Thema: Stiltecentra in de zorg
Van kapel tot stiltecentrum De stilte vormgegeven Stemmen die meetellen
zininzorg
2 jaargang 12 juni 2010
T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G
En verder: Interview met Martien Pijnenburg Gesprek over Mentaal Welbevinden Verslag Bronovo-symposium www.relief.nl them a
COLOFON
Zinnebeeld: Sterk verhaal? Frits Mertens................................................................. 4
THEMA:
Stiltecentra in de zorg
Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders. Bij Reliëf zijn 200 zorginstellingen met een christelijke signatuur aangesloten. De missie van Reliëf is om vanuit christelijke inspiratie invloed uit te oefenen op
De stand van zaken: Over stilte gesproken Jorien Holsappel............................................................ 5
het maatschappelijk debat over en de inhoud, uitvoering en organisatie van de zorg en aldus bij te dragen aan de essentie van zorg. Vanuit die missie richt Zin in Zorg zich
De noodzaak van een nutteloze ruimte Interview met Bart Berden, Beate Rose en Hanneke Snelder Cynthia Lieshout ......................................................... 8
op gezondheidszorg, ethiek en levensbeschouwing in hun onderlinge relaties. Zin in Zorg verschijnt vier maal per jaar.
ISSN: 1389-6490 / jaargang 12 /nummer 2
Essay: Zichtbare stilte Ingeborg Meulendijks.................................................. 10
Abonnementen Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen; aanvullende abonnementen voor € 17,50 per jaar. Losse abonnementen kosten € 24,75 per kalenderjaar.
NIEUWS:
Losse nummers € 6,25 + porto. Advertentietarieven op
Verenigingsnieuws........................................................ 12 Ontmoetingen in de stilte Arie Kars......................................................................... 13
aanvraag. Informatie en opgave: Reliëf, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, (030) 2610454, fax (030) 2612529. E-mail:
[email protected] of via de website www.relief.nl. Abonnementen kunnen ieder moment van het jaar ingaan. Opzeggingen moeten voor 1 december gedaan worden.
INTERVIEW:
Bronnen van gezondheidszorg Thijs Tromp................................................................... 14
RECENSIE:
Gonny ten Haaft Dokter is ziek Frits Mertens................................................................. 16
R E P O R TA G E :
Redactie Drs. Annemieke Beekers Dr Carlo Leget (voorzitter) Dr Frits Mertens Drs. Jan Maarten Nuijens Drs. Cynthia Lieshout (eindredactie) Drs. Thijs Tromp Redactieadviseur Prof. dr Martin Hoondert (uitgever Abdij van Berne)
Over bruggen................................................................ 18 Wilna Steenbergen, Jan Koeleman en Engelien Hulsman
Redactieadres Reliëf t.a.v. Anjo Oppelaar
A C H T E R G R O N D : In gesprek over Mentaal Welbevinden
Cynthia Lieshout.......................................................... 20
Neckardreef 6 3562 CN Utrecht Redactieadviesraad
K O R T N I E U W S : ........................................................................................ 22
Drs. Abeltje Hoogenkamp / Drs. Agnes van Balkom Dr Frans Kamsteeg / Drs. Marthijn Laterveer Prof. dr Herman Meininger / Drs. Elly van Reij-Pieterson Daniëlle van der Eerden-Vollebregt
ETHIEK UIT HET VUISTJE: Stem krijgen Henk Minnema............................................................. 23
Layout, uitgave en druk Berne-Heeswijk ® Omslagfoto: Stiltecentrum in het Centrum voor Revalidatie - UMCG, locatie Beatrixoord, Haren. Foto: Jorien Holsappel-Brons. De redactie heeft getracht om alle rechthebbenden toestemming te vragen voor publicatie. Dat is niet in alle gevallen gelukt. Indien u meent gepasseerd te zijn, gelieve contact op te nemen met de redactie.
Voorzitter gezocht........................................................ 24
re d a c t ioneel Redactioneel Onlangs maakte ik een lange treinreis met mijn vrouw. We hadden ons nog maar net comfortabel in een stiltecoupe geïnstalleerd en onze romans tevoorschijn gehaald, of er kwamen twee jonge studentes binnen. Ze zagen meteen dat ze in een stiltecoupe zaten. Even kreeg ik hoop, want niet iedereen neemt zo scherp waar. Maar mijn optimisme werd meteen afgestraft toen de waarneming slechts een opstapje bleek voor een luidruchtige uitwisseling van alle avonturen die ze hadden meegemaakt in (u raad het al) … stiltecoupes! Stilte is geen vanzelfsprekendheid. Voor sommige mensen is het een uitgesproken opgave om stil te zijn. Anderen houden niet van stilte en zetten meteen de radio aan als ze ergens binnenkomen. En wie stilte zoekt, moet soms ver reizen, al dan niet in stiltecoupes. Stilte heeft dan ook vele gedaanten. Er is de stilte van de vroege ochtend wanneer de wereld nog in alle rust is. Een stilte vol belofte. Maar er is ook de verstikkende stilte na een knallende ruzie. Of de stilte voor de storm wanneer de atmosfeer geladen is. Er is de stilte na een prachtig muziekstuk, wanneer er niets meer toe te voegen is. En er is de stilte van twee vrienden die samen wandelen en geen woorden nodig hebben.
Stilte is een woord dat op veel kan slaan, en veel kan bevatten. De stilte die in deze aflevering van Zin in Zorg centraal staat, is de stilte die weldadig is. De stilte waardoor een mens tot rust komt en in zichzelf kan afdalen. Het is zoals het glas water dat pas helder wordt als alle bezinksel op de bodem tot rust is gekomen. Deze stilte is niet alleen weldadig. Ze is ook vruchtbaar en creatief. Van Beethoven is bekend dat hij ’s ochtends lange wandelingen maakte in zijn eentje. De melodieën die dan in hem opkwamen, werkte hij ‘s middags uit, om de volgende ochtend weer verder te putten uit de bron. Stilte die aan de oorsprong ligt van de prachtigste muziek. En aan de oorsprong bleef liggen, want ondanks zijn doofheid bleef Beethoven muziek componeren die steeds diepzinniger en spiritueler werd. De heilzame werking van stilte wordt meer en meer ontdekt in de zorg. Dat is een gelukkige ontwikkeling. Het lijkt met gebouwen net als bij mensen: als er niet een binnenkamer is waar verstilling mogelijk is, dan is het risico groot dat we alleen nog maar geleefd worden door de hectiek van alledag. De kracht en mogelijkheden van stilte staan centraal in de komende bladzijden. Zoek een plekje op waar het stil is en lees. Het zal u weldoen!
Carlo Leget
column Lekker plekje Er was eens…een prachtige kapel, gebouwd in
Natuurlijk, stilte kan je op meer plekken zoeken.
koud te worden.” “U zit erg in de weg.”
tijden dat zorg nog niet per vierkante centimeter
Jammer alleen dat bewoners van het verpleeg-
Het was vergeefse moeite. Mevrouw bleef zit-
betaald moest worden; centraal gelegen in het
huis niet meer met hun hond langs het kanaal
ten, middenin de kamer op haar eenzame stoel,
verpleeghuis, mooie hoge ramen, een plek om
kunnen wandelen. Opleven van een apart plek-
haar rug naar het raam. Koninklijk zwijgend,
kaarsjes te branden, om je gebed of gedachte
je in huis waar het stil is. Waar ze even alleen
rustig kijkend naar al die vragende, lopende,
neer te schrijven; een oase van rust in de woe-
kunnen zijn. In een andere sfeer, op een ander
zorgende, kletsende mensen.
lige wereld van het verpleeghuis.
niveau. Waar in een zorginstelling zo’n stilte-
Ik liep naar haar toe. Voelde ineens hoe precies
Toen kwam de grote boze wolf en slokte de
ruimte niet is, kan je improviseren bijvoorbeeld
op dat plekje waar zij zat heerlijk de zon in je
ruimte op, want stilte is niet efficiënt, haar effec-
met stiltehoekjes.
rug scheen. “Mag ik naast u komen zitten?”
ten niet meetbaar. De kapel moest multifunctio-
Of tóch de stilte opzoeken in jezelf. Zoals
vroeg ik. Ze knikte. En toen ik zat, een stoel
neel worden, geschikt voor zakelijke bijeenkom-
mevrouw Bouman, onlangs in een volle en
erbij geschoven, koesterden we ons als poesjes
sten en verhuur aan buurtgroepen. De boze
rumoerige huiskamer. Zij zat daar met haar
in de zon. “Lekker plekje hier hè?” zei ze. “En
wolf zei: “Stilte? Daar heb je toch geen aparte
stoel middenin de kamer, precies ‘in de weg’.
niemand die het weet…”
ruimte voor nodig? Als ik stilte zoek, dan ga
Geïrriteerde verzorgenden en medebewoners
ik met mijn hond langs het kanaal wandelen.”
probeerden haar terug te krijgen aan tafel.
Helaas: geen sprookje, maar waar gebeurd.
“Kom toch gezellig hier zitten!” “Uw thee staat
Evelyn Noltus Geestelijk verzorger Zorggroep Charim
3
Z I N N E B EELD FOTO: AUKJE JENSMA
Sterk verhaal? Eligius – een Fransman uit de buurt van Limoges – verwierf faam als kundig edelsmid en bisschop. In veel verhalen worden zijn daden geroemd. De bekendste legende over Eligius – hier te lande vaak St. Eloy genoemd – is die van ‘de afneembare paardenvoet’.
Als leerling werkte Eligius voor een smidsbaas met teveel eigendunk. De tekst Meester boven de Meesters boven de buitendeur van de smederij getuigde daarvan. Toen de baas geen nieuw hoefijzer kon bevestigen bij een te wild paard, nam Eligius het succesvol over. Hij nam het been af, zette er een hoefijzer onder, en deed het been terug. (Franciscus – die alleen maar praatte met de dieren – kan hier een puntje aan zuigen!) Bij het volgende onhandelbare paard probeerde de baas hetzelfde, maar het been bleef bloeden. Toen Eligius als voorwaarde stelde dat zijn baas het opschrift weg zou halen, kon hetzelfde staaltje voltrokken worden. In 1955 ontving de Daalderop fabriek van haar personeel een glas-in-lood raam van Eligius, patroon van smeden en metaalbewerkers. Dit belandde in 1988 in de kapel van Westlede, een verzorgingshuis in Tiel. Bewoners herkennen er hun eigen leven in. St. Eloy in het midden van het raam met gouden bokaal achter een tafel. Cultuur: lezen, musiceren en schaken. Welvaart: huis en tuin. Arbeid: smeden. Levensvreugde: gezin met pasgeboren kind. Het volle leven zit (óók in een verzorgingshuis) in het alledaagse bestaan van inspanning en ontspanning, van groei en bloei, zorgen en verzorgd worden. Als dat alles er is, is het leven goed. De legende vertelt ons: de talenten die je hebt gekregen, gebruik je niet voor eigen glorie en glitter, maar om dienstbaar te zijn aan anderen. Westlede gaat verhuizen. Het geld om dit raam van Joan Colette – een coryfee van de kerkelijke kunst – mee te verhuizen is er (nog) niet.
Frits Mertens
4
zinnebeeld
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
Thema: de stand van zaken
Over stilte gesproken Jorien Holsappel Sinds de eerste ziekenhuiskapel veranderde in een ‘stiltecentrum’, is er veel veranderd. Vooral de afgelopen tien jaar nam het aantal stiltecentra in de zorg enorm toe. Ook werden veel bestaande stiltecentra vernieuwd of verbouwd. De ideeën over stiltecentra veranderden door de jaren heen en er worden verschillende keuzes gemaakt bij de vormgeving. Dit artikel schetst een stand van zaken aan de hand van de actuele ontwikkelingen in het spreken over stiltecentra en de vormgeving en het functioneren ervan: de integratie van het stiltecentrum in de zorg, de centrale rol van kunst en de toenemende aandacht voor gedenken.
In ziekenhuizen is tegenwoordig een stiltecentrum vanzelfsprekend aanwezig en in grotere ziekenhuizen zijn zelfs vaak meer stiltecentra te vinden. Ook in andere onderdelen van de zorgsector verwerven stiltecentra zich steeds meer een plek. In die zin kan er gesproken worden van integratie van stiltecentra in de zorgsector. De bovenstaande kop duidt echter vooral op een ander aspect: de gedachte die vooral in steeds meer ziekenhuizen klinkt dat stiltecentra onderdeel uitmaken van het zorgproces. De eerste stiltecentra in zorginstellingen werden veelal gemotiveerd vanuit de confessionele achtergrond van de instelling. Al snel was echter niet meer de identiteit van het ziekenhuis, maar de veelheid aan tradities en culturen onder de patiënten leidend wanneer het ging om de inrichting. In de loop van de jaren negentig stond (traditionele) religie steeds minder voorop in de argumentatie voor de inrichting van stiltecentra en ook in de inrichting werd steeds terughoudender omgegaan met verwijzingen naar religieuze tradities. Stiltecentra werden steeds meer gemotiveerd in termen van rust, zingeving, privacy en ‘tot jezelf komen’. De laatste jaren komen die termen steeds meer in het kader van gezondheid en welzijn te staan in plaats van in een religieuze context. Dit hangt samen met een veranderde visie op gezondheid en zorg. De focus van de zorg is verbreed van ziekte naar de patiënt als ‘heel’ mens, dat wil zeggen: lichaam en geest. Door die aandacht voor de invloed van de geest op het genezingsproces, komt het stiltecentrum steeds meer in de belangstelling van managers als ‘bijdrage aan het zorgproces’. Stiltecentra worden dan verantwoord vanuit de zorgvisie van de instelling.
Dit holistische perspectief op zorg maakt dat er anders gekeken wordt naar de omgeving: vanwege de invloed die een prettige omgeving kan hebben op het genezingsproces, wordt ook het ziekenhuisgebouw beschouwd als een ‘instrument’ dat tactisch en strategisch ingezet kan worden in het totale zorgconcept. In het Martini Ziekenhuis in Groningen bijvoorbeeld, is het nieuwe gebouw een belangrijk aspect in het gehele zorgontwerp, het Martini Health Design. Het gebouw biedt onder andere meer daglicht, meer kleur, betere oriëntatiemogelijkheden en meer zelfstandigheid voor de patiënten, opdat patiënten en bezoekers zich er prettig en veilig voelen. Aandacht voor zingeving maakt ook expliciet deel uit van het totaalconcept. Dat komt tot uitdrukking in kunstzinnige ‘bakens van bezinning’ op verschillende plekken in het ziekenhuis en verschillende ruimtes voor bezinning die elk hun eigen accenten en mogelijkheden hebben. Ook in andere ziekenhuizen wordt nieuwbouw vaak aangegrepen om ideeën te vormen over de rol van het gebouw in de zorg en meer dan voorheen is er bij managers en architecten aandacht voor de plek en functie van het stiltecentrum daarin. Bij de invulling en het beheer van die ruimte spelen geestelijk verzorgers echter nog altijd een centrale rol. In elke situatie worden daarbij eigen keuzes gemaakt, waardoor heel verschillende ruimtes ontstaan zijn. Toch zijn er wel algemene trends aan te wijzen, waarvan op dit moment de grote aandacht voor kunst het meest in het oog springt. De centrale rol van kunst in stiltecentra Kunst speelt vanaf het begin een rol in stiltecentra. In
>>
thema
5
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
STILTECENTRUM ZIEKENHUIS RIVIERENLAND ONTWERP/UITVOERING: ANNEMIEK PUNT
de beginjaren betrof het vooral iconen, schilderijen, sculpturen en glas met bijbelse afbeeldingen en christelijke symbolen. Vanaf de jaren negentig werd er meer gekozen voor abstracte kunst, veelal als uitweg uit de symboliekdiscussies die zich in die jaren sterk voordeden. Men vond een ruimte met enkel christelijke symboliek te beperkend: het stiltecentrum moest ‘voor iedereen toegankelijk’ zijn. De discussie ging (en gaat nog heel vaak) over de vraag of en hoe symbolen van andere religies verwerkt moeten worden en hoe ook mensen zonder specifieke religieuze achtergrond zich in het stiltecentrum welkom kunnen voelen. Door middel van kunst wordt dan veelal geprobeerd om een brug te slaan tussen symboliek die gekoppeld is aan een bepaalde traditie en meer universele thema’s. Veel kunstwerken in stiltecentra hebben zulke onderwerpen als pelgrimage/mensen onderweg, schepping/natuur en liefde, zorg, geborgenheid en ontmoeting die zowel in de relatie mens-God als mens-mens te plaatsen zijn. Deze thematische overeenkomsten laten zien dat er bewust gezocht wordt naar een spirituele beeldtaal; het kunstwerk mag niet meer bepaald worden door religieuze tradities maar moet mensen nog wel iets bieden om betekenis te geven aan hun leven en omstandigheden. De aandacht voor ‘kunst met een onderwerp’ brengt ook met zich mee dat de nadruk in veel gevallen ligt op wat er te zien is en in mindere mate op de ruimtelijke werking van een kunstwerk. Het sterkste is dit bij wisselexposities, maar ook diverse schilderijen, sculpturen en zelfs glaskunstwerken vestigen de aandacht vooral op zichzelf. De laatste tien jaar is hier verandering in gekomen: de nadruk komt steeds meer te liggen op individuele beleving en emotie. Sacraliteit wordt eerder gezocht
6
thema
in schoonheid en ruimtewerking dan in (religieuze) objecten in de ruimte. Dat betekent dat kunst – en vooral het samenspel van beeldende kunst en architectuur – steeds bepalender is geworden. In plaats van een stiltecentrum met een kunstwerk wil men een stiltecentrum als een kunstwerk. Ruimte voor de individualiteit van elke bezoeker staat centraal en het is aan de bezoeker om te bepalen of het stiltecentrum een ‘religieuze ruimte’ is of niet. Er wordt gezocht naar vormen, kleuren en lichtwerking die iets oproepen in plaats van vertellen, die een (meditatieve) atmosfeer tot stand brengen in plaats van de reflectie sturen. Met die nadruk op kleur, transparantie en ruimtewerking, is het niet verwonderlijk dat glaskunst de meest toegepaste kunstvorm is in stiltecentra. Glas heeft een heel eigen dynamiek en sfeerwerking door het spel van licht en kleur. Het is tevens ‘bouwmateriaal’ waardoor het prachtig geïntegreerd kan worden in de architectuur van de ruimte. Meestal wordt er niet meer gekozen voor het klassieke glas-inlood, maar voor allerlei nieuwere technieken. In steeds meer stiltecentra is bijvoorbeeld werk te vinden van Annemiek Punt, glaskunstenares uit Ootmarsum, die gebruik maakt van een versmeltingstechniek (fusing) waardoor kleurige schilderijen van glas ontstaan. Zij maakte verschillende wandobjecten die bijvoorbeeld te vinden zijn in het stiltecentrum van het MST in Enschede, het ZGT in Almelo en in het provinciehuis in Den Bosch. Voor het stiltecentrum in ziekenhuis Rivierenland (Tiel) maakte ze panelen waarvan de kleurigheid een prachtig contrast vormen met de zwarte steen die ze flankeren. Het zijn kunstwerken zonder expliciet ‘thema’ of ‘verhaal’ maar met een krachtige werking die veel mensen aanspreekt. Voor een mooie samenhangende ruimte is het belangrijk dat er direct vanaf het begin overleg is met de beeldend kunstenaar en/of architect. Voor het stiltecentrum in het nieuwe Orbis Medisch Centrum in Sittard is bijvoorbeeld nog vóór er iets vastlag aan kunstenaar Joseph Cals opdracht gegeven voor de ruimte. Hij ontwierp een ovaal stiltecentrum met in het midden in een waterpartij een 1.70 meter hoge sculptuur, ‘Cocoon’. Ook architecten ontdekken het stiltecentrum steeds meer als een bijzonder project. Vroeger bleef het bij intekenen van een kamertje waar het stiltecentrum in moest komen. Nu zijn steeds meer stiltecentra volledig ontworpen door de architect van het ziekenhuis of zorgcentrum. In de praktijk komt het regelmatig voor dat aan een stiltecentrum dat als geheel ontworpen is door een architect of kunstenaar in een later stadium door de beheerders toch nog dingen worden toegevoegd, bijvoorbeeld grote planten, kleinere ‘decoratieve’ kunstwerken of (vaak op verzoek van gebruikers) een kruis of icoon. Zelden
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
is dit een verbetering – in feite is het een inbreuk op het concept en verstoort het de eenheid van de ruimte. Tegelijkertijd is het ook zo dat een ruimte door het gebruik steeds meer ‘geleefd’ wordt en daardoor in de loop van de tijd kan veranderen. Schoonheid moet functionaliteit uiteraard niet uitsluiten. Dat betekent dat bij het ontwerp van een ruimte ook al goed nagedacht moet worden over de gewenste mogelijkheden van gebruik. Gedenken in stiltecentra De laatste jaren gebruikt men het stiltecentrum steeds vaker als plek om te gedenken. Teksten in gedachtenboeken laten zien dat stiltecentra voor
een stiltecentrum. Een eerste uitdaging betreft de integratie van het stiltecentrum in het zorgconcept van de instelling. Enerzijds laat dit meer aandacht zien voor de menselijke kant van de zorg. De patiënt/ gebruiker staat steeds meer centraal in het denken over de omgeving. Anderzijds weerspiegelt het ook juist de verzakelijking in de zorg: elk aspect, ook het stiltecentrum, moet uiteindelijk de productiviteit dienen. Geestelijk verzorgers hebben vaak moeite met die manier van denken. Tegelijk ligt daar juist de kans om ingang te vinden bij managers en architecten. Ten tweede blijkt duidelijk dat het belangrijk is een architect te hebben die direct meedenkt, of vanaf het begin een kunstenaar bij de plannen te betrekken. Soms kan de nadruk daarbij echter te sterk op het esthetische aspect komen te liggen. Het is erg belangrijk om als geestelijk verzorgers ook eerst grondig na te denken over het functionele aspect: op welke manieren zal het stiltecentrum gebruikt gaan worden? Tegenwoordig doen zich daarbij ook direct vragen voor met betrekking tot herdenken. Moet in het stiltecentrum een vaste plek komen voor een gedenkritueel? Moet er ruimte zijn voor collectieve bijeenkomsten? Er moeten verschillende afwegingen gemaakt worden, en dat betekent dat elk stiltecentrum moet beginnen met veel (be)spreken.
“Stiltecentra maken onderdeel uit van het zorgproces” individuele bezoekers al jarenlang plekken zijn waar ze kunnen terugdenken aan hun geliefden, waar ze verwerken en waar ze zich soms weer even heel dichtbij een overledene voelen. In verschillende stiltecentra wordt daar nu extra aandacht aan gegeven door bezoekers de mogelijkheid te bieden om ook rituelen uit te voeren waarmee geliefden herdacht worden en namen een plek krijgen in de ruimte. Zo is er in het Koningin Beatrixziekenhuis in Winterswijk sinds 2004 een ‘Vlinderwand’ waar ouders van overleden kinderen een vlinder op kunnen aanbrengen met de naam van hun kind. In de kapel van het St. Elisabethziekenhuis in Tilburg is sinds de vernieuwing in 2009 een ‘Vlinderboom’, een bronzen tak met daarop vlinders in soorten en maten, een kunstwerk van Jeanne van Midde uit Goirle. Ook hier staan de vlinders symbool voor doodgeboren of jongoverleden kinderen. Deze ziekenhuizen houden rond deze gedenkplekken bijeenkomsten. Ook in veel andere ziekenhuizen zijn regelmatig herdenkingsbijeenkomsten voor familieleden. De bijeenkomsten hebben geen specifiek christelijk karakter maar er wordt gewerkt met algemene symbolen en rituelen zoals bloemen, kaarten, namen, kaarsen, ballonnen, vlinders, steentjes, muziek, gedichten en natuurlijk stilte. Mensen kunnen bijvoorbeeld de naam van de overledene op een steen schrijven en de steen in het stiltecentrum plaatsen.
Jorien Holsappel-Brons schreef aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen een proefschrift over stiltecentra in Nederland, waarop zij in september zal promoveren. Het boek, getiteld Ruimte voor stilte. Stiltecentra in Nederland als speelveld van traditie en vernieuwing is dan te bestellen bij het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed (
[email protected]). Voor lezingen, workshops en advies over stiltecentra kunt u contact opnemen met de auteur:
[email protected].
Noten 1 Zie voor een indruk: Jorien Holsappel-Brons, ‘Stilte vorm geven. Opkomst en ontwikkeling van stiltecentra in Nederlandse zorginstellingen’, Tijdschrift Geestelijke Verzorging 10 (2007) no. 43, 20-32. 2 In 2009 is in het Martini Ziekenhuis een onderzoeksproject uitgevoerd in samenwerking met de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen met als doel: ontwerp en implementatie van een werkmodel voor de geestelijke verzorging dat aansluit bij de missie van het ziekenhuis, de ontwikkelingen in zorg en levensbeschouwing en bij de ruim-
Conclusie: de uitdagingen van dit moment Hoewel elke situatie verschillend is, biedt de geschetste situatie verschillende uitdagingen bij de realisatie van
telijke context van het nieuwe ziekenhuisgebouw en de geplande ruimtes daarin voor zingeving. Zie Jorien Holsappel-Brons, Marieke Jutte, Robert Koorneef en Hetty Zock, Ruimte voor Geestelijke Verzorging in het Martini Ziekenhuis. Onderzoeksrapport (verschijnt in 2010).
thema
7
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
Thema-interview: Bart Berden, Raad van Bestuur St. Elisabethziekenhuis Beate Rose, geestelijk verzorger Jeroen Bosch ziekenhuis Hanneke Snelder, geestelijk verzorger Jeroen Bosch ziekenhuis
De noodzaak van een nutteloze ruimte Cynthia Lieshout Een kapel of stiltecentrum in een ziekenhuis is geen vanzelfsprekendheid. In ’s-Hertogenbosch en Tilburg is heel bewust gekozen ruimte te scheppen voor stilte, gebed en contemplatie. Zin in zorg ging in gesprek met enkele betrokkenen over de gemaakte keuzes.
Nieuw Jeroen Bosch Ziekenhuis In 2007 startte in ’s-Hertogenbosch de bouw van een nieuw ziekenhuis: het Jeroen Bosch Ziekenhuis dat voortkomt uit een fusie van drie ziekenhuizen met elk hun eigen achtergrond en levensbeschouwelijk karakter. Het ziekenhuis benoemt zijn identiteit als ‘algemeen christelijk’ en wil uitdrukkelijk iets behouden van het erfgoed, waarbij de zorg voor mensen werd gezien als een daad van barmhartigheid. Het ziekenhuis ziet het als een blijvende opdracht om zorg te bieden vanuit christelijke identiteit. De kapel Een ziekenhuis of andere zorginstelling krijgt in een nieuwbouwbudget geen geld van de overheid om een kapel of stiltecentrum te realiseren. De opvatting dat het ziekenhuis wel degelijk een kapel nodig heeft wordt organisatiebreed gedragen. Hanneke Snelder, geestelijk verzorger verwoordt het belang van een kapel als volgt: “Het is onze ervaring, maar tevens een ervaring van eeuwen, dat een kapel hoort bij een ziekenhuis. Niets is zozeer verweven met religieuze gevoelens en geborgen in een religieuze taal als ziekte en gezondheid, levensmogelijkheid en noodlot. Een kapel is een plek, waar je je zorgen kunt neerleggen, je geliefden in gedachten nabij kunt zijn, en waar je durft vragen om dingen waar je – menselijkerwijs – eigenlijk niet meer om kunt vragen. Het is goed dat er een plek is, waar de rangorde van zekerheden en onzekerheden voelbaar wordt. Een plek waar ruimte voor jezelf ontstaat en in jezelf.”
8
thema
ONTWERP KAPEL JEROEN BOSCH ZIEKENHUIS
De kapel wordt bekostigd uit particuliere middelen. Een aantal mensen heeft zich verenigd in de Stichting Vrienden van de Kapel, met als doel de bouw van de kapel mogelijk te maken. Geestelijk verzorger Beate Rose: “De fondswerving loopt en de bouw vordert. De planning is dat in april volgend jaar de patiënten over komen naar het nieuwe ziekenhuis. Als het goed is, is dan ook de kapel klaar”. Religie is een hot item Onlang is er een actie gehouden waarbij inwoners van de regio hun stem mochten uitbrengen op één van de tien projecten die door de Stichting Vrienden Jeroen Bosch Ziekenhuis zijn voorgedragen voor ondersteuning. Het gaat daarbij om aanvullende
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
voorzieningen die niet uit de normale bouwbegroting te realiseren zijn, zoals extra aankleding van de kinderafdeling, kunst, maar ook de kapel en een aparte islamitische gebedsruimte. Bijna twintigduizend geldige stemmen kwamen binnen. Tweederde daarvan ging naar de twee projecten die voor de inrichting zorgen van een islamitische gebedsruimte en de kapel. Beate Rose: “Religie is duidelijk een hot item en het is duidelijk dat beide initiatieven breed gedragen worden. Toch is er ook enige beroering ontstaan, veel mensen hebben gereageerd op het feit dat er in de nieuwbouw niet gekozen wordt voor één gezamenlijke ruimte voor zowel christenen als moslims. Het wordt als teleurstellend ervaren dat in een nieuw gebouw als het ware toch weer in steen wordt vastgelegd dat er verschil is tussen godsdiensten. Als geestelijk verzorgers staan we heel uitdrukkelijk achter beide projecten, maar ook achter de keuze om twee verschillende ruimtes in te richten. Buiten het ziekenhuis zijn er ook verschillen tussen gebedsruimtes voor moslims en christenen. Waarom zou je dan in een ziekenhuis van mensen verwachten dat het wél samengaat? In veel instellingen zie je dat wel, maar wellicht is dat een noodzaak: als er maar één ruimte is, moet je die zo goed mogelijk inrichten voor gebruik door meer groepen. Maar als de mogelijkheid er is om verschillende religies een eigen volwaardige gebedsruimte te geven, is dat wat ons betreft ook heel goed.”
FOTO: BART BERDEN ST. ELISABETHZIEKENHUIS
mensen van verschillende levensbeschouwelijke achtergronden. Dat is een heel bewust keuze vertelt Berden: “Wij wilden niet voor slechts één geloofsovertuiging een ruimte inrichten. De behoefte aan rust en contemplatie is universeel en niet aan een bepaalde religie of tijd gebonden. Het hoort gewoon bij mensen.” De vernieuwde ruimte wordt nog steeds ‘kapel’ genoemd. Er is niet gekozen voor een meer algemeen woord als ‘stiltecentrum’. Een bewuste keuze, vertelt Berden: “Kapel is een oud woord dat inmiddels een soort codewoord is, waarbij iedereen direct het juiste beeld heeft. In onze van oudsher katholieke regio roept een woord als stiltecentrum vragen op: ‘Moeten we daar dan stil zijn?’ Terwijl het naar ons idee meer gaat over contemplatie, dat is iets anders dan stil zijn. Die behoefte aan contemplatie heb ik zelf ook, bijvoorbeeld als ik bij ons in het ziekenhuis over de intensive care loop en daar mensen in tranen en vol zorgen zie. Dat laat me weer zien wat voor een plaats het ziekenhuis eigenlijk is, wat daar met mensen gebeurt. Veel meer dan medische handelingen en ingrepen, die gebeuren ook en dat moet ook maar dat is lang niet het enige. Die handelingen en ingrepen vertellen niet het verhaal van het leven van mensen. Dat is een veel uitvoeriger verhaal. Die verhalen, waarvan fragmenten te lezen zijn in het intentieboek dat in de kapel ligt, spreken me aan, daar krijgt de patiënt een gezicht. En dan kies je ook een ander perspectief. Niet meer van het ziekenhuis, de behandelaar, van de techniek, maar van degene die het ondergaat.”
“De behoefte aan rust, stilte, contemplatie is universeel” Nieuwe kapel St. Elisabeth ziekenhuis Het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg heeft recent de kapel vernieuwd. Zin in Zorg sprak Bart Berden, voorzitter van de Raad van Bestuur en vroeg hem hoe hij als bestuurder aankijkt tegen een dergelijke ruimte in het ziekenhuis. “Het is een discussie van zakelijkheid tegenover menselijkheid. Als je met een puur financieel-economische bril kijkt, dan is een kapel in een ziekenhuis een nutteloze ruimte. Maar mijn betoog is dat wat nuttig of nodig is in een ziekenhuis breder gezien moet worden. Ik heb de overtuiging dat het wel degelijk iets toevoegt. Ik heb het dan over het perspectief van de patiënt, die in het ziekenhuis momenten heeft waarop afzondering en contemplatie belangrijk zijn.” In het St. Elisabethziekenhuis is gekozen voor een ruimte, waarbij in vormgeving en inrichting duidelijk rekening is gehouden met toegankelijkheid voor
Cynthia Lieshout is stafmedewerker van Reliëf.
thema
9
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
Thema essay:
Z i c h t b a re stilte Ingeborg Meulendijks In 2009 werd in Rotterdam de nieuwbouw van verpleeghuis Delfshaven voltooid. De Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR) gaf beeldend kunstenaar Ingeborg Meulendijks de opdracht het stiltecentrum te ontwerpen. De uitdaging lag voor haar in het herinterpreteren van het begrip ‘sacrale ruimte’. Zij vertelt over de uitgangspunten van het ontwerp van dit stiltecentrum.
Wat is de situatie binnen een hedendaags verpleeghuis, waar mensen met verschillende religieuze tradities of zonder religieuze achtergrond in één huis wonen en verzorgd worden? Ik zag het als mijn taak om stilte zichtbaar te maken, toegankelijk voor iedereen, letterlijk en figuurlijk ruimte scheppen voor stilte en contemplatie op deze plaats, midden in een bedrijvig verpleeghuis in kleurrijk Delfshaven. Gedurende het ontwerpproces heb ik gesprekken gevoerd met de toekomstige gebruikers van het stiltecentrum, waaronder voorgangers uit verschillende religies. Als kunstenaar probeerde ik vooral te luisteren en te reageren op de situatie en behoeften van de mensen in Delfshaven. Mijn droom was een evocatieve ruimte te maken die van zichzelf sereen is, de bezoekers aanspreekt en, een belangrijk punt, functioneert voor iedereen. Dat betekent een ruimte die niemand uitsluit vanwege religieuze gezindheid of fysieke beperking. Een toegankelijke plaats waar iedereen verschillend en iedereen gelijk is. Een uitdagende opgave! De gesprekken met de mensen waren daarin onmisbaar, zij vormden zowel een toetssteen als een bron van inspiratie. Uitgangspunten van ontwerp en vormgeving In het ontwerp van een sacrale ruimte stond voor mij de concrete ruimte centraal. Ik wilde geen kunstobject in de ruimte plaatsen, maar de ruimte zelf als kunstobject laten ervaren. Ik heb niet gekozen voor verschillende cultuur- en religiegebonden symbolen, maar de universele symboliek uit de sacrale architectuur toegepast. De cirkel, vanwege de cyclische vorm, een lijn, zonder begin en einde, is gebruikt om de hemel of eeuwigdurende terugkeer te symboliseren. Mobiele liturgische objecten en meubelen zijn gemaakt om de ruimte tijdelijk in te richten voor een specifieke
10
thema
bijeenkomst. Er is rekening gehouden met de bereikbaarheid van rolstoel of ziekenbed. In de vormgeving en keuzes ben ik uitgegaan van drie principes: soberheid, innerlijke structuur en natuurlijke schoonheid. Soberheid betekent voor mij verstilling, ingetogenheid, een afwezigheid van te veel visuele prikkels. Ik zie een stilteruimte niet als een decor of kunstmatige façade. Waar mogelijk is juist de constructie of innerlijke structuur van het materiaal getoond en als betekenisgevend ornament ingezet. Dit principe komt overeen met de functie van de ruimte: een plaats voor het innerlijke leven. Dit principe zie je onder andere in de koepels, in het parket (de structuur van bamboeknopen), in zichtbare houtverbindingen van de meubels, de drijfsporen in het zilver en een uitgesleten rivierkei als fontein. De verstilling in de vormgeving is niet abstract maar komt voort uit herkenbare vormen en natuurlijke elementen, zoals hout, steen, metaal en water. Het zijn materialen die tekens en littekens dragen van leven, groei en ouderdom. Op een gegeven moment zal materiaalslijtage zichtbaar worden tijdens het gebruik van de stilteruimte, dat is onvermijdelijk. Maar door de keuze van natuurlijke materialen zijn deze sporen van zogenaamde onvolkomenheid een ode aan de schoonheid van een doorleefd mens. Beschrijving van de ruimte Omdat een sacrale ruimte eerst en vooral een ervaringsruimte is, waarbij de functie van schoonheid de boventoon voert, waren visuele ingrepen in de bestaande architectuur noodzakelijk. De beschikbare ruimte om dit stiltecentrum te realiseren was een rechthoekige binnenruimte met verlaagd plafond en een afgezonderde wasruimte voor de islamitische rituele wassing. Deze ruimten waren standaard
S T I LT E C E N T R A I N D E Z O R G
afgewerkt zodat ze een wat klinische sfeer opriepen. Bij de entree is een nis gemaakt die functioneert als een voorportaal. Het doel is een markering van de overgang van bedrijvigheid buiten naar de stilte binnen, een soort overgangsruimte. Een halfronde muur scheidt de entree van de sacrale ruimte. Deze gebogen wand bij de entree doet ook dienst als geluidsbarrière. Het voorportaal biedt de mogelijkheid om stil te worden en de activiteit en onrust van de buitenwereld even achter je te laten. In het voorportaal is een waterbron aanwezig, verwijzend naar ‘zuiverheid’. Door de fontein klinkt het rustige geluid van zacht stromend water, dit overstemt de omgevingsruis. Op de drempel tussen het voorportaal en de sacrale ruimte staat het woord “rust”. Het liturgisch centrum is de eigenlijke sacrale ruimte, bestemd voor liturgische handelingen, voor gebed of meditatie. Bij het ontwerp van vloer en plafond ben ik uitgegaan van de uitspraak: “Leef op de aarde zoals in de hemel”. Deze concrete plek in Delfshaven is een heilige plek, de bewoners kunnen niet meer naar elders reizen. Zij bevinden zich tussen hemel (plafond) en aarde (vloer), staand, zittend in een rolstoel of liggend in bed. Ik heb het oude plafond vervangen door een houten reliëf, zodat ook een bezoeker in bed een mooi uitzicht heeft. In plafond en vloer is de cirkel als beeldend motief gekozen. In het plafond zijn koepelvormige uitsparingen aangebracht die samen een sterrenbeeld vormen. In de houten vloer is een cirkel ingelegd die dienst doet als windroos met een indicatie van het magnetisch Noorden en de positie van Mekka, die voor moslims de juiste gebedsrichting aangeeft. Het liturgisch centrum ontstaat op de plaats waar de grootste koepel (hemel) en de windroos in de vloer (aarde) elkaar spiegelen. FOTO: INGEBORG MEULENDIJKS
Voor de rituele wasruimte heb ik de bestaande architectonische situatie ook veranderd, waardoor de wasruimte niet meer afgescheiden is van het stiltecentrum. Zo ontstaat een open ruimtebeleving en is de wasruimte toegankelijk voor iedereen, ook om op te frissen of een glas water te drinken. De natuurstenen waskom en het mozaïek van kiezelstenen verwijzen naar het islamitisch gebruik van een mooie steen in plaats van water tijdens de rituele wassing van ernstig zieken. Op de plaats waar de tegelvloer van de wasruimte overgaat naar de bamboehouten vloer, ligt een natuurstenen drempel waarin het woord “open” is gebeiteld. De dragende betonzuilen zijn geaccentueerd door een bamboehouten omkleding. In deze omkleding zijn boekenkasten geïntegreerd. De zuilen lopen uit in een boogvorm waardoor het liturgisch centrum benadrukt wordt. Door plaatsing van religieuze geschriften en gedichtenbundels op de boekenplanken worden deze letterlijk dragers tussen hemel en aarde. Er is een intentiemeubel, een plek voor devotie. De vormgeving van het meubel sluit aan op de soberheid en sereniteit van de ruimte. Er is plaats voor kaarsen, bloemen, wierook; er is de mogelijkheid om een gedachte of intentie op te schrijven. In de koepelvormige uitsparingen van het plafond zijn lichtpunten geplaatst waarvan de lichtsterkte eenvoudig aangepast kan worden via dimmers. Bij religieuze bijeenkomsten kan het liturgisch centrum verlicht worden in de gewenste lichtintensiteit. Door gebruik te maken van lampen met verschillende stralinghoeken ontstaat er een organisch patroon van lichtcirkels op de houten vloer. Ervaringen in gebruik Inmiddels is het stiltecentrum in Delfshaven ruim een jaar in gebruik door de bewoners, verzorgers en geestelijken. Annegreet van der Wijk, geestelijk verzorger in Delfshaven stuurde dit waargebeurde bericht: “Laatst was ik in het stiltecentrum met een mevrouw die een psychiatrische achtergrond heeft en dementerend is. Ze komt lang niet altijd meer uit haar woorden en ze is soms ver weg. We kwamen het stiltecentrum binnen en het leek alsof de mist even optrok. Ze liep aan mijn arm en ze keek op, rechtte haar rug, liet mij los en begon rustig rond te lopen. Wat is het hier mooi zei ze en zo stil, zo mooi.” Ingeborg Meulendijks is beeldend kunstenaar en doceert architectuur aan de universiteit van Siegen (D). Wanneer u meer wilt weten of reageren: www.stiltecentrumzorgcompas.nl of
[email protected]
thema
11
Nieuws VERENIGINGSNIEUWS
vaak langs de kern van goede
op en verdieping van hun kennis
zorg heen schieten. Ze richten zich
over besturingsvraagstukken
Algemene Ledenvergadering
meer op de outputindicatoren dan
op het snijvlak van identiteit
Op 17 mei 2010 vond de Algemene
op de kwaliteit van de zorgrelatie.
en levensbeschouwing,
Ledenvergadering van dit voorjaar
Om daar zicht op te krijgen moet
maatschappelijke missie,
plaats. De voorzitter van Reliëf,
je daadwerkelijk meelopen met
publieke verantwoording en
mr. Arie Kars, onderstreepte bij de
zorgverleners en hen in de praktijk
marktwerking. Meer informatie vindt
presentatie van de jaarrekening het
van het werk feedback geven op
u op www.fsw.vu.nl/nl/opleidingen/
positieve resultaat waarmee Reliëf
hun handelen en communiceren. Op
masteropleidingen.
2009 heeft afgesloten, zowel in
basis van haar ervaringen, betoogde
financieel als in inhoudelijk opzicht.
Stegenga dat deze methode voor
Succesvolle cursus Ethiek in de
Hij dankte de medewerkers en de
organisaties met een uitgesproken
praktijk op herhaling in het najaar
medebestuursleden van Reliëf voor
identiteit een stimulans is voor
Reliëf organiseert in september
het werk dat zij gedaan hebben.
kwaliteitsverbetering. De sheets van
opnieuw de scholing Ethiek in
In de bespreking van de jaarcijfers
de presentatie van Stegenga vindt u
de praktijk. In maart werd deze
stonden de leden vooral stil bij de
op www.relief.nl.
cursus al gegeven en dit was
vraag hoe deze positieve resultaten
volgens de deelnemers een
ook voor de toekomst bestendigd
Christelijk Sociaal Congres 2010
succes. Iedere deelnemer kreeg
konden worden. De leden spoorden
Op woensdag 25 en donderdag
praktische handvatten om vorm
het bestuur in dat verband aan om
26 augustus vindt het Christelijke
te geven aan het ethiekbeleid
nog meer en beter de diensten en
Sociaal Congres plaats in
in haar eigen organisatie.
activiteiten van Reliëf onder de
Congreshotel Zonheuvel. Het
De cursus is bedoeld voor
aandacht van de leden te brengen.
thema van dit jaar is ‘Een huis om
leidinggevenden, stafmedewerkers,
De leden keurden vervolgens de
in te wonen’. De uitdaging is om
geestelijk verzorgers en andere
jaarrekening en het jaarverslag
een beeld te schetsen van een
zorgprofessionals die binnen hun
over 2009 goed. Ten aanzien van
leefbare samenleving waarin we de
eigen organisatie aan de slag
een eventuele aanpassing van
controverse tussen desintegratie en
willen met ethiek in de dagelijkse
de contributieregeling heeft het
angstig en verongelijkt populisme
zorgpraktijk. De cursus wordt
bestuur groen licht gekregen om de
voorbij komen. Meer informatie vindt
gehouden op 7 en 21 september
leden in de najaarsvergadering een
u op www.stichting-csc.nl/congres.
2010 in de Priorij in Maarssen. De
beargumenteerd voorstel voor te
12
nieuws
kosten voor deelname bedragen
leggen, waarin recht gedaan wordt
Master Besturen van
€ 575,= voor deelnemers die werken
aan de verschillen in schaalgrootte
Maatschappelijke Organisaties
bij lidinstellingen van Reliëf en
van de leden. De volgende
In september 2010 start aan de
persoonlijke leden, en € 675,= voor
ledenvergadering vindt plaats op 23
Vrije Universiteit voor het tweede
niet-leden. Voor meer informatie en
november 2010, van 14.00 uur tot
achtereenvolgende jaar de
aanmelding kunt u terecht bij Marije
16.30 uur. Noteert u de datum alvast
Bestuurskundige Masteropleiding
Stegenga (
[email protected]).
in uw agenda.
Besturen van Maatschappelijke Organisaties. Deze Master is opgezet
Gratis symposium over
Identiteit en kwaliteitsverbetering
door de afdeling Bestuurskunde van
menslievende zorg in Mennorode
Drs. Marije Stegenga verzorgde
de Faculteit Sociale Wetenschappen
Op 12 mei organiseerde Reliëf
aan het slot van de ALV een
in samenwerking met Socires (Den
samen met Mennorode een
presentatie over de relatie tussen
Haag). Reliëf is partner van deze
conferentie over zorgethiek voor
identiteit en kwaliteitsverbetering.
Masteropleiding. De opleiding, die
zorgverleners. De conferentie met de
De kern van haar betoog is dat de
ook in deeltijd wordt aangeboden,
titel ‘Menslievende zorg’ trok meer
kernwaarden van de zorgorganisatie,
is geschikt voor bestuurders,
dan 100 bezoekers. Ook volgend jaar
die bepaald worden door de
leidinggevenden en stafmedewerkers
zal rond de dag van de verpleging
identiteit, vertaald moeten worden
van maatschappelijke organisaties
weer een gratis conferentie worden
in herkenbare kwaliteit van zorg.
die tegen de achtergrond
georganiseerd. Reliëf zal de leden
Het probleem is echter dat de
van hun bestuurlijke ervaring
hiervan tijdig op de hoogte stellen.
meetinstrumenten voor kwaliteit
behoefte hebben aan bezinning
Van de voorzitter
O N T M OETINGEN IN DE STILTE Arie Kars De vulkaanuitbarsting in IJsland heeft as in onze reisplannen gegooid: de geplande vakantie naar Israël gaat niet door. We besluiten de resterende vakantiedagen te besteden aan een reis naar Zuid Frankrijk. We hebben geluk: het lukt ons een huis voor een week in de Languedoc te huren.
In drie dagen zakken we via Reims, Orléans, Saint Nectaire naar Saint Chinian. Zomerse temperaturen en de belofte van volle wijntrossen uit het ontluikende groen van de wijnstokken doen het verlangen naar het Beloofde Land vervagen. Dan maar volgend jaar naar Israël, dat is altijd nog makkelijker te verteren dan de 40 jaar die het Joodse volk gedwongen in de woestijn verbleef, om maar te zwijgen van Mozes, die het wel mocht zien, maar nimmer mocht binnentreden. Op onze reis naar het zuiden kan een bezoek aan Reims niet zonder een bezoek aan de Notre Dame de Reims. Niet dat Reims anders zo weinig te bieden heeft, -centrum van het Champagne gebied- maar de Notre Dame is een concentratie van ontelbare boodschappen van mensen in hun eerbetoon aan wereldlijke heersers en Middeleeuwse geestelijkheid. De beelden in de gevels, de rijk gedecoreerde vensters, de standbeelden in de kathedraal, het zijn alle uitingen van aanbidding, bewondering en onderschikking van mensen aan koningen en aan God zelf. Gezeten in het kerkschip word ik me bewust van de rijkdom van de geschiedenis van deze kerk. Op deze plek werd Clovis gedoopt, de koning die als grondlegger van het rijk der Franken wordt beschouwd. Dat moet rond 500 zijn gebeurd. En dan die door Marc Chagall geschilderde glas-in-loodramen, adembenemend. Zo’n kerk doet iets met mij. Het maakt me klein – wat een kennis en doorzettingsvermogen om zo’n kerk te bouwen en later ook in stand te houden. Maar de kerk is ook een uitdrukking van aanbidding en devotie, van passie en toewijding, van menselijke creativiteit. Twee dagen later, in de Eglise de Saint Nectaire, ten zuidwesten van Clermont Ferrand, ontmoet ik een Belgische zakenman. Hij beheert ruim drie maanden als vrijwilliger de kerk. Hij opent ’s morgens de deuren en geeft desgevraagd toelichting op de geschiedenis van de kerk. Hij komt op adem in de kerk: zijn werk heeft hem afgemat en geestelijk vlak gemaakt. Dit Romaanse kerkje ademt de soberheid van een waar Godshuis, niets
leidt af van de aanbidding van Jezus en de maagd Maria. Of het moet de Belg zelf zijn, die zijn verhaal kwijt wil. Mijn luisterende oor is als het zwembad waarin de verhitte sportman een verfrissende duik neemt. Oor en al dragen bij aan een schier onstuitbare vloed van woorden en wensen. Het gebeurt door de combinatie van zijn aanwezigheid, mijn luisterende presentie en de bescherming van eeuwenlange onverwoestbare heiligheid. In de stilte van het gewelf, het schijnsel van de kaars of het getemperde zonlicht dat aarzelend binnenvalt door het veelkleurige venster zoeken mensen een plek om te rusten. Ruimtes van stilte zijn plaatsen waar we ontvangen en delen, waar we pleisteren, op weg naar verder, waarheen dan ook. Zo’n ruimte voor het luisteren, het ontvangen en het delen kunnen we niet zelden zelf zijn. Rust en stilte belichamen wij door ons hart te openen voor de ander. Bereid tot de ontmoeting, stil en ontvankelijk als het moet. Arie Kars 16 mei 2010 http://cathedrale-reims.monuments-nationaux.fr/ http://www.art-roman.net/stnectaire/stnectaire.htm
nieuws
13
Interview: Martien Pijnenburg
B R O N N EN VAN GEZONDHEIDSZORG Thijs Tromp
De kracht van de katholieke traditie Wat is de waarde van de katholieke identiteit voor zorginstellingen anno nu? In het proefschrift waarop Martien Pijnenburg op 22 februari promoveerde zoekt hij naar een antwoord op deze vraag. Thijs Tromp ging met Martien in gesprek.
Wat is de kern van je dissertatie? “Mijn proefschrift gaat over de identiteit van zorginstellingen. Daarmee bedoel ik letterlijk ‘wat een zorginstelling eigenlijk is’, wat haar bestaansreden is, wat haar doelen zijn en haar centrale waarden. Binnen dat bredere kader krijgt ook de katholieke verworteling van de instelling betekenis. Deze volgorde is belangrijk. Lange tijd is over het belang van de christelijke traditie voor de zorg in omgekeerde volgorde nagedacht. De principes uit het christendom werden toegepast op de zorgpraktijk. In mijn proefschrift stel ik voor om niet vanuit de traditie naar de zorg te denken, maar vanuit de zorg naar de traditie. Omdat in een geseculariseerde context de katholieke traditie in de zorginstelling alleen maar kan oplichten vanuit de concrete ervaring van de mensen die er werken.” Wat draagt de katholieke identiteit bij aan de bezinning op de morele kernwaarden?
14
interview
“Laat ik eerlijk zijn, de bezinning op kernwaarden kun je ook doen zonder een specifieke band met de christelijke traditie. Maar als je een band hebt met een katholieke of protestants christelijke traditie, dan kan dat je denken over kernwaarden stimuleren, verrijken en in een bepaalde richting sturen. . Vanuit de katholieke traditie is door de eeuwen die richting bepaald door naar zorg te kijken door de ogen van – de meest – kwetsbare mensen. Ook heeft de katholieke traditie een zwaar accent gelegd op het belang van gemeenschap. Het besef leeft er sterk dat we allemaal één lichaam zijn, dat we voor elkaar verantwoordelijk zijn en dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Wat jou vandaag overkomt, kan mij morgen overkomen. De mens is ‘zijn broeders hoeder.’ Dat betekent dat zorg dragen voor anderen niet alleen ten goede komt van de ontvanger maar ook bijdraagt aan de menselijke ontplooiing van de zorgverlener en de humaniteit van de samenleving. Je laten inspireren door die traditie kan je helpen om de waarde van solidariteit in de zorg hoog te houden.
FOTO: THIJS TROMP
Kun je het wat concreter maken? “Denk bijvoorbeeld aan de buitengewoon lastige keuzes die bestuurders en managers van zorginstellingen moeten maken. Zij opereren binnen een maatschappelijk krachtenveld waarin druk wordt uitgeoefend vanuit de markt of vanuit maatschappelijke wensen van transparantie met alle gevolgen van regelgeving en bureaucratisering van dien. Om dan goede keuzes te
maken is het van groot belang dat je weet wat voor soort instelling je bent en waartoe je bestaat. Wat je morele kernwaarden zijn.” Kun je een voorbeeld geven? “In het UMC St Radboud maken we momenteel ingrijpende organisatorische en financiële veranderingen door die tot spanningen leiden. Iedereen begrijpt wel dat het nodig is. Maar de medewerkers gaat het uiteindelijk niet om een gezonde financiële huishouding maar om het verlenen van menslievende zorg. En dat is precies de kern van de identiteit van het Radboudziekenhuis. Doordat het Sint Radboud zich ent in de katholieke traditie, kan men bij de harde saneringsoperatie bronnen aanboren om die essentie van zorg daadwerkelijk van betekenis te laten zijn. En dat is ook gebeurd. In de jaarrede van het afgelopen jaar heeft het bestuur de reorganisatie nadrukkelijk bestempeld als een middel tot een doel, namelijk om de menslievende zorg te waarborgen. Het feit dat je katholiek bent, herinnert je eraan om dat doel helder voor ogen te houden.” Welke zorginstellingen zouden met de katholieke traditie aan de slag moeten? “In de eerste plaats de instellingen die daar een geschiedenis mee hebben. Veel instellingen hebben dat, maar doen daar betrekkelijk weinig mee. De traditie van de instelling is overal nog zichtbaar, in de cultuur, de aankleding, de mensen die erbij betrokken zijn, in bepaalde terminologie. Maar ik pleit er eigenlijk voor dat die instellingen hun traditie bewust ter hand nemen en gaan cultiveren.” Waarom?
“Niet zozeer om het katholieke geloof een steuntje in de rug te geven, en zeker niet om terug te keren naar het verleden. Maar omdat het voor hun eigen functioneren enorm betekenisvol kan zijn. Het kan hen helpen om voortdurend na te blijven denken over de vraag wat de essentie is van goede zorg. Wat het betekent voor kwetsbare en gekwetste mensen als zij in hun instelling om hulp komen vragen. Hoe binnen een marktcontext recht gedaan kan blijven worden aan menslievende zorg. De katholieke traditie belichaamt een krachtige en kritische bron om zulke vragen steeds opnieuw te stellen en te bentwoorden.”
de institutionele doelen van de gezondheidszorg. Een institutie is in letterlijke zin een instelling: de samenleving stelt een structuur van gezondheidszorg in om zorg te verlenen aan haar zorgbehoeftige leden. Maar, als winst maken belangrijker wordt in de zorg dan waartoe gezondheidszorg is ingesteld, vervreemden instellingen van hun institutionele bedding. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat zij een selectief toelatingsbeleid gaan voeren: de mensen waar je het meest op kunt verdienen krijgen voorrang. Of dat er een strijd ontstaat óm patiënten, in plaats van vóór patiënten. De vraag is wat dat betekent voor de solidariteit in de gezondheidszorg.”
Is het niet lastig om in deze tijden te verwijzen naar de katholieke traditie?
Wat hoop je dat je dissertatie zal uitwerken?
“Ja, de kerk ligt nu zwaar onder vuur, vanwege het misbruik. Dat zet een scherm voor al het goede dat er ook te vinden is in de katholieke traditie. Het laat weer eens zien dat de kerk ook een ‘gewone’ organisatie is, gerund door mensen die fouten maken, net als in andere organisaties. Kwalijke praktijken dienen grondig aangepakt te worden, maar ze doen het waardevolle van de traditie niet teniet.”
“Ik hoop dat instellingen met een christelijke identiteit onder ogen zien wat voor geweldige bron van rijkdom ze met hun traditie in handen hebben en dat ze hun rijkdom opdelven. Het werkt net als de rubriek ‘Zinnebeeld’ van Frits Mertens, in Zin in Zorg. De beelden die hij beschrijft, drukken uit wat van belang is van zorg. Dat is niet noodzakelijk voor de zorg, en ook niet nuttig, maar het is wel uiterst betekenisvol.”
Als een ziekenhuis zich niet bezint op haar morele kernwaarden loopt ze dan een risico?. “Dat denk ik wel, ja. In de eerste plaats lopen ze de kans dat zorgverleners gefrustreerd raken in hun centrale motivatie, datgene waarom ze voor het vak hebben gekozen. En dat heeft direct negatieve consequenties voor de patiënten. In de tweede plaats stappen ziekenhuizen die zich volledig overleveren aan de markt en zich uitsluitend richten op efficiency en winst buiten
Drs. T. Tromp is directeur van Reliëf.
Martien Pijnenburg (1951) is theoloog en verpleegkundige. Hij werkte van 1982 tot 2003 als studiesecretaris en later als directeur voor de Katholieke Vereniging van Zorginstellingen, een van de voorlopers van Reliëf. In 2003 trad hij als universitair docent ethiek in dienst bij de sectie Ethiek, Filosofie en Geschiedenis van de Geneeskunde, onderdeel van de afdeling IQ healthcare van het UMC St Radboud. Dat gaf hem de gelegenheid om zijn ervaring met de katholieke identiteit van zorginstellingen te verwerken tot het proefschrift Sources of care. Catholic healthcare in modern culture. An ethical study. Nijmegen: Radboud Universiteit 2010. Isbn 9076316512. 207 pag.
interview
15
Gelezen KO M T E E N D O K T E R B I J D E D O K T E R Eye-opener
van het ziek zijn ervaren. Ten Haaft
Zelf de regie voeren
Komt er een vrouw (of man) bij de
bespreekt in negen hoofdstukken
De negen beroepskrachten stonden
dokter die zelf arts is, dan ontstaat
enkele gezamenlijke thema’s uit deze
tot zij ziek werden altijd zelf aan
er een andere kijk op de zorg. Dat
gesprekken. Daarin komen enkele
het roer. Als zieke komt men in
gebeurde hier. Gonny ten Haaft
dilemma’s duidelijk naar voren. Deze
een andere rol die daar niet mee
is freelance journalist en werkt
hebben te maken met wat het beleid
harmonieert. Want een patiënt is
en publiceert op het terrein van
en de zorgaanbieder verwacht van
angstig. En angst is een slechte
het gezondheidsonderzoek en de
‘de zorgconsument’: verwacht wordt
raadgever. Zelfs slimme patiënten
zorginnovatie. Zij maakte naam met
dat deze kritisch en mondig is, dat
kunnen lang niet alles wat zij horen of
Als Heer en Meester, De Haagse
hij zijn eigen regie voert, dat hij
lezen ook aanvaarden of onthouden.
verplegersmoorden en de dilemma’s
zelf shopt en onderhandelt over de
Angst maakt objectieve informatie
van de ouderenzorg. Voor het
zorg. Die verwachtingen sturen de
ineens subjectief. Van patiënten
boek Dokter is ziek interviewde zij
organisatie van de zorg.
wordt zelf-management verwacht,
negen professionals uit de zorg
maar zij beschikken niet over wat
over hun ervaringen toen dezen
Kritisch en mondig zijn
dat vergt: objectieve informatie en
zelf in het ziekenhuis kwamen te
Als deze negen beroepskrachten
communicatie.
liggen. Zij sprak met drie artsen,
in de gezondheidszorg zelf patiënt
drie verpleegkundigen en drie
worden, verschrompelt hun kritische
Verkennen en onderhandelen met
managers in de zorg. Allen vertelden
en mondige houding. Informeren
zorgaanbieders
hun verhaal onder hun eigen naam
naar de bedrevenheid van een arts
Zelfs voor mensen met een
en functie. Dat vergt lef. Want zij
of de kwaliteit van een afdeling, zelf
behoorlijke medische kennis en
oordeelden niet positief over de
formuleren wat nodig is? Sommigen
vocabulaire is het niet gemakkelijk
zorg die zij zelf kregen. Door de
doen dat wél! Artsen hebben
om verschillende opties in kaart te
ervaring zélf patiënt te zijn, zagen
weliswaar een streepje voor op niet-
brengen, ze tegen elkaar af te wegen
ze ineens hoe ook zijzelf als arts
artsen als ze zélf patiënt worden,
en concrete afspraken te maken
tekortschoten. Een eye-opener. Wie
maar het medisch regime overvalt
als ze zelf ziek en afhankelijk zijn.
de kwetsbaarheid en afhankelijkheid
ook hen. Ze worden voor dat ze
Sommigen willen niet onderhandelen,
van ziek zijn heeft gevoeld, ervaart
het weten ‘passieve patiënt’. Men
omdat zij dat op dát moment door de
dat het heel anders is dan altijd werd
hospitaliseert ondanks dat streepje
emoties niet kunnen. Slechts weinig
gedacht of aangevoeld. Hun ogen
voor.
mensen kunnen, geconfronteerd
In he t ko rt
gaan open nu zij de andere kant
> Doeke Post, De derde weg. Een analyse en toekomstvisie van-
met ziekte en de emoties die daar bij
> William Perkins, Stervenskunst. Een christelijke
uit vijftig jaar ervaring in de zorgsector. Maarssen: Elseviers
voorbereiding op het overlijden. Kampen: De Groot
Gezondheidszorg 2009. ISBN 903521153. 235 p. € 24,95.
Goudriaan 2009, ISBN 9789088651106, 93 p. € 12,50.
Doeke Post kijkt terug op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg
William Perkins leefde van 1558 tot 1602 en was een van de
van de afgelopen decennia. De zorg is er met de invoering van de
grote puriteinse predikers. In dit boekje geeft hij raad over de
marktwerking niet beter en vooral niet goedkoper op geworden.
voorbereiding op de dood en het sterven zelf. De toon (en de
Marktwerking heeft zelfs averechtse gevolgen. Om het tij te keren
vertaling) is scholastiek en droog: vooral met argumenten probeert
voert Post een pleidooi voor een ‘derde weg’. De derde weg com-
hij de lezer te overtuigen. Soms levert dit verrassend actuele
bineert verworvenheden uit het verleden en neemt solidariteit als
aanbevelingen op, zoals het advies dat de predikant niet pas
leidend principe. Niet langer staat het geld in het middelpunt, maar
wordt gewaarschuwd als de dokter ‘niets meer kan doen’. Soms is
de kwaliteit van de zorg. En alle spelers in het veld nemen hun ver-
het wat komisch in zijn gedateerdheid, zoals de opsomming van
antwoordelijkheid; overheid, zorgverzekeraars, zorgverleners en de
vele katholieke bisschoppen die (hoe kan het ook anders) op een
patiënten zelf moeten zuinig zijn met zorg. Warm aanbevolen! [TT]
akelige wijze aan hun eind kwamen. Als spiegel voor onze tijd geeft het hoe dan ook te denken en is het een boeiend werkje. [CL]
16
gelezen
komen, slim, mondig en zelfstandig
concrete adviezen. Ten Haaft stelt
Dit boek haalt veel onderuit. Het
overleggen en onderhandelen
dat de zorg veel kan leren van het
laat zien wat het betekent om als
over hun belangen. De patiënt is
bedrijfsleven. Elke patiënt – zoals
ziekenhuispatiënt behandeld te
afhankelijk, angstig en bezorgd, en
in het vliegtuig – een persoonlijke
worden, door ervaringen te laten
daarvoor ongeschikt. Onderhandelen
purser: iemand de zich om hem
horen van dokters die zelf patiënt
vergt gelijkwaardige posities van
bekommert, hem volgt, zich écht
werden. Het laat ook zien hoezeer
betrokkenen, maar die zijn er niet.
verantwoordelijk voelt en een vast
het huidige beleid in de zorg is
én bereikbaar aanspreekpunt vormt.
gestoeld op foutieve aannames. Dat
Warm en betrokken
Beroepskrachten in de zorg moeten
noopt tot nadenken. Iedereen die in
Hulpverleners moeten warm en
er niet van uitgaan dat zij een product
de zorg werkt, die zorg coördineert,
betrokken zijn, zorgen voor de
leveren, maar een ervaring met
bestuurt, of vanuit de politiek
menselijke maat in de zorg. Maar ook
een fysiek, emotioneel en spiritueel
aanstuurt, zou dit boek moeten lezen
daar schort het nodige aan. De zieke
aspect. Daarmee doen ze de (ook
om te beseffen dat warme, betrokken
artsen misten de betrokkenheid en de
gelovige) patiënt recht.
zorg een realistischer uitgangspunt is
interesse voor hen als persoon. Vaak
dan die van een mondige patiënt die
werden ze zelfs niet aangekeken. De
Ideaal
zelf de regie voert. Daarom is het een
zorgenden denken al gauw te weten
Het ideaalbeeld van de mondige
voortreffelijk boek. Het werkt voor de
hoe het zit en de zieken vragen
patiënt die zelf alles uitzoekt,
lezer als eye-opener. En het leest ook
alleen om hulp als dit echt nodig
regelt en organiseert, blijkt niet te
nog eens als een tierelier.
is. Partner en familieleden worden
kloppen. Uit onderzoek blijkt zelfs
vaak vergeten. De behandelaars
dat patiënten door de jaren heen
moeten beter communiceren. Eerst
minder mondig worden. De kritische
Dokter is ziek
de emoties, dan informatie. Daar een
patiënt die de regie van de zorg zelf
Als patiënt zie je hoe zorg
training voor volgen? De artsen in dit
in handen houdt, bestaat evenmin.
boek spreken uit dat de beste manier
Als de overheid haar beleid blijft
om hulpverleners meer patiënt-
stoelen op foutieve aannames, laat
gericht te maken, is om henzelf in
zij patiënten in de kou staan. Vroeger
het ziekbed te leggen. Patiënten
gingen zorginstellingen in op de
hunkeren naar communicatie, warme
behoeften aan aandacht, warmte en
Frits Mertens is onderzoeker bij het
belangstelling, wat meer overleg en
betrokkenheid; de huidige zorg weet
Titus Brandsma Instituut te Nijmegen.
betrokkenheid bij hun ervaringen
dát niet te bieden.
N.a.v. Gonny ten Haaft,
beter kan. Amsterdam: Uitgeverij Contact 2010, ISBN 9789025434472, 255 p. € 17,95.
en wat er gaat komen. Dit zou de
> Johan Bouwer (Red.) Bert de Haar Kwaliteit van zorg. Opti-
> ‘Uw eigen leefplan’ en ‘Wat wil ik met mijn leven?”
maal zonder levensbeschouwing? Assen: Koninklijke Van Gorcum BV 2010, ISBN 9789023244905, 164 p. € 27,75.
Een aantal cliëntenorganisaties heeft i.s.m. Artemea en gesubsidieerd door VWS twee brochures uitgegeven voor cliënten binnen de
Deze publicatie brengt vanuit vier thema’s het verband tussen
(chronische) gezondheidszorg/ GGZ.
levensbeschouwing en kwaliteit van zorg in beeld. Hierin worden
Vier creatieve hulpmiddelen worden cliënten aangereikt om zich be-
thema’s als competenties, spiritualiteit, protocollering en de nadruk
wust te worden wat voor hen in de zorg belangrijk is. De indeling is
op verantwoording besproken, steeds in het licht van kwaliteit en
op basis van de ‘schijf van vijf’ met oog voor omgeving, contacten,
kwaliteitsborging. Door de diversiteit van de auteurs is er een meer-
activiteiten, gezondheid en leefstijl. Opvallend genoeg ontbreekt zo
kleurig perspectief aangebracht, waardoor er niet enkel kritiek is op
het domein ‘mentaal welbevinden’. Een sympathieke handreiking
de huidige kwaliteitssystemen, maar er ingangen worden gezocht
waardoor cliënten sterker richting kunnen geven aan de door hen
en aangereikt die aandacht en borging van levensbeschouwing
gewenste zorg.
binnen het huidige systeem kunnen bevorderen. De samenhang
Te bestellen bij LOC voor € 5,= (betaling: rek.nr.4088175 Stichting
van de artikelen is niet altijd optimaal, toch maakt de inhoud dit
LOC, Utrecht o.v.v. naam, postadres, aantal exemplaren en titel en
boekje zeer lezenswaardig. [Marije Stegenga]
bestelnummer 2010-01). [Wout Huizing]
gelezen
In h e t ko rt
zorg sterk verbeteren. Dit boek geeft
17
OVER BRU G G E N Wilna Steenbergen, Jan Koeleman en Engelien Hulsman
Symposium Bronovoziekenhuis Het was een levendige dag in het Bronovoziekenhuis in Den Haag, donderdag 4 februari 2010. Het was de 145e stichtingsdag, en ook de dag waarop we als Dienst Geestelijke Verzorging een symposium hielden voor medewerkers van Bronovo en Nebo, het bijbehorende verpleeghuis. Het symposium gaven we de titel ‘Daar doen we het voor! Inspiratie en motivatie in de zorg’. De organisatie deden we samen met Reliëf, in de persoon van Thijs Tromp. Wat we ermee wilden was vooral: een brug slaan.
Twee overzijden Terugkijkend schieten dichtregels van Martinus Nijhoff te binnen. ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’, zo begint het gedicht. Dan volgt: ‘Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden worden weer buren.’ Dat dit symposium er gekomen is, heeft te maken met de twee ‘overzijden’ die wij als geestelijk verzorgers zagen binnen de Stichting Bronovo-Nebo, en met het diepe water dat daartussen leek te stromen. Er was, aan de ene kant, de zijde van de geschiedenis en van de traditie. En er was, aan de andere kant, de oever van de huidige praktijk van het dagelijkse werk in de zorg. Ze lagen dicht bij elkaar, ze vormden samen die ene organisatie. Maar hadden ze ook echt iets met elkaar te maken? Aan de ene kant: een sterke traditie De Stichting Bronovo-Nebo heeft een duidelijke geschiedenis met mooie verhalen. Vraag oude Hagenaars naar Bronovo en ze vertellen over de indrukwekkende marmeren trap in het oude ziekenhuis. Veel verhalen gaan over de diaconessen, hun opvallende
18
reportage
kleding, het Bijbellezen op de afdelingen. En vrijwel iedereen, niet alleen in Den Haag, denkt bij de naam Bronovo onmiddellijk aan het koninklijk huis. Van oudsher is het een ‘koninklijk’ ziekenhuis en dat is het tot op de dag van vandaag. Diaconessen van Bronovo assisteerden op Soestdijk toen de huidige koningin geboren werd, prinses Máxima bracht haar kinderen in het Bronovoziekenhuis ter wereld. Verhalen over Verpleeghuis Nebo komen vooral bij oude Scheveningers vandaan. Dokter Schut, een bekende huisarts op Scheveningen, zette zich in voor de bouw van een gereformeerd ziekenhuis. De Scheveningers waren niet rijk, het ziekenhuis werd letterlijk met dubbeltjes en kwartjes bij elkaar gespaard. Pas na de fusie met Bronovo werd Nebo geleidelijk aan omgevormd tot verpleeghuis. Jarenlang was dat nog gevestigd in het gebouw van het oude ziekenhuis aan de Scheveningseweg, in 2003 verhuisde het naar een nieuw onderkomen in de Haagse wijk Benoordenhout.
Aan de andere kant: de zorg vandaag de dag In de praktijk van het dagelijkse werk in Bronovo en Nebo merk je in eerste instantie niet veel van de geschiedenis. Zoals in alle zorginstellingen is ook hier in de loop van de tijd noodgedwongen de verzakelijking ingetreden. Productie en efficiency zijn belangrijke woorden geworden, geld een factor die veel bepaalt. Een groot deel van het werk van de huidige verpleegkundigen en verzorgenden is hetzelfde als het werk van de diaconessen of de eerste zusters op Scheveningen: zorgen voor mensen. Maar voor een deel is het werk ook onherkenbaar veranderd. Denk alleen al aan het vele administratieve werk en de grote nadruk op protocollen en procedures. Een groot verschil is ook de rol van het geloof. Binnen de Stichting Bronovo-Nebo werken ook nu veel mensen met een gelovige achtergrond. Ze zijn christelijk of niet christelijk, actief of juist niet actief in een gemeenschap. Daarnaast is er een grote groep medewerkers die geen enkele band heeft met een religie of levensbeschouwing. Op de
werkvloer lijkt dit geen rol te spelen. Of je als medewerker wel of niet gelooft en of je levensovertuiging iets betekent voor je werk, dat is vooral een privézaak. Verbindingen Natuurlijk zijn er verbindingen tussen deze twee overzijden. Vaak zijn dat persoonlijke lijntjes. Relatief veel medewerkers werken lang binnen de Stichting Bronovo-Nebo. Zij kennen de geschiedenis goed en voelen zich ermee verbonden. Sommige verpleegkundigen hebben nog samengewerkt met de diaconessen; de laatste diacones stopte in 1980 met haar werk in het ziekenhuis. Tot op heden koestert Bronovo haar geschiedenis, wat zich vooral uit in de aandacht voor de diaconessen die nog in leven zijn. Bij het 140-jarig bestaan werd de geschiedenis van de diaconessen van Bronovo opgetekend in het boek ‘Er is veel om dankbaar voor te zijn’. In het personeelsrestaurant is een vitrine ingericht met voorwerpen en foto’s uit de tijd dat het ziekenhuis nadrukkelijk diaconessenhuis was. In Nebo is de geschiedenis minder zichtbaar aanwezig. Maar ook hier zijn het de medewerkers, vaak degenen die er lang werken, die de geschiedenis met zich meedragen en uitdragen. Als geestelijk verzorgers hebben we veel nagedacht over beide zijden, verleden en heden, en hoe die meer met elkaar verbonden zouden kunnen raken. We hadden het over de gelovige diaconessen van Bronovo en de ontstaansgeschiedenis van Nebo, maar zeker ook over de manier waarop medewerkers vandaag de dag geïnspireerd worden in hun werk, of dat nu wel of niet met geloof te maken heeft. We praatten hierover met elkaar, met andere medewerkers en met de Raad van Bestuur. Zo ontstond het idee om, zichtbaar en toegankelijk,
SYMPOSIUM IN DE KAPEL VAN HET BRONOVOZIEKENHUIS (FOTO: LENNEKE PIJTAK)
een brug te gaan slaan tussen de traditie en het heden. De stichtingsdag leek een mooi moment, en de diaconessen met hun betrokkenheid bij verleden en heden van de zorg een onmisbare bron van wijsheid. Het symposium stond in de steigers. Over de brug Het waren twee diaconessen van Bronovo, zuster Joop Dijk en zuster Willy Bassa die de spits afbeten tijdens het symposium, en die ook onmiddellijk en vrijuit verbindingen legden tussen verleden en heden. Niet alleen vertelden ze over hun eigen inspiratie en motivatie om in de zorg te werken, ook hadden ze oog voor verpleegkundigen en verzorgenden van nu. “Wij hadden alle tijd voor de mensen”, zei zuster Joop, “want ons leven was er helemaal op ingericht. Voor jullie is dat anders, jullie hebben vaak ook een gezin.” Tegelijkertijd, erkenden beide zusters, is de zorg ook nu nog steeds een roeping. Dat werkte professor Mieke Grypdonck, hoogleraar verplegingswetenschap, uit in een lezing met de titel ‘Meer dan een vak, waarom inspiratie nodig is in het verpleegkundig beroep’. De bezoekers van het symposium gingen vervolgens onder leiding van Atelier Kwiek zelf aan de slag. Ze vertelden elkaar over hun motivatie voor dit werk
en legden dit al schilderend in verf vast. Thérèse Heijne tenslotte sloot de dag af met een indrukwekkend verhaal waarin jong en oud, zorg en zorgzaamheid, creativiteit en inspiratie samen kwamen. De weg vervolgen Het symposium heeft veel opgeroepen. Vanuit allerlei hoeken en gaten van Bronovo en Nebo horen we dat het inspirerend werkte. Het heeft inderdaad een brug geslagen tussen inspiratie uit het verleden en inspiratie in het heden. Maar belangrijker dan complimenten over een geslaagd symposium, is dat we steeds vaker de verhalen horen van andere medewerkers, over hoe zij vanuit hun eigen discipline bezig zijn om te zoeken naar meer bezieling in het werk. Ook binnen de organisatie als geheel lijkt meer aandacht te zijn voor de ‘zachte’ kanten van de zorg, en dat biedt hoop voor de toekomst. Een symposium als dit komt er elk jaar, is inmiddels besloten. We blijven dus bruggen bouwen, om de stroom van inspiratie in zicht te houden. Wilna Steenbergen, Jan Koeleman en Engelien Hulsman, geestelijke verzorging Stichting Bronovo-Nebo
reportage
19
I N G E S PREK OVER M E N TA AL WELBEVINDEN Cynthia Lieshout Begin 2010 verscheen bij Actiz de bundel Werken aan mentaal welbevinden. Vijf startpunten voor de zorgorganisatie. Het boekje voorziet in een behoefte, vindt veel aftrek en er komen volop reacties, onder andere van Ruud Heesters, geestelijk verzorger. Zin in Zorg nodigde hem uit voor een gesprek met Gerdienke Ubels, een van de auteurs van de bundel.
“Al sinds het uitkomen van het boekje wordt Werken aan mentaal welbevinden veel bekeken op de website van Actiz”, vertelt Gerdienke Ubels. “We krijgen ook veel reacties. Het landt in dorstige aarde…” Een van die reacties kwam van Ruud Heesters. De zorg voor mentaal welbevinden is hem uit het hart gegrepen. Hij is verheugd over het verschijnen van de bundel, maar opperde ook enkele vragen en aandachtspunten. Ruud Heesters: “Die ambitie van de bestuurders verrast me. Het beeld is dat ze met financiën en rendement bezig zijn en maar moeilijk zijn aan te spreken op de ‘zachte kanten’ zoals mentaal welbevinden. En toch reageren ze blijkbaar in grote getale… heb je enig idee waar Werken aan mentaal welbevinden aan appelleert?” Gerdienke Ubels heeft wel een vermoeden: “Veel bestuurders in de zorg zijn toch wel degelijk met een ‘zorghart’ begonnen. Ik denk dat er voor een groot gedeelte sprake is van een soort handelingsverlegenheid. Daarom hebben we ook een diversiteit van invalshoeken gekozen: methodisch, organisatorisch, een visieverhaal, focus op de relatie tussen de geestelijk verzorgers; een beroepsgroep die daar een hele belangrijke rol in speelt, en de andere groepen. We hebben geprobeerd om verschillende aanvliegroutes te geven in de hoop dat bestuurders daar iets uit kunnen pikken wat voor hun situatie in hun instelling op dat moment relevant is.” Heesters: “Hoe kun je die ambitie mobiliseren op een manier dat je als organisatie écht stappen voorwaarts zet?” Geen eindpunt maar een aanzet Gerdienke Ubels: “Dit boekje is niet bedoeld als eindpunt, het is juist een aanzet. We hebben dat ook in de aanbiedingsbrief aan de geestelijk verzorgers gezet: ‘dit is een uitnodiging om in uw eigen organisatie op stap te gaan en te kijken waar je partners kunt
20
achtergrond
vinden om op dit vlak iets te gaan doen.’ In de brief aan de bestuurders hebben we juist gerefereerd aan het verantwoordingskader Verantwoorde Zorg. Mentaal welbevinden is daar gewoon een van de domeinen en daar zullen ze iets mee moeten. Dit domein wordt vaak als wat ‘ongrijpbaar’ ervaren. Bestuurders hebben dan vragen als ‘hoe doe ik dat dan, waar kan ik aan werken’. En daar hebben we in deze uitgave een aantal invalshoeken voor op een rijtje proberen te zetten. We zijn overtuigd dat hier hele werkzame bestanddelen in zitten. En voor het overige… de geest waait waarheen zij wil. In hoeverre mensen geïnspireerd raken en een bredere connectie gaan leggen dan ze voorheen deden? We hopen er aan bij te dragen…” Transitie in de zorg Ruud Heesters vraagt: “Is dit initiatief voor Actiz ook deel van een groter programma?” Gerdienke Ubels: “Het is voortgekomen uit een toenemende aandacht voor deze manier van kijken naar goede zorg. Ook voor Actiz is de publicatie in die zin een startpunt. In de loop van dit jaar doen we ervaringen op en gaan we kijken waar we verder op in moeten zetten. Het staat nadrukkelijk in het spoor van de transitie in de zorg.” Heesters: “Die transitie, wiens initiatief is dat?” Ubels: “Dat komt van allerlei plekken, niet alleen in
de zorg. We lopen aan tegen logge systemen waar we met elkaar van moeten constateren dat ze toch uiteindelijk niet doen wat we willen. In het geval van de zorg zitten we inmiddels ook in een systeem waarvan we als samenleving zeggen: dit kan nooit de bedoeling geweest zijn, het is zó doorgebureaucratiseerd, het is zó ongrijpbaar geworden. Het gaat niet meer over mensenwerk, over dat wat zorg tot zorg maakt. Daar zitten we dus als samenleving in een heroverwegingsfase.” Ruud Heesters merkt op dat door bestuurders wellicht op de betaalbaarheid zal worden gewezen: “Zullen bestuurders niet als argument gaan gebruiken dat een meer menselijke maat te veel tijd, te veel geld gaat kosten? Wat ik spannend vind in jullie notitie is dat hij de bestuurder tegemoet komt in diens functionele denkraam. Bv zo’n artikel over depressie, dat geeft ze iets heel grijpbaars in handen. Dat vind ik een hele leuke, verfrissende insteek. Jullie verleiden ze als het ware om concreet te worden en over de brug te komen” Gerdienke Ubels: “Ik vind het ook een ontdekkingstocht, en daar hebben we als auteurs onderling veel over gesproken. Om niet vanuit een eigen moreel kader te poneren hoe wezenlijk en onmisbaar dit allemaal is. Want met alle respect, dat weten we allemaal wel. Maar: wat kunnen we er nog meer over zeggen, denkend vanuit de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een zorgorganisatie. Wat kunnen we tastbaar en benaderbaar maken.” Narratieve benadering De kracht van het geheel, benadrukt Gerdienke Ubels, zit met name ook in het centraal stellen van de narratieve benadering: “Als je bij het nadenken over goede zorg mensen en hun levensverhaal centraal stelt, kan iedereen zich er opeens iets bij voorstellen. Dan valt ineens het kwartje: aandacht voor de mens achter de cliënt, de mens achter de medewerker. Het gaat onmiddellijk ook over jezelf. Een krachtig theoretisch kader hierbij. Het werkt! Om te beginnen zou de identiteit van de cliënt centraal moeten staan. Die identiteit komt tot uiting in het levensverhaal. Als je dat serieus neemt, kom je ook uit bij de positie van de zorgverlener. Die heeft immers ook zijn of haar eigen levensverhaal. Hoeveel aandacht en ruimte heeft en krijgt de zorgverlener voor haar eigen ervaringen, voor wat het met haar zelf doet?
Dat is van cruciaal belang om goede zorg te kunnen geven. Het gaat om de primaire relatie tussen cliënt en zorgverlener. De zorgorganisatie faciliteert dat. Dit werpt vragen op die fundamenteel zijn: wat betekent het eigenlijk om heden ten dage een zorgorganisatie te zijn? Welke rol vervul je in de samenleving? Nou,dan zijn we hiermee nog niet uitgepraat, hoor.” Heesters reageert: “Deze ambitie vraagt tijd. Hopelijk gaat naar aanleiding van Mentaal Welbevinden een soort platform ontstaan waarin het over die vraag naar samenleven, naar mens-zijn mag gaan. De zorg kan het namelijk ook niet in z’n eentje. We hebben elkaar nodig, niet alleen omdat het goedkoper is, maar omdat het op die manier ook écht beter gaat.” Betekenisduiders bij uitstek Heesters: “Volgens mij zouden geestelijk verzorgers als geen ander een rol kunnen spelen in de transitie in de zorg. Ik zie geestelijk verzorgers als betekenisduiders bij uitstek. Niet alleen in het individuele contact, maar juist ook binnen de organisatie. Ze zorgen voor diepgang, verhelderen het ‘verhaal’ van de instelling. Daar zouden we nog veel vrijmoediger in mogen worden.” Ubels bevestigt dat: “Precies, geestelijk verzorgers moeten het lef hebben zich hierin actief op te stellen. Een rol te spelen, juist ook in organisatieontwikkeling. Houd op je af te vragen of ‘de organisatie’ daar wel op zit te wachten. Help de organisatie zijn eigen verhaal te ontwikkelen! Mentaal welbevinden is een aanknopingpunt voor àlle mensen in een zorgorganisatie: cliënten, medewerkers en management. De geestelijk verzorger kan voor allen een natuurlijke bondgenoot zijn. En bovendien nog een die in bijna alle organisaties al aanwezig is. Maak daar gebruik van!” Cynthia Lieshout is stafmedewerker van Reliëf. Gerdienke Ubels is senior beleidsmedewerker bij Actiz. Ruud Heesters is geestelijk verzorger in ziekenhuis St. Jansdal te Harderwijk.
Werken aan mentaal welbevinden. Vijf startpunten voor de zorgorganisatie, januari 2010 Een uitgave van Actiz in samenwerking met Reliëf. Auteurs: Gerdienke Ubels, Wout Huizing en Thijs Tromp. De uitgave is te bestellen bij Reliëf en bij Vilans en voor leden te downloaden op het ledennet van Actiz.
achtergrond
21
Kort nieuws Au, kou en help!
brief geeft de minister aan dat de
Enquete ‘Werken in de zorg’
Op 14 april jl. promoveerde
levering van geestelijke verzorging
Het personeel in de zorg is niet
Madeleine Timmermann op de
niet in de knel komt als verzekerden
positief over de toekomst van de
dissertatie Relationele afstemming.
ervoor kiezen het zorgzwaartepakket
zorg. Bijna tweederde verwacht dat
Presentieverrijkte verpleeghuiszorg
buiten de zorginstelling te verzilveren.
de kwaliteit van de zorg afneemt.
voor mensen met dementie.
Ook dan zal de instelling die de zorg
Als belangrijkste redenen komen
Timmermann keek vanuit de
levert de verzekerde begeleiden bij
naar voren; te weinig geld voor
theorie van de zorgethische en
coping en zingevingsvraagstukken en
de zorg, te hoge werkdruk en te
de presentietheorie naar de zorg
een vrijplaats bieden. Ook buiten de
veel administratie. De helft van
voor dementerenden met behulp
muren van de verblijfsinstelling wordt
de mensen denkt wel eens na
van video-opnamen, afkomstig van
dit aanbod dus toegankelijk, aldus de
over een baan buiten de zorg. Dat
een bestaande verbetermethode in
minister.
blijkt uit de door zorgverzekeraar
de ouderenzorg, Video Interactie
De vraag is echter in welke mate
Menzis gehouden Nationale
Begeleiding. De beelden laten
geestelijke verzorging deel uitmaakt
Enquête ‘Werken in de Zorg’. De
oudere mensen zien die verbaal
van de verzekerde zorg. De minister
enquête, gehouden onder mensen
en non-verbaal hun ongenoegens
beschouwt begeleiding bij coping en
die werken in onder andere
proberen duidelijk te maken,
zingevingsvraagstukken als normaal
ziekenhuizen, thuiszorg, geestelijke
samengevat in de kreten ‘au’, ‘kou’
onderdeel van de verzekerde zorg.
gezondheidszorg, huisartsenzorg
en ‘help’. Nauwkeurig analyseerde
Begeleiding bij religie en spiritualiteit
en fysiotherapie werd door 4144
zij wat er gebeurde in de zorg voor
en het vinden van een vrijplaats
zorgverleners ingevuld.
dementerenden. Haar conclusie is
zijn, aldus de brief van Klink, echter
dat dementerende bewoners vaak
geen verzekerde zorgprestaties.
Mijn tijd voor de zorg
ten onrechte leed wordt toegevoegd.
De minister is van mening dat er
Dagelijks werkt een half miljoen
De oorzaak is een gebrek aan
een breed spectrum van personen
professionals in verpleeg- en
afstemming van de zorgverleners op
en instanties is die adequaat bij
verzorgingshuizen en in de thuiszorg
de dementerende ouderen. In haar
zingevingsvragen kan begeleiden.
hard om zo goed mogelijk zorg te
boek biedt Timmermann met behulp
Mensen die zelfstandig wonen
verlenen aan bijna twee miljoen
van een zgn. jammer- en responslijst
maken zelf keuzes over bij wie men
klanten. Dat zijn indrukwekkende
een hulpmiddel om te komen tot een
terecht wil met zingevingsvragen.
getallen. Toch hebben veel mensen
betere relationele afstemming tijdens
Die keuzes zijn verweven met de
nauwelijks een beeld van wat zich
de dagelijkse zorghandelingen.
persoonlijke levenssfeer. Als mensen
in de zorg allemaal afspeelt, wat de
Het proefschrift is uitgegeven door
daar behoefte aan hebben kunnen zij
dilemma’s en uitdagingen van de
Lemma in Den Haag 2010, telt 364
hulp vragen bij het maatschappelijk
sector zijn, hoe veelzijdig en complex
pagina’s en kost € 40,=.
werk, een vrijgevestigd geestelijk
het werk kan zijn.
verzorger, een geloofsgemeenschap
Met de campagne ‘Mijn tijd voor
Toegankelijkheid geestelijke
of een maatschappelijke organisatie.
de zorg’ wil ActiZ bijdragen aan
verzorging
Het initiatief voor het inroepen van
een meer realistisch beeld van de
Minster Klink van Volksgezondheid
hulp ligt primair bij de thuiswonenden
ouderen- en thuiszorg en de sector
heeft begin april een brief naar de
zelf en personen in hun persoonlijk
positioneren als waardevolle dienst in
Tweede kamer gestuurd waarin hij
netwerk. Zij zijn bij het maken van
de samenleving.
ingaat op geestelijke verzorging voor
keuzes niet afhankelijk van een
Op www.mijntijdvoordezorg.nl staan
mensen die buiten een instelling
zorginstelling, daarom betreft het
dagboeken van zorgmedewerkers,
verblijven. Deze brief is een reactie
volgens het CVZ geen noodzakelijke
nieuws en achtergronden.
op een motie van Kamerlid Esmé
zorg.
Wiegman. Sinds 2007 kunnen
De brief van Klink is te raadplegen
mensen met een indicatie voor
op internet: https://zoek.
verblijf in een zorginstelling kiezen
officielebekendmakingen.nl/
voor een volledig pakket aan
kst-25424-101.html
zorg thuis. De geleverde zorg is vergelijkbaar met de zorg die men in de instelling zou ontvangen. In zijn
22
nieuws
S t em krijgen Henk Minnema
CASUS
Veel stempassen van mensen met een verstandelijke beperking worden verscheurd, versnipperd of in de prullenbak gegooid, aldus Max Paumen in het tijdschrift Markant. Paumen deed onderzoek naar de praktijk van het stemmen bij mensen met een verstandelijke beperking. De Hoge Raad besliste in 2009 dat ook mensen die onder curatele staan voortaan mogen stemmen. Koen, die geestelijk verzorger is, maakt zich nu in zijn instelling sterk voor dit recht om te stemmen. Hij bepleit actieve voorlichting aan alle cliënten, en vindt dat de positie van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking daarin prominent een plaats moet hebben. Hij wil de cliënten een duidelijk stemadvies geven. Geen stem mag verloren gaan, vindt Koen, zeker nu, onder invloed van de komende bezuinigingen de toekomst van de AWBZ-gefinancierde zorg zo’n belangrijk issue in de verkiezingen is geworden. Daarom wil hij ook dat de instelling contact opneemt met alle curatoren van de cliënten die niet in staat zijn om te stemmen, om van hen een machtiging te krijgen. Om zijn zaak kracht bij te zetten legt hij zijn plan voor aan de commissie ethiek met het verzoek zijn voorstel van een aanbeveling te voorzien.
Toen ik het artikel van Max Paumen las, moest ik ineens denken aan een onderscheid, dat Kees Waaijman besprak in zijn afscheidscollege als hoogleraar spiritualiteit: het onderscheid tussen woord en stem. Beide spelen een rol, als ik iets te vertellen wil hebben. Ik moet de beschikking hebben over taal, om aan het woord te komen. Maar ik moet ook mijn stem kunnen laten horen. Wanneer mensen iets te vertellen hebben? Het kan al gebeuren, als je thuiskomt van je werk, gewoon aan de keukentafel. “Kom er even bij zitten”, zeg je dan: “Wat me nu toch is overkomen!” En als het goed is schuiven je huisgenoten aan. Als het goed is, want hier is ethiek in het spel. Bij ethiek denken we vaak aan grote, gewichtige vragen. Maar het begint al aan de keukentafel, als je huisgenoten je serieus nemen: “Je hebt iets te zeggen, begrijpen we?! Dan is er zeker wat gebeurd: Vertel eens!” Als Kees Waaijman spreekt over het onderscheid tussen woord en stem, verwijst hij naar Willem de St. Thierry, een tijdgenoot en vriend van Bernardus van Clairveaux. Willem maakt in zijn commentaar op het Hooglied duidelijk, dat de stem een andere toon aanslaat dan het woord. Je kunt het woord krijgen, maar dan hoeft het nog niet te gaan over jou. Een stem krijg je, als het wérkelijk om jou gaat. De bruid herkent de stem van haar bruidegom uit duizenden. Zij is erop gespitst. In zoverre heeft de stem de openbaringskracht van het gelaat. In het gelaat laat ik mijzelf zien, in de stem laat ik mijzelf horen. Gelaat en stem, ze zijn weerloos, want je kunt ook niet worden gezien, niet worden gehoord. Sinds Levinas weten we: het geweld begint hier. Het verhaal, dat er aan de keukentafel te vertellen is, werpt licht op het openbare leven. Bij de vrijheid van meningsuiting gaat het om het woord: om een mening die moet worden gevormd. Maar het gaat er ook om dat we die mening uiten, dat we er een stem aan geven. En
dát veronderstelt weer dat we de vrijheid hebben onze stem te laten horen: dat er de ruimte is, waarin onze stem weerklank vindt. In het politieke landschap klinkt mijn stem misschien minder herkenbaar: ijl en abstract. Maar als Dennis Volmer uit Purmerend wordt afgesnauwd in het stembureau, omdat hij hulp nodig heeft met het lezen, dan wordt het verband met de keukentafel onmiddellijk zichtbaar. Door het handelen van de leden van het stembureau wordt Dennis er keihard op gewezen, dat hij in de grote samenleving niet thuis hoort. Bij verkiezingen gaat het erom, dat je meetelt – en dan gaat het niet alleen om de letterlijke zin van het woord. Uitgaande van de burgerschapsvisie valt er dus alles voor te zeggen, dat de stem van mensen met een verstandelijke beperking wordt gehoord. Dit geldt temeer, als er politieke besluiten op stapel staan, die over hen zelf gaan. Tegelijk ligt er hier wel een ethisch probleem. Want je moet wel de beschikking hebben over het woord. En hoezeer hier ook een opdracht ligt voor de samenleving om zich zoveel mogelijk verstaanbaar te maken, iemand heeft pas wat te vertellen, als hij weet, waarover het gaat. Henk Minnema is consulent ethiek en docent/trainer bij Dichterbij.
In deze rubriek worden herkenbare ethische vragen en dilemma’s uit de wereld van de gezondheidszorg geanalyseerd en van kort commentaar voorzien. De besproken casus wordt ook op de website www.zorgethiek.nu opgenomen. Via de website kunt u reageren en discussiëren over deze en andere kwesties.
ethiek uit het vuistje
23
VACATURE Reliëf is een vereniging van 180 zorgaanbieders uit de sfeer van de ziekenhuizen, de ouderenzorg en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Reliëf komt op voor zin in zorg. Geïnspireerd door de Bijbel en de christelijke traditie, staat Reliëf op de bres voor essentiële waarden in de zorg: liefde, barmhartigheid, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Reliëf ondersteunt haar leden om vorm te geven aan identiteit, ethiek en zingeving in de zorg, onder meer door scholing en advies te bieden. Reliëf bepleit in het publieke debat het belang van een menslievende zorgrelatie, de inspiratie van zorgverleners en de aandacht voor spiritualiteit in de zorg. In verband met het vertrek van de huidige voorzitter is het bestuur op zoek naar een geschikte
VOORZITTER
WIJ VERWACHTEN dat de voorzitter - hartelijk betrokken is bij het christelijk geloof; - sensitief is voor de verschillende denominaties binnen Reliëf; - de vereniging op representatieve wijze kan vertegenwoordigen; - beschikt over specifieke deskundigheid in de relatie tussen ethiek, levensbeschouwing en zorg; - inzicht heeft in maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op identiteitsgeoriënteerde verenigingen; - ingang heeft bij de media; - beschikt over een netwerk bij subsidieverstrekkers en kan meedenken over kansrijke projecten; - een netwerk heeft bij zusterorganisaties van Reliëf.
VAN RELIËF (V/M)
voor de periode 2011-2014, met een beoogde verlenging van één termijn. TAKEN De voorzitter van Reliëf - geeft op inspirerende wijze leiding aan een bestuur van maximaal 6 personen; - onderhoudt contacten met de leden, onder meer door het afleggen van bezoeken; - mengt zich op een eloquente en goed geïnformeerde wijze in het publieke debat; - spant zich samen met de directeur in om opdrachten of projecten te werven; - bewaakt de gezonde bedrijfsvoering van Reliëf. De voorzitter vervult deze taken in nauwe samenwerking met de directeur van Reliëf.
VOORWAARDEN De functie van voorzitter is voor een halve dag per week bezoldigd. De omvang van de vergoeding wordt in nader overleg vastgesteld.
INLICHTINGEN EN SOLLICITATIE Wilt u meer informatie over deze functie dan kunt u met de vicevoorzitter van Reliëf, drs. E. Janssen-Sengers, contact opnemen (024-3826306,
[email protected]). Kent u iemand in uw omgeving die aan dit profiel voldoet, dan kunt u uw tip doorgeven, eveneens aan de vice voorzitter. Uw sollicitatie kunt u sturen aan het bureau van Reliëf, t.a.v. drs. T. Tromp, directeur, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, of per e-mail aan:
[email protected]. Kandidaten kunnen zich melden tot 1 augustus 2010.
Symposium:
Tja, wat zal ik zeggen... 27 september 2010 van 13 tot 17 uur In De Driehoek nabij station Utrecht Centraal. Aanleiding tot dit symposium is de verschijning van het boek ‘Tja, wat zal ik zeggen … met cliënten in gesprek over spiritualiteit’. Het Expertisenetwerk Levensvragen en Ouderen biedt deze dag een gevarieerd programma met workshops, het Toetstheater en een lesbrief. Tevens zal deze middag de DVD over het omgaan met spiritualiteit en levensvragen in première gaan. Boek en DVD (samen t.w.v. € 24,90) zijn inbegrepen in de deelnemersprijs. Programma en inschrijving zie: www.netwerklevensvragen.nl. Meer informatie via:
[email protected].
U WILT FLEXIBEL WERKEN OF U ZOEKT PER DIRECT EEN UITSTEKENDE VAKKRACHT?
Apostello
zoekt u!
Apostello, een extern mobiliteitsbureau, gespecialiseerd op het gebied van arbeidsbemiddeling, brengt kerk, christelijke organisatie en vakkracht flexibel samen. Apostello bemiddelt ondermeer predikanten, geestelijk verzorgers, kerkelijk werkers en godsdienstdocenten, zie www.apostello.nl
M/ V
Bel voor meer informatie of een afspraak: 06-23584835 of mail:
[email protected]
www.apostello.nl In voorkomende gevallen houdt Apostello zich aan kerkordelijke bepalingen.
uitzenden & detacheren • loondienstservice & advies werving & selectie • training & coachen