Thema: Congres • Bronnen van solidariteit • Solidariteit in de zorg • De Beweging van Barmhartigheid groeit En verder: • Interieur weerspiegelt instellingsidentiteit • Ethiek: de stand in het land
1 jaargang 6 april 2004
zininzorg
T I J D S C H R I F T VA N R E L I Ë F O V E R Z O R G , E T H I E K E N L E V E N S B E S C H O U W I N G
Zinnebeeld: het beeldmerk van Philedalphia Ilona van Schie ............................................................. 4
COLOFON Zin in Zorg is een uitgave van Reliëf, Christelijke Vereniging van Zorgaanbieders en verschijnt viermaal per jaar. De vereniging Reliëf heeft als doelstelling om vanuit
THEMA:
Solidariteit
een christelijke achtergrond invloed uit te oefenen op het maatschappelijk debat over en de inhoud, uitvoering en
Solidariteit in de zorg De stand van zaken Ruud ter Meulen ...................................... 5
organisatie van de zorg. Ze draagt daarmee bij aan de kwaliteit van de zorg. Vanuit die missie richt Zin in Zorg zich op gezondheidszorg, ethiek en levensbeschouwing
Interview: frater Wim Verschuren “Solidariteit is een uiting van barmhartigheid” Ester Segers ............................................. 8
in hun onderlinge relaties. Het blad verschijnt vier maal per jaar. ISSN: 1389-6490 / jaargang 6
Achtergrond; Bronnen van solidariteit Egbert Schrooten ......................................................... 10 Nieuws .......................................................................... 13
Abonnementen Lidinstellingen van Reliëf ontvangen twee abonnementen. Aanvullende abonnementen kosten € 17,50 per jaar, losse abonnementen € 24,75. Losse nummers € 6,25 + porto. Advertentietarieven op aanvraag.
INTERVIEW:
Francis Pothof, algemeen directeur stichting De Waalboog: “We hechten veel waarde aan wat er tussen mensen gebeurt.”...................................... 14
RECENSIE:
Bart Cusveller: Met zorg verbonden. Een filosofische studie naar de zindimensie van de verpleegkundige
Informatie en opgave: Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht, (030) 2610454, fax (030) 2612529. E-mail:
[email protected]. Redactie Dr H.E.A. Corsius M.-P. van Mansum Dr F. Mertens Drs. F. Pothof
zorgverlening. Marijke Verhoeven
Drs. T. Tromp (eindredacteur) Dr H.J. Veltkamp (voorzitter)
.................................... 16
Redactieadres: Reliëf, Christelijke Vereniging van Zorgaanbieders t.a.v. drs. T. Tromp, Neckardreef 6, 3562 CN Utrecht
R E P O R TA G E :
Redactieraad
Ethiek in de instelling Thijs Tromp ............................................ 18 Gelezen ................................................. 20
Drs. B.A. Blaauw Drs. W. Cranen (Cupertino Bulletin)
Interieur weerspiegelt instellingsidentiteit Sibille Verhagen ........................................ 21
Prof. dr F.W.J. Gribnau Mr J. de Hoog Prof. dr ir H. Jochemsen Drs. H.H. van der Kloot Meijburg Drs. A.L.W. van Loenen Vaste medewerkers Dr D.J. Bakker / Prof. dr J. Bouwer
RUBRIEK:
Ethiek uit het vuistje Casus: waardevolle spulletjes Inge van Nistelrooij ................................... 23
Drs. B.S. Cusveller / Drs. J.J.A. Doolaard Drs. W.J. Dijk / Drs. H.J.E. Hasper Dr C.G. Hrachovec / Drs. W. Huizing Mr M.J.J. Kooijman / Dr H.P. Meininger Mr M. Peels-Nooter / Prof. dr D. Post Drs. M.A.M. Pijnenburg / Mr. J.J.F. Visser W. Zomer Uitgever: Kok, Kampen Layout: Seña Ontwerpers (www.senaontwerpers.nl) Druk: Wilco, Amersfoort Omslag Foto: Wiesje Peels Fotografie
Het is u waarschijnlijk al opgevallen: Zin in Zorg heeft een nieuw jasje. Het magazine verschijnt voortaan in de nieuwe huisstijl van Reliëf. Ook inhoudelijk is er het een en ander veranderd. Elk nummer laat één van de leden van Reliëf aan het woord over de manier waarop deze haar identiteit in de praktijk vormgeeft. Daarnaast wordt steeds een morele casus besproken en heeft elk nummer een reportage met een actueel thema. De redactie hoopt dat deze vernieuwde Zin in Zorg u inspireert om de zorg in uw omgeving verder vorm te geven en wenst u veel leesplezier.
red a c t ioneel Heel lang geleden hoorde je eigenlijk alleen maar over dankbare patiënten. Tegen de meeste ziekten was niet zoveel te doen, maar gelukkig waren de dokters helden, die met beperkte middelen maar onbeperkte inzet vochten voor het leven van hun patiënten. Tegenwoordig hebben die patiënten zich ontwikkeld tot mondige consumenten, die na uitgebreid vergelijkend warenonderzoek en grondige bestudering van de verschillende offertes hun opdracht plaatsen. Blijkt er na afloop iets niet geheel naar wens verlopen te zijn, dan wordt al spoedig de letselschadeadvocaat gebeld. Dat betekent vanzelf weer hogere premies voor de aansprakelijkheidsverzekering. Die is onmisbaar, bijvoorbeeld wanneer de dokter veroordeeld wordt tot betaling van de kosten van levensonderhoud voor een overigens kerngezond kind, met als enige gebrek dat het na falende anticonceptie het levenslicht zag. Tot zover over de allesbehalve stille vennoot Claim. De druktemaker komt niet al te sympathiek over, maar je zult terdege rekening met hem moeten houden. Sinds kort kennen we ook zijn tweelingbroer. Die maakt op het eerste gezicht een veel prettiger indruk. Dat begint al met zijn naam, No-Claim. Die houdt dus niet van claims. Sterker nog: hij regelt zelfs dat iedere patiënt die niet claimt beloond wordt. In de Tweede Kamer hebben ze onlangs kennis met ‘m gemaakt en bij
Zorgen om jokken
een aantal partijen viel hij wel in ‘t pulletje. Misschien moet hij nog een beetje bijgeschaafd worden, maar het zou mij niets verbazen als hij mag blijven. No-Claim beloont iedere patiënt, pardon gezondheidsconsument, die een jaar lang geen dokter of andere medische producten gegeten heeft gegeten heeft. Waarom mensen eigenlijk dokters eten, terwijl er toch zoveel ander lekkers te genieten valt? Daar houdt No-Claim zich niet mee bezig, want daar heeft hij absoluut geen kaas van gegeten. Hij komt uit een andere wereld. Niet die van de geneeskunde, maar van de auto’s. Daar, in die autobranche, is hij al tientallen jaren de gebraden haan. Hoe zou het toch komen dat deze snoeshaan nu opeens als reddende engel in de gezondheidszorg wordt binnengehaald? Heeft het er misschien mee te maken dat je in de politiek steeds vaker over het menselijk lichaam hoort praten alsof het een auto is? Zelfde gebruiksaanwijzing, zelfde onderhoudsschema’s, zelfde verzekeringsstructuur. Het ontbreekt er nog maar aan dat je je lichaam kunt leasen, tegen een vast bedrag per maand. Volgens mij hebben die twee gebroeders toch meer met elkaar te maken dan je op het eerste gezicht zou denken. Goed dat op het laatste Reliëf-congres de solidariteit in de zorg centraal stond.
Henk Veltkamp
doel met dezelfde kwaliteit tegen inzet van min-
aan de waarheid, of die nu gunstig uitpakt of
der middelen verkregen kan worden, is sprake
juist niet.
van efficiencywinst en die efficiencywinst zou
De Inspectie heeft onlangs een sectorrap-
Het heeft wat teweeggebracht! Het besluit van
je als budgetverlener dus kunnen inhouden.
portage uitgebracht met een zorgelijke vinger-
verpleeghuis ‘De Egmontshof’ om tijdelijk cliën-
Nu zijn er nogal wat collegae die verteld heb-
wijzing naar de efficiencykorting. Straks volgt
ten een dag niet uit bed te halen vanwege de
ben dat zij de kortingen kunnen opvangen...uit
een Inspectierapport naar de praktijk in 60
opgelegde efficiencykorting. Wat al verdraaiing
hun reserve of uit hun winst (!) op extramurale
verpleeghuizen. Zelf heeft de staatssecreta-
en gedraai!
zorg. Maar dat heeft toch nul komma nul met
ris bovendien opdracht gegeven het verschil
efficiencykorting te maken? Dat is pure vlucht.
in ‘adaptief vermogen’ in verpleeghuizen te
Het jokken begint in Den Haag. Hoe verkoop
Kop in het zand. Anderen beweren dat de kor-
onderzoeken. Laat iedereen in die onderzoe-
je dat bezuinigd moet worden? Natuurlijk niet
ting opgevangen kan worden zonder kwaliteits-
ken toch vooral de waarheid vertellen. Denk
door te beweren dat elke Nederlander een
vermindering. Door de diëtiste te ontslaan, of
niet alleen aan je eigen toko. De verantwoorde-
stapje terug moet en daarom de bedlegerige
de kwaliteitsmedewerker, of door te besparen
lijkheid van een zorgdirectie reikt verder dan de
ook. Dus noemen we de bezuiniging ‘efficien-
op scholing en op de huishoudelijke dienst.
eigen instelling.
cykorting’. Tijdens debatten hebben diverse
Misschien zijn dit allemaal voorbeelden van
Dat De Telegraaf en de Nieuwe Revu de waar-
Kamerleden geëist dat de korting niet ten koste
zaken die tot voor kort ‘verspild’ werden: pure
heid verdraaien, is tot daar aan toe. Pulp is
van de zorg mag gaan en de staatssecretaris
efficiencywinst dus. Maar beweer dan niet dat
niet uitroeibaar. Maar een staatssecretaris, een
heeft bezworen dat zulks niet geschieden zal.
de zorg niet wordt aangetast.
hoofdinspecteur, kamerleden, directeuren van
Een woordvoerder van een coalitiepartij heeft
Zorgkantoren en instellingsdirecties, zij horen
in mijn directiekamer evenwel onomwonden
Ik weet wel, het valt niet mee om open en eer-
de waarheid recht te doen. Dat is ook een
gezegd dat het om een gewone bezuiniging
lijk te zeggen: ‘U heeft gelijk, staatssecretaris,
vorm van zorgzaamheid. En van dié zorgzaam-
gaat, die efficiencykorting héét.
wij geven gewoon te veel uit’ of: ‘ook in mijn
heid is de zorg afhankelijk!
huis verschraalt de zorg.’ Het nog maar pas Wat is efficiency? Doelmatigheid. Bij een zeker
herstelde sectorimago zou immers snel weer
Piet den Uil, directeur verpleeghuis De
doel met een zekere kwaliteit offer je niet meer
verknoeid kunnen worden. Maar het imago is
Egmontshof, Oud Beijerland
middelen op dan noodzakelijk is. Als hetzelfde
nooit gebaat bij jokken. We hebben behoefte
|
3
N i e u w beeldmerk
Wie ben je en waar sta je voor? Wat is je visie op zorg en op welke manier onderscheid je je daarin van andere zorgaanbieders? Binnen de hele organisatie van Philadelphia is daar een jaar lang intensief over nagedacht. Het resultaat is een nieuw logo.
Net als in veel andere instellingen is het zorgaanbod van Philadelphia de laatste jaren flink uitgebreid. We bieden zorg aan mensen met een verstandelijke handicap, met een lichamelijke of zintuiglijke handicap, met niet-aangeboren hersenletsel en ouderen. Er is woonbegeleiding voor 24 uur per dag, voor een paar uur per week en er is ambulante begeleiding thuis. Er is thuiszorg voor ouderen en er zijn initiatieven voor vakantie en vrijetijdsbesteding. Er is dagbesteding, werkbegeleiding én er is steun bij de financiële kant van zorg. De zorgsector is niet langer overzichtelijk ingedeeld. Doordat het zorgaanbod zo divers is geworden, is de visie op zorg belangrijker dan vroeger. Niet de aard van de diensten die je aanbiedt, maar die zorgvisie geeft je instelling een gezicht. Tegelijkertijd is de protestants-christelijke, katholieke of algemeen christelijke identiteit van een zorginstelling niet langer vanzelfsprekend. Philadelphia vond het daarom belangrijk haar identiteit opnieuw te formuleren. De identiteit van een instelling wordt gedragen door de mensen die er werken. We vonden het daarom belangrijk dat iedereen bij het proces werd betrokken. Een document waarin de identiteit in prachtige bewoordingen staat beschreven, maar dat in een la ligt te verstoffen, heeft geen waarde. We hebben daarom een kerngroep in het leven geroepen, met daarin ouders en belangenbehartigers, met leidinggevenden, zorgverleners, vrijwilligers en met leden van de raad van bestuur. De kerngroep heeft de kernovertuiging geformuleerd van waaruit Philadelphia zorgt en handelt. De christelijke traditie is wezenlijk.
4
|
ZINNEBEELD
Vanuit de christelijke visie zijn alle mensen geschapen door God naar zijn evenbeeld. Philadelphia heeft geen aparte visie op mensen met een handicap. Iedereen is uniek en onvervangbaar en heeft evenveel waarde. Het gaat erom dat mensen in wederkerigheid genieten van elkaars talenten en elkaar helpen met zwakke punten. Die mensvisie vormt de basis voor de zorg die we leveren. We streven er bijvoorbeeld naar om mensen met een beperking en ouderen zoveel mogelijk midden in de samenleving hun plaats te laten houden. Elk mens is uniek en heeft eigen wensen. In het logo komt dat idee terug. Twee jaar geleden is het geïntroduceerd. De cirkels staan voor de cliënten van Philadelphia. Sommigen zijn voor een groot deel afhankelijk van onze zorg anderen redden zich met een klein beetje ondersteuning prima zelf. Wij luisteren goed naar mensen en bieden de steun die iemand nodig heeft. Philadelphia zit in heel het land en heeft zo’n zesduizend medewerkers. Des te belangrijker is het dat er een gedeelde visie is op hoe en waarom we zorg leveren en dat mensen dat ook op zichzelf betrekken. We hebben daarom in de hele organisatie visiebesprekingen gehouden. Zorgconsulenten werden daarvoor speciaal getraind. Hoe handel je in bepaalde situaties? Volgens welke waarden? Wat is jouw visie op zorg en mensen? Het heeft gewerkt. Ik denk dat veel mensen hier met een goed gevoel en overtuiging werken. Ilona van Schie Stichting Philadelphia Zorg
SOLIDARITEIT
S o l i d a riteit. Bron van zorg Ruud ter Meulen
De stand van zaken Hoe staat het ervoor met de solidariteit in Nederland? Hoe solidair is de organisatie van onze gezondheidszorg? Professor Ruud ter Meulen signaleert een aantal ontwikkelingen die de solidariteit kunnen bedreigen, zoals de schaarste aan middelen en de marktwerking in de zorg. Vooral de marktwerking kan het hart van de solidariteit treffen. Gepaste argwaan is op zijn plaats. Een belangrijk moreel uitgangspunt van de Nederlandse gezondheidszorg is dat iedereen gelijke toegang dient te hebben tot de noodzakelijke zorg. Dat wil zeggen, dat iedereen, ongeacht sekse, leeftijd, woonplaats, cultuur of inkomen, recht heeft op een bepaald basispakket aan zorgvoorzieningen. Om ervoor te zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot dit pakket, kennen we in Nederland een sociale ziektekostenverzekering die gebaseerd is op het beginsel van solidariteit. Solidariteit wil onder meer zeggen dat men eigen belangen ten dele ondergeschikt maakt aan de belangen van anderen in de samenleving of groep waar men deel van uitmaakt. Terwijl solidariteit in het verleden te maken had met collectieve overwegingen, namelijk het belang van de groep, spreken we in Nederland momenteel van individueel gemotiveerde belangensolidariteit: individuen staan een deel van hun inkomen af voor een zorgverzekering, niet of niet in de eerste plaats uit collectieve overwegingen of hooggestemde morele idealen, maar omdat zij een belang erbij hebben om dit te doen: in geval zij zelf ziek of gehandicapt worden weten zij zich verzekerd van voldoende hulp en ondersteuning.
Solidariteit als waarde Het is in dit verband belangrijk om onderscheid te maken tussen solidariteit als instrumentele en als intrinsieke waarde. In de politieke context fungeert solidariteit vooral als een instrumentele waarde: solidariteit is een middel om gelijkheid in toegang tot de zorg tot stand te brengen. Hoe ver deze solidariteit respectievelijk gelijkheid mag gaan is onderwerp van politieke discussie. In de ethische discussie fungeert solidariteit vooral als intrinsieke waarde. Dan gaat het om solidariteit als belangeloze inzet voor de ander. Deze ander kan de directe naaste zijn, zoals bijvoorbeeld het geval is als het gaat om thuiszorg voor de partner of de buurman of het optreden als buddy voor een AIDS patiënt. Soms kan deze ander ver weg zijn, bijvoorbeeld de armen en behoeftige mensen in de Derde Wereld of slachtoffers van een geweldsconflict. Solidariteit betekent dan opkomen voor en bescherming van de ander, niet omdat je er zelf een belang bij hebt of omdat je er iets bij wilt winnen, maar omdat die ander deze bescherming nodig heeft en het waard is. De wijze waarop solidariteit gestalte krijgt in het zorgstelsel vormt
zelden een volledige uitdrukking en realisatie van de fundamentele ethische opvatting van solidariteit als intrinsieke waarde. Immers, de wijze waarop de solidariteit vorm krijgt in maatschappelijke instituties (zoals het zorgstelsel) wordt voor een belangrijk deel bepaald door politieke discussies en particuliere belangen. Zo kan het gebeuren dat een zorgstelsel solidair kan worden genoemd wat betreft de inkomenssolidariteit, maar dat dit systeem tekort schiet als het gaat om de zorg voor degenen die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen of in hun eigen zorg kunnen voorzien, zoals dementerenden, verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten.
Schaarste in de zorg De solidariteit in de zorg staat in Nederland om verschillende redenen onder druk. Ten eerste moet hier genoemd worden de schaarste aan middelen ten gevolge van de kloof tussen de toenemende vraag naar zorg en de achterblijvende middelen om daarin te voorzien. In het licht hiervan probeert de overheid de inhoud van het basispakket voor de zorg terug te brengen of wordt toegang tot onderdelen daarvan beperkt. De toegang tot sommige zorgvoorzieningen kan verder >>
THEMA
|
5
SOLIDARITEIT
EIWIT Ze kloppen de zieke zachtjes op z’n hoofd als een brave hond ze praten tegen hem als een kind raken z’n lichaam aan wisselen blikken van verstandhouding de zieke hoort alles ziet begrijpt verdraagt alles hij bijt niemand in de hand hij is zo beschaafd dat hij in engelen gelooft hij slikt een rauw ei op een maanverlichte nacht doorzichtig als eiwit achter het open raam bloeien doorschijnende jasmijnen de jonge verpleegster heeft twee borsten twee handen twee voeten als ze hem te rug toekeert vraagt de zieke klappertandend zuster mag het raam dicht TADEUSZ RÓZEWICZ
“Steun voor solidariteitsprincipes neemt af”
6
|
THEMA
worden beperkt door het overhevelen van bepaalde aanspraken op voorzieningen van de verplichte verzekering naar aanvullende verzekeringen. Dit zijn particuliere (schade-)verzekeringen zonder acceptatieplicht. Als de aanvullende verzekering een groter deel van de gezondheidskosten voor zijn rekening gaan nemen, betekent dat een verschuiving van collectieve naar private verantwoordelijkheid en een toenemende ongelijkheid in toegang tot de zorg. De schaarste aan middelen kan voorts leiden tot een afname van de
solidariteit binnen de samenleving. In Nederland neemt de mate van steun voor solidariteitsprincipes en gelijke toegang af. Momenteel meent een significant deel van de Nederlandse bevolking dat het te kostbaar wordt om iedereen het recht op alle mogelijke medische behandelingen te geven. Ook zijn minder mensen bereid om hogere premies te betalen om een uitgebreid, voor ieder beschikbaar, basispakket te behouden. Deze ontwikkeling kan leiden tot een vermindering van de solidariteit met mensen met een bepaalde ziekte,
met name wanneer die ziekte zeldzaam is of samenhangt met een riskante leefstijl.
Markt en zorg Een andere ontwikkeling die de solidariteit bedreigt, is de introductie van de markt in de zorg. De bedoeling hiervan is de zorg doelmatiger te maken en zo een beter antwoord te hebben op de toenemende vraag naar zorg in de toekomst. Daarnaast speelt de introductie van de markt in op de moderne behoefte aan vrije keuze en autonomie: wij willen gaarne >>
SOLIDARITEIT
de zorg hebben die tegemoet komt aan onze wensen en willen ook de beste kwaliteit en zo snel mogelijke levering. Echter, wanneer de zorg wordt onderworpen aan de regels van de markt gaan economische belangen een grotere rol spelen en proberen betrokken partijen, de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders, zo sterk mogelijk te staan. Zij zullen overgaan tot het afstoten van onrendabele zorgvoorzieningen of van patiënten die meer geld kosten dan het contract toelaat. Verzekeraars zullen bijvoorbeeld proberen de zogenaamde slechte risico’s uit te selecteren (risicoselectie) van een ziektekostenverzekering. Dit laatste gebeurt nu al met betrekking tot de aanvullende verzekeringen. Behalve kostenreductie en doelmatigheid en de daarmee gepaard gaande verschraling leidt de marktwerking ook tot een verandering in de zorgrelatie zelf. In de context van de markt wordt zorg gezien als een product, een verhandelbaar, economisch goed. Zorg wordt een vorm van dienstverlening waarin de traditionele deugden van zorgverlening zoals betrokkenheid, toewijding en wederzijds respect er niet toe doen. De introductie van de markt is ook bedoeld om uitdrukking te geven aan de vraagzijde van de zorg: op de zorgmarkt wordt de patiënt gezien als een soevereine cliënt die door de hulpverlener op zijn wenken moet worden bediend. Dit beeld van de patiënt als vorst of als kritische consument vormt een vertekening van de werkelijkheid van de zorg. De zieke mens is geen koning klant die een zorgrelatie aangaat zodra hem of haar dit uitkomt. De marktfilosofie en de consumentistische houding die daarin gepreekt wordt, verhult de wezenlijke afhankelijkheid en gebrekkigheid van de zieke. De zieke is niet een voortdurend autonoom, zelfbepa-
lend individu, maar is aangewezen op de hulp en ondersteuning door de ander. Als voorbeeld kunnen we wijzen op mensen met een chronische ziekte. Het krijgen van een chronische aandoening betekent in veel gevallen een dramatische ingreep in het leven van betrokkenen. Levensplannen worden, soms abrupt, afgebroken, sociale relaties worden verstoord en alledaagse activiteiten worden ernstig belemmerd. De persoonlijke identiteit wordt bedreigd en aangetast. Die identiteit is juist nodig voor het maken van keuzes (ook voor keuzes in de zorg). In het licht van zijn chronische ziekte heeft de hulpbehoevende daarom steun en vertrouwen nodig bij het terugvinden en aanpassen van zijn identiteit. Hij moet zich (weer) kunnen herkennen in de keuzes die zij of hij maakt en moeten er mogelijkheden worden geboden om deze keuzes inderdaad te maken. Juist dan is het belangrijk om in een vertrouwensrelatie met hulpverleners en anderen de eigen identiteit terug te winnen of te vernieuwen. In dit proces is de oprechte betrokkenheid van anderen, in het bijzonder van de hulpverleners van groot belang. Het is maar zeer de vraag of een dergelijke betrokkenheid zich verdraagt met een product-georiënteerde en calculerende omgeving.
lijk gehandicapten, mensen met ernstige psychiatrische stoornissen en comateuze patiënten. Vaak lijken deze mensen niet te reageren op de zorg die wij hen bieden. Zorg lijkt in zulke situaties ‘nutteloos’ te zijn, omdat er geen enkel teken of bewijs is dat de zieke er iets van merkt. Toch is zorg voor deze groep mensen wel degelijk op zijn plaats, in zoverre zorg een verbondenheid en maatschappelijke betrokkenheid uitdrukt. Zorg voor mensen die wilsonbekwaam zijn geworden of die niet meer reageren op onze inspanningen is een manier om deze mensen aan onze samenleving te binden, hen met respect en waardigheid te behandelen, het laatste restje menselijkheid, hoe ver weg ook, te erkennen. Ook voor degenen die er minder ernstig aan toe zijn, zoals licht dementerenden of licht verstandelijk gehandicapten, komt zorg tegemoet aan hun behoefte aan veiligheid, aan een plek in deze wereld. Als we het hebben over de grenzen van de solidariteit, dan valt deze zorg in elk geval binnen elke grens. Prof. dr R.H.J. ter Meulen is bijzonder hoogleraar medische ethiek en filosofie vanwege de Radboudstichting en directeur van het Instituut voor Gezondheidsethiek Universiteit Maastricht.
De toekomst van de solidariteit Juist vanwege de grote afhankelijkheid en kwetsbaarheid van de chronisch zieken mag de zorg voor hen niet overgelaten worden aan het vrije spel van de markt, maar hebben wij als samenleving in dit opzicht een gemeenschappelijke morele plicht. Dat geldt in het bijzonder voor de zorg voor mensen die als het ware in hun eigen wereld zijn opgesloten, zoals dementerenden, zwaar verstande-
“Marktwerking verandert de zorgrelatie”
THEMA
|
7
SOLIDARITEIT
Thema interview: Frater Wim Verschuren
”Barmhartigheid vraagt om onderhoud” Ester Segers
Ruimte maken voor solidariteit in de zorg. In een tijd van bezuinigingen is dat moeilijk. Frater Wim Verschuren ziet het liever anders: “Solidariteit is het resultaat van een barmhartige levenshouding.” Zonder zo’n houding, geen goede zorg. Een interview met één van de oprichters van de Beweging van Barmhartigheid.
“Wij zoeken bondgenoten in een beweging van barmhartigheid.’ Onder die kop verscheen in 1998 een advertentie op de personeelspagina van een paar landelijke en regionale kranten. De reacties waren overweldigend. Honderden belangstellen reageerden op de advertentie, landelijke én internationale omroepen hingen belangstellend aan de telefoon.
De beweging groeit
succes: “We leven in een fascinerende tijd. Materieel is het nog nooit zo goed gegaan. Toch knaagt er bij veel mensen iets. Steeds meer mensen ervaren dat materiële welvaart geen garantie is voor geluk en zoeken naar een zinvollere invulling van hun leven. Ze zijn op zoek naar wat de kern is van een gelukkig en zinvol bestaan. Het is opmerkelijk”, vervolgt de frater, “dat iedereen ogenblikkelijk begrijpt waar je het over hebt, als je over barmhartigheid praat, terwijl weinig mensen het woord zelf nog in de mond nemen.” Dat is niet toevallig, denkt hij. “Bijna iedereen voelt dat er veel onbarmhartigheid is in de wereld. Er is onrecht, er zijn mensen die honger hebben, armoede lijden, doodgaan aan ziektes als malaria en aids. Mensen zijn geneigd om alleen aan hun eigen belang te denken. Maar ze voelen ook dat de wereld kapot gaat als niemand iets doet. De beweging haakt in op dat gevoel.”
De Beweging van Barmhartigheid groeit nog steeds. Inmiddels zijn ruim twaalfhonderd mensen lid. Verschuren heeft inmiddels wel een verklaring voor het
De beweging van barmhartigheid geeft een alternatief. Ze roept mensen op om liefdevol in het leven te staan. >>
Frater Wim Verschuren sprak tijdens het congres over de geboorte van de beweging, een initiatief van de Fraters van Tilburg. Verschuren: “We hadden de spijker op z’n kop geslagen. Daar waren we zelf ook verbaasd over. Natuurlijk hebben we ons later afgevraagd waar die overweldigende aandacht vandaan kwam. Blijkbaar raakte het onderwerp bij veel mensen iets fundamenteels.
8
|
THEMA
SOLIDARITEIT
Om klein te durven zijn en kwetsbaar. ‘Wij geloven dat leven vanuit barmhartigheid je leven beter maakt’, zegt de advertentietekst. ‘Je eigen leven, maar ook ons samenleven. Barmhartigheid klinkt misschien versleten en vroom, maar het is het beslist niet. Sterker nog: de mate waarin we leven vanuit een barmhartige levenshouding bepaalt of we toegroeien naar een menselijke of onmenselijke wereld.’ Toch vallen er van de beweging niet direct concrete resultaten te verwachten. “De beweging is geen actiegroep, of tegenbeweging”, zegt Verschuren. “We zijn een spiritualiteitbeweging. We steunen elkaar om te leven vanuit barmhartigheid. Er is een landelijke kerngroep die vier keer per jaar bij elkaar komt. Er zijn workshops en lezingen, er is ruimte voor gezamenlijk gebed en er is een nieuwsbrief die naar alle leden gaat. Op dit moment zijn we bezig regionale kringen op te richten en praten we met jongeren over hoe zíj barmhartigheid beleven.
Barmhartigheid in de zorg Zien, bewogen worden, in beweging komen. Dat is het motto van de beweging. Volgens Verschuren is dat precies wat er gebeurt als mensen barmhartig zijn. “De eerste stap is de ander echt zien, in zijn kleinheid en naaktheid en in zijn menselijke waardigheid en uniekzijn. De tweede stap is je door de ander laten raken. Je laat hem binnen. En de derde stap is in beweging komen, de ander tot je naaste maken.” Mooie woorden. Maar heeft een verpleegkundige die twee zorgminuten aan een cliënt te besteden heeft niet wat weinig tijd om barmhartig te zijn? Verschuren erkent dat er een probleem is: “Wij zijn te eenzijdig gericht op tijd en geld en efficiency. We denken dat de wereld daar beter van wordt en de zorg beter georganiseerd. Maar mensen lijden daaronder. In veel bedrijven en zorginstellingen worden mensen gereduceerd tot radertjes. Het gaat erom je doelen te halen. De beste manager is degene die de meeste inkomsten genereert of met zo weinig mogelijk middelen zoveel mogelijk handelingen verricht. Dat veroorzaakt jaloezie en competitiedrang. Je maakt mensen tot elkaars tegenstanders en patiënten tot producten. In zo’n omgeving kan barmhartigheid moeilijk gedijen.”’
de eerste plaats iemands ziekte ziet, maar waarbij je iemand als medemens ziet. De ander is niet kleiner dan jij omdat hij een ziekte heeft en afhankelijk is. Hij is gelijkwaardig. Ik heb grote bewondering voor de vele jonge en oudere werkers in de zorg die erin slagen aan de zorg een menselijk gezicht te geven.”
Onderhoud Zorg die vanuit die houding wordt gegeven, is fundamenteel anders, gelooft Verschuren. En neemt bovendien geen extra tijd in beslag. “Neem de manier waarop je als zorgverlener iemand wast. Reken maar dat de ander voelt met welke intentie je dat doet. Wie zorg met liefde ontvangt, voelt dat onmiddellijk. En het mooie is dat dan een wederkerigheid ontstaat. Hoe vaak hoor je niet zeggen: Ik krijg er ongevraagd zoveel voor terug?” Verschuren is optimistisch. Hij ziet een ontwikkeling waarin echte aandacht voor cliënten belangrijker wordt. “Vijfentwintig jaar geleden waakten zusters nog nachtenlang bij de stervenden. Zorg was religieus geïnspireerd, maar misschien waren de zusters niet altijd zo deskundig. Later nam de deskundigheid toe, maar tegelijkertijd verdween de inspiratie gedeeltelijk. De laatste tien jaar wordt betrokkenheid steeds meer gezien als een wezenlijk onderdeel van professionaliteit. De erkenning groeit dat werken in de zorg niet alleen een beroep maar ook een roeping is.” Volgens Verschuren vraagt barmhartigheid om dagelijks onderhoud. Hoe ga je met mensen om, hoe houd je je hart open? Wie het wil volhouden om te leven vanuit barmhartigheid zal zich voortdurend moeten bezinnen op dat soort vragen. Een mens alleen houdt het amper vol barmhartig te zijn. Verschuren: “Je kunt het eigenlijk niet in je eentje. Directies doen er daarom goed aan om medewerkers de kans te geven deze grondhouding te verdiepen en om elkaar daarin te inspireren. Onderhoud is nodig om de lamp brandend te houden.”
“Barmhartigheid mag weer”
“Je kunt ook anders zeggen”, vervolgt Verschuren. “Het gevaar bestaat dat we ons verschuilen achter werkdruk en dat we professionaliteit verengen tot het verrichten van een aantal handelingen. Juist in situaties met weinig speelruimte komt het aan op barmhartigheid. Barmhartig zijn komt voort uit een innerlijke houding; een liefdevolle, open houding, waarbij je niet in
THEMA
|
9
SOLIDARITEIT
Op zoek naar de bron van solid ariteit Egbert Schroten
‘De solidariteit in Nederland staat onder druk!’ Dat constateert Reliëf. En inderdaad, je hoeft het laatste jaar de krant maar open te slaan om voorbeelden van een teruglopende solidariteit te vinden. Maar wat bedoelen we precies, als we het hebben over solidariteit? Waarom zouden we solidair zijn met elkaar? Uit welbegrepen eigenbelang of om iets dat daarboven uitstijgt? Professor dr. Egbert Schroten gaat op zoek naar de bronnen van solidariteit.
Waarom zouden we überhaupt solidair zijn met elkaar? Dat is vandaag de dag geen theoretische vraag meer. In het Antisocialistisch Manifest neemt Pamela Hemelrijk (gepubliceerd in Trouw van 24 januari jl.) expliciet afstand van de vanzelfsprekendheid van solidariteit. Haar standpunt laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Zij noemt solidariteit zelfs een eufemisme voor afpersing! In bepaald opzicht vind ik dat schokkend. Solidariteit zit blijkbaar niet meer vanzelfsprekend in onze samenleving ingebakken, maar wordt openlijk ter discussie gesteld Uiteraard moeten we over solidariteit voortdurend kritisch blijven nadenken. Het is een dynamisch begrip dat in iedere tijd opnieuw moet worden ingevuld. Maar de gedachte van solidariteit is mijns inziens onopgeefbaar. In ieder geval in de christelijk-sociale ethiek. Ik zou zelfs willen zeggen dat solidariteit een onopgeefbare pijler is van de westerse samenleving. Ik zal dat hieronder toelichten door de bronnen van solidariteit over het voetlicht te brengen.
Wat is solidariteit? Het woord ‘solidariteit’ duikt
10
|
THEMA
pas vrij laat in onze cultuur op. Er vallen globaal gesproken drie betekenislagen te onderscheiden. In beschrijvende zin duidt het de verbondenheid die tussen mensen bestaat. Het gaat daarbij ook om de bereidheid de risico’s van het bestaan met elkaar te delen. In de tweede plaats wordt het soms ook als structurerend concept gebruikt in theorieën van de sociale werkelijkheid, bij voorbeeld in de theorie van Karl Marx. Meestal wordt solidariteit echter in de derde betekenis gebruikt, namelijk in normatieve zin. Het functioneert dan als een maatstaf ter beoordeling van tussenmenselijke relaties in de samenleving en in de politiek. Solidair is goed, niet-solidair is fout. Maar daarmee is nog niet gezegd wie nu met wie solidair moet zijn. De ene opvatting van solidariteit is de andere niet. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van belangensolidariteit, bijvoorbeeld op basis van gezamenlijke belangen die arbeiders hebben (denk maar aan het beroemde Solidarnosc in Polen). Of van groepssolidariteit, bijvoorbeeld op basis van nationaliteit ras, sekse of familieverwantschap (nationalisme is hier een voorbeeld van). Maar
ook van humanitaire solidariteit, dat wil zeggen van zorg voor anderen op grond van medemenselijkheid als die anderen niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen. In die laatste betekenis gaat het om een sleutelbegrip in een visie op de samenleving, naast bij voorbeeld gerechtigheid en ligt het dicht aan tegen het begrip ‘broederschap’ uit de slogan van de Franse Revolutie ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’. In het vervolg van mijn verhaal zal ik vooral aandacht schenken deze humanitaire betekenis van solidariteit.
Waarom zijn we solidair? Waar is solidariteit nu op gebaseerd? Er zijn verschillende motieven aan te wijzen. Je kunt solidariteit bijvoorbeeld terugvoeren op onze biologische ‘traditie’ en het beschouwen als een waarde die van groot belang is voor het in stand houden van de menselijke soort. Maar als we ons beperken tot de culturele traditie van de mensheid kunnen we wijzen op het belang van solidariteit binnen familie- en stamverbanden. Vanaf de prehistorie zijn deze motieven aan te wijzen. De loyaliteit aan clan, stam of familie vooronder- >>
SOLIDARITEIT
stelt alle andere verbanden. En als we ons dan nog verder beperken, namelijk tot onze eigen Westerse cultuur vinden we voorbeelden van solidariteit in de ‘democratie’ van de Griekse stadstaten uit de Oudheid, in de filosofie van de Stoa uit de Oudheid, in het nationalisme (‘Right or wrong, my country’!), bij de voorlopers van de Franse Revolutie en in het Marxisme, of meer algemeen in de arbeidersbewegingen. Maar ook in het Nationaal Socialisme en het Fascisme (‘Blut und Boden’, ‘eigen volk eerst!’). Zijn de motieven van de Grieks stadsstaat gelijk aan die van Hitlers Derde Rijk? Waarschijnlijk niet, want wij beschouwen die laatste doorgaans als een pervertering van de solidariteit. Maar waarom eigenlijk? Wat we in elk geval kunnen concluderen is dat bij solidariteit altijd een gemeenschap is verondersteld, waardoor de spanning tussen (belangen van het) individu en (die van de) gemeenschap steeds een rol spelen. De aard en de kwaliteit van die gemeenschap verschillen. Soms is bloed of afkomst het bindende principe, in andere gevallen zijn het belangen, en soms is het een overstijgende waarde als medemenselijkheid.
Joods-Christelijke bronnen Het laatstgenoemde motief, de medemenselijkheid, wil ik verder onderzoeken. Ik doe dat, om voor de hand liggende redenen vanuit de Joods-Christelijke traditie. Zoals gezegd duikt het begrip ‘solidariteit’ pas laat op, in de Protestantse sociale ethiek bijvoorbeeld pas rond de overgang van de 19e naar de 20ste eeuw. In dezelfde tijd kwam het begrip ook op in de Rooms-Katholieke sociale leer, waarin het solidariteitsprincipe gezien wordt als een zoeken van een evenwicht tussen individualisme en collectivisme. Maar het gedachtegoed dat vervat is in
het begrip ‘solidariteit’ gaat tot diep in de Joods-Christelijke traditie terug. Ik laat kort - te kort - een aantal (theologische) motieven de revue passeren, waarin de joodschristelijke solidariteitsgedachte geworteld is. Achter elk motief gaat een schat aan waarden en inspiratie schuil.
Theologische motieven a. Schepping. De wereld is door God geschapen en ook de mens hoort tot de schepping. Vanaf het begin van de bijbel, in de verhalen van Adam en Eva en van Kaïn en Abel, wordt duidelijk dat mensen broers en zusters van elkaar zijn. En als Kaïn, nadat hij zijn broer heeft dood geslagen, vraagt: ‘Ben ik mijns broeders hoeder?’, is het antwoord dat tussen de regels door gelezen kan worden: ‘Ja!’ b. Verbond. God sluit een verbond met mensen, met Noach, met Abraham, met het volk Israël. Daarin spelen trouw en gerechtigheid een belangrijke rol, waarbij duidelijk wordt dat ook de weduwe, de wees, de arme en de vreemdeling (dus de zwakken en kwetsbaren in de samenleving) tot hun recht mogen komen. Het idee in de bijbel is steeds: Ondanks de ontrouw van mensen, blijft God trouw. Hij blijft solidair met zijn volk. c. Incarnatie. Dat laatste blijkt ondubbelzinnig in Jezus Christus die om zo te zeggen de incarnatie van Gods liefde en trouw is. Niet voor niets is één van zijn namen ‘Immanuel’, dat wil zeggen ‘God met ons’. ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn enige zoon heeft gegeven...’ (Joh. 3: 16). En in het leven van Jezus kan het kruis gezien worden als een teken van absolute solidariteit met de mens. d. Evangelie. Dat wordt in het Evangelie geproclameerd en in een bepaald perspectief gezet, nl. van het Koninkrijk Gods, dat wil
zeggen, van een bestel waarin ‘sjaloom’ heerst, waar God en mens tot hun recht komen. Er is sprake van een nieuw verbond, waarin - getuige de Zaligsprekingen - de zwakken en kwetsbaren een streepje voor hebben. En als Jezus zegt ‘volg mij’, dan geldt dat zeker ook op dat punt! Solidariteit met hen is blijkbaar weer één van de spelregels van het (nieuwe) verbond. e. Gemeente. Toen ik een collega die gespecialiseerd is in de studie van het Nieuwe Testament vroeg wat daar het woord is dat het dichtst bij solidariteit komt, zei hij dat dat het woord ‘koinonia’ is, dat meestal vertaald wordt met ‘gemeenschap’ (zie bijv. Hand. 2:42vv). De gemeente wordt ook wel ‘lichaam van Christus’ genoemd, met andere woorden, de voortgaande ‘incarnatie’ van Gods liefde en trouw, en dus van Gods solidariteit met de mens. En dat moet blijken, want aan mooie woorden alleen heb je niets.
“Solidariteit is een kernbegrip in de ethiek van de zorg”
Solidariteit onopgeefbaar Als ik de boven geschetste lijn door trek, mag één ding duidelijk zijn: Solidariteit is een kernbegrip in de christelijke sociale ethiek, en dus in de ethiek van de zorg. Het volgt om zo te zeggen per implicatie uit de geloofsbelijdenis en is dus onopgeefbaar voor christenen. Natuurlijk hebben we ons telkens weer bewust te zijn van de weerbarstigheid van de werkelijkheid en van onze eigen menselijke natuur. Niet voor niets spreekt Paulus nogal eens van het spanningsveld van ‘vlees’ (d.w.z. zelfzuchtigheid) en ‘Geest’ (d.w.z. leven in de geest van Christus). Maar wie vraagt naar de bronnen van solidariteit krijgt vanuit de Joods-Christelijke traditie een duidelijk antwoord: ‘Kenmerkend is de erkenning van de ander als broeder en zuster, de erkenning van de saamhorigheid en de >>
THEMA
|
11
gemeenschap van mensen en de consequentie daarvan: Opkomen voor elkaar, instaan voor elkaar.’ Dat is niet zoiets als ‘al te goed is buurmans gek’. Er mag best sprake zijn van kritische solidariteit. Nadenken over de invulling van solidariteit mag en moet. We zijn geholpen met goede probleemanalyse, een afbakening van het veld
van de zorg, een discussie over de te verdelen goederen. Maar ook met een kritische oordeel over de ‘tijdgeest’ en een bereidheid om in te spelen op vernieuwing. Nadenken mag, zolang maar duidelijk blijft dat we door het Evangelie geroepen zijn tot een voortgaande ‘incarnatie’ van solidariteit. Dat is de kern en vormt een
bron van inspiratie.
van bestuurslid Festen heeft met
uiteraard op het vertrouwde niveau
een aantal kandidaten gesprekken
gehandhaafd blijven. Reliëf zal zich
Prof. dr E. Schroten is emeritus hoogleraar christelijke ethiek aan de Universiteit van Utrecht. Hij was tot februari 2004 directeur van het Centrum voor Bioethiek en Gezondheidsrecht in Utrecht (nu Ethiek Instituut).
Nieuws VERENIGINGSNIEUWS
gevoerd zal zeer binnenkort een
ook inspannen om zichtbaar te zijn
Verhuisd!
voordracht doen aan het bestuur. In
in het publieke debat. We vertegen-
Met de verhuizing van de Reliëf-loca-
een volgende Zin in Zorg zult u naar
woordigen immers ruim 400 zor-
ties in Den Bosch en Gouda naar de
verwachting kennis kunnen maken
ginstellingen. Dat mag gehoord en
Neckardreef 6 in Utrecht is de laatste
met de nieuwe voorzitter, maar
gezien worden. Suggesties? E-mail
voorwaardenscheppende stap gezet
natuurlijk hopen we zijn of haar naam
naar
[email protected].
in de fusie tussen CVZ en KVZ. De
al eerder naar buiten te kunnen
integratie van de beide bureaus is in
brengen. De bedoeling is dat de
Algemene Ledenvergadering
volle gang en leidt tot tijd- en kwali-
nieuwe bestuursvoorzitter in juni as
Op maandagmiddag 14 juni vindt de
teitswinst. Ziekte op het secretariaat
aan de leden ter benoeming wordt
Algemene Ledenvergadering van
heeft een aantal processen ver-
voorgedragen.
Reliëf plaats. In deze vergadering
traagd, maar eind
zullen de jaarstukken worden behan-
februari lijkt de ergste achterstand in
12
|
NIEUWS
deld en vastgesteld. Daarna zal
gelopen. We zien inmiddels terug op
Beleidsplan Reliëf
de nieuwe voorzitter van Reliëf ter
een geslaagd congres, waarover
Nu de fusie achter de rug is, kan
benoeming worden voorgedragen.
elders in deze Zin in Zorg meer.
Reliëf zich richten op de toekomst.
Ook hoopt het bestuur het beleids/
De periode tot de zomer wordt ook
We werken hard aan de totstand-
werkplan van Reliëf voor 2004 - 2006
gebruikt om de laatste hand te leg-
koming van een nieuwe beleids-
ter bespreking en vaststelling te kun-
gen aan nieuwe huisstijl en com-
plan voor de komende 3 á 4 jaar.
nen voorleggen. Reserveert u alvast
municatiemiddelen; de nieuwe vorm-
Op 14 juni as. hoopt het bestuur
de datum?
geving van dit tijdschrift is daar een
het beleidsplan aan de Algemene
voorbeeld van.
Ledenvergadering voor te kunnen
Inkomsten
leggen. Er worden duidelijke keu-
In zijn vergadering van 19 maart
Nieuwe voorzitter
zes gemaakt. Duidelijk is al dat er
heeft het bestuur van Reliëf besloten
Eind 2003 hebben we alle leden
geïnvesteerd zal worden in de vereni-
een werkgroep fondswerving in te
gevraagd suggesties te doen voor
gingsactiviteiten. Het verstevigen
stellen die tot taak heeft de financiële
een nieuwe voorzitter voor Reliëf.
van de onderlinge contacten, het
basis van de vereniging te verstevi-
Onze huidige voorzitter, Johan
creëren van ontmoetingsplaatsen en
gen. Naast het leggen van contac-
Gerestein, maakt volgens plan-
opkomen voor de belangen van de
ten met mogelijke subsidiënten en
ning plaats voor een nieuw gezicht.
leden, zullen de kerntaken worden.
fondsen wordt ook gedacht aan een
Een kleine commissie onder leiding
Daarnaast zal de dienstverlening
vriendenstichting en aan het werven >>
donateurs. Later in dit jaar horen de
Kruizinga hebben teveel mensen het
afgelopen jaren dus een tegenge-
leden meer van deze initiatieven.
idee dat het bij zaken van het geloof
stelde ontwikkeling.’ Dit constateert
ingewikkeld moet zijn. Volgens hem
Govert Buijs in de bundel Wat je zegt
Giften en Legaten
gaan eenvoud en diepgang prima
ben je zelf. Het ICS en het GSEV
In het verleden hebben lidinstel-
samen.
hebben daarom de handen ineen
lingen positief gereageerd op onze
Het dagboek kan door bewoners in
geslagen en hebben een bundel
suggestie de opbrengst van een of
verpleeg- en verzorgingshuizen zelf
samengesteld waarin nieuwe kansen
meerdere collectes, die bij weekslui-
worden (voor)gelezen, bijvoorbeeld
voor christelijke organisaties om
tingen of vieringen in zorginstelling
bij de maaltijd. Maar het kan ook
hun identiteit in een nieuw klimaat
of ziekenhuis gehouden worden
gebruikt worden bij huisbezoek,
te profileren worden uiteen gezet.
te bestemmen voor CVZ of KVZ.
kringwerk of voor individueel gebruik.
Het bevat algemene beschouwingen
Daarom onze vraag om ook in de
Achterin het boek staan meditaties
over identiteit, nieuwe benaderingen
komende jaren Reliëf op te nemen in
voor de christelijke feest- en gedenk-
voor identiteitsbeleid en voorbeelden
uw collecterooster.
dagen zonder vaste datum. Ook zijn
uit de praktijk. Medewerking werd
Velen vinden het, net als wij, belang-
daar een aantal gebeden opgeno-
verleend door o.a. Jan de Leede,
rijk dat Reliëf vanuit haar christelijke
men voor bij de maaltijd en bij het
Hans Groen, Jan Hoogland, Sibilla
achtergrond mee kan blijven spreken
slapen gaan.
Verhagen en Jeroen Vermeulen.
in het publiek debat, wanneer het
De fraaie vormgeving maakt het
Voor Reliëf heeft Thijs Tromp een
gaat om de inhoud en kwaliteit van
geschikt om het cadeau te doen aan
bijdrage geleverd, onder de titel:
zorg in Nederland. Om dat blijvend te
ouderen. Het boek is uit de praktijk
narratieve identiteit in christelijke zor-
kunnen doen is een stevige financi-
geschreven; de auteurs hebben als
ginstellingen. Al met al een lezens-
ele basis van belang.
geestelijk verzorger/predikant een
waardige bundel, met verschillende
Om die reden maken we leden en
ruime ervaring in de verpleeghuiswe-
perspectieven en standpunten, die u
lezers graag attent op de moge-
reld en werken in respectievelijk Het
niet alle tegelijk kunt delen, maar die
lijkheid te bepalen dat Reliëf een
Zonnehuis in Zwolle en in Doorn.
u zeker zullen prikkelen om verder te
bepaald bedrag zal ontvangen uit
Gerhard Kruizinga en Bert Prinsen,
denken.
uw nalatenschap, vast te leggen in
Zonder omhaal; eenvoudig dagboek.
Govert Buijs e.a., Wat je zegt, ben
een verklaring in uw testament. Meer
Kampen: Kok in samenwerking met
je zelf. Identiteit en christelijke orga-
informatie hierover via het vereni-
Reliëf. 2003. Isbn. 390 pag.
nisaties. Uitgave van ICS/GSEV.
gingsbureau bij M.-Paul van Mansum
Prijs € 16,90.
Boekencentrum/De Vuurbaak
Het boek is te bestellen via de boek-
Zoetermeer 2003. Isbn 9023912918.
handel of bij het bureau van Reliëf,
176 pag. Prijs €10,90.
christelijke vereniging van
Het boek is te bestellen via de boek-
zorgaanbieders, 030 26 10 454,
handel of bij het bureau van Reliëf,
Eenvoudig dagboek voor ouderen
[email protected].
030 26 10 454,
[email protected].
Gerhard Kruizinga, geestelijk ver-
Een bundeltje identiteit
zorger van Het Zonnehuis in Zwolle,
Het is merkwaardig. ‘Terwijl veel
heeft het initiatief genomen tot het
organisaties die van oudsher verbon-
schrijven van (bijbels) dagboek voor
den zijn met de christelijke traditie
ouderen, vooral bedoeld voor oude-
alle restanten hiervan zorgvuldig
ren bij wie het geheugen te wensen
‘geruimd’ hebben, zijn veel bedrijven
overlaat. Daarom zijn het korte
in de marktsector juist op zoek naar
overwegingen geworden, afgedrukt
‘identiteit’, of naar spiritualiteit, naar
in een grote letter, met een enkele
vormen van maatschappelijke betrok-
bijbeltekst als uitgangspunt. Zonder
kenheid en verantwoordelijkheid,
omhaal wordt gezegd wat de tekst
naar noties van integriteit en ‘richting-
zou kunnen betekenen. Dat het boek
gevende waarden’ en zo meer. De
eenvoudig is, wil niet zeggen dat
wereld van christelijke organisaties
het geen diepgang heeft. Volgens
en van het bedrijfsleven vertonen de
N I E U W E U I T G AV E N
NIEUWS
|
13
Interview: Francis Pothof
RUIMTE CREËREN Francis Pothof, algemeen directeur van stichting De Waalboog, hoeft zich niet zo nodig te onderscheiden. “Onderscheidend willen zijn van andere zorginstellingen is een ambitie die moeilijk is waar te maken. Het is zinvoller tijd en energie te steken in het cultiveren van de identiteit van het huis.”
”We willen gewoon doen waar we voor bedoeld zijn”
14
|
De rouwstoet komt net de voordeur van verpleeghuis Joachim en Anna in Nijmegen uit. De meeste mensen gaan in het zwart, sommigen met kinderen op de arm. De bouwactiviteiten een paar meter verderop steken er vreemd bij af. Francis Pothof loopt even bij haar secretaresse binnen. “Hoe was de uitvaartdienst?”, vraagt ze. “We hechten veel belang aan wat er tussen mensen gebeurt,” zegt Pothof later. “Dat geldt niet alleen voor de bewoners maar ook voor hun familie en voor het personeel. Veel zorginstellingen beweren dat ze de bewoner centraal stellen. Dat is misleidend. Je kunt dat
INTERVIEW
nooit waarmaken. Zorg gaat bovendien niet over individuen. Zorg gaat over interactie tussen mensen.”
Identiteit Verpleeghuis Joachim en Anna maakt met de woonzorgcentra Nijevelt en De Honinghoeve en met de Zorgunit in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen deel uit van stichting De Waalboog. Het verpleeghuis heeft 253 bedden en 12 dagbehandelingplaatsen. In 3 verzorgingshuizen wordt aanvullende verpleeghuiszorg geleverd. Verzorgingshuis Nijevelt heeft 133 plaatsen, de Honinghoeve heeft er 110. >>
Joachim en Anna is een van oorsprong katholiek huis. Dat is te zien: de meeste vieringen ademen een katholieke sfeer. De meeste bewoners hebben ook een katholieke achtergrond. Maar exclusief katholiek is het huis al lang niet meer. Pothof: “Ik geloof in God die God is van alle mensen. En ik geloof dat God met verschillende namen wordt aangeroepen.” Veel bewoners voelen dat net zo. “Kerkelijke verschillen vallen vaak weg in de laatste levensfase,” is de ervaring van Pothof. “Mensen met uiteenlopende kerkelijke achtergronden zitten hier broederlijk en zusterlijk naast elkaar tijdens de vieringen. Er zijn niet alleen katholieke pastores, maar er is ook een parttime dominee.” Stichting de Waalboog presenteert zichzelf nadrukkelijk als christelijk. Pothof wil dat graag zo houden. Fusies met andere instellingen zitten er wat haar betreft niet in als die ten koste gaan van de christelijke identiteit. Wat houdt die christelijke identiteit van Joachim en Anna de praktijk in? “Aandacht, respect, gelijkwaardigheid en barmhartigheid,” noemt Pothof. “Dat zijn kernbegrippen. Toch willen we die woorden niet te pas en te onpas gebruiken,” voegt ze daaraan toe. “Dan wordt het hol. Het zijn ook geen abstracte gegevens. We proberen er elke dag invulling aan te geven. Door elkaar te stimuleren goed te kijken en te luisteren naar mensen. Dat geldt voor iedereen in dit huis; voor de fysiotherapeut en de gastvrouw, maar ook voor de arts of de verzorgende.” Ook de belevingsgerichte zorg is een belangrijk onderdeel van de identiteit van het huis, net als de aandacht voor integrale zorg. “Het is voor ons als christelijke instelling vanzelfsprekend dat er ook aandacht is voor de spirituele en religieuze aspecten van mensen. Dat geldt niet alleen voor bewoners maar ook voor hun familie en voor medewerkers.” De betrokkenheid van mensen is een belangrijke drijfveer voor Pothof. Aandacht hebben voor elkaar vindt ze belangrijk. Haar deur, en ook die van andere medewerkers, staat dan ook bij voorkeur open. Toch vindt Pothof niet dat de instellingen van de Waalboog zich daarin onderscheiden van andere instellingen. “Ik weet niet of ik wel zo onderscheidend wil zijn. Die ambitie is vaak moeilijk waar te maken.”
tenslotte wel van je verwacht dat je de bewoners actief ondersteunt, bijvoorbeeld door met de bewoner samen te bidden.”
Financiële problemen Pothof is bezorgd. Ze ziet de zorg in Nederland hard achteruit hollen. “Neem de modernisering van de AWBZ. De bezuiningen tasten de kwaliteit van de zorg aan. Joachim en Anna redt het financieel doordat een bepaalde schaalgrootte is bereikt en door de centraal georganiseerde dienstenstructuur waar alle instellingen van de Waalboog gebruik van maken. Maar het blijft worstelen.” Op sommige plekken is zelfs de basiszorg in het geding, vreest Pothof. “Ik las in Zorgvisie dat 17 van de 22 van de ondervraagde managers zeggen dat in hun instelling de basiszorg niet meer verantwoord is. Dat is ongehoord. Wanneer je de basiszorg niet meer kunt garanderen, zou je geen mensen meer moeten opnemen. Ik vind bovendien dat je dan je eigen positie ter discussie zou moeten stellen.” De financiële problemen leiden de aandacht af van datgene waar het in de zorg over zou móeten gaan, vindt Pothof. “Er wordt te veel gepraat over geld. Natuurlijk moeten zorgprocessen beheersbaar zijn en moet kwaliteit meetbaar zijn, maar door de eenzijdige fixatie op cijfers zou je bijna vergeten dat je met mensen te maken hebt. Neem de frequentie van het douchen. Het is de vraag of een bewoner wel één keer per week onder de douche wíl.” “Voorlopig vertellen wij onze medewerkers niet dat ze in de toekomst misschien alle AWBZ-functies moeten registreren in uitgevoerde minuten”, vervolgt ze. “We hopen dat het niet door gaat. Dat maakt het makkelijker om te doen waarvoor we bedoeld zijn: goede zorg leveren, op een liefdevolle manier, met aandacht voor elkaar.”
“ Ve e l m a n a g e r s k u n n e n d e k w a l i t e i t v a n de basiszorg niet meer garanderen”
De christelijke identiteit is geen functie-eis voor het personeel. “Lang niet iedereen die voor de Waalboog werkt is katholiek, maar mensen die niets met het geloof hebben, solliciteren minder vaak. Er wordt hier
INTERVIEW
|
15
Gelezen
In h e t kor t
De zin van de zorg
16
|
een ‘verlegenheid’ om de
(p. 151). Hierin gaat het zowel om het
levensbeschouwelijke dimensie te
individuele één-op-één-niveau als om
noemen en een gebrek aan een
een overstijgende dimensie die het
gemeenschappelijke taal. Bovendien
mens-zijn zelf en het gemeenschap-
Bart Cusveller, medewerker van het
is er sprake van een ‘verwetenschap-
pelijke menselijke bestaan raakt.
Lindeboominstituut, promoveerde
pelijking’. In zijn studie van een veel-
Cusveller doelt hier op de condition
onlangs op de zindimensie in de ver-
besproken overheidsdocument over
humaine, en met name het gegeven
pleegkundige zorgverlening. Dat zin
toekomstscenario’s voor de zorg ont-
dat wij als mensen sterfelijk zijn en
in zorg moet, daar waren we al van
waart hij een neoliberale onderstroom
allen te maken hebben met de dood.
overtuigd. In zijn proefschrift geeft
waarin alleen overwegingen die voor
Deze zorgverlening is ingebed in een
Cusveller een wijsgerige onderbou-
iedereen overtuigend zouden moeten
zorgverleningpraktijk, bedoeld als een
wing van deze overtuiging. Cusveller
zijn, zoals wetenschappelijke, techno-
sociale praktijk of praxis, een manier
onderzoekt de hypothese ‘dat de zin
logische, economische of juridische,
van gemeenschappelijk handelen.
van zorg kan worden ervaren wan-
een rol spelen. Specifieke opvattingen
Hierin gelden strikte normen: (goede
neer de existentiële dimensie van het
over het goede leven hebben hierin
zorg dient op een bepaalde manier
omgaan met vitale aangelegenheden
geen plaats. Waar zijn deze noties
worden gegeven) en waarden (als
van het bestaan tot uitdrukking komt
wel te vinden?
centrale waarde noemt hij het ‘zorg
(pag. 11, 123).’ Met andere woorden:
Cusveller gaat hiervoor te rade bij het
dragen voor’ vanuit professionele
hij wil nagaan of in de zorgbetrekking
debat onder zorgethici over ethics of
verantwoordelijkheid) en bovendien
(hier: de verpleegkundige zorgverle-
care en gaat vooral in op de veelstem-
zijn er levensbeschouwelijke noties
ning) waarin zorggever en zorgvrager
mige, Nederlandse bijdragen daarin.
werkzaam van waaruit de praktijk
omgaan met essentiële zaken van
Hij onderscheidt de humanistische,
geïnterpreteerd wordt (174).
het leven: ziekte, handicap, lijden en
katholieke, protestantse en reforma-
sterven, er in dit zorgen een verbin-
torische bijdragen. Hij komt 5 beteke-
Een brede opvatting van zorg
ding wordt gelegd met die laag van
nissen op het spoor die in onderlinge
Cusvellers studie voegt belang-
het menselijk bestaan die we de zin
relatie tot elkaar gebruikt worden: zorg
rijke elementen toe aan het denken
van het leven of spiritualiteit noemen.
als zorgstelsel, zorg als bewogen-
over de breedte, de diepte en de
Deze kan levensbeschouwelijk
heid, zorg als ondersteuning, zorg als
kwaliteiten van (verpleegkundige)
gekleurd zijn; ‘zorg mét zin is Zorg
bezorgdheid, zorg als bestemming.
zorgverlening. Hij brengt in één boek
met een hoofdletter’, stelt Cusveller.
Verpleegkundige zorgverlening is een
belangrijke noties uit verpleegweten-
specifieke verschijningsvorm van zorg.
schappen, zorgethiek en onderlig-
Met zorg verbonden
De auteur ziet deze als: ‘een manier
gende filosofische concepten samen.
In zijn boek gaat Cusveller allereerst
van omgaan met verstoorde voor-
Het boek mag daarom niet ontbreken
na of en hoe levensbeschouwelijke
waarden voor een zich ontplooiend
in de boekenkast van degenen die
noties in handboeken voor verpleeg-
menselijk bestaan’, opgevat als het
in de theorie van de zorg geïnteres-
kunde worden gebruikt. Hij ziet hier
omgaan met lijden gemotiveerd door
seerd zijn. Of het boek ook een
grote verschillen en constateert vooral
een appèl dat uitgaat van dit lijden
visie aanreikt over wat dan precies
> Hans van Dartel en Henk Manschot (red.), In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk. Amsterdam: Boom 2003. Isbn 9053529438. 152 pag. Prijs € 20.00.
> Marian Verkerk en Rudolf Hartoungh (red.), Ethiek en palliatieve zorg. Assen: Van Gorcum 2003. Isbn 902323958. 177 pag. Prijs € 25,50. Dat de zorgethische benadering werkt, is goed te zien aan deze bun-
Misschien bent u twee jaar geleden op de conferentie van het CELAZ
del over palliatieve zorg. Zorg is meer dan het bestrijden van pijn en
‘van regelethiek naar zorgethiek’ geweest? Het was een geslaagd
andere symptomen. Het gaat om zorg hebben om patiënten en hun
congres, vooral omdat verschillende methoden voor moreel beraad
naasten, om zorg dragen, om het geven van concrete zorg en het
werden gepresenteerd. Klassieke stappenplannen, maar ook meer
ontvangen ervan. Sociale, psychische aspecten van zorg, maar ook
verdiepende methoden, ze zijn alle samengebracht in dit boek, aan-
het terrein van zingeving komt in beeld in deze verzameling ethische
gevuld met oriënterende beschouwingen. Voor ethische commissies
studies. Opvallend is de evenwichtige combinatie van warme zorg en
een aanwinst! (TT)
rationele verantwoording. (TT)
GELEZEN
die zindimensie is en hoe deze kan
en de wijze van uitdrukken waarin
den, die ons allen, zowel in de positie
worden aangeboord, geëxpliciteerd
zijn onderzoeksthema volledig tot zijn
van zorgvrager als van zorgverlener,
en versterkt, dat vind ik een tweede.
recht had
met de neus drukken op de funda-
Op dit punt blijft zijn benadering mijns
kunnen komen.
menten van ons leven. Deze zijn ver-
inziens vooral inventariserend en
Mijn tweede opmerking betreft het
bonden met onze meest intieme emo-
analyserend. De synthese blijft te
‘wat’ ofwel de inhoud van die zindi-
ties van liefde, angst, eenzaamheid,
mager, zeker op het niveau van de
mensie, zonder deze overigens vast
verdriet, ontreddering maar ook van
zorgpraktijken. Daarom wordt onvol-
te willen pinnen in omschrijvingen of
vreugde om het leven dat (opnieuw)
doende duidelijk wat nu als de ‘ziel’
criteria. Waar gaat het zoal over in
geschonken werd of nog enige tijd
van de zorg - een ander woord voor
die verpleegkundige zorgverlening
verlengd kan worden. Deze komen
‘zin’ dat we bij Reliëf graag gebruiken
wanneer daar geraakt wordt aan de
op die momenten die Cusveller als
- in concreto in deze zorgpraktijken
zindimensie? Om wat voor zorghande-
Zorg omschrijft aan de oppervlakte en
gezien kan worden.
lingen gaat het dan? Wat doen we
zij gaan deel uitmaken van het proces
dan precies? En welke taal wordt
en van de relatie die daar tussen
Wat is de zin van zorg?
ervoor gebruikt om dat te beschrij-
(twee) mensen in hun respectievelijke
Ik maak twee opmerkingen om dit toe
ven? Is dat religieuze taal of wordt er
rollen van zorgvrager en zorgverle-
te lichten, ze hebben te maken met
juist in meer algemene menselijke,
ner plaatsvindt. Een aandachtige,
het ‘hoe’ en het ‘wat’ van de zin van
morele taal gesproken?
begrijpende instelling, een vriendelijk
zorg. Eerst het ‘hoe’. Waar Cusveller
Cusveller geeft in dat verband een
woord, een aai over het hoofd, een
aangeeft de zindimensie (of: de
‘antropologische verdieping’ aan het
glimlach, een luisterend oor zijn
spirituele, de belevings-, of de levens-
omgaan met lijden en zorgbehoe-
gebaren en attitudes die hier een rol
beschouwelijke dimensie) uitermate
vendheid. Hij wijst met name op het
spelen. En soms wordt in de zorgre-
belangrijk te vinden - het is Zorg met
normatieve appèl dat uitgaat van het
latie de plaats van de Derde daarin
een hoofdletter - lijkt het alsof hij daar
lijden en karakteriseert zorg als een
voelbaar en uitspreekbaar: in het
zelf weinig mee van doen heeft. Op
respons op het verstoorde bestaan.
vertrouwen dat wordt gedeeld, in het
dit punt zou je als lezer namelijk ook
En daarmee kan ik alleen maar
weten van en het woorden geven aan
iets van de bezieling, die probeert te
instemmen. Maar hij blijft daarin erg
het gedragen te zijn door God.
raken aan die ziel in de zorg, mogen
abstract. Waar gaat het dan om? De
verwachten in de tekst zelf. Cusveller
verbinding met de zorgpraktijk en met
heeft zelf dit probleem gezien en
de taal die daar de zindimensie
vraagt zich ook zelf af in hoeverre
uitdrukt wordt te weinig gelegd en
het mogelijk is in een wetenschap-
evenmin wordt hier de verbinding met
pelijk betoog iets over zin te kun-
de zorgethische noties gelegd.
Marijke Verhoeven Naar aanleiding van: Bart Cusveller, Met zorg verbonden.
nen zeggen (p.17). Hij stelt dat zijn
Een filosofische studie naar de zin-
benadering filosofisch is, maar vond
Gedragen door God
naar mijn mening ook binnen het
Mijn idee is dat wij in de zorg de
filosofische vertoog niet altijd de taal
grenssituaties van het leven betre-
Kok 2003. Isbn9043507121. 107 pag. Prijs €10,50. De zeven werken van barmhartigheid, afgebeeld door de Meester
zorgverlening. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn 2004. Isbn
> Handreiking voor zorgkundigen van de Stichting
In h e t ko rt
> Huib Klijn, Leven met zorg. Barmhartigheid doen. Kampen:
dimensie van de verpleegkundige
Philadelphia Zorg om mensen met een verstandelijke handicap levensbeschouwelijk te ondersteunen. Nunspeet 2004
van Alkmaar, vormen het uitgangspunt voor een gevarieerde bezin-
Johan Smit, pastor van Stichting Philadelphia, schreef deze hand-
ning. Bij ieder werk van barmhartigheid biedt Klijn suggesties voor
reiking. Hij maakt gebruik van een communicatiemodel met vier
beeldmeditatie, analyse, bijbelstudie, gebed, zang, gespreksvragen
lagen: de feiten, de gevoelens, de levensbeschouwing en de spiritu-
en suggesties voor concrete activiteiten. Prima geschikt voor viering
aliteit. Op die niveaus kan het gesprek tussen cliënt en zorgkundige
en bezinning in een christelijke zorginstelling. Ik zou zeggen: in
worden gevoerd. Uitgangspunt is het leven van alledag. Cliënt
elk geval een must voor geestelijk verzorgers, maar het biedt ook
Klaas laat in de handreiking mooi zien hoe de methode werkt.
inspiratie voor directeuren, managers en andere professionals in de
Daardoor krijgt spiritualiteit echt handen en voeten. Te bestellen:
zorg. (TT)
0577-411800. (TT)
GELEZEN
|
17
ETHIEK IN DE INSTELLING Thijs Tromp
Ethiek op de agenda van de zorginstelling krijgen en houden, dat is één van de taken van Reliëf. Aandacht voor ethiek is immers niets anders dan aandacht vragen voor de menswaardige omgang tussen mensen, ook in een zorginstelling. Maar hoe is het klimaat op dit moment in Nederland? Wie vinden het belangrijk? En wie doen er wat aan? Een impressie.
Veel lidinstellingen van Reliëf zijn bezig met ethiek. We merken dat aan de aanvragen voor scholing en begeleiding van en informatie over ethische commissies. Dat christelijke instellingen ethiek op de agenda zetten, ligt voor de hand. Aandacht voor de morele kant van de zorg, hoort bij instellingen die een identiteit hebben waar te maken. Als je de pretentie voert van menswaardige zorg, zul je zorgvuldig je beleid en je handelen moeten toetsen.
Knelpunten Tegelijkertijd merken we ook dat het soms tobben is voor instellingen om een ethische commissie zinvol in te zetten in de organisatie. Dit is een verschijnsel dat al langer bekend is. Met name in de ouderenzorg is het aantal commissies relatief laag. Zo’n 35 procent van de instellingen heeft een commissie ethiek. Dit aantal is al jaren stabiel. Onder de leden van Reliëf is het percentage vergelijkbaar. Bovendien is er zorg over het functioneren van ethische commissies. Veel ethische commissies rap-
18
|
REPORTAGE
porteren dat ze het moeilijk vinden contact te houden met de werkvloer en met de directie. Daarom zijn ze nu bezig met een bezinning op hun positie. In de lijn van wat Hans van Dartel van het CELAZ heeft voorgesteld, proberen ze zichzelf om te vormen tot een stuurgroep ethiek. Ze gaan zich meer richten op het meedenken over het instellingsbeleid. Daarnaast stimuleren ze teams om het moreel beraad zelf ter hand te nemen, in plaats van het over te laten aan de commissie. Om dit te laten slagen, is medewerking van de directie een absolute voorwaarde. Is ethiek in instellingen (behalve ziekenhuizen) niet zo belangrijk? Vinden directies het niet belangrijk? Vinden medewerkers en cliënten het niet belangrijk? Ik meen van niet. Alle initiatieven die op het gebied van ethiek in de zorg worden genomen, mogen zich verheugen in grote aandacht. Kijk maar naar het project ‘zorgethiek’ van CNV-publieke zaak. (www.zorgethiek.nl). Kijk maar naar alle publicaties op het gebied van ethiek. In alle opleidingen voor zorgverleners heeft ethiek een plaats in >>
het curriculum. De beroepscodes hebben uitdrukkelijk aandacht voor ethiek. Als er in de zorg iets mis gaat (verwaarlozing van ouderen of seksueel misbruik van verstandelijk gehandicapten) is de morele afkeuring van pers en publiek groot. Ook directies, tenslotte, onderstrepen het belang. Uit onderzoek van Van Dartel blijkt dat er in toenemende mate aandacht komt voor de maatschappelijke verantwoording van de zorg. In het gebeuren van Healthcare Governance heeft dit een expliciete plaats. In de jaarverslagen zie je dit terug. Je kunt dus concluderen dat er voldoende draagvlak is voor ethiek in de instelling. Daar ligt het dus niet aan.
De overheid Wat doet de overheid aan ethiek? Een korte inventarisatie leert dat ethiek wel degelijk de aandacht heeft. In tal van van wetten en regelingen wordt de zorgvuldigheid in de zorg bewaakt, denk bijvoorbeeld aan de WGBO. Daarnaast heeft de overheid eveneens wettelijk vastgelegd dat in ziekenhuizen die wetenschappelijk onderzoek bij mensen doen een medisch ethische commissie aanwezig moet zijn. Sinds kort is er ook een Agenda Ethiek en Gezondheid, waarop medisch ethische onderwerpen staan geagendeerd voor deze kabinetsperiode (www.minvws.nl) en heeft de overheid een Centrum voor Ethiek en Gezondheid opgericht (CEG). Het centrum dient de overheid van advies op met name medisch-ethisch terrein. Dus op medisch-ethisch terrein zit het wel goed. Met de bemoeienis van de overheid bij de primaire zorg in de instellingen ligt het anders. Dit wordt in grotere mate overgelaten aan de koepelorganisatie en de instellingen zelf. Maar ook daar zit de overheid niet helemaal stil. In 2003 liet ze twee onderzoeken uitvoeren, die inmiddels zijn afgerond. Het gaat om De ethiek van het management (2002) uitgevoerd door het CELAZ (van dit onderzoek is onlangs een handige samenvatting verschenen (www.ethiekindezorg.nl) en om Als instelling mores leren, een exploratief onderzoek naar de mogelijkheid om ethiek integraal onderdeel te laten uitmaken van het kwaliteitsbeleid van ziekenhuizen, uitgevoerd door de Universiteit Twente (2003) (een artikel hierover is te vinden op www.qconsult.nl). Beide onderzoeken proberen de aandacht voor ethiek te verankeren in het organisatieproces. Beide onderzoeken adviseren de overheid dat zij zich niet hoeft te bemoeien met de inhoud van de ethiek van de zorg, maar wel dat zij de randvoorwaarden moeten creëren, waardoor ethiek de plaats krijgt die het verdient.
Bijeenkomst op het ministerie Wat gaat de overheid daarmee doen? Dat was de centrale vraag op een invitational conference van het ministerie van VWS op 20 januari. Koo Koningsberger, een consul-
tant bij ‘Ontwikkeling van Mens en Organisatie’ had diverse spelers op het veld van de ethiek (waaronder Reliëf) uitgenodigd om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe ethiek een vaste plek krijgt in zorginstellingen, waaronder Hans van Dartel, beleidsmedewerker van het CELAZ, Marian Verkerk, hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Groningen en mw J. van Vliet, zorgmanager van het UMC in Utrecht. De vraag was hoe we ethiek een vaste plek in instellingen kunnen geven. Verwachtingsvol werd gekeken naar de vertegenwoordigers van het ministerie. Maar zij gaven geen helderheid. Ze gaven aan blij te zijn met alles wat de aanwezigen al deden aan ethiek, maar wekten de indruk dat ze zelf liever een beetje op de achtergrond wilden blijven.
Wat nu? Ik belde Koo Koningsberger na afloop van de bijeenkomst maar eens op. Hij vertelde me dat hij de indruk heeft dat de aandacht voor ethiek een beetje blijft hangen. Iedereen vindt het belangrijk. De rapporten advise-
DE CASUSBUNDEL VAN REGGELAND In de vorige Zin in Zorg is melding gemaakt van de casusbundel die door de commissie ethiek van Reggeland (Almelo een omstreken) is gepubliceerd. We vroegen Jan Kanis, de secretaris van de commissie, naar de reacties die het heeft opgeleverd. Jan Kanis vertelt dat ruim 200 belangstellenden zich hebben gemeld voor de casusbundel. Al met al een groot succes. Bijna de helft van de geïnteresseerden vroeg de bundel aan omdat zij betrokken waren bij het bestuur van een instelling of bij een cliëntenraad. Ongeveer een kwart van de aanvragers was geestelijk verzorger en slechts een enkeling meldde dat ze de bundel wilde gebruiken voor een ethische commissie. Kanis heeft de indruk dat er veel instellingen interesse hebben voor ethiek, maar dat een groot deel van hen zich bezint op de vraag hoe ze daaraan vorm kan geven. De bundel is overigens nog steeds te bestellen, uitsluitend door middel van een gemotiveerde aanvraag bij de secretaris van de ethische commissie, Jan Kanis. Postbus 5013, 7600 GA. Almelo. Kosten € 10,00, incl. verzending.
ren unaniem meer inbedding in de organisatieprocessen van de instelling. Maar daar lijkt het bij te blijven. ‘En dat terwijl het nu zo belangrijk is om iets te doen tegen de rationalisering en verkilling in de zorg. De tijd is rijp om elkaar te bemoedigen en krachten te mobiliseren die de wereld van de zorg kunnen veranderen.’ Het is van belang, aldus Koningsberger, om aan de bijeenkomst op het ministerie een gevolg te geven. Laat iedereen die iets met ethiek wil nog eens bij elkaar komen om een goed plan te maken. Misschien dat we 2005 maar moeten uitroepen tot ‘het jaar van de ethiek in de zorg’. Reliëf nodigt daartoe graag uit.
REPORTAGE
|
19
DE SPIEGEL REFLECTEERT Sibille Verhagen
Identiteit in het interieur van zorginstellingen Identiteit is voor veel lidinstellingen een belangrijk aandachtspunt. Identiteit komt ook tot uiting in het interieur; in de inrichting en de concrete leefomgeving. Het interieur is het eerste wat je ziet en wat opvalt. Het is dus van belang daar stil bij te staan. Sibilla Verhagen bezocht enkele instellingen en beschrijft wat zij aantrof.
De ruimte waarin mensen verkeren heeft invloed op hun welbevinden. Veel factoren maken een ruimte tot wat deze is. Een ruimte met donkere kleuren, donkerbruin bijvoorbeeld, brengt hyperactieve kinderen tot het goede concentratieniveau, de kleur blauw doet de bloeddruk in het algemeen eerst verlagen en na een tijdje weer tot bovengemiddeld toenemen, de kleur geel doet een voorwerp groter lijken dan deze in werkelijkheid is. In deze trant is veel meer te noemen. Maar het samenspel van geluid, licht, geur, kleur, vorm en materiaal, om over de factor tijd en culturele achtergrond nog maar te
20
|
ACHTERGROND
zwijgen, brengt een dusdanige complexiteit met zich mee, dat gedegen onderzoek moeilijk te vinden en te doen is.
Een krachtig middel Dit bleek ook overduidelijk op het congres van de Stichting Welbevinden en Interieur in Zorginstellingen (in november 2003). Dat een ruimte invloed heeft is wetenschappelijk bewezen. Maar welke invloed precies, en wat voor factoren van belang zijn, is nauwelijks bekend. Door deze stichting wordt nader onderzoek geïnitieerd, dus wellicht dat de toekomst meer wetenschappelijke kennis brengt.
Ondertussen kunt u via een selectie uit foto’s van zorginstellingen meekijken en denken met een ontwerper. Interieur kan ook door gericht denken en goed kijken op effectieve wijze ingezet worden: in hoeverre wordt er bij de inrichting gedacht vanuit ‘wat willen we met het interieur bereiken’, ‘hoe staat dat in verhouding met de zorg die we bieden’ en ‘hoe blijkt uit het interieur wie we als organisatie zijn?’ Interieur is een krachtig middel. Met het interieur laat een organisatie iets van zichzelf en haar werkzaamheden zien. Dit geeft mogelijkheden. Maar hoe minder >>
een organisatie zich van deze mogelijkheid bewust is, hoe groter de kans dat er iets te zien is dat niet overeenstemt met de organisatieidentiteit. In deze bijdrage geef ik u een inkijkje waaraan u uw eigen instellingsinterieur kunt spiegelen.
Indrukken De meeste mensen nemen weinig details waar. Voor invloed op mensen is de totale uitstraling van een ruimte daarom van groter belang dan de afzonderlijke onderdelen. De onderdelen samen zorgen echter voor de indruk van het geheel. Op de eerste foto heerst een haast sacrale sfeer. Dit komt door de grote hoogte in de ruimte en door een zeer consequente vormgeving (en de kerklamp). Steeds hetzelfde materiaalgebruik: hout voor de afwerking (kozijnen, plafon, trapleuning, bankleuning), baksteen voor wanden, natuursteen bij lift en trappenhuis. En dit wordt op dezelfde wijze op de 1e verdieping doorgezet. Niets lijkt toevallig te zijn - even snel het zitje verplaatsen is er niet bij. De ruimte van foto twee heeft een nette, verzorgde uitstraling, op het randje van saai. Er zijn grote vlakken, het plafon, de vloer en receptiebalie, die weinig van elkaar contrasteren. En er zijn nauwelijks losse elementen, er zijn weinig
kleine stukjes licht en kleine stukjes donker, waardoor een heel rustig beeld ontstaat. Op foto drie geven de zitjes direct plaats aan mensen, wat ook voor 4 geldt. Daardoor vraag je je niet af: waar zitten de mensen hier opgeborgen? Dat geeft een vriendelijker, letterlijk menselijker aanblik dan dat je alleen maar een receptiebalie ziet. Hier wordt ruimte gegeven voor ‘ontmoeting’, wat deze instelling als kern van haar identiteit ziet. Door de bankjes met tafeltjes, het vele licht en de vele verschillende losse items (decoratiemateriaal, kaartenhouder, stoepbord, lectuur op tafels) maakt het geheel op foto 4 een levendige indruk. Ook geeft het een straatgevoel door de associatie met buiten: stenen vloer (de straat is ook van steen), de stationsklok (hoort thuis in de openbare ruimte van het station) en de tuinbanken (de tuin is buiten, ook de binnentuin). Dit verkleint de overgang van buiten naar binnen.
deren. Het vervullen van gezonde menselijke verlangens als ‘meedoen’, ‘erbij horen’, ‘van betekenis zijn’, komt onder druk te staan. Dat is in zorgsituaties onvermijdelijk. Maar als de ruimte mensen ook nog eens het gevoel geeft, ‘ik sta apart’, wordt dit gevoel gemakkelijk versterkt. (Tenzij natuurlijk de indruk ‘hier begint een betere wereld’ gegeven wordt, maar die pretentie doet de werkelijkheid van het afnemen van fysieke en geestelijke mogelijkheden waarschijnlijk te veel geweld aan). Erken je als organisatie de waarde van het (oude) leven, dan is het zoveel mogelijk aansluiten bij het normale dagelijkse bestaan een manier om het beleven van die waarde niet onnodig te verminderen. Dat kan in de inrichting tot uitdrukking gebracht worden.
Sibilla Verhagen is eigenaar van Tikto ontwerp, een bureau voor interieurontwerp en werkplekonderzoek voor instellingen en bedrijven. www.tiktoontwerp.nl
Erbij horen Er is iets dat pleit voor het verkleinen van de overgang van de openbare ruimte naar het binnen van de zorginstelling. Als de menselijke mogelijkheden worden bedreigd of zijn aangetast, heeft dat invloed op de identiteit van mensen. Hun eigenwaarde en zelfbeleving veran-
Dit is de eerste van vier afleveringen over de relatie tussen interieur en identiteit.
ACHTERGROND
|
21
I n h e t ko r t
G e l e zen > Jaap Zijlstra (samenstelling), Nachtlicht. gedichten en tek-
wingen over gezondheidsethiek en het Nederlands zorgsysteem.
sten over de nacht. Kampen: Kok 2003. Isbn 90 435 0807 1.
Elke beschouwing beschrijft de actuele stand van zaken, geeft een
188 pag. € 15,90.
heldere analyse en een standpuntbepaling vanuit een orthodox-pro-
In deze gebonden uitgave zijn zo’n honderd gedichten en korte
testantse invalshoek. (TT)
prozagedeelten thematisch gerangschikt naar de diverse aspecten waaronder men de nacht kan ervaren. Terwijl de één slaapt als een roos wordt een ander door slapeloosheid gekweld. Er zijn nachten van extase, en nachten op leven en dood. Bijbelse nachten, liede-
> Hans Meissner, Van hulp en heil. De Pastorale psychiatrie van Alphonse Meader (1882-1971). Kampen: Kok 2003, Isbn 9043506931. 331 pag.
ren en gebeden voor de nacht: het is allemaal in deze bloemlezing
In zijn proefschrift zoekt Meissner aansluiting bij de pastorale psy-
van nachtbloeiers te vinden. (HV)
chiatrie van de Zwitserse psychiater Alphonse Meader (1882-1971) om aandacht te kunnen besteden aan de verhouding tussen ‘hulp’
> Jacques Verhees, Sterkte. Een vrolijk getijdenboek. Kampen:
‘heil’ in de praktijk van de psychiatrie. Hij begeeft zich daarmee op
Gooi en Sticht 2003 Isbn 9030410590. 48 pag. prijs € 8,50
het grensgebied van psychiatrie en de christelijk wijsgerige reflectie
‘Een boek, zo groot als een hand. Een handvol woorden, die de
op de praktijk van de psychiatrie, met daarin speciale aandacht
jouwe kunnen zijn.’
voor de plaats van het geloof in de hulpverlening. Hij besteedt niet
Een getijdenboek, met gedachten, overwegingen en gebeden,
alleen aandacht aan de opvattingen van Meader, die zeer dicht
om in stille momenten te lezen of voor te lezen aan een zieke en
stond bij Sigmund Freud, maar ook aan de Nederlandse psychia-
samen te bidden. Het geeft woorden, in momenten waarop je met
ters (H.C. van Rümke, A.L. de Janse de Jonge, E.A.D.E. Carp e.a.)
lege handen staat, zonder de lege onmacht weg te poetsen. (SN)
en de theologen (Brillenburg Wurth, E. van der Schoot, J. Firet e.a.) die op de een of andere wijze door hem zijn beïnvloed. Opmerkelijk
> Huib Klijn, Wandelen met God. Het leven als een pelgrimage. Kampen: Kok 2003. Isbn 90 435 0714 8. 104 pag. € 10,00.
is dat hij in zijn evaluatie een aanzet geeft voor een doordenking van de verhouding tussen ‘hulp’ en ‘heil’, geïnspireerd door de
Dit boekje is ontstaan uit een reeks vespervieringen rond het thema
wijsgerige antropologische denkbeelden van Herman Dooyeweerd.
‘onderweg’: het leven als een pelgrimstocht. In acht hoofdstukken,
(AR)
steeds met een vaste indeling, worden verschillende aspecten belicht: vertrekken, reisgenoten, verdwalen - en wat je onderweg
> Theo Boer (red.), Schepper naast God? Theologie, bio-
naar het doel zoal tegenkomt. De schrijfstijl is beeldend en verha-
ethiek en pluralisme. Essays aangeboden aan Egbert
lend. Geschikt voor persoonlijke bezinnende lezing, maar ook voor
Schroten. Assen: Van Gorcum 2004. Isbn 9023240162. 380
meditatief groepswerk. Daarvoor zijn gesprekssuggesties aangegeven. (HV)
pag. Prijs € 54,50. Feestbundel ter gelegenheid van het afscheid van professor dr E. Schroten (zie zijn bijdrage elders in dit blad) als hoogleraar
> B.S. Cusveller e.a. (red.), Christelijke oriëntatie in
22
|
christelijke ethiek aan de Universiteit Utrecht en directeur van het
medisch ethische onderwerpen. (Geactualiseerde 2e
Universitair Centrum voor Bio-ethiek en Gezondheidsrecht. ‘Het
druk), Lindeboomreeks no. 13. Amsterdam: Buijten en
gaat om dynamiek in de ethiek’, zei Schroten in zijn afscheidsrede.
Schipperheijn 2003. Isbn 9058811352. 222 pag. € 17,50.
‘Om die dynamiek te bereiken zullen we niet alleen de traditie aan
Tien, goed leesbare beschouwingen over medisch-ethische onder-
het woord moeten laten in de ethiek, maar ook de filosofie, de
werpen, variërend van abortus tot alternatieve geneeswijzen zijn
wetenschap en de menselijke ervaring (inclusief nieuwe religieuze
in dit boek gebundeld, aangevuld met twee algemene beschou-
ervaring!).’ (MA)
GELEZEN
D ierbare spullen Inge van Nistelrooij
Een morele casus uit de ouderenzorg CASUS
In ons verzorgingshuis bewoont mevrouw J. één van de appartementen. Haar kamer staat vol met spullen en spulletjes, die mevrouw in haar leven heeft verzameld en die, zo zegt ze, haar dierbaar zijn. Eigenlijk is de kamer twee keer zo vol als de ruimte toelaat. Het kost onze interieurverzorgsters twee keer zo veel tijd om de kamer te poetsen dan de toegemeten tijd. We hebben aan mevrouw gevraagd om samen te kijken naar een oplossing. Mevrouw wilde onder geen beding spullen missen. Vervolgens hebben we, in overleg met mevrouw, haar negen kinderen benaderd met het verzoek ons – bijvoorbeeld bij toerbeurt – te helpen bij het schoonmaken van de kamer. De familie weigert categorisch te helpen. Zij vinden dat de zorg voor de hygiëne hoort bij de zorg voor hun moeder, waarvoor ons huis wordt betaald.
Lopend door de buurt waar ik woon, kan ik zó zien waar oudere mensen wonen. Je ziet het aan de spullen: de kleur van de gordijnen, de soort bloemen op de vensterbank. Maar vooral de hoeveelheid spullen die ze in hun woonkamers hebben staan. Veel. Hoewel alle huizen, zoals in zoveel Nederlandse wijken, eender zijn, lijken hun huizen kleiner. Zo vol staan ze. Oude mensen hebben van alles verzameld: herinneringen, ervaringen, littekens. En spullen. Mevrouw J. ook. De casus lezend bekruipen me gevoelens. Zijn dat trouwens niet onze ‘ethische voelhoorns’? - Gevoelens van mevrouw J.: ‘Kom niet aan mijn spullen!’ De irritatie dat iemand anders meent te kunnen oordelen over de overbodigheid van het dierbare. Ik denk dan: dat zouden ze over mijn spullen ook niet mogen! Maar ja, ik ben zelf de klos bij het poetsen. Maar moet je, met je onafhankelijkheid, dan ook je dierbare spullen verliezen? - Gevoelens van de interieurverzorgsters: ‘Zucht, begin er maar eens aan!’ Een volgepakt appartement, waarin je haast niet kunt werken, ook dat wekt irritatie. En begrijpelijk, als ik me dat voorstel, lopend langs zo’n vol huis in mijn buurt. Je wilt je werk graag goed doen, je hebt maar beperkte tijd, die je over zo veel appartementen moet verdelen. Dat lukt niet, met zoveel spulletjes. - Gevoelens van de familieleden: ‘Zijn ze nou helemaal! Als ik mijn moeder bezoek, ga ik niet poetsen! Ik kom voor een gesprek, ik neem haar eens fijn mee naar buiten, want dat gebeurt toch al veel te weinig.’ Als familie heb je vaak al gezien dat er de afgelopen jaren veel is wegbezuinigd in de zorginstellingen. Moeder verwacht je, niemand kan je zo verwachten. Jij hebt tijd voor haar, als je komt. Jij praat niet met haar terwijl je met andere dingen bezigbent, maar jij
bent er echt alleen voor haar. Jij hebt ook de tijd om met haar naar buiten te gaan. Als de instelling nu ook al gaat bezuinigen op de toch al zo uitgeklede zorg en jou vraagt mee schoon te maken, vraag je je echt af waarom ze daar woont. - De casus roept ook vragen op: Is dit probleem er al lang? Of is het pas recent een probleem geworden? Is er, toen mevrouw hier kwam wonen, niet over gesproken? Er is ook de vraag: worden de verzorgingshuizen eigenlijk niet veel te krap gebouwd? En ten diepste natuurlijk: mag je het een ander aandoen niet op haar eigen wijze haar leefomgeving in te richten? Toch is de vraag van de instelling óók invoelbaar. Zij doet een beroep op de kring van mensen rond deze mevrouw, haar kinderen. De instelling wil mevrouw J. in principe de ruimte geven om haar appartement zo in te richten dat ze zich er zoveel mogelijk thuis voelt. Persoonsgerichte zorg, heet dat op veel plaatsen. De instelling heeft kennelijk veel bewoners die hun bezittingen selectief meeverhuizen. Deze mevrouw heeft uitzonderlijk veel meegenomen. En dat ‘past’ niet: fysiek amper, gemeten in tijd en personeel al helemaal niet. Haar gehechtheid aan haar spullen zal haar kinderen bekend zijn. En ook: haar kinderen zullen mevrouw het behoud van haar spullen gunnen en – zo heeft de instelling gedacht – wellicht daarom bereid zijn mee te helpen. Om het waardevolle voor hun moeder te behouden. Als iedereen een beetje doet, is het samen een heleboel. Drs. Inge van Nistelrooy is docent / trainer van Reliëf. Zij verzorgt cursussen op het gebied van ethiek en zorg.
ETHIEK UIT HET VUISTJE
|
23
Agenda 21 april 2004
16:30 uur. Info: Mw. B. Rissenbeek,
en medewerkers. Stavoor. Plaats:
Landelijke Thuiszorgdag. Over de
024-361 76 88, b.rissenbeek@paog.
Zwolle. Info: Marianne van Opstal
vernieuwing van de AWBZ en de
umcn.nl. Voor meer informatie zie
tel. 0411- 647 647. De bijeenkomst
gevolgen ervan. Theater ‘t Spant in
ook Zin in Zorg 5 (2003-3) pag. 16-
wordt herhaald op donderdag
Bussum. Info: www.sbo/thuiszorg-
17.
7 oktober in Breda
8 mei 2004
14 juni 2004
22 april 2004
Occulte belasting in pastoraat en
Algemene Ledenvergadering Reliëf.
Conferentie agressie in zieken-
psychiatrie. Studiedag CVPPP. Ede.
Bespreking beleidsplan 2004-2008.
huizen. Ethische aspecten van
Info: www.cvppp.nl.
dag.htm
ondervinden, voorkomen en reage-
15 juni 2004
ren. Conferentie van Prudentia in
23 september
Symposium De spirituele dimensie in
samenwerking met Reliëf. Locatie:
Dooddoeners of weldoeners.
de palliatieve zorg. Univeristeit van
Radboudauditorium UMC St
Conferentie over verlies en rouw
Tilburg. Zie advertentie elders op
Radboud, Nijmegen. Van 9:30 uur tot
in je werk. Voor leidinggevenden
deze pagina.
(ADVERTENTIES)
Dit netwerk van ervaren adviseurs ondersteunt en adviseert christelijke non-profitorganisaties die actief zijn op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs, pastoraat, zending en evangelisatie. U kunt bij Transmissie terecht voor advies in de volgende disciplines: • • • • • • •
bestuur en management communicatie conflictbemiddeling financiën kwaliteit secretariaten training en coaching
Stichting Transmissie · Stationsstraat 23 3371 AX Hardinxveld-Giessendam tel. (0184) 67 04 70 · fax (0184) 67 04 68 Meer info op internet: www.transmissie.net Betrokken, deskundig én betaalbaar.