nabehandeling
13
Complicaties
14
Leven met een heupprothese
15
Tot slot
15
Extra informatie
16
3
Inleiding Binnenkort moet u een besluit nemen, of misschien heeft u inmiddels deze beslissing al genomen, om u aan uw versleten heup te laten opereren. Hierbij wordt uw versleten heupgewricht vervangen door een kunstheupgewricht, een zogenaamde heupprothese. In deze folder wordt u informatie gegeven over het heupgewricht en de behandelingsmogelijkheden bij beschadiging daarvan. U krijgt informatie over de voorbereiding op de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling.
heupkom
heupkop
Vervanging van het heupgewricht door een kunstheup (heupprothese) is een veel voorkomende operatie waar heel veel mensen met een zogenaamde "versleten heup" baat bij hebben. De operatie is geen kleinigheid en het herstel vraagt veel wilskracht en inspanning van de patiënt en zijn of haar familieleden. Door een goede voorbereiding kunt u zich onnodige spanningen en teleurstellingen besparen.
4
Oorzaken Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad verend weefsel. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft het de gewone slijtage op oudere leeftijd, de zogenaamde artrose. Bij aangeboren heupafwijkingen, zoals heupdysplasie is er een verhoogde kans op artrose. Ook kan het kraakbeen van de heup aangetast zijn door reuma. Een andere reden om de heup te vervangen is de dijbeenhalsbreuk.
5
Klachten De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. De pijn wordt gevoeld in de lies, in de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. Verder wordt het gewricht steeds stijver. Er is vaak sprake van "startpijn" (stijfheid bij het opstaan), moeilijk kunnen lopen, bukken en traplopen. Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Een nieuwe heup is dan de enige oplossing. Pijn is vaak de voornaamste reden om operatief in te grijpen. U moet rekening houden met een wachttijd van enige maanden. Omdat een prothese geen onbeperkte levensduur heeft, wordt de operatie bij jonge patiënten zo lang mogelijk uitgesteld. Voordelen van de operatie De pijn die u voor de operatie had, zal vrijwel altijd zeer sterk verminderd zijn. Soms is het de eerste maanden nog enigszins gevoelig, maar na 1 jaar is meer dan negentig procent van de patiënten tevreden over het totale resultaat van de ingreep. De stijfheid van de heup verbetert weliswaar ook, maar omdat de spieren rond de heup door de langdurig bestaande pijn vaak enigszins verkort zijn, wordt de heup niet meer zo soepel als hij ooit geweest is. Welke verdoving wordt toegepast De operatie geschiedt met plaatselijke verdoving (ruggenprik= spinale/ epidurale anesthesie), een enkele keer onder algehele narcose. Plaatselijke verdoving kan in overleg met de anesthesioloog worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.
6
Voorbereiding op de operatie Voor de opname in het ziekenhuis wordt u meestal poliklinisch onderzocht door de anesthesioloog. Afhankelijk daarvan is soms een bezoek aan de internist, de longarts of de cardioloog nodig. Verder wordt bloed- en urineonderzoek verricht en wordt een E.C.G.(hartfilmpje) en een longfoto gemaakt. Dit is nodig om u lichamelijk zo goed mogelijk op de operatie voor te bereiden en zo de kans op problemen zo klein mogelijk te maken. Staphylococcus aureau Ongeveer een derde van alle mensen draagt in de neus een bepaalde bacterie, de Staphylococcus aureus. Normaal gesproken ondervinden mensen hier geen hinder van. Echter, bij het plaatsen van een nieuwe heup/knie kan bij dragers van deze bacterie een infectie ontstaan van de operatiewond. Dit kan vervelende gevolgen hebben. Daarom heeft u van uw behandelend arts een recept meegekregen voor een scrub en een neuszalf. Hiermee dienst u zich 5 dagen voor de operatie mee te behandelen. Voor meer informatie zie de folder “implantatie heup, knie of schouder”. Als u drager bent van deze bacterie krijgt u hier bericht van via de poli orthopedie. U krijgt dan een neuszalf met antibiotica en een speciale zeep voorgeschreven om de bacterie (tijdelijk) kwijt te raken. Hierdoor wordt de kans op een wondinfectie kleiner. U kunt de zalf en zeep ophalen bij de poli orthopedie. Hoe en wanneer u deze middelen precies moet gebruiken staat vermeld in de informatiefolder die u dan meekrijgt. Alleen mensen die drager zijn krijgen hierover bericht.
7
Belangrijk Het is belangrijk dat, als u opgenomen wordt, u nergens op of in uw lichaam wondjes, plekjes, pukkeltjes, smetplekken of ontstekingen heeft. Voorbeelden daarvan zijn: • blaasontsteking • griep • koorts • smetplekken in de lies • wondjes aan de tenen die ontstoken zijn Indien u dit heeft of twijfelt, altijd contact opnemen met de poli orthopedie van het Scheper Ziekenhuis, tel. 0591 69 14 00. 1 week voor de operatie geen creme/zalf gebruiken dit ivm folie die na de ok gebruikt wordt. Wat neemt u mee • Uw ponsplaatje met afsprakenmapje. • Belangrijke documenten zoals wilsverklaring e.d. • Medicijndoosjes van medicijnen die u dagelijks gebruikt (eventuele anticonceptiemiddelen kunt u, na overleg met uw arts, meestal zelf doorgebruiken) • Eventueel dieetvoorschrift. • Toiletartikelen (geen handdoeken en washandjes) . • Nachtkleding, pantoffels en eventueel ochtendjas of badjas. • Boek, tijdschrift of handwerkje. • Gemakkelijk zittende kleding en schoenen (geen instappers). Opname / dag van de operatie • Melden volgens voorschrift (brief) die u ontvanggt van de afdeling opnameplanning.
8
• Patiënten die een dag voor de operatie opgenomen worden en patiënten die na 10.00 uur opgenomen worden komen normaal gesproken direct op de afdeling. Zij kunnen hun spullen/kleding en dergelijke gelijk mee naar boven nemen. U krijgt dan een kamer en kast toegewezen. • Wordt u echter vóór 10.00 uur opgenomen dan is de kans groot dat u via de nuchtere opnameruimte direct naar de Holding/operatiekamer gaat. Uw kleding die u op dat moment aan heeft en de spulletjes die u bij u hebt, worden voor u in een tas gedaan en na de operatie gaat deze mee naar de afdeling waar u komt te liggen. Het is dus belangrijk dat ,als u via de nuchtere opnameruimte wordt opgenomen, u alle extra kleding, krukken enz. thuis laat of in de auto laat liggen zodat het bezoek dat voor u mee kan nemen omdat daar in de nuchtere opnamekamer geen ruimte voor is. • Let op: Wat u wel altijd bij u moet hebben zijn uw medicijnen (inclusief de doosjes) zodat wij kunnen zien welke medicijnen u gebruikt. Medicijnen • U start met Fragmin injecties (gaat trombose tegen) gedurende 6 weken. Als u al bloedverdunners, zoals Sintrommitis of Marcoumar, gebruikt dan stopt de Fragmin na een aantal dagen. Van de anesthesioloog heeft u gehoord hoeveel dagen voor de operatie u met deze tabletjes moet stoppen. In principe worden deze bloedverdunnende tabletten de tweede dag na de operatie weer gestart. Deze worden dan naast de Fragmin gegeven. De eerste Fragmininjectie wordt al 6-8 uur na de operatie gegeven. Andere medicijnen worden eventueel in opdracht van de anesthesioloog, internist of orthopeed gestaakt. • Na de operatie gaat u starten met diclofenac 50 mg tablet 3x daags (pijnstiller/ontstekingsremmer) gedurende 10 dagen. • Na de operatie gaat u starten met Nexium 20 mg tablet 1x daags (deze beschermt uw maag), ook gedurende 10 dagen. • Paracetamol 500 mg gedurende 5 dagen, 4x daags 2 tabletten. 9
De operatie • Tijdens de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. • De operatie duurt ongeveer één uur. • Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. • Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. • Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling. • Het litteken zit aan de achterkant van de heup en is ongeveer 10-15 cm lang. • U moet ermee rekening houden dat u enige dagen pijn kunt hebben, maar u krijgt hiervoor goede pijnstilling. • Na de operatie heeft u een infuus in de arm en bij de wond zitten één of twee drains om bloed en wondvocht af te voeren. Soms wordt het opgevangen bloed na filtering teruggegeven (zogenaamd Bellovac systeem). • Op de afdeling krijgt u nadat de drains verwijderd zijn een steunkous. Deze moet u gedurende de eerste 6 weken overdag dragen. • De eerste dag na de operatie wordt begonnen met revalideren.
10
De heupprothese Er zijn verschillende soorten heupprothesen waarbij het belangrijkste verschil bestaat uit de manier van vastzetten. De orthopedisch chirurg bepaalt in overleg met de patiënt, of er een prothese wordt geplaatst welke met cement of zonder cement (cementloos) wordt vastgezet. Bij de operatie wordt de heupkop verwijderd. In de heupkom wordt een kom van kunststof of metaal geplaatst. Hierna wordt in het bovenbeen een metalen pen geplaatst waarop de kop is gefixeerd welke precies in de kom past. Het hele heupgewricht wordt dus vervangen door een kop en kom die precies in elkaar passen.
kunstheup
11
Ontslag Het ontslag uit het ziekenhuis is gemiddeld 3 à 4 dagen na de operatie. U mag/kan met ontslag als: • de operatiewond er goed uitziet en niet overmatig meer nalekt; • de pijn dragelijk is; • thuiszorg geregeld/of eventueel een KDO plekje voor u beschikbaar is; • het mobiliseren goed gaat. De hechtingen worden 14 dagen na de operatie door de verpleegkundige van de polikliniek orthopedie verwijderd. Deze afspraak wordt voor u gemaakt en krijgt u mee als u met ontslag gaat. Op dit spreekuur ziet u in principe geen arts, alleen als er bijvoorbeeld bijzonderheden zijn met de wond. Tevens krijgt u een machtiging mee voor een fysiotherapeut bij u in de buurt en een overdracht van onze fysiotherapeut. Als u na ontslag gebruik gaat maken van de thuiszorg krijgt u daar ook een overdracht voor mee. Ook ontvangt u een kopie van de brief die wij naar uw huisarts hebben gefaxt. Diabetespatiënten ontvangen ook nog een kopie van de diabeteslijst die wij tijdens uw opname in het ziekenhuis hebben bijgehouden. De familie kan uw medicatie ophalen bij de Scheper apotheek. Wij zorgen ervoor dat alles klaarligt op de dag van uw ontslag. • Als u wordt opgehaald laat dan een rolstoel meenemen (deze staan bij de ingang), een dik kussen en een vuilniszak. Dit om de transfer in/uit de auto te vergemakkelijken.
12
Nabehandeling • De fysiotherapeut begeleidt u bij de oefeningen in bed en bij het weer leren lopen. U mag uw heup de eerste dag na de operatie alweer volledig belasten. In het begin leert u lopen met een rollator en dan met krukken. Als u gewend was met een rollator te lopen dan gaat u daar weer verder mee revalideren. De fysiotherapeut laat zien wat de beste manier is om in en uit bed te stappen en verder wordt u geleerd hoe u het beste kunt gaan liggen, zitten, opstaan en lopen. • De opnameduur varieert van 4 tot 8 dagen. U mag ervan uitgaan dat u dan weer met krukken/rollator kunt lopen. Om u verder te begeleiden wordt na ontslag fysiotherapie voorgeschreven. • Na de operatie krijgt u medicijnen om trombose te voorkomen door middel van dagelijkse injecties in de huidplooi van de buik (Fragmin 1 keer daags). Deze injecties moet u 6 weken lang krijgen. • 2 Weken na de operatie komt u bij de verpleegkundige voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtingen. • Ongeveer 6 weken na de operatie komt u op de polikliniek bij de behandelend arts op controle. Daarvoor wordt er op de röntgenafdeling een foto van uw heup gemaakt.
13
Complicaties Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden zoals: •
infectie van de heupprothese of het gebied er omheen.
•
luxatie: Dit betekent dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst de eerste drie maanden na de operatie. U dient zich daarom goed aan de bewegingsinstructies te houden en goed op te letten tijdens de revalidatie.
•
nabloeding
•
beenlengteverschil
•
trombose
•
zenuwbeschadiging (verlamming van het been)
•
loslating van de heupprothese na langere tijd.
In de volgende gevallen dient u met de behandelend arts contact op te nemen: •
als de wond gaat lekken;
•
als huid rondom de wond dik, warm en rood wordt en/of meer pijn gaat doen;
•
als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was.
Levensduur van een heupprothese Garantie over de levensduur van een prothese kan niet worden gegeven. Gemiddeld gaat deze zo’n 15 jaar mee maar is onder andere sterk afhankelijk van de activiteiten van de patiënt. Des te actiever de patiënt des te korter de levensduur van de prothese. Gewone dagelijkse activiteiten vormen een veel minder groot risico voor de levensduur van de prothese. De heup kan eventueel opnieuw worden vervangen, hetgeen een grotere operatie is.
14
Leven met een heupprothese Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht en is daardoor meer kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanning en sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht beperken. Bespreek daarom met uw orthopeed welke sporten u kunt uitoefenen en welke bewegingen u zeker moet vermijden. Materiaalslijtage komt in zeer geringe mate voor. De levensduur van de prothese wordt in het algemeen beperkt doordat een van de prothesedelen los gaat zitten. De kans hierop is wisselend, soms pas na tien of vijftien jaar na plaatsing van de kunstheup. Soms gebeurt het helemaal niet. Deze kans op loslating met name op de lange termijn is de reden dat u jaarlijks of om de twee jaar blijvend gecontroleerd dient te worden. Een belangrijk onderdeel van deze controle is een röntgenfoto van de heup. Tot slot Uw operatiegegevens zullen worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten. Indien u hier bezwaar tegen heeft kunt u dit kenbaar maken aan uw behandelend specialist. Contactpersonen hierover zijn: G.J. Bulthuis
tel. 0591 69 14 48 of
M. Orsel
tel. 0591 69 14 46
15
Extra informatie Als u meer wilt lezen of behoefte heeft aan contact met lotgenoten, kunt u contact opnemen met de Stichting Patiëntenbelangen Orthopedie via de website www.patientenbelangen.nl of telefonisch 026 32 15 154. Verantwoording tekst Deze brochure is samengesteld door de poli orthopedie in samenwerking met de dienst patiëntenvoorlichting van het Scheper Ziekenhuis. Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag.
Als prothesedrager blijft de kans op infectie, ook in de toekomst, bestaan. Als u tanden of kiezen moet laten trekken, een wortelbehandeling of operatie moet ondergaan of andere inwendige ingrepen bij u worden verricht, moet u uw huisarts, tandarts of specialist van tevoren inlichten dat u een heupprothese draagt. U moet tijdens deze ingrepen beschermd worden met antibiotica om zo het gevaar van
Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11 16
MA 1118 12-14-v1 -H
infectie te vermijden.