Treasurystatuut (Definitief)
Wonen Noordwest Friesland december 2013 Sint Annaparochie
Inhoudsopgave 1. INLEIDING .......................................................................................................................... 4 1.1 ALGEMEEN ........................................................................................................................... 4 1.2 WETTELIJK KADER VAN HET TREASURYSTATUUT ................................................................................. 4 1.3 DOEL VAN HET TREASURYSTATUUT ............................................................................................... 4 1.4 DOELSTELLING VAN DE TREASURYFUNCTIE ...................................................................................... 5 1.5 OPSTELLEN, VASTSTELLEN, GOEDKEUREN EN WIJZIGEN VAN HET TREASURYSTATUUT ....................................... 5 1.6 DISTRIBUTIE ........................................................................................................................ 5 1.7 ACCOUNTANTSCONTROLE .......................................................................................................... 5 1.8 BEGRIPPEN .......................................................................................................................... 6 2. RISICOBEHEER .................................................................................................................... 7 2.1 DEFINITIE ........................................................................................................................... 7 2.2 DOELSTELLING ...................................................................................................................... 7 2.3 RENTERISICOBEHEER ............................................................................................................... 7 2.4 KREDIETRISICOBEHEER ............................................................................................................ 8 2.5 LIQUIDITEITSRISICOBEHEER ....................................................................................................... 8 2.6 OPSLAGRISICO ...................................................................................................................... 9 2.7 BESCHIKBAARHEIDSRISICO ........................................................................................................ 9 2.8 SOLVABILITEITSRISICO ............................................................................................................ 9 2.9 VALUTARISICOBEHEER ............................................................................................................. 9 2.10 JURIDISCH RISICOBEHEER ....................................................................................................... 9 2.11 OPERATIONEEL RISICOBEHEER.................................................................................................. 10 2.12 NIEUWE PRODUCTEN............................................................................................................. 10 3. FINANCIERINGEN ............................................................................................................. 11 3.1 ALGEMEEN .......................................................................................................................... 11 3.2 GEBORGDE FINANCIERINGEN ..................................................................................................... 11 3.3 NIET-GEBORGDE FINANCIERINGEN ............................................................................................... 12 4. LIQUIDITEITENBEHEER & BELEGGEN ................................................................................ 13 4.1 DEFINITIE .......................................................................................................................... 13 4.2 BELEGGEN .......................................................................................................................... 13 4.3 DOELSTELLINGEN .................................................................................................................. 13 4.4 BETALINGSVERKEER ............................................................................................................... 13 4.5 SALDO- EN LIQUIDITEITENBEHEER ............................................................................................... 13 4.6 TEGENPARTIJEN .................................................................................................................... 14 5. RELATIEBEHEER ................................................................................................................ 15 5.1 UITGANGSPUNTEN ................................................................................................................. 15 5.2 HUISBANK .......................................................................................................................... 15 5.3 FINANCIËLE TEGENPARTIJEN ...................................................................................................... 15 5.4 GEBRUIK BROKERS, BEMIDDELAARS ............................................................................................. 15 6. DERIVATEN ....................................................................................................................... 16 6.1 DEFINITIE .......................................................................................................................... 16 6.2 UITGANGSPUNTEN ................................................................................................................. 16 6.3 RICHTLIJNEN ....................................................................................................................... 16
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
2
7. ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE .............................................. 18 7.1 UITGANGSPUNTEN ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE ................................................ 18 7.2 TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ....................................................................... 18 7.3 BESLUITEN ......................................................................................................................... 20 7.4 TRANSACTIEVOORSTELLEN ........................................................................................................ 21 7.5 INTERNE EN EXTERNE INFORMATIEVOORZIENING .............................................................................. 21 8. ONDERTEKENING .............................................................................................................. 23 BIJLAGE 1: BEGRIPPENLIJST ................................................................................................ 24 BIJLAGE 2: NORMEN/PERCENTAGES/TOETSEN ..................................................................... 30 BIJLAGE 3: TREASURYPROTOCOL VERBINDINGEN VAN WONEN NOORDWEST FRIESLAND ... 31
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
3
1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1
1.1.2 1.1.3
1.1.4
1.1.5
1.1.6
Wonen Noordwest Friesland te Sint Annaparochie is een toegelaten instelling (TI) in de zin van de Woningwet. Wonen Noordwest Friesland is een kapitaalintensieve organisatie en de rentelasten vormen een belangrijke kostenpost. Treasury is het bestuurlijk proces waarbij de huidige en toekomstige financiële positie, kasstromen en de hieraan verbonden financiële en operationele risico’s worden bestuurd en beheerst. Treasury-activiteiten zijn de financierings- en beleggingsactiviteiten alsmede ook het risicobeheer en alle activiteiten die erop gericht zijn huidige en toekomstige financiële risico’s in kaart te brengen en te beheersen. De kaders, afspraken en procedures waarbinnen Wonen Noordwest Friesland haar treasury-activiteiten uitvoert worden vastgelegd in de volgende interne beheersinstrumenten: a. het Treasurystatuut (TS); b. het Treasury Jaarplan (TJ); c. een Treasurykwartaal- of tertaalrapportage; d. driemaal per jaar Treasury Commissie (TC) overleg; e. de Administratieve Organisatie/ Interne Controle van de Treasuryprocessen (AO/IC). Wonen Noordwest Friesland kan verbindingen oprichten voor risicodragend gebieds- en projectontwikkeling of andere specifieke activiteiten. De kaders waarbinnen besluiten op het gebied van treasury, ten aanzien van de verbindingen, worden genomen zijn vastgelegd in het treasuryprotocol (zie bijlage 3). Vier corporaties in Friesland zijn met elkaar een samenwerking aangegaan op het gebied van treasury. De aan deze samenwerking deelnemende corporaties zijn: – – – –
Wonen Noordwest Friesland De Wieren De Bouwvereniging Thus Wonen
te te te te
Sint Annaparochie Sneek Harlingen Dokkum
Deze samenwerking richt zich in belangrijke mate op de treasury van de deelnemers
1.2 Wettelijk kader van het Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting en conformeert zich aan het wettelijk kader dat onder meer gevormd wordt door: a. het Burgerlijk Wetboek; b. de (herziene) Woningwet; c. het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH); d. het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV); e. de regels en normen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW); f. de regels en normen van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), c.q. de Financiële Autoriteit Woningcorporaties (FAW); g. de MG circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK); h. de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting (BZK); i. het Eigen Middelen beleid van het WSW; j. de Governancecode Woningcorporaties; k. Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving; l. de Statuten van Wonen Noordwest Friesland.
1.3 Doel van het Treasurystatuut Dit Treasurystatuut heeft tot doel een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk te maken, middels een formeel kader waarbinnen de treasury-activiteiten binnen Wonen Noordwest Friesland dienen plaats te vinden.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
4
1.4 Doelstelling van de Treasuryfunctie 1.4.1
1.4.2 1.4.3
1.4.4
Alle Treasury-activiteiten zijn ondergeschikt en dienend aan de missie en visie van Wonen Noordwest Friesland. In het strategische beleid, de kerntaken en doelstellingen van Wonen Noordwest Friesland is inhoud gegeven aan de missie en visie. De hoofdtaak van Treasury is de financiële continuïteit op de korte en lange termijn te waarborgen Om de financiële continuïteit op korte en lange termijn te waarborgen, dienen onderstaande activiteiten te worden verricht: a. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele (marktconforme) condities en risico’s, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien; b. Het beschermen van vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico en operationele risico; c. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; d. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van wettelijke regelingen, voorschriften en de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut; e. Het realiseren van informatiestromen ter ondersteuning van de opstelling van het Treasurybeleid in het Treasury Jaarplan, de uitvoering van het beleid en de verantwoording daarover; f. Het voorkomen van over- en onderfinanciering. Aan de Treasuryfunctie wordt geen winstverantwoordelijkheid toegekend.
1.5 Opstellen, vaststellen, goedkeuren en wijzigen van het Treasurystatuut 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.5.6
1.5.7
1.5.8
De Manager Financiën, Informatievoorziening en Administratie (Manager FIA) initieert en stelt het Treasurystatuut op. Vaststelling van het Treasurystatuut en de eventuele wijzigingen daarop vindt plaats door de Bestuurder. Goedkeuring van het Treasurystatuut vindt plaats door de Raad van Commissarissen (RvC). De RvC (her)bekrachtigd het Treasurystatuut na aanpassingen. Bij het opstellen of wijzigen van het Treasurystatuut laat de Bestuurder zich adviseren door de Treasury Commissie. Het Treasurystatuut heeft door haar aard en inhoud een langdurige werking. Het Treasurystatuut wordt jaarlijks door de Controller getoetst aan de actualiteit. Bij afwijkingen wordt conform regel 1.5.1 tot en met regel 1.5.5 gehandeld. Als een wijziging van de wet- en regelgeving plaatsvindt waardoor strijdigheid met het huidige Treasurystatuut ontstaat, dan zal het vigerende Treasurystatuut daaraan ondergeschikt zijn. De Manager FIA zal na bekendmaking voorstellen doen aan de Bestuurder om strijdigheden op te heffen. Afwijkingen van het vigerende Treasurystatuut kunnen slechts na voorafgaande goedkeuring door de RvC plaatsvinden.
1.6 Distributie Het Treasurystatuut is bestemd voor intern gebruik door functionarissen betrokken bij het Treasury-proces bij Wonen Noordwest Friesland, de toezichthouder en de accountant. Voor verspreiding is toestemming nodig van de Bestuurder.
1.7 Accountantscontrole 1.7.1 1.7.2
Bij de controle van de jaarrekening zal de accountant aandacht geven aan de beheersing van de financiële risico’s en hierbij de toepassing van het Treasurystatuut betrekken. De accountant geeft jaarlijks een oordeel over het bestaan, de opzet en de werking van de AO/IC van de treasuryprocessen. De accountant heeft hierin een adviesrol naar de RvC.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
5
1.8 Begrippen Voor de toepassing van het bij of krachtens dit Treasurystatuut bepaalde begrippen worden verstaan de in Bijlage 1 bijgesloten lijst van begrippen die daarin omschreven c.q. gedefinieerd worden. De begrippen in dit statuut worden met een hoofdletter geschreven.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
6
2. Risicobeheer 2.1 Definitie 2.1.1
2.1.2
Risicobeheer betreft het identificeren en beoordelen van financiële - en operationele risico’s en het vaststellen van maatregelen ter bescherming van het eigen vermogen en beheersing van de negatieve gevolgen op de renteresultaten. Wonen Noordwest Friesland sluit met haar risicobeheersysteem aan, zoals beschreven in de uitwerking van de Governancecode Woningcorporaties.
2.2 Doelstelling 2.2.1 2.2.2 2.2.3
Doel van het risicobeheer is het gestructureerd expliciet maken en beheersen van risico’s ten einde de doelstellingen van Wonen Noordwest Friesland te realiseren. De beheersing van de financiële – en operationele risico’s dient aan strikte richtlijnen te voldoen en frequent gemonitord en getoetst te worden. Wonen Noordwest Friesland herkent de volgende risico’s op het gebied van treasury: renterisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, beschikbaarheidsrisico, valutarisico, juridisch risico en operationeel risico.
Hieronder worden de risico’s beschreven, en specifieke richtlijnen verder uitgewerkt en de Beheersstrategie bepaald: het beëindigen, beheersen, overdragen of accepteren van vastgestelde risico’s binnen de kaders van dit Treasurystatuut.
2.3 Renterisicobeheer 2.3.1 2.3.2 2.3.3
2.3.4 2.3.5
2.3.6 2.3.7
2.3.8
Renterisicobeheer betreft het geheel aan maatregelen ter bescherming van het eigen vermogen en beheersing van renteresultaten tegen nadelige invloeden van rentebewegingen. Wonen Noordwest Friesland beheerst en monitort het renterisico integraal, rekening houdend met de verschillende componenten in de totale rentelast, zoals rente- en opslagrisico’s. De doelstelling van renterisicobeheer is het beperken van de gevoeligheid voor renteschommelingen in enig jaar middels een evenwichtige spreiding van renterisico’s over de tijd (gemeten in tijdvakken van twaalf maanden). Wonen Noordwest Friesland zorgt ervoor dat de renterisico’s inzichtelijk zijn. Renterisico wordt gemeten en genormeerd door twee methodes: a. De WSW-methode. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) stelt: WSW deelnemers mogen een renterisico hebben van maximaal 15% van het vreemd vermogen op de meest recente achterliggende balansdatum, gerekend over een aaneengesloten voortschrijdende periode van twaalf maanden. Onder renterisico verstaat het WSW de optelsom van de aflossingen op leningen, leningen met een variabel rentetype, leningen met renteconversies en opslagherzieningen van basisrenteleningen minus de som van de schuldrestanten van de leningen waarvan de renterisico’s afgedekt zijn met derivaten; b. De Bedrijfseconomische-methode. Het renterisicovolume wordt gemeten aan de hand van het (netto) geldvolume dat gerekend over een aaneengesloten voortschrijdende periode van twaalf maanden gevoelig is voor rentebewegingen. Dit omvat de kasstromen uit exploitatie, (des)investeringen en financieringen aangevuld met renteconversies en leningen met een variabel rentetype verminderd met het matigende effect van rente-instrumenten. Het Bedrijfseconomisch renterisico wordt uitgedrukt in een nominaal bedrag én een percentage van de restant hoofdsom van de leningen per ultimo voorgaand boekjaar en bedraagt in enig aaneengesloten voortschrijdende periode van twaalf maanden maximaal 15%. Er worden geen renteafspraken gemaakt voor rente(conversies) op leningen of rente-instrumenten die een startdatum hebben die verder dan drie jaar in de toekomst liggen (conform WSW-eisen). Het gebruik van Derivaten ter afdekking van renterisico’s is toegestaan binnen de richtlijnen van de Beleidsregels gebruik financiële derivaten en de voorschriften die in hoofdstuk 8 Derivaten van het Treasurystatuut beschreven zijn. Voor renterisicobeheer is de Beheersstrategie van Wonen Noordwest Friesland tweeledig: het volumerisico wordt beheerst door bovenstaande regels (2.3.1 t/m 2.3.7) en het Prijsrisico wordt geaccepteerd.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
7
2.4 Kredietrisicobeheer 2.4.1
2.4.2 2.4.3
2.4.4 2.4.5
2.4.6 2.4.7 2.4.8
2.4.9
Kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Krediet- of tegenpartijrisico loopt Wonen Noordwest Friesland bij uitzetting (tot twee jaar) en belegging (langer dan twee jaar). Daarnaast kan Wonen Noordwest Friesland kredietrisico lopen op overeenkomsten met betrekking tot financiële derivaten. Onder tegenpartij wordt verstaan, alle juridisch verbonden partijen. Om het kredietrisico te beperken heeft Wonen Noordwest Friesland de volgende richtlijnen voor tegenpartijen opgesteld: a. Uitzettingen tot drie maanden vinden uitsluitend plaats bij: Solide debiteuren waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort én het desbetreffende land én de debiteur minimaal een lange termijn internationale kredietbeoordeling heeft van A3/ A-, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde kredietbeoordeling bureaus (Moody’s Investors Service, Standard & Poor’s Ratings Services of Fitch Ratings); b. Uitzettingen langer dan drie maanden vinden uitsluitend plaats bij: Solide debiteuren waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort én het desbetreffende land én de debiteur minimaal een lange termijn kredietbeoordeling heeft van Aa3/AA-, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde kredietbeoordeling bureaus (Moody’s Investors Service, Standard & Poor’s Ratings Services of Fitch Ratings); c. Derivatentransacties vinden uitsluitend plaats met financiële instellingen waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort én het desbetreffende land én de financiële instelling minimaal een kredietbeoordeling heeft van A3/A-, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (Moody’s Investors Service, Standard & Poor’s Ratings Services of Fitch Ratings). De actuele kredietbeoordeling worden driemaandelijks door de Manager FIA opgevraagd bij de treasury adviseur. Indien de kredietbeoordeling van een debiteur, dan wel de staat waarin deze gevestigd is, verlaagd (‘Downgrading’) wordt tot een niveau lager dan een lange termijn kredietbeoordeling van A3/A-, zal de Manager FIA onderzoeken of de lopende uitzettingen afgewikkeld kunnen worden en tegen welke kosten. De Bestuurder neemt na advies van de Treasurycommissie en de Controller een besluit dat binnen vier weken ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de RvC. De kredietbeoordeling van tegenpartijen waarmee transacties zijn afgesloten, wordt driemaandelijks getoetst door de Manager FIA en in de Treasurycommissie besproken. Wijzigingen in de kredietbeoordeling van tegenpartijen worden direct na bekendmaking intern vastgelegd door de Manager FIA en gerapporteerd aan de Bestuurder. Het maximale kredietrisico dat Wonen Noordwest Friesland accepteert per tegenpartij bedraagt € 5 mln. plus maximaal € 0,5 mln. opgelopen rente. Overschrijding van dit kredietrisico wordt door de Manager FIA terstond gemeld aan de Bestuurder, die dit direct meldt aan de RvC. Voor kredietrisico is de beheersstrategie beëindigen en beheersen en waar dat niet mogelijk is accepteren.
2.5 Liquiditeitsrisicobeheer 2.5.1 2.5.2
2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.6
Liquiditeitsrisico is het risico dat niet kan worden voldaan aan actuele (en potentiele) financiële verplichtingen of het leveren van onderpand op de vervaldatum. Wonen Noordwest Friesland kan te allen tijde aan haar actuele (en toegezegde toekomstige) financiële verplichtingen voldoen. Uitgangspunt is dat er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn, dan wel voldoende ruimte in de gecommitteerde kredietfaciliteiten beschikbaar is in combinatie met eventueel beschikbare opnamecapaciteit op roll-over leningen met een variabele hoofdsom. Wonen Noordwest Friesland dient te voldoen aan een minimale ICR en een DSCR conform de eisen van het WSW. Wonen Noordwest Friesland zorgt dat zij voldoet aan de eisen van het Eigen Middelen beleid van het WSW. Wonen Noordwest Friesland bouwt eigen middelen op conform het Eigen Middelen beleid van het WSW. Voor liquiditeitsrisico is de beheersstrategie beheersen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
8
2.6 Opslagrisico 2.6.1
2.6.2 2.6.3 2.6.4
Opslagrisico is het risico dat op herzieningsmoment de opslag, die de financier/bank boven de variabele Euribor rente óf basisrente (basisrenteleningen) in rekening brengt na enige tijd voor een zelfde looptijd, hoger is dan de huidige opslag. Dit risico kan ontstaan door een wijziging in de kredietbeoordeling van Wonen Noordwest Friesland of de sector en/of door hogere kosten die de financier/bank door marktomstandigheden en/of wet- en regelgeving genoodzaakt is door te berekenen. Opslagrisico wordt herkend bij roll-over leningen en basisrenteleningen. Wonen Noordwest Friesland maximeert het jaarlijkse opslagrisico op leningen met een opslagherziening op 15% van de uitstaande nominale hoofdsom van de leningenportefeuille per ultimo voorgaand boekjaar. Voor opslagrisico is de beheerstrategie accepteren.
2.7 Beschikbaarheidsrisico 2.7.1 2.7.2 2.7.3
2.7.4 2.7.5 2.7.6 2.7.7
Beschikbaarheidsrisico is het risico dat geldgevers niet bereid zijn om tegen acceptabele tarieven geld te verstrekken. Wonen Noordwest Friesland verminderd het beschikbaarheidsrisico door te voldoen aan de eisen en normen van het WSW en het CFV/FAW, en de specifieke eisen van haar geldgevers. Wonen Noordwest Friesland mitigeert het beschikbaarheidsrisico door het spreiden van de afloopdata van langlopende leningen en faciliteiten, door voldoende gecommitteerde kredietfaciliteiten ter beschikking te hebben en door haar financieringsbronnen te diversifiëren. Het jaarlijks beschikbaarheidsrisico wordt beperkt door de 15% renterisiconorm (WSW en het bedrijfseconomisch renterisico). Wonen Noordwest Friesland dient te voldoen aan de Kasstroomtoets van het WSW. Indien hieraan niet voldaan wordt, dienen terstond maatregelen genomen te worden. Wonen Noordwest Friesland dient te voldoen aan een minimale ICR en DSCR conform de eisen van het WSW. Voor beschikbaarheidsrisico is de beheersstrategie beheersen.
2.8 Solvabiliteitsrisico 2.8.1
2.8.2 2.8.3
De solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Het eigen vermogen vormt het weerstandsvermogen, wat kan worden aangewend om (onverwachte) financiële tegenvallers op te vangen. Wonen Noordwest Friesland zal te allen tijde aan de in leningenconvenanten afgesproken minimale solvabiliteit voldoen om te voorkomen dat leningen direct opeisbaar worden. Voor solvabiliteitsrisico is de beheersstrategie beëindigen.
2.9 Valutarisicobeheer Valutarisico wordt door Wonen Noordwest Friesland uitgesloten, doordat financiële instrumenten slechts worden afgesloten, verstrekt of gegarandeerd in euro’s. Voor valutarisico is de beheersstrategie beëindigen.
2.10 Juridisch risicobeheer 2.10.1 Het juridisch risico is het risico van: a. veranderingen in, en naleving van wet- en regelgeving, b. niet-afdwingbaarheid van contractuele bepalingen; c. niet-correct gedocumenteerde contractuele bepalingen. 2.10.2 Ter voorkoming van juridische risico’s draagt Wonen Noordwest Friesland er zorg voor dat juridische documentatie van optimale kwaliteit is door het gebruik van geactualiseerde standaarddocumentatie, het laten opstellen of controleren van niet-standaarddocumentatie door een gespecialiseerde jurist (eventueel door de externe treasury adviseur). 2.10.3 Voor juridisch risico is de beheersstrategie overdragen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
9
2.11 Operationeel risicobeheer 2.11.1 Operationele risico’s zijn risico’s van een potentieel verlies als gevolg van inadequate of falende processen, menselijk gedrag en systemen of externe gebeurtenissen. 2.11.2 Wonen Noordwest Friesland mitigeert deze risico’s door een deugdelijke functiescheiding tussen besluitvormende, uitvoerende, registrerende en controlerende functies, een goed beschreven administratieve organisatie en interne controle en toezicht op naleving van de afgesproken procedures zoals vastgelegd in de AO/IC. 2.11.3 De opzet en werking van het treasuryproces wordt jaarlijks getoetst door de Controller. 2.11.4 De Bestuurder van Wonen Noordwest Friesland waarborgt dat het bij de treasury-activiteiten betrokken personeel voldoende deskundig is en blijft door opleidingseisen te stellen. 2.11.5 De RvC waarborgt dat de RvC voldoende deskundigheid aanwezig heeft. 2.11.6 Voor operationeel risico is de beheersstrategie beheersen.
2.12 Nieuwe producten 2.12.1 Nieuwe producten zijn financiële instrumenten of leningsvormen die afwijken van de tot dan toe door Wonen Noordwest Friesland gehanteerde instrumenten. 2.12.2 Nieuwe producten dienen te voldoen aan de volgende eisen: a. Toegestaan (CFV/FAW, WSW en het Ministerie); b. Passend in het risicoprofiel; c. Transparant; d. Begrijpelijk; e. Toegevoegde waarde; f. Liquide markt. 2.12.3 Alvorens Wonen Noordwest Friesland nieuwe financiële instrumenten of leningsvormen kan gaan gebruiken, dient aan de volgende voorwaarden voldaan te zijn: a. Wonen Noordwest Friesland maakt een beschrijving van het nieuwe instrument; b. Wonen Noordwest Friesland motiveert de ingebruikname van het nieuwe product, waarin o.a. de voordelen en nadelen ten opzichte van traditionele instrumenten worden beschreven; c. Wonen Noordwest Friesland maakt een beschrijving van de risico’s van het nieuwe product, waarin minimaal de volgende zaken aan de orde komen: De liquiditeit, c.q. verhandelbaarheid van het nieuwe instrument; De prijsvorming van het nieuwe instrument; De kosten en consequenties voor de administratieve organisatie; Het oordeel van de controller; Het oordeel van de accountant; Het oordeel van de externe treasury adviseur. d. Wonen Noordwest Friesland maakt een beschrijving van het beheer en de administratieve organisatie van het nieuwe product; e. Op basis van deze informatie neemt de bestuurder een besluit dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de RvC; f. Zes maanden na ingebruikname wordt een evaluatie gedaan of het product aan de gestelde eisen voldoet. Indien het product niet aan de gestelde eisen voldoet, zullen terstond maatregelen genomen worden om wel aan de gestelde eisen te voldoen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
10
3. Financieringen 3.1 Algemeen Onder financieren wordt verstaan het voor langere termijn aantrekken van gelden bij derden. Hierbij geldt een minimale rentevaste looptijd van twee jaar.
3.2 Geborgde financieringen 3.2.1
3.2.2
3.2.3
Definitie Geborgde financiering is financiering onder garantie van het WSW ten behoeve van borgbare activiteiten óf onder garantie van een gemeente. De borgbare activiteiten zijn de diensten van algemeen economisch belang (DAEB), waaronder bouw, renovatie, exploitatie en verhuur van woningen tot een maximale huurtoeslaggrens, van maatschappelijk vastgoed en van activiteiten om de leefbaarheid in wijken te verbeteren. Een actueel overzicht van borgbare activiteiten is beschikbaar op de website van het WSW (www.wsw.nl). Doelstellingen a. Wonen Noordwest Friesland streeft naar bedrijfsfinanciering, wat inhoudt dat financiering wordt afgestemd op de totale financieringsbehoefte; b. De jaarlijkse rentekosten zullen zoveel mogelijk stabiel zijn. c. Realisatie van zo laag mogelijke financieringskosten tegen acceptabele risico’s zoals beschreven in hoofdstuk 2; d. De leningenportefeuille moet voldoende flexibel zijn om adequaat in te spelen op wijzigingen in de financieringsbehoefte en wijzigingen in de wet- en/of regelgeving. Randvoorwaarden (de normbedragen en –percentages zijn opgenomen in bijlage 2) a. De financieringsbehoefte wordt in het Treasury Jaarplan vastgelegd. De berekening vindt plaats op basis van de meerjarenbegroting en de daaruit voortvloeiende liquiditeitsprognoses met een planningshorizon van minimaal vijf jaar; b. De opbouw van de huidige leningenportefeuille en de meerjarige kasstroomprognoses zijn bepalend voor het aantrekken van leningen. De keuze van modaliteiten (looptijd, hoofdsomverloop en rentebetalingen en -conversies) van financiering zijn passend binnen de risico’s die Wonen Noordwest Friesland wenst te lopen; c. Wonen Noordwest Friesland kiest primair voor interne financiering, waardoor een beroep op externe financieringsbronnen geminimaliseerd wordt en daarmee de financieringskosten beperkt. Interne middelen moeten worden aangewend volgens het Eigen Middelen beleid van het WSW. d. Er worden geen leningen aangetrokken met een storting die meer dan drie jaar in de toekomst ligt; e. Er worden geen middelen aangetrokken met als doel beleggen. f. De coupondata dienen zoveel mogelijk over de maanden van het jaar verspreid te liggen. Hierdoor wordt het liquiditeitenbeheer geoptimaliseerd. g. Het waarde van het totaal vreemd vermogen per ultimo vorig boekjaar dient kleiner te zijn dan het maximale normpercentage ten opzichte van de WOZ-waarde van al het bezit zoals het WSW dat heeft vastgesteld; h. Het schuldrestant van WSW-geborgde leningen per ultimo vorig boekjaar dient kleiner te zijn dan het door het WSW gehanteerde maximale normpercentage van de WOZ-waarde van het bij het WSW ingezette onderpand; i. De aflossingsfictie dient binnen uiterlijk 5 (prognose)jaren minimaal binnen het normpercentage van het WSW te vallen. j. Bij nieuwe financieringen voldoet Wonen Noordwest Friesland aan het gedifferentieerd rentemaximum dat maandelijks door het WSW wordt herijkt; k. Toezichtbelemmerende bepalingen in contracten, die betrekking hebben op het CFV/FAW en/of het ministerie van BZK, worden niet geaccepteerd;
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
11
3.3 Niet-geborgde financieringen 3.3.1
Definitie Niet-geborgde financiering is commerciële of niet-DAEB financiering, welke niet geborgd wordt door het WSW. 3.3.2 Wonen Noordwest Friesland voldoet aan de vereisten van het WSW om gebruik te mogen maken van het Eigen Middelen beleid van het WSW. 3.3.3 De financiering van niet-DAEB activiteiten mag te allen tijde de ongestoorde voortgang van de kernactiviteiten niet in de weg staan. 3.3.4 Toezicht belemmerend bepalingen worden niet in de leningencontracten opgenomen. 3.3.5 Niet-DAEB activiteiten worden commercieel gefinancierd (zonder borging van het WSW) voor zover dit niet mogelijk is, c.q. toegestaan uit interne kasstromen en wettelijk toegestane interne financiering uit de DAEB activiteiten. 3.3.6 Een definitieve investeringsbeslissing in niet-DAEB activiteiten kan pas genomen worden nadat sluitende afspraken gemaakt zijn over de financiering. 3.3.7 Investeringsbeslissingen in niet-DAEB, het verstrekken of verkrijgen van garanties en het verstrekken van financiering aan dochtermaatschappijen en/of verbindingen is onderworpen aan de goedkeuring door de RvC. 3.3.8 In het besluit tot het aangaan van commerciële financieringen zullen contractuele voorwaarden van de geldgever, waaronder ratio’s, zekerheidsstellingen en convenanten, duidelijk vermeld staan. 3.3.9 Tijdelijke, overtollige ten behoeve van het project opgenomen financiële middelen dienen bij dezelfde financiële onderneming te worden uitgezet waar ook geleend is. Indien geen nettingsovereenkomst is afgesloten met de desbetreffende financiële onderneming, moeten ook uitzettingen als gevolg van tijdelijke overtollige middelen uit projectfinanciering voldoen aan de kredietbeoordelingscriteria zoals opgenomen in Hoofdstuk 2.4. 3.3.10 Voor het eventueel financieren van dochtermaatschappijen en verbindingen gelden de volgende uitgangspunten: a. vermogen wordt slechts verstrekt tegen marktconforme condities; b. garantiestellingen worden tegen marktconforme condities verstrekt; c. financieringen aan de dochtermaatschappijen en/of verbindingen mogen de financierbaarheid van Wonen Noordwest Friesland niet aantasten. 3.3.11 Het verstrekken van garanties door Wonen Noordwest Friesland wordt beschouwd als het verstrekken van financieringen en dient hetzelfde besluitvormingsproces te ondergaan. 3.3.12 Bij het verkrijgen van garanties wordt de kredietwaardigheid van de garantiegever beoordeeld. Indien de tegenpartij niet voldoet aan de kredietbeoordelingscriteria, wordt de garantie verstrekt door een derde partij, veelal een financiële instelling, die wel aan de criteria voldoet.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
12
4. Liquiditeitenbeheer & Beleggen 4.1 Definitie Onder liquiditeitenbeheer wordt verstaan het beheer van saldi in rekening-courant, de portefeuille geldmarkttransacties met een oorspronkelijke looptijd korter dan twee jaar.
4.2 Beleggen Wonen Noordwest Friesland zal geen beleggingsactiviteiten ontplooien. Beleggingen zijn onttrekkingen van de beschikbare liquiditeit voor een looptijd langer dan twee jaar met als doel het realiseren van rendement. Deelname aan initiatieven binnen de volkshuisvesting die voldoen aan matchingscriteria van toezichthouders (CFV, BZK) gelden niet als belegging. Deelname dient vooraf door de RvC te zijn goedgekeurd.
4.3 Doelstellingen 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5
Het optimaliseren van financiële geldstromen tussen Wonen Noordwest Friesland, financiële tegenpartijen en eventuele verbindingen van Wonen Noordwest Friesland. Het minimaliseren van de kosten van het betalingsverkeer. Het voorkomen van fraude en vergissingen bij het betalingsverkeer en het beheer van liquiditeiten. Het zeker stellen van de beschikbaarheid van middelen om verplichtingen tijdig na te komen. Het realiseren van een hoger rendement dan wel lagere kosten.
4.4 Betalingsverkeer 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7
Wonen Noordwest Friesland heeft te allen tijde inzicht in de verwachte inkomsten en uitgaven voor de eerstvolgende twaalf maanden, de beschikbare ruimte op de rekening-courant faciliteit, de kasgeldfaciliteit en de opnameruimte op roll-over leningen met variabele hoofdsom. De kostenstructuur van het betalingsverkeer dient steeds inzichtelijk te zijn. Bankrekeningen mogen alleen geopend of gesloten worden na goedkeuring van de Bestuurder. Het betalingsverkeer wordt gestroomlijnd door rekeningen die aangehouden worden bij een daartoe aangewezen Huisbank(en). De rekeningen maken deel uit van een saldo- en rentecompensatieregeling per bank. De bankprocuratie voor het betalingsverkeer is geregeld in een interne machtigingsregeling. Kastransacties worden tot een minimum beperkt. Kasbetalingen boven de € 1.000 zijn in principe niet toegestaan en moeten separaat geaccordeerd worden door de manager FIA. Het maximale kassaldo op enig moment bedraagt € 4.000.
4.5 Saldo- en liquiditeitenbeheer 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.5.4
4.5.5 4.5.6
4.5.7
De richtlijnen ter beheersing van de liquiditeitsrisico’s zijn beschreven in hfd. 2.5 en gelden hier onverkort. Wonen Noordwest Friesland streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de huisbank. Besluiten in het saldo- en liquiditeitenbeheer worden genomen op basis van een liquiditeitsplanning met en minimale horizon van twaalf maanden, die minimaal driemaal per jaar geactualiseerd wordt. Wonen Noordwest Friesland mag in het lopende kalenderjaar maximaal 7 ½% van de omvang van de materiele vaste activa (gewaardeerd tegen bedrijfswaarde) aan kortgeldfaciliteiten hebben volgens de meest recente jaarrekening. Onder een kort geld (faciliteit) wordt verstaan: het kunnen aantrekken van vreemd vermogen met een looptijd korter dan twee jaar. Geldmarkttransacties worden alleen afgesloten indien dit zinvol is in relatie tot de daarmee gemoeide directe en indirecte kosten. Beschikbare middelen worden primair binnen de eigen organisatie aangewend. Aanwending van middelen van buiten de eigen organisatie is het gevolg van een mismatch tussen inkomende en uitgaande geldstromen. Uitzettingen in het kader van liquiditeitenbeheer zijn toegestaan in de vorm van: a. Rekening-courant;
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
13
b. c. d.
4.5.8
Onderhandse leningen met een resterende looptijd van maximaal twee jaar rentevast; Deposito’s met een maximale looptijd van twee jaar rentevast; Roll-over leningen met of zonder variabele hoofdsom inclusief mutaties op kredietvormen met een variabel hoofdsom; e. Rentedragende spaarproducten met hoofdsomgarantie met een maximale looptijd van twee jaar rentevast. Opnamen in het kader van liquiditeitenbeheer zijn toegestaan in de vorm van: a. Rekening-courant; b. Kasgeldleningen; c. Roll-over leningen met of zonder variabele hoofdsom, inclusief mutaties op kredietvormen met variabele hoofdsom; d. Geborgde en ongeborgde leningen.
4.6 Tegenpartijen Tegenpartijen voldoen aan de in 2.4 genoemde voorwaarden en richtlijnen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
14
5. Relatiebeheer 5.1 Uitgangspunten Wonen Noordwest Friesland beoogt het realiseren van gunstige, c.q. marktconforme condities voor het afnemen van financiële diensten en hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
5.2 Huisbank 5.2.1
5.2.2
5.2.3
5.2.4
De Huisbank wordt beschouwd als een strategische partner. De volgende eisen worden aan de huisbank gesteld: a. vestiging in Nederland; b. voldoende kennis op het gebied van volkshuisvesting; c. minimale lange termijn kredietrating van A3/A- én de status van systeembank, óf een minimale lange termijn kredietrating van A3/A-; d. marktconforme tarieven (betalingsverkeer, credit- en debetrente); e. actieve advisering (zowel gevraagd als ongevraagd); f. het beschikbaar stellen van rekening-courant kredietfaciliteit. De bankrelatie met de Huisbank en de condities waaronder de rekening-courant faciliteit wordt aangehouden, alsmede de daarbij gehanteerde transactietarieven, worden tenminste een keer per vijf jaar beoordeeld op marktconformiteit. Jaarlijks vindt er met de Huisbank een evaluatie plaats van de dienstverlening door de bank. Mocht hierover twijfel bestaan, dan wordt bij minimaal twee andere banken offertes aangevraagd. Mocht er aanleiding zijn om de keuze van de huisbankier te heroverwegen, dan wordt een voorstel hiervoor ingediend bij de bestuurder, waarbij in ieder geval bij minimaal twee andere banken offertes worden aangevraagd. Het aangaan en wijzigen van de Huisbank wordt door de bestuurder besloten en ter goedkeuring aan de RvC voorgelegd.
5.3 Financiële tegenpartijen Wonen Noordwest Friesland onderhoudt uitsluitend contact met financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen), die onder Nederlands of anderszins EU-toezicht vallen, zoals een Europese Centrale Bank, De Nederlandse Bank en/of de Verzekeringskamer.
5.4 Gebruik brokers, bemiddelaars 5.4.1
5.4.2
Brokers of bemiddelaars zijn tussenpersonen die bemiddelen tussen twee partijen in het tot stand brengen van financiële contracten, waarvoor zij na het afsluiten van de transactie worden vergoed middels een bemiddelingsprovisie. Het gebruik van brokers/bemiddelaars is toegestaan onder de volgende voorwaarde: a. Zij dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten, en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen, en/of onder toezicht te staan van een Europese centrale bank; b. In de besluitvorming gebruik te maken van een bemiddelaar worden de totale kosten, inclusief de bemiddelingsprovisie, meegenomen; c. De maximale provisie bedraagt 0,05% over de looptijd en hoofdsom van de lening; d. Indien de provisie meer bedraagt dan 0,05% is toestemming nodig van de RvC; e. Een separate provisienota wordt rechtstreeks naar Wonen Noordwest Friesland gestuurd.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
15
6. Derivaten 6.1 Definitie Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een onderliggend goed, waarbij op een zeker moment een recht op, of een verplichting tot een periodieke betaling ontstaat of kan ontstaan over een afgesproken nominale waarde.
6.2 Uitgangspunten 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4
6.2.5 6.2.6
6.2.7 6.2.8 6.2.9
Voor lopende en nieuw af te sluiten Derivaten gelden de Beleidsregels gebruik financiële derivaten van de Minister van BZK (de Beleidsregels). Derivaten vóór 1 oktober 2012 afgesloten zijn rechtmatig, mits er geen toezicht belemmerende bepalingen in de contracten zijn opgenomen. Vanaf 1 oktober 2012 mogen slechts Payer Swaps, Caps en Basisrenteleningen afgesloten worden onder strikte voorwaarden van de Beleidsregels. Basisrenteleningen vóór 1 december 2012 afgesloten zijn rechtmatig, mits er geen toezicht belemmerende bepalingen in de contracten zijn opgenomen. Basisrenteleningen ná 1 december 2012 afgesloten dienen te voldoen aan de Beleidsregels. Voor basisrenteleningen behoeft geen Liquiditeitsbuffer aangehouden te worden. Het verkopen van financiële derivaten anders dan het sluiten van derivatenposities is niet toegestaan. Derivaten mogen alleen betrekking hebben op onderliggende roll-over leningen luidend in euro’s. Het aangaan van ‘Open posities’ zonder dat er sprake is van bestaande of toekomstige financieringsbehoefte of renterisico’s, is niet toegestaan. Wonen Noordwest Friesland beschikt over en onderhoud voldoende kennis over derivaten. Wonen Noordwest Friesland beschikt over beheersingsstructuren en administratieve systemen, die de risico’s van financiële derivaten monitoren en beheersen. Wonen Noordwest Friesland zal zeer terughoudend zijn in het aangaan van derivaten en geen derivaten aantrekken zonder goede onderbouwing en uitdrukkelijke toestemming van de RvC.
6.3 Richtlijnen 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4
6.3.5 6.3.6
Caps en Payer Swaps mogen alleen gebruikt worden om opwaartse renterisico’s op bestaande roll-over leningen af te dekken. De looptijd van Caps, Payer Swaps mag niet langer zijn dan de looptijd van de onderliggende roll-over lening, waarbij de Payer Swap nooit langer mag lopen dan het lopende jaar plus 9 jaar. De looptijd van basisrenteleningen mag niet langer zijn dan het lopende jaar plus 9 jaar. Wonen Noordwest Friesland past het model Kostprijshedge-accounting toe, zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, Richtlijn 290, Financiële Instrumenten. Derivatentransacties worden verantwoord volgens de voorschriften behorend bij dit model: a. Documentatie van de hedgerelatie vindt plaats op basis van documentatie per individuele hedgerelatie; b. Documentatie beschrijft bij aanvang hoe de hedgerelatie past in de doelstellingen van risicobeheer; de hedgestrategie; de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedgerelatie; het in de hedgerelatie betrokken afdekkingsinstrument en de afgedekte positie. c. Aan het einde van ieder boekjaar wordt de effectiviteit van de hedge beoordeeld door het vergelijken van de kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie. Tegenpartijen voldoen aan de in 2.4 genoemde voorwaarden en richtlijnen. Alvorens een derivatentransactie met een bepaalde bank af te sluiten: a. zullen de wederzijdse verplichtingen die daaruit voortkomen, vastgelegd worden in een speciaal daartoe af te sluiten standaard raamovereenkomst, conform bijlage I en II (artikel 5 lid 2 en artikel 6 lid 2) van de Beleidsregels van BZK van 5 september 2012;
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
16
b.
zullen geen bepalingen in de Raamovereenkomst en/of bijlage worden opgenomen, die een toekomstig liquiditeitsrisico veroorzaken, zoals marktwaardeverrekening, break clauses, early termination events en toezicht belemmerende bepalingen; c. zal de bank in het kader van de zorgplichtregels van de Wet op het financieel toezicht, Wonen Noordwest Friesland als “niet-professionele belegger” classificeren. 6.3.7 Bij het aangaan van de rente-instrumenten worden de voorwaarden die de banken hierbij stellen beoordeeld en meegenomen in het besluit. Hierbij is het aangaan van een Credit Support Annex (CSA) of Breakclauses in ieder geval niet toegestaan. 6.3.8 De liquiditeitsverplichtingen: a. Wonen Noordwest Friesland voldoet aan de vereisten van het WSW om voor het Eigen Middelen beleid in aanmerking te komen; b. dienen te allen tijde afgedekt te kunnen worden uit beschikbare middelen, zoals rekening-courantof bankkrediet of opnameruimte op variabele roll-over leningen, welk gebruik voor dit doel niet expliciet daartoe is uitgesloten; 6.3.9 De marktwaardeontwikkeling van de derivatenportefeuille is te allen tijde inzichtelijk. 6.3.10 Voor afgesloten, lopende Derivatentransacties wordt minimaal driemaal per jaar een interne Treasury- en Derivatenrapportage opgesteld, waarin minimaal: a. De marktwaarde per tegenpartij; b. De kredietbeoordeling van de tegenpartij waarmee derivatentransacties lopen; c. Het liquiditeitsrisico op basis van minimaal drie rentescenario’s (1% daling, 2% daling en rente op 0%) berekend wordt; d. De liquiditeitsverplichting op basis van 2% rentedaling.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
17
7. Administratieve Organisatie en Interne Controle 7.1 Uitgangspunten Administratieve organisatie en interne controle 7.1.1
7.1.2 7.1.3 7.1.4
Wonen Noordwest Friesland draagt zorg dat de administratieve organisatie toereikend is om de administratieve verwerking van de aangegane overeenkomsten doelmatig, accuraat en tijdig te verzorgen ten behoeve van te nemen besluiten en maatregelen in het treasuryproces en de bewaking daarvan. Wonen Noordwest Friesland draagt zorg dat tijdig betrouwbare informatie aangeleverd kan worden aan het management over de lopende risico’s, en moeten de mogelijkheid bieden tot een efficiënte reconciliatie. Wonen Noordwest Friesland draagt zorg voor een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De opzet, het bestaan en werking van de Administratieve Organisatie (AO) en Interne Controle (IC) wordt jaarlijks door de Accountant getoetst.
7.2 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de functionarissen die een rol spelen in het treasuryproces. Van ieder worden de belangrijkste taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden samengevat. Vervolgens wordt beschreven hoe besluiten (op basis van een transactievoorstel) worden genomen en uitgevoerd en waar een transactievoorstel minimaal aan moet voldoen. Tot slot komt de verantwoording aan bod. 7.2.1
Raad van Commissarissen a. Geeft goedkeuring aan het Treasurystatuut en de wijzigingen daarin; b. Geeft goedkeuring aan het jaarlijks op te stellen Treasuryjaarplan en eventuele tussentijdse wijzigingen hierin; c. Geeft goedkeuring aan transactievoorstellen die buiten het bereik van het Treasurystatuut of het Treasuryjaarplan vallen; d. Verleent décharge aan de Bestuurder over het gevoerde Treasurybeleid; e. Houdt toezicht op het gevoerde Treasurybeleid en laat zich periodiek informeren over het gevoerde beleid en de doelstellingen in het Treasuryjaarplan, afgezet tegen de resultaten van geëffectueerde transacties en maatregelen; f. Geeft goedkeuring aan niet-DAEB activiteiten; g. Geeft goedkeuring aan ongeborgde financieringen en garanties; h. Bespreekt jaarlijks met de accountant de controlebevindingen van het treasuryproces.
7.2.2
Audit Commissie a. Adviseert de Raad van Commissarissen over het wel of niet geven van goedkeuring aan voorgestelde wijzigingen in het Treasurystatuut; b. Adviseert de Raad van Commissarissen over het wel of niet geven van goedkeuring aan het jaarlijks op te stellen Treasuryjaarplan en eventuele tussentijdse wijzigingen hierin; c. Adviseert de Raad van Commissarissen over het wel of niet geven van goedkeuring aan de werkwijze (processen en procedures) binnen de treasury; d. Adviseert de Raad van Commissarissen over het wel of niet geven van goedkeuring aan transactievoorstellen die buiten het bereik van het Treasurystatuut of het Treasuryjaarplan vallen; e. Adviseert de Raad van Commissarissen over het wel of niet geven van goedkeuring aan garanties en ongeborgde financiering; f. Fungeert op verzoek de als van sparringpartner voor de Manager FIA en bestuurder op het gebied van Treasury.
7.2.3
Bestuurder a. Stelt het Treasurystatuut en eventuele wijzigingen hierin vast; b. Stelt het Treasuryjaarplan en eventuele tussentijdse wijzigingen hierin vast; c. Stelt de werkwijze (processen en procedures) binnen de treasury vast; d. Laat zich periodiek informeren over de treasury-activiteiten; e. Neemt besluiten op grond van schriftelijke transactievoorstellen, die passen binnen het Treasurystatuut en Treasuryjaarplan;
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
18
f. g. h. i.
Legt transactievoorstellen die buiten het bereik van het treasurystatuut of het treasuryjaarplan vallen, ter goedkeuring voor aan de RvC; Legt garanties en ongeborgde financiering ter goedkeuring voor aan de RvC; Verleent décharge aan de bij de uitvoering betrokken medewerkers binnen het treasuryproces; Legt verantwoording af aan de RvC.
7.2.4
Manager FIA a. Initieert en coördineert de beleidsvoorbereidende informatievoorziening; b. Voert, op basis van vastgelegde procedures, de operationele treasury-activiteiten op het gebied van het liquiditeitenbeheer (< 2 jaar) uit; c. Beoordeelt de in het Treasuryoverleg ingebrachte rapportages en analyses op consistentie en volledigheid; d. Beoordeelt transactievoorstellen op wenselijkheid; e. Parafeert transactievoorstellen; f. Houdt toezicht op de naleving van besluiten en richtlijnen door medewerkers binnen het treasuryproces; g. Brengt terstond een voorstel in bij de Bestuurder, indien de rating van de tegenpartij van een uitzettingen/belegging, een rente-instrument of de huisbank wordt verlaagd tot een niveau lager dan in het treasurystatuut staat opgenomen; h. Monitort kredietbeoordeling van tegenpartijen in financiële contracten en signaleert afwijkingen ten opzichte van het treasurystatuut; i. Rapporteert zo nodig over ontwikkelingen in het tegenpartij- en liquiditeitsrisico dat de corporatie loopt op haar financiële contracten; j. Legt per minimaal driemaal per jaar verantwoording af over de uitvoering van het treasurybeleid aan de Bestuurder; k. Vertegenwoordigt Wonen Noordwest Friesland bij banken en de sectorinstituten WSW en CFV/FAW. l. Is verantwoordelijk voor het juist afhandelen van het contante en girale geldverkeer door de afdeling financiën.
7.2.5
Bedrijfseconomisch medewerker a. Legt iedere treasurytransactie vast in de (financiële) administratie. Tevens worden verplichtingen als gevolg van het afsluiten van financieringen en/of derivaten in de (financiële) administratie geregistreerd; b. Draagt zorg voor het beheren van debiteuren en crediteuren; c. Stelt minimaal driemaal per jaar de liquiditeitsprognose op; d. Legt verantwoording af aan de manager FIA; e. Draagt zorg voor het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen en financiële administratie;
7.2.6
Controller a. Vervult in het treasuryproces een onafhankelijke interne adviesfunctie richting de Bestuurder; b. Beoordeelt achteraf de effectiviteit van treasuryactiviteiten en –transacties (materiële controle); c. Controleert de naleving van genomen besluiten en gemaakte afspraken (formele controle); d. Ziet toe op de juiste vastlegging van treasurytransacties (intra- en extracomptabel); e. Ziet toe op de juiste verantwoording van treasuryresultaten in de verslaglegging; f. Ziet toe op de naleving van de AO/IC van de treasuryfunctie; g. Rapporteert over ontwikkelingen in het tegenpartij- en liquiditeitsrisico dat de corporatie loopt op haar financiële contracten; h. Rapporteert (onafhankelijk) over geconstateerde afwijkingen aan de Bestuurder.
7.2.7
Treasuryadviseur (extern) a. Wonen Noordwest Friesland maakt gebruik van een externe treasuryadviseur. De externe treasuryadviseur staat onder toezicht van het AFM en heeft geen direct (geldelijk of anderzins) belang bij het afsluiten van transacties en de uitkomst van te nemen beslissingen. De externe treasuryadviseur verricht treasury werkzaamheden voor Wonen Noordwest Friesland, welke in een contract zijn vastgelegd; b. Houdt marktinformatie bij en interpreteert deze; c. Brengt kennis in van financiële markten en de werking van financiële producten; d. Bereidt de bijeenkomsten van de treasurycommissie voor; e. Stelt ten behoeve van de treasurycommissie rapportages en analyses op; f. Werkt op basis van de ingebrachte rapportages en analyses, indien nodig, transactievoorstellen uit; g. Geeft uitvoering aan de operationele treasuryactiviteiten op het gebied van financieren, beleggen en renterisicobeheer;
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
19
h. i. j. k. l.
Doet voorstellen ter verbetering van het liquiditeits - en tegenpartijrisico dat de corporatie loopt op haar financiële contracten; Is uitsluitend bevoegd te handelen op basis van getekende transactievoorstellen; Legt verantwoording af aan de Bestuurder over de uitgevoerde transacties; Adviseert, indien nodig, over wijzigingen in het treasurystatuut; Is opsteller van het treasuryjaarplan.
7.2.8
Budgethouders a. Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdelingen aanleveren aan afdeling financiën over toekomstige uitgaven en ontvangsten; b. Het zorgdragen voor het tijdig aandragen van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan afdeling financiën; c. Het fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste c.q. ten gunste van de budgetten waarvan zij in de begroting als budgethouder zijn aangewezen;
7.2.9
Accountant a. Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en jaarlijks controleren van de feitelijke naleving van het treasurystatuut. Hierin wordt ten minste het bestaan, de opzet en de werking van het administratieve en het organisatorische treasuryproces getoetst. De bevindingen worden vastgelegd in de managementletter.
7.2.10 Bevoegdheden-matrix: Treasurystatuut
Treasury Jaarplan
Transacties buiten Jaarplan
Transacties ongeborgde financiering
Transacties binnen Jaarplan
Liquiditeitenbeheer
RvC
Keurt goed
Keurt goed
Keurt goed
Keurt goed
Mandateert Bestuurder
Mandateert Bestuurder
Audit Commissie
Adviseert RvC t.a.v. goedkeuring Stelt vast en legt verantwoording af aan RvC Adviseert en controleert Initieert en stelt voor
Adviseert RvC t.a.v. goedkeuring Stelt vast en legt voor aan RvC
Adviseert RvC t.a.v. goedkeuring Stelt vast en legt voor aan RvC
Adviseert RvC t.a.v. goedkeuring Stelt vast en legt voor aan RvC
Stelt vast
Stelt vast
Adviseert en controleert Initieert en stelt voor
Adviseert en controleert Initieert, stelt voor en parafeert
Adviseert en controleert Initieert, stelt voor en parafeert
Adviseert en controleert Initieert, stelt voor en parafeert
Controleert
Toehoorder
Voert uit
Lid
Bestuurder
Controller Manager FIA
Bedrijfseconomisch medewerker Treasurer (extern)
Adviseert
Adviseert
Adviseert en voert uit
Adviseert en voert uit
Adviseert en voert uit
Stelt periodiek de liquiditeitsprognose op Adviseert
Treasurycommissie
Lid en voorzitter
7.3 Besluiten 7.3.1
Periodiek vindt overleg plaats tussen de deelnemende corporaties over treasury aangelegenheden. Dit overleg vindt minimaal driemaal per jaar plaats in de treasurycommissie. De bijeenkomsten hebben ten doel elkaar te informeren over ieders treasury problematiek en inzicht te geven en verkrijgen in de te nemen dan wel genomen besluiten. De leden van de treasurycommissie hebben naar elkaar toe een adviserende taak. De volgende functionarissen nemen namens WNF deel aan de treasurycommissie: Manager FIA Controller Externe treasurydeskundige 7.3.2 Besluiten, die passen binnen het Treasurystatuut en Treasuryjaarplan, worden genomen door de bestuurder op basis van schriftelijke transactievoorstellen. 7.3.3 De leden van de Treasury Commissie adviseren de Manager FIA gevraagd en ongevraagd over treasuryvraagstukken. De Controller neemt als toehoorder deel aan dit overleg en houdt zich terzijde van de besluitvorming. Dit besluit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Bestuurder waarbij de controller een adviserende taak heeft. De overwegingen die tot het besluit hebben geleid worden genotuleerd. De effecten van de te nemen besluiten op toekomstige financieringsbehoefte en risicoposities worden inzichtelijk gepresenteerd. 7.3.4 Bij het streven naar minimalisatie van de financieringskosten kan gebruik worden gemaakt van een rentevisie. Deze rentevisie wordt onder andere gebaseerd op macro-economische data en gepubliceerde rentevisies van verschillende Nederlandse en buitenlandse banken. Bij besluiten over treasurytransacties
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
20
worden de actuele verwachtingen over de ontwikkeling van de marktrente meegewogen. Risicobeheersing is leidend bij het nemen van besluiten. 7.3.5 In de reguliere bijeenkomsten van de Treasury Commissie worden ten minste de volgende onderwerpen behandeld: a. Algemene ontwikkelingen en financiële transacties over de afgelopen periode; b. Het faciliteringsvolume bij het WSW; c. Liquiditeitsprognoses (eerstvolgende 12 maanden en reeks van 10 jaren). Deze prognose wordt vóór iedere bijeenkomst van de Treasury Commissie geactualiseerd; d. Derivatenportefeuille; e. Risico analyses; f. Marktontwikkelingen en rentevisie; g. De kasstroomtoets van het WSW; h. Ingebrachte (transactie)voorstellen (inclusief effecten op risicoprofiel en financieringsbehoefte). 7.3.6 7.3.7 7.3.8
Van elke bijeenkomst wordt een verslag en een lijst met actiepunten gemaakt. Dit verslag wordt naar de leden van de Treasury Commissie gezonden, en in de eerstvolgende bijeenkomst vastgesteld. Daarnaast krijgt de controlerende accountant desgewenst een kopie hiervan bij de interim controle. De uitvoering van besluiten op het gebied van financieren, beleggen en rentemanagement geschiedt uitsluitend op basis van een schriftelijke machtiging en dienen te passen binnen de randvoorwaarden van het Treasurystatuut en het Treasuryjaarplan. De uitvoeringsbesluiten op het gebied van het liquiditeitenbeheer worden genomen binnen de vaste kaders van de procuratieregeling.
7.4 Transactievoorstellen 7.4.1 7.4.2 7.4.3
De transactievoorstellen worden doorlopend genummerd en deugdelijk gearchiveerd. Transactievoorstellen worden (waar mogelijk en zinvol) voorzien van een kosten/baten analyse. Een transactievoorstel dient minimaal de volgende onderwerpen te beschrijven: a. Uitgangssituatie: Geeft een beschrijving van de situatie die aanleiding geeft tot het voorstel; b. Marktomstandigheden: Geeft indicaties van actuele marktverhoudingen en tarieven; c. Transactievoorstel: Doel van de Transactie: Geeft een korte beschrijving van wat met het voorstel wordt beoogd; Uitwerking: Geeft een korte beschrijving van de wijze waarop het beoogde doel gerealiseerd zal worden; het effect van de voorgestelde transactie op de toekomstige financieringsbehoefte en risicoprofiel. d. Alternatieven: Geeft (voor zover aanwezig) andere mogelijkheden om hetzelfde doel te bereiken, met eventuele voor- en nadelen; e. Randvoorwaarden: Geeft de beperkingen aan waarbinnen de transactie kan/mag worden uitgevoerd; f. Besluit: Is de formele vastlegging van het genomen besluit door middel van ondertekening ervan door de Bestuurder en geldt als een mandaat voor de uitvoering er van.
7.4.4
In een transactievoorstel voor Derivaten wordt aandacht besteed aan: g. de onderliggende waarde; h. toegevoegde waarde van het gebruik van het derivaat in vergelijking met traditionele instrumenten; i. gevolgen voor het toekomstig tegenpartij- of kredietrisico; j. gevolgen voor het toekomstig liquiditeitsrisico; k. het Beschikbaarheidsrisico van financiering; l. voldaan aan Beleidsregels financiële derivaten; m. ontwikkeling van de marktwaarde van het derivaat op basis van een drietal scenario’s (1% daling, 2% daling en rente op 0%). Het aangaan van transacties geschiedt aantoonbaar tegen marktconforme voorwaarden. Offertes worden gebenchmarkt en bij minimaal twee partijen gevraagd. Indien er wegens marktomstandigheden slechts één offerte verkrijgbaar is, dan zal de RvC daarover achteraf (na uitvoering van de transactie) worden geïnformeerd.
7.4.5
7.5 Interne en Externe Informatievoorziening 7.5.1
Zodra de Treasuryadviseur (extern) een transactie uitvoert, informeert hij terstond hierover de Bestuurder en de leden van de Treasury Commissie middels een schriftelijke terugkoppeling. De manager FIA heeft de plicht per omgaande te (laten) controleren of de overeenkomst is uitgevoerd binnen de randvoorwaarden van het goedgekeurde transactievoorstel.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
21
7.5.2 7.5.3
7.5.4 7.5.5
De Manager FIA legt minimaal driemaal per jaar verantwoording af aan de bestuurder over het gevoerde Treasurybeleid en de resultaten van geëffectueerde transacties en maatregelen. De doelstellingen in het Treasuryjaarplan worden hier tegen afgezet. De RvC wordt minimaal driemaal per jaar geïnformeerd over de stand van zaken van de treasuryactiviteiten middels de Treasuryrapportage (treasuryparagraaf). In de Treasuryrapportage wordt gerapporteerd over de voortgang van de acties zoals die in het Treasuryjaarplan staan genoemd. De Bestuurder legt jaarlijks verantwoording af aan de RvC over het gevoerde Treasurybeleid. Een overzicht van de geldende regels en normen van het WSW/CFV op het gebied van Treasury wordt als vaste bijlage in het Treasuryjaarplan opgenomen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
22
8. Ondertekening Het Treasurystatuut heeft de status van een bestuursbesluit en dient door de RvC te worden goedgekeurd. Het statuut wordt jaarlijks getoetst aan de actualiteit en, indien nodig, gewijzigd. Vastgesteld
Goedgekeurd
Datum Naam Functie Handtekening
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
23
Bijlage 1: Begrippenlijst Aflossingsfictie: Is een theoretische aflossing per jaar. De kasstromen moeten na de 2% aflossingsfictie positief zijn. Uitgangspunt is dat elke corporatie op de lange termijn moet voldoen aan de aflossingsfictie van 2%. Deze fictie waarborgt dat een corporatie in staat is haar leningenportefeuille binnen 50 jaar af te lossen met de gegenereerde operationele kasstromen. Aflossingsvrije (=fixe) lening: Lening waarbij gedurende de looptijd alleen rentebetalingen plaatsvinden. Aflossing van de hoofdsom vindt plaats aan het eind van de looptijd. AFM De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren en lenen. Annuïtaire lening: Lening waarbij jaarlijks een vast bedrag aan rente en aflossing wordt betaald. In de beginjaren zal de jaarlijkse betaling voor het grootste deel uit rente bestaan, in de eindjaren voor het grootste deel uit aflossing op de hoofdsom. Basisrente: De rente in een basisrenteleningcontract, die voor de volledige looptijd vastligt. Bovenop de basisrente komt de opslag voor een kortere looptijd. Basisrentelening: Een basisrentelening is een lening waarin de marktrente (exclusief opslag) voor een lange periode wordt vastgelegd en de krediet-/liquiditeitsopslag voor een kortere periode. De minimale eerste looptijd tot eerste opslagherzieningsmoment bedraagt vijf jaar. De Beleidsregels gebruik financiële derivaten zijn van toepassing op basisrenteleningen. Beheersstrategie: De vier wijzen waarop met geïdentificeerde risico’s wordt omgegaan: het beëindigen, beheersen, overdragen of accepteren. Voorbeelden: - beëindigen: het beëindigen van een risico vindt plaats door het risico te voorkomen, te vermijden of te verbieden (voor het valutarisico de beheersstrategie ‘beëindigen’: slechts risico’s in Euro zijn toegestaan). - beheersen: het beheersen van een risico vindt plaats door het risico te verminderen of te reduceren (voor het operationeel risico de beheersstrategie ‘beheersen’ door een goedwerkende AO/IC en deskundigheidseisen). - overdragen: het overdragen van een risico vindt plaats door het risico uit te besteden, te verzekeren of over te dragen (het juridisch risico de beheersstrategie ‘overdragen’: juridische risico’s worden aan een extern jurist voorgelegd en beoordeeld). - accepteren: het accepteren van een risico vindt plaats door het risico te nemen (voor opslagrisico de beheersstrategie ‘accepteren’: de hoogte van de opslag wordt in grote mate bepaald door het risico van de sector en fundingkosten of het gewenste rendement van de geldvertrekker). Beschikbaarheidsrisico: Het risico dat geldgevers niet bereid zijn om (tegen acceptabele tarieven) geld te lenen. Break clause: Een break clause is een bepaling in een financieel contract waarin overeengekomen wordt dat het contract op een afgesproken datum in de toekomst ontbonden wordt tegen afrekening van de marktwaarde. Broker/ bemiddelaar: Een tussenpersoon die financiële contracten bemiddelingsprovisie in rekening gebracht wordt.
tot
stand
brengt
tussen
twee
partijen
waarvoor
een
Cap: Een Cap is een renteoptie met een afschermende werking. De koper van de Cap ontvangt, als de geldmarktrente op vooraf bepaalde data hoger is dan de contractrente (strike), het verschil van de verkoper. Bij een lagere
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
24
geldmarktrente vindt geen verrekening plaats. De koper van een Cap betaalt een premie die onder meer afhankelijk is van de looptijd en de contractrente. CFV/FAW: Centraal Fonds Volkshuisvesting is de financiële toezichthouder voor woningcorporaties. Vanaf 2013 de Financiële Autoriteit Woningcorporaties. CSA: De credit Support annex (CSA) is een overeenkomst die voorziet in kredietbescherming door regels te stellen betreffende onderpand. DAEB: Onder de term Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) voor de aanduiding van bepaald bezit wordt hetzelfde verstaan als onder de term borgbaar bezit. De eerste categorie bestedingsdoelen waarvoor het WSW kan borg staan betreft investeringen in (1) woongelegenheden; (2) woonzorgcomplexen; (3) grond; (4) woonschepen met ligplaatsen; (5) woonwagens en –standplaatsen; (6) kindertehuizen en jeugdinternaten; (7) skaeve huse. Debtservicecoverageratio(DSCR): Het WSW beoordeelt de aflossingsruimte binnen kasstromen met behulp van de debt service coverage ratio (DSCR): een kengetal dat aangeeft of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd voor rente en aflossing. Hoe hoger de DSCR, des te gunstiger. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. De DSCR op basis van de 2% aflossingsfictie is hoger dan die op grond van werkelijke aflossingen, omdat wordt uitgegaan van terugbetaling over 50 jaar. Dit in plaats van de kortere terugbetaaltermijn bij werkelijke afloop van leningen. Deposito: Het beleggen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding. Derivaten: Zie rente-instrumenten. Downgrading: Een credit rating kan door de rating agency die deze heeft verstrekt, neerwaarts worden bijgesteld. Dit wordt een ‘downgrading’ genoemd. Een downgrading kan zowel het gevolg zijn van algemene (markt)omstandigheden als van specifieke zaken waarmee de betreffende organisatie te maken heeft. Eigen Middelen beleid: Het Eigen Middelen beleid is een door het WSW geformuleerde beleidsregel om eigen middelen aan te wenden voor het aanhouden van de 2%- Liquiditeitsbuffer, werkkapitaal en/of toekomstige uitgaven. In 2013 is de beleidsregel aangepast en uitgebreid met de inzet van eigen middelen ten behoeve van niet-DAEB activiteiten. Euribor: Staat voor Euro InterBank Offered Rate. Het is het tarief dat banken elkaar in rekening brengen voor kortlopende financiering. Het geldt als de gangbare referentierente voor kortlopende leningen. Extendible Lening: Leningen met daarin een gekochte of verkochte optie met betrekking tot het toekomstige rentekarakter van de lening. Externe treasuryadviseur: De externe treasuryadviseur staat onder toezicht van het AFM en heeft geen direct (geldelijk of anderszins) belang bij het afsluiten van transacties en de uitkomst van te nemen beslissingen. De externe treasuryadviseur verricht treasurywerkzaamheden voor Wonen Noordwest Friesland, welke in een contract zijn vastgelegd. Governancecode woningcorporaties: De code bevat zowel principes als concrete bepalingen die de organen van de woningcorporatie en hun leden in acht zouden moeten nemen. De principes kunnen worden opgevat als moderne, en inmiddels breed gedragen, algemene opvattingen over goede governance. De woningcorporatie vermeldt elk jaar in haar jaarverslag op welke wijze zij de principes van de code in het afgelopen boekjaar heeft toegepast.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
25
Interestcoverageratio(ICR): Het WSW hanteert de interest coverage ratio om vast te stellen in hoeverre een corporatie in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. Voor financiers is de ICR, samen met de DSCR, een belangrijke indicatie van een financieel gezonde exploitatie van huurwoningen. Integraal risicobeheer: Integraal risicobeheer is het identificeren en kwalificeren van risico’s, waarbij alle typen risico’s worden betrokken en in onderlinge samenhang worden beschouwd en gewaardeerd. ISDA: Een ‘ISDA’ is een raamovereenkomst voor het aangaan van derivaten. Deze is ontwikkeld door de International Swaps and Derivatives Association. De ISDA bestaat ten minste uit een Master Agreement en een Schedule. In de Master Agreement worden geen aanpassingen gemaakt. Voor afwijkingen van en aanvullingen op condities uit de Master Agreement wordt de Schedule gebruikt. In aanvulling op deze documenten kan ook een CSA worden overeengekomen. De ISDA is een Engelstalig, tamelijk technisch geschreven document. Kasgeldlening: Het lenen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding. Liquiditeitsbuffer: De wettelijke Liquiditeitsbuffer is de beschikbaarheid van liquiditeiten uit Eigen Middelen (conform WSW beleid) ten behoeve van (toekomstige) marktwaardeverrekeningsverplichtingen (conform Beleidsregels gebruik financiële derivaten) onder een rentedalingsscenario van 2%. Liquiditeitsrisico: Onder liquiditeitsrisico wordt verstaan het risico dat een partij niet tijdig aan alle betalingsverplichtingen kan voldoen. Looptijd: De periode die resteert tot het moment dat de voorwaarden van een lening of belegging wijzigingen. Onderscheid wordt gemaakt naar: Liquiditeitstypische looptijd: de periode die resteert tot het moment dat de lening (o/g) moet worden afgelost dan wel een belegging (u/g) vrijvalt. Rentetypische looptijd: de periode die resteert tot het moment dat de rente op een lening of belegging een herziening ondergaat. Minimum Transfer Amount (´MTA´): De Minimum Transfer Amount is een drempel in aanvulling op een andere drempel, de zgn. Threshold: pas als de marktwaarde van een groep derivaten de som van Threshold en MTA overschrijdt, moet daadwerkelijk een afstorting van middelen door de ene contractpartij aan de andere partij plaatsvinden. Netto financiering(sbehoefte) Het totaal van opgenomen leningen waarop de aanwezige beleggingen en liquide middelen in mindering zijn gebracht. Bij een negatief saldo liquide middelen heeft dit het effect dat de netto financieringsbehoefte toeneemt. Obligatie: Verhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding (couponrente). Open positie: Een open positie is een positie in een financieel derivaat, waartegen nog geen onderliggende waarde (een variabele lening) is aangetrokken en/of waarvan de looptijd van het financieel derivaat langer loopt dan de onderliggende waarde Opslagrisico Het risico dat de opslag, die de financier/bank boven de marktrente (Euribor/Swaprente) op financiering in rekening brengt, op het herzieningsmoment hoger is dan op het moment van afsluiten. Optie: Een optie is een rente-instrument waaraan de koper, tegen betaling van een premie, bepaalde vast omschreven rechten kan ontlenen. Tegen ontvangst van een premie gaat de verkoper bepaalde vast omschreven verplichtingen aan. Gangbare renteopties zijn Cap, Floor, en Swaption.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
26
Onderhandse lening: Onverhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding. Prijsrisico Het risico dat het financieringstarief (de prijs) stijgt. Het financieringstarief bestaat uit de optelsom van de marktrente en de opslag. Raamovereenkomst Overeenkomst tussen twee partijen, waarbij de algemene voorwaarden en de belangrijkste bijzondere voorwaarden van toekomstige transacties vooraf worden overeengekomen. In de Raamovereenkomst worden geen aanpassingen gemaakt: voor afwijkingen van en aanvullingen op condities uit de Raamovereenkomst wordt de Bijlage gebruikt, waarin ook de marktwaardeverrekening afgesproken kan worden. In bijlage I en II van de Beleidsregels gebruik financiële derivaten woningcorporaties worden modelovereenkomsten voor respectievelijk de Raamovereenkomst en de Bijlage voorgeschreven. Rating agency Onafhankelijke organisatie die zich onder meer toelegt op de beoordeling van de lange termijn kredietwaardigheid van tegenpartijen. Bekende rating agencies zijn Standard & Poor (S&P), Moody’s en Fitch. Kwalificaties voor een goede kredietwaardigheid zijn als volgt:
Moody's
S&P
Fitch
Langetermijn
Langetermijn
Langetermijn
Aaa
AAA
AAA
Aa1
AA+
AA+
Aa2
AA
AA
Aa3
AA-
AA-
A1
A+
A+
A2
A
A
A3
A-
A-
Baa1
BBB+
BBB+
Baa2
BBB
BBB
Baa3
BBB-
BBB-
Uitzonderlijke kwaliteit
Uitstekende kwaliteit
Goede kwaliteit
Aanvaardbare kwaliteit
Renteconversie: Bij een renteconversie dient over een bestaande lening de rente voor de opvolgende rentevastperiode opnieuw te worden overeengekomen. Rente-instrument: Een rente-instrument (derivaat) is een financieel contract waarmee het renterisico over een lening of belegging kan worden veranderd of beïnvloed. Onderscheid wordt gemaakt naar instrumenten met een fixerende werking (het tarief wordt vastgelegd) en instrumenten met een beschermende werking (het tarief wordt gelimiteerd). Een rente-instrument kan het (her)financieringsrisico niet beïnvloeden. Renterisico: De mogelijkheid dat het toekomstige resultaat en/of vermogensverhoudingen nadelig worden beïnvloed als gevolg van ontwikkelingen in de rente. Het risico in absolute zin is de optelsom van jaarlijkse cashflow en renteaanpassingen in een bepaalde periode (meestal van 12 maanden). Aanpassingen in de rente kunnen betrekking hebben op leningen en beleggingen, maar ook op rente-instrumenten. Bij het risico in relatieve zin wordt het absolute renterisico gedurende een bepaalde periode (meestal 12 maanden) in een percentage van de netto financieringsbehoefte ultimo periode uitgedrukt.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
27
Rentevisie: Een min of meer geformaliseerde verwachting over de ontwikkelingen van de rente in de (nabije) toekomst. De rentevisie is ondersteunend voor het moment waarop een transactiebesluit wordt uitgevoerd. RFD: Een Raamovereenkomst Financiële Derivaten (‘RFD’) is een Nederlandstalige overeenkomst waarin de condities van swaps en andere derivaten kunnen worden vastgelegd. De RFD is de tegenhanger van de Engelstalige ISDA. DE RFD wordt i.t.t. de ISDA tegenwoordig vooral gehanteerd voor contracten waarin de tegenpartij van de bank betrekkelijk klein van formaat is of weinig ervaring heeft met het gebruik van derivaten. Roll-over lening: Een Roll-over lening is een overeenkomst tussen twee partijen om gedurende een langere periode (meestal tussen 2 en 10 jaar) geld te lenen waarbij de rente periodiek wordt herzien. De rente is meestal gekoppeld aan het Euribortarief. Bij een Roll-over met variabele hoofdsom kan bij renteaanpassing eveneens de hoofdsom worden gewijzigd (tussen 20% en 100%). Een Roll-over met variabele hoofdsom combineert de voordelen van een lange financiering (lage bancaire opslagen, langdurige beschikbaarheid) met de voordelen van kasgeldfinanciering (grote flexibiliteit, lage tariefstelling) Stresstest: Een stresstest is een simulatie op basis van een aantal extreme (rente)scenario’s waarmee bepaald wordt wat de gevolgen en risico’s (b.v. liquiditeitsrisico, kredietrisico) zijn. Swap: Het Engelse woord Swap staat voor ruil. Bij een Swap (ook wel Renteswap) komen twee partijen overeen renteverplichtingen met elkaar te ruilen. De ene partij betaalt gedurende de looptijd van de swap een vaste rente aan de tegenpartij waarbij de tegenpartij als tegenprestatie een variabele rente betaalt (meestal Euribor). De onderliggende hoofdsom waarover de renteberekening plaats vindt, wordt niet uitgewisseld. De hoogte van de vaste rente wordt aan het begin van de looptijd van de Swap afgesproken. De variabele rente hangt af van de ontwikkeling van de geldmarktrente (meestal Euribor). De gangbare rentetypische looptijd voor de vaste rente is twee tot tien jaar, de gangbare variabele rente is drie of zes maanden. Er wordt onderscheid gemaakt naar: Payer Swap: de koper van een Payer Swap betaalt een lange rente (Swaptarief) in ruil voor de ontvangst van een korte rente (Euribor) Receivers Swap: de koper van een Receivers Swap betaalt een korte rente (Euribor) in ruil voor de ontvangst van een lange rente (Swaptarief). Swaprente: Het is het tarief dat banken met een hoge kredietwaardigheid (AA-rating) elkaar in rekening brengen bij het aangaan van een renteswap. Het tarief geldt als de gangbare referentierente voor langlopende leningen. Swaption: De Swaption is een optie op deelname in een renteswap. Tegen betaling van een premie heeft de koper het recht op één bepaald tijdstip tegen een vastgesteld renteniveau deel te nemen in een Swap. Een Swaption heeft betrekking op de kapitaalmarktrente. De koper van een ‘Payer Swaption’ heeft het recht om op een bepaald tijdstip een Swap aan te gaan en een vooraf bepaalde vaste rente te gaan betalen voor een bepaalde periode en een variabele rente te ontvangen. De koper zal van zijn recht gebruik maken indien de marktrente op expiratiedatum hoger is dan de overeengekomen rente in de Swaption. De koper van een ‘Receivers Swaption’ heeft het recht om op een bepaald tijdstip een Swap aan te gaan en een vooraf bepaalde vaste rente te gaan ontvangen voor een bepaalde periode en een variabele rente te betalen. De koper zal van zijn recht gebruik maken indien de marktrente op expiratiedatum lager blijkt te zijn dan de overeengekomen rente in de Swaption. Systeembank: Een bank wordt aangemerkt als systeemrelevant als een bank sterk verweven is met andere banken, een significant aandeel van relevante deelmarkten bezit en er geen substituten zijn voor de rol die de bank heeft. Het eventueel omvallen van zo’n bank kan een dreiging zijn voor het gehele bancaire systeem. Bij het vaststellen van ‘systeemrelevantie’ wordt gelet op het effect op andere instellingen, de risico’s van besmettingsgevaar en reputatierisico voor de bancaire sector als geheel en de context van de gehele economie. Verdere
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
28
operationalisaties van dit begrip zijn er niet, zodat De Nederlandsche Bank (DNB) discretionaire ruimte bij haar handelen heeft. Systeemrelevante banken zijn niet per definitie alleen de zeer grote banken. Tegenpartijrisico: Dat is het risico dat een tegenpartij bij een transactie niet aan de aangegane verplichting kan voldoen, zoals bij een faillissement. Threshold: Als in een (CSA bij een) ISDA specifieke afspraken worden gemaakt over periodieke marktwaardeverrekening, wordt voor beide contractpartijen een drempel (‘Threshold’) benoemd. Pas als de negatieve marktwaarde van een groep instrumenten deze drempel (en de Minimum Transfer Amount (zie onder MTA)) overschrijdt, zal sprake zijn van daadwerkelijke afstorting van middelen door een der partijen ter dekking van een negatieve marktwaarde. Treasury Beleid In het Treasury Jaarplan wordt de richting en de middelen aangegeven waarmee de organisatie de treasuryactiviteiten voor het komende jaar zal uitvoeren. Treasury Jaarplan In het Treasury Jaarplan worden het voorgenomen Treasurybeleid en de operationele Treasury-activiteiten in een bepaald jaar beschreven. Hierin staat vermeld het volume tot welk bedrag dat jaar geldleningen kunnen worden aangetrokken. Het TJ is gebaseerd op de laatste (meerjaren) begroting. Het TJ wordt middels besluit vastgesteld door de Bestuurder en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen (RvC) Treasurystatuut Treasurystatuut geldt als een gedragscode en regeling voor het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden financiële en operationele risico’s. Treasurycommissie De treasurycommissie is het adviesorgaan voor de Bestuurder bestaande uit de treasury adviseur (voorzitter), de manager FIA en de controller (als toehoorder). De treasurycommissie adviseert de Bestuurder over financieringsen risicobeheervoorstellen. De manager FIA brengt de eventuele voorstellen in, waarbij hij wordt geadviseerd door de externe treasury adviseur. De controller functioneert als onafhankelijke adviseur van de bestuurder inzake (treasury)voorstellen. Voorwaartse fixatie Ruim voor de contractuele conversiedatum wordt met de geldgever de rente op een lopende lening voor de opvolgende rentevastperiode overeengekomen. WSW: Waarborgfonds Sociale Woningbouw zorgt middels een zekerheidsstructuur dat woningbouwcorporaties tegen gunstige rentetarieven geld voor sociale woningbouwprojecten en de bouw van maatschappelijk vastgoed kunnen aantrekken
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
29
Bijlage 2: Normen/percentages/toetsen De volgende normen/percentages/toetsen in het kader van het WSW/CFV/FAW zijn in het treasurystatuut beschreven:
Renterisico WSW methode: max. 15% per aangesloten periode van twaalf maanden (zie 2.3.5 a.) Rente risico bedrijfseconomische methode: max. 15% per aangesloten periode van twaalf maanden (zie 2.3.5 b.) % bezit o.b.v. WOZ-waarde met vreemd vermogen gefinancierd: <50% WOZ-waarde (zie 3.2.3 h.) % bezit o.b.v. WOZ-waarde met vreemd vermogen gefinancierd (Eigen Middelen beleid): < 40% WOZwaarde (zie 3.2.3 i.) Maximaal % MVA (bedrijfswaarde) aan kortgeldfaciliteiten: 7,5% (zie 4.5.4) Kasstroomtoets WSW: de som van de exploitatie kasstroom minus de rentelasten en de fictieve aflossing van 2% over de leningportefeuille voor de eerste vijf jaar is positief (zie 2.7.5) Interest Coverage Ratio: minimaal 1,4 (zie 2.7.6) Debt Service Coverage ratio: 1,0 (zie 2.7.6) Liquiditeitsbuffer bij rentedaling op derivatenportefeuille wegens contractuele liquiditeitsverplichtingen: minstens 2% rentedalingsscenario (zie 6.3.7 en 6.3.8) Termijn in maanden voor aangaan van leningen met uitgestelde storting: max. 36 maanden vooruit (zie 3.2.3 d.)
De volgende overige normen/percentages/toetsen zijn in het treasurystatuut beschreven:
Tegenpartij rating bij uitzettingen <3maanden: - solide tegenpartijen waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort en het desbetreffende land en de tegenpartij minimaal een lange termijn internationale kredietbeoordeling heeft van A3/A- of toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (Moody’s, Standard & Poors of Fitch Ratings) en/of een systeembank is. Tegenpartij rating bij uitzettingen >3 maanden: solide tegenpartijen waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort en het desbetreffende land en de tegenpartij minimaal een lange termijn kredietbeoordeling heeft van Aa3/AA-, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (Moody’s, Standard & Poors of Fitch Ratings). Tegenpartij rating bij derivaten: financiële instellingen waarvan het land van vestiging tot het eurogebied behoort en het desbetreffende land en de financiële instelling minimaal een lange termijn internationale kredietbeoordeling heeft van A3/A- toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus (zie 2.4.3 c.) Maximaal krediet/ tegenpartijrisico:€ 5 mln. (zie 2.4.8) Maximaal % opslagrisico van de uitstaande nominale hoofdsom van de leningenportefeuille: is onderdeel van het renterisico van 15% (zie 2.6) Maximaal kassaldo: € 4.000 (zie 4.4.7)
Vastgesteld
Goedgekeurd
Datum Naam Functie Handtekening
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
30
Bijlage 3: Treasuryprotocol verbindingen van Wonen Noordwest Friesland (onlosmakelijk deel van Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland) Inleiding Wonen Noordwest Friesland kan verbindingen oprichten voor risicodragend gebieds- en projectontwikkeling of andere specifieke activiteiten. Onder een verbinding wordt verstaan een 100% dochter van Wonen Noordwest Friesland, dan wel een meerderheids- of minderheidsdeelneming of een andere vorm van samenwerking. Dit protocol is van toepassing op verbindingen zonder een eigen Treasurystatuut. Voor verbindingen met een zelfstandige treasuryfunctie dient in het eigen statuut vastgelegd te worden hoe de verantwoording t.o.v. Wonen Noordwest Friesland is geregeld. De contouren waarbinnen besluiten op het gebied van treasury, ten aanzien van de verbindingen, worden genomen zijn vastgelegd in dit Treasuryprotocol. Een goede invulling van de treasuryfunctie van verbindingen is noodzakelijk om de financiële risico’s die zij lopen te verkleinen. Het Treasuryprotocol is een gedragscode waarin het volgende geregeld wordt: De wijze waarop treasurybesluiten worden genomen door de verbinding. De uitwisseling van informatie tussen de verbinding met Wonen Noordwest Friesland en vice versa. De wijze waarop verantwoording wordt afgelegd door Wonen Noordwest Friesland aan de verbinding en andersom. De taken van de verbinding en Wonen Noordwest Friesland ten opzichte van elkaar. De regels met betrekking tot het aangaan van financieringen, rentemanagement, het afgeven van zekerheden en liquiditeitenbeheer. Het treasuryprotocol is een onlosmakelijk deel van het Treasurystatuut van Wonen Noordwest Friesland. Het treasuryprotocol wordt gelijktijdig met het treasurystatuut getoetst aan de actualiteit en, indien nodig, gewijzigd. Organisatie en besluitvorming Indien Wonen Noordwest Friesland voornemens is om een verbinding op te richten, wordt de manager FIA van Wonen Noordwest Friesland er tijdig bij betrokken. Periodiek vindt overleg plaats over treasuryaangelegenheden. Voor verbindingen waarbij de treasury integraal onderdeel is van het treasuryproces van Wonen Noordwest Friesland (geen eigen treasury) vindt dit impliciet plaats tijdens de bijeenkomsten van de treasurycommissie van Wonen Noordwest Friesland. Het is mogelijk om buiten de reguliere treasurycommissie overleg te hebben (bijvoorbeeld n.a.v. de financieringsaanvraag van een verbinding). De treasurycommissie dan wel de manager FIA van Wonen Noordwest Friesland doet voorstellen die als advies worden voorgelegd aan de directie van de verbinding. Besluitvorming ten aanzien van treasury, met uitzondering van regulier cashmanagement activiteiten, vindt plaats op basis van schriftelijke transactievoorstellen, en besluiten worden genomen door de directie van de betreffende verbinding. De overwegingen die tot het besluit hebben geleid worden genotuleerd. Deze notulen worden ook aan de manager FIA van Wonen Noordwest Friesland verstrekt. Taken van de verbinding ten behoeve van Wonen Noordwest Friesland De verbinding geeft Wonen Noordwest Friesland inzicht in de totale financieringsbehoefte en risico’s (o.a. in een ‘bidbook’). De verbinding geeft Wonen Noordwest Friesland periodiek inzicht in (veranderingen in) kasstroomprognoses en het verloop van de financieringsbehoefte. Taken Wonen Noordwest Friesland ten behoeve van de verbinding Indien de penvoerdersrol bij Wonen Noordwest Friesland ligt, verzorgt zij, samen met de aandeelhouders van de verbinding, de financieringsaanvraag. Ziet toe op de marktconformiteit van de bankvoorwaarden en de af te geven zekerheden. Vertaalt kasstroomprognose in een inzichtelijke rapportage van de financieringsbehoefte (lang en kort) en renterisico.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
31
Brengt adviezen uit aan de directie van de verbinding op het gebied van liquiditeitenbeheer, financiering en rentemanagement. Kan in opdracht van de directie van de verbinding zorg dragen voor de uitvoering van besluiten (indien de penvoerdersrol bij Wonen Noordwest Friesland ligt).
Verantwoording Wonen Noordwest Friesland geeft, aan de hand van de door de verbinding aangeleverde liquiditeitsprognoses, per verbinding inzicht in het verloop van de toekomstige financieringsbehoefte en de wijze waarop hieraan invulling is gegeven. In de rapportagemomenten vanuit verbindingen aan de Bestuurder en de RvC van Wonen Noordwest Friesland wordt vanuit treasury gerapporteerd over de uitgebrachte adviezen en de opvolging hiervan door de directies van de verbindingen. Zodra Wonen Noordwest Friesland een voorstel voor de verbinding uitvoert, informeert Wonen Noordwest Friesland terstond de directie van de verbinding hierover. Financieren Besluiten worden genomen op basis van de meest actuele prognose van de financieringsbehoefte. De prognose kent een planningshorizon die minimaal gelijk is aan die van het langstlopende project in realisatie van de betreffende verbinding. Het verloop van de totale financieringsportefeuille wordt zoveel mogelijk afgestemd op het verloop van de totale financieringsbehoefte. Er worden geen middelen aangetrokken voor een langere periode dan op grond van de prognose noodzakelijk is. Offertes worden bij meerdere partijen gevraagd en tarieven worden getoetst op marktconformiteit. Renterisicobeheer Ieder project / activiteit wordt ‘doorgerekend’ op basis van een rentescenario. Besluiten zullen zijn gericht op de realisatie van het rentescenario. Afhankelijk van de omvang en duur van het project (of activiteit) wordt een ‘rentemanagement-plan’ opgesteld. Gezien de diversiteit van de activiteiten van de verbindingen worden op voorhand geen algemene randvoorwaarden gegeven. In het ‘rentemanagement-plan’ zal o.a. aandacht worden gegeven aan renterisicobeheersing en de flexibiliteit in de financiering. De rente-instrumenten die Wonen Noordwest Friesland mag hanteren kunnen ook door een verbinding worden aangegaan. Zekerhedenbeleid Zekerheden benodigd voor de financiering van de verbinding worden door de verbinding zelf afgegeven. Aanvullende zekerheden kunnen worden gegeven door de aandeelhouders per verbinding, bij voorkeur naar rato van eigendomsverhouding. In beginsel worden de zekerheden verstrekt door de directe aandeelhouder van de verbinding op basis van de eigen vermogensstructuur. Alle zekerheden worden nauwkeurig omschreven en zijn altijd begrensd in omvang. Liquiditeitenbeheer De beschikbaarheid van middelen komt voort uit een tijdelijke en onvoorziene mismatch van geldstromen. Er worden geen externe middelen aangetrokken uitsluitend met het doel deze gelden vervolgens te beleggen en daarmee renteresultaten te realiseren. Uitzettingen mogen alleen plaatsvinden bij de bank die de financiering voor de verbinding heeft verstrekt of bij Wonen Noordwest Friesland. Uitzettingen mogen alleen plaatsvinden in de vorm van een termijndeposito, rekening-courant of spaarrekeningen.
Treasurystatuut Wonen Noordwest Friesland 2013
32