1
Wonen en zorg verbonden Werkprogramma 2014- 2019 Zo lang mogelijk zelfstandig wonen met ondersteuning op maat. Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Spreiding aanbod Welkome wijken Woonruimteverdeling Transformatie Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Versie juni 2014
2
Context (1)
Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
Thema's/ Projecten p. 9-23
Organisatie p. 27-32
Het werkprogramma Wonen en zorg verbonden legt de verbinding tussen mensen die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam zijn en de benodigde woningen en woonomgeving. Doelgroepen die we tot het sociale domein rekenen zijn: Senioren met beperkingen Verstandelijk gehandicapten (VG) Lichamelijk gehandicapten (LG) Psychiatrische cliënten (GGZ/OGGZ) Uitstroom Maatschappelijke opvang (MO) en Vrouwenopvang (VO) Zwerfjongeren en adolescenten Dak-en thuislozen Ex-gedetineerden Mishandelde vrouwen Er zijn veel veranderingen in de beleidsmatige context. De kanteling van AWBZ naar Wmo, de extramuralisering en het scheiden van wonen en zorg zijn operaties met een zeer grote impact. Het huidige beleid is erop gericht om mensen met verminderde zelfredzaamheid zoveel mogelijk zelfstandig te laten wonen. De woning moet hiervoor geschikt zijn en de eventuele zorg en begeleiding nabij. Voor een deel van deze mensen is huisvesting in een beschermde woonvoorziening/woonomgeving noodzakelijk. Voor de doelgroep ouderen komen vanaf 1 januari 2013 nieuwe CIZ-geïndiceerden met een ZZP1 en 2 niet meer in aanmerking voor intramuraal verblijf. Deze mensen krijgen sindsdien in Utrecht voorrang bij het zoeken naar een sociale huurwoning en verhoogd dus de druk op de reguliere voorraad. Ook het grootste deel van de ZZP 3 en 4 niveaus zal straks geen toegang meer hebben tot de intramurale zorg, waarmee de druk op de reguliere woningen nog verder groeit. En tegelijk met de hogere druk op de reguliere woningen, ontstaat er leegstand in zorgvastgoed. Zorginstelling Careyn geeft aan dat de mutatiegraad op 30% per jaar ligt, waardoor de oude complexen in rap tempo leeg komen te staan. Onlangs heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur advies uitgebracht aan de minister, waarin een van de belangrijke knelpunten is dat "juist kwetsbare mensen de komend jaren in de knel komen, omdat betaalbare alternatieven voor thuis wonen met zorg nog slechts beperkt beschikbaar zijn". Ook in Utrecht is er een dreigend tekort aan geschikte woningen. In de WWZ monitor van 2012 is dit tekort becijferd op ruim 4000 woningen, met een doorgroei naar een tekort van 9000 woningen in 2030. Deze tekorten zijn wel geraamd op basis leeftijdsgrenzen. Het is de vraag of dit een juiste indeling is. Daarover later in dit werkprogramma meer.
3
Context (2)
Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
Thema's/ Projecten p. 9-23
Organisatie p. 27-32
De gemeente heeft door de decentralisaties een steeds belangrijker regierol gekregen in het verlenen van de juiste ondersteuning en begeleiding aan de bewoners van de stad. Via de WMO is de gemeente hiervoor rechtstreeks verantwoordelijk. De persoonlijke verzorging loopt via de Zorgverzekeringswet (Zvw), maar er is een inhoudelijke afstemming via de buurtteams, die deze ondersteuning en begeleidng regelen. Een zeer groot deel van ondersteuning, begeleidng maar ook zorg die voorheen vanuit de ABWZ werd geïndiceerd zal onder de verantwoordelijkheid vallen van de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn de zwaardere intramurale zorg voor GGZ en de RIBW’s, die onder de categorie 'aanvullende zorg' vanuit de Wmo vallen. De lichtere categorieën worden geextramuraliseerd waarbij de begeleiding door de gemeente moet worden georganiseerd. In Utrecht worden hiervoor de buurtteams opgezet. De aanpak van de decentralisatie en opzet van buurtteams wordt beschreven in het Uitvoeringsplan Meedoen naar Vermogen. Vanaf 1 januari 2015 zijn de buurtteams een feit. Onderstaande figuur geeft schematisch weer via welke kanalen begeleiding, ondersteuning en zorg voor mensen gaat lopen (horizontale as) , welke categorieën woningen onderscheiden kunnen worden (verticale as). Hierbinnen zijn verschillende woon-zorgconcepten te onderscheiden, waarbij de belangrijkste in de 'bollen' zijn weergegeven.
Het afgelopen half jaar heeft een projectgroep, bestaand uit medewerkers van Wonen & Programma's en Meedoen naar Vermogen, de opgave op het gebied van bouwen en wonen (in brede zin) in beeld gebracht. Belangrijk onderdeel waren twee stakeholdersbijeenkomsten waarin gewerkt is aan het bepalen van de kerndossiers, aan het zoeken naar rollen van de verschillende partijen, en mogelijkheden tot samenwerking. Dit heeft geleid tot een "strategische agenda wonen in het sociale domein". Deze agenda is opgenomen in het Uitvoeringsplan Meedoen naar Vermogen, omdat wonen een belangrijke randvoorwaarde is voor het goed functioneren van een zelfredzame samenleving. De strategische agenda wonen in het sociale domein is nu omgezet in een werkprogramma. De titel is aangepast van 'wonen in het sociale domein' naar 'Wonen en zorg verbonden', om te benadrukken dat het hier gaat om de fysieke consequenties van de veranderende context in het sociale domein.
4
Doelstellingen en beoogde effecten
Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
Thema's/ Projecten p. 9-23
Het doel van dit werkprogramma is om vraag en aanbod van de woningvoorraad en woonomgeving meer in evenwicht te brengen, in de context van de veranderde omstandigheden, binnen het sociale domein. Het gaat er hierbij om dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig wonen met ondersteuning op maat. Intramuraal wonen gebeurt straks alleen nog waneer dat echt noodzakelijk is. Concreter kunnen we dit uitsplitsten naar vijf gewenste effecten, aan de hand van de vijf thema's uit de strategische agenda. 1. Voldoende geschikte woningen, kwalitatief passend bij de vraag (prijs, oppervlakte, locatie), voor de doelgroepen binnen het sociale domein, zodat er nu en in de toekomst een evenwicht ontstaat.
Organisatie p. 27-32 2. Passende spreiding van het zorgvastgoed in relatie tot de zorgvraag en de woningvoorraad, rekening houdend met het overschot aan verpleeg- en verzorgplekken en de veranderende kwalitatieve vraag.
3. Passende sociale en fysieke infrastructuur voor de doelgroepen, zodat zij langer zelfstandig kunnen wonen in een leefbare wijk.
4. Passende woonruimteverdeling, waarbij een eerlijke verdeling wordt nagestreefd voor alle doelgroepen en doorstroming een belangrijk doel is om vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen.
5. Nieuwe bestemming voor leegstaand vastgoed, zodat de leefbaarheid van buurten gewaarborgd blijft, eigenaren middelen vrijspelen om te herinvesteren en er kansen komen voor doelgroepen waarvoor er tekorten zijn.
Het is nog goed om hier te benadrukken dat dit werkprogramma de focus legt bij de fysieke omgeving. De uitlijning van alle sociale randvoorwaarden, zoals de opzet van de buurtteams, gebeurt in het kader van het Uitvoeringsplan Meedoen naar vermogen.
5
Visie op de aanpak: verbindingen leggen (1) Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
Thema's/ Projecten p. 9-23
Organisatie p. 27-32
Gemeentelijke opgaven Dit werkprogramma is vanuit de gemeente geschreven. Binnen de context van Wonen en zorg verbonden staat de gemeente voor de volgende belangrijke opgaven: Goede uitvoering van de ondersteuning en begeleiding via de WMO en buurtteams en afstemming met de persoonlijke verzorging en verpleging door wijkverpleegkundigen. Voldoende geschikte woningen zijn daarbij een randvoorwaarde. Inschatten en monitoren van de vraag, zodat partijen uitgedaagd en verleid worden om in Utrecht te investeren. Leegstand van vrijkomend zorgvastgoed voorkomen, ten behoeve van de leefbaarheid. Initiatieven voor nieuw (zorg)vastgoed of wijzigingen in bestaande complexen beoordelen op nut en wenselijkheid voor de wijk en de stad en faciliteren van goede initiatieven. Daarbij ook aandacht voor een evenwichtige spreiding van de voorzieningen over de stad. Hierbij heeft de overgangsituatie waarbij vastgoed gedeeltelijk leegstaat extra aandacht en meedenken nodig. Schaarste van de sociale voorraad op een zo eerlijk mogelijke manier verdelen, waarbij kwetsbaren groepen speciale aandacht hebben, maar altijd in relatie tot andere doelgroepen. Regierol van de gemeente: verbindingen leggen Stakeholders als zorgaanbieders, zorgverzekeraars, woningcorporaties, maatschappelijke instellingen, belangenorganisaties, beleggers, investeerders, en andere overheden, zijn belangrijke partners om mee samen te werken. Onder het hoofdstuk Organisatie, paragraaf Stakeholders is een uitgebreidere beschrijving van de stakeholderanalyse terug te vinden. De gemeente is een regierol aan het ontwikkelen. Deze is het beste te omschrijven als 'het overzicht houden, verbindingen leggen, kennis verzamelen en verspreiden en bijdragen aan afgewogen besluitvorming'. We steken als het ware de satéprikker door alle initiatieven en ideeën. Wel blijven we andere partijen wijzen op hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Zo zijn eigenaren van zorgvastgoed bijvoorbeeld in het geheel zelf verantwoordelijk voor een goede bedrijfsvoering, waarbij zij misschien vastgoed moeten afstoten. Per thema van dit werkprogramma ziet de regierol er ook anders uit. Hieronder wordt dit beschreven en ook in de projectbladen is telkens de trekker van dat project aangegeven. Bij het thema 'Voldoende geschikte woningen', bestaat de rol van de gemeente eruit om feiten en cijfers in beeld te (laten) brengen en te delen. In 2014 is de rol vooral inventariserend. In de loop van het jaar en de jaren erna zal de rol er meer op gericht zijn op inspireren en faciliteren van investerende partijen om tekorten in te lopen.
6
Visie op de aanpak: verbindingen leggen (2) Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
Thema's/ Projecten p. 9-23
Organisatie p. 27-32
Bij het thema 'Passende spreiding zorgaanbod', geldt hetzelfde, maar is de inventarisatie al verder. Nu gaat de gemeente zich vooral richten op het delen van informatie en integrale advisering en besluitvorming met een duidelijk aanspreekpunt. (d.m.v. een loket, binnen de gemeente praten met één mond). Indien er sprake is van een bestemmingsplanwijziging, is toestemming van de gemeente nodig. Maar ook in andere gevallen is het voor partijen belangrijk om gemeentelijke rugdekking te hebben, bijvoorbeeld voor de inschatting en organisatie van draagvlak in de buurt. Bij het thema 'Passende sociale en fysieke infrastructuur' ontwikkelt de gemeente een kaart welkome wijken die zicht biedt op alle aanwezige voorzieningen in de buurt. Ook dit middel is bedoeld om investerende partijen te kunnen faciliteren door het samenbrengen van kennis. Bij het thema 'Passende woonruimteverdeling' werkt de gemeente binnen de kaders van de regionale huisvestingsverordening, waarin regels zijn opgenomen voor verdeling van de schaarse sociale huurwoningen. Bij gewenste wijzigingen heeft de gemeente een agenderende en onderhandelende rol binnen de regio. Verder komt de gemeente bij dit thema op voor kwetsbare doelgroepen (time-out woningen) en wil zij doorstroming bevorderen (verhuisadviseur). Bij het thema 'Nieuwe bestemmingen voor leegstaand vastgoed' is de rol van de gemeente weer meer gericht op kennis delen en verbindingen leggen met verschillende partijen, aangezien de gemeente zelf geen eigenaar van vastgoed is of hierin investeert, maar er wel belang bij heeft dat leegstand voorkomen wordt en goede zorg en woonkwaliteit overeind blijft.
Aansluiting bij bestaande structuren en netwerken Het werkprogramma Wonen en zorg verbonden wil geen nieuwe laag toevoegen binnen de gemeentelijke structuur, maar aansluiten op de bestaande werkprocessen maar daarbij wel verbinding leggen. Er wordt bijvoorbeeld bekeken wat er al loopt in de BaS-afspraken met de corporaties en hierbij aangesloten, zowel op inhoud als met de werkverbanden, zodat er geen dubbels ontstaan.
Kennisnetwerken In heel Nederland zijn gemeenten en stakeholders bezig met dit thema. Kennisuitwisseling helpt bij het kiezen van de goede aanpak. Op dit moment participeren we in de volgende kennisnetwerken: VNG BZK/ Platform 31 Kenniskring wonen-zorg G4 overleg U10 netwerk
7
Focus in 2014
Algemeen Context Doelstellingen en beoogde effecten Visie op de aanpak Focus in 2014 Schema
De gewenste effecten en doelen, die eerder zijn beschreven zullen niet binnen één of twee jaar worden bereikt. Het werkprogramma heeft een langere looptijd. In de navolgende projectbladen wordt de aanpak voor 2014 beschreven. Volgend jaar vind herijking plaats en wordt het jaarprogramma opnieuw bepaald.
Thema's/ Projecten p. 9-23
In 2014 ligt de focus enerzijds op (het volgen van) de uitvoering van een aantal concrete projecten, zoals de verhuisadviseur en voorrang voor ouderen. Anderzijds ligt de focus bij het verder concretiseren van een aantal opgaven. Voor deze opgaven ligt de prioriteit bij het verkrijgen van meer inzicht in de stand van vraag en aanbod, waarna verdere maatregelen om het aanbod te beïnvloeden kunnen worden geconcretiseerd. Met deze concretisering wordt bijvoorbeeld bedoeld het verder invullen van de regie en faciliterende rol en het maken van nieuwe prestatieafspraken met de corporaties. Ook de woonruimteverdeling bekijken op benodigde aanpassingen heeft prioriteit.
Organisatie p. 27-32
De focus is ook terug te vinden in het schema met thema's en projecten op de volgende pagina, waarin duidelijk is gemaakt wat we dit jaar gaan doen en wat later komt.
8
Schema Geschikt woningaanbod
Spreiding aanbod
Welkome wijken woonruimteverdeling tranformatie vrijkomend Op de volgende pagina's worden de projecten stuk voor stuk beschreven. In
vastgoed Algemeen onderstaand schema is de onderlinge samenhang af te lezen en te zien welk Context Nadere inventarisatie van de vraagproject bijdraagt aan welk effect. Zo heeft bijvoorbeeld de categorisering van Doelstellingen en vraag een aanbod samenhang met en invloed op alle vijf de thema's en moet beoogde effecten Categorisering toegankeljikheid steeds voor een goede kennisuitwisseling worden gezorgd. Visie op de Woningaanpassingen aanpak Focus in 2014 Instellingswoningen Schema Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke huurcontracten Mantelzorgwoningen Stand van zaken zorgvastgoed Account voor nieuwe initiatieven Kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Voorrang ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen
Verbinden van kennis en partijen 30 extra eenh. (uitstroom) MO Na 2014 Afspraken met investeerders (STUW, zorgaanbieders, beleggers) over toevoegingen van geschikte woningen Nieuwe afspraken met STUW over contingent Beter Wonen Monitoring ontwikkelingen vraag en aanbod via buurtteams Rol buurtteams bij urgenties en verhuisproces
9
1.1. Nadere inventarisatie vraag
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Bij de doelgroep ouderen met een (toekomstige) zorgvraag is er behoefte om de vraagkant beter in beeld te hebben, Dit kan door middel van het naast elkaar leggen van de verschillende onderzoeken die er al zijn. De huidige behoefte ramingen uit de WWZ-monitor zijn opgebouwd op basis van leeftijd als belangrijk criterium. Hiermee wordt het tekort aan geschikte woningen in Utrecht geraamd op minimaal 4000 woningen. Het is echter de vraag of het werkelijke tekort zo groot is, aangezien mensen pas op latere leeftijd te maken krijgen met fysieke beperkingen waarvoor woningaanpassingen nodig zijn. Ook is de WWZ-monitor alleen gericht op het sociale segment, terwijl bekend is dat het vermogen onder ouderen aan het stijgen is en daarmee ook doorstroming naar een geschikte koop- of (middel)dure huurwoning kansrijk is. Vragen die spelen zijn: • Wat is de werkelijke vraag naar o.a. geschikte woningen en verzorgd wonen voor kwetsbare mensen? Hoeveel behoefte is er bijvoorbeeld aan een 50m2 woning met 2 kamers? • Hoeveel kwetsbare mensen hebben een zorgvraag met CIZ indicatie en waar wonen zij in Utrecht? • Welke vraag is er voor de duurdere segmenten? • Welke gegevens en parameters kunnen gebruikt worden voor de prognose in 2020 en 2030? De antwoorden op deze onderzoeksvragen zijn nodig voor alle belanghebbenden (woningcorporaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraar en gemeente) om helder te krijgen waar overschotten en tekorten ontstaan, zodat investeringsplanningen daarop aangepast kunnen worden. Er zijn al veel gegevens beschikbaar, zoals in het kader van de Zelfredzaamheidsindex t.b.v. de buurtteams, de monitor kwetsbare ouderen, onderzoek van Compaenen naar ouderen > 75 jaar die aangepast wonen. Deze cijfers moeten op buurtniveau worden gecombineerd tot heldere overzichten.
2. Doel Beter zicht op de daadwerkelijke vraag naar aangepaste of aanpasbare woningen, met ook aandacht voor andere kwaliteitsaspecten als ligging, oppervlakte, aantal kamers en prijs (huur of koop). 3. Resultaat Factsheets per wijk t.a.v. het aantal kwetsbare mensen (en hun zorgvraag) in leeftijdscategorieën per wijk/buurt, nu en in de toekomst. 4. Doorlooptijd e 3 kwartaal
5. Trekker en Partners Trekker: gemeente/IB/Onderzoek; Partners MnV, REO Volksgezondheid, G4
10
1.2 Categorisering toegankelijkheid woningvoorraad Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context De stuwcorporaties, en de corporaties in de regio, bereiden besluitvorming voor om de woningen die via Woningnet te huur worden aangeboden te categoriseren naar mate van toegankelijkheid. Woningzoekenden kunnen bij het zoeken van een huurwoning hier dan beter rekening mee houden. Dit is een belangrijk onderdeel van de WWZ-visie van de STUW corporaties. Zodoende zal langzamerhand inzicht ontstaan in de toegankelijkheid van de totale voorraad. Ten behoeve van de WWZ-monitor 2012 hebben de STUW-corporaties op basis van een quickscan al globaal aangegeven hoeveel rollatorwoningen zij bezitten in de verschillende wijken. Aanpasbaar of levensloopbestendig bouwen heeft betrekking op dit onderwerp, want deze woningen zullen vaak rollatordoorgankelijk zijn. STUW wil graag werken met een classificatiesysteem voor ouderen met een onderscheid naar nultredewoningen, rollatordoorgankelijke woningen en rolstoelwoningen. Wellicht is deze indeling ook voor andere doelgroepen en marktsegmenten bruikbaar. Bijvoorbeeld door zorgaanbieders en aanbieders van dure huur.
2. Doel Klantgerichte manier van aanbod aanbieden en helderheid in manier van toewijzing voor de woningzoekende. En op termijn inzicht in toegankelijkheid voorraad van STUW. 3. Resultaat Huidige inzet van de corporaties is dat Woningnet vanaf 1-1-2015 de mogelijkheid biedt de informatie zichtbaar te maken en dat corporaties uiterlijk 1-1-2016 van al hun te huur aangeboden woningen de mate van toegankelijkheid aangeven.. 4. Doorlooptijd Einde van het jaar informatie zichtbaar. 5. Trekker en Partners Trekker: STUW Partners: REO, Beleggers, belangenorganisaties doelgroepen, zoals Cosbo Solgu en Bundeling en eventueel, zorginstellingen met vastgoed en beheerders van dure huur.
11
1.3 Individuele woningaanpassingen
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Vanuit prestatieveld 6 van de WMO is de gemeente verantwoordelijk voor individuele woningaanpassingen. Werk en Inkomen voert deze taak uit. Dit gebeurt zowel in corporatiewoningen als in particuliere woningen. Afhankelijk van het inkomen betalen mensen een eigen bijdrage voor de woningaanpassingen. De variatie is groot. Soms gaat het om rolstoelwoningen die nog verder worden aangepast voor een specifieke cliënt (bijv. met een in hoogte verstelbare keuken). Soms gaat het om reguliere woningen die alleen worden voorzien van beugels en een douchezitje (wat huurders tegenwoordig zelf moeten bekostigen en organiseren).Voor de komende jaren gaat de gemeente er vanuit dat de kosten zich zullen stabiliseren rond de € 1,00 miljoen. De kostendaling van de afgelopen jaren vindt zijn oorzaak in nieuw beleid zoals vastgesteld in mei 2011, waardoor meer mensen een grotere eigen bijdrage zijn gaan betalen. Door de extramuralisering zal de vraag naar geschikte woningen stijgen. Met het nieuwe beleid zetten we erop in dat de stijgende vraag niet zal leiden tot budgetoverschrijdingen. Voor de corporatiewoningen, waar de mensen met de laagste inkomens wonen en waar dus de meeste gemeentelijke subsidie heen gaat, is er slecht in beeld welke woningen zijn aangepast. Omdat de aanpassingen individueel zijn en het soms om kleine zaken gaat, is dit lastig te inventariseren. Ook is het ingewikkeld om bij een nieuwe verhuur een match te maken met iemand die precies dezelfde aanpassingen nodig heeft. Voor de woningen met grote aanpassingen is het een ander verhaal. Die worden in overleg met Het Vierde Huis aangeboden aan mensen met een medische indicatie op een wachtlijst. Er is een zoektocht gaande om de WMO–middelen op een meer efficiënte en zinvolle manier in te zetten. Bijvoorbeeld door een complexgewijze inzet. Wellicht kan ook labelen nog een rol spelen. (zie ook woonruimteverdeling).
2. Doel Meer kostenefficiency in woningaanpassingen bereiken. 3. Resultaat Afspraken tussen gemeente en STUW over inzet individuele WMO-middelen 4. Doorlooptijd Derde kwartaal. 5.
Trekker en Partners
Trekker: W&I Partners: STUW, REO/Wonen.
12
1.4 Vraag en aanbod instellingswoningen
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
1. Inleiding/context Binnen het programma Bouwen aan de Stad (2011 t/m 2015) is vastgelegd dat de corporaties jaarlijks 10% van het aantal sociale huurwoningen dat in het voorgaande jaar is verhuurd, ter beschikking stellen van de uitstroom van cliënten uit opvang- en begeleidingsinstellingen. Dit wordt het ‘Contingent Beter Wonen’ genoemd. Het gaat om zo'n 260 -270 woningen per jaar. Een deel hiervan (1/10) wordt ter beschikking gesteld als instellingswoning. Dit zijn sociale huurwoningen die de instelling van de corporatie huurt, met het doel in die woning zorg en begeleiding te leveren aan de (tijdelijke) bewoner of bewoners. Er zijn geen heldere afspraken gemaakt over de eindigheid van een dergelijk contract. Het gevolg is dat er een groeiend aantal instellingswoningen is. Op dit moment zijn er rond de 600 en bij ongewijzigde afspraken groeit dit aantal jaarlijks. Dit is ongewenst omdat het aandeel instellingswoningen een te groot beslag gaat leggen op de voorraad sociale huurwoningen. Daarnaast houdt de groei van het aantal instellingswoningen in feite in dat de instellingen steeds meer opvangcapaciteit krijgen, wat een steeds groter beslag legt op de beschikbare subsidie vanuit de gemeente. Er is te weinig inzicht in welk type cliënten (zzp-en) in de woningen verblijft, welke woningen op termijn op naam van de cliënt kunnen worden gezet, welke woningen weer leeg aan de corporatie kunnen worden teruggegeven en welke woningen voor langere tijd gebruikt worden als instellingswoning. Daarnaast speelt dat in het kader van het scheiden van wonen en zorg, het ook voor de instellingen van belang is, dat contracten worden overgedragen van de instellingen naar de indiviudele bewoners. Meedoen naar Vermogen en Wonen zijn, samen met de corporaties en de instellingen, een inventarisatie begonnen die inzicht moet geven in het exacte aantal instellingswoningen, de adressen en het type cliënten dat in de woningen wordt opgevangen.
2. Doel Het primaire doel is een beter inzicht in aantal en gebruik van de instellingswoningen. Secundair doel is het aantal instellingswoningen terug te brengen en afspraken te maken over het gebruik van de resterende instellingswoningen op de langere termijn. 3. Resultaat 1. Een overzicht van de instellingswoningen: hoeveel instellingswoningen zijn in gebruik bij welke instellingen, welke type cliënt verblijft in de woningen. 2. Duidelijkheid over de termijn van gebruik als instellingswoning: komt op korte termijn weer beschikbaar voor de markt, wordt contract op korte termijn op naam van de cliënt gezet, blijft voor langere termijn in gebruik, blijft permanent in gebruik als instellingswoning.
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
4. Doorlooptijd Het overzicht zal in de eerste helft van 2014 gereed zijn. In de tweede helft van 2014 worden de afspraken over de instellingswoningen tussen de corporaties en de instellingen voorbereid. De afspraken zullen in 2015 worden vastgesteld. 5. Trekker en Partners Trekker: REO/Wonen Partners: Meedoen naar Vermogen, de corporaties, de instellingen verenigd in Beter Wonen die instellingswoningen in gebruik hebben.
13
1.5 Aanbod dure huur en koop
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context De aanname is dat mensen met een hoger inkomen, die in de vrije sector huur wonen of een koopwoning bezitten, minder ondersteuning nodig hebben bij het vinden van een geschikte of aangepaste woning, mocht dit nodig zijn. Zij hebben voldoende geld tot hun beschikking om woningaanpassingen te doen of zijn in staat om te verhuizen. Woningaanpassingen zijn in deze voorraad ook makkelijker te doen, omdat de woningen over het algemeen ruimer zijn dan de sociale huurwoningen. Het is echter wel interessant om een beter onderbouwde inschatting te kunnen maken van de geschiktheid van de voorraad voor eventuele aanpassingen, ook in relatie tot de ligging nabij voorzieningen. Indien het aanbod gering is, kunnen ontwikkelaars en beleggers verleid worden om deze woningen toe te voegen aan de stad. Aandachtspunt hierbij is welke kwaliteit en betaalbaarheid beleggers kunnen realiseren in relatie tot het nieuwe woningwaarderingsstelsel. Investeerders willen namelijk kwalitatief goede, maar wat kleinere appartementen bouwen, om de betaalbaarheid en afzet te waarborgen, maar vallen via het huidige woningwaarderingsstelsel in het sociale deel. 2. Doel Beter inzicht in voorraad om nader doel (bv extra woningen toevoegen) te bepalen. Zicht op mogelijkheden van toevoegingen (nieuwbouw of transformatie) binnen het woningwaarderingsstelsel. 3. -
-
Resultaat Quick scan van beschikbare voorraad vrije sector huur en koop dat levensloopgeschikt is Zicht op mogelijkheden voor beleggers binnen het woningwaarderingsstelsel.
4. Doorlooptijd 3e kwartaal 2014
5. Trekker en Partners Trekker: REO/Wonen Partners: BI, beleggers, G4, VNG, BZK
14
1.6 Betaalbaarheid
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling
1. Inleiding/context Vanwege de verhuurdersheffing zijn corporaties o.a. genoodzaakt om de huren te verhogen. Dit leidt ertoe dat de betaalbaarheid van de sociale huurvoorraad voor de mensen met de laagste inkomens in het geding dreigt te komen. De discussie rondom betaalbaarheid voor de hele sociale doelgroep loopt via de lijn van de BAS-afspraken. Hierin is een drieslag afgesproken: 1) Richting het Rijk wordt gelobbyd voor het optrekken van de huurtoeslaggrens, zodat mensen met een huur boven de €574 ook in aanmerking komen voor volledige huurtoeslag. 2) De corporaties zetten in op duurzaamheidsmaatregelen, om de woonlasten naar beneden te brengen. 3) De gemeente gaat een aanscherping van de huur-inkomentabel onderzoeken. Vanuit de doelgroep die een aangepaste woning nodig heeft , is het van belang dat ook binnen de voorraad aan te passen of aangepaste woningen voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn. Binnen de algemene betaalbaarheidsdiscussie wordt geagendeerd en bekeken hoe er ook binnen het segment van levensloopgeschikte woningen aandacht kan zijn voor de betaalbaarheid. Hierbij is het lastig dat we nog niet precies weten hoe groot de vraag en het huidige aanbod zijn. Een ander punt dat speelt binnen de betaalbaarheidsdiscussie is dat ouderen die willen doorstromen van een grote woning naar een kleinere (levensloopgeschikte) woning, vaak te maken krijgen met een huursprong. BO-EX is op 1 september 2013 gestart met een experiment om een kortingsregeling voor zestigplussers in te voeren, waarbij de huur van de nieuwe woning slechts vijftig euro hoger is dan de huur van de bestaande woning. De andere STUW-corporaties zijn hierover ook aan het nadenken.
2. -
Doel Vodoende betaalbare levensloopgeschikte sociale huurwoningen. Voorkomen van een huursprong bij doorstroming van grote woning naar kleinere levensloopgeschikte woning door ouderen.
3. Resultaat Binnen de betaalbaarheidsdiscussie tussen gemeente en corporaties, specfieke aandacht vragen voor het segment levensloopgeschikte woningen. En het experiment van de huurkorting door Bo-ex agenderen bij andere corporaties.
Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
4. Doorlooptijd Loopt mee in algemene discussie over betaalbaarheid. In september wordt compensatie huursprong besproken in het STUW-bestuur.
Algemeen p. 2-8
5. Trekker en Partners Trekker: corporaties Partners: gemeente, belangenorganisaties zoals De Bundeling, Cosbo, Solgu, ministerie voor lobby huurtoeslag.
Organisatie p. 27-32
15
1.7 Tijdelijke huurcontracten
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Minister Blok van Wonen overweegt om corporaties wettelijk meer mogelijkheden te geven om tijdelijke huurcontracten in te zetten. Hierbij kan gedacht worden aan tijdelijke contracten voor bijvoorbeeld starters, om de doorstroming op gang te houden. Maar ook voor gehandicaptenwoningen of voor mantelzorgwoningen kan dit instrument kansen bieden om meer maatwerk mogelijk te maken en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de woningen terugkomen in de reguliere verhuur als het maatwerk niet meer nodig is. Het debat zal nauw worden gevolgd en indien nodig wordt het onderwerp via de lobby onder de aandacht gebracht bij de minister en Tweede en Eerste Kamer. Met de corporaties wordt verkend wat de inzet van deze tijdelijke contracten op zou kunnen leveren. Ook in relatie tot de discussie over labeling (zie onder woonruimteverdeling).
2. Doel Tijdelijk woningen beschikbaar stellen voor bijzondere doelgroepen, zoals gehandicapten, mantelzorgers of inwoning van zorgbehoevenden (bv. ouders in huis). 3. Resultaat Verkenning van mogelijkheden inzet tijdelijke contracten bij mantelzorg en gehandicaptenwoningen. En inbreng van de uitkomst in de landelijke discussie. 4. Doorlooptijd n.n.t.b. 5. Trekker en Partners Trekker: Gemeente en corporaties Partners: Rijk (minister en Tweede en Eerste Kamer.
16
1.8 Mantelzorgwoningen
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Mantelzorg door familie of bekenden zal een steeds groter onderdeel van begeleiding en verzorging gaan uitmaken in de toekomst. Voor de gemeente is het zowel sociaal als financieel van belang om de mantelzorgers zo veel mogelijk te faciliteren. Er is de laatste maanden veel discussie geweest in de media wat het betekent als bijvoorbeeld kinderen hun ouders in huis nemen om te verzorgen. De regelgeving, uitkeringenstelsel en woningtoewijzing zijn nog niet op deze vorm van samenleven toegerust. Ouderen worden bijvoorbeeld op hun AOW gekort (mantelzorgboete). Of het samengestelde gezin komt niet meer in aanmerking voor huurtoeslag. Ook is het denkbaar dat in de toekomst meer mensen ervoor kiezen om in een woongroep te gaan wonen. Als het om onzelfstandige eenheden gaat is er geen huurtoeslag mogelijk. Andere aspecten die bij mantelzorgwonigen aan de orde kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld woningsplitsing of een bouwvergunning voor een (tijdelijke) woning/ aanbouw in de tuin. Hiervoor is op dit moment beleid in ontwikkeling. Bij een sociale huurwoning bestaat nu al de mogelijkheid dat mensen bij elkaar in kunnen gaan wonen (met toestemming van de corporatie) of dat er bemiddeld wordt als een mantelzorger dichter bij de hulpbehoevende wil gaan wonen. Zie ook onder het kopje woonruimteverdeling.
2. Doel Mantelzorg zoveel mogelijk faciliteren met ruimtelijk beleid. 3. Resultaat Verkenning van beperkingen in regelgeving en mogelijke oplossingen bij binnenkomende initiatieven. 4. Doorlooptijd Afhankelijk van binnenkomende vragen/initiatieven. 5. Trekker en Partners Trekker: gemeente, Partners: belangenorganisaties, corporaties, rijk.
17
2.1 Stand van zaken zorgvastgoed
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen
Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Ten gevolge van de scheiding van wonen en zorg en de overheveling van AWBZ gefinancierde zorg naar gemeenten komen mensen minder snel in aanmerking voor gespecialiseerde zorg en zullen langer zelfstandig blijven wonen met zorg op maat vanuit de directe omgeving. Hierdoor ontstaat steeds minder behoefte aan grootschalige woon-zorgcomplexen, zoals de verzorgingstehuizen. In plaats daarvan zien we een ontwikkeling naar kleinschalige complexen met zorg in de directe nabijheid. 2. Doel De gemeente wil de kennis hebben van de stand van zaken van het zorgvastgoed om hiermee verbindingen te leggen tussen verschillende partijen, bijvoorbeeld bij nieuwe initiatieven (zie ook 2.2. Loket) of transformatiekansen (zie ook 5.1 transformatie). De informatie wordt ook toegevoegd aan de kaart van Welkome wijken, met een overzicht van de aanwezige voorzieningen op wijkniveau (zie ook 3.1 kaart welkome wijken) 3. Resultaat Per wijk een overzicht van zorgvastgoed onderscheiden naar doelgroep (gebruik), kwaliteit en de prognose wat betreft toekomstig gebruik (voorziet men leegstand). Dit overzicht krijgt jaarlijks een update. 4. Doorlooptijd De eerste inventarisatie is in januari 2013 gereed. 5. Trekker en Partners Trekker: MO/MnV Partners: Alle eigenaren van zorgvastgoed
18
2.2 Account voor initiatieven voor sociaal kwetsbaren Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen
Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Account voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
1. Inleiding/Context Beleid voor de huisvesting van mensen met een verminderde zelfredzaamheid vraagt een brede aanpak waarbij woonbehoeften worden verbonden met andere zowel stedelijke als wijk/buurtgerichte programma’s als Bouwen aan de Stad, de Wijkambities en aspecten van openbare orde en veiligheid. Het concept Welkome Wijk is uitgangspunt voor het bepalen van de per wijk benodigde zorg en daar aan gekoppelde benodigde fysieke en sociale infrastructuur voor mensen die tijdelijk of permanent verminderd zelfredzaam zijn. Per wijk komt een welkome wijkkaart beschikbaar waarop genoemde sociale en fysieke infrastructuur zichtbaar is (zie 3.1). Dit overzicht maakt het mogelijk om als gemeente een faciliterende rol te spelen door het initiatief te wegen op de geschiktheid van de locatie, de aansluiting op de vraag vanuit de wijk/stad, veiligheid, de kwaliteit van de voorziening en relaties met ondersteunende structuren in de directe omgeving. Op dit moment functioneert een gemeentelijk Loket dat deze faciliterende rol heeft ten aanzien van nieuwe initiatieven voor (O)GGz voorzieningen. Een bredere inzet van dit loket op meer categorieën van sociaal kwetsbaren is gewenst om overaanbod of de verkeerde voorziening op de verkeerde plek te voorkomen. Het loket biedt initiatiefnemers voor nieuwe zorgconcepten één ingang en één aanspreekpunt binnen de gemeente. Achter het loket werken alle relevante gemeentelijke diensten samen om initiatiefnemers zo goed mogelijk te faciliteren onder andere door binnen de gemeente op diverse plekken aanwezige relevante informatie voor deze initiatiefnemers te ontsluiten 2. Doel Inhoudelijke integrale afweging van alle initiatieven op het gebied van huisvesting van mensen die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam zijn om ervoor te zorgen dat de juiste initiatieven op de juiste plek in de stad landen.
a.
b. c.
3. Resultaat Een breed gedragen voorstel voor een ambtelijk Loket, dat is ingebed in de bestaande structuren, voor initiatieven die mensen met een verminderde zelfredzaamheid willen huisvesten. In dit Loket werken de diensten Volksgezondheid, MO, Wijken, REO en Veiligheid samen en de samenwerking is gericht op interne afstemming voor advisering of bestuurlijke besluitvorming in het kader van bestemmingsplanwijziging. In dit voorstel is een heldere afbakening gemaakt wat betreft specifieke doelgroepen en de rol van het loket ten aanzien van elk van deze doelgroepen Alle partijen dragen rol en werkwijze van doel en werkwijze van het Loket eenduidig uit Het Loket is vindbaar en helder gepositioneerd voor en naar externe partijen.
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
4. Doorlooptijd Werkvoorstel en communicatie rond de zomer. 5. Trekker en Partners Trekker: MO/MNV Partners: Volksgezondheid, REO/Gebiedsmanagement, Wijken, Veiligheid, instellingen VG, LG, GGz, MO, jeugd, vrouwenopvang, opvang ongedocumenteerden, Buurtteams.
19
3.1 Kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven
Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/Context Gezien de grote veranderingen in de zorg en het feit dat steeds meer mensen die verminderd zelfredzaam zijn zelfstandig moeten blijven wonen is het van belang dat de gemeente goed zicht heeft op in de wijken aanwezige (zorg)voorzieningen en steunstructuren. Het concept Welkome Wijk is uitgangspunt, waarbij gestreefd wordt naar leefbare wijken. Daarbij word niet alleen gekeken naar in de wijk aanwezige zorgvoorzieningen maar ook naar de fysieke en sociale infrastructuur die mensen in staat stelt zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk te blijven wonen. 2. Doel Inzicht in de sociale en fysieke infrastructuur op wijkniveau. 3. Resultaat Per wijk een welkome wijkkaart in GIS met de sociale en fysieke infrastructuur, waarbij bepaalde kaartlagen met categorieën voorzieningen aan en uit gezet kunnen worden. Daarbij gaat het om: omvang en kwaliteit van de bestaande woningvoorraad omvang en kwaliteit bestaand zorgvastgoed eerste en tweede lijns gezondheidszorg (waaronder huisartsen, apothekers, medische centra, thuiszorg etc.) buurtteamorganisaties met teams Sociaal en Jeugd & Gezin organisaties van sociaal makelaars zorginstellingen voor mensen met verminderde zelfredzaamheid; (O)GGz, GZ, VG, LG, senioren, slachtoffers huiselijk geweld, ongedocumenteerden. woonvoorzieningen/geclusterde woningen/wooncomplexen voor mensen met verminderde zelfredzaamheid (beschermd, beschut wonen) ontmoetings- en informatiecentra vrijwilligersorganisaties mantelzorgondersteuning winkelcentra haltes openbaar vervoer projecten/initiatieven voor mensen die verminderd zelfredzaam zijn s.v.z. toegankelijkheid en veiligheid 4. Doorlooptijd Pilot voor Noordoost, Overvecht, Zuid en Leidsche Rijn, in loop van 2014. Evaluatie in najaar en eventueel besluit aanpassingen of uitrol. 5. Trekker en Partners Trekker: MO-MNV Partners: Nexpri, IB, UVO, Makelpunt
20
4.1 Voorrang ouderen
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen
1. Inleiding/context We stimuleren de doorstroming van ouderen binnen de sociale huur door degenen die willen verhuizen en een grote sociale huurwoning achterlaten, voorrang te geven op de woning waar zij naartoe willen verhuizen. Een urgentie voor ouderen die in dit profiel passen is onlangs ingevoerd. Maatregel is bedoeld als permanente inzet om de doorstroming te bevorderen. Wel zal jaarlijks worden gemonitord wat het resultaat is: hoeveel urgenties zijn voor dit doel afgegeven, zijn de urgenties gebruikt en zijn de vrijgekomen grotere woningen verhuurd aan grote gezinnen. De urgentie voor ouderen is een instrument voor de verhuisadviseur voor ouderen (zie 4.2) 2. Doel Meer ouderen passend huisvesten (en grote gezinnen) en de doorstroming op de sociale huurwoningenmarkt stimuleren.
Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven
3. Resultaat Een monitor naar de effecten van de urgentie. Periodiek en minimaal jaarlijks, zal worden gemonitord hoeveel ouderen gebruik hebben gemaakt van deze urgentie
Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur
4. Doorlooptijd Monitor aan einde van het jaar en daarna wellicht wijzigingsvoorstellen.
Woonruimteverdeling Voorrang ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
5. Trekker en Partners Trekker: REO/Wonen Partners: Corporaties (STUW), WoningNet.
21
4.2 Verhuisadviseur voor senioren
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur
Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Begin 2013 is een aantal wijzigingen in de woonruimteverdeling van Utrecht doorgevoerd. Een van de wijzigingen is om senioren voorrang te verlenen bij de woningtoewijzing als zij een eengezinswoning achterlaten en kiezen voor een appartement. Het doel is doorstroming bevorderen van 'groot naar beter'. BO-EX is op 1 september 2013 gestart met een experiment om een kortingsregeling voor zestigplussers in te voeren, waarbij de huur van de nieuwe woning slechts vijftig euro hoger is dan de huur van de bestaande woning. Om senioren een extra steuntje in de rug te geven ten behoeve van de doorstroming, wordt een verhuisadviseur aangesteld, want een van de dilemma's van de beperkte doorstroming van sociale huurwoningen is de afnemende verhuisgeneigdheid bij ouderen.
2. Doel Bevorderen van de doorstroming. 3. Resultaat Het streven is om in één jaar tijd 75 verhuizingen te realiseren met een minimum van 50 verhuizingen. 4. Doorlooptijd De verhuisadviseur is voor de periode van 1 jaar aangesteld (van 1 december 2013 t/m 30 november 2014) 5. Trekker en Partners Trekker: Claartje Sadée (verhuisadviseur, werkzaam bij Stade Advies B.V.) in opdracht van REO/Wonen Partners: STUW
22
4.3 (ont)Labeling
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur
Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Met labeling van woningen worden bepaalde woningen aangewezen, waar slechts een afgebakende groep woningzoekenden op kan reageren. De huidige labeling van seniorenwoningen naar leeftijd werkt niet goed. De STUW-corporaties hebben onderzoek gedaan naar de verhuurbaarheid van gelabelde woningen en die is relatief slecht. Waarschijnlijk werkt bijvoorbeeld een 55-plus label stigmatiserend. Een groot deel van de woningzoekenden wil het liefst gemengd wonen. Inzet van de corporaties is daarom om de labeling grondig te herijken. Er wordt gezocht naar een ander systeem. Wellicht dat goede informatie over de toegankelijkheid van de woningen voldoende kan zijn. Aan een betere categorisering van het aanbod wordt gewerkt, zoals te lezen is in 1.1. Daarnaast zullen partijen moeten bepalen of en in welke mate mensen met een beperking uitsluitend (labeling) of bij voorrang toegang krijgen tot de woningen met nultreden of de rollatordoorgankelijke woningen. Ook over de toewijzing van beschut/gecluserd/verzorgd wonen moet worden nagedacht. Er is nu een afspraak dat mensen met een CIZ indicatie, die zelfstandig moeten gaan wonen, voorrang krijgen boven andere woningzoekenden, in een contingent van ruim 900 servicewoningen, die in het bezit zijn van zorginstellingen of corporaties (zie Bestuursadvies 12.097940). Vragen die aan de orde zijn: Willen we nog labels hanteren en zo ja, welke? Of is een voorrang een beter instrument? Voor welke doelgroep moet labeling worden ingezet/voortgezet (leeftijd? Cizindicatie?) Hoe gaan we om met de momenteel gelabelde complexen? Wijzigingen in de labeling en voorrangsregelingen moeten worden vastgelegd in de regionale huisvestingsverordening. In het kader van de nieuwe Huisvestingswet, moet per 1 juli 2015 een nieuwe verordening klaar zijn.
2. Doel Een eerlijke en transparante manier van verdelen van schaarse nultreden-, rollatordoorgankelijke woningen. 3. Resultaat Afspraken over labeling en toewijzing. 4. Doorlooptijd Einde van het jaar een voorstel om mee te kunnen in de besluitvorming over de nieuwe regionale huisvestingsverordening. 5. Trekker en Partners Trekker: STUW Partners: REO/Wonen,regio-corporaties, regio-gemeenten, , Cosbo, Solgu, Bundeling.
23
4.4 Time-out woningen
Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur
Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Meedoen naar Vermogen en Wonen zijn in gesprek over de rol van buurtteams bij urgentieverlening en/of tijdelijke time-outwoningen in de wijken waar de buurtteams werkzaam zijn. De buurtteams komen in hun wijk mensen tegen die in een schrijnende (huisvesting)situatie zitten en/of gebaat zouden zijn bij een time-out periode in een andere woning. Onderzocht gaat worden op welke manier de buurtteams snel een beroep kunnen doen op de urgentieregelingen. Daarnaast wordt onderzocht op welke manier de buurtteams kunnen beschikken over enkele woningen per wijk, waarin mensen in noodsituaties tijdelijk opgevangen kunnen worden. Lastig vraagstuk is hierbij de exploitatie van deze woningen. 2. Doel Doel is creëren van een snelle, meestal tijdelijke oplossing in de huisvestingssituatie voor door de buurtteams geconstateerde problemen. 3. Resultaat Een of twee (tijdelijke) woningen per wijk waar de buurtteams over kunnen beschikken t.b.v. wijkbewoners die een time-out nodig hebben. 4. Doorlooptijd Duidelijkheid over de mogelijkheden moet in 2014 geboden worden. Concrete invulling zal niet voor ieder buurtteam in 2014 haalbaar zijn. 5. Trekker en Partners Trekker: MO/MnV Partners: Corporaties, opvang- en zorginstellingen, REO Wonen, buurtteams.
24
4.5 Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur
Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8
1. Inleiding/context De afspraken rondom Woonruimteverdeling (WRV) worden gemaakt in regionaal verband (BRU) en vastgelegd in de Regionale Huisvestingsverordening. Vanwege de nieuwe Huisvestingswet moet er per 1 juli 2015 een nieuwe regionale huisvestingsverordening liggen. Er moet bijvoorbeeld een urgentie komen voor mantelzorgers en mantelzorgontvangers. De Woonruimteverdeling wordt uitgevoerd door WoningNet (beheer systeem Fleximatch) en Het vierde huis (urgentie- en vergunningverlening). Opdrachtgever aan WoningNet zijn de gezamenlijke regionale woningcorporaties (SWRU), opdrachtgever aan Het vierde huis is de gemeente (Wonen). Aanpassingen aan het (technisch) systeem zijn beperkt aan de orde, aanpassing van de urgentie- en andere voorrangsafspraken des te meer. Dit houdt in dat de technische mogelijkheden van het systeem grenzen (kunnen) stellen aan inhoudelijke aanpassingen. Dit project is volgend op andere projecten (zie 1.1 t/m 1.3, 1.5 en 4.1 t/m 4.3). In die zin dat uit andere projecten, activiteiten en ontwikkelingen wensen naar voren komen die aanpassing van de afspraken over de verdeling van de woonruimte nodig maken, om de toegang tot de sociale woningmarkt voor de specifiek doelgroepen te vergemakkelijken. Daarom zal dit project bestaan uit een (voortdurende) inventarisatie van de wensen tot aanpassing van de WVR-afspraken, het beoordelen van die wensen in het kader van het grotere geheel en het (laten) maken van voorstellen tot aanpassing. Belangrijke aanleiding om te bezien of (en zo ja: hoe) de afspraken rond WRV veranderd moeten worden, is de scheiding tussen wonen en zorg vanaf 2015. De organisatie van de zorg zal daardoor veranderen. Veel mensen die langdurige, dagelijkse zorg nodig hebben, zullen willen verhuizen naar een sociale huurwoning dicht bij de zorgaanbieder. De Woonruimteverdeling moet zo zijn ingericht, dat dit binnen korte tijd mogelijk is. Op dit moment gaat het om zorgbehoevende ouderen en de doelgroepen van Beter Wonen (mensen die wonen en/of in behandeling zijn bij een instelling voor (O)GGZ, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, verslavingszorg, reclassering, jeugdzorg of verstandelijke gehandicaptenzorg en dak- en thuislozen).
2. Doel Een zo eerlijk mogelijke en inzichtelijke manier van verdeling van de schaarse sociale woningen in Utrecht, waarbij de doelgroepen binnen het sociale domein, indien nodig, voorrang kunnen krijgen op andere woningzoekenden. 3. Resultaat Voorstellen voor aanpassing van de afspraken over de verdeling van sociale woningen t.b.v. de specifieke doelgroepen op basis van wensen die voortkomen uit de overige projecten, activiteiten en ontwikkelingen van 'Wonen en zorg verbonden'. Minimaal jaarlijks wordt bepaald welke doelgroepenlijst we hanteren.
Organisatie p. 27-32
4. Doorlooptijd Afhankelijk van de wensen tot aanpassing, kan al in 2014 resultaat worden behaald. Dit project is feitelijk een doorlopende of periodiek terugkerende activiteit. 5. Trekker en Partners Trekker: REO/wonen Partners: Gemeentelijke afdelingen (bv. Veiligheid, Meedoen naar Vermogen, …), opvang- en zorginstellingen, corporaties, WoningNet, Het vierde huis.
25
5.1 Verbinden van kennis en partijen bij transformaties Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling
Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Grootschalige woon-zorgcomplexen krijgen in toenemende mate te maken met leegstand. De vraag is wat met deze leegkomende complexen moet en kan gebeuren. Enerzijds is er de optie voor sloop, anderzijds kan ook transformatie een optie zijn waarbij het pand geschikt wordt gemaakt voor gebruik door andere doelgroepen. Zorgaanbieders en eigenaren van vastgoed hebben hier natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid. Transformatie biedt echter ook kansen voor creatief hergebruik, zoals huisvesting van bijzondere doelgroepen, ontmoeting en contact, burgerinitiatieven. Gemeente is voor transformatie afhankelijk van externe partijen. Instellingen hebben verschillende belangen. Positie van de gemeente ligt in het zicht hebben op de zorgbehoeften in de diverse wijken en wat daarvoor nodig is. Belangen van de diverse patijen lopen niet altijd gelijk op. Grote zorginstellingen hebben een eigen (financiële) agenda wat vaak de transparantie niet vergroot. Instellingen trekken ook hun eigen plan, hebben daarbij eigen lijnen binnen de politiek en gemeente. 2. Doel De gemeente wil leegstand in het zorgvastgoed voorkomen en ziet voor zichzelf een verbindende rol bij het overdragen van kennis en het verbinden van verschillende partijen als het gaat om transformatie van vrijkomend vastgoed. Daarnaast streeft de gemeente ernaar om bij transformatieprojecten 30 wooneenheden te realiseren voor mensen met een verminderde zelfredzaamheid, in het bijzonder voor mensen die uit moeten stromen uit de Maatschappelijke Opvang.
3.
Resultaat a. Eigenaren van te transformeren panden met kennis ondersteunen over mogelijkheden (bv goede voorbeelden, voorzieningenstructuur in wijk, inzicht in vraag van verschillende doelgroepen) b. Bij elkaar brengen van eigenaren met transformatiewensen en intitiatiefnemers/ontwikkelaars/beleggers c. Afspraken maken met een of meerdere partijen over 30 extra woningen voor de uitstroom uit de maatschappelijke opvang.
4. Doorlooptijd Hele jaar. 5. Trekker en Partners Trekker: MO/MnV Partners: Eigenaren vastgoed (zorgaanbieders, corporaties), potentiële investeerders en ontwikkelaars, gebruikersvertegenwoordigers als klankbord.
26
5.2 Transformatie zorgvastgoed voor (uitstroom) maatschappelijke opvang Thema's/ Projecten Geschikt woningaanbod Nadere inventarisatie van vraag Categorisering toegankelijkheid Woningaanpassingen Instellingswoningen Dure huur en koop Betaalbaarheid Tijdelijke contracten Mantelzorgwoningen Spreiding Stand van zaken zorgvastgoed Loket voor nieuwe initiatieven Welkome wijken kaarten met sociale en fysieke infrastructuur Woonruimteverdeling Urgentie ouderen Verhuisadviseur (ont)Labeling Time-out woningen Toekomstige aanpassingen woonruimteverdeling
Transformatie vrijkomend vastgoed Verbinden van kennis en partijen (uitstroom) MO
Algemeen p. 2-8 Organisatie p. 27-32
1. Inleiding/context Er zijn nog steeds wachtlijsten voor de maatschappelijke opvang. Dit tekort kan worden opgelost door het toevoegen van eenheden voor de maatschappelijke opvang. Of door ervoor te zorgen dat de uitstroom verbetert. In het kader van contingent ‘Beter wonen’ (zie ook 1.5), zijn afspraken met de corporaties vastgelegd. Deze lopen tot en met 2015. Om meer aanbod te creëren liggen er wellicht kansen bij het leegkomend zorgvastgoed. O.a. via de Transformatiemanager leegkomend vastgoed, bij de gemeente, kunnen er verbindingen worden gelegd met potentiele investeerders. Maar ook via eigenaren kan het punt worden geagendeerd. Zie ook 5.1. 2. Doel De gemeente streeft ernaar om bij o.a transformatieprojecten 30 wooneenheden te realiseren voor mensen met een verminderde zelfredzaamheid, in het bijzonder voor mensen die uit moeten stromen uit de Maatschappelijke Opvang. 3. Resultaat Afspraken maken met een of meerdere partijen over 30 extra woningen voor de uitstroom uit de maatschappelijke opvang 4. Doorlooptijd Hele jaar. 5. Trekker en Partners Trekker: MO/MnV Partners: Eigenaren vastgoed (zorgaanbieders, corporaties), potentiële investeerders en ontwikkelaars, gebruikersvertegenwoordigers als klankbord.
27
Organisatie binnen gemeente
Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Algemeen p. 2-8
Thema's/ Projecten p. 9-23
Bestuurlijk raken de thema's van Wonen en zorg verbonden aan de portefeuilles van Welzijn/MO, Volksgezondheid, Wonen, Ruimtelijke ordening Werk & Inkomen en Jeugd. In het huidige college zijn deze onderwerpen verdeeld over drie wethouders, te weten Margriet Jongerius (Welzijn/MO/ Transitie zorg), Paulus Jansen (Wonen, RO en Vastgoed) en Victor Everhardt (W&I, Jeugd). Ambtelijk opdrachtgevers zijn hoofd wonen (Gabrielle van Asseldonk) en hoofd Meedoen naar Vermogen (Wout van Leeuwen). Sandra Beenen is programmamanager. Zij is verantwoordelijk voor de resultaten, de kwaliteit, de monitoring en de communicatie. Het integrale programmateam bestaat uit mensen van REO-Wonen, MO-Meedoen naar Vermogen en Werk en Inkomen. Het gaat om: Willem Smid (MnV) Marianne van Dijk(MnV) Jacques Hufner (MnV) Dineke Cloetingh (MnV) Harriet van Opheusden (Wonen) Annechien de Gast (Programma's) Arjan Koerts (W&I) Verder worden er binnen de organisatie lijnen gelegd met het Uitvoeringsplan Meedoen naar Vermogen (Reina van Cadsand), de organisatie van de buurtteams (Antoniek Vermeulen en Mieke Teunissen), Programma transformatie leegstaand vastgoed (Ruud Nijveld), BaS-afspraken corporaties (Harriet van Opheusden, Berend Jan Brijder) en waar verder nog afstemming nodig is.
28
Stakeholders (1)
Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Hieronder worden de belangrijkste stakeholders beschreven aan de hand van hun rol en verantwoordelijkheden en hun wensen en opgaven. Ook wordt de relatie gelegd met de belangrijkste thema's uit dit werkprogramma.
Algemeen p. 2-8
Verder worden de bestuurlijke stuurgroepen die er al bestaan met externen, zoals de Stuurgroep Wonen Welzijn Zorg (WWZ) en de Stuurgroep Bouwen aan de stad (BaS), gebruikt voor verdere afstemming. Voor de aanhaking van beleggers en pensioenfondsen wordt gedacht aan een aparte themabijeenkomst.
Vorig jaar zijn er twee grote stakeholdersbijeenkomsten geweest om de opgaven te verkennen. Dit jaar zal er meer in kleiner verband, in de vorm van werktafels de oplossingsrichtingen verder worden uitgediept.
Thema's/ Projecten p. 9-23 Korte beschrijving stakeholders Eigenaren/bewoners streven zelfstandig wonen na. Ze organiseren hierbij zelf de zorg en eventuele aanpassingen aan hun woning of de verhuizing. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met het thema 'Geschikt woningaanbod'.
Huurders streven zelfstandig wonen na. Ze maken tijdig een keuze voor woningaanpassingen of verhuizing. Ook hun eigen zorg organiseren ze zelf. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod' en 'Woonruimteverdeling'. Collectieven en diverse maatschappelijke initiatieven, zoals Adviesorgaan ouderen, Cosbo, Anbo, De Bundeling komen op voor de belangen van de bewoners en zorgvragers. Ze helpen nieuwe concepten voor wonen en zorg ontwikkelen. Ze bieden ondersteuning d.m.v vrijwilligerswerk. De concepten zijn soms kwetsbaar, er is collectieve verankering nodig. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod', 'Spreiding aanbod', 'Welkome wijken en 'Transformatie'. Ondernemers, Kamer van Koophandel, Economic Board ontwikkelen nieuwe technologieën en zorgconcepten. Ze springen hierbij in op de mogelijkheden en vragen vanuit de markt. Ze werken vanuit commercieel oogpunt. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod' en 'Spreiding aanbod'.
29
Stakeholders (2)
Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Algemeen p. 2-8
Thema's/ Projecten p. 9-23
Zorgaanbieders zonder vastgoed bieden goede en betaalbare zorg, waarbij ze inspelen op de veranderende zorgbehoefte en financiering. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met het thema 'Geschikt woningaanbod'. Zorgaanbieders met vastgoed bieden goede en betaalbare zorg, waarbij ze inspelen op de veranderende zorgbehoefte en financiering. Voor het vastgoed maken zij een visie voor het nemen van beslissingen ten aanzien van doorexploiteren, herbestemmen of afstoten van het vastgoed. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod', 'Spreiding aanbod' en 'Welkome wijken' Woningcorporaties bieden huisvesting voor kwetsbare groepen en zorgen voor het beheer daarvan. Ook investeren zij in nieuwbouw en woningaanpassingen voor de sociale doelgroep. Zij spelen een belangrijke rol in de verbinding tussen wonen, zorg en welzijn, en zij dragen bij aan de leefbaarheid van de woonomgeving. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod', 'Spreiding aanbod', 'Welkome wijken' 'Woonruimteverdeling' en 'Transformatie'. Particuliere verhuurders en beleggers investeren in nieuwbouw en verbouw van huurwoningen, met het oog op een commercieel langjarig rendement. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met de thema's 'Geschikt woningaanbod', 'Welkome wijken' en 'Transformatie'. Zorgverzekeraars organiseren zorg en verpleging met het oog op nieuwe verbinding wonen, zorg en welzijn. Zij bieden goede zorgpakketten voor verschillende doelgroepen en verlenen goede zorg op een kostenefficiënte manier. Binnen het werkprogramma lopen de contacten vooral via de zorgaanbieders en niet rechtstreeks met de zorgverzekeraars. Banken en financiële diensten verstrekken dat op termijn winstgevend is. Zij spelen een rol in het realiseren van nieuwe hypotheek- en spaarproducten voor de financiering van woning-aanpassingen en zorg. Binnen het werkprogramma zijn er vooral raakvlakken met het thema 'Geschikt woningaanbod'.
30
Communicatie Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Algemeen p. 2-8
Thema's/ Projecten p. 9-23
In het programma Wonen en zorg verbonden wordt vanuit verschillende niveaus gecommuniceerd: de basiscommunicatie op programmaniveau en de communicatie over resultaten op projectniveau. De manier waarop dit precies gebeurt moet nog worden uitgewerkt in een communicatieplan. De stakeholderanalyse is hierbij een belangrijk uitgangspunt om de communicatieboodschap en het middel te bepalen. In 2014 zal de communicatie voor een groot deel gericht zijn op kennisoverdracht van de veranderende context. De interne organisatie binnen de gemeente is bijvoorbeeld een belangrijke partij. Daarnaast zullen we ook naar buiten toe onze aanpak en vorderingen delen om anderen te inspireren en uit te dagen met ons mee te denken. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van artikelen of bijeenkomsten.
31
Monitoring
Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Algemeen p. 2-8
Thema's/ Projecten p. 9-23
De monitoring wordt later dit jaar verder uitgewerkt, maar hieronder alvast een aantal aanknopingspunten per beoogd effect. 1. Voldoende geschikte woningen op de geschikte plaats voor de doelgroepen binnen het sociale domein, zodat er nu en in de toekomst een evenwicht ontstaat. In het landelijke Woon-onderzoek, dat om de drie jaar wordt gehouden worden vraag en aanbod met elkaar in verband gebracht.
2. Passende spreiding van het zorgvastgoed in relatie tot de zorgvraag en de woningvoorraad, rekening houdend met het overschot aan verpleeg- en verzorgplekken en de veranderende kwalitatieve vraag. De inventarisatie die nu is uitgevoerd moet periodiek worden herhaald, i.s.m. eigenaren.
3. Passende sociale en fysieke infrastructuur voor de doelgroepen, zodat zij langer zelfstandig kunnen wonen. Pm.
4. Passende woonruimteverdeling, waarbij een eerlijke verdeling wordt nagestreefd voor alle doelgroepen en doorstroming een belangrijk doel is om vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen. Er wordt periodiek onderzoek naar slaagkansen voor verschillende doelgroepen uitgevoerd.
5. Nieuwe bestemming voor leegstaand vastgoed, zodat de leefbaarheid van buurten gewaarborgd blijft, eigenaren middelen vrijspelen om te herinvesteren en er kansen komen voor doelgroepen waarvoor er tekorten zijn.
Het aantal m2 herbestemd vastgoed wordt bijgehouden door de programmamanager transformatie.
32
Planning Organisatie Gemeente Stakeholders Communicatie Monitoring Planning
Algemeen p. 2-8
Thema's/ Projecten p. 9-23
1e kwartaal Werkprogramma Stand van zaken zorgvastgoed 2e kwartaal Werktafels verzorgd wonen en transformatie Overzicht en afspraken instellingswoningen Voorstel Account voor nieuwe initiatieven sociaal kwetsbaren 1e kaarten Welkome wijken Nadere inventarisatie vraag 3e kwartaal Inzet WMO-middelen individuele woningaanpassingen Inventarisatie aanbod dure huur en koop 4e kwartaal Categorisering toegankelijkheid Voorstellen (ont)labeling in woonruimteverdeling Resultaten monitor en voorstellen 2015