Z E L F E VA L U AT I E 2011-2013 UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN 5 MEI 2014
Z E L F E VA L U AT I E 2011-2013 UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN 5 MEI 2014
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
INHOUD INHOUD
4
5
TEN GELEIDE
1 O P R I C H T I N G VA N D E S T I C H T I N G U N I V E R S I T Y C A M P U S F R Y S L Â N
6
7 7
1.1 Missie en doelstelling 1.2 Organisatie
2 R E S U LTAT E N : R E A L I S AT I E P R O G R A M M A 2 0 1 0 - 2 0 1 5
4
Inhoud
TEN GELEIDE
2.1 Onderwijs: Mastercollege UCF 2.2 Onderzoek: Onderzoekschool UCF 2.3 Kennisvalorisatie en ondernemerschap 2.4 Leeuwarden studie- en studentenstad 2.5 Strategie en organisatieontwikkeling 2.6 Conclusie
8 8 10 11 12 12 13
3 R E F L E C T I E
14
3.1 UCF als netwerkorganisatie 3.2 Opbouw Mastercollege en Onderzoekschool 3.3 Thematische focus 3.4 Samenwerking met de primaire subsidieverstrekkers 3.5 Bureau UCF
14 15 16 16 17
4 T O E K O M S T P E R S P E C T I E F
18
20
BIJLAGEN
Het voorliggende zelfevaluatierapport is opgesteld ten behoeve van de externe commissie die op verzoek van de Stichting University Campus Fryslân (UCF) de werkzaamheden van UCF over de periode 2011-2013 evalueert. In het rapport wordt een overzicht gepresenteerd van de resultaten die in de afgelopen jaren zijn behaald, lessen die van het verleden zijn geleerd, de toekomstige positionering van UCF en de ambities voor de periode 2015-2020.
Het zelfevaluatierapport is, gelet op het feit dat veel informatie terug te vinden is in jaarverslagen en andere documenten die de evaluatiecommissie krijgt toegestuurd, een beknopt document. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de documentatie die de commissie ontvangt.
Het uitvoeren van deze interim-evaluatie is vastgelegd in het Programma 2010-2015. Mede op basis van de uitkomsten van deze beoordeling zal het UCF programma voor de periode 2015-2020 verder vorm krijgen. Dit programma dient in het najaar 2014 ter besluitvorming aan provincie en gemeente te worden voorgelegd.
De samenstelling van de evaluatiecommissie is als volgt: Voorzitter: de heer Mr. Rein Jan Hoekstra Leden: de heer Prof. Dr. Jan Oosterveld en de heer Prof. Dr. Serge Daan Ambtelijk secretaris: de heer Drs. Engbert Boneschansker
Ten geleide
5
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
1 OPRICHTING VA N D E S T I C H T I N G UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN In 2009 verscheen, mede op initiatief van een externe adviescommissie1, de notitie ‘University Campus Fryslân: bouwstenen voor een academische netwerkorganisatie’. Deze notitie vormt de concretisering van de ambitie van de Provinciale Staten van Fryslân en de Gemeenteraad van Leeuwarden om het bestaande academische netwerk in Fryslân de komende jaren te versterken, te verbinden en te verduurzamen. a overleg met vele betrokkenen is in de fase van N planvorming (2008-2009) geconcludeerd dat voor het verwezenlijken van deze ambitie het creëren van een academische netwerkorganisatie het meest geëigend was. Er is hierbij nadrukkelijk niet gekozen voor de vesti ging van een nieuwe instelling voor hoger onderwijs, maar voor de opbouw van een academisch netwerk, verder te noemen Stichting University Campus Fryslân (UCF). De netwerkorganisatie UCF is een verzameling van kennisinstellingen die vanuit een eigen profiel en daaraan gerelateerd strategisch beleid gezamenlijk proberen de Fryske kennisinfrastructuur te verrijken. De samenwerking is primair gericht op het genereren van nieuwe kennis, het delen en ontsluiten van bestaande kennis en het bieden van mogelijkheden om deze kennis in wisselende allianties verder uit te bouwen. De meerwaarde van dit hoogwaardige kennisnetwerk wordt aldus gevormd door een vergrote productie en betere uitwisseling van kennis waardoor de regionale innovatiekracht wordt versterkt. Voor de realisatie van UCF als kennisinfrastructuur staat een periode van 10 jaar, opgedeeld in een aantal fasen. Dit zijn de ontwikkelfase gevolgd door twee project periodes, te weten 2011-2015 en 2015-2020. Ontwikkelfase UCF: 2009 - 2010 In deze ontwikkelfase is de daadwerkelijke start van de stichting UCF voorbereid, is het UCF netwerkconcept in overleg met de partners verder uitgewerkt en is het pro-
6
Oprichting van de Stichting University Campus Fryslân
gramma UCF voor de periode 2010-2015 vastgesteld door de Provinciale Staten van Fryslân en de Gemeenteraad van Leeuwarden2. De statutaire oprichting van de Stichting UCF geschiedde op 16 september 2010. UCF fase 1: 2011 - 2015 In de fase 2011 tot 2015 is de uitvoering van het UCF programma deel 1 voorzien. Het programma is door de UCF-partners uitgewerkt in concrete voorstellen voor activiteiten. In het programma is voorts vastgelegd dat gedurende deze fase tweemaal een evaluatie plaatsvindt. Het eerste evaluatiemoment betreft een interne evaluatie met betrekking tot koers en strategie en realisatie van het programma3. Het tweede evaluatiemoment heeft de vorm van een audit door een externe commissie. Mede op basis van de uitkomsten van deze externe evaluatie zal het tweede deel van het UCF programma voor de periode 2015-2020 verder vorm krijgen. Dit programma dient in het najaar 2014 ter besluitvorming aan provincie en gemeente te worden voorgelegd. UCF fase 2: 2015 - 2020 De tweede projectfase loopt van januari 2015 tot en met het najaar van 2019. Het programma UCF deel 2 dient in deze periode gerealiseerd te worden.
e adviescommissie bestond uit prof. dr. D.D. Breimer (vml. rector D magnificus Universiteit Leiden), prof. dr. ir. J.T. Fokkema (vml. rector magnificus Technische Universiteit Delft), prof. dr. T. Sminia (vml. rector magnificus Vrije Universiteit) en prof. dr. J. De Vries (wetenschappelijk directeur Campus Den Haag van de Universiteit Leiden). 2 Zie: ‘Programma University Campus Fryslân 2010-2015‘ (2010); 26 januari 2011 vastgesteld door Provinciale Staten van Fryslân en 31 januari 2011 door de Gemeenteraad van Leeuwarden. 1
1 . 1 M I S S I E E N D O E L S T E L L I N G
1 . 2 O R G A N I S A T I E
UCF beoogt, ter fundering van een duurzame sociaal- culturele en economisch sterke Fryske regio, in samenwerking met in Fryslân gevestigde onderzoeksinstituten, HBO‐instellingen en hun kenniscentra en participerende universiteiten4, de kennisinfrastructuur rond voor Fryslân relevante themagebieden5 te versterken. UCF doet dit door: a. onderwijsactiviteiten, te weten: 1. d e ontwikkeling van een academisch mastercollege met academische opleidingen op voor de Provincie Fryslân relevante themagebieden. b. onderzoeksactiviteiten, te weten: 1. het verduurzamen van in Fryslân aanwezige onderzoeksactiviteiten; alsmede 2. h et initiëren en uitvoeren van nieuwe (inter-)disciplinaire onderzoeksactiviteiten en 3. h et stimuleren van de ontwikkeling van (jong) onderzoektalent; c. h et stimuleren van kennisvalorisatie en onder nemerschap, te weten: h et (doen) circuleren, ontsluiten en toepassen van kennis gerelateerd aan voor de Provincie Fryslân relevante themagebieden voor scholen, bedrijven, culturele instellingen, gemeente- en overheids instellingen en de samenleving.
Structuur UCF kent een drietal statutair vastgestelde organen: Bestuur, Raad van Toezicht en Wetenschappelijke Advies raad (zie bijlage 2 voor het organogram). Het bestuur van UCF wordt gevormd door een eindverantwoordelijke hoogleraar-bestuurder. Deze hoogleraar-bestuurder, aangesteld per 1 juni 2011, is belast met het besturen van de stichting UCF onder toezicht van een raad van toezicht. De Raad van Toezicht, ingesteld op 1 maart 2011, ziet toe op de algemene gang van zaken en naleving van de doelen van de Stichting UCF en het door het bestuur gevoerde beleid.
Daarnaast ziet UCF het als haar taak om bij te dragen aan de verdere profilering van Leeuwarden als studieen studentenstad. Hierbij gaat het om het realiseren van goede voorzieningen voor studenten, zoals studiefaciliteiten, huisvesting en sociale voorzieningen, in combinatie met een kwalitatief hoogstaand en uniek opleidingen aanbod, een sterke onderzoeksomgeving en een vruchtbaar ondernemerschapsklimaat.
erijkingsnotitie ‘Scherp aan de wind, tussentijdse herijking UCF H Programma 2010-2015 ‘ (2013); 18 september 2013 vastgesteld door Provinciale Staten van Fryslân. 4 De huidige netwerkpartners van UCF zijn: Fryske Akademy, Waddenacademie, TTI Wetsus, Stenden Hogeschool, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Hogeschool Van Hall Larenstein, Rijks universiteit Groningen, Universiteit Twente, Wageningen Universiteit en Research, Technische Universiteit Delft, Tresoar, MCL Akademie, Philips Drachten, FrieslandCampina 5 De huidige themagebieden zijn watertechnologie en -management, toerisme, meertaligheid, duurzaamheid, groene life sciences (agrofood) en techniek 6 Stand ultimo 31 december 2013 7 Op de middelen die door de provincie Fryslân ter beschikking worden gesteld is de Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme van toepassing (zie bijlage) 3
Met het oog op de betrokkenheid van netwerkpartners heeft UCF ook een Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). De WAR is ingesteld op 9 juli 2012 en bestaat uit vertegen woordigers van de verschillende kennispartners. De WAR is een academisch klankbord en brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het bestuur van UCF over wetenschapsinhoudelijke zaken (zie bijlage 3 voor de samenstelling van de diverse gremia). In aanvulling op deze organen kent UCF nog twee advies gremia, te weten de ‘Taskforce UCF’ en het ‘promovendi begeleidersoverleg´. Hierin hebben respectievelijk de bestuurders van de kennispartners en de begeleiders van de promovendi binnen de onderzoekschool zitting. Ook deze twee gremia zijn ingesteld om de betrokkenheid en inhoudelijke inbreng vanuit het netwerk te borgen. De hoogleraar-bestuurder wordt ondersteund door een klein projectbureau waarmee 5.6 fte is gemoeid6. Het Bureau UCF is samengesteld uit een sectie onderwijs en onderzoek en een sectie ondersteuning (secretariaat, financiën, personeelszaken en communicatie). Middelen UCF heeft voor de programmarealisatie met betrekking tot de periode 2010-2015 een totaalbudget van € 18,4 mln beschikbaar, waarvan € 16,4 mln beschikbaar gesteld door Provinciale Staten van Fryslân7 en € 2,0 mln door de Gemeenteraad van Leeuwarden. De provinciale middelen worden, conform de uitvoeringsregeling, na advisering door UCF via het afgeven van projectbeschikkingen door de provincie zelf verstrekt. De gemeente Leeuwarden heeft inzake UCF een reservering gemaakt binnen het ‘Strategisch investerings- en ontwikkelingsfonds‘ (SIOF). UCF dient hiervoor jaarlijks bij de gemeente een activiteitenprogramma in met bijbehorende begroting.
Oprichting van de Stichting University Campus Fryslân
7
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
2 R E S U LTAT E N : R E A L I S AT I E PROGRAMMA 2010-2015 UCF heeft tot taak de samenwerking tussen kennispartners en de uitbouw van academische activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek in Fryslân te stimuleren. Hierbij zijn een aantal programma lijnen te onderscheiden: • Onderwijs: Mastercollege UCF • Onderzoek: Onderzoekschool UCF • Kennisvalorisatie en ondernemerschap • Leeuwarden studie- en studentenstad • Strategie en organisatieontwikkeling Het UCF-programma 2010-2015 en het daaraan gekoppelde UCF-Meerjarenproductenplan 2011-2015 vormen de basis voor de realisatie van bovengenoemde programmalijnen. In dit hoofdstuk wordt voor de verschillende onderdelen beschreven welke resultaten in de periode 1 januari 2011 - 31 december 2013 zijn bereikt.
2 . 1 O N D E R W I J S : MASTERCOLLEGE UCF UCF is in het kader van de zogenaamde ‘Fryske route’ (doorlopende leerlijnen HBO-WO-promotie) primair gericht op de laatste fase in de onderwijsketen. De focus ligt op onderwijs- en onderzoeksactiviteiten in de graduate fase: academische masteropleidingen en promotietrajecten. Het Mastercollege biedt in nauwe samenwerking met universiteiten en hogescholen diverse vraaggerichte en research georiënteerde masteropleidingen aan. Tevens worden aansluitprogramma’s voor HBO‐talenten verzorgd waarmee de doorlopende leerlijnen van HBO naar WO mogelijk worden gemaakt.
De opleidingen zijn allen gerelateerd aan voor Fryslân relevante themagebieden en worden in Leeuwarden aangeboden. De betrokken universiteit is in verband met de licensering de ‘eigenaar’ van de opleiding. In de onderzoekschool wordt de basis voor dit master onderwijs verder versterkt met onderzoekslijnen op dezelfde themagebieden. Op deze wijze hebben de masteropleidingen hun benodigde wetenschappelijke verankering.
Ontwikkeling masteropleidingen UCF streeft ernaar alle opleidingen van het Mastercollege uiterlijk 2015 aan te bieden. Alle opleidingen dienen binnen 5 jaar kostendekkend te zijn. UCF hanteert deze termijn op basis van de huidige bekostigingsregels van de Rijksoverheid (rijksbekostiging start twee jaar na accreditatie en is vervolgens pas na 2 jaar volledig). Per opleiding wordt gestreefd naar een deelname van tenminste 30 studenten per jaar. Met betrekking tot de masteropleidingen wordt in de periode tot 2015 de doorstart van 2 masteropleidingen, de ontwikke ling van 2 tot 4 nieuwe opleidingen en de ontwikkeling van onderwijstrajecten gericht op de doorstroom van HBO-WO voorzien. De doorstart van de masteropleidingen Watertechnology en Master of Energy and Environmental Management (MEEM) is respectievelijk in 2012 en 2013 gerealiseerd. De tweejarige opleiding Watertechnology is gecontinu eerd als ‘joint degree’8, de eenjarige master MEEM is, met het oog op een steviger thematische verankering in Fryslân, uitgebreid met een track watermanagement. Daarnaast worden in 2014 de mogelijkheden onderzocht voor verdere aansluiting van de MEEM bij initiatieven als het Centre of Expertise Watertechnology en de opleiding Watertechnology. Inzake het ontwikkelen van nieuwe opleidingen is het volgende bereikt. In 2013 is de eenjarige masteropleiding Multilingualism van start gegaan en is in samenwerking met Philips Drachten het master Honours programma High-Tech Systems and Materials (HTSM) ontwikkeld. HTSM is in juni 2013 gevalideerd door het Platform Bèta- Techniek en is de eerste publiek-private samenwerking in Nederland op het gebied van onderwijs. De opleiding gaat in 2014 van start. In aansluiting hierop is in 2013 een vergelijkbaar bachelorprogramma ontwikkeld op HBO-niveau dat in 2014 ter validering aan het Platform Bèta-Techniek wordt voorgelegd. De beoogde eenjarige masteropleidingen Tourism, Law and Governance, Sustainable Society en Gametechnology bevinden zich eind 2013 nog in de ontwikkelfase. Voor elk van deze opleidingen zijn, na verkennende gesprekken met betrokkenen over het draagvlak en de haalbaarheid van deze masters, trekkers benoemd die verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke ontwikkeling van het curriculum in 2014. De opleidingen dienen uiterlijk september 2015 van start te gaan.
en opleiding die een instelling verzorgt samen met een of meerdere E andere instellingen en die leidt tot een gezamenlijk diploma 9 Dairy Chain is een initiatief van FrieslandCampina en de gehele onderwijskolom in Leeuwarden (MBO, HBO en WO) om onder meer het toekomstig tekort aan gekwalificeerd technisch personeel in deze sector op te vangen
Tot slot is in 2013 de mogelijkheid onderzocht om, als onderdeel van het initiatief Dairy Chain9, een masteropleiding op het gebied van de zuivel in Leeuwarden te positioneren. In 2014 wordt met verschillende partijen verder gesproken over de haalbaarheid van dit initiatief. Schakel- of honoursprogramma’s HO-WO Het belang van schakelprogramma’s ter completering van een ‘Fryske route’ is evident. Het schakelprogramma bereidt HBO-talenten voor op het vereiste werk- en denk niveau van de academische masteropleiding. In 2013 is met het ‘doorstroomprogramma Watertech nologie’ de eerste doorlopende leerlijn gerealiseerd. Het gaat hierbij om een schakelprogramma binnen het bestaande HBO-bachelor programma van NHL Hoge school (een zogenaamde premaster). Hierbij is afgezien van een schakelprogramma in de vorm van een apart tussenjaar. De premaster zal binnen danwel bovenop het curriculum van de HBO-bachelor worden aangeboden, waardoor deze binnen de geldende studieduur van de bacheloropleiding kan worden afgerond. Dit voorkomt studievertraging en extra studiekosten. Eind 2013 is een tweede doorstroomprogramma met betrekking tot de nog op te zetten master Toerisme gereedgekomen. De start van dit programma is voorzien in september 2014. Voor de masteropleidingen MEEM en Multilingualism wordt momenteel nog gewerkt aan programma’s die in 2014 gereed moeten komen. Het gaat ook bij deze opleidingen om schakelprogramma’s binnen de bestaande HBO-bacheloropleidingen. Voor de overige masteropleidingen moet het ontwikkelen van de schakel programma’s nog geëntameerd worden.
Aanvullende onderwijsactiviteiten Met betrekking tot de bachelor Fries zijn Rijk, provincie Fryslân en Rijksuniversiteit Groningen overeengekomen -ook financieel- dat de te vernieuwen universitaire bachelor Fries in Leeuwarden zal worden gesitueerd. Financiële dekking geschiedt deels met UCF-middelen. De start van de bacheloropleiding wordt voorzien in september 2014. Ten aanzien van het lectoraat Fries en Meertaligheid in Onderwijs en Opvoeding van Stenden Hogeschool en de NHL heeft UCF in 2012 de financiële verplichting van de Fryske Akademy (FA) overgenomen. Het voorbestaan van het lectoraat is hiermee voor 3 jaar (t/m 2015) geborgd. De FA blijft inhoudelijk wel betrokken bij het lectoraat.
8
8
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
9
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
2 . 2 O N D E R W I J S : ONDERZOEKSCHOOL UCF De onderzoeksactiviteiten van UCF richten zich op de laatste fase van de ‘Fryske route’, te weten het promotie traject10. Met deze keuze wordt bewust ingezet op het vergroten van het aantal jonge getalenteerde onderzoekers dat zich bezig houdt met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in Fryslân. Deze jonge onderzoekers worden verenigd in de onderzoekschool UCF (International Graduate and Research School UCF). Met de door de Raad van Toezicht vastgestelde opbouw notitie ‘Net yn ien kear fan ´e flier op ´e souder’ is in oktober 2012 een start gemaakt met de ontwikkeling van de school. De ambitie is gericht op het realiseren van een volwaardige en zelfstandig functionerende onderzoekschool. Dit betekent dat op basis van de accreditatiecriteria van de ECOS11 onder meer gewerkt is aan een samenhangend onderzoeksprogramma, het opleidings- en begeleidingstraject (flankerend beleid) voor de promovendi en het kwaliteitsborgingssysteem. Naast het verrichten van wetenschappelijk onderzoek wil de onderzoekschool met haar activiteiten de doorwerking van de onderzoeksresultaten in het reguliere onderwijs en in de ontwikkeling van nieuwe kennis en innovatieve concepten in Fryslân bevorderen. De doelstelling van de onderzoekschool is het vermeerderen van kennis op voor Fryslân relevante themagebieden. De opgezette onderzoekslijnen die samen het onderzoeks programma van de school vormen zijn: Watertechnologie en -management, Meertaligheid, Toerisme, Sustainable Society, Life Sciences (agrofood) en Techniek. Het centrale, integrerende thema hierbij is ‘Care for the community of life’. Met name door het multidisciplinaire karakter van de onderzoekschool kan er, onder andere door het organiseren van summer- en winterschools, op zeer passende wijze uiting aan dit thema worden gegeven. De onderzoekschool is op 11 juni 201312 officieel geopend door de Commissaris van de Koning. Tijdens deze thema bijeenkomst trad de onderzoekschool voor het eerst naar buiten. Onder meer door middel van presentaties van UCF-promovendi werd in aanwezigheid van de bestuur lijke top van de provincie Fryslân en de gemeente Leeuwarden aan de kennispartners van UCF, organisaties die niet direct deel uitmaken van het UCF-netwerk en overige belangstellenden het centrale thema ‘Care for the community of life’ gepresenteerd. Het eerste cohort van 20 promovendi was ten tijde van de opening gestart met hun werkzaamheden. Teneinde het tweede cohort van 15 promovendi in 2014 te laten starten is in 2013 een open ronde georganiseerd waarin de kennispartners projectvoorstellen voor promotieonderzoek in konden dienen. Op basis van advies van de WAR zijn er uit de 75 ingediende projectvoorstellen uiteindelijk
10
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
15 projecten geselecteerd en ter bekostiging aan de provincie voorgedragen (zie bijlage 4 voor een totaaloverzicht van de promotieprojecten en promovendi). De ambitie met betrekking tot de promovendi is dat de gemiddelde promotieduur onder het landelijk gemiddelde uitkomt (gemiddelde duur 60 maanden13) en dat het rende ment minstens 75% bedraagt. Dit betekent onder meer dat de kwaliteit van het flankerend opleidingsprogramma, de begeleiding en supervisie van promovendi en de kwaliteit van de onderzoeksomgeving optimaal moet zijn. In 2013 is volop ingezet op de ontwikkeling van het opleidingsprogramma voor de promovendi14. Uitgangspunt hierbij is dat de promovendi, gelet op de doelstellingen van UCF en het multidisciplinaire karakter van de onderzoekschool, meer leren dan de basale onderzoeksvaardig heden en actieve deelname aan het wetenschappelijk discours. Het opdoen van kennis en ervaring met open innovatie en co-creatie, het denken buiten de kaders van de eigen discipline en het uitdragen van de beleidsmatige en maatschappelijke implicaties van het eigen onderzoek spelen eveneens een belangrijke rol bij de opleiding van UCF-promovendi. In de praktijk betekent dit dat UCF zelf een aantal specifieke cursussen en activiteiten ontwikkelt (over onderwerpen als wetenschapscommunicatie, interactie met beleidsmakers, ondernemerschap) en dat voor het algemeen vormende deel van het trainings programma zoveel mogelijk wordt aangesloten bij reeds bestaande cursussen. Daarnaast worden de promovendi voor de vaardigheden met betrekking tot open innovatie, ondernemerschap en co-creatie in contact gebracht met overheid, bedrijven en cultureel/maatschappelijke organisaties door middel van lezingen, workshops, summer- en winterschools, excursies, etc. Voor een overzicht van de georganiseerde onderzoeks- en onderwijsactiviteiten in 2013 zie het Jaarverslag 2013. UCF heeft in het kader van de kwaliteitsborging het op stellen van een zogenaamd ‘Opleidings- en Begeleidings plan’15 voor de promovendus verplicht gesteld. Daarnaast wordt de voortgang van de promotietrajecten en kwaliteit van de begeleiding via gesprekken met de promovendi gemonitord. Komend jaar zal eveneens worden gestart met het houden van (voortgangs)presentaties door promo vendi in het promovendibegeleidersoverleg. Promovendi vallen daarnaast ook nog onder het kwaliteitssysteem van de betrokken universiteit.
ie: Rapport Rapport International Graduate and Research School Z UCF (2012) ECOS: Landelijke Erkenningscommissie Onderzoekscholen, ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 12 Zie: ‘Care for the community of life: lectures presented at the opening of the international Graduate and Research School UCF, 11 juni 2013’ (2014) 13 VSNU promovendigegevens 2012 14 Zie voor het beoogde cursusaanbod ‘Net yn ien kear fan ´e flier op ´e souder’, opbouwnotitie UCF-IGRS (2012)
Tot slot zij opgemerkt dat de actieradius van de onderzoekschool zich verbreedt. Naast de UCF-promovendi in de onderzoekschool kent Leeuwarden al een grote populatie van deze jonge onderzoekers. Tevens zijn er de zogenaamde ‘buitenpromovendi’, zoals bijvoorbeeld de bij de hogescholen promoverende docenten. In het kader van de opbouw van een ‘Prommunity’ in Fryslân wil UCF ook deze groepen faciliteren. In 2013 is bijvoorbeeld een specifiek trainingsprogramma ontwikkeld voor buitenpromovendi (de cursus ‘Towards a successfull PhD’), waarover dusdanig groot enthousiasme bestaat dat Stenden Hogeschool heeft besloten om, in het kader van de academisering van deze hogeschool, deze cursus verplicht te stellen voor alle docenten die de ambitie hebben om te promoveren. Daarnaast zijn activiteiten van de onderzoekschool toegankelijk voor alle promovendi, zoals bijvoorbeeld de op 28 oktober 2013 gehouden ‘First Frisian PhD Day’.
2.3 K E N N I S VA L O R I S AT I E E N ONDERNEMERSCHAP UCF volgt met betrekking tot het begrip valorisatie (het proces van het geschikt maken en beschikbaar stellen van kennis aan derden) de door de KNAW gehanteerde term kennisbenutting16. Het begrip valorisatie wordt vaak geïnterpreteerd als de economische waardecreatie uit kennis door het commercialiseren van onderzoeksresultaten, maar bij waardecreatie speelt naast het economisch gebruik van kennis ook de maatschappelijke toepassing van onderzoeksresultaten een belangrijke rol. Dit is mede van belang omdat binnen het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat in de onderzoekschool wordt verricht zowel de levens- als de geestes- en sociale wetenschappen gerepresenteerd worden. Op het niveau van wetenschaps gebied maar ook op het niveau van de individuele onderzoeksprojecten verschillen dus de mogelijkheden met betrekking tot het benutten van de nieuw gegenereerde kennis. Omdat de onderzoekschool zich nog in de opbouwfase bevindt zijn er tot op heden nog geen (onderzoeks) resultaten gegenereerd waarmee activiteiten in dit kader konden worden uitgevoerd. In 2013 is in samenwerking met Inqubator Leeuwarden wel een start gemaakt met een onderwijstraject (workshops, specifieke trainings- en begeleidingstrajecten, etc.) voor promovendi en master studenten voor het stimuleren van ondernemerschap. Hiermee wil UCF de bewustwording bij deze groepen over dit onderwerp vergroten en tevens verkennen welke speci fieke mogelijkheden de UCF-onderzoeksprojecten op dit
terrein bieden. In dit kader zijn in het flankerend beleid van de onderzoekschool middelen gereserveerd ter stimulering van valorisatieactiviteiten. Tevens worden de activiteiten rondom het thema ondernemerschap in 2014 verbreed, onder meer door de beoogde opbouw van een (Frysk) Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap. Voorts is vanuit het onderwijs- en onderzoeksprogramma van UCF aansluiting gezocht bij een aantal beleidspriori teiten uit de ‘Economische beleidsvisie provincie Fryslân 2012’ en de HC-agenda. Ter invulling van de zogenaamde Kennisacademie is met de ontwikkeling van het bachelor en master Honours programma HTSM aangesloten bij het Innovatiecluster Drachten (zie ook paragraaf 2.1). Daarnaast stimuleert UCF de ontwikkeling van Dairy Campus tot internationaal expertise- en innovatiecentrum. Binnen de onderzoekschool is in het tweede cohort promovendi een onderzoeksprogramma van 6 projecten opgezet over de toekomstige rol van zuivel in de voedselketen. Gecombineerd met een zuivelopleiding in het Mastercollege vormt dit onderzoeksprogramma de kop op de Dairy Chain (zie ook paragraaf 2.1), waarmee de onderwijskolom op het gebied van zuivel in Fryslân wordt gecompleteerd. Tot slot is in 2013 in het kader van ‘Wurkje foar Fryslân’17 in samenwerking met Philips Drachten de notitie ´Smart, Smarter, Smartest´ bij de provincie Fryslân ingediend. Hierin worden middelen aangevraagd voor het opzetten van een doorlopende leerlijn op het gebied van de gametechnologie. In het kader van de toepassing van kennis in en voor de samenleving organiseert UCF onder andere publieksge richte activiteiten in de vorm van bijeenkomsten, lezingen, themadagen en symposia. Zo is in 2011 gestart met het organiseren van de zogenaamde Wetenschapscafe’s in Leeuwarden waarbij in het Oranje Bierhuis wetenschappers een (actueel) thema komen toelichten. Inmiddels zijn deze bijeenkomsten zo succesvol dat deze maandelijks worden gehouden. Naast verspreiding van kennis dragen dergelijke activiteiten ook bij aan het profiel van Leeuwarden als studie- en studentenstad. Door onder meer aan te haken bij de actualiteit vindt het Wetenschapscafe ook zijn neer slag in de schrijvende pers, wat ook weer een positief effect heeft op de zichtbaarheid van UCF. Tot slot werkt UCF samen met cultureel/maatschappelijk organisaties (Tresoar, Fries Museum, Fries Natuurmuseum), in het kader van Kulturele Haadstêd 2018 aan de realisatie van een gemeenschappelijke agenda voor Wetenschap en Cultuur. Deze samenwerking moet onder andere leiden tot een gezamenlijke programmering van publieksgerichte activiteiten waardoor het aanbod kan worden uitgebreid en het doelgroepenbereik wordt vergroot.
10
11
In het OBP worden de onderdelen van het te volgen trainings programma vastgelegd en nadere afspraken over de invulling van de begeleiding, contacturen met supervisoren etc. 16 Zie ‘Voor de Wetenschap’, Strategische agenda KNAW 2010-2015 17 Wurkje foar Fryslân’ gaat de komende jaren € 300 mln investeren in de Fryske samenleving, onder andere voor de versterking van menselijk kapitaal en het creëren van werkgelegenheid 15
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
11
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
2 . 5 S T R A T E G I E E N O R G A N I S AT I E O N T W I K K E L I N G
Versterking van de academische infrastructuur door de verdere uitbouw van de onderzoeksgemeenschap en het aanbieden van universitair onderwijs kan niet los worden gezien van de verdere kwaliteiten van Leeuwarden als studie- en studentenstad. Op grond van een geïntegreerde aanpak met de gemeente Leeuwarden, HBO-instellingen, Stichting Leeuwarden Studiestad, universiteiten, studenten verenigingen, horeca, bedrijven en cultureel/maatschappe lijke organisaties streeft UCF naar een uniek profiel voor Leeuwarden als internationale studie- en studentenstad. Hierbij gaat het onder meer om het realiseren van goede voorzieningen voor studenten (HBO én academisch) zoals studiefaciliteiten, huisvesting en sociale voorzieningen, culturele activiteiten en een vruchtbaar ondernemerschaps klimaat.
In de afgelopen jaren heeft de netwerkorganisatie UCF, mede door de uitgevoerde activiteiten, verder vorm gekregen. Om de enorme potentie van het kennisnetwerk echter maximaal te kunnen benutten is het noodzakelijk om verder te investeren in het draagvlak voor de gezamenlijke doelstelling. Een breed gedragen doelstelling (en daarmee samenhangend consensus over de meerwaarde van UCF) vormt de enige legitimatie voor het bestaan van UCF als netwerkorganisatie. In de afgelopen periode zijn er, afgezien van de samenwerkingsovereenkomst in het kader van Leeuwarden studie- en studentenstad, geen nadere afspraken gemaakt met de verschillende kennispartners over hun specifieke rol en bijdrage aan het gemeenschappelijke doel. Wel is gebleken dat het enthousiasme voor het UCF-initiatief zich verder uitstrekt dan de initiële UCF-partners. Ook andere kennisinstellingen en bedrijven in Fryslân, bijvoorbeeld MCL/MCL Academie, GGD, Dairy Campus, Partoer, Philips Drachten, FrieslandCampina en Inqubator Leeuwarden zijn geïnteresseerd in samenwerking met UCF. Wanneer de eigen doelstellingen daarmee gediend waren is UCF dan ook, in afwijking van het programma, samen werking met deze partijen aangegaan. Met betrekking tot de strategieontwikkeling is in 2013 in het kader van Wurkje foar Fryslân de contourennotitie “Wittenskip foar de Mienskip’ bij de provincie ingediend, waarin op hoofdlijnen koers en strategie voor de periode 2015-2020 zijn beschreven. Deze notitie vormt de basis voor de benodigde financiering voor de tweede projectperiode.
18
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
ie: Meerjarenprogramma Opbouw Academisch Klimaat LeeuZ warden 2014-2020 (2013)
Foto: Jaap Spieker
2 . 4 L E E U W A R D E N S T U D I E E N S T U D E N T E N S TA D
Op 11 oktober 2013 ondertekenden gemeente Leeuwarden, Het Fries Historisch en Letterkundig Centrum (Tresoar), Stichting Leeuwarden Studiestad en UCF een samenwerkingsovereenkomst met als doel de verdere uitwerking van het gemeentelijk programma Leeuwarden Studiestad. Hiervoor is eind 2013 door UCF een meerjarenprogramma ontwikkeld18 dat inmiddels ter vaststelling bij de gemeente Leeuwarden is ingediend. Onderdelen van dit programma zijn het gezamenlijk opzetten van dienstverlening voor studenten, het organiseren van verschillende activiteiten voor en door studenten (centrale introductieweek), de ontwikkeling van Tresoar tot Universitaire Bibliotheek met 150-200 studieplekken, het realiseren van een Academie gebouw en het opzetten van de reeds eerder genoemde centra voor Wetenschap en Cultuur en Valorisatie en Ondernemerschap (zie paragraaf 2.3).
12
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
2.6 CONCLUSIE Op basis van de in de periode 2011-2013 behaalde resultaten is de conclusie gerechtvaardigd dat UCF op koers ligt met betrekking tot de realisatie van het programma 2010-2015. Desalniettemin is, zoals al eerder aangegeven in de interne evaluatie19, de meest opvallende constatering dat de oorspronkelijke planning rondom opbouw onderzoekschool (i.e. aanstellen promovendi en opzetten benodigde infrastructuur) en de start van masteropleidingen (uiterlijk 2012) niet is gehaald. Hier liggen een aantal redenen aan ten grondslag, te weten: 1. D e oorspronkelijke planning voor het realiseren van de masteropleidingen was, met het oog op de strenge nationale regelgeving rondom accreditatie en licentie (een traject van minimaal 2 jaar), niet realistisch. Bovendien is het protocol van de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs intussen dermate aangescherpt dat regionale overwegingen geen rol van betekenis meer vervullen bij het verstrekken van opleidingslicenties. Bijkomende factor betreft de trage ontwikkelsnelheid bij de betrokken instellingen, die welwillend zijn maar onvoldoende prioriteit aan het onderwerp geven. 2. D e betrokken instellingen zijn met betrekking tot het eerste cohort promovendi (te) traag geweest met het indienen van onderzoeksprojecten voor de invulling van de onderzoekschool. Bureau UCF heeft daarnaast onvoldoende regie op dit proces gevoerd.
19
ie: Herijkingsnotitie ‘Scherp aan de wind, tussentijdse herijking Z UCF Programma 2010-2015’(2013)
3. Bureau UCF beschikt projecten niet zelf en is afhankelijk van de niet altijd even transparante en efficiënte proces gang bij de provincie Fryslân. Ook hierdoor zijn, met name rondom de beschikkingen voor de promovendi, vertragingen opgelopen. UCF heeft in de herijking als actiepunten aangegeven dat met betrekking tot de ontwikkeling van masteropleidingen sterker gestuurd zal gaan worden, met als resultaat dat voor alle beoogde masters (met uitzondering van zuivel) inmiddels een trekker is gedefinieerd. Daarnaast is, met succes, door UCF een sterke regie uitgeoefend bij de invulling van het tweede cohort promovendi. Hierdoor kon dit cohort promotieprojecten in één keer ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten worden aangeboden. Met betrekking tot punt drie wordt in het volgende hoofdstuk kort ingegaan op de relatie en samenwerking met de provincie en gemeente als primaire subsidieverstrekkers.
Resultaten: realisatie Programma 2010-2015
13
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
3 REFLECTIE
3.2 O PBOUW ONDERZOEKSCHOOL EN MASTERCOLLEGE
Juni 2011 is UCF daadwerkelijk gestart met het uitvoeren van de activiteiten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaringen die in de afgelopen tweeëneenhalf jaar zijn opgedaan, de lessons learned en de reeds uitgevoerde en/of nog benodigde acties om de uitvoering van de doelstellingen van UCF verder te optimaliseren.
Opbouw onderzoekschool Bij de opbouw van de onderzoekschool is de toedeling van het eerste cohort promotieplaatsen over de verschillende instellingen in 2011 tot stand gekomen via toewij zing door de hoogleraar-bestuurder. Dit was noodzakelijk omdat de kennispartners, verenigd in een voor de onderzoekschool opgerichte stuurgroep, het onderling niet eens konden worden over de verdeling van deze 20 plaatsen20. Deze toewijzing aan de individuele instellingen heeft tot gevolg gehad dat in dit eerste cohort de doelstelling van een intensievere samenwerking met bedrijven, een interdisciplinaire onderzoeksbenadering en samenwerking met meerdere Fryske kennisinstellingen nagenoeg niet tot stand is gekomen. Het eerste cohort heeft derhalve de samenhang van en binnen het netwerk niet versterkt.
In de fase van planvorming (2008-2009) is geconcludeerd dat voor het verwezenlijken van de Fryske ambitie om het bestaande academische netwerk de komende jaren te versterken, te verbinden en te verduurzamen, het creëren van een academische netwerkorganisatie het meest ge ëigend was. Er is hierbij nadrukkelijk niet gekozen voor de vestiging van een nieuwe instelling voor hoger onderwijs maar voor een netwerk bestaande uit een verzameling van kennisinstellingen die vanuit een eigen profiel en daaraan gerelateerd strategisch beleid gezamenlijk proberen de Fryske kennisinfrastructuur te verrijken. De kern van het UCF netwerk wordt gevormd door een klein projectbureau. Voor de legitimatie van UCF als netwerkorganisatie en voor de (inter)nationale profilering van de gemeenschappelijke identiteit is het van uitermate groot belang dat de partnerinstellingen overeenstemming hebben over het gezamenlijke doel en dat vervolgens ook uitdragen. In de praktijk blijkt dat de betrokken instellingen eensgezind zijn over het belang van de doelstellingen van UCF, maar dat een netwerkvisie tot op heden nog onvoldoende ontwikkeld is. De meerwaarde en potentie van het netwerk wordt nog niet ten volle benut doordat partnerinstellingen nog te veel acteren vanuit het belang van de eigen organisatie. Deze constatering is mede een gevolg van het feit dat bij de start van UCF geen nadere afspraken zijn gemaakt over de speci fieke rol en bijdrage van de verschillende kennisinstellingen aan het netwerk. Daarnaast zijn ook de ‘gunfactor’ en onder ling vertrouwen essentiële elementen om het initiatief van UCF succesvol te maken.
Voor het continueren van het netwerk UCF is het van groot belang dat, mede met het oog op de start van de tweede projectfase, uiterlijk in 2015 meerjarige bestuurlijke afspraken worden gemaakt met de partners. De vast gelegde afspraken scheppen helderheid over de onderlinge verhoudingen en verwachtingen jegens elkaar.
Foto: Jaap Spieker
3 . 1 U C F A L S N E T W E R K O R G A N I S AT I E
Gezien de bewuste keuze voor een netwerkorganisatie is de vraag gerechtvaardigd in welke mate de netwerkstructuur zijn meerwaarde heeft voor het realiseren van de verschillende programmaonderdelen en doelstellingen van UCF.
In de afgelopen periode is echter ook gebleken dat organi saties die niet tot de initiële kennispartners behoren juist aansluiting zoeken bij UCF om hun mogelijkheden voor (regionale) samenwerking uit te breiden. UCF beschouwt dit als een erkenning van haar verbindende rol en tevens als bevestiging dat de zichtbaarheid van UCF toeneemt. Wanneer de eigen doelstellingen daarmee gediend zijn gaat UCF dan ook samenwerking met nieuwe partijen aan, desgewenst ook in regio-overschrijdende netwerken. Ook hier geldt dat bij aanvang van de samenwerking een overeenkomst moet worden gemaakt met de precieze afspraken. Om deze ‘nieuwe’ organisaties sterker aan UCF te binden hebben Tresoar, MCL/MCL Academie en Philips Drachten per 1 januari 2014 zitting gekregen in de ‘Taskforce UCF’.
Op basis van deze ervaringen is er voor de invulling van het tweede cohort promovendi in 2013 gekozen voor het organiseren van een open ronde met een prominente rol voor de WAR in de selectie van de projecten (de WAR was ten tijde van de invulling van het eerste cohort nog niet ingesteld). Hierbij zijn naast het criterium van wetenschappelijke kwaliteit additionele selectiecriteria geformuleerd met betrekking tot samenwerking met bedrijsleven, interdisciplinariteit van het onderzoek en inbedding in de Fryske regio. De belangstelling voor de promotieplaatsen vanuit het gehele netwerk was bijzonder groot (75 ingediende projecten voor 15 plaatsen), wat aangeeft dat het enthousiasme voor deelname aan (activiteiten van) UCF toeneemt. Met de door de WAR geselecteerde projecten zijn in het tweede cohort belangrijke UCF doelstellingen als intensivering van samenwerking met bedrijven en samenwerking tussen instellingen onderling al in belang rijke mate tot stand gekomen en wordt de meerwaarde van het UCF netwerk steeds meer benut.
addenacademie en Wetsus beiden 5 promotieplaatsen, Fryske W Akademy en NHL beiden 4 en Stenden Hogeschool 2 plaatsen 21 Dit tekort is, naast de ambitieuze plannen voor de invulling van het Mastercollege, mede ontstaan door het overnemen van (niet- ingecalculeerde) financiële verplichtingen voor het lectoraat FMOO en de bachelor Fries
Opbouw Mastercollege Met betrekking tot de onderwijsactiviteiten is veel tijd nodig geweest om draagvlak bij hogescholen en universi teiten te creëren voor het gezamenlijk opzetten van nieuwe academische masteropleidingen. In het algemeen zien de hogescholen het (mede)ontwikkelen en aanbieden van universitaire masters niet als hun primaire taak. De betrokken universiteiten zijn, met uitzondering van de Rijksuniversiteit Groningen, eveneens terughoudend en gaan voorlopig alleen uit van deelname aan de reeds bestaande initiatieven (masteropleidingen Watertechnology en MEEM en deelname aan Wetsus en Dairy Campus). Zoals blijkt uit het UCF programma 2010-2015 is de primaire focus van UCF gericht op het ontwikkelen van de onderzoeksactiviteiten. Deze focus wordt mede weerspiegeld in de verdeling van de beschikbare middelen, waarvan 70% is gereserveerd voor de onderzoekschool en 30% voor de ontwikkeling van het mastercollege. Voor het daadwerkelijk versterken van het kennisklimaat in Fryslân moet de focus in de tweede projectperiode komen te liggen op de uitbouw van het academisch onderwijs. UCF heeft hier reeds een aanvang mee gemaakt door bij de interne evaluatie een verschuiving in de budgetten voor de hoofdonderdelen te realiseren21. Voor de toekomst van het Mastercollege is het van belang dat er, met het oog op een daadwerkelijk aanzuigende werking op studenten van zowel binnen als buiten de regio, een breed aanbod van grote en unieke opleidingen in Leeuwarden tot stand komt. UCF houdt dan ook reke ning met de noodzaak om het Mastercollege te verbreden met bachelorprogramma’s (de bachelor Fries is al in Leeuwarden gepositioneerd en zal september 2014 van start gaan). Langjarige commitment van tenminste één universiteit is hierbij onontbeerlijk, mede gezien het feit dat de meerwaarde van het UCF netwerk niet gelegen is in het realiseren van academisch onderwijs. Gezien de positieve grondhouding ten aanzien van UCF zou de Rijksuniversiteit Groningen hier in eerste instantie de meest aangewezen kandidaat voor zijn. Op basis van de opgedane ervaringen in de afgelopen periode kan worden geconcludeerd dat de meerwaarde van het UCF kennisnetwerk voornamelijk tot uiting komt op onderzoeksgebied. Het ontwikkelen en realiseren van academisch onderwijs is een taak die primair bij de universiteiten is belegd en ook vanuit deze instellingen geëntameerd moet worden. UCF kan een faciliterende en in sommige gevallen initiërende rol vervullen, maar de feitelijke verantwoordelijkheid ligt bij de universiteiten.
20
14
Reflectie
Reflectie
15
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
In de interne evaluatie heeft UCF reeds aangegeven op basis van beperkte middelen en de noodzaak tot focus en massa het uitgangspunt los te laten om alle Fryske themagebieden (‘hotspots’) in gelijke mate binnen het onderwijs- en onderzoeksprogramma te verankeren. Dat heeft ertoe geleid dat voor het onderwerp Duurzame energie geen zelfstandige onderzoekslijn werd opgezet maar dat inbedding is gezocht in de onderzoeksprogramma’s van de overige themagebieden. Een bijkomend argument voor deze handelswijze is dat voor het succesvol realiseren van een onderwijs- en/of onderzoeksprogramma er in de basis al excellente kennis en expertise aanwezig moet zijn en dat er bij de betrokken instellingen een gedeelde visie bestaat over de kansen en ambities. Dit is naar de mening van UCF met betrekking tot Duurzame Energie tot op heden nog onvoldoende het geval. Voor de projectperiode 2015-2020 blijft UCF dan ook inzetten op de huidige themagebieden Watertechnologie en -management, Life Sciences (agrofood), Techniek, Toerisme, Meertaligheid en Sustainable Society (duurzaamheid). Er zijn binnen deze themagebieden echter wel enkele nieuwe onderwerpen voorzien, te weten de bio based economy (Life Sciences) en gametechnologie en zorg- en medische technologie (Techniek). UCF beschouwt deze nieuwe thema’s op basis van bovengenoemde uitgangspunten als bijzonder kansrijk.
3.4 S AMENWERKING MET DE PRIMAIRE SUBSIDIEVERSTREKKERS UCF is een projectorganisatie met twee primaire subsidieverstrekkers. De provinciale middelen worden, conform de uitvoeringsregeling, via het afgeven van projectbeschikkingen door de provincie zelf aan de betrokken instelling verstrekt. De ingediende projecten worden hierbij eerst ter advisering aan UCF voorgelegd. De gemeente Leeuwarden heeft inzake UCF een reservering gemaakt binnen het ‘Strategisch investerings- en ontwikkelingsfonds‘ (SIOF). UCF dient hiervoor jaarlijks bij de gemeente een activiteitenprogramma in met bijbehorende begroting. Met beide subsidiënten vinden kwartaaloverleggen plaats. UCF heeft begrip voor het feit dat provincie en gemeente de subsidieverstrekking regelen via de geëigende subsidieroutes van de overheid, dat wil zeggen per activiteit. In de praktijk brengt dit echter een zeer intensief aanvraag-, toekennings- en verantwoordingstraject met zich mee. UCF is hierbij afhankelijk van de snelheid en efficiëntie bij de subsidiënten. In de praktijk zijn hierbij vertragingen opgelopen die een nadelig effect hebben gehad op de netwerkbeleving. Tussen het indienen van het plan voor de onderzoekschool (december 2011, vaststelling in Gedeputeerde Staten mei 2012) en het verstrekken van de laatste beschikkingen (maart 2013) is bijvoorbeeld ruim een jaar verstreken, wat tot gevolg heeft gehad dat het draagvlak voor de onderzoekschool langzamer tot stand is gekomen dan noodzakelijk was. Doordat UCF niet zelf beschikt over de financiële middelen bestaat er voorts onduidelijkheid binnen het netwerk over rol en positie van Bureau UCF. Vanuit het idee dat UCF een staande organisatie is met een algemene taakopdracht is het verkrijgen van de status van budgetinstelling een goed alternatief voor de huidige constructie. Bij budget instellingen wordt immers gewerkt met lumpsumfinanciering waardoor subsidieverstrekking door UCF tot de mogelijkheden gaat behoren.
16
Foto: Jonathan Juursema
3 . 3 T H E M AT I S C H E F O C U S
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
3.5 ONTWIKKELING BUREAU UCF In de interne evaluatie is reeds aangegeven dat ten aanzien van de positie en het functioneren van het projectbureau van UCF een aantal zaken zijn op te merken, waaronder: 1 Bij de partnerinstellingen bestaat niet altijd een duidelijk beeld over de rol en functie van Bureau UCF binnen het netwerk; 2 Er is in de werkwijze van Bureau UCF onvoldoende sprake van een integrale aanpak van de activiteiten met betrekking tot de onderwerpen onderzoek, onderwijs en Leeuwarden studie- en studentenstad22; 3B ureau UCF moet bij het organiseren van haar activiteiten meer gebruik gaan maken van de binnen het netwerk aanwezige kennis en expertise. Op deze wijze wordt ook het draagvlak voor de gezamenlijke doelstellingen vergroot. Een deel van deze observaties werd veroorzaakt door de toen bestaande relatieve onervarenheid van Bureau UCF met het functioneren in een netwerkorganisatie en de onbekendheid met de ‘academische wereld’.
Bureau UCF is voorts meer aandacht gaan besteden aan haar positie binnen het netwerk en is meer regie gaan uitoefenen om projecten effectief te realiseren. Ook wordt bij het organiseren van activiteiten meer en meer gebruik gemaakt van de in het netwerk aanwezige kennis. Zo hebben 8 verschillende instellingen met groot enthousiasme meegewerkt aan het programma van de vanuit de onderzoekschool georganiseerde Winterschool 2013.
Voor een goede uitvoering van het programma is het derhalve noodzakelijk gebleken Bureau UCF te transformeren van een ‘ambtelijk’ ingesteld projectbureau dat in de opbouwfase van de UCF haar diensten heeft bewezen naar een meer uitvoeringsgerichte organisatie met kennis en ervaring in de academische wereld. Deze transitie is in 2013 voltooid (zie ook bijlage 2). In 2013 heeft met het aanstellen van een zakelijk manager tevens een professio naliseringsslag op zakelijk gebied plaatsgevonden. Ook is inzake de communicatie een verbeterslag gemaakt ten aanzien van de meest prominente communicatiekanalen (de website en de UCF krant Verbindt) en het inschakelen van het netwerk bij de promotie van UCF activiteiten. Dit heeft, blijkens het flink gestegen aantal persuitingen rondom UCF, een positief effect gehad.
22
Reflectie
In oktober 2013 heeft Bureau UCF haar huidige invulling gekregen. De structuur van de werkorganisatie is hierbij aangepast waardoor de benodigde integrale aanpak van de activiteiten is gerealiseerd. Bureau UCF streeft ernaar om met een relatief kleine bezetting de grote hoeveelheid aan uiteenlopende activiteiten binnen het netwerk efficiënt en doelmatig uit te voeren en daarnaast nieuwe initiatieven te entameren.
´Leeuwarden studie- en studentenstad´ was eerder getiteld ‘ academisch klimaat’
Reflectie
17
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
4 T O E K O M S TPERSPECTIEF De ruggengraat van een sterke kenniseconomie is een hoogwaardige, internationaal gerichte en innovatieve onderzoeks- en opleidingsinfrastructuur die talentvol ‘human capital’ aflevert. Zorg dragen voor (de ontwikkeling van) human capital vraagt blijvende investeringen in onderwijs en onderzoek op alle niveaus. Samenwerking, aansluiting en uitwisseling tussen arbeidsmarkt (bedrijfsleven), onderwijsinstellingen en overheden is hierbij cruciaal.
‘Als direct gevolg van de activiteiten van UCF bevindt zich in de provincie Fryslân in 2020 een bloeiende en kwalitatief hoogstaande academische gemeenschap waarvan de kern wordt gevormd door een universitair Mastercollege en een volwaardige en zelfstandig functionerende onderzoekschool.’ Tevens levert UCF, naast een versterkte profilering van Leeuwarden als studie- en studentenstad, vanuit economisch perspectief voor de provincie Fryslân een bijdrage aan: 1. Groei van nationale en internationale studenten aantallen en navenante toename van bestedingen; 2. Een groter aantal hoog opgeleide kenniswerkers met meer ondernemerszin; 3. Verbeterde werkgelegenheid doordat (veelal jonge) wetenschappers hun onderzoek in Friesland uit kunnen voeren; 4. Een versterkte regionale innovatiekracht met meer bedrijvigheid door de vergrote productie van toepasbare kennis; 5. Een voor bedrijven en kennisinstellingen verbeterd vestigingsklimaat door de aanwezigheid van een onderzoeksinfrastructuur voor zowel fundamenteel als toegepast onderzoek en het potentieel aan hoog opgeleide kenniswerkers.
18
Zoals hierboven reeds geconstateerd is het van belang om in het kader van de bestendiging en verduurzaming van het UCF initiatief in de periode tot 2020 te focussen op de uitbouw van het universitair onderwijs in Leeuwarden. Hiervoor is de intensieve betrokkenheid van een of meerdere universiteiten essentieel. Een universitaire nevenvestiging (denk bijvoorbeeld aan de Campus Den Haag of Campus Venlo) is een mogelijke structuur om deze inbreng op een structurele wijze te borgen. Idealiter blijft een dergelijk initiatief echter niet beperkt tot één universiteit. Daarnaast zijn een uniek profiel en een internationaal karakter essentiële randvoorwaarden. Bij de doorontwikkeling van UCF in de richting van een universitaire nevenvestiging met borging van het huidige netwerk zal de governancestructuur nader bekeken moeten worden. Gezien het belang van de regionale inbedding is het verder noodzakelijk om thematisch aan te blijven sluiten bij het regionale bedrijfsleven, de vigerende economische speerpunten en de kennisinstellingen in Fryslân. Daarnaast brengen ook de universiteiten een eigen netwerk mee dat toegankelijk wordt voor de Fryske kennisinstellingen. Een nevenvestiging van de universiteit is in de regio derhalve een scharnier naar de rest van de wereld.
23
Toekomstperspectief
ie: Herijkingsnotitie ‘Scherp aan de wind, tussentijdse herijking Z UCF Programma 2010-2015 ‘ (2013)
Foto: Hoge Noorden
Ambitie 2020 Met de oprichting van UCF is de academische component van de bestaande kennisinfrastructuur in Fryslân verder uitgebreid en versterkt en is een netwerk ontstaan waarin bovengenoemde samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheid ook daadwerkelijk tot stand kan worden gebracht. In de Agenda 202023 en de notitie ‘Wittenskip foar de Mienskip’ beschrijft UCF de ambitie voor het einde van de projectperiode (2020):
Vervolgfinanciering Het programma UCF heeft een looptijd van 10 jaar. Op het moment van schrijven is er nog geen zicht op financiering voor de tweede projectperiode (2015-2020) en evenmin op de periode daarna. Door UCF zijn in het kader van Wurkje foar Fryslân hiervoor enkele voorstellen ingediend24 maar tot op heden is hierop nog geen reactie van de provincie Fryslân ontvangen. Continuering van UCF, al dan niet in de vorm van een universitaire nevenvestiging, vraagt forse investeringen. Voor een duurzaam voortbestaan van UCF zal het echter nodig zijn dat enkele partijen, waaronder de provincie Fryslân (analoog aan de rijksbekostiging van de universiteiten) en tenminste één universiteit, bereid zijn zich zowel inhoudelijk als financieel langdurig aan UCF te verbinden.
24
ie de notities ‘Wittenskip foar de Mienskip: UCF strategie Z 2015-2020’ en ‘Smart, smarter, smartest’ (2013)
Toekomstperspectief
19
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
STICHTING UNIVERSITY CAMPUS FRYSLÂN
BIJLAGEN
De inhoudelijke component van de functie van secretaris wordt samengevoegd met de functie van beleidsmede werker academisch klimaat tot de nieuwe functie van senior beleidsmedewerker onderwijs & onderzoek. Voor
BIJLAGE 1
de secretariaatswerkzaamheden van de secretaris wordt een directiesecretaresse verantwoordelijk. De communi catiefunctie wordt uitgebreid naar 0.6 fte en naar een senior niveau gebracht.
Raad van Toezicht MT onder voorzitterschap van hoogleraar bestuurder
Hoogleraar bestuurder
De volgende documentatie is in het kader van de externe evaluatie aan de commissie verstrekt: • Uitvoeringsregeling projectsubsidies economie, recreatie en toerisme • University Campus Fryslân: bouwstenen voor een academische netwerkorganisatie (2009) • Programma University Campus Fryslân 2010-2015 (2010) • Meerjarenproductenplan University Campus Fryslân 2011-2015 (2011) • Rapport International Graduate and Research School UCF (2012) • ‘Net yn ien kear fan ´e flier op ´e souder’, opbouwnotitie onderzoekschool IGRS (2012) • ‘Scherp aan de wind, tussentijdse herijking UCF Programma 2010-2015 ‘ (2013) • Meerjarenprogramma Leeuwarden Studie- en studentenstad (2013) • Wittenskip foar de Mienskip; UCF strategie 2015-2020; notitie in het kader van Wurkje foar Fryslân (2013) • ‘Smart, Smarter, Smartest’; notitie in het kader van Wurkje foar Fryslân (2013) • Care for the community of life: lectures presented at the opening of the international Graduate and Research School UCF 11 juni 2013 (2014) • Monitoring 2011, 2012 en 2013 • Jaarverslagen 2011, 2012 en 2013
B I J L A G E 2 : O R G A N I S AT I E ONTWIKKELING EN ORGANOGRAM Aanleidingen voor de benodigde veranderingen in de organisatie van Bureau UCF zijn onder meer: - De werkorganisatie moet proactief gaan opereren; - Ter ondersteuning van de sturing in de organisatie dient er een strakkere planning en control te worden gereali seerd. Processen van bedrijfsvoering moeten worden geprofessionaliseerd; - De communicatiefunctie staat te ver af van de inhoud; uitbreiding en intensivering is noodzakelijk. De UCF-werkorganisatie bestond uit: 1. Hoogleraar / bestuurder (0,6 fte). 2. Directeur academische zaken (1,0 fte) 3. Zakelijk manager (0,4 fte). 4. Secretaris (1.0 fte) 5. Beleidsmedewerker academisch klimaat (0.4 fte) 6. Communicatieadviseur (0.4 fte) 7. Junior medewerker communicatie (0.8 fte) 8. Programmaleider onderwijs (0.4 fte) 9. Officemanager/boekhouder (0.6 fte) 10. Secretaresse (0.55 fte)
20
Bijlagen
Nieuwe structuur Om een integrale aanpak van de activiteiten en dito sturing van de organisatie te realiseren is een MT geformeerd bestaande uit de hoogleraar-bestuurder, de zakelijk manager en de directeur academische zaken. De zakelijk manager stuurt het secretariaat, de financiële administratie en de communicatie aan. De directeur academische zaken heeft onderzoek, onderwijs en academisch klimaat in portefeuille. De UCF-werkorganisatie bestaat per 1 oktober 2013 uit: 1. Hoogleraar-bestuurder(0,6 fte): Frans Zwarts 2. Directeur academische zaken (1,0 fte): Esther van Duuren 3. Zakelijk manager (0,4 fte): Meine Bosma 4. Senior beleidsmedewerker onderwijs en onderzoek (1,0 fte): Wim Huizinga 5. Senior communicatieadviseur (0.6 fte): Frank Schröer 6. Junior medewerker communicatie (0.8 fte): Lineke Bakker 7. Programmaleider onderwijs (0.4 fte): Tonny Mulder 8. Officemanager/boekhouder (0.6 fte): Githe van der Meulen 9. Directiesecretaresse (0.8 fte): Juliette Wiersma 10. Medewerker secretariaat (0.5 fte): Jolanda Tuininga
Dir. academische zaken
Beleidsme. O&O
Programmaleider
Zakelijk manager
Officemanager
BIJLAGE 3: SAMENSTELLING GREMIA Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is ingesteld op 17 maart 2011. De samenstelling van de Raad van Toezicht per 31 december 2013 was als volgt: 1. D hr. prof. dr. D.D. Breimer, onafhankelijk voorzitter, geb. datum: 24/11/1943, benoemingsdatum: 17-03-2011, eerste termijn; nevenfunctie: hoogleraar in de farmacologie aan de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen en de Faculteit der Geneeskunde / LUMC Universiteit Leiden; 2. D hr. prof. dr. J. de Vries, vanwege: provincie Fryslân, geb. datum: 26/09/1960 benoemingsdatum: 17-03-2011, eerste termijn; nevenfunctie: Decaan Faculteit Campus Den Haag, Universiteit Leiden; 3. D hr. G. Krol, vanwege: gemeente Leeuwarden, geb. datum: 01/07/1945 benoemingsdatum: 17-03-2011; eerste termijn; nevenfunctie: burgemeester gemeente Het Bildt; 4. D hr. ir. H. Bouma, vanwege: VNO-NCW Noord, MKBNoord, Fries bedrijfsleven, geb. datum: 02/10/1955 benoemingdatum: 21-07-2011; eerste termijn; Managing Director bij LIMIS - Institute for healthcare Inovation; 5. M w. J. Vlietstra, vanwege: Leeuwarder Hogescholen (NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool, Van Hall Larenstein, geb. datum: 13/04/1948 benoemingsdatum: 09-12-2011, eerste termijn; nevenfunctie: lid Eerste Kamer en waarnemend burgemeester van gemeente Haren; 6. M w. prof. dr. K. van Oudenhoven – van der Zee, vanwege: Nederlandse universiteiten en met name RUG, UT, WUR en TUD; geb. datum 25 mei 1966; benoem-
Secretariaat
Boekhouder
Communicatie
ingsdatum: 01-05-2012; eerste termijn; nevenfunctie: Honorair Hoogleraar Organisatiepsychologie, Culturele diversiteit en Integratie RUG en decaan bij de Universiteit Twente. 7. Vacature vanwege de kennisinstellingen Waddenacademie, Wetsus, Tresoar en Fryske Akademy. Wetenschappelijke Adviesraad Op 9 juli 2012 is de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) geïnstalleerd. De WAR van UCF bestaat uit vertegenwoordigers van de kennisinstellingen in Fryslân en andere organisaties die gevestigd zijn in Fryslân of daarbuiten. De samenstelling van de WAR per 31 december 2013 is als volgt: 1. D hr. pof. dr. ir. J.T. Fokkema, professor and Chair of Applied geophysics, voormalig rector magnificus van TU Delft (voorzitter); 2. Mw. prof. dr. S.J.M.H. Hulscher, hoogleraar bouwkunde, civiele techniek, hydrosfeerwetenschappen, waterbouw kunde, Universiteit Twente; 3. M w. prof. mr. dr. H.K. Elzinga, dean van het University Honours College en hoogleraar Ontwikkeling en differentiatie van het academisch onderwijs; 4. M w. dr. E. Cavagnaro, lector Service Studies en docent duurzame ontwikkeling aan Stenden Hogeschool; 5. D hr. dr. H.C.J. Paques, lid van de Raad van commissa rissen van Paques bv in Balk; 6. D hr. dr. ir. H.V.M. Hamelers, program director Wetsus; 7. D hr. dr. H. Derksen, lector biobased Economy aan Hogeschool Van Hall Larenstein/WUR.
Bijlagen
21
Z E L F E VA L U AT I E U C F 2 0 1 1 - 2 0 1 3
BIJLAGE 4: OVERZICHT PROMOVENDI EN PROJECTEN Fryske Akademy
Titel project
Evelyn Bosma
Genus-aanduiding bij tweetalige kinderen Kennisgebied: meertaligheid
Dennis Worst
Nika Stefan
A New Survey of the Frisian Language Kennisgebied(en): meertaligheid
Waddenacademie
Titel project
Jasper Heslinga
Kusttoerisme in de waddenregio in internationaal perspectief Kennisgebied(en): Toerisme, Leefbaarheid
Marco Gatto
Morphodynamiek, inclusief ecologische invloeden van het wadden gebied op de lange termijn Kennisgebied(en): Water , Leefbaarheid, (Green) Life Sciences
Marco Bakker
De archeologie van de vroegste veenontginningen in Fryslân Kennisgebied: Friese taal en cultuur
Richard Rijnks
Leefbaarheid en de economische kracht van Fryslân, in regionaal, natio naal en internationaal perspectief Kennisgebied(en): Leefbaarheid
Jeroen Onrust
Stenden Hogeschool
22
De grootschalige veenontginningen in Zuid-FrysIân en Noordwest-Overijssel na het jaar 1000: een onderzoek naar de actoren Kennisgebied(en): meertaligheid, Friese taal en cultuur
Regenwormen als sleutel tot aan wezigheid van overwinterende, door trekkende en broedende weidevogels Kennisgebied(en): Life Sciences, Leefbaarheid
Titel project
Jelmer Jeuring
Identiteit en toerisme Kennisgebied(en): Toerisme en Leefbaarheid
Jasper Meekes
Leisure Economy Kennisgebied(en): Toerisme en Leefbaarheid
Bijlagen
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) Titel project Abhygian Singh
Micro interventies ter bevordering van de leefbaarheid op het platteland met effectbeoordeling door middel van situationele gaming Kennisgebied(en): Leefbaarheid
Asli Boru
De inzet van innovatieve technologie in de zorg Kennisgebied(en): Leefbaarheid
Uche Obinna
SmartGame: Smart Grids op en om het water Kennisgebied(en): Duurzame Energie
Sine Celik
Multilevel transitie- en innovatie methodiek Kennisgebied(en): alle
Wetsus
Titel project
Joeri de Valenca
Interfacial phenomena during overlimiting electrodialysis Kennisgebied(en): Water
Monir Mollaei
Physiology of electrochemically active bacteria in microbial fuel cells (MFC’s ) and microbial electrolysis cells (MEC’s) Kennisgebied(en): Water
Patrick Figaroa
Functional polymeric resins for water purification Kennisgebied(en): Water
Anne Casadella
Ontwikkeling nieuw type membraan voor de terugwinning van ammomium Kennisgebied(en): Water, Duurzame energie
Judita Laurinonyte Development of a robust membrane bioreactor for petrochemical wastewater Kennisgebied(en): Water, Duurzame energie
Bezoek- en postadres: Sophialaan 1, 8911 AE Leeuwarden T +31 58 288 21 32 E
[email protected] I www.ucf.nl