Zelfevaluatie Eind 2015
Inhoud Het risicoprofiel (Movare Monitor) ......................................................................................................... 2 De Eindtoets ............................................................................................................................................ 4 LOVS toetsen: dwarsdoorsnede .............................................................................................................. 5 LOVS M-toetsen groepsanalyses ........................................................................................................... 13 Kwaliteit van het Schooladvies .............................................................................................................. 21 Kengetallen ............................................................................................................................................ 21 Veiligheid ............................................................................................................................................... 23
Het risicoprofiel (Movare Monitor)
Toezichtarrangement Op grond van de resultaten volstaat de inspectie met een toezichtarrangement op het niveau BASIS. Dat betekent dat de inspectie de school en het bestuur ruimte geeft om hun eigen kwaliteitszorg vorm te geven. Eindresultaten De gemiddelde score van onze leerlingen in groep 8 op de eindtoets ligt dit jaar in het gebied onvoldoende. Op grond van de LOVS toetsen verwachtten we een bovengemiddelde score. De daadwerkelijke score ligt echter ruim onder de ondergrens. Schoolgroep 6: School 531,4; Ondergrens 534,3; Gemiddeld 536,3; Bovengrens 538,3.
Tussenresultaten Midden en Eindafname: In de tussenresultaten op basis van de CITO LOVS toetsen is alleen de M7 Begrijpend Lezen een risico (rood). Een jaar geleden had dezelfde groep kinderen ook al een gemiddelde score onder de ondergrens van de inspectie. Het is niet gelukt dit naar boven bij te stellen. De inspectie beoordeelt niet alle toetsen van alle leerjaren. Kernindicatoren De kernindicatoren zijn in 2014 beoordeeld door de inspectie. Op alle onderdelen voldoende (zie inspectierapport op de website) In- uit- doorstroom De in- en doorstroomgegevens zijn laag. We laten steeds meer kinderen doorstromen, waardoor de basisschool binnen acht jaar wordt doorlopen. De grafiek met leerlingaantal ontwikkeling laat een dalende tendens zien. Het aantal gewichtenleerlingen loopt mee terug (nu 6%), terwijl we in de praktijk zien dat we veel meer leerlingzorg binnenkrijgen dan we gewend waren. Deze zorg zit vaak in omgevingsfactoren en in al vroegtijdig bij instromers (d.w.z. 4 jarigen) gesignaleerde achterstanden. Ook kinderen die instromen vanuit een andere basisschool brengen vaker wel, dan niet zorgsignalen met zich mee. We concluderen dat er in het geval van onze school weinig relatie is tussen het aantal kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte en het aantal kinderen waarvan beide opvoeders een lager opleidingsniveau hebben bereikt dan gewichtencategorie 0nul. Volgend schooljaar daalt het aantal leerlingaantal naar verwachting licht (van 359 naar 354). Het bestuur verdeelt de beschikbare formatie over de onder haar ressorterende scholen. Met de beschikbare leerkrachtformatie kunnen we net als vorig jaar tot 14 groepen te komen (8 homogeen, 6 combi).
De Eindtoets
De gemiddelde standaardscore op de eindtoets is met 531,4 schrikbarend laag. Zeven leerlingen zijn niet meegeteld. Vijf van hen zijn ingestroomd na groep 6, twee van hen woonden begin groep 8 korter dan vier jaar in Nederland. Dit heeft echter geen (positief of negatief) effect op de score. We zagen deze score niet aankomen. De NSCCT laat een gemiddelde intelligentie zien. Het LOVS was t/m groep 7 op alle vakgebieden ruim boven gemiddeld. De M8 toetsen vielen in januari al tegen. Ook een oefentoets (eindtoets 2013) was toen opvallend slecht gemaakt. We trokken de conclusie dat we teveel toetsen hadden aangeboden in te korte tijd. Een hertoetsing van onderdelen van de
M8 in februari liet een stabieler beeld zien. We hadden de verwachting dat de eindtoets dus een stuk hoger zou zijn. De LOVS gemiddelden van deze groep 8:
Wat is er dan aan de hand met deze leerlingen in groep 8? De ouders en de kinderen zijn dezelfde als in groep 7. Dezelfde leerkrachten behaalden goed tot voldoende scores in eerdere jaren. We zijn verrast! We maken aan analyse van de groep, de leerkracht en de omgeving. Van daaruit stellen we een plan van aanpak op voor de volgende groep 8. We zullen daarbij ook de expertise betrekken van andere scholen, die een vergelijkbare inhaalslag in groep 8 hebben gepleegd met positief resultaat voor de eindstoetsscore. In de wetenschap dat de volgende groep 8 structureel lagere scores laat zien op het LOVS, willen we niet weer een eindtoets waarop we gemiddeld onder de ondergrens scoren. Opvallend is dat op alle vakken slecht gescoord is. Dus ook op wereldoriëntatie. Binnen dit gebied valt op dat “aardrijkskunde” de laagste score haalt, waar dit eerder steeds natuur was. Binnen taal valt “samenvatten” negatief op. Het vakgebied rekenen is over de gehele lijn zwak, met als negatieve uitschieter “verbanden”. Het vakgebied studievaardigheden wordt niet meer apart beoordeeld. Gesprekken met leerlingen en leerkrachten leren dat de kinderen erg op hun gemak de toets zijn ingegaan. De ouders hebben de druk flink weggenomen, omdat de adviezen reeds waren gegeven. De leerkrachten hebben niet kunnen voorkomen dat op het moment suprême de motivatie en werkhouding niet van gewenste niveau was. Voor 2015/2016 betekent dit dat we gaan werken met een verbeterplan voor de groepen 7 en 8. Waar we op gaan focussen is:
Wat wordt exact getoetst op de eindtoets met hoeveel vragen? Hoe komen onze methodes tegemoet aan deze toetsonderdelen? Wat is het actuele niveau van alle leerlingen en wat hebben ze nodig richting eindtoets? Welke voorwaarden zijn nodig in de groepen om zelfstandig, serieus, en zelfkritisch de toets in te gaan?
LOVS toetsen: dwarsdoorsnede Hoeveel leerlingen scoren boven landelijk gemiddeld (A of B)? We streven naar 50% in alle leerjaren. In de groepsbespreking hebben de IB-ers en de groepsleerkrachten al deze resultaten besproken, inclusief groepsanalyse (voortgang van de groep) en vaardigheidsgroei (wie is gegroeid, wie niet). Sinds januari 2014 vergelijken we onze scores met een naar boven bijgesteld landelijk gemiddelde. Onze kinderen zijn het niet slechter gaan doen, maar de lat is hoger gelegd. Dat betekent dat we onze doelstelling (bovengemiddeld scoren) minder gemakkelijk halen dan daarvoor. In deze dwarsdoorsnede zien we dat de school desondanks grotendeels bovengemiddeld scoort. Er zijn dus meer AB leerlingen, dan CDE.
Op de volgende pagina’s volgen de dwarsdoorsnedes van de verschillende toetsen. We bekijken ze per leerjaar, niet per groep!
Dwarsdoorsnede Taal en Rekenen voor kleuters
Groep 1 en 2 boven landelijk gemiddeld. Uitgesloten zijn de kinderen van groep 1d, die zo recent zijn ingestroomd dat de testuitslag nog niet valide is.
Wat opvalt bij de E afname, is dat we met rekenen gelijk zijn gebleven maar in Taal, dat toch al beter wordt gemaakt, nog zijn gestegen.
Dwarsdoorsnede Rekenen
In groep 7 zit een relatief groot aantal zeer zwakke rekenaars. Vorig jaar zaten deze leerlingen met de oude normen nog nipt boven gemiddeld. Opvallend is dat er bij de E6 afname nog geen enkele E leerling was. De rekenspecialist maakt een nadere analyse
Alleen groep 7 heeft niet meer dan 50% in A of B. Wel is zichtbaar dat leerlingen van E naar D zijn gegroeid.
Technisch lezen is de basis voor veel andere vaardigheden. Daarom kiest De Meridiaan in samenwerking met Onderwijsstichting Movare voor een leesverbetertraject. Meer uitgebreide analyses van het lezen vinden daar plaats. Conclusies op groepsniveau en specifieke doelstellingen worden opgenomen in het leesverbeterplan.
In groep 4 is de score onder gemiddeld. In de bovenbouw is er een opvallend groot aantal A en B scores. Groep 3 is voor het eerst in jaren bovengemiddeld.
Al jaren zakt op de toets Woordenschat het niveau van E3 naar M4, om vervolgens zonder extra inspanningen in groep 5 omhoog te schieten naar een gemiddeld niveau of hoger. De inspectie heeft aangegeven hier dan ook niet teveel aandacht aan te besteden. De score was vorig jaar op E4 zo laag, dat het dit jaar niet gelukt is, dit in een half jaar recht te trekken. Op de eindafname van vorig schooljaar zagen we ook groep 6 met teveel leerlingen met een onder gemiddelde score. Dit blijft zo in groep 7. Ook groep 8 heeft in verhouding teveel C scores. Vanaf 2014-2015 is er meer structurele aandacht voor woordenschat in de nieuwe taalmethode Taal op Maat.
In groep 4 zien we op de E afname alweer een groei tot boven gemiddeld. Gr 5 doet het een heel stuk beter, maar het doel (50% boven gemiddeld) is nog niet behaald. Gr 7 Blijft licht onder gemiddeld.
Dwarsdoorsnede Begrijpend lezen en Begrijpend luisteren
Groep 7 scoort onder gemiddeld op het onderdeel Begrijpend lezen. Dit is een specifieke jaargroep met veel zwakke lezers.
Op de E afname wordt alleen gr 3 en 4 getoetst. Gr 3 met de nieuwe toets. We hebben ook de toetsen begrijpend luisteren afgenomen, waardoor we kunnen zien of het in het tekstbegrip of in het lezen zit. In gr 3 wordt BLUI beduidend beter gemaakt dan BL. In groep 4 is BLUI vergelijkbaar met BL.
Dwarsdoorsnede Spelling en Spelling Werkwoorden
Bij de M afname zitten in alle leerjaren gemiddeld meer leerlingen boven gemiddeld dan onder gemiddeld. Opvallend hoog is de score van groep 7. Hier is door de leerkrachten en de leerlingen hard aan gewerkt.
De verbeterde score op spelling in gr 7 is duurzaam gebleken.
LOVS groepsanalyses De dwarsdoorsnede geeft een beeld van het aantal kinderen met een AB of CDE score. Daarmee weten we nog niet wat de gemiddelde groepsscore is. Daarom bekijken we ook hoe de gemiddelde vaardigheid van de kinderen als groep is toegenomen op de verschillende toetsen.
Stijging bij spelling en rekenen, daling bij werkwoordspelling en woordenschat. Verder een normale ontwikkeling.
In groep 7a zitten de meeste kinderen en zitten de laagste niveaus. Beide groepen zijn in een constante ontwikkeling, waarbij 7a sterk stijgt op spelling en DMT. In de reguliere groep vraagt rekenen om extra aandacht.
Groep 6 valt op dat in beide groepen de gemiddelde vaardigheid op rekenen is gedaald. In 6b is daarnaast BL significant slechter gemaakt. De woordenschat is daarentegen weer op gemiddeld A niveau in deze groep.
In groep 5 valt op dat de standaard “groep 4 dip” in Woordenschat zich in groep 5 niet helemaal heeft hersteld. Verder is zichtbaar dat beide groepen bovengemiddelde groei vertonen.
In groep 4a daalt de gemiddelde vaardigheid op rekenen. Nader onderzoek leert dat vooral de zwakste rekenaars te weinig progressie boeken. We zullen hier schoolbreed onze aandacht naar laten uitgaan. In 4a zit een grote groep zwakke lezers (technische en begrijpend). Desondanks zijn de leerkrachten in staat gebleken de groep bovengemiddelde groei te laten doormaken op dit vlak.
Alle scores zijn boven landelijk gemiddeld. DMT gemiddeld.
Kwaliteit van het Schooladvies Sinds 2012 waardeert de inspectie ook de kwaliteit van het schooladvies. In het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs wordt vergeleken hoeveel leerlingen nog functioneren op het niveau van het advies. De inspectie verwacht dit bij 75% van de leerlingen. Van de leerlingen die nu in het derde leerjaar zitten (voor zover bekend) zit 84% op hetzelfde of hoger niveau van het advies. In andere Niveaus van leerlingen in het 3e leerjaar.
In eerdere jaren zagen we dat 25% of meer van de leerlingen het niveau van het advies niet vasthoudt. Navraag bij de VO scholen leert dat dit vooral kinderen zijn die wel de capaciteiten maar niet de werkhouding of thuissituatie hebben om dit vol te houden. We namen dat mee in het (voorzichtiger) opstellen van de adviezen. De adviezen van drie jaar geleden hebben slechts voor 16% van de kinderen niet stand gehouden. Dat voldoet ruim aan de inspectienorm. Achtergrondinformatie over de kwaliteit van het schooladvies. Er is helaas nog geen handige systematiek om deze gegevens te verzamelen. We moeten de VO scholen vragen dit handmatig over te nemen van hun leerlingadministratie. Daarbij wordt niet altijd duidelijk gemaakt waarom een leerling is uitgeschreven (verhuizing of niveau niet gered). Het vergelijken van deze gegevens met ons toenmalig advies wordt ook niet gemakkelijker als er wisselende leerkrachten in groep 8 werken. Zij hebben immers dit advies niet afgegeven.
Kengetallen Ouderpopulatie Slechts 6 % van onze kinderen heeft een “leerlinggewicht”. Dat betekent dat het opleidingsniveau van beide ouders niet verder reikt dan LBO/VBO, praktijkonderwijs, VMBO Basis/Kadergerichte leerweg of maximaal twee jaar op een hogere opleiding. vanwege de leerplicht tot 16 jaar voor voltijdopleidingen komt het dus zelden voor dat een kind een weging krijgt. Voor ons is het dan ook moeilijk voor te stellen dat er scholen zijn met meer dan de helft aan gewichtenleerlingen!
Vanuit een simpele rekenkundige benadering levert alleen deze 8% van onze populatie extra werk op, vertaald in aanvullende formatie op schoolniveau. Bovendien wordt vanwege het lage aantal gewichtenleerlingen de score op de eindtoets naar beneden bijgesteld. Op scholen met veel gewichten gebeurt het omgekeerde. In onze praktijk zijn er genoeg kinderen zonder leerlinggewicht met een instabiele thuissituatie of weinig aanleg voor schools leren zonder weging. In groep 4 t/m 8 zitten 24 kinderen met een opleidingsgewicht via hun ouders/verzorgers (M afname 2015) 24 lln 0,3/1,2 gewicht
E score
D score
Begrijpend lezen Technisch Lezen DMT Woordenschat Rekenen en Wiskunde
7 2 5 3
1 2 5 2
Bij 25% landelijk laagst scorende leerlingen (DE) 33% 16% 41% 20%
A/A+ score 6 7 6 3
Bij 25% landelijk laagst scorende leerlingen (AA+) 25% 29% 25% 12%
Op basis van de resultaten van bovenstaande tabel heeft het gewicht weinig voorspellend effect op de tussenopbrengsten. Een deel (28%) scoort weliswaar bij de landelijk 25% zwakste leerlingen, maar een ander deel (23%) scoort bij de landelijk 25% beste leerlingen! Van de ouders van de nu actieve leerlingen was bij inschrijving van hun laatste kind 35% opgeleid tot het niveau VWO, HBO of WO. Uiteraard niet allemaal als paar, maar een groot deel van onze leerlingen zou een genetische voorsprong in aanleg kunnen hebben. Dat zou een hoog aantal A scores met zich meebrengen. Overige kengetallen We hebben de NSCCT (niet schoolse cognitieve competentie toets) afgenomen in de groep 4, 6 en 8. Deze toets pretendeert geen psychologische test te zijn, vergelijkbaar met een IQ test. Enige voorzichtigheid is daarom op zijn plaats. Terugkoppeling naar ouders wordt dan ook niet in een IQ cijfer gegeven. Er wordt slechts gekeken of er kinderen zijn die vallen buiten de gemiddelde bandbreedte tussen 85-115 en of er kinderen zijn die lager presteren dan hun aanleg volgens de testscore. Bij deze onderpresteerders proberen we te begrijpen welke factoren binnen of buiten het kind hogere prestaties belemmeren. De individuele score wordt nooit gebruikt om bovengrenzen te stellen aan capaciteiten van het kind. De groepsgemiddelden van alle klassen waarin is getest, schommelt tussen 98 en 102. We kunnen dus stellen dat onze kinderen niet meer aanleg voor leren bezitten dan gemiddeld. Als er toch bovengemiddelde scores op Cito toetsen volgen, is dat klaarblijkelijk het gevolg van goed onderwijs in combinatie met kansrijke thuissituaties. Nogmaals, gemiddeld!
Veiligheid Kinderen leren alleen als ze zich veilig voelen. Daarnaast komen er natuurlijk zaken bij. Je moet kunnen samenwerken, kunnen helpen, beleefd zijn, opletten, huiswerk maken, regels en afspraken nakomen, straf accepteren als je deze regels overtreedt, boosheid beheersen, enzovoorts. Hoe veilig is het dan op onze school? Sociaal-emotionele veiligheid kinderen We hebben geen methodische aanpak om pesten te voorkomen. We leren de kinderen op een positieve manier met elkaar om te gaan. Daar besteden we veel tijd en aandacht aan. Als we erachter komen dat er gepest wordt, dan pakken we dat signaal wel op. Afhankelijk van de ernst (plagen is geen pesten!) hanteren we in overleg met de IBer de vijfsporenaanpak. Vaak vindt het pesten niet plaats onder de ogen van de leerkracht maar buiten school. Als ouders ons hierop attenderen, proberen wij daar iets aan te doen. We staan open voor een evidence based aanpak van pesten, zoals dat landelijk steeds meer wordt gevraagd. Het moet in onze ogen echter geen schoolvak worden. Het blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van leerkrachten, kinderen en ouders. Bij afname van de SCOL (Sociale COmpetentie Lijst) bleek dat wij in alle groepen voldoen aan de inspectienorm voor sociale competenties die geldt voor groep 8. We hebben de onderwijsinspectie erop geattendeerd dat er ook een leerlingSCOL is. Deze geeft een beter beeld vanuit het kind zelf. Totaal groep 8 LeerlingSCOL Normgroep
Aantal scores
Voldoende
Procentueel 39
86,67%
Onvoldoende
6
13,33%
Onbekend
0
0,00%
45
100%
Totaal SCOL Normgroep
Aantal scores
Procentueel
A
19
42,22%
B
9
20,00%
C
8
17,78%
D
2
4,44%
E
7
15,56%
Onbekend
0
0,00%
45
100%
Totaal
80,00%
20,00%
Inspectienorm: 50% of meer in ABC in groep 8 is voldoende
“Balaans” rapportage Universiteit Maastricht (www.kaans.nl). Onder de leerlingen en ouders van groep 8 worden jaarlijks vragenlijsten verspreid door een onderzoeker van de UM. Van deze onderzoeken krijgen wij een terugkoppeling. Binnen onderzoeksthema IV (Ervaren veiligheid door leerlingen (43 van 43) en ouders (39 van 43) blijkt het volgende: % van de ouders dat de school vertrouwt:
Gemiddeld 89 %
School 82%
% Leerlingen dat zich niet veilig voelt:
Gemiddeld 6.2%
School 2.3%
Bij onderzoeksthema III (Leerlingwelbevinden en door leerlingen ervaren steun vanuit het team) blijkt: % Leerlingen negatief over…. … de school:
Gemiddeld 8.5%
school 0.0%
…de klasgenoten
Gemiddeld 4.13%
School 0.0%
…de leerkrachten
Gemiddeld 1.8%
School 0.0%
De door leerlingen ervaren steun van de kant van leerkrachten Gemiddeld 11.6 %
School 11.9%
Op bijna alle onderdelen scoren ouders en kinderen de school gelijk aan of gemiddeld hoger dan de gemiddelde score. Opvallend is dat 0% een negatief oordeel geeft over hun school, klasgenoten en leerkrachten! Tevredenheidspeiling via de pilot van schoolvensters In de tevredenheidspeiling via de pilot van schoolvensters in februari 2014 geeft 92% van de leerlingen en 94% van de ouders (namens hun kinderen) aan (met + of ++) zich veilig te voelen op school. Fysieke veiligheid leerlingen We registreren iedere keer dat een kind naar de dokter of het ziekenhuis moet. Een schrammetje of een bult hoort bij het samen spelen. Een pleistertje plakken en koelen kunnen we in het algemeen zelf. Als er een wond gehecht of gelijmd moet worden of als we een hersenschudding of botbreuk vermoeden, gaan we meteen naar een arts en bellen dan de ouders. Een kind hebben wij dit schooljaar doorgestuurd voor verder onderzoek of behandeling. Ervaren veiligheid teamleden Een veilige school begint bij de leerkrachten zelf. In de laatste tevredenheidspeiling die Movare laat invullen door haar werknemers geeft dit team de ervaren veiligheid een rapportcijfer van 8,6. Van de respondenten geeft 95% aan nooit getreiterd of gepest te worden, 5 % soms. In de tevredenheidspeiling via de pilot van schoolvensters in februari 2014 geeft 100% aan (met + of ++) zich veilig te voelen op school.
Incidentregistratie De school kent geen registratie van bedreigende situaties met ouders. Fysiek geweld kennen wij gelukkig (nog) niet. In boosheid gesproken woorden zijn er wel eens, maar niet dermate dat er beleid op moet worden gezet.