Zorg voor elkaar Gesprekken uit de praktijk
Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO/NWN
13
Zorg voor elkaar Gesprekken uit de praktijk
Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO/NWN Augustus 2009
Inhoud
Woord
vooraf
Stichting Sprank
04
Ouderdomsproblemen bij verstandelijk gehandicapten
05
Vergrijzing verandert de zorgvraag van gehandicapten
06
‘Ik wil hier blijven tot ik in de hemel kom’
08
K l i n i s c h C e n t r u m K r i s ta l
10
Dubbelproblematiek GZ en GGZ
11
Specialistische hulp voor mensen met dubbelproblematiek
12
‘ik vind het leuk hier; ook de mensen die hier werken’
14
S t e d e l i j k K o m pa s D e l f t
16
Maatschappelijke opvang
17
Persoonlijke trajecten voor mensen tussen wal en schip
18
Van opvanghuis tot opvanghuis en nu weer een eigen voordeur
20
O n t m o e t i n g s c e n t r u m M o z a r t l a a n
22
Ontmoetingscentra voor dementerenden
23
Ontmoetingscentrum biedt steun aan dementerenden en mantelzorgers
24
‘We krijgen hier allebei medeleven’
26
Reinier
28
Ketenzorg ziekenhuizen - verpleeghuizen
29
Ketenzorg van ziekenhuis naar AWBZ prima geregeld via het Transferpunt
30
‘Over de herstelunit niets dan lof’
32
ASVZ
34
Versterking van de positie van de cliënt
35
Begrip voor de cliënt vormt de basis voor medezeggenschap
36
cliënten vormen de kern van ASVZ
38
Financiële
40
2
de
Graaf Gasthuis
gegevens
03
2008 z o r g k a n t o o r DWO/NWN
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Woord vooraf
‘Zorg voor elkaar’ is de titel van het jaarverslag van Zorgkantoor DWO/NWN. Juist nu we het in Nederland financieel moeilijk hebben, is dit een actueel thema. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) – die mensen verzekert tegen de zorgkosten voor ernstige chronische aandoeningen – staat als stelsel onder druk. Dit komt doordat de opbrengsten uit verzekeringspremies niet hoog genoeg zijn om de steeds maar stijgende AWBZ-kosten te kunnen betalen. Tot waar reikt de wil van de Nederlanders om collectief de benodigde gelden op te brengen voor de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en de chronische geestelijke gezondheidszorg? Welke mogelijkheden zijn er nog om – zonder kwaliteitsverlies – te snijden in de kosten van de AWBZ-zorg? Deze thema’s spelen volop, zowel in politiek Den Haag als bij verzekeraars en zorginstellingen. Antwoorden zijn er voorlopig niet. De toon is somber.
In ons jaarverslag kiezen we er daarom juist voor te laten zien dat er ook positieve ontwikkelingen zijn. We zoomen in op verschillende projecten in onze regio, die elk een van de speerpunten uit ons zorginkoopbeleid van 2008 vertegenwoordigen. Bij alle projecten is te zien hoe de mensen die in de zorg werken ondanks alles gemotiveerd blijven en nieuwe projecten oppakken om cliënten nog beter te kunnen helpen.
Op de cover van het jaarverslag staan twee vogeltjes. Ze wonen in de volière van het gezinsvervangend tehuis De Handpalm van Stichting Sprank in Berkel en Rodenrijs. Deze foto geeft goed weer waar het in de AWBZ om gaat: zorg voor elkaar. Hoe dit zorgen voor elkaar in zijn werk gaat, niet alleen in De Handpalm maar ook elders in de regio, laten we zien in zes dubbelinterviews met zorgprofessionals en gebruikers van zorg. Zij vertellen wat er goed gaat en geven soms ook aan waar er ruimte is voor verbetering.
Wat ons als rode draad in alle interviews opvalt is de hang naar kleinschaligheid, niet alleen van veel van de geboden zorgvormen, maar ook van de wensen van cliënten. Professionals kijken gelukkig steeds meer naar die wensen. Wat mensen in tijden van onzekerheid het meeste missen, is alledaagsheid. Blijkbaar maakt het niet uit of het daarbij gaat om grote bedreigingen – zoals oorlog of revolutie – of om ziekte of dementie. Zo valt in dit jaarverslag te lezen dat Klinisch Centrum Kristal het gewone leven van mensen wil herstellen. Dakloze Koos hoopt een normaal leven te kunnen leiden als hij een huis heeft. En de clustermanager van De Handpalm signaleert dat cliënten opbloeien in hun vertrouwde omgeving. “Hun eigen sfeer, dat doet ze goed.”
Een ander element dat in veel interviews terugkeert is, dat er vanuit de zorginstellingen meer aandacht komt voor mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen steeds vaker rekenen op ondersteuning en worden meer betrokken bij de zorg voor de cliënt. Ook is er ruimte voor zogenaamde respijtzorg – de tijdelijke overname van de zorg door professionals of vrijwilligers om de mantelzorger te ontlasten. Als zorgkantoor vinden wij dit een positieve ontwikkeling. Op die manier krijgt ‘zorg voor elkaar’ een nog bredere dimensie.
Laura Mostert, manager Zorgkantoor DWO / NWN
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
3
Stichting Sprank
4
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Ouderdomsproblemen bij verstandelijk gehandicapten Cliënten met een verstandelijke handicap worden steeds ouder. Daardoor krijgen ook zij te maken met ouderdomsproblemen, zoals dementie. Voor aanbieders van gehandicaptenzorg verandert hiermee de hulpvraag van hun cliënten. Omdat deze aanbieders hierop niet volledig zijn toegerust, heeft het zorgkantoor steeds meer aandacht voor de specifieke zorg van ouder wordende verstandelijk gehandicapten. Ons speerpunt is te bevorderen dat zij zolang mogelijk in hun vertrouwde woonomgeving kunnen verblijven.
Om dit te bereiken, zijn er in de regio al enkele succesvolle samenwerkingsprojecten opgezet. Eén daarvan is het samenwerkingsproject dat Stichting Sprank (instelling voor gehandicaptenzorg) en Zorg Compas (instelling voor verpleging en verzorging) hebben opgezet in Berkel en Rodenrijs. Beide instellingen werken samen op de locatie De Handpalm, een gezinsvervangend tehuis van Sprank. Vanuit Zorg Compas krijgen de cliënten van De Handpalm die te maken hebben met ouderdomsproblemen extra ondersteuning. Deze extra ondersteuning betreft niet alleen de inzet van een verpleeghuisarts, maar ook de expertise van verpleegkundigen en verzorgenden. Hierbij valt onder andere te denken aan screening op dementie en aan extra persoonlijke verzorging en verpleging.
Met deze samenwerking wil De Handpalm de zorg aan oudere bewoners kwalitatief goed borgen. Daarnaast moet de extra ondersteuning vanuit Zorg Compas ertoe leiden dat de cliënten (langer) in de Handpalm kunnen blijven wonen, zodat uitplaatsing naar een verpleeghuis niet nodig is. ‘Zorg voor elkaar’ betekent in De Handpalm vooral cliënten veilig en langdurig binnenboord te houden in hun eigen sfeer.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
5
Vergrijzing verandert de zorgvraag van gehandicapten
Egbert Muis Een veilige en langdurige woonomgeving voor verstandelijk
gemoderniseerd. Sinds 2005 beschikken we over een
gehandicapten. Dat is wat gezinsvervangend tehuis De
pand dat past bij de hedendaagse zorgvraag. Er is meer
Handpalm van Stichting Sprank in Berkel en Rodenrijs wil
ruimte voor verpleging en verzorging, onder meer dankzij
bieden. “De bekende gezichten, hun eigen sfeer – dat doet
een stoellift en twee hooglaagbaden. Ook hebben cliënten
ze goed.” Een gesprek met Egbert Muis, clustermanager.
meer privacy dan in de oude situatie. De Handpalm biedt woonruimte aan vierentwintig cliënten; in het pand
De Handpalm zet zich sinds 1979 in om gehandicapten
bevinden zich zestien appartementen voor zelfstandig
een levensbestendig thuis te bieden. Een levensbestendig
wonen en acht zitslaapkamers voor groepswonen met
thuis wil zeggen een woning en woonomgeving waar
zorg en ondersteuning. De cliënten zijn verdeeld over
iemand tot aan het einde van zijn leven kan blijven
drie groepen: ouderen, jongeren en een structuurgroep
wonen.
voor mensen met autisme. De meeste bewoners gaan
“Het huidige gebouw van De Handpalm is vrij nieuw”,
naar de dagbesteding buiten de deur. Omdat dit voor
vertelt clustermanager Egbert Muis. “Vanwege de sterke
sommigen te inspannend werd, hebben we nu ook interne
vergrijzing van onze doelgroep hebben we de voorzieningen
dagbesteding. Die bezigheden geven rust en regelmaat.”
6
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Vergrijzing
heeft verder iedere bewoner gescreend op dementie en bij
“Als bewoners ouder worden, veranderen hun behoeften”,
drie mensen de diagnose gesteld.”
zegt Muis. “De cliënt verandert in een patiënt. Er is meer
Deze extra zorguren krijgt Zorg Compas gefinancierd vanuit
lichamelijke verzorging nodig en vaak treedt er dementie
de AWBZ. Dat verandert echter als vanaf 2010 de zorg
op, vooral bij mensen met het syndroom van Down. Ze
gefinancierd wordt op basis van zorgzwaartepakketten.
raken gedesoriënteerd, hun karakter verandert, ze krijgen
Dan worden de verschillende functies niet meer afzonderlijk
boze buien. Dat is redelijk nieuw voor ons: we weten niet
bekostigd, maar krijgt de zorginstelling een totaalbedrag
goed wat de combinatie van een verstandelijke handicap
wat in lijn is met de zorgzwaarte van de cliënten die er
en dementie oplevert. Verzorgings- en verpleeghuizen
verblijven. “Dan moeten we het zelf betalen. Ik hoop dan
zitten ook niet zo te wachten op deze groep. Je ziet dat
ook dat we daar voldoende budget voor krijgen”, aldus
cliënten daar vaak verpieteren, ontheemd raken of extra
Muis.
gedragsproblemen gaan vertonen. Hier echter bloeien ze in hun vertrouwde omgeving juist op. Ze zijn immers in
Toekomstplannen
deze gereformeerd vrijgemaakte cultuur opgegroeid. Dat
De clustermanager is heel helder in zijn ambities. Hij wil
bepaalt hun identiteit. Bovendien vindt de familie het ook
zijn cliënten in huis houden. En hij wil zijn teams bewaken,
fijn als die geloofstraditie hier wordt voortgezet.”
zodat ze niet omvallen. “Een voorziening als deze is als
Overplaatsing naar een verzorgings- of verpleeghuis wordt
elastiek. Als het knapt, heeft zowel de leiding als de cliënt
dus niet als ideaal gezien. Waar ligt wat dat betreft de
zere vingers. Je moet dus overbelasting van het personeel
grens? “Bij dwaalgedrag”, stelt Muis. “De deuren zitten
voorkomen en toch verantwoorde zorg leveren. Dat is
hier namelijk niet op slot. Dat is mooi, maar ook lastig
spitsroeden lopen.”
als mensen gaan ronddwalen. Laatst heeft een bewoner
Een knelpunt vindt hij het ‘geschuif’ met bewoners. “Het
urenlang ergens in de bosjes gezeten; als zo iemand geen
is een kwestie van continu matchen en kijken wie waar
geluid geeft, vind je hem echt niet. We kijken nu wat
past. Als ik het over mocht doen, zou ik dit pand nu heel
we daaraan kunnen doen. Een dwaaldetectiesysteem bij
anders indelen. Vanwege de krapte aan begeleidingsuren
de voordeuren zou prachtig zijn, maar dat is duur. GPS-
zou ik toch kiezen voor iets grotere groepen en meer
ontvangers zijn betaalbaarder, maar niet waterdicht. Grote
zitslaapkamers dan appartementen. Maar misschien denk
kans dat een bewoner zo’n ding weggooit of thuis laat
ik daar over vijf jaar weer anders over.”
liggen.”
Wil je goede zorg leveren, dan moet je volgens Muis vaak balanceren op het randje van de wet. Hij voelt zich wat dat
Hulp van Zorg Compas
betreft rijk met het zorgkantoor. “Er is veel betrokkenheid
Verzorging en verpleging worden in principe niet geleverd
en flexibiliteit. De praktijk staat voorop, niet de regels. Al
door een gezinsvervangend tehuis. De Handpalm leverde
stelt de overheid natuurlijk wel strikte kaders.”
dit wel altijd zelf, inclusief terminale zorg, gewoonweg
Ook de samenwerking met Zorg Compas noemt hij een
omdat uitbesteding niet gefinancierd kon worden. Na
waardevolle aanvulling. “Het is echt een zorg minder! Een
constructief overleg met het zorgkantoor is er sinds
minpuntje is dat ook zij soms moeite hebben consistent
september 2008 een betere oplossing: Woonzorgcentrum
krachten te leveren voor de verzorging en verpleging van
De Oudelandse Hof van Zorg Compas levert zorg aan
onze cliënten. We hebben overigens het voornemen over
huis. Muis: “Twee medewerkers komen 33 uur per week
een paar jaar zélf verzorgend en verplegend personeel in
langs om onze bewoners te douchen, te baden, te zalven,
dienst te nemen. Maar dat is nu nog toekomstmuziek.”
enzovoorts. Daarnaast is er regelmatig multidisciplinair overleg met het management en de verpleeghuisarts van De Oudelandse Hof. Die arts is altijd te consulteren. Hij
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
7
‘Ik wil hier blijven tot ik in de hemel kom’
Joska Stam en Ingeborg Lagewaard Ingeborg Lagewaard (53) en Joska Stam (“Sorry, ik weet
De ruimte voor de dagbesteding, Het Toppunt, is populair.
niet hoe oud ik ben”) wonen respectievelijk 26 en 30
De wanden zijn er tijdelijk leeg, omdat alle kunstwerken
jaar in De Handpalm van Stichting Sprank. Ze hebben er
die er hingen, net verkocht zijn bij het jubileumfeest. In de
duidelijk hun plek gevonden.
ruimte staan een paar hometrainers. Die blijken vooral in trek als de televisie aanstaat. Aan tafel zit een frêle dame:
De Handpalm wordt omringd door een school en
Bep, de oudste bewoonster. Ze weet het zelf niet meer,
woonhuizen. Op de begane grond en de galerij bevinden
maar de leiding herinnert haar eraan dat ze binnenkort
zich appartementen. Het zijn volwaardige woningen, naar
87 wordt.
eigen smaak ingericht. De appartementen bieden uitzicht op de mooi ingerichte gemeenschappelijke tuin met een
Keuzevrijheid
volière, vijver en schommelbank. Voor de iets minder
Ingeborg staat ons te woord in de huiskamer van de
zelfstandige bewoners zijn er binnen De Handpalm diverse
structuurgroep. Vanwege haar autisme heeft ze behoefte
zitslaapkamers. De huiskamers van de verschillende
aan houvast. Ze hamert erop dat ze niet langer dan een
groepen bieden de bewoners de nodige gezelligheid.
kwartier wil praten. En ze stelt veel tegenvragen: “Leven je
8
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
vader en moeder nog? Hoe oud ben je? Woon je alleen?”
het uitzicht. Alleen bij kleren wassen heeft hij hulp nodig,
Ze heeft het in De Handpalm erg naar haar zin. “Ik vind
omdat er soms iets misgaat. ’s Avonds komt iemand van
het hier hartstikke gezellig. Ik ben gewend aan de kleine
Zorg Compas hem helpen met wassen. “Soms doe ik het
omgeving, iedereen is vriendelijk en het eten is lekker. Ik
zelf, maar meestal komt er iemand helpen. Ik wil niet
woon alleen, dat vind ik prettig. Ik kan lopen en zitten
meer in bad, dat vind ik griezelig. Ik ben ooit onderuit
waar ik wil.”
gegleden, dus dat durf ik niet meer.”
Ingeborg gaat één dag per week naar de externe
Een klein minpuntje vindt hij het eten. Hij mist de huiskok
dagbesteding, meer wil ze absoluut niet. Op andere dagen
van vroeger en is minder te spreken over de huidige
doet ze mee aan de activiteiten binnenshuis. Ze vindt
diepvriesmaaltijden, ondanks de afwisselende menu’s.
vooral de keuzevrijheid heel belangrijk. “Breien, haken,
“Het is soms wel lekker, maar lang niet altijd. Dingen met
plaatjes kijken, kleuren, ik mag zelf kiezen wat ik doe.
een sausje, daar houd ik niet van.”
Op vrijdag en maandag ben ik vrij, dan ga ik lekker thuis
Joska is gek op werken, zolang het niet te moeilijk is.
zitten, in de tuin lopen of kwark en chocolade kopen. Ik
“Ik heb van alles gedaan op allerlei werkplaatsen. Watjes
kan zelf betalen en teruglopen. Er hoeft niemand mee.
inpakken, schroefjes in elkaar zetten, doosjes vouwen. De
Eens in de twee weken, op zaterdag, komen mijn moeder
groepstaxi vond ik wel vaak lastig. Die stond dan in de
en mijn zus langs. Mijn vader is in 1982 overleden.”
file of moest schoolkinderen ophalen. Het duurde allemaal
Als er een ruziesfeer is, als ze iets niet begrijpt of als
heel lang. Daar werd ik onrustig van.” Tegenwoordig wordt
ze iets door anderen krijgt opgelegd, wordt ze wel eens
hij persoonlijk opgehaald en gaat hij eerder naar huis. Hij
zenuwachtig. “Dan ga ik heel hard op mijn handen bijten.
is nu altijd op tijd voor het eten, vertelt hij met zichtbare
Ik weet dat ik dan hulp moet vragen en mijn handen in
opluchting.
mijn zakken moet steken. Dat gaat nu goed.” Ingeborg hecht aan haar geloof en zondags gaat ze graag naar de kerk. “Bidden heb ik van mijn vader en moeder geleerd. Net zoals anderen leren fietsen. Ik houd van de Heer en zou niet zonder hem kunnen. Ik wil hier altijd blijven wonen. Tot ik in de hemel kom.” Prima verzorgd Joska Stam – een magere, kleine man met een bleek gezicht en een zachte stem – is verstandelijk gehandicapt en heeft de ziekte van Von Recklinghausen. Deze ziekte tast botten en spieren aan, waardoor hij veel operaties achter de rug heeft. Ook hij woont al tientallen jaren naar tevredenheid in De Handpalm. Hij woonde ooit in een woonhuis met twee anderen, maar dat verliep minder goed. In zijn eigen appartement voelt hij zich prima, al zoekt hij vaak het gezelschap van de ouderengroep. “We worden hier prima verzorgd. Ik kan goed met de anderen opschieten. En ik doe veel dingen tussendoor. Rondlopen, koffie drinken, papier oprapen met een prikker, televisie kijken, schoonmaken. Ik zit hier goed.” Hij vindt zijn ruime woonruimte heerlijk en geniet van
Sjaak Keizerwaard
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
9
Klinisch Centrum Kristal
10
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Dubbelproblematiek GZ en GGZ
Als zorgkantoor signaleren we al jaren dat er een duidelijke vraag is naar voorzieningen voor mensen met zowel een verstandelijke beperking als psychiatrische problemen, de zogenaamde dubbelproblematiek. Klinisch Centrum Kristal, een uniek samenwerkingsverband tussen Ipse de Bruggen en Rivierduinen, biedt deze gecombineerde zorg. Dit samenwerkingsverband onderstreept hoe belangrijk het voor specifieke doelgroepen is om meerdere expertises te bundelen. Samenwerking en ketenzorg zijn daarom belangrijke speerpunten voor het zorgkantoor.
Samenwerking op het gebied van dubbelproblematiek tussen Ipse de Bruggen en Rivierduinen ligt voor de hand gezien de afzonderlijke specialisaties van beide partners. Ipse de Bruggen biedt namelijk zorg en diensten aan mensen met een lichte of ernstige verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met gedragsstoornissen, psychiatrische problemen of lichamelijke beperkingen. Mensen met een handicap kunnen er terecht voor wonen, leren, werken, dagbesteding en recreatie. Het woonaanbod varieert van beschermd wonen tot individueel wonen in de wijk. Als expert op het gebied van gehandicaptenzorg biedt Ipse de Bruggen ook zorg aan bijzondere doelgroepen, waaronder mensen met een verstandelijke beperking én psychiatrische problematiek.
Rivierduinen is gericht op de geestelijke gezondheidszorg: zij biedt vanuit zes regionale centra zorg aan volwassenen en ouderen met psychische of psychiatrische klachten. Ook heeft zij vestigingen voor zorg aan kinderen en jeugd en specialistische centra voor mensen met specifieke psychiatrische klachten. Alle vestigingen bieden de zorg die het best past bij de situatie van de cliënt: thuis als het kan, in één van de klinieken als het moet.
In Klinisch Centrum Kristal bieden Ipse de Bruggen en Rivierduinen samen een geïntegreerd aanbod aan zorg voor mensen met een verstandelijke handicap in combinatie met psychiatrische problemen. Deze mensen vertonen moeilijk te begrijpen gedrag en/of hebben te maken met psychiatrische problematiek. Het team van Kristal biedt diagnostiek, advies en behandeling, waarmee geprobeerd wordt het gewone leven van de cliënt te herstellen. Daarnaast kan er andere tijdelijke hulp nodig zijn, bijvoorbeeld om gedrag te veranderen, trauma’s te behandelen of vaardigheden te vergroten. Ouders, begeleiders en hulpverleners worden zoveel mogelijk betrokken bij het traject. Kortom: samen werken aan zorg voor elkaar.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
11
Specialistische hulp voor mensen met dubbelproblematiek
Helene de Lange Klinisch Centrum Kristal is een samenwerkingsverband
verzoeken en aanmeldingen voor het centrum verlopen via
tussen Ipse de Bruggen (verstandelijk gehandicaptenzorg)
het Zorgloket van Ipse de Bruggen. Het zorgkantoor regelt
en Rivierduinen (geestelijke gezondheidszorg). Samen
de vergoeding van de zorg voor wie met een indicatie
bieden ze een geïntegreerd zorgaanbod voor mensen
van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) in Klinisch
met een verstandelijke handicap in combinatie met
Centrum Kristal is opgenomen. Daarnaast worden cliënten
psychiatrische problemen. We praten door met Helene de
met een GGZ-verwijzing toegelaten.
Lange, seniorbegeleider bij Klinisch Centrum Kristal. “We hebben hier in totaal achttien cliënten”, vertelt Klinisch Centrum Kristal is er voor mensen vanaf 16 jaar
Helene de Lange, “verdeeld over groepen van vijf, zes
met een verstandelijke beperking en tevens psychiatrische
of zeven cliënten. Ze hebben allemaal hun eigen kamer,
problemen of het vermoeden daarvan. Ook jongeren van
maar ze hebben ook groepsmomenten: ze eten samen en
12 tot 16 jaar met een ernstige of matige verstandelijke
drinken bijvoorbeeld ’s morgens samen koffie. Ze hoeven
beperking kunnen hier terecht met specifieke vragen over
hier niet per se de hele dag te blijven. Als het kan, hebben
diagnostiek, advies en behandeling. Alle hulpvragen,
ze overdag hun eigen gebruikelijke bezigheden of gaan
12
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
ze naar school, zeker als dat iets aan de behandeling
psychiatrische stoornis en een verstandelijke beperking
toevoegt. Kan dat niet, bijvoorbeeld omdat cliënten niet uit
heeft vaak grote gevolgen voor de omgeving. Daarom is
de directe omgeving komen, dan bieden wij dagbesteding
het belangrijk ook de ouders, verwanten of begeleiders
aan. De meeste cliënten verblijven ’s middags en ’s avonds
bij het onderzoek en de behandeling te betrekken. Waar
wel hier in de kliniek, want wij moeten hen natuurlijk
nodig worden zij geadviseerd of getraind om de cliënt
goed kunnen observeren en behandelen.”
een omgeving te kunnen bieden die rekening houdt met zowel de psychiatrische problematiek als het niveau van
Stap voor stap vooruit
functioneren.
Het verblijf in Klinisch Centrum Kristal duurt over het
In het centrum werken verschillende deskundigen samen
algemeen een half jaar tot maximaal negen maanden. “In
in
die periode onderscheiden we vier fasen”, legt De Lange
specialisten
uit. “De eerste fase is een korte oriëntatiefase of, zoals wij
een arts voor verstandelijk gehandicapten, een GZ-
zeggen, de wenfase. In die fase zorgen we er vooral voor
psycholoog,
dat de cliënt zich veilig en op zijn gemak voelt. De tweede
speltherapeut,
fase is de diagnostiekfase. Daar nemen we meestal drie
systeemtherapeut, paramedici (zoals fysiotherapeuten,
à vier maanden voor, soms wat langer (als het beeld
diëtisten en logopedisten) en tot slot verpleegkundigen.
onduidelijk is) en soms ook korter. Daarna begint de
Elke deskundige onderzoekt de cliënt vanuit zijn eigen
behandelfase en tot slot is er de resocialisatiefase; daarin
specialisme. Alle deelonderzoeken worden uiteindelijk
schrijven we onder meer een verslag en bereiden we de
geïntegreerd in een rapport met een advies voor de verdere
cliënt en eventueel ook de ouders voor op een vervolgplek
begeleiding of behandeling door de ambulante centra
of op de situatie thuis.”
in de omgeving. Helene de Lange: “Als begeleiders en
Helene de Lange vervolgt: “Soms komt uit de diagnostiek
seniorbegeleiders kijken we samen met de behandelaren
naar voren dat wij hier niet de juiste setting hebben om de
naar de problematiek van onze cliënten. Iedere zes
cliënt te behandelen, bijvoorbeeld omdat de behandeling
weken bespreken we de vorderingen en de mogelijke
veel langer dan een jaar zal duren. Dan kunnen wij de
vervolgstappen.”
een
behandelteam. werkzaam
Hierin zijn,
kunnen zoals
een
verschillende psychiater,
een psychodiagnostisch medewerker, een een
psychomotorisch
therapeut,
een
behandeling wel starten, maar zoeken we ondertussen naar een behandelkliniek waarnaar we de cliënt kunnen
De samenwerking tussen gehandicaptenzorg en geestelijke
doorplaatsen.” In het laatste geval heeft Klinisch Centrum
gezondheidszorg binnen Klinisch Centrum Kristal leidt
Kristal in ieder geval wel de diagnostiek goed afgerond en
tot een integrale behandeling. Dit heeft een duidelijke
zijn de belangrijkste stressoren weggenomen. Daardoor
meerwaarde voor cliënten met dubbelproblematiek.
is de cliënt al wat meer ontspannen, heeft hij weer iets meer vertrouwen in zichzelf gekregen en staat hij open voor verdere behandeling. “We zien dus niet altijd het eindplaatje”, zegt Helene de Lange, “maar over het algemeen zien we al wel verbetering. Soms gaat het erom een kleine vooruitgang te boeken, het kunnen kleine dingen zijn waarmee we een succes behalen.” In goede teamhanden In Klinisch Centrum Kristal krijgt elke cliënt een persoonlijk begeleider die op de hoogte is van alles wat er rondom de cliënt speelt. De combinatie van een
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
13
‘Ik vind het leuk hier; ook de mensen die hier werken’
Monique Kops Klinisch Centrum Kristal bevindt zich op het terrein van
Een eigen plekje
Ipse de Bruggen in Nootdorp. Monique Kops (25) verblijft
In het centrum heeft Monique haar eigen kamer. Hier staan
sinds enkele maanden in het centrum.
een stoel, een tafeltje, opbergmeubeltjes, een bed en haar rolstoel. In een van de kastjes staat een foto van haar
Monique heeft een verstandelijke beperking en bovendien
opa, die kort voor de feestdagen is overleden. Haar oma
een angststoornis, die zich uit in een angst om te lopen.
komt geregeld op bezoek in de kliniek. Aan de muren
Thuis, bij haar ouders in Voorburg, kwam Monique nog
hangen twee grote affiches. Op het ene affiche staan de
maar weinig uit haar bed op de benedenverdieping. Als het
vier meiden van de zanggroep Kus: Anouk, Fleur, Meike en,
nodig was, verplaatste zij zich kruipend. Ze wilde niet gaan
jawel, Monique. Op het andere affiche staat de succesvolle
staan en durfde niet meer naar buiten.
Belgische meidengroep K3. Monique vindt het jammer dat
In Nootdorp echter ontmoeten we een heel vrolijke Monique.
Kathleen de groep heeft verlaten, maar we hoeven haar
Lachend en met overslaande stem vertelt ze graag hoe het
niet te vertellen dat Kathleen al een solonummer heeft
met haar gaat, wat haar zoal bezighoudt en hoe ze haar
uitgebracht, want die cd-single heeft ze al. Trots haalt ze
dag doorbrengt.
hem uit haar stapel K3- en Kus-cd’s tevoorschijn. Nog
14
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
even en ze zal ook dit nummer, met haar koptelefoon op, luid kunnen meezingen. Positief gedrag versterken Klinisch Centrum Kristal werkt vanuit het competentiemodel. De kliniek benadrukt de sterke kanten van haar cliënten. In de begeleiding wordt vooral ingezet op waar de cliënten goed in zijn. Veel jongeren die er komen, hebben van hun ouders, de school of andere hulpverleners al genoeg gehoord wat ze allemaal niet goed doen. Klinisch Centrum Kristal probeert het positieve gedrag te versterken door complimentjes en positieve aandacht. De aanpak verschilt per cliënt en hangt af van het niveau van de cliënt en diens problematiek. Maar over het algemeen is de eerste stap cliënten veiligheid te bieden. Door de ‘stressoren’ (de prikkels waardoor ze een bepaald gedrag vertonen) weg te nemen zorgt de kliniek ervoor dat cliënten zich op hun gemak voelen. Daarna wordt er gekeken naar hun vaardigheden, welke taken ze met die vaardigheden aankunnen en hoe ze getraind kunnen worden zodat ze ook andere taken aankunnen. Met stapjes vooruit In Klinisch Centrum Kristal gaat het goed met Monique. Ze vertelt trots dat ze zelfstandig met haar rolstoel naar de doucheruimte en de eetkamer kan rijden. Ook gaat ze af en toe met de rolstoel naar buiten. Ze rijdt dan een rondje langs de kinderboerderij. Thuis heeft ze ook dieren: een cavia, katten, een konijn en een hond, een cockerspaniël. Het is haar ultieme wens ooit nog eens gewoon buiten te kunnen lopen, om haar hond uit te laten. Sinds Monique in Klinisch Centrum Kristal verblijft, is ze met kleine stapjes vooruit gegaan. Voor een aantal dingen heeft ze minder hulp nodig dan voorheen. Bijvoorbeeld naar het toilet gaan en tandenpoetsen, wat ze tot voor kort alleen kon met hulp van een van de begeleiders. Ze is tevreden over de zorg die ze hier krijgt. “Ik vind het leuk hier”, verzekert ze, “ook de mensen die hier werken!” We nemen afscheid van Monique. “Ik vond het een leuk interview!” zegt ze.
Monique Kops en Helene de Lange
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
15
Stedelijk Kompas Delft
16
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Maatschappelijke opvang
Een van de speerpunten van het huidige kabinet is het verbeteren van de leefsituatie van (dreigende) dak- en thuislozen, om op die manier ook de door hen veroorzaakte overlast en criminaliteit terug te helpen dringen. Daarvoor is het nodig dak- en thuislozen te stimuleren weer mee te doen in de samenleving. Velen van hen kampen echter met complexe problemen, waardoor zij vaak tussen wal en schip vallen. Bovendien wenden ze zich niet altijd tot de maatschappelijke opvang. Hoe kunnen zij dan toch weer meedraaien in de maatschappij? Dat kan alleen met een persoonsgerichte aanpak, gebaseerd op samenhangend lokaal beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, wonen en zorg, inkomen en dagbesteding.
Omdat de overlast door dak- en thuislozen het grootst was in de G4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht), vond daar in 2006 de aftrap plaats: in dat jaar dienden deze gemeenten een gezamenlijk plan van aanpak in bij het Rijk, waarin ze aangaven wat er nodig is om de kabinetsdoelstellingen op het gebied van maatschappelijke opvang te bereiken. Die aanpak bleek succesvol: de dakloosheid nam enorm af. Om die reden nodigde de staatssecretaris de centrumgemeenten in Nederland uit het plan van de G4 door te vertalen naar hun eigen situatie en vóór 1 april 2008 een eigen Stedelijk Kompas maatschappelijke opvang in te dienen.
De gemeente Delft gaf hieraan gehoor en ontwikkelde het Stedelijk Kompas Delft. Dit tot groot genoegen van het zorgkantoor, dat het Stedelijk Kompas als regionaal speerpunt benoemd heeft in het zorginkoopbeleid. Het Kompas brengt de problematiek van de plaatselijke dak- en thuislozen in kaart en stelt op basis daarvan vast wat de doelgroep nodig heeft aan huisvesting, zorg, behandeling, begeleiding, schuldhulpverlening en dagbesteding. De gemeente voert de plannen uit in nauwe (keten)samenwerking met een aantal sleutelpartijen: het zorgkantoor, zorginstellingen op het gebied van maatschappelijke opvang (PerspeKtief ), verslavingszorg (Brijder) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ Delfland), alsmede de lokale woningbouwcorporaties.
De werkgroep Individuele Trajecten van het Stedelijk Kompas Delft is inmiddels een coördinatiepunt aan het oprichten; het is de bedoeling van daaruit de toeleiding tot opvang en zorg aan dak- en thuislozen in Delft te organiseren. In 2008 zijn de voorbereidingen getroffen; na de zomer 2009 volgen de eerste intakegesprekken met cliënten. ‘Zorg voor elkaar’ blijkt in Delft veel meer te behelzen dan het regelen van een dak boven iemands hoofd.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
17
Persoonlijke trajecten voor mensen tussen wal en schip
Roel Bloks De vier grote steden (G4) hebben – in samenspraak met
komen niet naar de instellingen of de instellingen weten
het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse
niet goed wat ze met hen aanmoeten. Zo vallen ze tussen
Gemeenten (VNG) en de lokale woningcorporaties en
wal en schip. Vaak komen mensen door een complex van
zorgkantoren – een plan van aanpak opgesteld voor de
factoren in zo’n situatie terecht. Ze zijn dakloos, gebruiken
maatschappelijke opvang van dak- en thuislozen. Binnen
drugs, zijn psychiatrisch ziek en worden dan vaak van
dit project wordt voor iedere dak- en thuisloze een
instelling naar instelling verplaatst. Het voornaamste
persoonlijk traject opgesteld. Veel steden, waaronder Delft,
doel is deze mensen weer de zorg in te krijgen en de
hebben dit plan vertaald naar een ‘Stedelijk Kompas’. Een
dak- en thuisloosheid feitelijk op te heffen. Dat willen we
gesprek over het project in Delft met Roel Bloks, lid van
doen door mensen goede trajecten te bieden, niet alleen
de regiegroep.
op het gebied van wonen, maar ook voor behandeling, financiële begeleiding, justitie en reclassering. We willen
“Het
idee
achter
het
Stedelijk
Kompas
is
dat
dak- en thuislozen niet goed in allerlei zorg- en
deze mensen op de plek krijgen waar ze thuishoren en hen dus naar de juiste zorg leiden.”
begeleidingstrajecten zitten”, legt Roel Bloks uit. “Ze
18
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
New Yorkse CTI in Delft
over een paar jaar geen dak- en thuislozen meer zijn. Heb
In het project Stedelijk Kompas Delft participeren diverse
je die ambitie niet, dan kun je je activiteiten niet goed
partijen. De gemeente geeft leiding aan het project. Andere
ontwikkelen. Een ambitie moet ver weg liggen, maar toch
deelnemers zijn Brijder (verslavingszorg), PerspeKtief
haalbaar zijn, als je het maar met elkaar durft en met
(maatschappelijke opvang), GGZ Delfland (geestelijke
elkaar doet.”
gezondheidszorg) en WIZ (de sector Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Delft). Deze organisaties gaan de
Roel Bloks heeft in Delft ook ACT opgezet: ‘Assertive
kar trekken, in de eerste plaats door managers in de
Community Treatment’, een organisatiemodel waarin
regiegroep af te vaardigen.
integrale zorg wordt geboden aan cliënten die niet of nauwelijks in reguliere zorg komen. “Daarin hebben we de
Roel Bloks, die namens GGZ Delfland in de regiegroep zit,
ambitie dat we pas klaar zijn als iemand een baan heeft.
legt uit dat de aanpak in het project op de methode CTI
Daarom zit er in ons ACT-team ook een arbeidsdeskundige.
is gestoeld: Critical Time Intervention. “De aanpak komt
Dat is echt een stap verder dan gebruikelijk.”
uit New York. Daar hebben ze bedacht dat je mensen gemakkelijker tot zorg kunt verleiden wanneer je hun
De ambitie voor het eerste jaar moet tot vijftien dak- en
snel iets kunt bieden. Mensen die uit de gevangenis
thuislozen worden beperkt. En daarna? “Dat hangt heel
komen, krijgen bij hulpverleningsinstanties met veel
erg samen met de financiering”, aldus Bloks tot slot. “De
verschillende loketten te maken en houden het dan voor
vier grote steden wilden meer geld en het ministerie van
gezien, daar gaat het mis. Mensen die uit de psychiatrie
VWS ging daarmee akkoord. Maar dat gaat dan wel van
worden ontslagen, moeten vervolgens hun behandeling
het budget van de andere gemeenten af. Dat is de situatie
in de verslavingszorg voortzetten: ook daar gaat het mis.
waar Delft in zit.”
Hetzelfde gebeurt op het gebied van wonen en financiën: er zijn altijd punten waarop het steeds weer mis gaat. Dat proberen we nu te voorkomen. Van belang daarvoor is dat er een goede binding tot stand komt tussen cliënt en behandelaar en met de instantie waar iemand terecht moet komen. Die overdracht is meestal ‘critical’ en dat willen we nu beter gaan doen.” De regiegroep zal daartoe een team samenstellen van medewerkers uit alle betrokken instellingen. Dit team zal CTI concreet vormgeven. Bloks: “In dat team komen alle bespreekgevallen. Komt het team er niet uit, dan komen die gevallen in de regiegroep. Je kunt al bijna voorspellen waarover het gesprek dan zal gaan: we proberen het bij die en die instelling, maar dat lukt niet om wat voor reden dan ook. In de regiegroep zitten daarom mensen vanuit de betrokken instellingen die daarover kunnen beslissen.” Hoge ambities “Wat onze ambitie is? Ik vind dat je ambities altijd hoog moet stellen. Daarom moet je ervan uitgaan dat er in Delft
Roel Bloks, Frits Bankeman, Diny Flierman en Bianca Lucas
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
19
Van opvanghuis tot opvanghuis en nu weer een eigen voordeur
Koos van Dijk en Petra Boon In het project Stedelijk Kompas Delft worden in eerste
was dat niets voor hem. Hij ging steeds meer drinken en
instantie vijftien daklozen begeleid bij het weer op de
ook cocaïne gebruiken. “En zo ging het van kwaad tot
rails krijgen van hun leven. Een van hen is Koos van Dijk,
erger”, vertelt hij. “Op mijn veertigste werd ik afgekeurd
die samen met zijn vriendin Petra Boon hoopt weer een
en kwam ik in de WAO. Mijn rug en m’n knieën waren toen
normaal leven op te kunnen bouwen, nadat hij meer dan
totaal versleten.” Koos was naast zijn gezin nu ook zijn
tien jaar een zwervend bestaan heeft geleid.
baan kwijt en omdat hij zijn uitkering vooral aan drank en drugs besteedde, werd hem ook de huur opgezegd. Vanaf
Koos van Dijk (50) komt uit ’s-Gravenzande in het
dat moment leidde hij een zwervend bestaan. Hij trok
Westland. Hij zat nog op de lagere school toen hij werk in
van opvanghuis naar opvanghuis, veelal opgejaagd door
de kassenbouw kreeg. Hard werken, veel uren maken, veel
achtervolgingswaanzin als gevolg van het drugsgebruik.
weg van huis: dat was lange tijd zijn leven. Hij trouwde
Het was een dieptepunt in Koos’ leven.
en kreeg drie zonen, maar zijn huwelijk hield geen stand, misschien wel door dat harde werken. Koos verliet zijn
Lange dagen
gezin en kon bij een particulier een etage huren. Eigenlijk
Gelukkig gaat het inmiddels stukken beter met Koos. Hij
20
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
is van de drugs af en drinkt nog maar vijf biertjes per dag.
bij elkaar te blijven.” Ook de kinderen van Koos, die hij
Dankzij de medicijnen die hij zijn leven lang moet blijven
nog geregeld bezoekt of met wie hij bijvoorbeeld naar de
slikken, is hij niet meer paranoïde. Bovendien heeft hij
bioscoop gaat, vinden dat het goed met hem gaat sinds
anderhalf jaar geleden Petra leren kennen. Ook zij heeft
hij Petra heeft leren kennen. Petra kan van haar kant goed
haar gezin verlaten. Ze kampte sindsdien met behoorlijke
met de drie jongens van Koos opschieten. “Ik zal wel zien
schulden, want ze had een eigen woning die ze niet meer
hoe het de komende jaren gaat,” zegt Koos. “Als we een
kon betalen, en leidde enige tijd een onverantwoordelijk
huis hebben, kunnen we weer een normaal leven leiden.
bestaan.
Ik zal wel zien, afwachten maar. In het begin zal het best wel wennen zijn, maar ik kan natuurlijk gewoon de straat
Koos en Petra hebben elkaar op de zorgboerderij in Delft
op gaan. Wel weet ik dan dat er ’s avonds iemand op me
leren kennen. Koos deed daar wat vrijwilligerswerk: hout
wacht en dat het eten klaar staat. Ik wil ook best wat
hakken, schoffelen en schilderen bijvoorbeeld. Op de
vrijwilligerswerk gaan doen, maar ik wil geen vaste baan
zorgboerderij werd het echter niet toegestaan dat Koos en
hebben. Ik heb van mijn negende tot mijn veertigste hard
Petra een verhouding hadden en daarom besloten ze daar
gewerkt en ben niet voor niets afgekeurd.”
te vertrekken. Voor Koos houdt dit in dat hij nu al weer
Koos en Petra zien uit naar hun nieuwe leven. Ze glunderen
acht maanden de hele dag op straat loopt. Tot half zeven
bij het idee weer een eigen voordeur te hebben!
’s avonds, wanneer hij in de nachtopvang terecht kan. Om half negen ’s morgens moet hij daar weer weg. Wel krijgt hij brood mee voor de rest van de dag. Petra verblijft overdag nog veel bij haar ex-man en haar kinderen, maar ook zij gaat ’s avonds naar de nachtopvang. “Het zijn best wel lange dagen”, zegt Koos. “Ik drink m’n biertje en praat wat met mensen, maar verder loop ik vooral erg veel. ’s Avonds ben ik doodmoe en val ik meestal in slaap zodra ik mijn bed zie.” Weer een eigen voordeur Voor Koos en Petra breken nu betere tijden aan: zij komen via het project Stedelijk Kompas in aanmerking voor een vorm van begeleid zelfstandig wonen. Dit houdt in dat ze een eigen woninkje krijgen, met per week anderhalf uur begeleiding om over allerlei zaken te overleggen. De financiën van Koos zijn al langere tijd goed geregeld. Een bureau beheert zijn inkomsten vanuit zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering, betaalt zijn rekeningen, legt ook wat spaargeld opzij en geeft hem elke week zijn zakgeld. Petra zal nu ook een dergelijke vorm van financiële begeleiding krijgen, zodat ze het geld dat overblijft, vrijelijk zal mogen besteden. De toekomst ziet er daarmee beter uit, al blijft het afwachten. “We hebben dan ons leven weer op de rails”, zeggen ze. “We hebben een goede beslissing genomen om
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
21
Ontmoetingscentrum Mozartlaan
22
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Ontmoetingscentra voor dementerenden Dementiezorg is al een aantal jaren een van de speerpunten van het zorgkantoor. Als zorgkantoor vinden we het belangrijk in de dementieketen samen te werken met gemeenten en welzijnsorganisaties. Dit om mantelzorgondersteuning adequaat te organiseren en te zorgen voor voldoende spreiding van ontmoetingscentra, waar mensen met dementie overdag terecht kunnen voor ondersteuning. Onze aandacht gaat tevens uit naar respijtzorg, ofwel de tijdelijke overname van zorg door professionals of vrijwilligers om de mantelzorger te ontlasten. Cliëntenorganisaties constateren namelijk een tekort aan deze respijtzorg. Daarnaast willen we in 2010 bewegingsprogramma’s voor dementerende ouderen stimuleren binnen de dagbehandeling en ontmoetingscentra.
Zorginstellingen Pieter van Foreest levert zorg in Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Westland. Zij beschikt over circa 25 locaties, waaronder zelfstandige wooneenheden, woonzorgcentra, verzorgingshuizen en een verpleeghuis. Daarnaast biedt Zorginstellingen Pieter van Foreest zorg in ontmoetingscentra, wooncomplexen en de thuissituatie. In totaal werken er zo’n 3.300 medewerkers en 1.800 vrijwilligers bij deze zorginstelling.
Op dit moment heeft Zorginstellingen Pieter van Foreest verschillende ontmoetingscentra voor ouderen. Mensen met een lichte tot ernstige vorm van dementie kunnen er terecht. De meeste bezoekers worden doorverwezen door de GGZ, hun huisarts, de casemanager of de ouderenadviseur. Zij krijgen in de centra diverse activiteiten aangeboden, zoals geheugentraining, wandelen of muziek luisteren. Het ontmoetingscentrum ondersteunt daarnaast de mantelzorgers; vaak zijn dit familieleden, maar ook vrienden of kennissen kunnen een groot deel van de zorg en begeleiding op zich hebben genomen. In 2010 verwacht Zorginstellingen Pieter van Foreest in de regio acht ontmoetingscentra te hebben met plaats voor ruim 350 cliënten en hun mantelzorgers; dit is ongeveer 10% van het totaal aantal dementerenden in de regio.
Naast Zorginstellingen Pieter van Foreest werken in de ontmoetingscentra diverse partijen samen om ketenzorg te verzekeren, waaronder Alzheimer Nederland Afdeling DWO, de gemeente Delft, GGZ Delfland, Samenwerkende Instellingen Welzijn Ouderen, thuiszorgorganisaties en het Steunpunt Mantelzorg. In Delft betaalt de gemeente de eerste zes weken in het ontmoetingscentrum plus alle mantelzorgondersteuning (vanuit de Wmo). Na zes weken (in Pijnacker negen) is een indicatie van het CIZ nodig. Met zo’n indicatie vindt financiering vanuit de AWBZ plaats door het zorgkantoor.
Een van de drie Delftse ontmoetingscentra van Zorginstellingen Pieter van Foreest ligt aan de Mozartlaan. Dit centrum biedt naast het reguliere aanbod aan ondersteuning voor dementerenden én mantelzorgers ook extra aandacht aan allochtone wijkbewoners. Hiermee is de zorg voor elkaar goed geregeld.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
23
Ontmoetingscentrum biedt steun aan dementerenden en mantelzorgers
Marijke van der Hoeven Ontmoetingscentrum Mozartlaan te Delft verwelkomt
zakdoek over zijn gezicht en in een andere kamer oefenen
bezoekers in alle stadia van dementie. Ook mantelzorgers
bezoekers onder begeleiding van een fysiotherapeut met
krijgen er de steun die ze nodig hebben. De ontmoeting
een bal. Een aparte ruimte is bestemd voor de groep met
met lotgenoten blijkt voor velen bijzonder waardevol.
een ‘verminderde regie’. Dit zijn mensen zonder dementie,
Een gesprek met Marijke van der Hoeven, manager
die wegens lichamelijke beperkingen, vereenzaming of
Ontmoetingscentra
verwaarlozing toch ondersteuning nodig hebben. Achter
bij Zorginstellingen
Pieter
van
Foreest.
het gebouw ligt een speciaal ontworpen ‘Alzheimer-tuin’, waar sterk geurende en kleurige bloemen en planten
Het
ontmoetingscentrum
aan
de
Mozartlaan
biedt
groeien. Een waterpomp herinnert aan vroeger, en de met
ondersteuning aan mensen in verschillende fasen van
groen afgeschermde hoekjes nodigen uit om in kleine
dementie. Het centrum ligt midden in een woonwijk en
groepen bij elkaar te zitten.
heeft een open uitstraling. Elke groep dementerenden heeft er een eigen huiskamer. Er wordt gezellig koffie
Amsterdams model
en thee gedronken, er ligt iemand te slapen met een
Ontmoetingscentrum Mozartlaan bestaat sinds 2006 en
24
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
is opgezet naar ‘Amsterdams model’. Grondlegger dr.
ergotherapeut of fysiotherapeut. Eerste aanspreekpunt
R.M. Dröes integreerde in dit model het versnipperde
blijft daarbij de eigen huisarts van de bezoekers. Hoe lang
aanbod aan verzorging, dagopvang en behandeling in
iemand naar het ontmoetingscentrum kan blijven komen,
laagdrempelige en wijkgerichte ontmoetingscentra.
hangt af van de specifieke situatie. Het beleid van de
“Een aantal zaken staat in de aanpak van dit centrum
ontmoetingscentra is erop gericht mensen zo lang mogelijk
centraal”, vertelt Marijke van der Hoeven enthousiast.
in de thuissituatie te houden. Het ontmoetingscentrum
“Allereerst de mantelzorgondersteuning. Deze varieert van
biedt dementerenden overdag zorg en ondersteuning en
informatieve bijeenkomsten tot individuele ondersteuning.
ontlast hiermee de mantelzorger. “Ons motto is: zolang
Mantelzorgers kunnen hier hun partner gezelschap houden,
de mantelzorger het volhoudt, houden wij het vol! Als
praten over hun eigen situatie of ervaringen uitwisselen
een bezoeker hier elke dag komt, lijkt dat haast op
met lotgenoten. Dat wordt als erg steunend ervaren.
een verpleeghuisopname, maar dat is relatief. Als de
Daarnaast vinden we de bewegingsactiviteiten heel
dementerende aan het eind van de middag weer naar huis
belangrijk, ofwel de psychomotorische training. Het idee
gaat, dan heeft de partner nog een hele avond en nacht
hiervan is mensen met dementie zo te laten bewegen dat
voor de boeg. Dat is vaak al zwaar genoeg.”
ze succes gaan ervaren. Ze ‘mislukken’ toch al zo vaak op een dag. Bewegen geeft mensen vaak een positiever
Toekomst
zelfbeeld, is goed voor de gezondheid en daagt hen uit
De dialoog met de overheid en het zorgkantoor is goed.
hun grenzen te verleggen.”
Er is voldoende ruimte om knelpunten te bespreken en er
Omdat het ontmoetingscentrum gevestigd is in een
wordt samen naar oplossingen gezocht. Dat neemt niet
multiculturele wijk is er bovendien extra aandacht voor
weg dat Van der Hoeven verbetermogelijkheden ziet. “Wat
allochtonen. “Vooral bij moslims is dementie een taboe.
ik jammer vind, is dat de indicatiestelling steeds kritischer
Dat maakt de drempel om naar het ontmoetingscentrum
wordt. Vroegsignalering heeft weinig nut als er geen
te komen hoog. Dankzij voorlichting bij buurthuizen en
indicatie op volgt, juist ook omdat je met behandeling
moskeeën druppelen er nu mondjesmaat allochtone
en begeleiding in het beginstadium nog zo veel kunt
bezoekers binnen.”
bereiken. Ik zie ook dat mensen hier nog maar zelden een indicatie voor zeven dagen krijgen. Dat versnelt een
Activiteiten en beleid
opname, terwijl het juist zo goed is als iemand zo lang
“Bij het activiteitenprogramma van het ontmoetingscentrum
mogelijk thuis woont. Het hakt er voor de partner enorm
draait alles om de wensen van het individu”, vervolgt
in als die de zorg helemaal uit handen moet geven.”
Van der Hoeven. “Iemand met beginnende dementie wil
Met de blik op de toekomst wil ze tot slot nog twee zaken
misschien graag vissen in onze eigen visvijver of deelnemen
bepleiten. “Ten eerste het behoud van de indicatie voor
aan de geheugentraining of de verwerkingsgroep. In een
mensen met een verminderde regie. Deze mensen tonen
later stadium zijn er weer heel andere behoeften. Er zijn
zelf weinig initiatief en hebben zo’n voorziening écht
hier trouwens maar weinig bezoekers die willen kleuren
nodig! Ten tweede meer aandacht voor de mantelzorger
of knutselen. Favoriete activiteiten zijn bijvoorbeeld koffie
in het verpleeghuis. Mantelzorgers verdienen in die fase
drinken, praten over de actualiteit, koken, wandelen,
niet alleen meer ondersteuning, maar zouden ook meer
bloemen plukken of boodschappen doen.”
betrokken kunnen worden bij de dagelijkse zorg voor hun
Het complexe ziektebeeld vraagt om gemotiveerde en
partner; daar hebben ze immers vaak jarenlange ervaring
goed opgeleide medewerkers. Gelukkig heeft het centrum
mee.”
geen gebrek aan activiteitenbegeleiders en verzorgenden. Voor extra behandelingen worden daarnaast allerlei specialisten ingezet, zoals een psycholoog, logopedist,
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
25
‘We krijgen hier allebei medeleven’
Joop en Annie Bakker Annie Bakker (1928) is getrouwd met Joop (1931) en heeft
Ze vindt het heerlijk in het ontmoetingscentrum, beaamt
twee zonen. Zo’n anderhalf jaar geleden werd bij Annie
ze meerdere malen. “Ik kom hier graag. Ik zag op tegen
de diagnose Alzheimer gesteld en kwam ze via de GGZ bij
al die vreemde mensen, maar het valt heel erg mee. De
het Ontmoetingscentrum Mozartlaan terecht.
dag begint om half tien. En om kwart voor vier komt Joop me weer halen. In het begin ging ik met de bus, maar dan
Annie is altijd een actieve vrouw geweest. Tot aan
moest de chauffeur verschillende mensen afzetten en was
haar huwelijk werkte ze onder meer als coupeuse en
ik bang dat ze me vergaten. Ik vond het angstig. Daarom
secretaresse, daarna was ze 25 jaar vrijwilligster bij Pieter
brengt en haalt mijn man me nu zelf.”
van Foreest. Tijdens het gesprek is vooral haar man aan het woord (“Hij had altijd al meer spraakwater dan
Herinneringen ophalen
ik.”). Terwijl hij zorgvuldig formuleert, zit zij er met een
Het
ingetogen glimlach naast. Soms is ze duidelijk aanwezig
gezelligheid. Ze geniet van het koffie drinken, de fitness
en vult ze zijn verhaal aan, dan weer keert haar blik zich
en de geheugenspelletjes. En ze helpt graag mee met
naar binnen.
kopjes ophalen of de afwas. Joop vertelt enthousiast over
26
ontmoetingscentrum
biedt
haar
veiligheid
en
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
de reminiscentiebijeenkomsten die ze samen bijwonen en
Steun en medeleven
Annie valt hem geregeld bij. “Aan de hand van een bepaald
Als
onderwerp kruip je dan van het verleden naar het heden.
ontmoetingscentrum. “Als ik hier naartoe kom, ga ik niet
Bij het thema ‘verliefd, verloofd, getrouwd’ kwam er bij
direct weer weg. Gewoon omdat ik het dan ook even naar
ons allebei veel naar boven. We hadden de rekeningen
mijn zin heb! Het is ronduit feestelijk. De manier waarop
van onze bruiloft meegenomen, zoals van de gehuurde
de medewerkers je hier opvangen, de ruggensteun en
koets en het bruidsboeket. En we bekeken foto’s van
begeleiding, het contact met lotgenoten. Dat laatste
de huwelijksreis naar Valkenburg. Toen herinnerden we
betekent veel voor me. Zodra je partner Alzheimer heeft,
ons weer dat die bestemming voor Annie een verrassing
word je door je omgeving namelijk ‘besmet’ verklaard. Je
moest blijven en dat ik mezelf de avond ervoor versprak.
kunt je vrienden ineens op één hand tellen. Dan doet het
Zo kom je steeds een stapje verder in je geheugen. Dat
goed als je merkt er toch niet alleen voor te staan. Iedere
geeft een fijn gevoel.”
mantelzorger zit met een stuk van hetzelfde probleem.
echtgenoot
haalt
hij
veel
steun
uit
het
Ik leer hier via de ervaring van anderen hoe ik op mijn Dubbele gevoelens
partner kan reageren, bijvoorbeeld als ze mij niet herkent.
Annie komt twee keer per week naar het ontmoetings-
Omdat Annie hier in goede handen is, blijf ook ik in
centrum. Een dag erbij vindt ze zelf te veel, terwijl haar
balans.”
man dat juist wel prettig zou vinden. “Als zij hier is, valt er
Ter afsluiting zegt hij nog: “Genezen doet mijn lieve vrouw
iets van me af. Dan zet ik mijn fauteuil even in de ruststand
niet meer, maar ze krijgt hier wel iets wat bijzonder is in
en slááp ik. Want de zorg duurt dag en nacht en is fysiek
deze tijd van protocollen: ‘medelevendheid’. Kom, ga je
en geestelijk zwaar. Ik wil echter absoluut niet suggereren
mee, meiske?”
dat ik de vrouw met wie ik 55 jaar getrouwd ben, wil ‘opbergen’ of dat ze me teveel is. Verre van dat.” Thuis rooien ze het nog aardig met z’n tweeën, al is het hele patroon anders dan vroeger. Eens per week komt er iemand schoonmaken. De was doen ze samen, Joop kookt en Annie wast af. Joop: “Ze heeft niet veel kracht meer in haar handen, dus ik maak het bed op. ’s Ochtends word ik door de thuiszorg gewassen en aangekleed, want ik kan niet meer bukken. Annie kleedt zich nog zelf aan. Maar ze staat wel uren voor de kast, omdat ze haar kleding soms niet kan vinden.” Het echtpaar praat geregeld samen over de dementie. Annie heeft haar ziekte meer geaccepteerd, maar vergeet soms ook wat ze heeft en kan erg verward zijn. Af en toe zijn de rollen even omgedraaid. Joop: “Als haar verwarring lang duurt, weet ik soms niet meer waar ik het zoeken moet. Op zo’n moment strijkt ze me over mijn hoofd en steunt ze me. En laatst vroeg ze me of ik rode kool kon klaarmaken. Ze was aan het checken of ik wel voor mezelf kan zorgen als zij er niet meer is. Dan komt haar zorgzaamheid naar boven. Het is allemaal zo dubbel.”
Echtpaar Bakker en Margot van Acker
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
27
Reinier de Graaf Gasthuis
28
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Ketenzorg ziekenhuizen – verpleeghuizen De AWBZ is een verzekering tegen de zorgkosten voor ernstige chronische aandoeningen. In de loop der tijd zijn er naast de chronische zorg aan het AWBZ-pakket ook enkele kortdurende verstrekkingen toegevoegd. Een goed voorbeeld hiervan is de revalidatiezorg in een verpleeghuis, die noodzakelijk is na een ziekenhuisopname. Hierbij valt onder meer te denken aan geopereerde ouderen die ‘medisch uitbehandeld’ zijn verklaard maar nog niet meteen naar huis kunnen. Deze revalidatiezorg in verpleeghuizen is de laatste jaren enorm gegroeid. Dat komt niet alleen doordat er meer ouderen zijn, en dus meer vraag, maar ook doordat ziekenhuizen proberen patiënten zo kort mogelijk op te nemen.
Voor patiënten die niet in het ziekenhuis kunnen blijven en evenmin naar huis kunnen, is het van groot belang dat ziekenhuizen en verpleeghuizen goede afspraken hebben gemaakt over wie welke zorg levert. Op die manier is het mogelijk zorgpaden te vormen en ziekenhuisopname en revalidatie naadloos op elkaar te laten aansluiten. Ketenzorg tussen ziekenhuizen en verpleeghuizen is daarom al jaren een van de speerpunten van het zorgkantoor.
Het zorgkantoor is dan ook zeer tevreden over de goede ketenafspraken tussen het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft en Zorginstellingen Pieter van Foreest. Het Transferpunt in het Reinier de Graaf Gasthuis regelt effectief en efficiënt de overdracht van alle patiënten uit het ziekenhuis die nog zorg nodig hebben, in welke vorm dan ook. De transferverpleegkundigen spelen hierin een belangrijke rol: zij effenen voor de patiënten het ingewikkelde administratieve pad van ziekenhuisopname naar verpleeghuisopname. Daarmee krijgt de keten voor patiënten een gezicht. Op deze manier slaagt het Reinier de Graaf Gasthuis erin de ‘zorg voor elkaar’ optimaal af te stemmen op de wensen van de patiënt.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
29
Ketenzorg van ziekenhuis naar AWBZ prima geregeld via het Transferpunt
Anja van der Eijk Na een behandeling in het ziekenhuis kan het voorkomen
indicatie hebben en helder van geest zijn, dus ze mogen
dat patiënten tijdelijk (revalidatie)zorg nodig hebben.
geen cognitieve problemen hebben. Iemand met goede
Patiënten die naar huis terugkeren of die in een
mantelzorg thuis krijgt van het Centrum Indicatiestelling
zorginstelling gaan verblijven, kunnen met een indicatie
Zorg (CIZ) geen indicatie voor de herstelunit en komt
van het CIZ alle noodzakelijke zorg krijgen. Patiënten in
dus niet in aanmerking. “In feite draait alles om AWBZ-
het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft kunnen hiervoor
financiering”, aldus Anja van der Eijk. “Het CIZ beoordeelt
zelfs in het ziekenhuis, op de speciale herstelunit
of de patiënt aan de criteria voldoet en geeft vervolgens
van Zorginstellingen Pieter van Foreest, terecht. Het
een indicatie af. Op grond daarvan kan hij wel of niet op
Transferpunt regelt deze zorg. We praten verder met
de herstelunit worden opgenomen.”
transferverpleegkundige Anja van der Eijk. Hetzelfde geldt voor andere zorgbehoeften. Van der Eijk: De herstelunit van Zorginstellingen Pieter van Foreest
“Iedereen die met een zorgbehoefte uit het Reinier de
is bestemd voor mensen die binnen vier weken naar
Graaf Gasthuis vertrekt, gaat via het Transferpunt. Voor
huis kunnen. De patiënten moeten een passende ZZP-
mensen die thuis bijvoorbeeld nieuw verband moeten
30
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
krijgen of bij wie nog fysiotherapie nodig is, regelt het
Anja van der Eijk vervolgt: “Sinds mei 2009 hebben we
Transferpunt dat die zorg er is zodra de patiënt thuiskomt.
POINT op mobiele werkplekken waarmee we naar de
Ook mensen die al in een zorginstelling wonen, gaan
patiënt kunnen. We kunnen dan vanaf het bed van de
vanuit het ziekenhuis via het Transferpunt terug naar die
patiënt diens zorgbehoefte doorgeven aan het CIZ en de
instelling. Zo voorkomen we dat de instelling overbelast
zorginstelling. Dat is allemaal tijdwinst en dat is belangrijk
wordt doordat de patiënt meer zorg nodig heeft dan vóór
om het aantal liguren in het ziekenhuis tot een minimum
zijn opname in het ziekenhuis. Wij vragen dan bij het CIZ
te beperken.” Doordat POINT ook een koppeling naar
een hogere indicatie aan, zodat die patiënt de juiste zorg
het administratiesysteem van het zorgkantoor heeft, zijn
kan krijgen. Zelfs baby’s die prematuur worden geboren
ook de communicatie en afstemming daarmee zo efficiënt
en bijvoorbeeld met zuurstof naar huis gaan of die thuis
mogelijk georganiseerd.
antibiotica moeten krijgen, gaan via het Transferpunt. En mensen die langer dan vier weken revalidatie nodig
Thuiszorg, geriatrische ketenzorg en revalidatie
hebben of die cognitieve problemen hebben, gaan via
Het Transferpunt in het Reinier de Graaf Gasthuis werkt
het Transferpunt naar de zogenoemde schakelunits van
voortdurend aan verdere verbeteringen van de transfers.
Florence (in Rijswijk en Den Haag) of van Zorginstellingen
Momenteel gaat het bijvoorbeeld met thuiszorgorganisatie
Pieter van Foreest (in Delft en Naaldwijk). Daar kunnen zij
Careyn na hoe de zorgverlening vanuit deze instelling
dan maximaal honderd dagen blijven.”
zo in te roosteren is, dat patiënten niet langer in het ziekenhuis hoeven te blijven omdat er nog geen thuiszorg
Tijdwinst door POINT
beschikbaar is.
Het Transferpunt in het Reinier de Graaf Gasthuis regelt op
“Daarnaast zijn we nu ook geriatrische ketenzorg aan
deze manier efficiënt en effectief alle zorg voor mensen
het opzetten”, vertelt Anja van der Eijk. “Wij zien dat
die niet zonder deze zorg kunnen. Daartoe heeft het
dementerende patiënten onnodig lang in het ziekenhuis
Transferpunt zelfs een speciaal voor dit doel ontwikkeld
liggen en eigenlijk niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.
systeem in gebruik genomen, te weten POINT, Punt voor
Daarom heeft het ziekenhuis een geriater aangetrokken
Overdracht, Informatie en Naslag Transfers. Anja van der
die deze groep patiënten gaat begeleiden en ook een
Eijk: “Met POINT hebben we een digitaal aanvraagsysteem
keten naar AWBZ-aanbieders buiten het ziekenhuis gaat
dat op de verpleegafdelingen in het ziekenhuis begint. Een
opzetten.”
verpleegkundige schat in dat een patiënt na zijn ontslag
Inmiddels heeft het zorgkantoor de financiering toegezegd
uit het ziekenhuis zorg nodig heeft, vult vervolgens een
van acht bedden bij Zorginstellingen Pieter van Foreest
POINT-aanvraag in en verzendt die naar het Transferpunt.
voor dementerende patiënten die in het Reinier de Graaf
Wij gaan met de aanvraag naar de patiënt, inventariseren
Gasthuis een nieuwe heup hebben gekregen. “Nu zijn
de zorg, zetten dat allemaal in het systeem en zorgen voor
orthopeden nog huiverig om deze mensen te opereren,
verzending naar het CIZ én de zorginstelling. Het CIZ stelt
omdat ze moeilijk te instrueren zijn en soms met hun
vervolgens de indicatie aan de hand van de gegevens,
nieuwe heup helemaal niet meer leren lopen. Het voordeel
maar eigenlijk komt het erop neer dat ze een stempel
van de operatie is dan natuurlijk wel dat zij geen pijn
op onze voorindicatie zetten. Er is zo veel samenwerking
meer hebben. Maar als het ziekenhuis hen opneemt,
en vertrouwen tussen de transferverpleegkundigen en het
blijven ze hier te lang en krijgen we ze maar moeilijk weer
CIZ, dat het CIZ akkoord gaat met wat wij aangeven. Het
uitgeplaatst. Dankzij het budget van het zorgkantoor voor
CIZ en de zorginstelling in kwestie geven hun reactie op
die acht bedden kunnen deze patiënten daar gedurende
de voorindicatie. Zowel het Transferpunt als de herstelunit
honderd dagen revalideren. Zo hopen we samen met de
kunnen deze inzien, waarna de patiënt kan worden
geriater nog een flinke winst te maken met ketenzorg voor
ontslagen.”
juist deze groep dementerende patiënten.”
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
31
‘Over de herstelunit niets dan lof’
Mevrouw J.E. Poelman Wie in het ziekenhuis ligt, hoeft zich niet te bekommeren
diagnose luidde toen dat ze aan artrose leed. Kort daarna
over de zorg die daarna eventueel nodig is. Patiënten die
kreeg mevrouw Poelman last van haar heup en deze pijn
in het Reinier de Graaf Gasthuis behandeld zijn, kunnen
werd met de dag erger. Opnieuw werden er foto’s gemaakt,
weer op krachten komen op de herstelunit. Dit is een
deze keer van beide knieën en van haar heup. Het bleek
verpleegafdeling van Zorginstellingen Pieter van Foreest,
dat haar heup aan de linkerkant volkomen versleten was.
met personeel van Pieter van Foreest, die in het ziekenhuis
“Ik heb toen nog zo’n drie maanden moeten wachten voor
is gesitueerd. Op deze herstelunit bezochten we mevrouw
ik werd geholpen. Ik kon het niet meer houden, het deed
J.E. Poelman uit Maassluis.
echt verschrikkelijk zeer,” vertelt mevrouw Poelman.
In het begin van dit jaar kreeg mevrouw Poelman (80) pijn
Ze werd uiteindelijk op vrijdag 5 juni in het Reinier de Graaf
in haar knie. De huisarts constateerde vocht in haar knie
Gasthuis opgenomen. Diezelfde dag nog werd haar nieuwe
en stelde vast dat ze een slijmbeursontsteking had. Na
heup geplaatst. Op de vierde dag na de operatie was het
enkele weken had zij echter nog steeds pijn en daarom
medisch gezien niet meer nodig dat zij ziekenhuiszorg
liet de huisarts röntgenfoto’s van haar knie maken. De
kreeg. Mevrouw Poelman kon echter niet naar huis. Zij
32
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
woont namelijk alleen in een eengezinswoning, met
onder meer verplegend personeel, een fysiotherapeut,
de slaap- en badkamer op de eerste verdieping, en de
een ergotherapeut en een logopedist; allen in dienst van
eerste weken zou zij niet kunnen traplopen. Er was niet
Zorginstellingen Pieter van Foreest. De herstelunit is nu
voldoende mantelzorg beschikbaar: haar kinderen wonen
zo’n anderhalf jaar in functie en zeer naar wens van de
in Zoetermeer en Purmerend, dus niet naast de deur.
patiënten.
Herstelunit biedt uitkomst
Mevrouw Poelman kan dit alleen maar beamen. Zij vindt de
Voor mevrouw Poelman was het daarom een uitkomst
mogelijkheid om binnen het ziekenhuis op de herstelunit
dat zij binnen het ziekenhuis op de herstelunit van
van Zorginstellingen Pieter van Foreest te verblijven
Zorginstellingen Pieter van Foreest kon worden opgenomen.
bijzonder prettig. “Het is hier allemaal prima gegaan, echt
Op dinsdag 9 juni werd ze daarnaar overgebracht. Ze
waar. Niets dan lof! Zeker weten!” Met die woorden neemt
kan er maximaal vier weken blijven, maar ze revalideert
ze afscheid van ons.
voorspoedig, dus misschien kan ze al wat eerder naar huis. “De pijn is nu stukken minder”, vertelt ze. “Ik heb wel pijn, maar dat is meer het trekken van de wond. Maar de heup zelf gaat prima. Ik ben dolblij dat het probleem verholpen is. Ik ben nu een week op de herstelunit. Een paar dagen geleden en gisteren heb ik al een keer op de trap gelopen, maar dat gaat nog een beetje moeizaam. Verder doe ik wat oefeningen aan de baar en ook veel op bed: benen strekken en knieën buigen, dat doe ik haast om het uur. Er staat nog een hele rij oefeningen op papier, bijvoorbeeld mijn been oplichten, maar daar ben ik nu nog niet aan toe.” Naar wens van de patiënten Het verblijf van mevrouw Poelman op de herstelunit werd in feite al geregeld na haar eerste contact met de orthopedisch consulent in de polikliniek van het Reinier de Graaf Gasthuis. De orthopedisch consulent legde haar uit wat de heupoperatie in zou houden, hoe de opname zou verlopen en welke voorzorgsmaatregelen er thuis mogelijk waren. Toen bleek dat mevrouw Poelman na de operatie niet direct naar huis zou kunnen, werd dit aan het Transferpunt van het ziekenhuis gemeld. Op deze manier is bij het Transferpunt al twee weken van tevoren bekend dat er een patiënt aan komt. Als verwacht wordt dat de patiënt binnen vier weken na de operatie wel naar huis kan, al dan niet met zorg thuis, dan wordt er op de herstelunit van Zorginstellingen Pieter van Foreest een bed gereserveerd. Op deze herstelunit werken
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
33
ASVZ
34
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Versterking van de positie van de cliënt De versterking van de positie van de cliënt wordt steeds belangrijker binnen de AWBZ. Het ministerie van VWS oefent dan ook grote druk uit op zorgkantoren en zorginstellingen om hiermee aan de slag te gaan. Als zorgkantoor geven we hieraan graag gehoor en dus vormt dit een van onze beleidsspeerpunten. Zo willen we bevorderen dat AWBZ-cliënten meer invloed kunnen uitoefenen op de zorg die zij ontvangen. Die versterking krijgt op drie manieren vorm.
De cliëntpositie versterken betekent om te beginnen dat de cliënt keuzevrijheid heeft. Cliënten moeten zelf kunnen bepalen welke AWBZ-zorg zij ontvangen en weloverwogen de zorginstelling van hun voorkeur kunnen kiezen. Keuzeondersteunende informatie is hiervoor noodzakelijk. Te denken valt aan informatiefolders, informatie op websites en loketten waar de cliënt informatie krijgt over wonen, zorg en welzijn. Transparantie en een goede voorlichting over het AWBZ-zorgaanbod zijn voor deze keuzevrijheid essentieel.
De cliëntpositie versterken betekent bovendien dat cliënten inspraak hebben in de zorg die zij ontvangen. Hun stem wordt onder meer ‘gehoord’ in het zorgplan: zorgverlening vindt binnen de AWBZ altijd plaats aan de hand van een individueel zorg- of behandelplan, dat van tevoren besproken is met de cliënt (of vertegenwoordiger) en aangepast is aan diens wensen en behoeften. Cliënten worden daarnaast nog op twee andere manieren gehoord. Zo kunnen zij in het cliëntwaarderingsonderzoek – dat zorginstellingen eens per twee of drie jaar uitvoeren – hun mening geven over diverse aspecten van de zorg- en dienstverlening van de betrokken instelling. Waar nodig leidt dit tot verbeteringen. Tevens kunnen zij bij onafhankelijke klachtencommissies hun klachten kwijt over de zorg of bejegening. Uit het onderzoeksrapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ‘Invloed consumenten op kwaliteit AWBZ-zorg’ blijkt overigens dat er in de AWBZ erg weinig geklaagd wordt. Die conclusie moet wel met enige scepsis worden bekeken: de officiële klachten die ingediend worden bij de klachtencommissie, vormen namelijk slechts het topje van de ijsberg.
De cliëntpositie versterken betekent ten slotte dat cliënten een stem hebben in de cliëntenraad in kwestie; hierin denkt en praat een vertegenwoordiging van cliënten en mantelzorgers mee over allerlei zaken die spelen binnen de zorginstelling. In de cliëntenraad is de medezeggenschap van cliënten(vertegenwoordigers) wettelijk geregeld.
ASVZ is een instelling met een gevarieerd zorgaanbod voor mensen met een verstandelijke beperking. De aanpak is er persoonlijk: cliënten krijgen de kans zelf hun leven vorm te geven, al naar gelang hun behoeften, voorkeuren en mogelijkheden. In de jaarplannen van ASVZ komt het thema ‘zeggenschap en medezeggenschap’ uitdrukkelijk aan de orde. De nadruk ligt hierbij op het versterken van de invloed van cliënten in hun dagelijks leven. ‘Zorg voor elkaar’ begint hier dus met goed luisteren naar de cliënten.
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
35
Begrip voor de cliënt vormt de basis voor medezeggenschap
Wim Kos Het zorgkantoor vindt het belangrijk dat cliënten een
900 vrijwilligers zetten zich in voor zo’n 4.000 cliënten.
sterke positie hebben in de zorginstelling waar ze
ASVZ is dus een grote organisatie, met een budget van
verblijven. Daarom wordt er bij de inkoop van zorg
177 miljoen euro in 2008. De organisatievorm is echter
gekeken
uit
zo plat dat je deze eerder zou verwachten bij een
cliëntwaarderingsonderzoeken opvolgen. Ook de positie
kleinschalige instelling. De medewerkers worden door
van de cliëntenraad binnen de zorginstelling is van belang.
meewerkende teamleiders aangestuurd. Deze hebben op
Een gesprek over de organisatie van zeggenschap en
hun beurt sectormanagers boven zich. Aan de top van
medezeggenschap met Wim Kos, voorzitter van de Raad
de organisatiepiramide is er dan alleen nog de Raad van
van Bestuur van ASVZ, en Peter Brandenburg, voorzitter
Bestuur.
of
zorgaanbieders
de
aanbevelingen
van de centrale cliëntenraad van deze instelling. “Het idee daarachter is”, zo legt bestuursvoorzitter Wim Kos ASVZ verleent zorg en diensten aan mensen met een
uit, “dat de managementlijn in de dagelijkse praktijk van de
verstandelijke beperking en biedt hun ouders en
zorg verankerd moet zijn, wil je goede cliëntenbegeleiding
verwanten ondersteuning. Ruim 4.000 medewerkers en
kunnen geven. De meewerkende teamleiders zijn zelf
36
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
interview een speciale observatie gebruikt ten behoeve van het zorgplan. Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook cliënten die zelfstandig wonen en rechtstreeks het contact met de organisatie onderhouden. Met hen hebben we direct een gesprek over het zorgplan en is het interview niet nodig.” Wettelijke medezeggenschap goed geregeld Vanzelfsprekend kent ASVZ ook de collectieve zeggenschap zoals die in de Wet medezeggenschap cliënten zorgactief in de begeleiding van mensen, zodat ze zich heel
instellingen (Wmcz) is voorgeschreven. Wim Kos: “De
goed realiseren wat nu eigenlijk de echte cliëntbehoeften
medezeggenschap is georganiseerd langs de lijnen
zijn. Instellingen in de gehandicaptenzorg kunnen over het
van de organisatieopbouw; het idee daarachter is dat
algemeen heel goed de klant op papier centraal stellen in
medezeggenschap de zeggenschap moet volgen. Aan de
hun missie en visie, maar het is ongelooflijk moeilijk zulke
basis hebben we lokale cliëntenraden. Deze gaan over wat
teksten daadwerkelijk om te zetten in beleid, in actie. Ik
je met elkaar in een woonvoorziening of een locatie voor
zal de laatste zijn om te zeggen dat ASVZ daar helemaal
dagbesteding moet afspreken. In de lokale cliëntenraden
in slaagt, maar onze leidinggevenden begrijpen in ieder
zijn cliënten vertegenwoordigd en soms ook verwanten,
geval wat cliënten zeggen of proberen te zeggen doordat
al naar gelang de mogelijkheden die cliënten zelf
ze midden in de praktijk staan. Binnen ASVZ is dat de
hebben. Vervolgens hebben we sectorale cliëntenraden.
basis voor zeggenschap en medezeggenschap.”
Deze gaan over het gebied waar een sectormanager in opereert: bijvoorbeeld een bij elkaar passende regionale
Het belang van individuele zeggenschap
eenheid of een eenheid omdat mensen als doelgroep met
Wim Kos hecht veel waarde aan de individuele zeggenschap,
elkaar hebben te maken. In de sectorale cliëntenraden
hoe moeilijk die soms ook tot stand is te brengen. “De
zitten zowel cliënten als verwanten. Op centraal niveau
kern van zeggenschap is dat je de regie over je eigen leven
is er dan de centrale cliëntenraad, die voor de hele
hebt. Daarom hebben we in de voorbereiding van het
organisatie functioneert en formeel aanspreekpunt is
zorgplan een speciale plaats ingeruimd voor een interview
voor de belangenbehartiging van de cliënten. De centrale
met de cliënt. De persoonlijke begeleider die het zorgplan
cliëntenraad is helemaal uit verwanten samengesteld.”
voorbereidt, heeft een persoonlijk gesprek met de cliënt over de onderwerpen die voor diens zorg van belang zijn. Dat interview wordt vervolgens als een van de elementen in de zorgplanbespreking ingebracht. Cliënten kunnen, als ze dat willen, zelf ook bij die zorgplanbespreking aanwezig zijn. Bij die bespreking is ook een verwante, maar niet bij het interview zelf. Onze medewerkers zijn speciaal getraind om zo’n interview met de cliënt te houden. Bij veel cliënten is het goed mogelijk de kernpunten in hun leven langs te lopen, maar bij mensen met heel ernstige beperkingen zijn andere constructies nodig. In dat geval wordt in plaats van het
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
37
Cliënten vormen de kern van ASVZ
Peter Brandenburg Voorzitter van de centrale cliëntenraad van ASVZ is Peter
welzijn gaat, zouden cliënten daar zelf wel over moeten
Brandenburg. Hij bekleedt deze functie sinds ruim een
kunnen meepraten. Het punt is echter dat verwanten al
jaar. Voor die tijd, toen zijn inmiddels overleden broer nog
gauw vinden dat cliënten dat niet kunnen, maar er zijn
binnen ASVZ verbleef, was hij voorzitter van een van de
voorbeelden – ik noem maar onze sectorale cliëntenraad
sectorale cliëntenraden. “De sectorale cliëntenraad staat
Vincentius (in Udenhout) – waarin dat uitstekend gaat.
dichter bij de cliënt dan de centrale cliëntenraad”, aldus
Dus als zulke cliënten er zijn, geef ze dan de ruimte om
Brandenburg, “hoewel ook sectorale cliëntenraden soms
mee te praten.”
nog onvoldoende feedback van bewoners krijgen. Als voorzitter van de centrale cliëntenraad vind ik dat cliënten
Hij vervolgt: “Bij een andere instelling heeft de centrale
ook op centraal niveau moeten kunnen meepraten. Dat
cliëntenraad zelfs een voorzitter die zelf cliënt is. Ik vind
geldt niet voor alle onderwerpen. Zo is meepraten over
dat een goede zaak. We hebben zelfstandigheid hoog in
financiële zaken misschien net iets te hoog gegrepen,
het vaandel staan. Zo moeten mensen zelfstandig kunnen
hoewel ik dat niet voor iedere cliënt zou durven
wonen en moeten ze steeds meer zelfstandig kunnen
zeggen. Maar als het direct over leefomstandigheden en
doen en voor zichzelf opkomen. Echter, als het over
38
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
zeggenschap gaat, dan zeggen familie en verwanten dat
waarde hechten aan de wijze waarop hun zeggenschap
zij zelf wel kunnen beslissen voor de cliënt. Natuurlijk
in deze cliëntenraden is georganiseerd. De cliënten die
ontstaat dat idee vaak omdat ze een bepaalde vorm van
hierin participeren, hebben coaches toegewezen gekregen
bescherming willen bieden; ik zal dat zelf ook wel hebben
die hen voor en tijdens vergaderingen begeleiden. Deze
gezegd toen mijn broer nog leefde. Toch is het op zich
coaches zijn medewerkers van andere woonvoorzieningen
vreemd om over bijvoorbeeld een nieuwe woonvoorziening
dan de bewoners die zij begeleiden, zodat zij niet of
wel te praten met verwanten maar niet met cliënten. Als
nauwelijks persoonlijk bij de te bespreken onderwerpen
we direct met cliënten praten zullen we meer tijd moeten
betrokken zijn. Peter Brandenburg: “We zullen nog meer
besteden aan voorlichting en aan uitleg wat we bedoelen.
moeten inzetten op de rol van deze coaches. We doen
Misschien zal de snelheid van handelen hierdoor iets
daar bij ASVZ al veel aan, maar het kan nog beter. De
worden vertraagd, maar dat moeten we dan maar voor
investering daarin krijg je dubbel en dwars terug.”
lief nemen. Mijn ultieme wens is dan ook dat er als ik na zes jaar – de maximale termijn als voorzitter – afscheid
Wim Kos onderschrijft de noodzaak om de positie van de
van de centrale cliëntenraad moet nemen, óók cliënten in
cliënt verder te versterken en ziet daartoe tot slot nog
de raad zitten.”
een andere mogelijkheid. “Om zeggenschap niet te laten verpieteren, zullen we voor een soort permanente scholing
Bestuursvoorzitter Kos plaatst enkele kanttekeningen bij
moeten zorgen, niet alleen van de medewerkers, maar
de deelname van cliënten in de centrale cliëntenraad.
vooral ook van de cliënten, om hun de kracht te geven
Hij wijst op eerdere ervaringen daarmee bij een van de
waarmee zij van zich kunnen laten horen. We moeten
fusiepartners van ASVZ, waar de centrale cliëntenraad
cliënten in de positie brengen waarin ze kunnen laten
uitsluitend uit cliënten bestond. Na de fusie, nu vier jaar
merken dat zij het zijn die in deze instelling wonen en dat
geleden, werd deze ‘cliënten-cliëntenraad’ nog twee jaar
de medewerkers er zijn om voor hen te werken.
gehandhaafd, naast een ‘verwanten-cliëntenraad’. “We
Zij, de cliënten, zijn de kern van ASVZ. We hebben al
hebben dat destijds geëvalueerd”, aldus Kos. “Het bleek
jarenlang een serie van trainingen gedaan om dat
dat complexe beleidsthema’s vaak niet werden besproken
bewustzijn te versterken. Veel cliënten zijn daar met plezier
of zo werden versimpeld dat de essentie ervan verloren
naartoe gegaan, omdat ze leren dat zeggen wat hen dwars
ging. Cliënten vonden dat de besprekingen vaak te
zit in de dagelijkse gang van zaken zin heeft, omdat er
snel gingen of dat er zaken in de besprekingen werden
wat mee wordt gedaan. Veel mensen hebben jarenlang in
aangehaald, die hen niet bekend waren. Omdat het hier
instellingen gewoond waar de zeggenschap matig tot niet
een wettelijk bepaalde medezeggenschap betreft, moet je
geregeld was. Juist deze groep moeten we leren dat ze er
dan als organisatie een andere weg zien te vinden om je
mogen zijn en dat zij het hier voor het zeggen hebben.
beleidsnotities toch onder de loep te laten nemen. Het heeft
Dat is niet altijd gemakkelijk, dat vergt veel geduld en
overigens ook te maken met het type cliënten aan wie wij
inzet, maar het is de moeite meer dan waard!”
zorg verlenen. Gemiddeld genomen zijn dat verstandelijk gehandicapten
met
zwaardere
zorgzwaartepakketten,
waarvan je niet kunt verwachten dat ze op elk niveau mee kunnen denken. Daarom willen wij ook ouders en verwanten betrekken in de medezeggenschap.” Coaches en permanente scholing Uit de evaluatie van het functioneren van de sectorale cliëntenraden twee jaar geleden bleek dat cliënten veel
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
39
Financiële gegevens 2008 Zorgkantoor DWO/NWN Zorgaanspraken
Brutoschade 2008 regio’s DWO en NWN (in €1.000)
Zorg met verblijf Zorg met verblijf verpleging en verzorging
296.428
Zorg met verblijf gehandicaptenzorg
154.250
Zorg met verblijf geestelijke gezondheidszorg
22.188
18.934
5.663
2.445
3.801
38.406
Zorg zonder verblijf Zorg zonder verblijf verpleging en verzorging
Zorg zonder verblijf gehandicaptenzorg
Zorg zonder verblijf geestelijke gezondheidszorg
Overig Hulpmiddelen / rolstoelen / tandheelkundige hulp Subsidieregelingen AWBZ (waaronder PGB) Totaal
40
542.115
Zorg voor elkaar, Gesprekken uit de praktijk Jaarverslag 2008 Zorgkantoor DWO / NWN
Colofon Het Jaarverslag 2008 is een uitgave van Zorgkantoor DWO/NWN Schiedam, Augustus 2009 Coördinatie
Fotografie
Daphne de Vries, Laura Mostert
Henry van Kleeff, Rotterdam
Zorgkantoor DWO/NWN, Schiedam
Grafisch ontwerp
Eindredactie
design-station.nl, Bert Meijer, Hoorn
Truus van der Spek, Oegstgeest
Druk
Interviews
Kapsenberg van Waesberge, Rotterdam
Terveertekst, Amsterdam
Oplage
Peter van Steen, Geldermalsen
500 exemplaren
Zorgkantoor DWO/NWN ’s-Gravelandseweg 555 3119 XT Schiedam Postbus 366 3100 AJ Schiedam T. (010) 242 27 33 F. (010) 273 35 68 www.zorgkantoordwo.nl www.zorgkantoornwn.nl