HOOFDSTUK 7
Interviews uit de praktijk
Hoofdstuk 7
Interviews uit de praktijk In dit hoofdstuk kun je kennismaken met mensen die in de uitgeverij werken. In de interviews zullen ze vertellen wat hun werk inhoudt en wat je er voor moet kunnen om dat werk goed te doen. We hebben geprobeerd mensen uit zoveel mogelijk verschillende uitgeverijen aan het woord te laten. Op de website kun je van alle geïnterviewden nog wat extra gegevens vinden. Als je meer wilt weten over een van de functies of over de werkzaamheden dan kun je op de website kijken welke mensen die we hier aan het woord laten je per e-mail vragen kunt stellen. We hebben de interviews in vier groepen ingedeeld: 1: Uitgevers In deze groep maak je kennis met uitgevers. Je zult zien dat er soms hele andere benamingen gekozen zijn, maar als je de interviews leest zul je zien dat ongeacht de benaming, de werkzaamheden van deze mensen op elkaar lijken 2: Marketing & sales In deze groep vind je zowel gesprekken met marketing managers als met mensen die echt voor de verkoop verantwoordelijk zijn (sales) 3: Redactie De mensen die hier aan het woord komen hebben allemaal een baan op een redactieafdeling. Er worden hoofdredacteuren geinterviewd, maar ook een webredacteur en een fondsredacteur 4: Productie De laatste groep zijn mensen die binnen de uitgeverij verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van het productietraject. Wat daar bij komt kijken lees in de interviews met deze mensen
Wegwijzer in de Uitgeverij
75
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Henk Verbeek, manager private label media, Kluwer
“Er gebeurt altijd wel iets dat je niet verwacht” Henk Verbeek is manager private label media bij Kluwer. Een uitgeverij die zich met name richt op het financiële en fiscale vlak. Verbeek licht toe: “Als een bank, een verzekeraar, een accountantskantoor of een belastingadviseur met zijn klanten wil communiceren, zorgen wij daarvoor. Dan maken we een boekje over de nieuwe belastingwet bijvoorbeeld. We zorgen dat de tekst voor de doelgroep begrijpelijk is. Maar ook de vormgeving en het productietraject nemen we voor onze rekening.” Private label wil zeggen dat de bank of verzekeraar de publicatie onder zijn eigen naam uitbrengt. Kluwer geeft het dan uit. “Als manager stuur je het hele proces aan: verkoop, redactie en productie. Bij alles wat je doet is het belangrijk dat je je oriënteert op je klanten. Dat je een band met ze opbouwt en de relatie zorgvuldig onderhoudt. Je moet weten wat er speelt bij de klant en je inleven in zijn wereld. Relaties en medewerkers zijn kritisch en laten zich niet gemakkelijk binden. Ze verwachten iets extra’s: uitstekende resultaten, prima service en verrassende producten die precies doel treffen. Goede sociale en communicatieve vaardigheden zijn dan ook onontbeerlijk. Je moet aardig zijn, maar ook weer niet te, outgoing en vasthoudend. Maar ook inhoudelijk moet je van de hoed en de rand weten. Zijn er geluiden over veranderingen in de Wet financiële dienstverlening? Dan betekent dat weer
76
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Henk Verbeek
een paar rimpels in de vijver van een beroepsgroep. Lees: werk aan de winkel. Ook conceptueel moet je met de klant mee kunnen denken. Soms maakt die gebruik van geïntegreerde communicatie waarbij het gaat om de campagne als geheel. De klant brengt een spotje op tv, maakt daarnaast een radiocommercial waarbij de luisteraar een boek kan bestellen of naar de website wordt verwezen. Dat werkt vaak goed. Je denkt mee hoe je die communicatiemiddelen het beste kunt inzetten en wanneer. Sowieso is het van wezenlijk belang te weten hoe het allemaal reilt en zeilt in de uitgeverij. Het Instituut voor Media en Informatie Management van de Hogeschool van Amsterdam biedt gerichte opleidingen aan.” Zelf is Verbeek een man van de praktijk, in 1976 begonnen als aankomend kopijvoorbereider. “Daarna heb ik elke functie in het vak wel een keer bekleed geloof ik. Het leuke van het vak is dat elke klant weer iets anders wil en dat dat soms haaks staat op de behoefte van de uitgeverij om te standaardiseren. Als je dan iets kunt maken dat afwijkt en succesvol is, geeft dat een superbevredigend gevoel. Het is een hartstikke interessante branche, er gebeurt altijd wel weer iets dat je niet verwacht.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
77
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Peter Frissen, senior uitgever, Sdu
“Geen negen-tot-vijftypes” Peter Frissen zorgt als senior uitgever bij Sdu uitgevers voor de ontwikkeling van producten voor juridische professionals. “De markt in de gaten houden, dat is eigenlijk de basis van mijn functie. Daar haal ik mijn werk vandaan. Je leest vakliteratuur, haalt informatie uit bijvoorbeeld gebruikersonderzoeken. Maar je netwerk is het belangrijkste instrument om erachter te komen waar de markt behoefte aan heeft. Die behoefte vertaal ik naar producten. Hoe? Je begint met de inkoop van content. Auteurs zoeken, ze instrueren, telkens weer afspraken maken. Daarna komt de productie: het manuscript controleren en iets ‘tastbaars’ maken van je idee (een boek, een cd-rom, een website). En je moet er natuurlijk voor zorgen dat je product verkoopt.” Zoals zoveel mensen in de wereld van de uitgeverij is Peter er min of meer ingerold. “In de tijd dat ik rechten studeerde was er nog geen internet. Ik heb toen een uitgeefplan gemaakt voor een juridisch bulletinboard.” De uitgeverij zag niet alleen wat in het plan, maar ook wat in Peter. Hij kon daar als uitgever aan de slag. “Mijn studie rechten had ik afgebroken, dus dat zag ik wel zitten. Het vak uitgever is iets wat je in de praktijk moet leren, maar zonder die studie had ik dit niet kunnen worden. Omdat al je contacten jargon gebruiken is iemand die geen rechten heeft gestudeerd niet zo’n geschikte gesprekspartner.” Als uitgever moet je vooral veel kunnen. Je hebt te maken met marketing, je moet financieel inzicht hebben, maar je moet ook praktische beslissingen
78
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Peter Frissen
nemen: welk soort papier gebruik je, wat is een effectief omslag, maak je er een folioproduct van of is het beter om het op internet te zetten? “Het is een breed vak; dat maakt het leuk en tegelijkertijd heel lastig. Het is ook een hectisch vak: als je niet tegen stress kunt, dan red je het niet. Je werk omvat tientallen kleine projecten die allemaal in een andere fase zitten. Je moet deadlines halen en budgetten bewaken. Gelukkig heb je wel zelf de vrijheid om je dagindeling te bepalen. Uitgevers zijn geen types die je van negen tot vijf in een hok kunt stoppen, dan worden ze gek. Als dit vak je leuk lijkt, moet je er gewoon aan beginnen. Zoek een ervaren uitgever, daar kun je het snelst van leren.” “De laatste tijd zijn er steeds meer aanbieders van juridische informatie, ook nietuitgevers zoals bijvoorbeeld overheidsinstellingen, onderzoeksinstituten en brancheorganisaties denken dat ze het dankzij internet zelf wel kunnen. Na een aantal jaar kloppen ze vaak weer bij ons aan: uitgeven blijkt toch een echt vak te zijn. Het gaat om de kunst van het organiseren, dat is belangrijker dan het medium. Als je informatie goed is georganiseerd en je redacties zijn dat ook, doet de productvorm er verder niet toe. Wat dat betreft vind ik het internet dus niet zo heel erg interessant. In mijn vak gaat het er al jaren om dat je informatie goed ordent en dat je bijhoudt wat zinvolle ‘links’ zouden zijn. Het enige verschil is dat het nu ook mogelijk is om die links elektronisch te maken.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
79
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Irma van Lamoen, business development manager, Kluwer
“Trends ontdekken bij klanten” “Voor de functie van business development manager bestaat geen strak loopbaanplan”, zegt Irma van Lamoen, die deze job vervult bij Kluwer. “Alleen al binnen Kluwer zie je mensen met verschillende achtergronden, die op verschillende manieren invulling geven aan deze baan. Ik maak bijvoorbeeld in samenwerking met klanten innovatieve concepten, terwijl mijn collega zich meer richt op de interne processen.” Business development manager is geen startersfunctie en er is geen specifieke opleiding voor. “Kies voor een juridische, economische of bedrijfskundige opleiding – academisch en gericht op het bedrijfsleven. Dat helpt je bij de zaken waar je als business development manager dagelijks mee te maken krijgt. Een business develop manager moet communicatief sterk zijn, dat is belangrijk. Veel van de innovaties die je voorstelt, brengen veranderingen met zich mee en mensen staan erom bekend dat ze daar niet zo van houden. Goed kunnen samenwerken is dus wel zo handig. Snel kunnen schakelen, commercieel zijn; het zijn allemaal eigenschappen die goed van pas komen. Ook moet je conceptueel vermogen hebben, een stukje boven het geheel uit kunnen kijken.” Maar wat doet een business development manager eigenlijk? “Trends ontdekken bij klanten, dat is waar het om gaat. Klanten zitten steeds minder te wachten op
80
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Irma van Lamoen
een traditionele uitgever. Ze zoeken geen standaardproduct, maar iets dat is toegesneden op de manier waarop zij informatie gebruiken. Dus geen boekenkast vol mooie titels meer. Ik moet de vraag naar kennis oplossen en niet ‘gewoon’ een boek of cd-rom maken. Je stapt als het ware af van de productvorm en gaat inhoudelijk aan de slag met content. Steeds vaker leveren we software in plaats van een boek of cd-rom. Door deze ontwikkelingen worden klantgerichtheid en klantcontact veel belangrijker. Ik overleg veel, zorg dat ik weet wat de klant precies wil. Maar ik moet ook weten wat er intern mogelijk is, anders beloof ik dingen die we niet waar kunnen maken. Dingen die we bijvoorbeeld hebben gemaakt? Voor een klant verzorgen we html-bestanden om in de interne kennisdatabank op te slaan. Zijn er bijvoorbeeld uit een bestaande uitgave drie van de zes hoofdstukken interessant, dan hoeven ze slechts die drie hoofdstukken op te nemen. Ook leveren we nieuwsberichten op maat. Is er bijvoorbeeld een wetswijziging, dan is dat voor verschillende van onze klanten interessant. De een wil dat bericht echter intern verspreiden via een e-nieuwsbrief, de ander stuurt liever een ‘gewone’ brief. Dat vraagt om een andere aanpak. Daarom leveren we dat nieuwsbericht op verschillende manieren. Soms merk ik dat er veel behoefte is aan een nieuw product dat wij nog niet kunnen leveren. Dan speel ik dat intern door. Als het rendabel is, starten we een project om die kennis ook in huis te krijgen.” “Vaak ben ik bezig met langlopende trajecten. Bij sommige heb je al na een half jaar resultaat, maar meestal duurt het langer, zo’n driekwart tot één jaar. Het leuke aan de baan is dat je veel met nieuwe zaken te maken hebt. Je moet resultaatgedreven zijn. Niet per se op financieel gebied, dat is meer het werk van de accountmanager. Telkens weer zorg je ervoor dat er een nieuw proces van de grond komt.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
81
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Michiel Bugter, uitgeefmanager, Malmberg
“Het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten” Michiel Bugter is uitgeefmanager bij educatieve uitgeverij Malmberg. Hij is verantwoordelijk voor het resultaat van de unit Mens- & maatschappijvakken voortgezet onderwijs. Kort gezegd zorgt hij ervoor dat er genoeg geld binnenkomt, maar hoe doet hij dat? “Praten! Met de mensen uit mijn team, met auteurs, met leraren, met de bezoekers van beurzen en congressen, met klanten en soms zelfs met leerlingen. Ik ben er verantwoordelijk voor dat we de dingen die we afspreken met de klanten ook voor elkaar krijgen en dat we zoveel mogelijk producten aan de man brengen. Dat doe ik uiteraard niet alleen, maar met mijn team: uitgevers, marketeers, realisatiemanagers, productiebegeleiders, een accountmanager, een projectleider multimedia en een siteredacteur. Ik houd het overzicht over het werk dat zij doen en spring bij wanneer dat nodig is.” De overheid schrijft voor welke stof er behandeld moet worden in het voortgezet onderwijs. Educatieve uitgeverijen ontwikkelen het lesmateriaal. “Door middel van onderzoeken en met panels zoeken we uit wat de behoefte van docenten is. Aan de hand daarvan ontwikkelen we leermiddelen. En die moeten we gaan verkopen. Wat dat betreft is het een harde markt: verkopen wij materiaal aan een school, dan betekent dat dat een andere uitgeverij dat niet meer kan doen. Maar andersom is dat ook het geval. Het is dus erg belangrijk dat we voeling houden
82
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Michiel Bugter
met de mensen waar we het voor doen.” De educatieve uitgeverij is een branche in beweging, zoals de hele uitgeverij. “De IT-revolutie maakt het technisch mogelijk een andere oplossing voor de problemen van onze klanten te zoeken. Daarom veranderen onze producten. Leerlingen verwerken de stof dankzij IT op een andere manier en onze producten moeten we daarop aanpassen. Een andere trend is de toenemende professionalisering. Dat vind ik wel leuk, het beschermde, creatieve wereldje dat de uitgeverij eerst was, verandert in een wat zakelijkere wereld. Waar alles wel wat helderder en duidelijker is: je zit er uiteindelijk om geld te verdienen voor de aandeelhouders.” “Ik ben van huis uit historicus en heb dus een enorm brede studie achter de rug. Toen ik als afgestudeerde werk zocht kwam ik als vrijwilliger terecht bij een uitgeverij voor het basisonderwijs die onderdeel was van Wolters Kluwer. Ik kon binnen dat concern management trainee worden en na wat omzwervingen bij andere uitgeverijen werk ik nu hier, bij Malmberg. M’n brede belangstelling komt me ook in dit vak uitstekend van pas. Een uitgeefmanager is het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten. Je moet van alles wat kunnen. Die brede scope maakt mijn vak – samen met het maatschappelijke aspect – zo interessant. Je bent bezig met inhoud, met financiën, met mensen, met instituten. Hoe je zo’n schaap wordt? Ik heb veel in de praktijk geleerd en ik heb cursussen en opleidingen gevolgd, onder andere bij Vakopleiding Boekenbranche, het opleidingsinstituut binnen de branche. Maar je moet vooral doorzetten. Een ondernemend type met een open mind kan een eind komen.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
83
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Michiel Hatenboer, uitgeefmanager, ANWB
“Het resultaat van je werk zie je terug in het schap” Iedereen kent het tijdschrift de Kampioen, maar de ANWB geeft daarnaast ook nog een karrenvracht aan boeken, gidsen en cdrom’s uit. Michiel Hatenboer is uitgeefmanager bij de ANWB. Hij is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en commerciële activiteiten rondom die uitgaven. Hij denkt met zijn uitgevers na over de vraag aan welke informatie behoefte is, zoekt daarvoor eventueel samenwerkingsverbanden en houdt de financiële planning van de producties die daar uit voort vloeien in de gaten. Michiel stuurt uitgeefteams aan: “We hebben er hier drie”, vertelt hij. “Recreatie en toerisme Nederland, Vakantie buitenland en Algemene en Nieuwe producten. Onder dat laatste fonds vallen bijvoorbeeld kampeeruitgaven, auto- en cursusboeken en kinderproducten. Elk uitgeefteam heeft een eigen redactie en productiebegeleiding. Ik zorg ervoor dat we afspraken vastleggen, stuur de medewerkers aan en reken ze af op het resultaat. De medewerkers krijgen van mij de ruimte. Als tegenprestatie verwacht ik dat ze hun verantwoordelijkheden nemen. Ik toets de afspraken en controleer of ze het goed hebben gedaan. Kijk, uiteindelijk moet ik ervoor zorgen dat de ANWB een optimaal pakket aan media op de plank heeft liggen. Wat dat concreet betekent? Hmm, motiveren en coachen van medewerkers.” Michiel volgde geen speciale opleiding voor deze job. “Ik schreef vroeger in de schoolkrant en ben toen Nederlands gaan studeren. Daarna heb ik een paar reis-
84
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Michiel Hatenboer
gidsen geschreven en werd ik onder andere redacteur, hoofdredacteur en uitgever. Ik ben als het ware in het vak gegroeid. Als uitgeefmanager moet je ambitieus zijn. Je moet een drive hebben om producten te willen ontwikkelen. Ook moet je creatief en nieuwsgierig zijn; signalen uit de markt oppikken. Je moet goed naar grote groepen mensen kijken. Wat willen ze en welke bewegingen zijn er? Welke behoeften hebben ze? Praat met klanten. Probeer daar producten bij te bedenken en laat af en toe – bij verjaardagen of zo - een proefballonnetje op en peil de reacties. Dan weet je of je nog op het goede spoor zit. De hoge vlucht die digitale media hebben genomen is de belangrijkste ontwikkeling van de laatste jaren. Het feit dat veel mensen hun informatie op internet zoeken, heeft gevolgen voor onze branche. We gaan daarin mee en zoeken oplossingen door bijvoorbeeld informatie te verschaffen via het mobiele telefoonnet en via cd-rom’s. We maken dan ook steeds meer multimedia-uitgaven. Die overigens vaak dienen als ondersteuning van de papieren uitgave. Enkele successen? De gids ANWB-dagtrips, waarin letterlijk 1001 ideeën staan voor een dagje uit. In één oogopslag is te zien of een idee geschikt is voor kinderen, groepen, of er speciale kortingen gelden en of je er met slecht weer ook naartoe kunt. Het boekje over de zonsverduistering dat we enkele jaren geleden in samenwerking met Meteoconsult maakten, was een echte hit. En de ANWB stratenatlas, die je snel en makkelijk de weg wijst naar adressen in meer dan 400 Nederlandse plaatsen, is een begrip geworden. Zulke successen geven je een lekker gevoel: als het je lukt om ontwikkelingen in de markt te vertalen naar een succesvolle uitgave. Bovendien, wat je maakt zie je meteen terug in het schap.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
85
HOOFDSTUK 7 Uitgevers
Daphne Dotsch, senior uitgever, Bohn Stafleu van Loghum
“Een uitgever is een productontwikkelaar die honderd projecten tegelijk kan overzien” Daphne Dotsch is senior uitgever bij Bohn Stafleu Van Loghum (BSL). Een uitgeverij die zich vooral richt op gezondheidszorg en welzijn. Van BSL kunnen we traditionele uitgaven als boeken, tijdschriften en nieuwsbrieven verwachten, maar ook cursussen, workshops en elektronische producten zoals diskettes, cd-roms, een digitale vakbibliotheek en websites behoren tot het uitgavenpakket. Dotsch legt uit wat er ‘senior’ is aan haar functie: “Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor een substantiële omzet en meer fondsoverstijgende klussen doet dan een ‘uitgever’. Dotsch is specialist op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. “Je moet constant weten welke ontwikkelingen er in het werkveld zijn. Welke nieuwe regels in de gezondheidszorg staan er op de rol? En wat doet de politiek daarmee? Vervolgens bedenk je welke informatie de doelgroep daarover zou willen hebben. Als je dat in kaart hebt en we denken dat we daarmee wat geld kunnen verdienen, nodigen we redacteuren en auteurs uit om het te schrijven.” Een uitgever is een ondernemer, een productontwikkelaar. Een uitgever bedenkt concepten en is innovatief aangelegd”, vat Dotsch haar beroep samen. “Kijk, het
86
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Daphne Dotsch
is algemeen bekend dat de patiënt mondiger wordt en de huisarts steeds minder tijd heeft. Als ik nu een tijdschrift maak, zit daar bijvoorbeeld een hand-out voor de cliënt in over een bepaalde psychische stoornis, bijvoorbeeld manisch-depressiviteit. Kan de huisarts of psychotherapeut zo meegeven aan de patiënt. We verzinnen ook nieuwe digitale producten. We zijn nu bezig de mogelijkheden van ‘e-consult’ te onderzoeken. Kunnen klanten on line vragen stellen over allerlei aandoeningen. Als gezondheidszorgspecialisten spinnen we natuurlijk garen bij de vergrijzing en de gevolgen van de 24-uurseconomie. Steeds meer mensen krijgen ouderdomskwalen, depressies of een burn-out en moeten die problemen in toenemende mate zelf oplossen. Ze gaan minder naar de huisarts en zoeken vaker op internet op wat ze moeten doen. Daardoor verandert ook de rol en de informatiebehoefte van de professional. Immers, de cliënten komen meestal al zeer goed geïnformeerd op het spreekuur. Daardoor moet de professional ook beter beslagen ten ijs komen. Daar bedenken wij dan weer oplossingen voor. Onze grafische en digi-specialisten kijken vervolgens of die oplossingen technisch haalbaar zijn.” Een uitgever is ook een organisator, een coördinator en een generalist. Dotsch: “Je moet van alles een beetje weten en kunnen. Je moet ook sociaal vaardig zijn; auteurs warm kunnen maken om iets te schrijven. Een delicaat werkje als je ze moet vertellen dat ze er niet veel meer mee verdienen dan eeuwige roem. Verder moet je commercieel zijn, zakelijk en creatief. Het leuke is dat je te maken hebt met de crème de la crème van de wetenschap. Allemaal mensen die ontzettend goed zijn in wat ze doen. En jouw goede idee zie je terug in een tastbaar resultaat.” Als je uitgever wilt worden, maakt je achtergrond niet veel uit, meent Dotsch. “Het is een ‘ervaringsvak’, niet echt te leren. Al is een beetje marketingkennis geen overbodige luxe. Als je maar een brede belangstelling hebt en zaken kunt delegeren aan mensen die er inhoudelijk veel beter in zijn. Oja, en dat je honderd projecten tegelijk kunt overzien.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
87
HOOFDSTUK 7 Marketing & sales
Joanneke van Zadelhof, marketingmanager, Tirion Uitgevers
“Goed met mensen kunnen omgaan, van chefkoks tot paardenkenners” Joanneke van Zadelhoff is marketingmanager bij Tirion uitgevers in Baarn. Zij is verantwoordelijk voor de betaalde én free publicity marketingactiviteiten van deze uitgeverij. “Wij geven alleen maar non-fictie uit, zo’n 350 titels op jaarbasis. Drie keer per jaar verzorgen we een zogenaamde aanbieding, een brochure voor boekhandel en pers met de titels uit onze fondsen (culinair, natuur, hobby, sport en actuele titels). Samen met de uitgever kies ik per aanbieding een aantal titels die extra marketingaandacht krijgen. Dat zijn er zo’n tien per keer, verdeeld over alle fondsen. Voor die titels organiseren we bijvoorbeeld perspresentaties, signeersessies en interviews of we gaan er speciaal voor naar een beurs. Maar verschillende fondsen vragen natuurlijk om een verschillende aanpak. En ook per auteur kan de strategie anders zijn. We hebben bijvoorbeeld Daphne Deckers in een fonds zitten en die kunnen we vaak voor promotionele doeleinden inzetten. Dat vindt ze zelf ook leuk. Maar een schrijver uit het buitenland kun je niet vaak naar Nederland laten komen, dat moet je anders aanpakken. Als ik een boek uit het hobbyfonds moet promoten, is de keuze voor bladen om in te adverteren snel gemaakt. Hoewel we boeken hebben over allerlei onderwerpen, van speksteen
88
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Joanneke van Zadelhof
tot fotografie en kerstkaarten, volstaat het om in één, hooguit twee magazines te adverteren, daarmee breiken we de hele doelgroep. Wil ik een culinaire uitgave onder de aandacht brengen, dan is dat wat complexer. Er zijn zoveel verschillende tijdschriften en ook zoveel verschillende niveaus.” Voordat Joanneke bij Tirion terecht kwam werkte ze onder andere bij Quote media, waar ze de marketing van bladen verzorgde. De wereld van de uitgeverij heeft haar altijd al geboeid, zoals blijkt uit de opleiding Uitgeverij die zij volgde op de Frederik Müller Academie in Amsterdam. “Kennis van de uitgeverij is wel handig bij dit vak, evenals een brede algemene ontwikkeling. Verstand van marketing is natuurlijk een vereiste. Je moet flexibel zijn en goed kunnen organiseren. Een andere must is dat je goed met mensen om kunt gaan. Niet alleen intern met bijvoorbeeld uitgevers en collega’s van de productieafdeling, maar je moet ook met de meest uiteenlopende externe partijen in gesprek. Zo praat je het ene moment met een chefkok en zit je het volgende moment met een kenner van paarden om de tafel. Die er vanuit gaat dat jij ook veel van paarden afweet.” “Veranderingen in de branche? Ik denk dat marketing een belangrijker plek in zal nemen, omdat er met minder boeken eenzelfde of grotere omzet moet worden bereikt. Dat verandert aan de competenties van een marketingmanager niet zoveel. Dus als je marketingmanager wilt worden, zorg dan voor goede, degelijke werkervaring.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
89
HOOFDSTUK 7 Marketing & sales
Andy Westzaan, hoofd exploitatie, Media Business Press
“Een baan met sjeu” Andy Westzaan werkt al vijftien jaar bij Media Business Press, uitgever van vakbladen in zeer uiteenlopende sectoren. Met titels als Kunststof en Rubber, Product en Lastechniek is de uitgever vertegenwoordigd in de sector Industrie en Techniek. Gevaarlijke Lading en Schip en Werf, de Zee zijn gericht op de sector Maritiem en Transport. Onder de noemer Zorg en Management worden bladen als ZM Magazine, Reflector en KLIK uitgegeven, terwijl op het gebied van Media en Cultuur Boekblad, Boekblad Magazine, Mediafact en De Uitgever verschijnen. Ook geeft Media Business Press, in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland, brancheorganisatie voor horecaondernemers, het magazine Koninklijke Horeca Nederland uit. In samenwerking met Het Koninklijk Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest wordt de uitgave van Preludium verzorgd. Daarnaast organiseert Media Business Press workshops en richt het zich meer en meer op elektronisch uitgeven. Andy begon er als advertentie/orderadministrateur. “Vanuit die functie ben ik doorgegroeid tot chef de bureau en weer later tot hoofd productie. Een leuke baan, je zit echt als een spin in het web. Je hebt én te maken met vormgeving én met redactie én met de drukkerij. Maar toch, ik zocht een nieuwe uitdaging. Ik wilde graag doorgroeien en die kans heb ik gelukkig ook gekregen.” “Nu ben ik hoofd exploitatie, maar ook verantwoordelijk voor de verkoop, voor het ICT-netwerk én multichannel publishing; een vierdubbelfunctie in feite. Als hoofd exploitatie ben ik verantwoordelijk voor de facturering van de advertenties en abonnementen. Tenminste het stuk dat gedaan moet worden voordat het
90
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Andy Westzaan
bij de boekhouding komt. Ik zie erop toe dat de gegevens op een correcte manier in het systeem komen, dat ze op de afgesproken manier worden gefactureerd. Hiervoor stuur ik twee afdelingen aan; advertentie/orderadministratie (twee medewerkers) en abonnementbeheer (drie medewerkers). Abonnementbeheer verwerkt mutaties, voert gegevens in die ze van de marketingafdeling krijgt en regelt de aanmaningen.” Het tweede deel van Andy’s baan is leiding geven aan de afdeling Media Sales Support, een afdeling die uit zal groeien naar tien personen. “Hier gaat het ook om aansturing in grote lijnen. Je probeert de mensen tot grootse resultaten te coachen; de verkoop van zo veel mogelijk advertenties en sponsorships. Ze zorgen ervoor dat spelers binnen de branches het noodzakelijk vinden om in onze bladen te staan. Het overige deel van mijn tijd besteed ik aan het ICT-netwerk en multichannel publishing; het publiceren naar verschillende communicatiekanalen. Voor het ICT-netwerk los ik de eerstelijnsproblemen op. Bij grotere problemen kan ik terugvallen op de ICT-afdeling.” Hoe ziet een dag van zo’n duizendpoot er eigenlijk uit? “Ik kom binnen, neem de planning door en ga vanaf dat moment deadlines afvinken. Ik heb zo’n vier tot vijf besprekingen op één dag. Zo heb ik dagelijks overleg met ‘abonnementen’ over de acties die we moeten nemen. Ook heb ik iedere dag een persoonlijk gesprek met één van de verkopers. En dan zijn er altijd nog de meetings met het Management Team… Je moet in deze functie veel organiseren. Maar het is een baan met sjeu, ik werk met een heel leuk team, de sfeer is goed. Natuurlijk, het is druk, maar dat is voor mij als workaholic wel prettig. Niet alleen organisatietalent komt je trouwens van pas. Je moet ook stressbestendig zijn en goed met mensen kunnen omgaan. Kennis? Ik zou zeggen gezond verstand op hbo-niveau. En een beetje administratieve bagage is ook wel handig. En je moet natuurlijk bijblijven; je kennis voortdurend op peil houden. E-commerce wordt nu natuurlijk steeds belangrijker. We geven cd-roms uit en schuiven steeds meer richting internet, ook op het gebied van verkoop. Uitgevers produceren vaker digitale artikelen. Je vakgebied wordt dus steeds breder en je kunt wel stellen dat het beroep inhoudelijk heel anders is dan een paar jaar terug. Als je mee wil blijven praten, moet je er iets vanaf weten.” Wat moet je doen als je ook zo’n baan wilt? “Je moet het echt willen, en doorzetten. Als je echt wilt, lukt alles je.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
91
HOOFDSTUK 7 Marketing & sales
Rob Bijlsma, marketingmanager, Koninklijke Van Gorcum
“Er zijn legio manieren om het goed te doen” “Als marketingmanager heb je met iedereen binnen de uitgeverij te maken”, zegt Rob Bijlsma, marketingmanager bij Koninklijke Van Gorcum. Van Gorcum is een middelgrote uitgeverij, met een breed assortiment aan boeken, tijdschriften en nieuwe media. Vijfenzestig procent daarvan bestaat uit producten voor het hoger onderwijs, het overige deel uit uitgaven voor de professionele markt – mensen die moeten bijblijven in hun vak – en wetenschappelijke publicaties. “Je zet, samen met anderen, de strategie van het bedrijf uit en daarom moet je met veel mensen overleggen. Dingen uitzoeken, plannen schrijven. Je komt met iedereen in contact: uitgevers, MT, secretariaat, verkoop. Samen met de uitgevers ben je marktgericht aan het werk, je bent hun sparringpartner – en andersom. Zij werken met auteurs, jij houdt je vooral bezig met de markt, want jij moet juist vanuit de klant denken. Die klant leren kennen. En dus gericht marktonderzoek doen. Die input geef je aan de uitgevers, zodat zij producten kunnen ontwikkelen die ook daadwerkelijk verkocht worden.” “Ik doe dat niet alleen, maar heb ook twee collega’s op de afdeling. Eén zorgt voor de promotie (folders, catalogi) en de ander is meer bezig met e-commerce en internet. Communiceren met anderen, daar draait het voor een groot gedeelte om. Je moet het leuk vinden om meningen te verzamelen en daar iets samen-
92
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Rob Bijlsma
hangends van te maken. Open, nieuwsgierig, analytisch en een doorzetter zijn. En natuurlijk flexibel, want zeker bij marketing geldt: zoveel mensen zoveel meningen. Er zijn legio manieren om het goed te doen. Je moet wel zelf de grote lijn die gekozen is vasthouden, maar je moet er rekening mee houden dat iedereen waar je mee samenwerkt een andere aanpak nodig heeft.” Marketingmanager is geen functie die je bekleedt als je vers van school af komt. “Als je dit beroep wilt hebben, kun je het beste eerst marketingmedewerker worden. Dan kun je de kunst afkijken. Je moet natuurlijk wel een basis hebben, heao CE bijvoorbeeld, of bedrijfskunde. Die basis moet stevig op niveau zijn als je marketingmanager wordt, je moet weten hoe je plannen maakt. Want ook daar ben je flink wat tijd aan kwijt. Je moet bijvoorbeeld jaarlijks het meerjarenplan verversen (en één keer in de zoveel tijd opnieuw maken): de kansen die het bedrijf heeft, zien te benutten, uitgevers begeleiden bij het maken van deelmarktplannen, het marketingjaarplan maken, plannen ontwikkelen bij projecten waarbij grote uitgaven gemoeid zijn. En in feite bereid je samen met de uitgevers bij iedere uitgave een plan voor. Sommige uitgaven, zoals dissertaties, krijgen een plan ter grootte van een A4-tje, andere hebben daar lang niet genoeg aan. Maar zoals je ziet: je mag je overal mee bemoeien. Dat maakt dit vak zo leuk, het past echt bij je als je altijd graag wilt weten hoe iets in elkaar zit.” De technologische ontwikkelingen (nieuwe media) hebben ook impact op marketeers die in de uitgeverij werken, vindt Rob. “Marketing wordt steeds belangrijker. Vroeger werden teksten in boekvorm uitgegeven. Nu komt er een cd-rom bij, of een website of een combinatie hiervan. Om erachter te komen wat de juiste benadering is, zul je marktonderzoek moeten verrichten. Bovendien werd er vroeger alleen via de boekhandel verkocht, nu gaat dat ook steeds meer via het internet. De verkoop via onze eigen website loopt goed, daarnaast zijn er ook internetwinkels als BOL bijgekomen, waar we ook mee samenwerken. Het is de taak van marketeers om op alle ontwikkelingen tijdig een goed antwoord te vinden. De ontwikkelingen een stapje voor zijn.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
93
HOOFDSTUK 7 Marketing & sales
Annemiek Bergmans, senior bladmanager, Weekbladpers
Je moet van het product ‘tijdschriften’ houden Weekbladpers Tijdschriften is de uitgever van Psychologie Magazine, whY, J/M, J/M Pubers én vertrouwde titels als Vrij Nederland en Opzij. Sinds eind maart is daar ook het aan Opzij gelieerde SIS (‘de eerste glossy voor, tijdens en na je werk’) toegevoegd. Annemiek Bergmans is senior bladmanager bij Weekbladpers Tijdschriften en in die functie (mede)verantwoordelijk voor verkoop van Vrij Nederland, Opzij en SIS. Voor dat laatste blad was Bergmans bovendien verantwoordelijk voor de introductie op de lezers- en adverteerdersmarkt. “Dat ‘verkoop’ moet je dus ruim zien, want mijn functie is eigenlijk heel breed”, zegt Bergmans. “Ik bewaak de abonneeverkoop en de losse verkoop van de drie bladen. En ik let op de advertenties in het blad. Mijn werk komt neer op het voortdurend analyseren van de verkoopcijfers en – wanneer nodig – het op poten zetten van een salescampagne. In feite komt mijn werk dus ook neer op het bewaken van het imago van de drie bladen. En Vrij Nederland, Opzij en SIS hebben elk een heel specifiek imago. Het zijn drie verschillende merken.” De functie van Annemiek Bergmans brengt met zich mee dat ze dagelijks met verschillende onderdelen van het bedrijf moet samenwerken. Bergmans: “Ik heb natuurlijk te maken met marketing, maar ook met de productie en de advertentieverkoop. Je hebt te maken met veel verschillende mensen in verschillende rollen en dat maakt het werk echt leuk. Het betekent echter ook dat ik soms met
94
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Annemiek Bergmans
twintig dingen tegelijk bezig ben en dan moet je wel gestructureerd kunnen werken. Daarnaast moet je stressbestendig zijn, want veel activiteiten worden onder tijdsdruk verricht.” Bergmans kan zonder moeite nog een aantal eisen opnoemen die aan een (senior) bladmanager worden gesteld, zoals bijvoorbeeld goede sociale vaardigheden en accuratesse. Maar ook creativiteit speelt een rol, bijvoorbeeld wanneer de oplagecijfers een aantrekkelijke actie nodig maken. Bergmans: “Op die momenten moet je iets verzinnen waarmee je de verkoop van het blad op kunt krikken. Een cadeautje, waarmee vooral de losse verkoop een impuls krijgt. In samenwerking met onder andere de marketing- en de productieafdeling verzin je dan bijvoorbeeld een leuk boekje, dat met het blad wordt meegeseald. Je verzint iets leuks en bekijkt samen hoe dat zo kosteneffectief mogelijk kan worden geproduceerd.” In de tien jaar tijd dat Bergmans bij Weekbladpers Tijdschriften op de loonlijst staat heeft ze een steady loopbaan opgebouwd. Begonnen als advertentieacquisiteur voor Opzij en Psychologie Magazine werd ze na drie jaar gevraagd om bladmanager voor Opzij te worden. Sinds 2003 heeft ze haar huidige functie. “Er is in tien jaar tijd veel veranderd”, weet Bergmans. “De voortschrijdende stand der techniek brengt met zich mee dat steeds meer creatieve ideeën gerealiseerd kunnen worden. Aan de afzetkant zien we dat losse verkoop voor onze titels van groter belang wordt. Mensen zijn – zeker in economisch mindere tijden - minder snel geneigd om een abonnement te nemen. Daar moet je als bladmanager en senior bladmanager uiteraard tijdig op inspelen.” Hoewel Bergmans na haar studie Letteren een passend curriculum heeft opgebouwd staat voor haar één ding centraal bij de functie van bladmanager. “Je moet liefde hebben voor het product ‘tijdschriften’; de organisatie die er achter zit. Bij tijdschriften is de redactie het meest zichtbaar. Het vak ‘redacteur’ spreekt dan ook vaak sterk tot de verbeelding, maar je moet volgens mij nooit de ambitie hebben om van productie naar redactie door te stromen. Dat zijn twee heel verschillende disciplines.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
95
HOOFDSTUK 7 Redactie
Marja Holtrop, redacteur, Van Goor
“Een redacteur krijgt als eerste een nieuw boek onder ogen” “Een goede redacteur heeft voelsprieten”, zegt Maria Holtrop. En ze kan het weten want ze is zelf redacteur. Bij Van Goor. De Amsterdamse uitgeverij geeft prenten-, kinderboeken en jeugdromans uit voor kinderen van vier tot zestien jaar. Het bedrijf is onder meer bekend van klassiekers als Winnie de Poeh en Alice in Wonderland. Voelsprieten? “Ja, als redacteur moet je je ogen en oren de kost geven, zodat je goede schrijvers op het spoor komt. Je bent ook een soort talent scout. Als je bij wijze van spreken een buschauffeur hoort zeggen dat-ie met een boek bezig is, moet je dat in je geheugen opslaan. Ook alles wat je op tv, radio of van vrienden hoort dat voor het uitgeven van een boek handig kan zijn, moet je signaleren.” Holtrop richt zich specifiek op kinderboeken en prenten. “Op de redactie komen tientallen manuscripten per week binnen. Vaak in het Nederlands, maar ook dikwijls in het Engels. Of we ze helemaal lezen? Nee, de eerste twee bladzijden van zo’n manuscript moeten meteen boeiend zijn. Soms krijgt de tekst van mij nog tien pagina’s de kans om te fascineren. Zo niet: jammer. In de redactievergadering bespreken en beoordelen we de binnengekomen manuscripten. Het is mijn taak om de uitgever te overtuigen van het potentiële succes van het boek. Je
96
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Marja Holtrop
moet dus ook denken: is het te verkopen, gaat het aanslaan, is er een markt voor? Als het mij al niet kan boeien, zullen anderen er waarschijnlijk ook bij in slaap vallen. Zo simpel is het. Slechts één op de honderd manuscripten wordt uiteindelijk uitgegeven. Verder moet je goed kunnen organiseren en plannen want je doet veel dingen tegelijk. Om je te oriënteren op het vak van redacteur kun je een basiscursus Vakopleiding boekenvak volgen. Dat klinkt misschien suf maar dat is het allerminst. Bovendien heb je zo’n opleiding gewoon nodig. Zeker als je bij een megagrote uitgever werkt. Je krijgt dan het overzicht over het hele traject dat een boek aflegt en dat maakt je als redacteur completer. Zelf heb ik die opleiding niet gevolgd. Ik ben begonnen bij een heel kleine uitgeverij en dan krijg je alle facetten van het vak wel mee. Taalgevoel, dat moet je ook hebben. Je moet in ieder geval een kei zijn in Nederlands en Engels. Als je ook Frans en Duits beheerst, is dat meegenomen. Ben je eigenwijs en nieuwsgierig? Dat werkt in dit beroep in je voordeel. En natuurlijk moet je van lezen houden. Na werktijd zit ik ook nog wel eens een manuscript door te nemen. Het leuke is dat jij de eerste bent die al die tekst of illustraties te zien krijgt. Of ik een trend ontwaar in de boekenwereld? Moeilijk. De laatste tijd lijkt het alsof er weer meer aandacht is voor kwaliteit dan voor kwantiteit en dat de life cycle van een boek weer wat langer wordt. Of zou dat wishful thinking zijn?”
Wegwijzer in de Uitgeverij
97
HOOFDSTUK 7 Redactie
Robert Heukels, adjunct-hoofdredacteur, Sanoma
“Zorgen dat je niet geklopt wordt op kennis” “Ik bepaal wat erin komt”, vat Robert Heukels zijn functie van adjunct-hoofdredacteur van Sportweek in een paar woorden samen. “Maar dat doe ik samen met een heleboel anderen”, nuanceert hij snel. Sportweek is één van de men’s magazines van uitgeverij Sanoma. Het mannenblad gaat over sport die mannen raakt. Grotendeels over voetbal dus, maar ook formule 1, basketbal, wielrennen en schaatsen krijgen ruime aandacht. “Aan het begin van de week verdeel ik de verhalen over onze elf verslaggevers. Elke zondag zijn we hier dan van twaalf tot twaalf aan het werk om de verhalen te lezen, te bekoppen en in te zetten. Als hoofdredacteur moet je goed het overzicht kunnen bewaren, moet je helder kunnen denken en verrekte goed kunnen plannen. Sportweek telt 68 pagina’s. Daar moet een lekker ritme inzitten. Dus als je een groot interview hebt van zes pagina’s dan moet je op de volgende zes pagina’s niet nog eens zo’n interview zetten. Daar moet dan iets korters, iets luchtigs. De lezer even wat adem laten halen met een foto-item of zo. We halen ook de verschillende schrijfstijlen wat uit elkaar.” Robert is ook nog chef voetbalverslaggever; hij kan het schrijven zelf niet laten. “Taalgevoel is onontbeerlijk in deze functie. Je moet zorgen dat de koppen de
98
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Robert Heukels
lading dekken en niet te vaag, te leuk of te plat zijn. Je moet kunnen kiezen, selecteren. Wat moet er in wat niet? Wat is hot en wat not? En, je moet geduldig zijn.” Robert legt uit: “Kijk, verslaggevers zijn erg goed in observeren en het maken van mooie verhalen, maar, wat zal ik zeggen, computer- en agendatechnisch zijn ze minder ontwikkeld. Soms ben je gewoon schoolmeester.” Natuurlijk moet een adjunct-hoofdredacteur alles weten van sport. “Er zijn zoveel informatiebronnen tegenwoordig dat het gevaar bestaat dat je geklopt wordt op kennis. Dat moet je voorkomen. Je moet blijven verrassen. Dus veel bellen met spelers en trainers om het fijne van een zaak te weten te komen.” Zei je nu net dat je ’s zondags van twaalf tot twaalf aan het werk bent? “Klopt, en dat is helemaal niet leuk. Maar sport is wel een heel leuk onderwerp. Er gebeurt altijd wel wat en het geeft mensen veel plezier en amusent.” De trend dat mannenbladen sinds een paar jaar ‘aanslaan’, vindt Robert curieus. “Voorheen kochten alleen vrouwen bladen. Nu strijden de mannenbladen ook om hun plek in het schap. Elke week verkopen we tussen de vijftig- en zeventigduizend exemplaren van Sportweek. We zijn net iets hipper dan Voetbal International. Een ander voordeel is dat we ons op andere sporten kunnen richten als het met voetbal slecht gaat.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
99
HOOFDSTUK 7 Redactie
Marlies Hagers, webredacteur, NRC Handelsblad
“Steeds dichter bij de lezer” Marlies Hagers verzorgt als webredacteur de scholierensite van het NRC Handelsblad. “De scholierensite wordt wekelijks gevuld met interessante informatie voor scholieren in de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs. Ik zorg er altijd voor dat het elke week een compleet geheel is, dat er voor meerdere vakken iets te vinden is. Ik zoek een aantal onderwerpen en artikelen bij elkaar, elke week zo’n acht tot negen. Verder zwengel ik de discussie aan op het forum, plaats bijdragen van scholieren en kies onderwerpen uit het aanbod van Franse en Engelse persbureau’s. Belangrijke nieuwsonderwerpen komen daarbij aan bod: ingrijpende nieuwsitems of issues die langere tijd voortduren. Maar ook recensies van boeken, cd’s of concerten. Alle artikelen gaan aan het eind van de week naar het onlinearchief. Daar staan ze geordend op vak en kunnen scholieren er gemakkelijk informatie uit halen, voor bijvoorbeeld werkstukken. Ze gebruiken de site als een gedrukte krant: je leest ‘m niet helemaal, maar haalt eruit wat je nodig hebt.” Wat voor ‘gewone’ journalisten geldt, geldt ook voor webredacteuren. Zo is nieuwsgierigheid een handige eigenschap. Maar er zijn meer overeenkomsten. “Voor deze functie moet je kunnen organiseren en je moet van schrijven houden. Op technisch gebied hoef je er niets voor te kunnen – tenminste, niet bij deze krant. Hier werken we met een systeem waarmee ook digibeten uit de voeten kunnen. En waar je ook heel wat aan hebt is ‘Fingerspitzengefühl’: wat is er voor
100
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Marlies Hagers
scholieren leuk om te lezen? Dat moet je aanvoelen. Vaak betekent het dat ik artikelen moet inkorten, verduidelijken of versimpelen. Of moet aanvullen met informatie. De ‘normale’ krant veronderstelt dat de lezer voorkennis heeft. Scholieren hebben dat lang niet altijd en het is dus mijn taak om bij, bijvoorbeeld, een conflict in het Midden-Oosten de achtergrond te schetsen.” “Ik kom zelf ook uit het onderwijs, hoewel dat lang geleden is, en schrijven voor deze doelgroep vind ik erg leuk. Eenvoudig en duidelijk schrijven, maar het moet wel informatief zijn. En je moet vooral niet zomaar wat opschrijven. Grondigheid is geboden: er is zoveel informatie te vinden op het internet. Die informatie klopt lang niet altijd en eigenlijk zou je altijd moeten controleren van wie die komt. Dat is iets dat scholieren moeten leren. De trends en veranderingen op dit gebied hebben niet zoveel met mijn functie te maken; je ziet meer en meer dat de informatie achter de schermen verdwijnt. Mensen krijgen informatie niet meer voor niets, ze moeten betalen of zich op zijn minst registreren voordat ze krijgen waar ze naar op zoek zijn. De internetredactie is bij kranten nog niet de populairste plaats om te werken, maar ik denk dat het een kwestie van afwachten is. We ontdekken steeds meer wat het internet kan betekenen voor een krant en als internetredacteur kun je daar zelf ook over nadenken. Je kunt er allerlei extraatjes aan toevoegen: vragenrubrieken bijvoorbeeld. Zo kom je als krant – en dus ook als redacteur – steeds dichter bij de lezer.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
101
HOOFDSTUK 7 Redactie
Antje Velthuis, chef-redacteur, Sanoma
“Zonder sociale vaardigheden red je het niet als redacteur” Enkele jaren geleden ging ze als redacteur vaak zelf op pad, op zoek naar mooie fietsroutes. Tegenwoordig stuurt ze als chef-redacteur van het magazine FietsActief meestal haar collega’s aan. Antje Velthuis werkt sinds 1997 op de redactie van het magazine FietsActief, een uitgave van Sanoma Men’s Magazines. Velthuis werd destijds aangenomen, omdat ze als sociaal geograaf over kennis beschikt van cartografie en de redactie iemand nodig had die routekaarten kon maken. Al snel werd ze gevraagd om ook artikelen te schrijven. Onder begeleiding van een lid van een journalistengilde zette ze haar eerste schreden op het schrijverspad. Ze volgde ook enkele cursussen bij de Amsterdamse schrijversschool ’t Colofon om meer bedreven te raken in het vak. “Als redacteur moet je sterk zijn in teksten schrijven, een verhaal helder en aantrekkelijk kunnen neerzetten. FietsActief is er voor de recreatieve fietser. Wij willen onze lezers enthousiasmeren en informeren over alles wat met fietsen te
102
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Antje Velthuis
maken heeft. Dat moet je op aansprekende en vlotte wijze kunnen doen. Maar ook kritisch zijn op je eigen werk. Onze lezers zijn veeleisend. Als we bijvoorbeeld de naam van een riviertje verkeerd vermelden, krijgen we dat zeker op ons bord. Maar dat soort reacties houden je ook scherp.” Als chef-redacteur heeft Velthuis veel organisatorische taken. Ze bedenkt samen met de hoofdredacteur en eindredacteur de onderwerpen. Maakt daarvan een briefing en zet de opdrachten uit bij freelancers en fotografen. “Daarbij moet je goed overzicht kunnen bewaren over alle activiteiten”, zegt Velthuis. “Je moet precies weten wie wat aan het doen is en wanneer wat af moet zijn. Bovendien dien je makkelijk en tactvol te kunnen omgaan met mensen, niet bang zijn om op ze af te stappen of ze te bellen. Zonder sociale vaardigheden red je het niet als chef, en ook niet als redacteur.” Maar het maken van een blad houdt meer in dan het traditionele redactiewerk. “Vooral de laatste jaren zijn er veel nevenactiviteiten bijgekomen”, zegt Velthuis. “Een eigen website, daar kun je als tijdschrift niet meer omheen. Die moet je dus opzetten en bijhouden. Verder organiseren we af en toe een fietsevenement en eens in de zoveel tijd een feest of excursie voor onze lezers. De organisatie gaat voornamelijk uit van de marketingafdeling, wij zorgen voor de publiciteit.” Het meest aantrekkelijke aspect van haar werk vindt ze de afwisseling. “Geen dag is gelijk. Er gebeuren altijd weer onverwachte dingen. Soms moeten er bijvoorbeeld op het laatste ogenblik nog extra redactiepagina’s bijkomen. “Dat houdt het leuk”, zegt de chef-redacteur. Zelf schrijft Velthuis voor elk nummer nog wel een paar berichten en minstens één reportage. “Als ik de kans krijg om er op uit te gaan, grijp ik die. Waar naar toe? Nederland kent vele mooie plekjes, maar Zuidoost-Groningen is wel mijn favoriete. Ik ontdekte het gebied een paar jaar geleden per fiets. Dacht dat het er heel kaal was, maar het is bosrijk en glooiend. Prachtig”
Wegwijzer in de Uitgeverij
103
HOOFDSTUK 7 Redactie
Sandra Larsen, fondsredacteur, Kluwer
“Je eigen toko, maar geen eindverantwoordelijkheid” Sandra Larsen is fondsredacteur bij Kluwer. “Een fonds is bij ons een klantgroep. Als fondsredacteur beheer ik een pakket aan uitgaven van de klantgroep Human Resources (HR). Uitgaven kunnen boeken zijn, maar ook handboeken, cd-roms, boekenseries of on lineproducten. Beheren wil zeggen dat je voortdurend kijkt of de bestaande producten nog aan de eisen en wensen van de klant voldoen. Je bent ook medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van producten. Om dat te weten te komen, hou je er een intensief klantencontact op na. Je belt ze, mailt ze en probeert een afspraak te maken. Je vraagt of het product voldoet, wat er goed aan is, wat niet en of het nog aansluit bij de gebruikers ervan. Zo stem je dat af. Daarna werk je die nieuwe ideeën uit. Dat doe je samen met je uitgever en met externe redacties en auteurs.” “Eens in de zoveel tijd ploffen er van de afdeling marketing marktonderzoeken op je bureau. Daaruit signaleer je kansen voor een nieuwe uitgave en kun je dus soms innovatieve producten ontwikkelen. Daarvoor moet je wel conceptbewust zijn. Dus je realiseren wat het gaat kosten, of het rendabel is. En of de markt erop zit te wachten. We hebben hier ook targets. Het mooie van fondsredacteur is dat je niet eindverantwoordelijk bent. De uitgever wordt erop aangesproken als je je target niet haalt. Nou ja, je moet wel laten zien dat je er echt alles aan gedaan hebt, dat wel. Maar je hebt in principe je eigen toko. Dus als je denkt dat
104
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Sandra Larsen
het rendabel is, regel je auteurs en redactieleden en ga je naar redactievergaderingen. Daarna bewaak je de kwaliteit van de stukken die zij schrijven en zorg je dat ze op tijd worden ingeleverd. Het is ook nodig dat je communicatief vaardig bent, zowel verbaal als non-verbaal. Je hebt veel (e-mail)contact met auteurs en redactieleden. Afwachten is in dit beroep een slechte eigenschap. Je moet initiatief tonen, trends signaleren en daarop inspelen. Het wordt gewaardeerd als je zelf voorstellen doet om een product te verbeteren. Wat voor kennis je daarvoor nodig hebt? Tja, ik heb Engels gestudeerd en deed ‘book and publishing’ als specialisatie. Via-via kwam ik zeven jaar geleden bij Kluwer terecht. Daar werd ik eerst assistent-uitgever, nu ben ik fondsredacteur en binnenkort staat er productmanager (adjunct-uitgever) op mijn kaartje. Weer ietsje meer verantwoordelijkheid. Alle kennis heb ik eigenlijk op mijn werk opgedaan. Als je iets weet van kosten en begrotingen is dat meegenomen. Goed kunnen plannen en organiseren is wel een vereiste. Momenteel werk ik aan veertien verschillende producten tegelijk, van losbladige handboeken tot cd-roms en boekenseries. Het leuke van dit werk is dat het heel veelzijdig is en dat je steeds een eindresultaat ziet.” Nog trends gesignaleerd de laatste tijd? “Eh ja, shared services centres. Die zijn hot in P&O-land.” Wat zijn dat dan? “We spreken van een shared service centre (SSC) als meerdere afdelingen binnen een organisatie een bepaalde activiteit, die ze op dezelfde wijze (zouden kunnen) uitvoeren, uitbesteden aan een centrale afdeling. Veel bedrijven richten bijvoorbeeld op het terrein van HRM zo’n SSC in. Daarnaast spelen er allerlei ontwikkelingen op wetgevingsgebied. De VUT- en prepensioenregeling gaan op de helling, de reiskostenregeling is vanaf 1 januari 2004 veranderd en vanaf 1 januari 2005 wordt er een nieuwe Wet Kinderopvang van kracht. Hier moeten P&O’ers iets mee, dus wij zullen moeten inspelen op die informatiebehoefte.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
105
HOOFDSTUK 7 Productie
Martijn Stoffers, coördinator opmaakredactie, de Volkskrant
“De krant is de baas, de deadline is heilig” “Als je bij een dagblad werkt is de deadline nog heiliger dan bij een week- of maandblad”, vertelt Martijn Stoffers, coördinator opmaakredactie van de Volkskrant. “Logisch, want de krant móet elke dag naar de pers.” Samen met zijn team maakt Martijn de krant op. “De Volkskrant wordt in grote vlakken opgemaakt. Anders dan bijvoorbeeld De Telegraaf, die veel speelser is en waar verhalen in verschillende lettertypes en -groottes door elkaar lopen. Vooral het gedeelte waar het nieuws in staat, is aan strenge regels gebonden. De verhalen die bij elkaar horen, vind je op een logische plek en staan niet kriskras door het blad verspreid. De vormgeving van de rubrieken staat vast. We overleggen natuurlijk wel met de eindredactie, maar in de opmaak zul je weinig tierlantijnen vinden. In de bijlagen kunnen we ons meer frivoliteiten permitteren. We kunnen zelf beelden zoeken of illustraties bestellen.” Zelf helpt Martijn ook mee met het opmaken van de krant. “Maar ik ben ook druk met het aansturen van het team van dertien opmaakredacteuren, vier grafisch redacteuren en een art director. En roosters maken doe ik ook want deze mensen hebben natuurlijk ook allemaal vrije dagen. Dus enkele planningsvaardigheden komen je in dit vak zeker van pas. Verder moet je zo’n beetje met alle vormgevingsprogramma’s overweg kunnen: QuarkXPress, Illustrator, Adobe
106
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Martijn Stoffers
Photoshop en dergelijke. Het ene onderdeeltje wordt in het ene programma opgemaakt, het andere in een ander programma. Net als vele anderen is Martijn ‘in het vak gerold’. “Ik kreeg een rondleiding in een uitgeverij en maakte daar een opmerking dat ik er wel zou willen werken. Kreeg een formulier onder mijn neus gedrukt en ben aangenomen. Maar dat was toen. Als mensen bij ons solliciteren, zie ik graag Kunstacademie of School voor Journalistiek, specialisme Vormgeving op hun cv staan. Verder moeten kandidaten iets met nieuws hebben, anders zit je hier niet goed. Als je een special maakt over het EK en je haat voetbal, dan kan het geen topproduct worden. Je moet ook weten wat er in de wereld speelt. Je bent eigenlijk een lay-outjournalist. Ik hou van resultaat. En, dat is het mooie van het vak, elke ochtend zíe ik mijn resultaat. Samen met nog 400.000 andere mensen. De uitgeverij is een dynamische wereld. Dan is er weer een overname, dan verschijnen er zondagkranten of kranten op tabloidformaat (helft van een normale krant). Dat laatste brengt overigens weer andere opmaakvaardigheden met zich mee. Je kunt dan bijvoorbeeld mooie spreads over een bepaald thema maken. De mensen die hier rondlopen? Tja, da’s een apart slag, waar ik goed mee kan opschieten. Je hebt veel vrijheid en er gaat geen toeter om half zes. De krant is de baas, daar loopt iedereen het vuur voor uit zijn sloffen. Als je het gehele traject bekijkt, zitten we met opmaak nét voor de pers. Een belangrijke fase. Je bent de laatste die de definitieve pagina ziet. Dus krijgen wij altijd de schuld als er een foutje in staat. Hoe je je dan voelt? Als een keeper die een bal door zijn handen door laat glippen.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
107
HOOFDSTUK 7 Productie
Marleen Verhulst, vormgever, Lemniscaat
“Creativiteit en organisatietalent zijn een must voor vormgevers” Boeken vormgeven is een mooi vak. Dat vindt Marleen Verhulst tenminste. Ze is ruim drie jaar in dienst bij Lemniscaat. Bij de Rotterdamse uitgeverij verschijnen boeken voor kinderen en non-fictie voor volwassenen, over onder meer filosofie, (ortho)pedagogiek, psychologie, opvoeding en ontwikkeling. Verhulst houdt zich bezig met het opmaken van jeugd-, kinder- en prentenboeken. “Vooral de afwisseling tussen terugkerende opdrachten met een vast stramien en nieuwe klussen bevalt me”, zegt ze. “Je wordt steeds voor nieuwe uitdagingen gesteld en tussendoor kun je ook eens varen op je ervaring.” Mijn leukste opdrachten van de afgelopen tijd? De kist, een prentenboek voor jonge kinderen over een geitje dat een grote kist vindt op het strand; Bij ons is alles lekker, een rijk geïllustreerd kinderkookboek; Arthur –koning van de Middenmark van Kevin Crossley-Holland, een historische jeugdroman. Dat zijn de eerste titels die haar te binnen schieten waarvoor zij omslag en binnenwerk styleerde.
108
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Marleen Verhulst
Naast het vormgeven van boeken heeft Verhulst nog meer te doen. Promotiemateriaal ontwerpen, zoals posters en flyers horen ook bij haar functie. Evenals het plannen en begeleiden van het drukwerk. Ook is ze verantwoordelijk voor het maken van prijsafspraken met onder meer lithografen en drukkers. “Eigenlijk komt het er vooral op aan dat je creatief bent en goed kunt organiseren”, vat ze samen. “Je zorgt ervoor dat boeken en het promotiemateriaal er goed uitzien èn dat al het werk op tijd wordt aangeleverd bij de drukker. Je moet kunnen omgaan met deadlines, overzicht bewaren en plannen. Soms ben je met veel dingen tegelijkertijd bezig. Uiteraard moet je uit de voeten kunnen met diverse softwareprogramma’s als QuarkXPress en Photoshop en weten hoe drukwerk tot stand komt. Het is ook belangrijk dat je de ontwikkelingen in je vak goed bijhoudt, want die schreiden maar voort. Op technisch gebied verandert er voortdurend van alles. Zo leverden we voorheen ons materiaal op film aan, nu doen we alles digitaal.” Verhulst heeft een hbo-opleiding voor Boekhandel en Uitgeverij gevolgd en daarna een cursus Grafisch Vormgeven. “Ik beschouw mijn opleiding als een goede basis. Ik heb er veel aan gehad, maar het meeste leer je toch in de praktijk. Bovendien is elk uitgeversbedrijf weer anders. Wij zijn een zelfstandige uitgeverij en zodoende een betrekkelijk kleine organisatie. De communicatielijnen zijn hier kort. Je kunt makkelijk even bij een collega binnenlopen als je moet overleggen. Dat vind ik heel prettig werken.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
109
HOOFDSTUK 7 Productie
Riekje van Leeuwen, hoofd realisatie, Uitgeverij Nelissen
“Ik werk met veel mensen samen, da’s interessant en leerzaam” “Ik zorg dat een manuscript een boek wordt”, vat Riekje van Leeuwen haar functie – hoofd realisatie – kernachtig samen. “Dat klinkt omvangrijk en dat is het ook. Uitgeverij Nelissen is een klein bedrijf met elf medewerkers. Vandaar dat we uitgestrekte werkterreinen hebben. We zijn een zelfstandige educatief wetenschappelijke uitgeverij die al tachtig jaar bestaat.” De uitgeverij richt zich op onderwijs- en vakliteratuur voor studenten in het hoger beroepsonderwijs en voor hoger-opgeleiden in de zorg en hulpverlening, het onderwijs en management. “Ik coördineer alle werkzaamheden die nodig zijn om van de aangeleverde materialen complete en goede uitgaven te maken. Dat betekent dat ik ook verantwoordelijk ben voor de bureau- en beeldredactionele kant en de technische productie van de uitgaven. Ik werk samen met verschillende mensen: collega’s, auteurs, vormgevers, correctoren, illustratoren, fotografen, redacteuren, drukkers, binders, andere uitgevers en rechthebbenden. De interactie met al die mensen, die verschillende persoonlijkheden, is interessant en leerzaam. Ik overleg met ze, vraag ze dingen te doen voor ons, maak afspraken. Ik heb namelijk een deadline. Creatievelingen – waaronder auteurs en vormgevers – willen dat nog wel eens vergeten. Dus je moet wel geduld hebben als je
110
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Riekje van Leeuwen
dit vak uitoefent. Verder moet je zeker drie dingen tegelijk kunnen doen en snel kunnen beslissen.” “Kennis van grafische technieken en een goede beheersing van de Nederlandse taal zijn onontbeerlijk. Een brede algemene ontwikkeling en een groot relativeringsvermogen komen je ook goed van pas. Het is een veelzijdige job en ik hou ervan om iets tastbaars te maken. Iets dat aan de moderne kwaliteitseisen voldoet en dat wat taal en vormgeving betreft de lezer aanspreekt. Als je vroeger een leuk idee had voor een boek, gaf je dat gewoon uit. Tegenwoordig ligt dat anders: je moet luisteren naar wat de markt vraagt. In de zorgsector is de laatste tijd veel veranderd. Gehandicapten en senioren bijvoorbeeld, zijn veel mondiger geworden. De hulpverlening richt zich steeds vaker op het individu. Het is niet meer ‘wat biedt de instelling?’, maar ‘wat vraagt de cliënt?’. Dus de inhoud van de boeken verandert. Je ziet ook steeds vaker dat een docent maar twee hoofdstukken uit een boek voorschrijft. Tja, dan gaan die studenten dat hele boek niet kopen. Dus verzinnen we constant manieren waarbij we de content zo kunnen opslaan dat we er nog alle kanten mee op kunnen. Zodat we het materiaal in verschillende vormen – cd-rom’s bijvoorbeeld – kunnen uitgeven.” “Het vak heb ik in de praktijk geleerd. Vijftien jaar geleden begon ik hier, heb me ontwikkeld, geschoold, mijn competenties benut en bijgeschaafd. Daarvoor heb ik ook de kans gekregen van mijn werkgever. De uitgeverij is een leuke wereld met een scala aan banen: op de administratie-, boekhoud- of marketingafdeling, in het magazijn, op het secretariaat, als (hoofd)redacteur, (adjunct)uitgever, dtp’er… Ik denk dat iedereen er wel zou kunnen werken. Al denk ik wel dat je ‘iets’ met boeken moet hebben.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
111
HOOFDSTUK 7 Productie
Gerrit van den Berg, procesbegeleider, Wolters Noordhoff
“Het hoofd koel houden” Gerrit van den Berg is procesbegeleider bij educatieve uitgeverij Wolters-Noordhoff in Houten. “We bestaan uit twee zelfstandige business units, één is de uitgeefunit. De afdeling van uitgevers, redacteuren, editors, marketing en secretariaat. Mijn speelveld is de andere afdeling, realisatie, waar we de producties begeleiden en inkopen. We laten boeken opmaken, verwerven beeld of bijvoorbeeld geluidsfragmenten, we verzorgen de inkoop van lithografie, het drukwerk, het papier, het binden en het assembleren. Werkzaamheden die door de inkopers worden gedaan. Als procesbegeleider ben ik verantwoordelijk voor de aansturing van dat hele proces, van kopij van de uitgeefunit tot en met de aflevering in het magazijn in Groningen.” Bij Wolters-Noordhoff in Houten werken ongeveer acht procesbegeleiders, die worden bijgestaan door de inkopers. “Een procesbegeleider is verantwoordelijk voor tijd, geld en kwaliteit. Wij sturen inkopers aan, maar overleggen ook met onze klanten: in ons geval de uitgevers van de uitgeefunit. Zij bedenken en ontwikkelen een product en onderzoeken de markt. Ze zoeken een auteur en leveren ons een manuscript dat redactioneel en inhoudelijk stabiel is. Ook geven ze aan, in overleg met mij, hoe dik het boek moet zijn, welke maat het moet hebben, welk papier ze willen, in hoeveel kleuren er gedrukt moet worden en ze leveren de omschrijvingen voor de beelden. Wanneer ik dat weet, sla ik aan het rekenen: voor welk bedrag kunnen we het boek maken? Vanaf het moment dat de uitgever akkoord gaat met de begroting ben ik verantwoordelijk voor het
112
Wegwijzer in de Uitgeverij
Interviews uit de praktijk Gerrit van den Berg
budget. De uitgever krijgt nog wel een keer een proef te zien die hij met de auteur bespreekt.” De prijzen van boeken worden al in een vroeg stadium van het traject bepaald. Die taak ligt voor een groot deel bij de procesbegeleider. “Per boek maken we drie keer een berekening. De boekprijs is gebaseerd op de eerste berekening, de conceptcalculatie. Dat is wel vroeg om je prijs te bepalen, maar het kan niet anders. Nu, in juni, zijn we bezig met de boeken die in augustus op de scholen gebruikt moeten worden. Maar eind vorig jaar moesten de brochures al worden gedrukt. Inclusief de boekprijs. Soms wordt een boek echt veel duurder dan gecalculeerd. We hebben een keer gehad dat er historisch beeld in een boek moest. Pas na de conceptcalculatie bleek dat de prijs van die beelden erg hoog lag. Dan kun je niet meer terug… Je moet breed ontwikkeld zijn. Achtergrondkennis hebben van (grafische) processen en grafische techniek. Je moet het leuk vinden om aan de touwtjes te trekken. En zelf veel en commercieel onderhandelen. Als je niet goed gebekt bent, delf je het onderspit. We maken honderden producten per jaar, dus is het niet heel gek dat er af en toe eens iets mis gaat. Wil een uitgever videobeelden en zegt je inkoper: ‘Dat is goed, geef ons twee weken en 10.000 euro en we hebben het voor elkaar.’ Maar komt hij een paar dagen later terug met de mededeling dat het een half jaar wordt en 100.000 euro gaat kosten, dan kun je niet zeggen doe maar… Maar het moet wel opgelost worden. Dan mag je als procesbegeleider een list verzinnen, het hoofd koel houden, overleggen. Elke dag is weer anders, sta je weer voor nieuwe verrassingen. Je wilt ondanks alle externe factoren toch een mooi boek maken. Als de boeken binnenkomen van de drukker, zie je ineens allemaal collega’s mijn kant op rennen. Kijken of het weer is gelukt en de geur van de drukinkt opsnuiven.”
Wegwijzer in de Uitgeverij
113