INHOUD
Inhoud
Woord vooraf
11
Inleiding
13
1. 2.
13 13 13 14 15
3.
Belang van het aanvankelijk lezen DSM-wending in leesmethodiek 2.1 Globale of directe aanpak? 2.2 DSM: vernieuwing in continuïteit Overzicht
Deel 1. Ontstaan en invloed van de directe systeemmethodiek
17
1.
19
1.1 1.2
DSM-wending in methodiek en methodes Directe systeemmethodiek vanaf 1986 DSM in recente leesmethodes
19 20
2.
Leesproblemen verminderen
23
3.
Belang van leesmethodiek
25
3.1 3.2 3.3
Meer lees- en leertijd Verborgen pijnpunten Methodiek en methode zijn belangrijk
25 25 26
4.
Ontstaan van DSM en wetenschappelijke steun
29
4.1 4.2 4.3 4.4
Op zoek naar effectieve methodiek (1971-1986) Ultieme doel is preventie Verschillende DSM-methodes DSM en recent wetenschappelijk onderzoek
29 30 31 31
5. 5.1
Basisprincipes van DSM Korte (sleutel)woorden en letterclusters bij de start
35 35
5
INHOUD
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
37 39 41 42 44 45
6.
Onderzoek over DSM en Leessprong in 2005
47
7.
Preventieve leesmethodiek en zorgverbreding
49
Deel 2. Historiek van de leesmethodes
53
1.
Inleiding
55
2.
Spelmethodes
57
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5. 6
Vlotte synthese en veel automatisatie Verklanking en leescode staan centraal Motivatie vanuit leescompetentie en aparte leeslijn ‘Directe’ instructie en klassikaal werken Sobere en transparante aanpak Combinatie met schrijven en spellen
5.1
Lezen met alfabetnamen Wastafeltje, ABC-plankjes, hornbook, ABC-boek Verkorte spelmethodieken Zwakke en inspirerende kanten van de spelmethodiek Spelmethode De Haan vanaf 1965 Letter voor letter spellen in functie van het schrijven Klankmethodes Klanksynthetische en complexere klankmethodes Vroege klankmethodes in de 16de en 17de eeuw Schneither (1796) en Nieuwold (1798) Methode Prinsen (1817) Methode Prinsen (en Pietersz) in Vlaanderen Recente klankmethodes voor zwakke leerlingen Normaalwoordenmethodes Bouman (1866): verbetering van de methode Prinsen Grondwoordenmethode van Versluys (1877) Vlaamse normaalwoordenmethodes rond 1900-1910 Lustig Volkje (van 1926 tot ongeveer 1965) Normaalwoordenmethodes inspirerend voor DSM Analytisch-synthetische methodes Auditieve vooroefeningen
57 57 60 61 63 64 65 65 66 67 68 71 72 75 75 76 76 78 79 81 81
Methode Hoogeveen (1906) Andere analytisch-synthetische methodes Beoordeling van de analytisch-synthetische methodes
82 84 84
6.
Globale leesmethodiek en whole-language-benadering
87
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 8. 8.1 8.2 8.3
Inleiding Natuurlijk leren en de Gestaltpsychologie Globale leesmethodiek in de praktijk (vanaf 1900) Globale leesmethodes rond 1935 Veel propaganda en nog meer kritiek Globaliserende leesmethodes (1950-1970) Nefaste invloed op structuurmethodes (1960-heden) Globale leesmethodiek na 1970: Freinet, FAL, whole-language, constructivisme, ... Structuurmethode Synthese van analytisch-synthetische en globale aanpak Vlaamse structuurmethodes (1965-2000) Invloed van de globale en analytisch-synthetische leesmethode op VLL Zó leren lezen (1960) en Veilig leren lezen (1963- ...) Veilig leren lezen vanaf 1980 Maan-roos-vis vanaf 1991 Tweede Maanversie 2003 Kritiek op structuurmethodes en vergelijking met de directe systeemmethodiek Pijnpunten van structuurmethodes Kritische getuigenissen van leerkrachten Vergelijking van de directe systeemmethodiek en structuurmethodes
87 89 92 94 95 96 97 97 105 105 107 109 110 111 115 119
125 125 130 131
Deel 3. DSM: directe systeemmethodiek
133
1.
Inleiding en overzicht
135
2.
DSM en (neuro)psychologisch onderzoek
137
3.
Connectionistische leestheorie en fonologisch coherentiemodel
141
Connectionisme en woordherkenning Grafeem-, foneem- en semantische knopen: onderling verbonden Geen woordspecifiek bestand
141 142 142
3.1 3.2 3.3
INHOUD
5.2 5.3 5.4
7
INHOUD
3.4 3.5 3.6
143 144 145
4.
Lettergroeplezen, eindrijmen en clustering
147
5.
Geleidelijke letter(groep)-klankkoppeling, vertrekkende van kortste sleutelwoordjes
151
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Inleiding Vertrekken van eindrijmen (KM) als sleutelwoorden Tweeklankwoorden (eindrijmen) in Leesballon (1983) Eerste sleutelwoorden met korte klinker en rekbare medeklinker Letters: volledige discriminatie, volgorde en tempo Soorten clusters
151 152 152 155 155 157
6. Vroege en vlotte synthese
159
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
159 160 160 161 162
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
8
Bottom-up- én deels top-downproces Geen lezen vanuit de context Connectionisme en covariatieprincipe
Noch ineens herkennen, noch letterspellend lezen Letterspellend lezen leidt tot overbelasting van het werkgeheugen Spellend lezen en het coarticulatiefenomeen Het balansprincipe Vloeiende verbindingen: aanvullende technieken Automatiseren: gestructureerde opbouw en herhaling Verstevigen en vlotter oproepen van connecties Belang van automatiseren Een complex proces Automatiseren en progressieve complicering Herhaling en dril Structuurrijtjes, losse woordenreeksen en transfer Tijds- en concentratiedruk Computerprogramma Leeskist voor diagnose en remediëring Besluit
165 165 166 167 168 169 169 171 172 172
8.
Integrale leestaken, geen geïsoleerde componenten
175
9.
Relatie tussen lezen, schrijven, spellen
179
10.
Invloed van DSM op recente leesmethodes
181
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Leessprong (1999) Leessprong – ik lees met hup (2008) DSM-accenten in Veilig leren lezen (2003) mol en beer (2006) Andere leesmethodes met DSM-invloeden
181 183 184 185 186
DSM en leerzorg
189
11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7
Geen gedifferentieerde instructie en doorgedreven differentiatie Geen twee of drie leesmethodieken tegelijk DSM voorkomt/vermindert problemen Geen leerlingspecifieke programma’s Geen specialistische aanpakken Samenwerking school-thuis Dyslectische leerlingen
189 191 192 193 194 195 195
Literatuur
INHOUD
11.
199
9