Onderzoek Scootmobielgebruik Gemeente Waalwijk
Zorgloket WaalwijkWijzer September 2005
INHOUD
1
0. 1.
SAMENVATTING ENCONCLUSIES INLEIDING 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Opzet en uitvoering 1.3. Rapportage
2 3 3 3 3
2.
RESULTATEN ONDERZOEK
4
2.1 Inleiding 2.1.a criteria om in aanmerking te komen voor een scootmobiel 2.1.b. verstrekkingsvorm 2.1.c. kosten gebruik scootmobiel 2.1.d. snelheid scootmobiel 2.1.e. actieradius scootmobiel 1.1.f. accessoires 2.2 Het onderzoek 2.2.a Voortzetting middel 2.2.b. inname middel
4 4 4 4 4 4 5 5 12
3.
CONCLUSIES 3.1. Gebruik of niet gebruik 3.2. Gebruikdoel scootmobiel 3.3. Verwachting van de scootmobiel 3.4. Service Welzorg 3.5. Belangstelling scootmobielpool 3.6. gebruik winterstalling 3.7. Verbeteringsmogelijkheden 3.7 bekendheid met het Zorgloket 3.8 scootmobieltraining
13 13 13 13 14 14 14 14 15 15
4.
AANBEVELINGEN
16
Bijlage 1: vragenlijst
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
1
0. SAMENVATTING EN CONCLUSIES •
•
• • •
•
•
•
• •
• •
De gemeente Waalwijk heeft naar aanleiding van de notitie “Meer Met Minder” besloten een éénmalig onderzoek te houden onder 276 scootmobielgebruikers. Deze gebruikers zijn alle middels een huisbezoek geïnterviewd. De belangrijkste vragen die beantwoord moeten worden zijn: o Is de toegekende voorziening nog passend en toereikend; o Hoe is het gebruik van de scootmobiel en; o Is het eventueel niet gebruik een gevolg van de (niet) verleende service. In totaal zijn 276 gebruikers zijn geselecteerd. 25 scootmobielen zijn ingenomen naar aanleiding van het huisbezoek. In totaal zijn van de 276 geselecteerden scootmobielgebruikers 49 scootmobielen ingenomen. De overige scootmobielen zijn ingenomen om andere redenen, dit behoort tot het normale verloop. Vastgesteld is dat 200 gebruikers de scootmobiel regelmatig gebruiken. De indruk dat veel scootmobielen niet worden gebruikt kan niet worden onderschreven. 20 personen gaven aan dat de huidige scootmobiel niet meer adequaat is, en dat zij extra aanpassingen nodig hebben. Via de consulenten van het Zorgloket is bezien op welke wijze de voorziening wel adequaat te maken is. De scootmobiel wordt verstrekt voor het overbruggen van de korte afstanden indien er sprake is van een zeer beperkte mobiliteit. Uit de gegeven antwoorden blijkt dat de scootmobiel over het algemeen gebruikt wordt voor de (middel)lange afstanden. Men beschikt doorgaans wel over een deeltaxi-pas, maar deze wordt vaak niet of nauwelijks gebruikt. Men maakt ook veel gebruik van vervoer door derden ( auto kinderen, ouders, broer, zus en kennissen). Elke scootmobiel gebruiker beschikt over alternatief vervoer. Niemand van de ondervraagden is voor het vervoer uitsluitend aangewezen op de scootmobiel. De scootmobiel voldoet over het algemeen wel aan de verwachting. Ongeveer 20 % van de gebruikers had een andere verwachting. Hier wordt later in het onderzoeksrapport op teruggekomen. Men voelt zich in het begin onzeker. Toch vindt ruim 87 % de scootmobiel het juiste middel. Het merendeel van de ondervraagden is tevreden over de service van Welzorg. Zij, die niet tevreden zijn, hebben bij aflevering van de scootmobiel behoefte aan meer begeleiding. Ook geeft men aan prijs te stellen op een jaarlijkse onderhoudsbeurt. Er is een beperkte belangstelling voor deelname aan de winterstalling. 21 personen gaven aan hier gebruik van te willen maken. Gelet op de winterstallingsregeling van Welzorg zou dit een financieel voordeel voor de gemeente opleveren van maximaal € 1.715,07 op jaarbasis. De belangstelling voor deelname aan een scootbielpool is nihil. Daarnaast is er nauwelijks financieel voordeel voor de gemeente. Er is wel een behoefte vanuit de gemeente aan een aanspreekpunt bij een verpleeg-verzorgingshuizen. Een aantal gegeven verbeteringsmogeliikheden ten aanzien van de geleasde voorziening kunnen bij de volgende contractonderhandelingen ( aanbestedingsprocedure) meegenomen worden. 69 % van de scootmobielgebruikers vindt het verbeteren van trottoirs , afritten en wegdek een belangrijke verbetering. Veel personen zijn niet op de hoogte van de producten van het Zorgloket WaalwijkWijzer. Zij hebben wel behoefte aan meer informatie over deze producten. Diverse gemeenten hebben een opfrisdag voor scootmobielgebruikers georganiseerd. Deelnemers aan een scootmobieldag zijn hierover positief en zijn zekerder om aan het verkeer deel te nemen.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
2
INLEIDING 2.1.
Aanleiding en doel
De gemeente Waalwijk geeft jaarlijks alleen aan leasekosten voor het gebruik van scootmobielen ruim € 400.000,-- uit. Proportioneel niet meer in vergelijking met andere gemeenten, maar desalniettemin een aanmerkelijke aanslag op het Wvg budget, zo’n 20 %, en de algemene middelen van de gemeente. Steeds meer wordt het beeld gevoed dat er betaald wordt voor scootmobielen die niet of in zeer beperkte mate gebruikt worden. Hier zou de verhouding tussen kosten en baten volstrekt scheef zijn. Daarom heeft de raad van de gemeente Waalwijk in haar vergadering van 21 oktober 2004 overeenkomstig de aanbevelingen in de notitie “Meer met Minder”Beleid Wvg 2004/ 2005 besloten een eenmalig onderzoek te starten onder de scootmobiel gebruikers. Scootmobiel gebruikers die vanaf 1 januari 2005 de voorziening toegekend hebben gekregen, worden drie maanden na toekenning van de voorziening benaderd voor een doelmatigheidsonderzoek door de consulent van het Zorgloket WaalwijkWijzer. Het doel van het onderzoek kan als volgt worden omschreven: vaststellen of de voorziening nog als passend en toereikend kan worden beschouwd; nagaan of beeldvorming inzake het gebruik correspondeert met de realiteit; nagaan of er een causaal verband bestaat tussen het (niet) gebruik en de (niet) verleende of gevraagde service; vaststellen of er maandelijks wordt betaald voor scootmobielen die niet in gebruik zijn. 1.2.
Opzet en uitvoering van het onderzoek
Per 1 juli 2004 heeft de gemeente 276 scootmobielen in bruikleen verstrekt. Deze 276 scootmobielgebruikers zullen persoonlijk geïnterviewd worden door een medewerkster van het Zorgloket WaalwijkWijzer. Deze werkwijze levert de volgende voordelen op: door het benaderen van de volledige doelgroep wordt een compleet beeld verkregen; door het houden van een interview bij de scootmobielgebruiker thuis kan een gedetailleerder inzicht verkregen worden in het gebruik van de scootmobiel; tevens kan hiermee andere problematiek gesignaleerd worden. Het gesprek is gevoerd aan de hand van een vaste vragenlijst (bijlage 1). De bedoelde onderwerpen zijn de volgende: a. is de scootmobiel het juiste middel? b. hoe vaak en waar wordt de scootmobiel voor gebruikt? c. hoe wordt de service van Welzorg ervaren? d. is het creëren van een scootmobielpool in een verzorgingshuis eveneens een adequate oplossing. 1.3.
Rapportage
In het volgende hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek scootmobielgebruik gepresenteerd. De opbouw van deze rapportage volgt de volgorde van de vragenlijst. Daarna worden er in hoofdstuk 3 conclusies getrokken en op basis van de resultaten worden er vervolgens in hoofdstuk 4 aanbevelingen gedaan.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
3
2.
RESULTATEN ONDERZOEK
2.1.
Inleiding
2.1.a. Criteria om in aanmerking te komen voor een scootmobiel. Een scootmobiel wordt verstrekt wanneer gebleken is (middels een indicatiestelling) dat belanghebbende maximaal 100 meter kan lopen. Het maximaal 100 meter kunnen lopen criterium is gebaseerd op verschillende uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (bijvoorbeeld CRB 10-12-2003, nr. 01/4097/ CRB 28-04-1999, nr. 98/1025 Wvg). Uitgangspunt in deze uitspraken is dat het gemeentebestuur een aanvullende vervoersvoorziening dient aan te bieden aan de categorie gehandicapten met een uiterst geringe mobiliteit. In het algemeen wordt bedoeld een maximale loopafstand van circa 100, meter. Deze voorziening is gericht op verplaatsingen tot enkele honderden meters. Een scootmobiel is dus geïndiceerd voor die mensen, die een uiterst beperkte mobiliteit hebben (CRB 23-07-2003, nr. 02/896 Wvg). Er is sprake van een uiterst beperkte mobiliteit indien een gehandicapte geen gebruik kan maken van (snor-, brom, of driewiel-) fiets en maximaal slechts circa 100 meter kan lopen. In zo’n geval wordt de gehandicapte geacht in feite voor vrijwel iedere verplaatsing buitenshuis op vervoermiddel voor de zeer korte afstand te zijn aangewezen. Een scootmobiel kan niet als vervanging van een fiets gezien worden (Rb 24-01-2005, nr. 04/337. Gelet hierop past het niet een bijdrage te vragen van de gehandicapte, zijnde de kosten die men normaliter dient te maken voor de aanschaf van een fiets. 2.1.b. Verstrekkingsvorm De scootmobiel wordt in bruikleen verstrekt. De gemeente Waalwijk huurt via de firma Welzorg in Tilburg de voorziening De cliënt krijgt de voorziening in natura. 2.1.c. Kosten gebruik scootmobiel Aan het gebruik van de scootmobiel zijn geen kosten verbonden. De voorziening wordt in bruikleen verstrekt en men is geen eigen bijdrage verschuldigd. 2.1.d. Snelheid scootmobiel De scootmobiel rijdt maximaal 12 km per uur. Deze snelheid is middels het contract van Welzorg zo geregeld. Rijdt de scootmobiel harder, dan zijn de afschrijvingskosten vele malen hoger, en wordt de voorziening voor de gemeente veel duurder. Overigens, is de ondergrens door de rechter bepaald op 8 km per uur. 2.1.e. Actieradius scootmobiel Vanaf 1 januari 2004 is het contract met Welzorg vernieuwd. Een belangrijk verschil ten aanzien van de scootmobielen is de actieradius. Scootmobielen verstrekt voor 1 januari 2004 hebben een actieradius van maximaal 40 kilometer. Scootmobielen verstrekt na 1 januari 2004 hebben een actieradius van maximaal 25 kilometer. De achterliggende gedachte is dat men vanaf 1 januari 2003 de scootmobiel mee mag nemen in de deeltaxi. Vanaf 1 januari 2004 zijn alle nieuwe scootmobielen standaard uitgerust met een kilometerteller. Met deze kilometerteller kunnen mensen zelf het aantal gereden kilometers tijdens een rit controleren, opdat zij niet plotseling met een lege accu langs de weg staan. 2.1.f. Accessoires In het contract met Welzorg is opgenomen dat standaard een aantal accessoires kunnen worden aangebracht, zoals een spiegel, stokhouder en een boodschappenmandje. Willen klanten meer accessoires, zoals bijvoorbeeld een windscherm, dan kan dat alleen als er sprake is van een medische noodzaak.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
4
2.2.
Het onderzoek
2.2. a Voorzetting middel In onderstaande tabel wordt de samenstelling van de klanten op woonkern vergeleken.
Tabel 1: samenstelling klanten op woonkern en geslacht Woonkern
Mannelijk
Vrouwelijk
totaal
Waalwijk Sprang-Capelle Waspik Totaal
68 21 12 101
88 21 17 126
156 42 29 227
Aantal inwoners per woonkern in 2004 30.065 10.431 5.093 45.589
Vervolgens is de samenstelling van leeftijd en geslacht van de scootmobielgebruikers in beeld gebracht. Onderstaande tabel laat zien dat het merendeel van de scootmobielgebruikers in de leeftijd tussen 60 en 80 jaar (61,7 %) zit. Het is een algemeen feit dat met het toenemen van de jaren, de mobiliteit beperkter wordt, zodat dit op zich geen verrassend gegeven is. Tabel 2: samenstelling klanten op leeftijd en geslacht Leeftijd Mannelijk Vrouwelijk Tot 30 jaar 1 2 Tussen 30 en 40 jaar 2 5 Tussen 40 en 50 jaar 4 6 Tussen 50 en 60 jaar 13 21 Tussen 60 en 70 jaar 30 31 Tussen 70 en 80 jaar 32 47 Tussen 80 en 90 jaar 19 13 Ouder dan 90 jaar 1 Totaal 101 126
% 1,3 3,1 4,4 15 26,9 34,8 14,1 0,4 100
Aan de scootmobiel gebruikers is gevraagd of de verstrekte scootmobiel voldoet aan de verwachting. Vervolgens is gevraagd of de scootmobiel wel het juiste middel is. Tabel 3: voldoet middel aan verwachting Voldoet het middel Mannelijk aan de verwachting Ja 82 Nee 19 Geen mening Totaal 101
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
vrouwelijk
totaal
%
98 28
180 47
79,3 20,7
126
227
100
5
Tabel 4a: scootmobiel juiste middel Is scootmobiel het juiste Mannelijk Vrouwelijk middel Ja Nee Totaal Tabel 4 b: beter passend middel Welk middel zou beter passen Extra aanpassing scootmobiel Rolstoel Deeltaxi Anders Totaal
91 10 101
Mannelijk 5
4 9
Totaal
107 19 126
Vrouwelijk 15 1 2 18
%
198 29 227
87,2 12,8 100
Totaal 20 1 6 27
Twintig procent van de scootmobielgebruikers geeft aan dat het middel niet aan de verwachting voldoet. Bij het doorvragen waarom het middel niet de verwachting voldoet worden diverse redenen gegeven. De begeleiding bij de aflevering van de scootmobiel wordt door veel geïnterviewden als slecht ervaren. Men krijgt een beperkte uitleg over de bediening. Een aantal personen gaf aan deze uitleg niet te hebben gekregen. Veel mensen zijn angstig om zelf “ de weg”op te gaan. Scootmobielgebruikers die zelf actief hebben deelgenomen aan het verkeer ( rijden nog, of hebben auto gereden) ervaren deze problemen doorgaans niet. Met de hulp van de (klein) kinderen probeert men over de onzekerheid heen te komen. Het merendeel ( 95 %) van de scootmobielgebruikers geeft aan dat men goed kan omgaan met de scootmobiel. Zeven personen gaven aan dat er behoefte is aan extra lessen. Deze personen zijn gewezen om de bestaande mogelijkheid¹ daartoe. Drie personen (steekproef) zijn later nog telefonisch benaderd en hebben inderdaad deze lessen gevolgd. Zij gaven aan zeer tevreden zijn over de lessen en nu veel meer gebruik maken van de scootmobiel. Tabel 5: omgaan scootmobiel versus behoefte extra lessen Goed om kunnen gaan met de Mannelijk Vrouwelijk scootmobiel Ja 99 117 Nee 2 9 Zo nee, is er behoefte aan extra scootmobiel lessen Ja 1 6 Nee 1 3
Totaal
%
216 11
95 5
7 4
De scootmobielgebruiker is gevraagd welk middel beter passend zou zijn (tabel 4b). Twintig personen gaven aan behoefte te hebben aan een aanpassing van de scootmobiel ( extra vering, aanpassing bedieningspaneel, verbeteren verlichting etc.). Deze personen zijn verwezen naar de contactpersoon van het Zorgloket WaalwijkWijzer voor het indienen van een nieuwe (scootmobiel)voorziening, of naar Welzorg voor het oplossen van het technisch probleem. Zes personen gaven aan een andere voorziening te willen (gesloten buitenwagen, fiets met hulpmotor etc.) ¹trainingslessen via EEE ( enkelvoudige extramurale ergotherapie). Verwijzing van huisarts of specialist is hiervoor noodzakelijk. Na verwijzing komt men in aanmerking voor 10 uur trainingslessen door een ergotherapeut in thuissituatie.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
6
Aan de gebruikers is gevraagd hoe vaak ze gebruik maken van de scootmobiel. In onderstaande tabel staat hiervan een overzicht. Tabel 6: gebruiksfrequentie scootmobiel Gebruiksfrequentie Dagelijks 1 á 2 keer per week 1 á 2 keer per 2 weken 1 keer in de maand Minder dan 1 keer per maand Totaal
Aantal
%
138 70 9 4 6 227
60,8 30,8 4 1,8 2,6 100
Het grootste deel van de geïnterviewden geeft aan de scootmobiel dagelijks te gebruiken. In de winter maakt men minder gebruik van de voorziening. Veel mensen gaven aan hem wel dagelijks te gebruiken, maar niet als het regent, sneeuwt of vriest. In deze tabel zijn niet de antwoorden verwerkt van de personen die aangaven geen gebruik te maken van de scootmobiel (zie hiervoor tabel 19). 25 personen hebben aangegeven niet of nauwelijks gebruik te maken van de scootmobiel en waren bereid de voorziening in te leveren. Onderstaande tabel is tabel 23 uit het onderzoek naar de Wet voorzieningen gehandicapten van mei 2004. Opvallend is dat bij recente onderzoek, waarbij alle scootmobielgebruikers een persoonlijk gesprek hebben gehad met een medewerkster van het Zorgloket een hoger percentage aangeeft de scootmobiel dagelijks te gebruiken 60,8 procent tegen 35, 2 procent. Gebruiksfrequentie Dagelijks 2 á 5 keer per week 1 keer in de week 1 keer per 2 weken 1 keer in de maand Minder dan 1 keer per maand Nooit Totaal
Aantal 64 86 15 6 5 2 4 182
Tabel 7: gebruik in de winter: winterstalling Gebruik scootmobiel in de winter Ja Nee Bereid gebruik te maken van winterstalling Ja Nee
% 35,2 47,3 8,2 3,3 2,7 1,1, 2,2 100
aantal
%
197 30
86,8 13,2
21 9
De scootmobielgebruiker gebruikt de scootmobiel vooral in het voorjaar en de zomer. In de winter maakt men minder gebruik van de voorziening. 30 personen gaven aan in de winter helemaal geen gebruik te maken van de scootmobiel. Aan deze personen is gevraagd of men gebruikt wil maken van de winterstalling. 21 personen waren hiertoe bereid. Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
7
Is het voor de gemeente rendabel om gebruik te maken van de winterstallingsregeling op genomen in het contract bij Welzorg ? Winterstallingsregeling Welzorg: Welzorg haalt de scootmobiel op , de gemeente betaalt een bedrag van € 258,07 (reconditioneringskosten). De scootmobiel dient minimaal drie maanden ingeleverd te worden. De scootmobiel gebruiker krijgt na de afgesproken periode eenzelfde scootmobiel geleverd. De hoogte van de recondioneringskosten zijn zodanig dat de eerste drie maanden van inlevering er geen financieel voordeel is voor de gemeente. Pas in de vierde maand levert de winterstalling financieel voordeel op voor de gemeente. Ervan uitgaande dat de scootmobiel ingeleverd wordt voor de maanden november, december, januari en februari. De huurprijs voor een scootmobiel bedraagt gemiddeld € 87,48 per maand ². Ervan uitgaande dat, 21 personen daadwerkelijk gebruik willen maken van de winterstalling en bereid zijn de scootmobiel vier maanden in te leveren, levert dit een bedrag op van maximaal : (4 x € 87,48) minus € 258,07 = € 91,85 per scootmobiel. 21 ingeleverde scootmobielen levert een bedrag aan uitgespaarde leasekosten op van € 1.928,85. Echter, dit bedrag is niet het totale financiële voordeel want er dient nog rekening gehouden te worden met de kosten van verwerking van de inname door een medewerker van het zorgloket. Ervan, uitgaande dat per ingeleverde scootmobiel plus minus 20 minuten verwerking noodzakelijk is, komt dat uit op een totaal bedrag van € 213,78. Dus : het totale financiële voordeel bedraagt maximaal € 1.928,85 minus € 213,78 = € 1.715,07. Dit financieel voordeel is gering te noemen. Vervolgens is gevraagd waarvoor de scootmobiel gebruikt wordt. De scootmobiel wordt vooral gebruikt voor het bezoeken van familie en kennissen. 121 personen gaven aan de scootmobiel (eveneens) voor andere doeleinden te gebruiken. De andere doeleinden zijn: Bezoek kerk; kerkhof; pedicure; fysiotherapeut; apotheek; tandarts; postkantoor; bank; volkstuin en stadion RKC, kinderen van/ naar school halen/ brengen; buurthuis en bibliotheek. Tabel 8 : doeleinden scootmobiel Doeleinden scootmobiel Aantal Boodschappen 183 Winkelen 135 Bezoek familie + kennissen 192 Recreatief 191 Huisarts/ ziekenhuis 116 Anders 121 Weet niet * 1 * per geïnterviewde zijn meerdere antwoorden mogelijk De scootmobiel is bedoeld voor de met name de korte afstand ( zie paragraaf 1.1.a.). In onderstaande tabel wordt aangegeven wat de gemiddelde afstand is die men aflegt. Opvallend is dat de afstand 1 tot 2,5 km het minst vaak opgegeven wordt, namelijk 2,6 %, terwijl de scootmobiel juist verstrekt wordt voor het overbruggen van deze afstand.
²
de gemiddelde huurprijs is bepaald aan de hand van de huurlijst van Welzorg van juli 2005.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
8
Tabel 9: gemiddelde afstand Gemiddelde afstand 1 tot 2,5 km 2,5 tot 5 km 5 tot 10 km 10 tot 15 km 15 km of meer Weet ik niet Totaal
Aantal 6 41 58 30 42 50 227
% 2,6 18,1 25,6 13,2 18,5 22 100
Aan de gebruikers is gevraagd of zij naast de scootmobiel ook gebruik maken van een andere vervoersmogelijkheid. In onderstaande tabel staat een overzicht van de antwoorden. 139 personen gaven aan in het bezit te zijn van een deeltaxi pas. Opvallend was wel dat veel gebruikers aangaven wel te beschikken over een deeltaxipas maar geen of weinig gebruik te maken van deeltaxi, vanwege de wachttijd. Dit kan een verklaring zijn van de in tabel 9 gegeven antwoorden. Omdat men de beschikking heeft over een scootmobiel maak men ook vaker gebruik van de scootmobiel in plaats van de deeltaxi. In tabel 14 wordt ook aangegeven dat er behoefte is aan een grotere actieradius wat ook een indicatie is dat men grotere afstanden met de scootmobiel wil overbruggen. Tabel 10: alternatieve vervoersmogelijkheden Alternatief vervoer Aantal Geen Deeltaxi 139 Eigen auto 97 Auto kinderen 121 Openbaar vervoer 5 Anders 99 * * per geïnterviewde zijn meerdere antwoorden mogelijk 99 personen geven aan gebruik te maken van andere vervoersmiddelen. Veel voorkomende antwoorden: rolstoel, rollator, Valys, auto broer/zus, auto ouders en auto van kennissen. Opvallend is dat niemand uitsluitend op de scootmobiel is aangewezen. Iedereen geeft aan te beschikken over een andere vervoersmogelijkheid. Uit onderstaand overzicht blijkt dat scootmobiel gebruikers woonachtig in een verzorgingstehuis nauwelijks belangstelling hebben om deel te nemen aan een scootmobielpool. Men geeft aan prijs te stellen op een eigen scootmobiel. Doorgaans maakt men gebruik van de scootmobiel in het bejaardenhuis zelf en in de directe woonomgeving van het tehuis. Op het moment van toekenning van de voorziening is de voorziening adequaat, en kunnen de mensen op een verantwoorde wijze gebruik maken van de voorziening. Omdat de beperkingen toenemen wordt het gebruik in de loop der tijd minder en soms ook minder verantwoord en worden soms wel eens medebewoners aangereden. Het verdient daarom aanbeveling om per verpleeg- en verzorgingshuis een aanspreekpunt te hebben, zodat deze problemen tijdig gesignaleerd kunnen worden en teruggekoppeld worden met de consulent van het Zorgloket. Op dat moment kan eventueel middels advisering van het CIZ bezien worden of er een andere voorziening wel adequaat is.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
9
Tabel 11: verblijf verzorgingshuis: scootmobielpool Verblijf in verzorgingshuis aantal Ja 26 Nee 201 Bereid deel te nemen aan aantal scootmobielpool Ja 3 Nee 23
% 11,5 88,5
11,5 88,5
In onderstaande tabellen ( 12 en 13) wordt aandacht besteed aan de technische staat van de scootmobiel en service, zoals deze door Welzorg wordt gegeven, ervaren wordt. 55 personen geven aan dat de scootmobiel technisch niet in orde is. 33 personen hebben geen contact opgenomen met Welzorg om de problemen op te laten lossen. Het meest voorkomende probleem zijn de accu’s. Naast problemen met accu’s wordt aangegeven dat men problemen heeft met loszittende onderdelen ( bijvoorbeeld spiegels, kapotte banden, kapot licht en slecht functionerende claxons. Een aantal personen gaven aan dat de scootmobiel zonder spiegel is afgeleverd. Tabel 12: technische staat scootmobiel: contact Welzorg Scootmobiel technisch aantal Contact met in orde Welzorg Ja 172 Ja Nee 55 Nee Totaal 227 Tabel 13: service Welzorg Tevreden over aantal Service Welzorg Ja 157 Nee 70 Totaal
227
% 69 31
aantal 22 33 55
Suggesties verbetering Service Welzorg Jaarlijkse servicebeurt 1 x 3 jaar servicebeurt Anders
Aantal 99 12 23
100
Negenenzestig procent is tevreden over de service van Welzorg. Bijna eenderde van de scootmobiel gebruikers is dit dus niet. Men is vooral niet tevreden over de levering van de scootmobiel. Men gaf aan dat de scootmobiel afgeleverd wordt, en een beknopte uitleg gegeven wordt over het bedieningspaneel. Het merendeel van de ondervraagden heeft behoefte aan meer begeleiding. Daarnaast wil men dat er periodiek een servicebeurt wordt verricht, snellere reparatie, vervangend middel bij reparatie. Een persoon was niet te spreken over de houding van de monteur. Ten aanzien van de aflevering kan een relatie gelegd worden met de antwoorden zoals deze zijn verwerkt in tabel 3 (verwachting middel). De scootmobiel gebruiker is gevraagd of hij/ zij verbeteringsmogelijkheden ziet. Slechts 25 personen gaven aan dat er geen verbeteringsmogelijkheden zijn. Maar liefst 202 personen zagen deze mogelijkheden wel. Men is vooral ontevreden over de kwaliteit van het wegdek, trottoir en afritten.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
10
Tabel 14: verbeteringsmogelijkheden Verbetering mogelijkaantal Zo ja, welke heden gebruik mogelijkheden scootmobiel Ja 202 Aanbrengen km teller Nee 25 Grotere actie radius Hogere snelheid Verbetering trottoirs, afritten en wegdek anders Totaal 227 Totaal * * per geïnterviewde zijn meerdere antwoorden mogelijk
aantal
94 60 60 157 70
Andere verbeteringsmogelijkheden: Extra vering, makkelijker bedieningspaneel voor reumapatiënten, toegankelijkheid winkels, opname regenkleding in het voorzieningenpakket; betere straatverlichting, betere verlichting scootmobiel, extra boodschappenmand, tas voor de boodschappenmand, aanhangwagen, hardere claxon, verstrekken van een schootskleed, verwijderen reclameborden winkelcentrum, extra spiegel, extra alarmlicht, aanbrengen overkapping, verwijderen boomwortels, verplaatsen lantaarnpaal, beter weer, oprichten scootmobielclub en verbeteren visgelegenheid voor gehandicapten. Gevraagd is of men weet welke voorzieningen door het Zorgloket verstrekt worden. Bijna tweederde van de ondervraagden gaf aan niet te weten voor welke zaken een beroep op het zorgloket gedaan kan worden. 81,3 % geeft aan behoefte te hebben aan meer informatie. Tabel 15: producten Zorgloket WaalwijkWijzer Bent u bekend met de % Is er behoefte aan meer % producten van het informatie over deze Zorgloket producten WaalwijkWijzer Ja 77 Ja Nee 150 Nee 227 Tabel 16: verwijzingen door consulent Hebben er verwijzingen plaatsgevonden : Naar de ISD Naar het AMW Naar burgerzaken voor GPK Naar de Thebe Thuiszorg Naar Valyss Naar het Zorgloket: Schuldhulpverlening 3 Minimafonds 9 Bijz. bijstand 14 Vangnetregeling 1 Wvg 24 Kwijtschelding lokale 5 belastingen
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
122 28 150
1 2 1 1 15
11
2.2. b. inname middel In totaal zijn 276 personen geselecteerd voor een interview. In de vorige paragraaf zijn de antwoorden verwerkt van 227 scootmobielgebruikers. In deze paragraaf worden de gegevens verwerkt van de gebruikers die aangaven dat het middel ingenomen mocht worden. Er zijn afgelopen periode zestien personen overleden (tabel 19).
Tabel 17 : samenstelling klanten op woonkern en geslacht Woonkern Waalwijk Sprang-Capelle Waspik Elders Totaal
Mannelijk 12 3 4
Vrouwelijk 22 4 3
19
totaal
30
35 7 7 49
Tabel 18 : samenstelling klanten op leeftijd en geslacht Leeftijd Mannelijk Vrouwelijk Tot 30 jaar Tussen 30 en 40 jaar 1 2 Tussen 40 en 50 jaar 1 1 Tussen 50 en 60 jaar 1 1 Tussen 60 en 70 jaar 5 8 Tussen 70 en 80 jaar 7 8 Tussen 80 en 90 jaar 4 9 Ouder dan 90 jaar 1 Totaal 19 30 Tabel 19: oorzaak beëinding Oorzaak beëindiging Belanghebbende is overleden Belanghebbende is verhuisd naar een andere gemeente Belanghebbende heeft de scootmobiel laten innemen n.a.v. ontvangen aankondiging huisbezoek Belanghebbende heeft scootmobiel laten innemen naar aanleiding van bezoek interviewer en heeft een duwrolstoel als vervanging voor de scootmobiel ( vervoer korte afstanden aangevraagd Belanghebbende heeft scootmobiel laten innemen naar aanleiding van bezoek interviewer en heeft geen andere voorziening aangevraagd Belanghebbende heeft scootmobiel laten innemen naar aanleiding van bezoek interviewer en heeft inmiddels zelf een andere voorziening aangeschaft t.w.: Een gesloten buitenwagen Onbekend ( voorziening was al beëindigd, ten tijde van het moment van de aanschrijving, c.q. aankondiging huisbezoek) Totaal Tabel 20: reden voor inlevering Reden voor inlevering: Voldoet niet aan verwachting Kan niet goed met scootmobiel omgaan Middel is niet langer meer adequaat Heeft zelf inmiddels een ander middel aangeschaft Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
aantal 16 3 12
2 10
1 5 49
2 10 12 1
12
3.
CONCLUSIES
3.1. Gebruik of niet-gebruik Jaarlijks geeft de gemeente Waalwijk ruim € 400.000 uit aan leasekosten voor scootmobielen. Daarnaast bestaat de indruk dat veel scootmobielen ongebruikt in de schuur staan. Dit was aanleiding voor een onderzoek onder alle scootmobielgebruikers. Per 1 juli 2004 staan 276 gebruikers genoteerd. Deze 276 gebruikers zijn geselecteerd voor het onderzoek. Van deze 276 scootmobielgebruikers zijn 49 scootmobielen ingenomen. Hierbij wordt opgemerkt dat 19 scootmobielen zijn ingenomen doordat belanghebbenden zijn overleden of verhuisd naar een andere gemeenten. Vijf scootmobielen voorzieningen waren al beëindigd voordat een huisbezoek afgelegd werd. Vijfentwintig scootmobiel voorzieningen zijn beëindigd naar aanleiding van het interview ( 9%). Deze 25 personen gaven aan geen of nauwelijks gebruik te maken van de scootmobiel. 227 scootmobielvoorzieningen zijn voortgezet (82,3 %). Hierbij wordt opgemerkt dat van 27 gebruikers twijfels bestaat of de scootmobiel daadwerkelijk gebruikt wordt. De twijfel is ontstaan door bijvoorbeeld: • Scootmobiel zit flink onder het stof ( ook de zitting en het bedieningspaneel); • De scootmobiel is in de kelder van het huis opgeslagen; • De scootmobiel is zodanig in de berging gestald dat de gebruiker ( of diens partner) deze onmogelijk kan verplaatsen zonder de totale berging leeg te maken; • De scootmobiel is reeds geruime tijd defect en men heeft tot op het moment van het interview geen melding hiervan bij Welzorg gedaan. De indruk dat veel scootmobielen ongebruikt worden kan niet worden onderschreven omdat: • Bij 200 personen is duidelijk dat de scootmobiel regelmatig gebruikt wordt; • Bij 27 personen bestaat twijfel of de scootmobiel daadwerkelijk gebruikt wordt; • 25 personen hebben aangegeven niet of nauwelijks gebruik te maken van de scootmobiel en hebben de voorziening ingeleverd; • 24 scootmobielen zijn ingenomen, deze innames behoren tot het normale verloop. 3.2. Gebruikdoel scootmobiel De scootmobielgebruiker is over het algemeen tevreden over de scootmobiel. De scootmobiel wordt in de meeste gevallen gebruikt voor het bezoeken van familie/ kennissen of voor recreatief gebruik. Gemiddeld legt men 5 tot 10 km af. Dit is opvallend veel omdat de scootmobiel feitelijk verstrekt voor het overbruggen van de korte afstand (dus enkele kilometers). Veel scootmobiel gebruikers beschikken over een deeltaxi-pas, maar geven aan hiervan weinig gebruik van te maken. De scootmobiel wordt dan ook voor verplaatsingen voor de middellange en lange afstand gebruikt. Men geeft aan ook behoefte te hebben aan een grotere actieradius wat eveneens duidt op de behoefte voor verplaatsingen over grotere afstanden. 3.3. Verwachting van de scootmobiel Over het algemeen vindt men dat de scootmobiel het juiste middel is. Opvallend is wel dat 20,7 % aangeeft dat het middel niet voldoet aan de verwachting. Het blijkt dat men vooral in het begin problemen heeft. Doorgaans krijgt de nieuwe gebruiker bij aflevering een korte uitleg die zich beperkt tot de bediening van het voertuig. De voertuigbeheersing zal de gebruiker meestal zelf in de praktijk moeten leren. Daarnaast is vaak niet duidelijk welke verkeersregels er gelden voor een scootmobiel, waardoor men zich nogal een onzeker voelt. Veel scootmobielgebruikers hebben behoefte aan meer begeleiding. Personen die actief aan het verkeer hebben deelgenomen ervaren deze problemen doorgaans minder. Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
13
De extra begeleiding wordt op dit moment vooral gegeven door kinderen en kleinkinderen, waardoor mensen over deze onzekerheid heenkomen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat 87,2 % aangeeft dat de scootmobiel toch het juiste middel is. Welzorg biedt, indien nodig, drie gewenningslessen aan. Deze gewenningslessen zijn juist bedoeld om de onzekerheid van de toekomstige scootmobielgebruiker weg te nemen. De trainingslessen die via verwijzing van een huisarts gegeven worden door een ergotherapeut, zijn bedoeld voor mensen die moeite hebben met de scootmobiel vanwege ergonomische beperkingen. 3.4. Service Welzorg 69 % van de ondervraagden is tevreden over de service van Welzorg. 31 % is niet tevreden. Ook hier wordt de begeleiding bij de aflevering aangegeven als reden waarom men niet tevreden is. Daarnaast geeft men aan dat het verrichten van een periodieke onderhoudsbeurt gemist wordt. Enkele gebruikers gaven aan dat hun scootmobiel jaarlijks wordt nagekeken. Zij maken zelf een afspraak en bij tijdige reservering is een vervangend middel beschikbaar. Deze personen gaven aan, wel hebben moeten aandringen op het maken van een aspraak. In de leaseprijs is een bedrag voor een jaarlijkse servicebeurt opgenomen. Uit informatie van de vestigingsmanager van Welzorg blijkt, dat de scootmobiel op het moment hij in de werkplaats van Welzorg komt altijd een onderhoudsbeurt krijgt. Een onderhoudsbeurt vindt altijd in de werkplaats plaats omdat de scootmobiel op de brug gezet moet worden om hem goed na te kunnen kijken. De scootmobiel komt pas in de werkplaats, als er geen reparatie ter plekke uitgevoerd kan worden. Duidelijk is wel dat Welzorg ten aanzien van het uitvoeren van onderhoudsbeurten een passieve houding aanneemt. 3.5. Belangstelling scootmobielpool Een kleine groep scootmobielgebruikers, 26 personen verblijft in een verzorging/ verpleeghuis. Van deze groep is slechts (11,5 %) bereid deel te nemen aan een scootmobielpool. Naast het beperkte animo voor deelname aan de scootmobielpool kan afgevraagd worden of het creëren van een dergelijke pool financieel voordeel oplevert. Er zijn 26 scootmobielgebruikers verspreidt over vijf verzorging- en verpleeghuizen. Op het moment van toekenning van de voorziening is de voorziening adequaat, en kunnen de mensen op een verantwoorde wijze gebruik maken van de voorziening. Omdat de beperkingen toenemen wordt het gebruik in de loop der tijd minder en soms ook minder verantwoord. 3.6. Winterstallingsregeling 21 scootmobielgebruikers geven aan in principe bereid te zijn gebruik te maken van de winterstalling. Als men bereid is de scootmobiel vier maanden in te leveren ontstaat er financieel voordeel voor de gemeente. Als 21 personen vier maanden de scootmobiel inleveren, ontstaat er een financieel voordeel voor de gemeente van € 1.715,07. Het rendement is dus gering. 3.7. Verbeteringsmogelijkheden • Er bestaat behoefte aan het aanbrengen van extra voorzieningen zoals een kilometerteller, grotere actieradius, opvoeren van de snelheid. Daarnaast heeft men behoefte aan het verbeteren van trottoirs, afritten en wegdek. Het blijkt dat veel scootmobielgebruikers moeite hebben met het verlaten van trottoirs en het nemen van afritten. • De toegankelijkheid van sommige winkels wordt als een probleem ervaren. Een aantal scootmobielgebruikers ervaren hinder van reclameborden in het winkelcentrum. Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
14
• • •
Daarnaast bestaat er behoefte aan meer accessoires, zoals een extra spiegel, extra boodschappen mand. Uitbreiding van het voorzieningen pakket, met regelkleding,schootskleed en een tas voor de boodschappenmand. 1 persoon gaf aan behoefte te hebben aan een voor gehandicapte toegankelijke visgelegenheid en 1 persoon mist een club voor scootmobielgebruikers.
3.8. Bekendheid met het Zorgloket Van de 227 ondervraagden gaven 150 personen aan niet op de hoogte te zijn voor welke zaken er een beroep gedaan kan worden op het Zorgloket WaalwijkWijzer. 122 personen gaven aan behoefte te hebben aan meer informatie. 3.9. Scootmobieltraining Diverse gemeenten (o.a. Hengelo, Vlissingen, Eindhoven en Breda) hebben een opfrisdag voor scootmobielgebruikers geïntroduceerd. Dergelijke dagen worden doorgaans georganiseerd in samenwerking met gemeente, scootmobielleverancier en 3VO. Ook worden lokale gehandicapten platforms betrokken. Zo’n opfrisdag kan bestaan uit een theorieles, waarbij de verkeersregels die gelden voor een scootmobielgebruiker worden doorgenomen en er is aandacht voor voertuigbeheersing op een afgesloten terrein met verschillende ondergronden (inclusief hellingsbaan) en een rit op de openbare weg. De firma Welzorg is bereid aan een een scootmobieldag voor de scootmobielgebruikers van Waalwijk deel te nemen. De vestigingsmanager van Welzorg gaf aan dat Welzorg ervaring heeft met het organiseren van een opfrisdag. De animo is niet groot, de deelnemers zijn wel heel tevreden.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
15
AANBEVELINGEN In het vorige hoofdstuk zijn de belangrijkste conclusies beschreven op basis van de onderzoeksresultaten. Aan de hand van deze conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: •
Vastgesteld is dat 200 van de 276 scootmobielgeïndiceerden regelmatig de scootmobiel gebruiken. Veel mensen voelen zich in het begin erg onzeker (voertuigbeheersing – verkeersdeelname). Het blijkt dat veel mensen achteraf toch behoefte hebben gehad aan gewenningslessen. De criteria voor toekomstige scootmobielgebruikers om in aanmerking te komen voor gewenningslessen te versoepelen. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met Welzorg.
•
Ten aanzien van de jaarlijkse servicebeurt stelt Welzorg zich passief op, terwijl een jaarlijkse servicebeurt bij leaseprijs de prijs inbegrepen is. Hieromtrent dient eveneens Welzorg benaderd te worden om hierover afspraken te maken.
•
Van 27 gebruikers bestaat twijfel of zij de scootmobiel daadwerkelijk gebruiken. Voorgesteld wordt deze personen opnieuw te benaderen voor een doelmatigheidsonderzoek.
•
Vanaf 1 januari 2005 vindt bij iedere toekenning scootmobiel na drie maanden een doelmatigheidsonderzoek plaats. Gelet op de uitkomsten van dit onderzoek blijkt dat een dergelijk onderzoek noodzakelijk is. Deze huidige werkwijze dient voortgezet te worden.
•
De animo voor een scootmobielpool is nihil, gelet op het geringe financiële voordeel , hier voorlopig van af zien. Op het moment van toekenning van de voorziening is de voorziening adequaat, en kunnen de mensen op een verantwoorde wijze gebruik maken van de voorziening. Omdat de beperkingen toenemen wordt het gebruik in de loop der tijd minder en ook minder verantwoord en worden soms wel eens medebewoners aangereden. Het verdient daarom aanbeveling om per verpleeg- en verzorgingshuis een aanspreekpunt te hebben, zodat deze problemen tijdig gesignaleerd kunnen worden en teruggekoppeld worden met de consulent van het Zorgloket. Op dat moment kan eventueel middels advisering van het CIZ bezien worden of er een andere voorziening wel adequaat is.
•
De scootmobiel wordt in de winter minder gebruikt. Dertig personen gaven aan in de winter geen gebruik te maken van scootmobiel. 21 personen zijn bereid gebruik te maken van de winterstalling. Gebruikmaking van deze regeling geeft een financieel voordeel van maximaal 1.715,07. Er is een gering financieel voordeel.
•
De scootmobielgebruikers geven aan diverse verbeteringsmogelijkheden te zien, waardoor zij nog meer gebruik kunnen gaan maken van de voorziening. Een aantal zaken (zoals accessoires) kunnen bij de volgende aanbestedingsprocedure en contractonderhandelingen worden meegenomen.
•
69 % van de scootmobielgebruikers vindt het verbeteren van trottoirs , afritten en wegdek een belangrijke verbetering. Loszittende stoeptegels een e.d. kunnen gemeld worden bij het meldpunt. In de nieuwsbrief van het Zorgloket kan aandacht besteed worden aan het bestaan van dit meldpunt, zodat de scootmobielgebruiker hiervan (meer) gebruik gaat maken. De overige zaken, zoals bredere afritten e.d. dient bij het te voeren inclusief beleid in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning zeker betrokken te worden.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
16
•
Veel personen zijn niet op de hoogte van de producten van het Zorgloket WaalwijkWijzer. Zij hebben wel behoefte aan meer informatie over deze producten.
•
Een aantal gewenste voorzieningen zoals regenkleding, boodschappentas zijn als algemeen gebruikelijk te beschouwen en worden niet in het kader van de Wvg vergoed.
•
66 % van de ondervraagden is niet op de hoogte van de producten van het Zorgloket. Er bestaat behoefte aan meer informatie. ( zie volgende aanbeveling).
•
Inventariseren of er behoefte bestaat aan het organiseren van een opfrisdag voor scootmobiel gebruikers. Dit zou dat via een mailing kunnen, waarbij de gebruiker middels een antwoordstrook kan laten weten of hij deel wil nemen aan deze dag. De bij het vorige punt aangegeven behoefte aan meer informatie over de producten van het Zorgloket zou middels deze mailing eveneens in voorzien kunnen worden.
Scootmobielonderzoek gemeente Waalwijk 26 september2005
17