Zorg om zorg Inhoudsopgave
1. Organisatie 1.1. Het welzijnsbeleid in een instelling: de wettelijke aspecten 1.1.1.De welzijnswet en haar uitvoeringsbesluiten 1.1.1.1. De Codex over het Welzijn op het werk 1.1.1.2. Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB) 1.1.2.Het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI) 1.1.3.De Vlaamse milieureglementering 1.1.4.De arbeidsongevallenwetgeving 1.1.5.Andere wetten en reglementering 1.1.6.Specifieke regelgeving voor instellingen 1.2. De verschillende betrokken partijen 1.2.1.Werkgever 1.2.1.1. Verplichtingen van de werkgever 1.2.1.2. Beleidsdocumenten 1.2.2.Werknemer 1.2.2.1. Rechten en plichten 1.2.2.2. Werknemers met een handicap 1.2.2.3. Vrijwilligers 1.2.2.4. Stagiairs 1.2.2.5. Jobstudenten en jongeren 1.2.2.6. Uitzendkrachten 1.2.3.De hiërarchische lijn 1.2.4.Diensten voor preventie en bescherming op het werk 1.2.4.1. De interne preventieadviseur 1.2.4.2. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer 1.2.4.3. De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) 1.2.4.4. De Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW) 1.2.4.5. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (Comité PBW) en het overlegcomité 1.2.5.Externe deskundigen en instanties 1.2.5.1. De Externe Diensten voor Technische Controles (EDTC) 1.2.5.2. Erkende laboratoria 1.2.5.3. De milieucoördinator 1.2.5.4. De veiligheidscoördinator 1.2.5.5. De vertrouwenspersoon grensoverschrijdend gedrag 1.2.5.6. Zelfstandigen 1.2.6.De toezichthoudende overheid 1.2.6.1. Arbeidsinspectie 1.2.6.2. Gezondheidsinspectie 1.2.6.3. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) 1.2.6.4. Milieu-inspectie 1.2.7.De verzekeraar 1.2.8.Gebruikers/ bewoners 1.3. Dynamisch risicobeheersingssysteem 1.3.1.De risicoanalyse 1.3.1.1. Het wettelijke concept 1.3.1.2. Hoe ziet een goede risicoanalyse er uit? 1.3.1.3. Van concept naar uitvoering 1.3.2.Het globaal preventieplan 1.3.3.Het jaarlijks actieplan 1.3.3.1. Omschrijving van de doelstellingen van het jaarlijks actieplan 1.3.3.2. Tijdsschema in het kader van het jaarlijks actieplan 1.3.4.Dynamische risicobeheersing in de praktijk: een model 1.3.4.1. Een eerste inventaris van de risico’s Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
1.3.4.2. De standaardmethodiek voor risico-evaluatie 1.3.4.3. Samenvatting van de vastgestelde probleemgebieden m. b. t. welzijn op het werk 1.3.4.4. Overzicht van de te ondernemen acties met betrekking tot welzijn op het werk 1.3.4.5. Opstellen van een globaal preventieplan 1.3.5.Documenten 1.3.6.De SOBANE-strategie 1.3.6.1. Niveau 1, Opsporing 1.3.6.2. Niveau 2, Observatie 1.3.6.3. Niveau 3, Analyse 1.3.6.4. Niveau 4, Expertise 1.4. Noodplanning 1.4.1.Het wettelijk kader 1.4.2.Aandachtspunten bij het uitwerken van een noodplan 1.4.3.De grote domeinen van noodplanning 1.4.3.1. Brand en ontruiming 1.4.3.1.1. Tijdens de noodsituatie… 1.4.3.1.2. Onmiddellijk na de noodsituatie… 1.4.3.2. Bommelding 1.4.3.2.1. Enkele vuistregels 1.4.3.2.2. De telefonische bommelding 1.4.3.2.3. De schriftelijke bommelding 1.4.3.2.4. Ontruiming van de instelling 1.4.3.2.5. Ontruimingsprocedure 1.4.3.3. Voedselvergiftiging- of infectie 1.4.3.3.1. Oorzaken 1.4.3.3.2. Ontwikkeling van besmettingshaarden 1.4.3.3.3. Symptomen van voedselinfecties en –vergiftigingen 1.4.3.3.4. Naar een praktische aanpak 1.4.3.4. Besmettelijke ziekten 1.4.3.5. Ernstige ongevallen en incidenten 1.4.3.5.1. Taken die onmiddellijk na het ongeval of incident dienen te gebeuren 1.4.3.5.2. Korte termijn taken 1.4.3.5.3. Middellange termijn taken 1.4.3.5.4. Lange termijn taken 1.4.3.6. Autocarongeval 1.4.3.7. Uitvallen van nutsvoorzieningen 1.5. Arbeidsongevallen 1.5.1.Wetgeving 1.5.1.1. Vergoeding van het slachtoffer 1.5.1.2. Maatregelen om arbeidsongevallen te voorkomen 1.5.2.Wat is een arbeidsongeval? 1.5.2.1. Bijzonder geval: stagiairs en vrijwilligers 1.5.2.2. Bijzonder geval: gewelddaden waarvan vergelding de beweegreden is 1.5.2.3. Prik- en snijongevallen 1.5.2.4. Rugklachten 1.5.3.Wat is een arbeidswegongeval? 1.5.3.1. Enkele bijzondere gevallen 1.5.4.De verzekering tegen arbeids(weg)ongevallen 1.5.4.1. Aangifte van een ongeval 1.5.4.2. Verhaal van de arbeidsongevallenverzekeraar 1.5.5.Verplichtingen bij een arbeidsongeval 1.5.5.1. Opstellen van een arbeidsongevallensteekkaart 1.5.5.2. Onderzoek van het ongeval 1.5.5.3. Onderzoek en rapportering van ernstige arbeidsongevallen 1.5.5.4. Bijkomende aangifte aan de arbeidsinspectie 1.5.6.Welke schade wordt vergoed na een arbeidsongeval? 1.5.6.1. Medische kosten en verplaatsingskosten Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
1.5.6.2. Prothesen en orthopedische toestellen 1.5.6.3. Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 1.5.6.4. Blijvende arbeidsongeschiktheid 1.5.6.5. Hulp van derden 1.5.6.6. Dodelijk arbeidsongeval 1.5.7.Schade die niet vergoed wordt 1.6. Beroepsziekten 1.6.1.Het vergoedingsstelsel voor beroepsziekten 1.6.2.De preventieve verwijdering van zwangere werkneemsters 1.6.3.De preventieve tussenkomst van het Fonds voor de Beroepsziekten 1.7. Contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid 1.7.1.Aansprakelijkheid: definitie en vormen 1.7.2.Strafrechtelijke aansprakelijkheid 1.7.2.1. Strafrechtelijke aansprakelijkheid: zowel natuurlijke als rechtspersonen 1.7.2.2. Schending van het beroepsgeheim 1.7.2.3. Strafrechtelijke aansprakelijkheid in het kader van de welzijnswetgeving 1.7.3.Burgerrechtelijke aansprakelijkheid 1.7.3.1. Algemene regel 1.7.3.2. Contractuele aansprakelijkheid 1.7.3.3. Buitencontractuele aansprakelijkheid 1.7.3.3.1. Persoonlijke aansprakelijkheid 1.7.3.3.2. Kwalitatieve aansprakelijkheid 1.7.3.4. Samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid 1.7.4.Bijzonder geval: aansprakelijkheid van bestuurders van een vzw 1.7.4.1. Aansprakelijkheid ten aanzien van de vzw 1.7.4.2. Aansprakelijkheid ten aanzien van derden 1.7.4.3. Einde van de aansprakelijkheid 1.7.5.Bijzonder geval: aansprakelijkheid van en voor vrijwilligers 1.7.5.1. Vrijwilligerswerk 1.7.5.2. Aansprakelijkheid 1.7.5.3. Verzekeringsplicht 1.7.6.Bijzonder geval: de aansprakelijkheid van medische en paramedische beroepen 1.7.6.1. Vormen van aansprakelijkheid 1.7.6.2. Wanneer is een arts (burgerrechtelijk) aansprakelijk? 1.7.7.Bijzonder geval: de objectieve aansprakelijkheid 1.7.7.1. Objectieve aansprakelijkheid voor brand en ontploffing 1.7.7.2. Burenhinder 1.7.7.3. Zwakke weggebruiker 2. Technische veiligheid en milieu 2.1. Brandveiligheid 2.1.1.Reglementering 2.1.1.1. Artikel 52 van het ARAB 2.1.1.2. KB van 19 december 1997 2.1.1.3. KB van 4 april 2003 2.1.1.4. De norm NBN S21-201, 202 en 203 2.1.1.5. Besluit van de Vlaamse regering van 19 april 2002 2.1.1.6. Decreet van 18 juli 2003 2.1.1.7. Besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 2.1.1.8. KB van 12 maart 1974 2.1.1.8.1. Enkele verschillen tov de basisnormen 2.1.1.8.2. Het ontwerp KB rustoorden, een nieuwe visie 2.1.2.Statische brandveiligheid 2.1.2.1. Passieve maatregelen 2.1.2.1.1. Compartimentering 2.1.2.1.1.1. De Belgische norm NBN 713.020 2.1.2.1.1.2. Europese initiatieven inzake brandveiligheid 2.1.2.1.2. Rookevacuatie 2.1.2.1.2.1. Natuurlijke RWA 2.1.2.1.2.2. Mechanische RWA-systemen Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.1.2.1.2.3. Ontwerp en berekening van RWA-installaties 2.1.2.1.3. Bouwtechnische voorschriften voor evacuatiewegen 2.1.2.1.4. Noodsignalisatie 2.1.2.1.5. Veiligheidsverlichting 2.1.2.1.6. Evacuatieplan 2.1.2.1.7. Interventieplan 2.1.2.2. Knelpunten inzake statische passieve brandveiligheid 2.1.2.2.1. Toegangswegen 2.1.2.2.2. Keukens en refters 2.1.2.2.3. Polyvalente ruimten 2.1.2.2.3.1. Berekeningsmethode volgens artikel 52 van het ARAB 2.1.2.2.3.2. Dimensionering van de vluchtwegen volgens het KB van 19 december 1997 2.1.2.2.4. Stookplaatsen 2.1.2.2.4.1. Bouwtechnische brandpreventievoorzieningen voor stookplaatsen 2.1.2.2.4.2. Voorschriften voor stookketels 2.1.2.2.4.2.1. Stookketels met vloeibare brandstof 2.1.2.2.4.2.2. Stookketels met gas 2.1.2.2.5. Opslag van gevaarlijke stoffen 2.1.2.2.6. Brandgevaarlijke werkzaamheden 2.1.2.2.6.1. Te nemen maatregelen 2.1.2.2.6.2. Enkele praktische tips 2.1.2.2.6.3. Vuurvergunning invulformulier 2.1.2.2.7. Verbouwingswerken 2.1.2.3. Actieve maatregelen 2.1.2.3.1. Brandmeldinstallaties 2.1.2.3.1.1. Waarschuwingsposten 2.1.2.3.1.2. Automatische branddetectie installaties 2.1.2.3.2. Automatische blusinstallaties 2.1.2.3.3. Kleine blusmiddelen 2.1.2.3.3.1. Draagbare en mobiele blustoestellen 2.1.2.3.3.1.1. Bepaling van de brandklassen 2.1.2.3.3.1.2. Soorten blustoestellen 2.1.2.3.3.1.3. Welk blustoestel waar gebruiken? 2.1.2.3.3.1.4. Waar en hoe blustoestellen aanbrengen? 2.1.2.3.3.1.5. Controle en onderhoud 2.1.2.3.3.2. Muurhaspels met axiale voeding 2.1.2.3.3.3. Branddekens 2.1.2.3.3.4. Aanduiding van het brandbestrijdingsmateriaal 2.1.2.3.4. Hydranten 2.1.2.3.4.1. Buitenhydranten 2.1.2.3.4.2. Muurhydranten 2.1.2.4. Knelpunten inzake statische actieve brandveiligheid 2.1.3.Dynamische brandveiligheid 2.1.3.1. Melding en waarschuwing 2.1.3.2. Het alarm 2.1.3.3. De evacuatie 2.1.3.4. De evacuatieproblematiek in zorginstellingen 2.1.3.5. Evacuatiemiddelen 2.1.3.6. Evacuatietechnieken 2.1.3.7. Organisatie van een evacuatieoefening 2.1.3.7.1. Voorbereiding 2.1.3.7.2. Ontruiming 2.1.3.7.3. Controle 2.1.3.7.4. Evaluatie 2.1.3.7.5. Te vermijden fouten bij evacuatieoefeningen 2.1.3.7.6. Voorbeeld taakverdeling bij brand en ontruiming 2.1.3.8. Algemene evacuatierichtlijnen 2.1.3.9. De organisatie van een private brandbestrijdingsploeg Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.1.3.10. Problemensituaties bij dynamische brandveiligheid 2.1.3.10.1. Gebruik van televisietoestellen 2.1.3.10.2. Roken 2.1.3.10.3. Belemmering van evacuatiewegen 2.1.3.10.4. Het gebruik van zuurstof en gascilinders 2.1.3.10.5. Gebruik van elektrische dekens 2.1.3.10.6. Reactiebij brand van materialen 2.1.3.10.7. Kerstbomen 2.1.3.10.8. Gebruik van kaarsen, thee- en sfeerlichtjes 2.1.4.Besluit 2.1.5.Controlelijst brandveiligheid 2.1.6.Audiovisueel materiaal 2.2. Criminaliteit 2.2.1.Kwaadwillige acties 2.2.1.1. Brandstichting 2.2.1.2. Bommelding 2.2.1.3. Sabotage van technische installaties 2.2.1.4. Diefstal 2.2.1.4.1. Diefstal van persoonlijke voorwerpen 2.2.1.4.2. Diefstal van eigendommen van de instelling 2.2.1.4.3. Diefstal van geneesmiddelen 2.2.1.4.4. Diefstal op de parkings 2.2.1.5. Agressie 2.2.1.5.1. Agressie binnen het gebouw 2.2.1.5.2. Agressie rond het gebouw 2.2.1.6. Hold-up 2.2.1.7. Vandalisme 2.2.2.De organisatie van een veiligheidsbeleid 2.2.2.1. Oprichting van een stuurgroep 2.2.2.2. Gedragslijnen voor personeel en bezoekers 2.2.2.3. Registratie en melding van een incident 2.2.2.4. Naar een business contingencyplan (BCP) 2.2.3.Basisregels inzake inbraak- en diefstalpreventie 2.2.4.Organisatorische maatregelen 2.2.5.(Bouw)technische maatregelen 2.2.5.1. Terreinbeveiliging 2.2.5.1.1. Hekwerk en afsluitingen 2.2.5.1.2. Toegangspoorten 2.2.5.1.3. Buitenverlichting 2.2.5.1.4. Regenpijpen 2.2.5.2. Beveiliging van gevelelementen 2.2.5.2.1. Hang- en sluitwerk 2.2.5.2.2. Deuren 2.2.5.2.3. Ramen 2.2.5.2.4. Beglazing 2.2.5.2.5. Poorten 2.2.5.2.6. Kelderopeningen 2.2.5.2.7. Lichtkoepels 2.2.5.3. Inbraakwerende gevelelementen 2.2.5.3.1. Europese normen 2.2.5.3.2. Het I3-label 2.2.5.3.3. Het S3-label 2.2.5.4. De technopreventie adviseur 2.2.6.Elektronische beveiliging 2.2.6.1. Soorten detectiesystemen 2.2.6.2. Terreinbeveiliging 2.2.6.3. Binnenbeveiliging 2.2.6.4. Keuze van elektronische alarminstallatieproducten 2.2.6.5. Keuze van de beveiligingsonderneming 2.2.6.6. Verplichtingen van de beveiligingsonderneming Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.2.6.7. Vereisten voor elektronische inbraakalarmsystemen 2.2.6.8. Verplichtingen van de gebruiker 2.2.6.9. Alarmmeldingen aan de politiediensten 2.2.7.Installaties voor waardeberging 2.2.7.1. Brandkasten en kluizen tegen inbraak 2.2.7.2. Keuring - klassering 2.2.7.3. Brandwerendheid 2.2.7.4. Plaatsing 2.2.7.5. Data-safes 2.2.8.Toegangscontrole 2.2.8.1. Sloten en sleuteldiscipline 2.2.8.2. Sloten zonder sleutel 2.2.8.3. Sloten met kaarten 2.2.8.4. Persoonsgebonden toegangscontrole 2.2.8.5. Complete toegangscontrole 2.2.9.Tv-camerabewaking 2.2.10. Bewakingsdiensten 2.2.11. Verzekeringen 2.2.12. Wat doen bij diefstal? 2.3. Elektrische installaties 2.3.1.Reglementering van elektrische installaties 2.3.1.1. Algemene voorschriften 2.3.1.2. De keuze van toestellen en elektrisch materieel 2.3.1.3. De beschermingsgraad IPXX 2.3.1.4. Bijkomende eisen gesteld door de verzekeraars 2.3.2.De verplichte keuringen 2.3.2.1. Verplichte keuring van een laagspanningsinstallatie 2.3.2.2. Verplichte keuring van een hoogspanningsinstallatie 2.3.3.Veilig werken aan elektrische installaties 2.3.4.Toegang tot en werken aan een hoogspanningscabine 2.3.5.De bescherming van elektrische installaties tegen blikseminslag 2.3.5.1. Rechtstreekse blikseminslag 2.3.5.2. Onrechtstreekse blikseminslag 2.3.5.3. Besluit 2.3.6.De automatische differentieelstroominrichting 2.3.6.1. De verplichte installatie van een differentieelstroominrichting 2.3.6.2. Aanduidingen op de differentieelstroominrichting 2.3.6.3. Werking van de differentieelstroominrichting 2.3.6.4. Belangrijke randvoorwaarden 2.3.7.De beveiliging van elektrische machines 2.3.8.Controlelijst 2.4. Arbeidsmiddelen 2.4.1.Het wettelijk kader 2.4.1.1. De machinerichtlijn 2.4.1.2. De richtlijn arbeidsmiddelen 2.4.1.3. De verplichtingen tot het uitvoeren van controles door derde instanties 2.4.2.De risicoanalyse van bestaande of nog aan te kopen arbeidsmiddelen 2.4.2.1. De risicoanalyse van oudere arbeidsmiddelen 2.4.2.2. Aankoop van arbeidsmiddelen met CE-markering 2.4.3.Veilig werken met arbeidsmiddelen 2.4.3.1. Het gebruik van de veiligheidsinstructiekaart 2.4.3.2. Specifieke machines 2.4.3.3. Werkplaatsreglementen 2.4.4.Specifieke richtlijnen voor medische apparatuur 2.4.5.Tilliften 2.4.6.Werken op hoogte 2.4.6.1. Reglementair kader 2.4.6.2. Werken met ladders 2.4.6.3. Werken op steigers 2.4.6.4. Persoonlijke valbeveiliging Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.4.7.Persoonlijke beschermingsmiddelen 2.4.7.1. Aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen 2.4.7.2. Informatie en instructies aan gebruikers van persoonlijke beschermingsmiddelen 2.4.7.3. Signalisatie van persoonlijke beschermingsmiddelen 2.4.8.Specifieke beschermingsmiddelen tijdens zorgactiviteiten 2.4.8.1. Handschoenen 2.4.8.2. Adembescherming 2.4.8.3. Arbeidskledij 2.5. Verwarmingstoestellen en -installaties 2.5.1.Bouwtechnische brandpreventievoorzieningen voor stookplaatsen 2.5.2.Voorschriften voor stookketels 2.5.3.Opslag van brandstoffen 2.5.3.1. Opslag van stookolie 2.5.3.2. Opslag van gassen in vaste reservoirs 2.5.3.3. Opslag van gassen in verplaatsbare reservoirs 2.5.4.Individuele verwarmingstoestellen 2.5.4.1. Verbrandingstoestellen met kolen of hout 2.5.4.2. Verplaatsbare stookolietoestellen 2.5.4.3. Gasverwarmde infraroodstralers 2.5.4.4. Warmeluchtgeneratoren 2.5.4.5. Elektrische verwarmingstoestellen 2.5.5.Gasleidingen en –aansluitingen 2.5.5.1. Kleurencodering van de leidingen 2.5.5.2. Nieuwe aansluitingen 2.6. Infrastructuur 2.6.1.Vloeren 2.6.1.1. Keuze van de vloerbekleding 2.6.1.1.1. Toxiciteit en allergische reacties 2.6.1.1.2. Reiniging en onderhoud 2.6.1.1.3. Valgevaar 2.6.1.1.4. Reactie bij brand 2.6.1.1.5. Akoestische demping 2.6.1.1.6. Vloerhardheid 2.6.1.1.7. Elektrische weerstand 2.6.1.2. Soorten vloerbekleding 2.6.1.2.1. Vast tapijt 2.6.1.2.2. Kunststofvloerbekledingen 2.6.1.2.3. Vloerbekledingen van rubber 2.6.1.2.4. Keramische tegelvloeren 2.6.1.2.5. Harsgebonden vloeren 2.6.1.2.6. Steentapijten 2.6.1.2.7. Houten vloeren 2.6.1.2.8. Kurkvloeren 2.6.1.3. Antislipstroken 2.6.2.Hellende vlakken 2.6.3.Trappen 2.6.4.Leuningen en balustrades 2.6.4.1. Verduidelijking van de gebruikte termen 2.6.4.2. Reglementaire vereisten 2.6.4.3. Trapleuningen en balustrades 2.6.4.4. Leuningen en balustrades voor kinderen en jongeren 2.6.5.Liften 2.6.5.1. De reglementering betreffende de beveiliging van liften 2.6.5.2. Veilig gebruik van personenliften 2.6.6.Toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers 2.6.7.Controlelijsten 2.7. Gevaarlijke producten 2.7.1.Eigenschappen van gevaarlijke producten 2.7.1.1. Enkele begrippen Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.7.1.2. Brandgevaarlijke stoffen en preparaten 2.7.1.3. Gezondheidsschadende stoffen en preparaten 2.7.1.4. Milieuschadelijke stoffen en preparaten 2.7.1.5. Overzicht van de gevaarsymbolen 2.7.2.Informatie voor de gebruiker 2.7.2.1. De verpakking 2.7.2.2. Risico indicaties en veiligheidsvoorschriften 2.7.2.3. Material Safety Data Sheet (MSDS) 2.7.2.4. Product veiligheidskaart (PVK) 2.7.2.5. Opleiding en informatie 2.7.3.Opslag van gevaarlijke producten 2.7.4.Preventiemaatregelen 2.7.4.1. Risicobeoordeling 2.7.4.2. Grenswaarden 2.7.4.3. Algemene preventiemaatregelen 2.7.4.4. Bijzondere preventiemaatregelen 2.7.5.Maatregelen bij ongevallen en incidenten 2.7.6.Gezondheidstoezicht 2.7.7.Speciale categorieën van gevaarlijke producten 2.7.7.1. Medicatie 2.7.7.2. Onderhoudsproducten 2.7.7.3. Asbest 2.7.7.3.1. Toepassingsgebieden van asbest 2.7.7.3.2. Asbest en de gezondheidsrisico’s 2.7.7.3.3. Het wettelijk kader 2.7.7.3.4. Het opmaken van een asbestinventaris 2.7.7.3.5. Risicobeoordeling en eisen bij werken aan asbesthoudende materialen 2.7.7.3.6. Het Opmaken van een beheersprogramma 2.7.7.3.7. Het verwerken en storten van asbestafval 2.7.7.4. Giftige planten 2.8. Milieu 2.8.1.De milieureglementering 2.8.1.1. De Vlaamse milieuwetgeving 2.8.1.2. De Vlaamse milieuwetgeving staat niet alleen 2.8.2.Milieuvergunnings- en meldingsplicht 2.8.2.1. Klasse en indelingsrubrieken 2.8.2.2. Verschillende vestigingsplaatsen: gezamenlijke of aparte vergunningen? 2.8.2.3. Bouwvergunning vs. Milieuvergunning 2.8.2.3.1. Het Vlaams gewest 2.8.2.3.2. Het Brussels hoofdstedelijk gewest 2.8.3.Milieuvoorwaarden 2.8.3.1. Rubriek 49 “ziekenhuizen” 2.8.3.2. Rubriek 46 “wasserijen” 2.8.3.3. Afvalwater 2.8.3.4. Transformatoren 2.8.3.5. Koelinstallaties, airconditioningstoestellen en luchtcompressoren 2.8.3.6. Opslagplaatsen voor stookolie 2.8.3.7. Stookinstallaties 2.8.3.8. Rouwkamers 2.8.3.9. Varia 2.8.4.Afval 2.8.4.1. Wetgeving 2.8.4.2. Organisatie van de afvalinzameling in een instelling 2.8.4.3. MAMBO 2.8.4.4. Elektrisch en elektronisch afval 2.8.5.Bodem 2.8.5.1. Het bodemsaneringsdecreet 2.8.5.2. Het bodemattest 2.8.5.3. Risicogronden in instellingen? Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
2.8.5.4. Voorkomen is beter dan saneren 2.8.5.5. Milieuverzekering 2.8.5.6. Grondverzet 2.8.6.Heffing op waterverontreiniging 2.8.6.1. Wie is heffingsplichtig? 2.8.6.2. Hoe wordt de heffing berekend? 2.8.7.Grondwaterwinningen 2.8.7.1. Milieuvergunning of melding 2.8.7.2. Grondwater uit “diepe” putten 2.8.7.3. Heffingen en meldingen 2.8.7.4. Debietmeting 2.8.7.5. Analyseverplichting 2.8.8.De milieuverantwoordelijke of milieucoördinator 2.8.8.1. De wettelijk verplichte milieucoördinator 2.8.8.2. De interne of externe milieucoördinator 2.8.8.3. De verantwoordelijkheid van de interne milieucoördinator 2.8.8.4. Beroepsvereniging van Vlaamse MilieuCoördinatoren (VMC) 2.8.9.Energie 2.8.9.1. De energieprestatieregelgeving 2.8.9.2. Subsidies 2.8.9.3. Energiedeskundigen en energiegegevens 2.8.9.4. Besluit energieplanning 2.8.9.5. Benchmarkingconvenanten voor de industrie 2.8.9.6. Het auditconvenant 2.8.10. Nuttige gegevens 2.8.10.1. Algemeen 2.8.10.2. Vragen over VLAREM 2.8.10.3. Vragen over VLAREA en VLAREBO (afvalstoffen- en bodemsaneringswetgeving) 2.8.10.4. Vragen over afvalwaterheffing 2.8.10.5. Vragen over grondwaterwinning 2.8.10.6. Vragen over energie 2.8.10.7. Vragen over nucleaire materie 2.8.10.8. Diensten kadastrale uittreksels 2.8.10.9. Nuttige internetsites 3. Welzijn en gezondheid 3.1. Het gezondheidstoezicht op de werknemers 3.1.1.Onderworpen werknemers 3.1.1.1. Bijzondere groep: stagiairs 3.1.1.2. Bijzondere groep: jongeren 3.1.1.3. Bijzondere groep: uitzendkrachten 3.1.1.4. Bijzondere groep: vrijwilligers 3.1.2.De verschillende vormen van gezondheidsbeoordeling 3.1.3.Weigering van de gezondheidsbeoordeling 3.2. Vaccinaties 3.2.1.Verplichte vaccinaties 3.2.2.Optionele vaccinaties 3.3. Moederschapsbescherming 3.3.1.Het wettelijk kader 3.3.2.Preventieve maatregelen 3.4. Uitzendarbeid 3.4.1.Het wettelijk kader 3.4.2.Het welzijn van de uitzendkrachten op het werk 3.4.2.1. De werkpostfiche 3.4.2.2. Het gezondheidstoezicht 3.4.2.3. Werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen 3.4.2.4. Onthaal en opleiding 3.4.3.Arbeidsongevallen 3.4.4.Checklist taken inlener bij aanwerving uitzendkracht Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
3.4.5.Hulpmiddelen 3.4.5.1. Charter veilige uitzendarbeid 3.4.5.2. Taken uitzendbureau en inlener 3.4.5.3. Typefuncties 3.5. Ploegenarbeid 3.5.1.Het algemeen wettelijk kader met betrekking tot ploegenarbeid 3.5.2.Het specifieke reglementair kader m.b.t. ploegenarbeid en welzijn op het werk 3.5.3.De weerslag van nachtarbeid op de gezondheid en het welzijn van het individu 3.5.3.1. Maag- en darmproblemen 3.5.3.2. Cardiovasculaire problemen 3.5.3.3. Gynaecologische problemen 3.5.3.4. Psychosociale problemen 3.5.3.5. Stress 3.5.3.6. Het “Shift Maladaptation Syndrome” (SMS) 3.5.4.Aanbevelingen 3.6. Ergonomie 3.6.1.Globaal ergonomische aanpak en beleid 3.6.2.Rugbelastende activiteiten 3.6.2.1. Opbouw en werking van de wervelkolom 3.6.2.2. Hoe ontstaat ruglast? 3.6.2.3. Heffen en tillen in het algemeen 3.6.2.4. Trekken en duwen 3.6.2.5. Zitten 3.6.2.5.1. Wat is een goede stoel? 3.6.2.5.2. Meubilair 3.6.3.Beeldschermwerk 3.6.3.1. Opstelling van de computer 3.6.3.2. Opstelling van de computer t.o.v. verlichting 3.6.3.3. Ergonomische aanbevelingen voor hardware 3.6.3.4. Mentale en psychologische belasting 3.6.4.Verplaatsingstechnieken in de zorgsector 3.6.4.1. Basisverplaatsingstechnieken 3.6.4.2. Nascholing verplaatsingstechnieken 3.6.4.3. Hulpmiddelen bij verplaatsingen 3.6.4.3.1. Hulpmiddelen voor verplaatsingen in bed 3.6.4.3.2. Hulpmiddelen voor verplaatsingen van bed of zetel of rolstoel naar toilet, rolstoel of autostoel 3.6.4.3.3. Andere hulpmiddelen 3.7. Biologische agentia 3.7.1.Biologische agentia in de zorgsector 3.7.1.1. MRSA 3.7.1.2. Longtuberculose 3.7.1.3. Bloedoverdraagbare aandoeningen 3.7.1.4. Infecties overdraagbaar via stoelgang 3.7.1.5. Parasitaire aandoeningen 3.7.1.5.1. Aarswormen 3.7.1.5.2. Luizen 3.7.1.5.3. Vlooien 3.7.1.5.4. Schurftmijt 3.7.1.5.5. Teken 3.7.1.6. Cytomegalovirus 3.7.1.7. Varicella 3.7.1.8. Infecties overgedragen via voedsel 3.7.1.9. Influenza 3.7.1.10. Legionella 3.7.2.Het wettelijk kader 3.7.2.1. Classificatie van biologische agentia 3.7.2.2. Risicobeoordeling 3.7.2.3. Het risicodossier 3.7.2.4. Kennisgeving aan de administratieve overheden Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
3.7.2.5. Registratie van blootgestelde werknemers 3.7.2.6. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden 3.7.3.Preventiemaatregelen 3.7.3.1. Persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkledij 3.7.3.2. Fysieke inperking 3.7.3.3. Reiniging en desinfectie 3.7.3.4. Opleiding 3.7.3.5. Gezondheidstoezicht 3.7.3.6. Vaccinaties 3.7.3.7. Handhygiëne 3.7.3.8. De omgang met bevuild linnen 3.7.3.9. De bestrijding van legionella 3.7.4.Incidenten en ongevallen met biologische agentia 3.7.5.Prik- en snijongevallen 3.7.5.1. Overzicht van de risico’s 3.7.5.2. Preventie van prik- en snijongevallen 3.7.5.3. Registratie van prik- en snijongevallen 3.7.5.4. Procedure na bloedcontact 3.7.5.5. Het register 3.7.5.6. Te vermelden gegevens in het register 3.7.5.7. Voorbeeld van een flowchart 3.8. Omgevingsfactoren 3.8.1.Klimaat 3.8.1.1. Temperatuur 3.8.1.2. Verluchting 3.8.1.3. Airco 3.8.2.Geluid 3.8.3.Verlichting 3.9. EHBO 3.9.1.Het wettelijk kader 3.9.2.De organisatie van de EHBO 3.9.3.Reddingsborden 3.9.4.Controlelijst EHBO 3.10. Psychosociale aspecten 3.10.1. Werkstress 3.10.1.1. De omvang van het probleem 3.10.1.2. Naar een structurele aanpak van werkstress 3.10.1.3. Regelgeving over stress 3.10.2. Pesten op het werk 3.10.2.1. Het wettelijk kader 3.10.2.2. Aanduiding en opdracht van de bevoegde preventieadviseur 3.10.2.3. Omkering van de bewijslast 3.10.2.4. De praktische aanpak 3.10.3. Roken op het werk 3.10.3.1. Waarom een beleid inzake de verslavingsproblematiek? 3.10.3.2. Het wettelijk kader 3.10.3.3. Een rookbeleid voor werknemers 3.10.3.4. Een rookbeleid voor gebruikers 3.10.4. Agressie op het werk 3.10.4.1. Onderzoeksproject van IDEWE 3.10.4.2. Geweld in instellingen: afspraken 3.10.4.3. Preventie van grensoverschrijdend gedrag t.a.v. personen met een handicap 3.10.5. Algemene risicoanalyse op het vlak van de psychosociale aspecten 3.10.5.1. De inbreng van een deskundige 3.10.5.2. Een personeelsbevraging 3.11. Allergische reacties 4. Bijzondere plaatsgebonden risico’s en activiteiten 4.1. Grootkeukens Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
4.1.1.Reglementering 4.1.1.1. Financiering 4.1.1.2. Hygiëneverordeningen 4.1.1.3. Versoepelingen autocontrole en traceerbaarheid 4.1.1.4. Het Koninklijk Besluit van 10 november betreffende de detailhandel in bepaalde voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong 4.1.1.5. Autocontrolegidsen 4.1.1.6. Ombudsdienst 4.1.2.Concept 4.1.2.1. Inplanting en vormgeving 4.1.2.2. Opstelling van keukentoestellen 4.1.2.3. Constructie-elementen 4.1.2.4. Verlichting 4.1.2.5. Ventilatie 4.1.2.6. Sanitaire installaties 4.1.3.Het keukenmateriaal 4.1.3.1. Toestellen en apparatuur 4.1.3.2. Meubilair en werkvlakken 4.1.4.Milieuaspecten 4.1.4.1. Scheiden van de verschillende afvalstromen 4.1.4.2. Afvalbeperking 4.1.4.3. Bewaring van organisch afval 4.1.4.4. Vaatwasmachines 4.1.4.5. Behandeling van afvalwater 4.1.4.6. Gedrag van het personeel 4.1.5.HACCP 4.1.5.1. Het belang van voedselveiligheid 4.1.5.2. Wat is voedselveiligheid? 4.1.5.3. De HACCP-richtlijnen als leidraad 4.1.5.4. Persoonlijke hygiëne 4.1.5.5. Onderhoud van lokalen en materieel 4.1.5.6. De bestrijding van ongedierte 4.1.5.7. Meldingsplicht 4.1.6.Veilig en gezond werken in een grootkeuken 4.1.6.1. Fysieke belasting 4.1.6.2. Bestrijden van ongevallen en ziekten 4.1.6.3. Orde en netheid 4.1.7.Specifieke keukeninstallaties, -toestellen en hulpmiddelen 4.2. Wasserij 4.2.1.De cyclus van de linnenvoorziening 4.2.1.1. Verzamelen van vuil linnen 4.2.1.2. Opslag in de wasserij 4.2.1.3. Bedeling van het zuiver linnen 4.2.2.Veiligheid 4.2.3.Het arbeidsklimaat 4.2.4.Het besmettingsrisico 4.2.5.Ergonomie 4.2.6.Milieu 4.3. Werkplaatsen 4.3.1.Garage 4.3.1.1. Inrichting en uitrusting 4.3.1.2. Veiligheid en gezondheid 4.3.1.3. Afval 4.3.2.Houtbewerking 4.3.2.1. Inrichting en uitrusting 4.3.2.2. Contact met hout en houtstof 4.3.2.3. Veiligheid en gezondheid 4.3.3.Metaalbewerking 4.3.3.1. Het gebruik van snij- of koelolie 4.3.3.2. Gezondheid en veiligheid Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
4.3.3.3. Beveiliging tegen brand 4.3.3.4. Laswerken 4.4. Sportzaal 4.4.1.Turntoestellen 4.4.2.De sportzaal als occasionele feestzaal 4.4.3.Controlelijsten 4.5. Opslagplaatsen 4.5.1.Inrichting en onderhoud 4.5.2.Brandveiligheid 4.5.3.Opslag 4.5.4.Het gebruik van hijswerktuigen 4.5.5.Het gebruik van hefwerktuigen 4.5.6.Omgaan met lasten 4.5.7.Controlelijst 4.6. Speelruimtes 4.6.1.Speelgoed 4.6.1.1. Soorten speelgoed 4.6.1.2. Reglementering 4.6.1.3. De aankoop van veilig speelgoed 4.6.1.4. Veilig gebruik van speelgoed 4.6.1.5. Praktische tips per leeftijd 4.6.2.Knutselmateriaal 4.6.2.1. Knutselmateriaal met CE 4.6.2.2. Knutselmateriaal zonder CE 4.6.2.3. Enkele tips bij de aankoop en het gebruik van knutselmateriaal 4.7. Sanitaire lokalen 4.7.1.De inrichting van sanitaire lokalen voor het personeel 4.7.2.De inrichting van sanitaire lokalen voor hulpbehoevende personen 4.7.3.Legionella 4.7.3.1. Het legionelladecreet en zijn consequenties 4.7.3.2. Het beheersplan 4.7.3.3. Eisen voor nieuwe installaties 4.7.3.4. Interessante websites 4.7.4.Controlelijst sanitaire lokalen 4.8. Kapsalon 4.8.1.De inrichting van het kapsalon 4.8.2.Werkhouding 4.8.3.Het gebruik van producten 4.8.4.Infectierisico’s 5. Verzekeringen 5.1. Hoe zit een verzekeringscontract in mekaar? 5.2. Moet men steeds een verzekering sluiten? 5.2.1.Verplichte verzekeringen 5.2.2.Vrije keuze 5.3. Welke verzekeringen voor welke risico’s? 5.3.1.Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de instelling 5.3.2.Verzekering bestuurdersaansprakelijkheid 5.3.3.Verzekering medische beroepsaansprakelijkheid van (para)medisch personeel 5.3.4.Verzekering medische beroepsaansprakelijkheid voor zelfstandige artsen 5.3.5.Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid van vrijwilligers 5.3.6.Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid van gebruikers 5.3.7.Verzekering van de objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing 5.3.8.Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen 5.3.9.Milieuverzekering (milieupolis) 5.3.10. Juridische geschillen (rechtsbijstand) 5.3.11. Bijstandsverzekering 5.3.12. Patrimoniumverzekering 5.3.12.1. Multirisicoverzekering 5.3.12.2. Verzekering alle risico's bijzondere voorwerpen Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
5.3.12.3. Verzekering bedrijfsschade 5.3.13. Verzekering alle bouwplaatsrisico's 5.3.14. Verzekering omnium auto 5.3.15. Verzekering omnium in opdracht auto 5.3.16. Verzekering arbeidsongevallen 5.3.17. Verzekeringen van lichamelijke ongevallen overkomen aan gebruikers en vrijwilligers 5.4. Slachtofferbegeleiding 5.4.1.Waarom slachtofferbegeleiding 5.4.2.Werkterrein 5.4.3.Hoe gaan KBC en Fidea te werk? 5.4.4.Wat kan IDEWE voor u doen? 6. Activiteiten 6.1. Werken met derden 6.1.1.Het algemeen reglementair kader 6.1.1.1. Welke wetgeving is van toepassing? 6.1.1.2. Welke verplichtingen hebben opdrachtgevers en contractors? 6.1.1.3. Wat omvat de overeenkomst tussen opdrachtgever en contractor? 6.1.2.De praktijk van het werken met derden 6.1.2.1. Hoe een veilige contractor kiezen? 6.1.2.2. Welke informatie moet aan de contractor worden doorgegeven? 6.1.3.Bouwen en verbouwen 6.1.4.De coördinatie van tijdelijke en mobiele bouwplaatsen 6.1.4.1. Toelichting van enkele begrippen 6.1.4.2. Chronologische stappen 6.1.4.3. Latere werkzaamheden 6.1.4.4. Wijziging van eigenaar 6.2. Vervoer 6.2.1.Het getuigschrift van rijgeschiktheid 6.2.1.1. Rijbewijs en lichamelijke geschiktheid 6.2.1.1.1. Kandidaat voor een rijbewijs behorende tot groep 1 6.2.1.1.2. Houder van een rijbewijs 6.2.1.1.3. Medische criteria 6.2.1.2. Vervoer van personen binnen het kader van de voorziening 6.2.1.2.1. Personenvervoer en medische rijgeschiktheid 6.2.1.2.2. Verplicht medisch onderzoek, rijgeschiktheidsattest en rijbewijs van groep 2 6.2.1.2.3. Onderworpen bestuurders 6.2.1.3. Wat met de verzekering? 6.2.1.4. Nuttige adressen 6.2.2.Aandachtspunten bij het rijden met een voertuig 6.2.2.1. Rijden onder invloed 6.2.2.1.1. Alcohol 6.2.2.1.2. Geneesmiddelen 6.2.2.1.3. Vermoeidheid 6.2.2.2. Positie in de wagen 6.2.2.3. Aandachtspunten tijdens het rijden 6.2.2.4. Auto en techniek 6.2.3.Vervoer van rolstoelgebruikers 6.2.3.1. Normen voor rolstoelen en vastzetsystemen 6.2.3.2. Veilig vervoerbare rolstoelen 6.2.3.3. Rolstoelvastzetsystemen 6.2.3.4. Veiligheidsgordels 6.2.3.5. Liften en oprijplaten 6.2.3.6. Losliggende voorwerpen 6.2.3.7. Aandachtspunten voor de chauffeur en de vervoerdienst 6.2.3.8. Nuttige websites 6.2.4.Vervoer van kinderen 6.2.4.1. Het verkeersreglement Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
6.2.4.2. Bevestigingssystemen voor kinderen 6.2.4.2.1. Soorten bevestigingssystemen 6.2.4.2.2. De Europese norm 6.2.4.2.3. Het ISOFIX-systeem 6.2.4.3. Belangrijke tips 6.2.4.4. Nuttige info 6.2.5.Reizen per autocar 6.2.5.1. Met hoeveel in de autocar? 6.2.5.2. Bestellen van een autocar 6.2.5.3. De voorbereiding van de reis 6.2.5.4. Het vertrek - Aandachtspunten voor de begeleider 6.2.5.5. Het traject 6.2.5.5.1. Aandachtspunten ten opzichte van de passagiers… 6.2.5.5.2. Aandachtspunten ten opzichte van de chauffeur… 6.2.5.6. Evacuatieprocedure van een autocar 6.2.5.6.1. Evacuatie van de autocar via de deur vooraan 6.2.5.6.2. Evacuatie van een autocar via de deur vooraan en achteraan 6.2.5.7. Wetgeving betreffende autocars 6.2.5.8. Nuttige telefoonnummers 6.2.6.Noodsituaties 6.2.6.1. Tijdens de noodsituatie 6.2.6.1.1. Melden van het probleem 6.2.6.1.2. Evacueren van de inzittenden 6.2.6.1.3. Verwittigen van de hulpdiensten 6.2.6.1.4. Bestrijden van het incident 6.2.6.2. Onmiddellijk na de noodsituatie 6.2.6.3. Administratieve formaliteiten: het aanrijdingsformulier 6.2.6.4. Tertiaire preventie 6.3. Sport en recreatie 6.3.1.Actieve ontspanningsevenementen 6.3.1.1. Wat is een actief ontspanningsevenement? 6.3.1.2. Wat is een actief ontspanningsevenement niet? 6.3.2.Extreme ontspanningsevenementen 6.3.3.Te voet op stap 6.3.3.1. Gemachtigde opzichters 6.3.3.1.1. Wie kan gemachtigd opzichter worden? 6.3.3.1.2. Uitrusting van de gemachtigd opzichter 6.3.3.1.3. Verzekeringen 6.3.3.2. Verkeersregels voor voetgangers 6.3.3.2.1. Voetgangers alleen of in groep zonder leider 6.3.3.2.2. Voetgangers in groep met een leider 6.3.3.3. Verkeersregels voor rolstoelgebruikers 6.3.3.3.1. Plaats op de openbare weg 6.3.3.3.2. Lichten en reflectoren 6.3.3.3.3. Verzekeringen 6.3.3.4. Tips voor begeleiders van een groep kinderen 6.3.3.5. Tips bij de organisatie van een trektocht 6.3.3.6. Verzekeringen 6.3.4.Fietsuitstappen 6.3.4.1. Verkeersregels voor fietstochten in groep 6.3.4.2. Technische vereisten voor fietsen 6.3.4.3. Enkele aandachtspunten bij de organisatie 6.3.4.4. Rijden op een speciale fiets met gebruiker 6.3.4.5. Vaardigheidstest voor jonge fietsers 6.3.4.6. Opgepast voor de dode hoek! 6.3.4.7. De fietshelm 6.3.4.8. Veiligheidsmateriaal en –accessoires 6.3.4.9. Verzekeringen 6.3.5.Zwemmen en activiteiten op het water 6.3.5.1. Activiteiten op het water Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE
6.3.5.2. Baden en zwemmen in open water 6.3.5.3. Maatregelen ter voorkoming van onderkoeling 6.3.5.4. Wat te doen wanneer een zwemmer kramp krijgt? 6.3.6.Statenloop en andere activiteiten op verkeerswegen 6.3.7.Speelterreinen en speeltuigen 6.3.7.1. Het reglementair kader… 6.3.7.2. Risicoanalyse 6.3.7.3. Beheerdossier 6.3.7.4. Nazicht, onderhoud, controle en inspectie 6.3.7.5. Tijdelijk opgestelde speeltuigen 6.3.7.6. Enkele richtlijken m.b.t. speeltuigen 6.4. Festiviteiten 6.4.1.Lokalen 6.4.2.Voedsel 6.4.3.Attracties 6.4.4.Huren van materiaal
Zorg om zorg. Veiligheid, gezondheid en milieu in instellingen. Een uitgave van KBC Bank & Verzekering en IDEWE