De informatie in dit artikel is hoofdzakelijk ontleend aan de - in de informatielijst - vermelde bronnen. Met dank aan Joanne Kersten en Mies Kloos-Raasveldt voor hun zeer waardevolle bijdragen.
Zinvol Biologisch Speciaal programma -------------------------------------------------------------------
FM / januari 2015
1
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE
Inhoudsopgave 1 Glucose
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
3
.
.
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
3 3 4
. . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
5 5 5 6 6 6
3 SBS-programma van de bèta-eilandcellen
.
.
.
.
.
.
.
7
1.1 1.2 1.3
.
.
INTRODUCTIE
GLUCOSE-CENTRUM ALGEMEEN CONFLICT
2 SBS-programma van de alfa-eilandcellen 2.1 2.2 2.3
3.1 3.2 3.3
. . . . . 2.1.1 Voorbeelden . . CONFLICT-ACTIEVE FASE . GENEZINGSFASE . . . 2.3.1 Praktijkvoorbeelden CONFLICT
. . . . 3.1.1 Voorbeelden . CONFLICT-ACTIEVE FASE GENEZINGSFASE . . 3.3.1 Biologische zin 3.3.2 Praktijkvoorbeeld CONFLICT
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
7 7 8 8 8 9
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
9 9 10 10 10 11 11
4 Geslacht, hormoonstatus en lateraliteit . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . . .
5 Aanverwante onderwerpen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
11
. STRESS . . . SPOREN . . . DIABETES BIJ KINDEREN . DUBBEL CONFLICT EN CENTRAAL-CONFLICT . 5.5.1 Schommelingen . . . . . . SUIKER-CONSTELLATIE . . . . . . . BEHANDELING VAN DIABETES . . . . . 5.7.1 Het toedienen van insuline . . . 5.7.2 Complicaties bij diabetes . . 5.7.3 Epiloog . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
11 12 12 12 12 13 13 14 15 15 15
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
17
4.1
RECHTSHANDIGE VROUW
4.1.1 Voorbeeld 4.2 4.3 4.4
5.1 5.2 5.2 5.4 5.5
.
. LINKSHANDIGE VROUW . RECHTSHANDIGE MAN . 4.3.1 Voorbeeld . . LINKSHANDIGE MAN . .
. . . . . .
. . . . . .
OVERGEWICHT
. . .
. . .
. . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
6 Informatielijst
.
.
.
.
.
.
.
.
5.6 5.7
.
__________________________________________________________________________ 2 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE
1 Glucose 1.1 INTRODUCTIE De stofwisseling van koolhydraten begint in de mond, maag en dunne darm, waarbij enkelvoudige suikers, zoals glucose, worden geabsorbeerd in het bloed. De concentratie van glucose in het bloed wordt bepaald door drie hormonen: insuline, glucagon en adrenaline. Wanneer de concentratie van glucose in het bloed te hoog is, dan wordt het hormoon insuline geproduceerd door de bèta-eilandcellen in de pancreas. Insuline zorgt er onder andere voor dat glucose in de cellen wordt opgenomen en daar wordt omgezet in energie, glycogeen en vet. Glucose is daarom van groot belang voor de cellen. Vooral de lever en spieren, met name het myocard (hartspier), gebruiken veel glucose in hun energiebehoefte. Een tekort aan glucose/suiker in het bloed wordt hypoglykemie genoemd. Is er een teveel aan glucose in het bloed en/of zijn de cellen verzadigd, dan stimuleert insuline de omzetting van glucose in de lever en spiercellen naar glycogeen, een soort energie opslag. Ook de lever en spiercellen kunnen verzadigd raken omdat de opslag van glycogeen – als voorraad voor een korte periode – beperkt is. In dit geval wordt glucose in de cellen opgeslagen als vet. Wanneer een te laag gehalte van glucose in het bloed zich voordoet, waardoor cellen niet voldoende in hun energie behoefte worden voorzien, kan deze opslag van glycogeen snel worden omgezet tot glucose. Zowel de hormonen adrenaline als glucagon zijn verantwoordelijk voor deze omzetting van glycogeen terug naar glucose. Bij diabetes mellitus kan het lichaam het bloedsuiker (-glucose) gehalte niet meer stabiel houden (tussen 4 en 8 mmol/liter).
1.2 GLUCOSE-CENTRUM De SBS-programma’s met betrekking tot diabetes en hypoglykemie worden gestuurd vanuit het glucosecentrum. In de linker hemisfeer bevindt zich het glucagon-centrum voor de glucagon-productie. Glucagon is een hormoon dat geproduceerd wordt door de alfa-eilandcellen in de pancreas wanneer zich te weinig glucose in het bloed bevindt. Afbeelding van de pancreas
FM / januari 2015
3
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE Toename van glucagon stimuleert de toename van het glucose-gehalte in het bloed door omzetting van glycogeen naar glucose. In de rechter hemisfeer bevindt zich het insulinecentrum. Insuline is een hormoon dat – zoals gezegd - wordt geproduceerd door de bèta-eilandcellen in de pancreas. Insuline stimuleert de afname van het glucose gehalte in het bloed door de opname ervan in de cellen te bevorderen, waar het – zoals vermeld - wordt omgezet in energie, glycogeen of vet. De bijbehorende Hamerse Haarden (HH) van de alfa- en bètaeilandcellen van de pancreas, respectievelijk het glucagon-centrum en insulinecentrum, behoren bij de cortex, maar in het voorste (frontale) gebied van de tussenhersenen, in de hypothalamus [3], respectievelijk aan de linker- en rechterkant, zie figuur. Deze relais gedragen zich echter wel naar het schema van de cortex [6]. De linkerkant van het glucose-centrum is de vrouwelijke kant, rechts is de mannelijke kant. Het geslacht, de hormoonstatus, de biologische handigheid en voorafgaande conflicten spelen een belangrijke rol. Zie hoofdstuk 4 ”Geslacht, hormoonstatus en lateraliteit”. Locatie van het glucose-centrum in de hersenen Diabetes en hypoglykemie ontstaan door een functie-vermindering van de alfa- en de bètaeilandcellen in de conflict actieve fase (ca-fase). Het gaat dus alleen om functieveranderingen en niet om celvermeerdering/-vermindering.
1.3 ALGEMEEN CONFLICT [6] Activering van het conflict gebeurt b.v. in een situatie waarin een gevecht dreigt: twee katten die elkaar tegenkomen en om elkaar heenlopen en hun haren opzetten. De activering is een vóór-strijd situatie. Men noemt het ook een zich verzetten / weren conflict (mannelijke vorm) of een angst-walgingsconflict (vrouwelijke vorm). Men verzet zich met pijn en moeite tegen een ophanden zijnde strijd of ruzie. Het is ook een soort van grommen tegen de tegenstander voordat de strijd begint. De conflictbeschrijvingen zich verzetten / weren en angst-walging zijn beide thema’s van afwijzen. Zich verzetten en weren is de mannelijke variant van het conflict. Zij brengen een zich verzetten tegen een waargenomen bedreiging met zich mee. Mannen hebben meer een vechtreactie. Angst-walging is de vrouwelijke variant en impliceert een behoefte naar het zich terugtrekken van de situatie. Het is moeilijk een handzaam en begrijpelijk woord te vinden, die de eigenlijke biologische startimpuls beschrijft. Misschien de genoemde “vóór-strijd”-situatie. Het begin van de strijd is de oplossing van het conflict. De zin van de ca-fase ligt in het voor__________________________________________________________________________ 4 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE radig houden van glucose in het bloed, zodat het niet eerst vanuit glycogeen behoeft te worden omgezet en het dus direct beschikbaar is. Daaruit zien we ook, dat deze programma’s voor een zeer kort tijdsbestek bedoeld zijn. De vóór-strijd kan in de natuur normaal gesproken hooguit enkele seconden of minuten duren. Een mens kan zich echter uren of weken tegen een ophanden zijnde zaak verzetten. Overeenkomstig de duur van het conflict zijn dan ook de symptomen in de ca-fase en in de genezingsfase (pcl-fase) heviger. De epileptoïde crisis (epi-crisis) is in natuurlijke omstandigheden geheel niet te merken, maar bij een lang en/of intensief conflict kan deze zeer heftig zijn, en kan er b.v. een zeer lage bloedglucosespiegel (BGS) ontstaan die levensbedreigend is.
2 SBS-programma van de alfaeilandcellen 2.1 CONFLICT Het conflict dat gerelateerd is aan het glucagon-centrum is de vrouwelijke vorm van afwijzing, en wel het genoemde angst-walgingsconflict. Het is een combinatie van grote angst en schrik gekoppeld aan walging/weerzin/afschuw. De vrouwelijke reactie op ongerief is passief blijven staan/zitten. Terwijl het mannetjesdier de aanval kiest, trekt het wijfje zich verstard en blijvend terug. 2.1.1 Voorbeelden [3], [4], [5], [6] Verkrachting, seksueel misbruik, aanranding, molestatie, geschokt zijn met betrekking tot seksualiteit, ongewenste seks gekoppeld aan walging. Seksuele praktijken geassocieerd met walging. Dit zijn dus seksuele thema’s, en het kan reeds op jonge leeftijd plaatsvinden. Andere thema’s zijn: ontlasting, braaksel, bloed, maar ook kinderen of patiënten die worden gedwongen iets te eten en die dat als walgelijk ervaren. Het van ontsteltenis huiveren of van walging willen wegvluchten. Vrouwen en kinderen kunnen zo een angst-walgingsconflict ervaren. Verder: ▫ afschuw voor chemotherapie, een stinkende wond, een zwaar gewonde, of afschuw voor eigen misvorming (b.v. na een ongeluk), ▫ afschuw voor bepaalde dieren, b.v. spinnen, kevers, torren, slangen, muizen, ratten, ▫ een schoonmaakster die ervan walgt om smerig geworden mannentoiletten te moeten reinigen.
FM / januari 2015
5
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE 2.2 CONFLICT-ACTIEVE FASE In de ca-fase resulteert een toenemende functie-vermindering van de alfa-eilandcellen in een afnemende productie van glucagon, waardoor de BGS daalt. Er is een toenemende hypoglykemie (lage BGS van het bloed). Een symptoom van een lage BGS is honger en een voorkeur voor / een sterke drang naar zoetigheid ter compensatie van het tekort aan bloedglucose. Andere symptomen (bij zeer lage bloedsuikers) zijn: koud zweet, bleke huid, concentratie- en bewustzijnsstoornissen, eventueel hoofdpijn [5]. Vaak wordt hypoglykemie niet opgemerkt omdat mensen veel eten. Van kinderen wordt gezegd dat ze een zoete smaak hebben. Wanneer het volwassenen betreft, zijn ze gek op desserts en chocolade. Het resultaat hiervan is dat mensen vaak toenemen in gewicht, ze krijgen obesitas. De oorzaak hypoglykemie wordt meestal niet opgemerkt. Mensen eten te veel als gevolg van hypoglykemie, maar door het vele eten is er een constante toestroom van insuline in het bloed (hyperinsulinemie). De insuline-productie wordt daardoor constant geprikkeld. Een langdurig verhoogd insuline-gehalte in het bloed is er de oorzaak van dat de insuline-receptoren in de celwand ongevoeliger worden. Er is dan sprake van insuline-resistentie. Er is steeds meer insuline nodig voor de opname van glucose in de cellen. Daarmee ontstaat tevens een verzadiging van glycogeen en vet die niet meer worden omgezet naar glucose. Na verloop van tijd wordt de persoon dik door een verhoogd insulinegehalte. Dit is een hangend glucagon-programma. Er is honger ondanks een verhoogd glucose-gehalte in het bloed. Dit is de reden dat hypoglykemie vaak niet wordt opgemerkt.
2.3 GENEZINGSFASE [3], [4] In pcl-fase A neemt de BGS weer toe. Doordat de productie van glucagon weer op gang komt, probeert de BGS zich weer te normaliseren. In de epileptoïde crisis (epi-crisis), in het midden van de pcl-fase, is er plotseling een kortstondige sterke daling van de BGS: een hypoglykemische shock. In pcl-fase B neemt de bloedsuiker weer toe en leidt tot een langere, sterkere stijging van de BGS (meer dan het normale niveau). Dit kan ook als diabetes worden gediagnostiseerd. Het conflict heeft niets te maken met leeftijd – zoals in de RG verondersteld wordt - , maar met geslacht, hormoonstatus, biologische handigheid en met de subjectieve beleving van een gebeurtenis die op elke leeftijd kan plaatsvinden [4]. In acute gevallen (tijdens de ca fase of de epi-crisis) dient een glucagon-injectie gegeven te worden of glucose intraveneus. Ook druivensuiker of vruchtensap kan aanvullend worden toegepast [5]. 2.3.1 Praktijkvoorbeelden Ervaringen van David Münnich zelf [6]: ▪ In de tijd van mijn dienstplicht had ik bij het ontbijt altijd heel veel suikerhoudende dingen __________________________________________________________________________ 6 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE gegeten. Ik had me ongelooflijk tegen het werk verzet en moest elke dag mezelf opnieuw kwellen. Dat betekent, ik had een glucagon SBS-programma actief, waarbij ik in de cafase hevige suikerhonger had. Bij het werk was de hevige honger dan weg. ▪ Ik ben zeer bedreven in het doorleven van glucagon SBS-programma’s. Ik had enkele maanden een recidiverend zich verzetten conflict met betrekking tot de geboorte van mijn zoon. De functionarissen van de markteconomische geboorte-industrie zijn er goed in geschoold om zeer veel angsten voor een geboorte aan te wakkeren. Ik kwam daar dan ook onmiddellijk in terecht en verlangde naar de geboorte. Die maanden ervoor at ik van ’s morgens tot ’s avonds waterijs en andere sterk suikerhoudende substanties. Hoofdzakelijk zoet! Na de geboorte was de grote suikerbehoefte dan ook snel verdwenen. Omdat ik linkshandig ben, reageert bij mij op het zich verzetten conflict het glucagon-programma (linker relais). Zie hiervoor 4.4 “Linkshandige man”.
3 SBS-programma van de bètaeilandcellen 3.1 CONFLICT Het conflict dat gerelateerd is aan het insuline-centrum is een mannelijk weerstandsconflict of wel een zich verzetten conflict. Het is weerstand tegen iets speciaals, een situatie of een persoon. De mannelijke reactie op ongerief is zich weren, verzetten en vechten. Met krachtsinspanning probeert het mannetjesdier het conflict te beslechten. Ook mannen reageren met een zich verzetten conflict. De energie-inzet betekent een verhoogd verbruik van glucose (suiker). Dit wordt bereikt door glucose in het bloed paraat te houden, waardoor de BGS stijgt. 3.1.1 Voorbeelden [4], [5], [6] Weerstand tegen een persoon of een situatie. Men wordt of voelt zich tot iets gedwongen of genoodzaakt. Een weerstand tegen iets dat iemand hoort dat hij moet doen, b.v. weerstand en opstaan tegen zijn vader. Het kan ook hier weerstand tegen seksuele praktijken zijn, tegen voedsel wat iemand niet wil eten, een weerstand tegen een scheiding, tegen een medische behandeling, zoals een operatie, amputatie of chemotherapie. Men moet iets doen wat men niet wil, b.v. naar de kinderopvang of naar school gaan. De conflictsituatie bij mensen kan b.v. ook zijn, dat een scholier het komende klassenwerk vreest, dat men op kantoor van de chef wordt ontboden, dat een operatie aanstaande is, of soortgelijke aankomende behandelingen die men eigenlijk wil vermijden.
FM / januari 2015
7
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE Alles waar een mannelijk persoon zich tegen verzet is gerelateerd aan het insuline-centrum.
3.2 CONFLICT-ACTIEVE FASE In de ca-fase vindt een toenemend functieverlies van de bètacellen plaats. Er is een stijging van de BGS (hyperglykemie) wegens een vermindering/beperking van de insulineproductie met diabetes mellitis tot gevolg. Bij hoge glucosewaarden in het bloed zal het lichaam trachten deze te verlagen en wordt ook via de urine suiker uitgescheiden. Vandaar de naam: diabetes mellitus, honingzoete doorstroming [5].
3.3 GENEZINGSFASE [3], [4] In pcl-fase A is er het equivalent van de hypoglykemie: de BGS herstelt zich omdat de functie van de alfa-eilandcellen weer wordt hersteld, waardoor de insuline-productie weer op gang komt. In de epi-crisis is er kortstondig een plotselinge stijging van de bloedsuiker, de zgn. hyperglykemische shock. Dr. Hamer zegt dat men heel voorzichtig dient te zijn met het zelf oplossen van dit conflict. Niet zelf gaan experimenteren met de oplossing. Een deskundige moet dit begeleiden. Een hyperglykemische shock kan dramatisch zijn en een coma veroorzaken, waardoor professionele begeleiding absoluut noodzakelijk is. Het betreft hier de compensatoire hypoglykemie na een heftige hyperglykemie dat mogelijk tot een shock kan leiden. Een te laag glucosegehalte in het bloed kan levensgevaarlijk zijn en een coma of zelfs de dood veroorzaken. Dit komt omdat de hersenen afhankelijk zijn van een stabiele hoeveelheid glucose in het bloed. Ze zijn grootverbruikers van glucose en regelen zelf de glucose-opname. Dan dient er wel glucose aanwezig te zijn. In pcl-fase B zakt de BGS, er ontstaat een langer aanhoudende hypoglykemie. 3.3.1 Biologische zin [2] Ook de SBS-programma’s van de alfa- en bèta-eilandcellen hebben hun biologische zin. Deze zo schijnbaar tegengestelde SBS-programma’s bewerkstellingen iets soortgelijks, namelijk dat er meer glucose in de spiercellen wordt opgenomen, waardoor ze meer energie kunnen omzetten en zo meer weerstand kunnen bieden bij het walgen of zich verzetten tegen iets of iemand. In het geval van hypoglykemie (lage BGS) werkt het individu snel voedsel naar binnen (heeft altijd honger), dat in korte tijd een glucose-verhoging en glucose-toevoer voor het spierstelsel teweegbrengt om het verhoogde glucose-verbruik van het organisme te compenseren. In het geval van diabetes wordt de beschikbare glucose in toenemende mate in het bloed paraat gehouden om later voor het spierstelsel beschikbaar te zijn. Zich verzetten / weren betekent actie van de spieren, een tonische spierspanning die veel bloedglucose verbruikt. Met behulp van een hoge BGS kan een persoon zich beter weren, omdat daardoor meer glucose in het spierweefsel kan komen. Dit is mogelijk omdat in de pcl-fase meer insuline __________________________________________________________________________ 8 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE beschikbaar komt. 3.3.2 Praktijkvoorbeeld [5] ▪ De voormalige Italiaanse minister president Bettino Craxi werd aan het einde van zijn politieke loopbaan beschuldigd van persoonlijke banden met de maffia. Hij moest alle denkbare aanvallen ondergaan en komt daarbij in een ernstige noodsituatie (zich verzetten conflict) om zich tegen alle beschuldigingen te kunnen weren. Als de druk te groot wordt, vlucht hij naar Tunesië. Daar vindt hij echter ook geen rust, omdat hij zich voortdurend in interviews moet rechtvaardigen, met een hangend conflict als gevolg: vermindering van de insulineproductie, een toename van de bloedsuiker, dus diabetes. Door het verlies van zijn vaderland lijdt hij aanvullend ook een vluchtelingsconflict. Volgens de RG is hij gestorven aan complicaties van diabetes. Echter, volgens de GNM zijn deze complicaties niet afkomstig van diabetes, maar geven aan dat er meerdere programma’s gelopen hebben. Bekend is dat de politicus langdurig leed aan een verslechterende gezondheid waaronder diabetes. Een vluchtelingsconflict met sterke waterretentie, gepaard gaande met mogelijk andere lopende conflicten, is zeer aannemelijk. Hij stierf in 2000.
4 Geslacht, hormoonstatus en lateraliteit Aan de linkerkant (vrouwelijke kant) van het glucose-centrum bevindt zich het glucagon-centrum/-relais, maar beïnvloedt ook de oestrogeenproductie. Aan de rechterkant (mannelijke kant) bevindt zich het insuline-centrum/-relais en beïnvloedt tevens de testosteronproductie. De vaststelling van het geslacht, de hormoonstatus en de biologische links- of rechtshandigheid van een persoon is hier van groot belang. Eerst wordt het geslacht en de hormoonstatus bepaald. Daarmee ligt voor een biologisch RH persoon vast aan welke kant de HH inslaat (links: de vrouwelijke kant, rechts: de mannelijke kant). Bij een biologisch LH persoon – met hetzelfde geslacht en dezelfde hormoonstatus slaat de HH daarentegen aan de tegenoverliggende zijde in.
4.1 RECHTSHANDIGE VROUW [2], [4] Wanneer een biologisch RH vrouw voor de overgangsjaren en zonder voorafgaande conflicten een angst-walgingsconflict heeft, dan heeft dat een impact in het glucagon-centrum en heeft ze in de ca-fase hypoglykemie. Ze heeft de drang om zoetigheid te eten met mogelijk overgewicht tot gevolg. Komt dezelfde vrouw met een soortgelijk angst-walgingsconflict in de overgang, dan reageert ze op de rechter hersenhelft in plaats van op de linker hersenhelft. De HH “springt” naar de andere kant.
FM / januari 2015
9
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE Uit de lage BGS ontstaat nu meer of minder snel een hoge BGS (door verlaagde insulineproductie) en dus diabetes. Ook wanneer een RH vrouw de pil neemt, springt de HH van het angst-walgingsconflict eveneens naar de rechterkant en krijgt zij diabetes. 4.1.1 Voorbeeld [4] Stel een RH vrouw heeft gedurende haar leven een angst-walgingsconflict, b.v. ze heeft een probleem met ongewenste seks of langdurige seksuele problemen. Of er is b.v. een angstwalgingsconflict met betrekking tot een dronken echtgenoot. Ze heeft deze problemen reeds geruime tijd, dus ze heeft hypoglykemie en eet zoetigheid en komt mogelijk in gewicht aan. Wanneer deze vrouw in de menopauze komt (rond de 50 jaar) en haar post-menopauze bereikt, dan wordt na zekere tijd haar vrouwelijke kant gesloten. Dit betekent dat wanneer ze de eerstvolgende keer op haar spoor komt (conflict-actief), ze niet langer zal reageren aan de vrouwelijke kant, maar aan de mannelijke kant en ervaart ze het angst-walgingsconflict als een mannelijk weerstandsconflict. Haar hypoglykemie gaat in genezing, en wanneer ze zich in fase A bevindt en de epi-crisis bereikt, krijgt ze diabetes. In plaats van een bestendige of altijd weer actief glucagon-relais heeft ze nu een bestendig actief insuline-relais. Het is dus niet de genezingsfase van hypoglykemie. Het gebeurt vaak bij vrouwen die in de post-menopauze zijn, dat ze diabetes krijgen. Veel vrouwen hadden geen diabetes voorheen, maar krijgen nu diabetes. Door de verandering van de hormoonstatus gaat de vrouwelijke kant in genezing. Ze is nu aan de mannelijke kant. Dit verklaart de zgn. ”ouderdoms”-diabetes of wel diabetes type II (RG) [2].
4.2 LINKSHANDIGE VROUW [2], [4] Ook een biologisch LH vrouw met een normale hormoonstatus kan alleen een vrouwelijk conflict lijden. Het slaat echter aan de tegenoverliggende zijde (dus rechts, de mannelijke kant) in. Wanneer een vrouw diabetes heeft, een normale hormoonstatus heeft en ze is linkshandig, dan betreft het dus een angst-walgingsconflict en geen weerstandsconflict in haar leven. Een weerstandsconflict is een mannelijk conflict en een vrouw met een normale hormoonstatus kan geen mannelijk conflict lijden.
4.3 RECHTSHANDIGE MAN [2], [4] Een biologisch RH man kan met het eerste conflict slechts een weerstandsconflict / zich verzetten conflict lijden, hetgeen vermindering van de insulinespiegel betekent en ook een diabetes met verhoogde bloedglucose-waarden in de ca-fase. Wanneer hij zijn conflict oplost, krijgt hij in pcl-fase B hypoglykemie. Dan krijgt hij een drang om zoetigheid te eten (b.v. desserts). In de overgang of b.v. bij een testosteron blokkerende behandeling gaat de diabetes over in hypoglykemie, dat wil zeggen vermindering van de glucagon-waarde. __________________________________________________________________________ 10 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE Men zou kunnen denken dat de diabetes op grond van de behandeling verdwenen is [2]. 4.3.1 Voorbeeld [3] ▪ De familie van een patiënt probeerde een maand voor de scheiding nogmaals hem met alle middelen van de scheiding af te brengen. Men bedreigde hem met de ergste consequenties en een financiële ondergang. Als RH man leed hij een weerstandsconflict cerebraal rechts met diabetes in de ca-fase als gevolg.
4.4 LINKSHANDIGE MAN [2], [4] Wanneer een biologisch LH man een weerstandsconflict heeft, komt de HH aan de tegenoverliggende zijde (links-cerebraal, de vrouwelijke kant) en krijgt hij in de ca-fase hypoglykemie, dus een lage BGS. Hij wil veel zoetigheid eten. Hij krijgt alleen diabetes in de pcl-fase. In de overgang wordt de LH man dan plotseling - in de RG zonder herkenbare oorzaak - een “ouderdoms”-diabeticus, voor zover het conflict actief blijft. Bovenstaande uiteenzettingen zijn niet alleen theorie, maar zij laten zich in elk individueel geval nauwkeurig verifiëren [2]. Er zijn echter niet alleen binnen een conflict of conflictgebeuren verschillende variaties, maar er zijn natuurlijk ook nog variaties wanneer conflicten gelijktijdig of verschoven in fase optreden. Zie hiervoor 5.5 en 5.6.
5 Aanverwante onderwerpen 5.1 OVERGEWICHT [2] In het geval van hypoglykemie, waarbij de persoon grote hoeveelheden voedsel eet om voldoende glucose te hebben, neemt hij/zij logischerwijs in gewicht toe, ondanks conflict-activiteit, dus ondanks sympathicotonie. Het gevolg is dat er vaak hoge pieken van insuline ontstaan, waardoor glucose omgezet kan worden in vet. Hij/zij maakt vetreserves aan door veel te eten, maar de persoon wordt obese omdat de cellen ook ongevoelig worden voor het hormoon leptine dat de eetlust moet remmen. Dit hormoon wordt door de vetcellen geproduceerd. Meer vet betekent meer leptine, daarmee minder gevoelig voor vermindering van de eetlust en zo wordt er op den duur meer vet aangemaakt. Zie ook 2.2. Een geheel andere oorzaak voor gewichtstoename - Dr. Hamer schat in z’n geheel ongeveer 90% - is door het Syndroom met nierverzamelbuis-SBS, of wel het waterretentie conflict. De RG heeft daar geen idee van, omdat wateropslag eigenlijk met het suikerconflict helemaal niets te maken heeft. We zien welke verschillende symptomen als “typisch” voor diabetes gelden, terwijl de FM / januari 2015
11
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE hypoglykemie helemaal niet als een eigen ziekte wordt gezien. (Men kan daar snel wat eten). In het geval van diabetes klopt de energiebalans tussen toevoer en verbruik niet. Overgewicht (adipositas) verhoogt de BGS. Dat geldt echter niet algemeen, maar alleen tendentieus, want lang niet alle mensen met overgewicht hebben diabetes.
5.2 STRESS [5] In een stress-situatie wordt de BGS bij insuline-reductie hormonaal verhoogd, zodat we optimaal kunnen vechten of vluchten. Zo functioneert het bij mens en dier. Het verschil is dat een dier vecht of vlucht en zet de aangeboden glucose daadwerkelijk om in energie. Geciviliseerde mensen daarentegen doen zo iets dergelijks niet. In de auto ergeren we ons zittend, steken de vinger op of laten hooguit een vuist zien. Dat is het. Geen actie, geen energie-afbouw. Zittend aan het bureau is het hetzelfde, en thuis voor de televisie evenzo. Suikerziekte is een typische geciviliseerde ziekte. Stress zonder beweging c.q. sport laat de BGS stijgen.
5.3 SPOREN [3] Met de DHS ligt alles vast, ook de zgn. sporen. Onder sporen verstaat men, wanneer b.v. een vrouw haar man ontdekt in een zeer onaangename situatie - bij wijze van spreken met een prostitué -, en daarbij een angst-walgingsconflict geleden heeft, en later diezelfde vrouw of iemand die daarop lijkt weer treft die haar aan de prostitué herinnert, dan komt ze ogenblikkelijk weer op het spoor. In zulke gevallen is dezelfde haarkleur, gezichtsuitdrukking, ademgeur, haar parfum of haar stem reeds voldoende. Dat betekent dat het gehele conflict weer gereactiveerd kan worden. De begeleidende omstandigheden zijn de ”stof” waaruit de allergieën gemaakt zijn.
5.4 DIABETES BIJ KINDEREN [2] Diabetes komt bij kinderen is net zo vaak voor als hypoglykemie. Het laatste vindt niemand erg. “Kinderen hebben een zoete smaak”. De conflicten zijn dezelfde als bij volwassenen. Dat de diabetes mellitus bij kinderen en jeugdigen echter als niet-behandelbaar wordt beschouwd, ligt daaraan, dat volwassenen de sporen gemakkelijker kunnen vermijden dan kinderen. De volwassene kan zeggen: “Hier walg ik van en doe dat mezelf niet meer aan”. Een kind wordt ongevraagd steeds weer op het spoor gezet van: “Ach, stel je niet zo aan”.
5.5 DUBBEL-CONFLICT EN CENTRAAL-CONFLICT [3] Men spreekt van een dubbel-conflict, wanneer beide tegenover elkaar gelegen glucose-relais met afzonderlijk gescheiden HH getroffen zijn en de conflicten na elkaar zijn ingeslagen. Men kan b.v. eerst als RH vrouw een angst-walgingsconflict lijden, en in tweede instantie nog een mannelijk zich verzetten conflict erbij. De thema’s van de conflicten kunnen ook voortdurend wisselen. Doordat beide glucose__________________________________________________________________________ 12 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE SBS-programma’s actief zijn, resulteert er gelijktijdig een hypoglykemie (HH links) en diabetes (HH rechts). Er is sprake van een constellatie, zie 5.6. Iedere keer nadat, óf het linker-cerebrale glucagon-SBS-programma óf het rechts-cerebrale insuline-SBS-programma geaccentueerd is, is de glucose-waarde verlaagd of verhoogd. Beide relais kunnen echter ook door een enkel centraal conflict getroffen zijn. Dit zgn. suiker centraal-conflict manifesteert zich zodanig, dat een persoon één HH heeft, centraal gelegen, die het rechter én linker relais overlapt en daardoor een beperkte en gelijktijdig naast elkaar een insuline- en een glucagon-vermindering kan geven. In dit geval is er geen sprake van een constellatie, omdat er geen dubbele conflict-activiteit is. Door de gelijktijdig verminderde productie van insuline- en glucagon is de BGS niet hoog. Het schommelt tussen 1,9 en 18 mmol/liter bloedglucose (nuchter). De patiënt is daarbij eerder in gevaar om een hypoglykemische shock te ondergaan, dan een zeer hoge BGS te ontwikkelen. Bij een hypoglykemische shock kan de BGS voor de hersenen gevaarlijk laag worden. Deze hebben veel glucose nodig. Desondanks kan de bloedglucose postprandiaal (na de maaltijd) omhoog gaan naar een waarde van boven de 16,7 mmol/liter. 5.5.1 Schommelingen [3] Door de wisseling van de conflicten en fasen, dus een combinatie van beide SBS-programma’s, is er, afhankelijk van welk conflict geaccentueerd wordt, sprake van een hoge of lage BGS. Er zijn sterk wisselende waarden door het door elkaar lopen van beide conflicten [5]. Dit soort van “diabetes” werd vroeger als labiele diabetes aangeduid. Met de GNM kunnen we deze schommelingen goed begrijpen. Het bijzondere eraan is, dat ze zelfs uit twee verschillende componenten bestaan. Bij patiënten met zulke schommelingen kan het gecompliceerd zijn, omdat bij benadering een conflict- en symptoomevenwicht tussen een lage en een hoge BGS bestaat door de activiteit van beide conflicten. De conflicten compenseren elkaar enigszins. Natuurlijk komt het daarbij zowel tot kortstondige hoge en lage BGS in het bloed.
5.6 SUIKER-CONSTELLATIE [7] Deze constellatie komt veel voor en komt voort uit een dubbel conflict. De twee afzonderlijke conflicten resulteren in de suiker-constellatie. De patiënt heeft voortdurend walgings- en zich verzetten dromen [2]. Wanneer aan iedere kant een relais van het glucose-centrum actief is c.q. in sympathiconie is, dus gelijktijdige activiteit van in dit geval de beide suiker-relais, dan is er sprake van paniek [6], [7]. De paniek in de epi-crisis is daarbij altijd groter dan in de ca-fase. Maar er kan ook een relais op de ene kant actief zijn (ca-fase) en één op de andere kant in de epi-crisis zijn, waardoor ook beide in sympaticotonie zijn en een paniek tot stand komt.
FM / januari 2015
13
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE Het gaat hier om activeringen met betrekking tot een vijandig contact dat eraan komt. Daaromheen is er in ieder geval sprake van paniek. Wanneer één van beide SBS-programma’s oplost, zijn de constellatie-specifieke symptomen weg en komt het tot veranderde bloedglucosewaarden.
5.7 BEHANDELING VAN DIABETES [2] Natuurlijk geldt dat het conflict of het conflict-mechanisme gevonden moet worden om het conflict te kunnen oplossen en de sporen te kunnen vermijden. In principe geldt: iedere diabetes is op deze manier te behandelen. Op welke hoogte de glucose-waarde uiteindelijk stabiliseert, hangt af van de duur van het conflict dat er aan voorafgegaan is. Daarbij is het geen ramp wanneer de BGS b.v. bij 16,7 mmol/liter (130 mg/dl) blijft hangen. Daarmee kan iedereen leven. Om de behandeling met een zinvolle handhaving van de insuline te doen, moet men weten, dat in twijfelgevallen een teveel aan insuline (door medisch ingrijpen) veel gevaarlijker is dan een te weinig aan insuline. Een teveel aan insuline kan een hypoglykemische shock en soms de dood tot gevolg hebben. Het is een complexe materie. Omdat de hersenen veel suiker nodig hebben, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan bij een te laag glucose-gehalte in het bloed; vooral bij een hypoglykemische shock. Bij een goede en juiste behandeling van diabetes is monitoring in een ziekenhuis vereist en is de beschikbaarheid van CT-scans gewenst, zo niet noodzakelijk. Bij 27,8 mmol/liter (500 mg/dl) glucose gebeurt normaal gesproken niets, behalve dat de persoon dorst heeft en zich niet lekker voelt. Vanzelfsprekend dient men vooraf zorgvuldig de conflictsituatie, de serumsituatie, pilgebruik enz. na te gaan om verrassingen te voorkomen. Net zo vanzelfsprekend is ook dat men de mogelijkheid van conflictrecidieven erbij betrekt. In het bijzonder moet de therapeut niet moedeloos worden, wanneer de patiënt na vooral grondige bespreking van zijn conflict, in plaats van een lagere, zelfs een hogere glucose-waarde toont, omdat het gesprek vaak een sterk recidief tot gevolg heeft. Het veranderlijke gedrag van de glucose-waarde, dat afhankelijk is van de fase, is uit therapeutisch oogpunt vervelend, omdat we nooit weten welke fase en met welk van de beide conflicten we te maken hebben. Bij het SBS-programma van de bèta-eilandcellen kan een verhoging van de bloedsuikerspiegel wijzen op conflict-activiteit (ca-fase) of de epi-crisis in de genezingsfase. Een lage waarde van de BGS kan er op wijzen dat een patiënt zich in fase B van de genezing bevindt of dat het SBS-programma van de alfa-eilandcellen actief is in de ca-fase. Wanneer beide SBS-programma’s gelijktijdig actief zijn, kunnen ze zich in evenwicht houden, dat betekent dat de BGS onopvallend kan zijn. De glucose-relais liggen in de hersenen zeer __________________________________________________________________________ 14 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE dicht bij elkaar en treden vaak in combinatie op, dat wil zeggen dat de HH beide gebieden overlapt. We moeten ons daarom in de praktijk in bescheidenheid oefenen en met verklaringen over de genezingsfase terughoudend zijn. Bij een langer durende verhoogde BGS bestaat daarom noodzaak tot handelen, namelijk om de BGS te laten dalen door oplossing van het conflict, door omschakeling van levens- en voedingsgewoonten en/of medicamenteus (insuline). 5.7.1 Het toedienen van insuline Een tekort aan insuline moet worden aangevuld, b.v. door injecties. Deze stap dient echter vooraf goed overlegd te worden, want na een langer durende insuline behandeling mag men daarmee niet meer ophouden, omdat de eilandcellen hun activiteit in de loop van de tijd steeds meer beperken [5]. Spuit men insuline, dan gaat de glucose weliswaar van het bloed in het weefsel, maar het lichaam wordt afhankelijk van de externe toediening. Het komt tot een situatie waarbij het lichaam niet meer zelf insuline produceert. Zolang het van buitenaf steeds insuline toegevoerd krijgt, zelfs wanneer het conflict al reeds jaren is opgelost en eigenlijk alles in orde is, dan lijdt men desondanks toch altijd aan diabetes wanneer men geen insuline meer spuit, omdat het lichaam daaraan niet meer gewend is [6]. Vele medicijnen veroorzaken sympathicotonie en verhogen direct de BGS; in het bijzonder cortison. Een belangrijk “geneesmiddel” is regelmatige beweging. Het beste is matige duursport in de vrije tijd. Daarmee wordt aan de biologische zin beantwoord en glucose in de spieren verbrand. Wanneer het zich verzetten conflict met de sport zelf te doen heeft, dan is sport niet goed, omdat men daarmee conflict-actief wordt en de BGS daardoor stijgt [5]. 5.7.2 Complicaties bij diabetes Bij diabetes komen complicaties voor zoals: slechte wondgenezing, diabetische voeten, het gevoel van “op watten lopen”, en dergelijke. Ook kan het gezichtsveld anders worden ervaren, in die zin, dat alles verder weg lijkt dan het is. Het wordt ook wel omschreven als het zicht dat men krijgt, wanneer men door een omgekeerde verrekijker kijkt [7]. Men kan het gevoel hebben volledig naast zichzelf te staan. Men neemt de realiteit niet meer juist waar. Bij de genoemde complicaties spelen ook andere conflicten een rol. De oorzaak is veelal niet alleen diabetes. 5.7.3 Epiloog [2] Het gaat, zoals overal in de GNM, niet om een truc te vinden, waarvan dan wordt verondersteld dat die iedere diabetes oplost. Dat is onzin. Hier wordt invoelingsvermogen en gezond mensenverstand gevraagd, in samenwerking met de betrokken familieleden. We mogen het vertrouwen van de patiënt niet misbruiken. Dat er daarbij grenzen zijn, weet iedere therapeut heel goed. Wanneer een patiënt merkt dat een vakman aan het werk is – vakkundig en menselijk – zal
FM / januari 2015
15
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE hij deze vakman (die onbaatzuchtig zal dienen te zijn) het nodige vertrouwen schenken.
-o–o–o-
__________________________________________________________________________ 16 FM / januari 2015
DIABETES EN HYPOGLYKEMIE
6 Informatielijst De inhoud van dit artikel is ontleend aan: [1]
“Wissenschaftliche Tabelle der GNM” / Dr. Hamer, 2007, pp. 110, 138, 142
[2]
“Diabetes – Ursache - therapie - Heilung” / Artikel van Dr. Hamer website: http://www.germanische-heilkunde.at (Helmut Pilhar)
[3]
“Die Zuckerkrankheit – Ursache und Wirkung” / Artikel van Dr. Hamer website: http://www.germanische-heilkunde.at (Helmut Pilhar)
[4]
Tutorial 4 van Caroline Markolin, 2011 website: www.learninggnm.com
[5]
“Die seelischen Ursachen der Krankheiten” / Björn Eybl, 2013, pp. 218 – 221
[6]
“Das System der 5 Biologischen Naturgesetze”, Band 1/David Münnich, 2014, pp. 218222 “Das System der 5 Biologischen Naturgesetze”, Band 2/David Münnich, 2013, pp. 216217
[7]
Afkortingen BGS = GNM = SBS = DHS = HH = RG = RH = LH = ca = pcl = epi-crisis
bloedglucose-spiegel Germaanse Nieuwe Geneeskunde Zinvol Biologisch Speciaal (programma) Dirk Hamer Syndroom Hamerse Haard(en) Reguliere Geneeskunde rechtshandig linkshandig conflict-actieve fase genezingsfase (post-conflictolyse) = epileptoïde crisis
FM / januari 2015
17