VERGADERING VERSLAG VAN
woensdag 15 januari 2014, om 14.00 uur Commissie Middelen, Bestuurlijke Zaken en Handhaving
AGENDA NR. ONDERWERP AANWEZIG
AFWEZIG
L.A. van Gelder (voorzitter), A.C.M. van Eekhout (heemraad), mw. E. van der Reijden (secretaris), A. van der Linden (SGP), G.H. Kloosterman (PvdA), M. Koese (ChristenUnie), P.J.J. Kome (WHD), mw. E.J. Slachter (WN), Th.A.G. Peeterman (VVD), L.A. Overwater (WHD), dhr. D.A. den Otter (agrarisch ongebouwd), mw. B. Vos-Wallenburg (agrarisch ongebouwd), L.B.C. Stehouwer (CDA) en mw. I.C. Wendt (notulist) Met kennisgeving: Dijkgraaf J.M. Geluk Fractie HDN Aanwezige ambtelijke ondersteuning: P. Schakel, hoofd. Handhaving M. Wiedijk-de Groot, teamleider BJ V. Bergsma, hoofd Financiën J. Aleman, concerncontroller
BIJLAGEN
Presentatie zoals toegezegd bij agendpunt 4
VERGADERVERSLAG
AGENDA VERSLAG 1. Opening De voorzitter opent de vergadering, die ter voorbereiding op de VV van 30 januari 2014 plaatsvindt, en heet de aanwezigen welkom. Dijkgraaf Geluk is verhinderd. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Vaststellen verslag van de vergadering van 13 november 2013 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: De heer Den Otter vraagt om een toelichting op de reductie van de eenheden op pagina 10. Volgens het verslag verminderen de eenheden van 2000 naar 1000 door de toename van aansluitingen op het riool. Toegezegd wordt dat de vraag schriftelijk beantwoord zal worden. De heer Kloosterman merkt op dat op pagina 11 in de tabel bij punt 4 wordt gesproken over een „baat‟. Dit moet zijn „bate‟. Hij vraagt om dit door te geven aan de financiële afdeling, omdat het een vaste financiële term betreft. Beantwoording Afname van 2000 naar 1000 eenheden betreft de eenheden verontreinigingsheffing. Oorzaak is dat er steeds meer aansluitingen op het riool zijn. Na aansluiting op het riool vallen deze onder de zuiveringsheffing.
4. Ingekomen stukken en mededelingen commissie MBH Mevrouw Van der Reijden deelt mee dat dijkgraaf Geluk afwezig is i.v.m. een afspraak bij de Unie van Waterschappen over de financiering van het nieuwe hoogwaterbeschermingsprogramma.
ACTIE
PAGINA
2 van 12
Heemraad Van Eekhout deelt de stand van zaken mee inzake SVHW. Op 5 december 2013 werd Peter Verheij, wethouder bij de gemeente Alblasserdam, in de ABvergadering benoemd tot voorzitter. De positieve verwachtingen over het oordeel van de Waarderingskamer die in de bestuursvergadering zijn uitgesproken, zijn inmiddels uitgekomen. Zowel de betrokken gemeenten als het waterschap kunnen hun aanslagen rechtmatig versturen. Afgesproken was dat SVHW niet alleen een nieuwe algemeen directeur zou aanstellen, de heer Van Eldik, maar ook de organisatie zou aanpassen en een strategische visie zou formuleren om tot een efficiëntere organisatie te komen met een betere dienstverlening en imago. SVHW zou zich openstellen voor meer samenwerking met andere partijen. In het AB van 5 december 2013 heeft de algemeen directeur twee presentaties gehouden over de huidige stand van zaken en over de toekomststrategie. De conclusie was dat SVHW goed op weg is. De toekomst wordt interessant nu de belastingmarkt steeds meer verdeeld wordt en er meer samenwerking ontstaat. De heemraad zegt toe dat hij de teksten van beide inleidingen aan de leden toezendt. De toegezegde presentatie is als bijlage aan dit verslag toegevoegd.
De heer Kome heeft voorzichtige hoop. Hij hoort al jaren dat SVHW goed op weg is, maar het duurt erg lang voordat het zijn einddoel bereikt. Sinds 2009 zijn de zaken niet op orde en het bestuur is er medeverantwoordelijk voor dat dit wordt opgelost. Het is uiterst kwalijk dat een belasting innende organisatie zoveel omissies in zich heeft. De heer Van der Linden vraagt hoe de heemraad de veranderingen ervaart. Antwoord Heemraad Van Eekhout denkt dat er heel goede ontwikkelingen zijn. Het is goed dat de Waarderingskamer nu zijn fiat heeft gegeven om te heffen. Zowel gemeenten als het waterschap mogen rechtmatig hun aanslagen opleggen. In de organisatie hebben veel veranderingen plaatsgevonden. De interim-directeur heeft keurig volgens de afspraken van eind 2012 gehandeld om SVHW toekomstbestendig te maken. Ook gaan gesprekken plaatsvinden met externe partijen om SVHW meer continuïteit te bieden en efficiënter te laten werken. De heer Kome noemt het uiterst kwalijk dat de Waarderingskamer moest worden ingeschakeld. Het is een bewijs dat zaken niet op orde zijn. Dan hoef je daarna niet trots te zijn op het feit dat de Waarderingskamer zijn fiat heeft gegeven. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat alle belastinginstanties aan kwaliteitseisen moeten voldoen die door de Waarderingskamer worden gecontroleerd. Aan deze eisen wordt door SVHW voldaan. De heer Van der Linden is ongerust over twee dingen. De nieuwe voorzitter zag niet in dat het belangrijk was om de directie te veranderen. Ook hoorde hij geruchten over samenwerkingen. Is dat een sprong voorwaarts? Moet de directeur niet eerst intern alles op orde krijgen en daarna pas gaan nadenken over uitbreiding van het werkgebied? Mevrouw Slachter ondersteunt het betoog van de heer Van der Linden. De VV heeft het besluit genomen om niet te veel stappen ineens te maken, maar eerst de eigen organisatie op orde te brengen. De heer Stehouwer sluit zich hierbij aan. Het wordt nu weer wat naar achteren geschoven en dat kan niet de bedoeling zijn. De Waarderingskamer heeft positief geadviseerd over het innen van belasting. In het verleden heeft SVHW ook altijd heffingen opgelegd en belasting geïnd. Waarom is men dit recht kwijtgeraakt? Er is altijd veel discussie over geweest. De heemraad zegt dat SVHW net op tijd zijn goedkeurende verklaring heeft gekregen. Hoe kwam het dat men opnieuw weggedreven was? Antwoord Heemraad Van Eekhout zegt dat hij de eerste vraag van de heer Van der Linden niet kan beantwoorden, omdat dit in een vertrouwelijke vergadering is besproken. In deze periode had het waterschap echter meer informatie dan de gemeenten. Dat is inmiddels bijgetrokken. De besluiten van na deze periode heeft het bestuur unaniem genomen. Er is nu een gelijk speelveld met een gelijk informatieniveau.
PAGINA
3 van 12
In het Bestuursakkoord Water staat dat de belastingheffing efficiënter moet worden door samenwerking tussen of fusies van belastingorganisaties. Dit moet allemaal onderzocht worden en daar moet men voor openstaan. De toekomstbestendigheid van SVHW stond onder druk. Door samenwerking met andere partijen te zoeken, wordt het afbreukrisico verkleind. Tegelijkertijd moest SVHW intern de zaken op orde brengen. Met dit laatste is de algemeen directeur begonnen. Het oorspronkelijke oordeel van de Waarderingskamer is van begin 2013. In november is vervolgens de stand van zaken van begin 2013 gepubliceerd. Inmiddels was het verbeteringsproces in gang gezet en werd in de loop van 2013 duidelijk dat de verbeteringen tot een goedkeurende verklaring van de Waarderingskamer zouden leiden. In december kon men aangeven dat de Waarderingskamer inderdaad een positief oordeel zou geven. De heemraad heeft er alle vertrouwen in dat het lukt. SVHW heeft een moeilijke periode doorgemaakt met veel negatieve publiciteit. De zaak is nu ten goede gekeerd. Intern loopt het beter en het is een van de organisaties die goede prestaties leveren met de laagst mogelijke kosten. Wat SVHW doet, valt in ieder geval binnen de normen die in de dienstverleningsovereenkomst zijn opgenomen. Heemraad Van Eekhout heeft op 6 december 2013 de AB-vergadering van AQUON bijgewoond. De totstandkoming van AQUON was niet gemakkelijk. De GR heeft veel last gehad van kinderziekten, maar het gaat langzaam beter. De problemen met de financiële administratie zijn besproken in het AB. Door deze problemen had het AB geen duidelijk beeld van de financiële situatie. De administratie wordt nu professioneel aangepakt, wat heeft geleid tot personele veranderingen en een wijziging in de directie. Het waterschap heeft middels een brief en tijdens de vergadering benadrukt dat alle deelnemers zich moeten inspannen om AQUON tot een succes te maken en dat zij zich aan de afspraken moeten houden. Er is namelijk discussie over het al dan niet overnemen van panden, waarover in het verleden afspraken zijn gemaakt. Destijds heeft de interim-directeur besloten om geen grote verbouwingen aan de panden te plegen. Het was eenvoudiger en goedkoper om een extra bedrijfspand te huren en daar de monsters heen te sturen. AQUON is niet alleen een laboratoriumorganisatie, maar doet ook aan kennisontwikkeling en advisering van de waterschappen. Ze is daardoor moeilijk te vergelijken met commerciële bedrijven. Eind januari zal de financiële situatie helder worden gepresenteerd op basis van realistische cijfers. 2014 wordt gezien als overgangsjaar. Er zullen nog geen mooie cijfers zijn en men verwacht extra kosten. Daarna moet het beter gaan. De Raad van Accreditatie heeft accreditatie voor AQUON tot 1 juli 2017 toegekend. Dat is een positief bericht. Eind januari volgt meer informatie en in februari volgt de definitieve begroting 2014. De heer Van der Linden zou graag een overzicht van de beloftes en de realisaties ontvangen. Hij heeft het gevoel dat hij aan het lijntje wordt gehouden. Er wordt vaak gezegd dat alles goed komt, maar hij is de draad kwijt. Kan de heemraad een overzicht maken waarin staat wat de doelen waren en wat ervan terechtgekomen is? Hij hecht geen belang aan het oordeel van de Raad van Accreditatie, want dat betreft enkel de onderzoeken en niet de bedrijfsvoering. De heer Peeterman merkt op dat bij het verslag informatie zat over de meetvraag. Die is gedaald van 12,5 in 2012 naar 10 in 2014. Mag men ervan uitgaan dat de kosten hierdoor eveneens zijn gedaald? De heer Kloosterman schrikt van de opmerking dat de begroting 2014 binnen twee maanden klaar is. Waarom is in 2013 geen begroting voor 2014 opgesteld en op basis van welke stukken werkt men nu? Antwoord Heemraad Van Eekhout zegt een notitie toe met nadere informatie over de doelen en realisatie. Hij heeft bij de directie en het DB al aangedrongen op het leveren van de gegevens. Zodra die er zijn, zal hij de VV ervan in kennis stellen. Hij beantwoordt de overige vragen: Voor de financiële bedrijfsvoering zijn een interim-adviseur en een interim-directeur aangetrokken. De laatste pakt stevig aan en verandert veel. Men zou mogen verwachten dat de kosten verminderen bij een lagere meetvraag. Dat blijkt echter nog niet het geval. Bovendien zit men nog met de garantieregeling die volgend jaar afloopt.
PAGINA
4 van 12
-
Daarna moet er een regeling komen die beter weergeeft wat de meetvraag zal zijn. Een positief punt is dat de meetvraag fors omlaag is gebracht. Daarnaast gaat AQUON efficiënter werken, waardoor besparingen verwacht worden. De begroting voor 2014 is in 2013 ingediend, maar deze was niet op de juiste gegevens gebaseerd. De financiële administratie wordt nu in hoog tempo aangepakt, waarna er een bijgestelde begroting 2014 wordt gepresenteerd.
Advisering VV-voorstellen 5. Ingekomen stukken en mededelingen VV-agenda Uitvoering BRZO De heer Stehouwer zegt dat in zijn fractie het onderwerp “risicovolle bedrijven” regelmatig is aangekaart bij de algemene beschouwingen. Een groot deel van de genoemde bedrijven heeft zich in deze regio gevestigd. Hij vraagt wederom aandacht voor de gevaren die het waterschap loopt en de gevolgen die er kunnen zijn bij deze industriële tak en vraagt of hiervoor bedragen in de risicoparagraaf moeten worden opgenomen. Mevrouw Slachter stelt dat het besluit “risico zware ongevallen” al sinds 1999 bestaat, maar dat er door problemen bij bedrijven zoals Odfjell en Chemiepack tegenwoordig meer aandacht voor het onderwerp is. Dat is belangrijk met 100 gevaarlijke bedrijven in de regio. Haar fractie kan zich vinden in de aanpak, vooral vanwege de kritische massa. Hoewel de regie bij de DCMR ligt, heeft zij een aantal vragen. 1. Is het verstandig om het end-of-pipetoezicht te wijzigen in systeemtoezicht? Als je weet wat er uit de pijp komt, heb je de risico‟s wellicht meer in de gaten dan bij toezicht op papier. 2. In het stuk wordt gesproken over het wetsvoorstel voor de RUD‟s. Past deze beslissing binnen het wetsvoorstel? Is het toekomstbestendig? 3. Als er iets gebeurt, heeft het altijd grote effecten. Ze zou graag eens een presentatie krijgen over hoe het toezicht werkt. De heer Overwater sluit zich aan bij de vorige sprekers. Op pagina 6 staat „instemmen met uitvoeren van adviserende taken met de drie collega-waterschappen tegen kostendekkende vergoeding‟. Hij stelt voor om dit te wijzigen in „... tegen minimaal kostendekkende vergoeding‟. De heer Koese constateert dat WSHD ervaring heeft met 100 bedrijven. Het is een goed streven deze ervaring te gebruiken voor de drie andere schappen. Het betreft een uitbreiding van 23%, wat past binnen de formatie. De controles worden eens per vijf jaar uitgevoerd. De opzegtermijn voor de overeenkomst is voor de samenwerkende partij echter maar twee maanden. Dat lijkt hem erg kort. Een halfjaar lijkt hem beter. De heer Den Otter vraagt wie de uiteindelijke leiding heeft in het proces en welke rol WSHD speelt. Hoe zwaar weegt het advies van het waterschap? Hoe zijn risico‟s afgedekt van de adviezen die WSHD geeft? Is er een dienstaansprakelijkheid? Het is wel duidelijk hoe de aansprakelijkheid is geregeld met andere waterschappen, maar niet in de rechtstreekse relatie met bedrijven. Mevrouw Vos constateert dat WSHD kennelijk deskundigheid heeft en andere waterschappen niet. Hebben andere schappen zich aan dit standpunt geconformeerd? Zijn zij het eens met dit voorstel? Is er overwogen om de werkzaamheden uit te besteden? Antwoord Heemraad Van Eekhout beantwoordt de vragen. - In de begroting is een risicoparagraaf opgenomen. Daarin staan de grootste risico's omschreven, waarbij een inschatting wordt gemaakt van de grootte en de waarschijnlijkheid van het risico. Het weerstandsvermogen is hierop afgestemd. Daarnaast wordt het risico van sommige calamiteiten door de overheid verzekerd. - De wijziging tot '... minimaal kostendekkende vergoeding' kan worden doorgevoerd. - De leiding in het proces ligt bij de Veiligheidsregio. Enkele jaren geleden stonden verschillende autoriteiten hun competentie op de dijk te bevechten. Daar heeft men van geleerd: er is één partij eindverantwoordelijk en dat is de voorzitter van de Veiligheidsregio. Mevrouw Slachter merkt per interruptie op dat de regiefunctie volgens het voorstel bij DCMR zal worden ondergebracht. Is dat iets anders dan de eindverantwoordelijkheid?
PAGINA
5 van 12
De heer Schakel antwoordt dat het Wabo-bevoegd gezag de eindverantwoordelijkheid heeft. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben een adviesrol. Bij calamiteiten zwaait de Veiligheidsregio de scepter. Heemraad Van Eekhout voegt eraan toe dat de adviezen van het waterschap niet vrijblijvend zijn. Zeker als een kopie van de adviezen naar de betrokken ministers wordt gestuurd, lijkt het hem sterk dat overheden ze in de wind slaan. Dan lopen ze zelf een groot risico. De heer Van Schakel legt uit dat men overgaat op systeemtoezicht omdat de diverse betrokken organisaties vanuit hun eigen verantwoordelijkheid hiervoor gekozen hebben. Bij de advisering van bedrijven die een risico kunnen vormen voor de waterkwaliteit wordt echter ook end–of-pipetoezicht gehouden. Juist het risico voor het oppervlaktewater is erg belangrijk voor het waterschap. De beslissing past binnen het wetsvoorstel. De BRZO en de Regionale Uitvoeringsdienst vullen elkaar aan. Heemraad Van Eekhout zal het verzoek om een presentatie meenemen naar het college. Het past goed bij de afspraken om de VV-leden verder te professionaliseren. De heer Van Schakel legt uit dat de controle van eens per vijf jaar een gemiddelde is om de waterschappen die de diensten afnemen van WSHD een beeld te geven van hoe vaak de controles worden uitgevoerd. Jaarlijks wordt een planning gemaakt in overleg met alle toezichthoudende partners. Het waterschap wordt in deze planning opgenomen met een gemiddelde van eens per vijf jaar. Als een groter risico wordt ingeschat bij een bepaalde organisatie, kan de frequentie gewijzigd worden. Dat hangt van het overleg af. De opzegtermijn van twee maanden heeft betrekking op het contract dat WSHD heeft met de afnemende waterschappen. Zij kunnen aan het einde van het jaar aangeven of zij gebruik blijven maken van de diensten. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat in artikel 7 de aansprakelijkheid wordt verwoord. Dat betreft de aansprakelijkheid voor de adviezen van WSHD. De heer Van Schakel beantwoordt de vraag of de andere waterschappen zich conformeren aan het standpunt van WSHD. Hij heeft geen tegengeluiden gehoord. In de overleggen met regievoerende waterschappen worden nu de afspraken gemaakt om in 2014 te starten. Alleen in Brabant heeft het bestuur nog niet besloten of het regie wil voeren. Uitbesteden is geen optie omdat het eigen werkzaamheden zijn van het waterschap. Het valt onder handhaving en vergunningverlening en tot op heden wordt dat niet uitbesteed. Tweede termijn De heer Kloosterman heeft in eerste termijn niet gezegd dat hij een opzegtermijn van twee maanden erg kort vond, omdat de heer Koese dit al opmerkte. Hij vindt het antwoord echter niet bevredigend. Hij stelt voor dat op zijn minst aan de tekst wordt toegevoegd dat aan het einde van het jaar een planning wordt opgesteld, waarna er een periode van twee maanden is om op te zeggen. De heer Overwater heeft begrepen dat de Veiligheidsregio de leiding heeft en dat het waterschap erachteraan loopt. Na de ramp bij Chemiepack Moerdijk hadden twee partijen een probleem: de verzekering en WS Brabantse Delta. Dan is het niet juist dat de Veiligheidsregio beslist zonder dat het waterschap de directe leiding heeft. De heer Koese sluit zich aan bij de woorden van de heer Kloosterman. De heer Den Otter zoekt nog in de stukken op wat de dekking voor het waterschap is voor de adviezen die het geeft aan bedrijven die in de regio van het waterschap gevestigd zijn. Antwoord Heemraad Van Eekhout begrijpt dat sommigen de opzegtermijn van twee maanden te kort vinden. Hij zal dit meenemen naar het college. De heer Overwater is het niet eens met de leidinggevende rol. Het waterschap maakt echter deel uit van de samenwerkingsregeling in de Veiligheidsregio. Die regeling is opgesteld om problemen in taken en bevoegdheden te voorkomen. Eén partij moet de leiding nemen. Het waterschap heeft een meer adviserende taak. De heer Van Schakel beantwoordt de vraag over de aansprakelijkheid voor de adviezen. Als WSHD adviezen geeft aan andere waterschappen, moet het betreffende waterschap de volledige verantwoordelijkheid nemen om het advies over te nemen of niet. Als WSHD bedrijven in het eigen gebied adviseert, is het als bestuur zelf verantwoordelijk. De heer Den Otter vraagt wat er gebeurt als WSHD een verkeerd advies geeft aan een bedrijf dat daardoor schade oploopt, bijvoorbeeld doordat het moet sluiten. Wie is dan
PAGINA
6 van 12
aansprakelijk en hoe zijn de risico's gedekt? Heemraad Van Eekhout antwoordt dat het in dat geval tot een rechtszaak leidt. De heer Den Otter merkt op dat het waterschap zich zou kunnen verzekeren als het in het ongelijk wordt gesteld door de rechter en hoge kosten moet betalen. Mevrouw Van der Reijden voegt nog toe dat een advies dat wordt gegeven aan het bevoegd gezag, de RUD, zal worden overgenomen via een formeel besluit van het bedrijf. Als het bedrijf het er niet mee eens is, volgt een rechtsgang. Dat een advies leidt tot sluiting of iets dergelijks, is nog niet voorgekomen. De heer Den Otter heeft de indruk dat de organisatie weinig heeft nagedacht over de risico's van de adviezen die WSHD geeft, terwijl bedrijven in deze sector een hoog risicoprofiel hebben. De voorzitter concludeert dat de opmerkingen zullen worden meegenomen bij de verdere behandeling van het voorstel. Regeling budgetbeheer De heer Koese constateert dat achteraf aan de VV wordt gerapporteerd als er middelen uit de post onvoorzien zijn gebruikt. Het zou volgens hem netter zijn als D&H vooraf aangeeft wat men van plan is. De heer Den Otter heeft het stuk niet kunnen terugvinden op de iPad. Mevrouw Van der Reijden zegt dat het stuk bij de VV-stukken op de iPad staat. Bij de digitale MBH-stukken staat alleen het voorblad. De heer Stehouwer heeft het stuk ook niet gezien en zal in de VV zijn standpunt uitspreken. De voorzitter zal de beschikbaarheid van vergaderstukken voor de volgende commissievergadering als aandachtspunt meenemen. Antwoord Heemraad Van Eekhout antwoordt dat de VV kan beschikken over de post onvoorzien. Omdat men vooraf niet weet welke bedragen de post inhoudt, is het niet mogelijk om vooraf instemming te vragen. Voor bedragen die boven de afgesproken norm uitgaan, wordt de VV vooraf om instemming gevraagd. De heer Koese zegt dat het om de beschikkingsbevoegdheid gaat en om het moment waarop de VV in kennis gesteld wordt. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat dit gebeurt zodra de inhoud bekend is. De voorzitter concludeert dat het onderwerp in de VV terugkomt als iedereen de stukken heeft gelezen. 6. Vervallen 7. Bestuurskracht: sturing en controle op doelrealisatie De heer Den Otter licht op verzoek van de heer Struik het onderwerp toe. Het voorstel komt voort uit het bestuurskrachtonderzoek, naar aanleiding van de motie-Slachter en uit het advies van de Rekenkamercommissie. De werkgroep onder leiding van de heer Struik, waarin alle fracties vertegenwoordigd waren, is tot de conclusie gekomen dat de VV meer moet sturen op doelstellingen. De meerderheid van de fracties heeft het voorstel ondertekend. De VV moet de doelstelling formuleren en D&H moet aangeven hoe de doelen op de meest efficiënte wijze gerealiseerd kunnen worden. Om de controlerende taak van de VV mogelijk te maken, zal de organisatie volgens vooraf gemaakte afspraken het verloop van de realisatie rapporteren. Het is belangrijk om de doelen SMART te formuleren. De VV moet zich ervan bewust zijn dat een deel van de verantwoordelijkheid bij de organisatie en D&H komt te liggen. Voorgesteld wordt om de nieuwe werkwijze te starten met watersystemen en regelmatig te evalueren. Benadrukt wordt dat de verhoging van het investeringsbedrag waarover D&H zelf kan beslissen tot € 1.000.000 direct voor alle onderdelen geldt. De heer Van der Linden vraagt wat wordt bedoeld met het voorstel om het initiatiefvoorstel „in behandeling te nemen‟. Mevrouw Vos twijfelt over of de nieuwe werkwijze de bestuurskracht vergroot. Verder heeft ze moeite met de verhoging van het mandaat tot € 1.000.000. Je geeft veel verantwoordelijkheid uit handen, maar blijft wel eindverantwoordelijk. Dat ziet ze als
PAGINA
7 van 12
een risico. De heer Kloosterman zegt dat zijn fractie van harte instemt met het voorstel. In tegenstelling tot mevrouw Vos is hij groot voorstander van de delegatie tot € 1.000.000 voor D&H. De verantwoordelijkheid komt altijd terug in de VV, maar het is uitstekend om de zaken op deze manier te stroomlijnen. De heer Peeterman heeft weinig moeite met de delegatie van € 1.000.000, maar de toegestane marge van 10% vindt hij erg hoog. Hij stelt voor om de marge te verkleinen tot 5% om een vinger aan pols te houden. Mevrouw Vos is het hier helemaal mee eens. De heer Peeterman vindt de tekst over het fractievoorzittersoverleg erg vaag, terwijl overal staat dat alles SMART geformuleerd moet worden. Mevrouw Slachter merkt op dat een P&C-cyclus begint met het vaststellen van de kadernota, en niet met de programmabegroting, zoals in de tabellen op pagina 2 en 3 staat. Het bedrag van € 1.000.000 is relatief. Voor de ene portefeuille is het veel geld, maar voor de andere valt het wel mee. Ze is benieuwd naar de afweging om tot € 1.000.000 te komen. Bij de afwijkingen gaat het niet alleen om financiële afwijkingen. D&H kan ook terugkomen als er afwijkingen zijn op de doelrealisatie, tijd of maatschappelijke effecten. Ze is het eens met de opmerking over het fractievoorzittersoverleg. Hier moet nog eens naar gekeken worden. Er staat echter dat het een ontwikkelproces is. Ze geeft een compliment voor het werk en het voorstel. Antwoord De heer Den Otter beantwoordt de vragen. Hij geeft aan dat er consensus was in de commissie. Mevrouw Vos twijfelt of het voorstel leidt tot meer bestuurskracht. De commissie is van mening dat dit wel het geval is. Eerst wordt de einddoelstelling door de VV geformuleerd. Vervolgens krijgen de organisatie en D&H de opdracht om dit doel te realiseren. De kunst is om gedurende het proces regelmatig bij te sturen. De organisatie en D&H moeten daarom aan de VV rapporteren als afwijkingen optreden, zowel op financieel gebied als in tijd en doelrealisatie. Het investeringsbedrag van € 1.000.000 komt voort uit een compromis binnen de commissie. Een groot deel van de commissie stelde € 1.500.000 voor. Vanwege het leereffect voor de organisatie is uiteindelijk gekozen voor een tussenweg. En de marge van 5% is bespreekbaar, maar hij zou liever het huidige percentage handhaven. Hij vindt het jammer dat dit aspect niet eerder ter sprake is gekomen. De vraag over het fractievoorzittersoverleg zou hij willen laten terugkomen in dat overleg. Het is de aanvang tot een proces, dat verder besproken kan worden in het fractievoorzittersoverleg. De volgorde van kadernota en programmabegroting zal worden aangepast. Tweede termijn De heer Van der Linden herhaalt zijn vraag. In het besluit wordt gevraagd om het voorstel in behandeling te nemen. Wat wordt hiermee bedoeld? De voorzitter legt uit dat nu de vraag beantwoord moet worden of de commissie het voorstel rijp voor behandeling in de VV vindt of dat het nog moet worden aangepast. De heer Kome kon geen vernieuwing ontdekken in het voorstel. Het is een onduidelijk stuk. Na de discussie van zojuist, constateert hij dat in de beginperiode van het waterschap alleen gestuurd werd op doelen. Toen het financieel uit de hand liep, begon een periode waarin men louter naar de financiën keek. Nu is men tot de ontdekking gekomen dat men toch meer op de doelen moet sturen. Is daar een dergelijk uitgebreid stuk voor nodig? Dat is toch eenvoudige logica? Hij zal het voorstel in zijn fractie bespreken en er indien relevant in de VV op terugkomen. De heer Peeterman vindt dat de marge van 10% gewijzigd moet worden in 5%. De heer Koese constateert dat op pagina 3 van het voorstel staat „in behandeling nemen‟, maar op pagina 8 staat het eigenlijke besluit dat aan de VV moet worden voorgelegd. Hierin zijn drie beslispunten opgenomen. De voorzitter zegt dat de commissie moet besluiten of de VV het stuk in behandeling gaat nemen. De heer Den Otter zegt dat het betoog van de heer Kome niet klopt. Het is niet zo dat WSHD weer teruggaat naar de oude situatie waarbij het alleen stuurde op doelen. Zijn waarschuwing om de financiën in de gaten te blijven houden, kan de heer Den Otter volledig onderschrijven. De heer Peeterman stelt voor om de marge naar 5% te
PAGINA
8 van 12
verlagen. Dat is mogelijk, maar niet wenselijk, omdat 10% voortkwam uit de discussie over het investeringsbedrag, wat al een compromis was van de commissie. De voorzitter inventariseert de meningen over de hoogte van de marge. De heer Stehouwer vindt een marge van 5% aanvaardbaar. Als het voorstel wordt aangepast, zal hij ermee instemmen. Mevrouw Slachter heeft geen bezwaar tegen 5% als dat nodig is om de VV te laten instemmen. Met 10% had ze ook kunnen leven. De heer Kloosterman zou 10% willen handhaven, maar is niet mordicus tegen een verlaging tot 5%. Het gaat echter om een bedrag dat op de begroting staat. D&H kan investeringen tot € 1.000.000 zelf afhandelen. Bedragen die niet op de begroting staan, worden gewoon aan de VV voorgelegd. De afwijking die nu wordt toegestaan, betekent dat bij een post van € 800.000 op de begroting een voorstel voor € 1.000.000 niet door D&H kan worden afgewikkeld, want dat wijkt 20% af. Zo moet de marge van 10% geïnterpreteerd worden. De heer Overwater is voorstander van 5%. De heer Kome behoudt zijn standpunt voor. De heer Koese is voor 10%, maar vindt 5% ook prima. De heer Den Otter heeft een voorkeur voor 10%. Mevrouw Vos behoudt haar standpunt voor. De heer Van der Linden behoudt zijn standpunt voor. De voorzitter concludeert dat het voorstel rijp is voor behandeling in de VV. 8. Delegatie- en mandaatbesluit De heer Den Otter merkt op dat op pagina 2 staat dat het indienen van de zienswijzen en het leveren van commentaar inzake verbonden partijen op de ontwerpjaarrekening en de overige financiële documenten niet langer bij de VV ligt. Dat is toch al eerder aan de orde geweest? Bij het zesde streepje staat dat de bevoegdheid voor het gebruik van derivaten wordt toegevoegd. De fractie Bedrijfsgebouwd is huiverig voor het gebruik van derivaten door WSHD. Dat heeft onder andere bij woningbouwverenigingen tot grote problemen geleid. Bij het zevende streepje staat dat de bevoegdheid tot het autoriseren van facturen aan een medewerker wordt toegevoegd, waaronder betaalopdrachten. Hij vraagt waarom deze toevoeging aan de bevoegdheid is gedaan. Mevrouw Slachter vraagt ook naar de derivaten. Er zijn veel soorten derivaten. Het is onverstandig als je de verkeerde soort koopt. De heer Peeterman vindt dat het stuk voortschrijdend inzicht en een pragmatische kijk ademt. Zichtbare autorisatie door de budgethouder bij bedragen boven de € 50.0000 vindt hij goed, hoewel het vreemd is dat dit niet eerder het geval was. De wijziging voor het indienen van zienswijzen is een goede wijziging. De aanvragen van vergunningen kunnen aan een adviesbureau worden gedelegeerd, wat zeer pragmatisch is. Net als vorige sprekers, vraagt hij zich ook af waarom WSHD derivaten zou willen kopen. In het grote gele blok in de tekst staat dat het beleidskader derivaten duidelijk maakt dat het gebruik van derivaten voor speculatieve doeleinden verboden is. Voor situaties waarin het gebruik van derivaten wenselijk is, wordt duidelijk welke producten zijn toegelaten. Wat wordt hier bedoeld? Wanneer zijn derivaten wenselijk en welke worden toegelaten? Hij spreekt tot slot nog zijn waardering uit voor het feit dat de verkeersbesluiten naar een hoger niveau worden getild. De heer Kloosterman is positief over de horizontale vervanging die nu wordt gerealiseerd. Oorspronkelijk had hij grote bezwaren tegen het gebruik van derivaten. Toen hij het Treasurystatuut las, is echter een groot deel van zijn bezorgdheid weggenomen, omdat dit een behoorlijk vangnet vormt. Antwoord Heemraad Van Eekhout merkt op dat WSHD geen derivaten bezit. Vanuit de Wet openbaarheid van bestuur moet het waterschap dit aangeven. WSHD heeft ook gevraagd of de GR derivaten heeft. Het Treasurystatuut maakt veel duidelijk over de mogelijkheden van het gebruik van derivaten. Mevrouw Wiedijk beantwoordt de vraag over zienswijzen en het leveren van commentaar inzake verbonden partijen. Het klopt dat dit onderwerp vorig jaar al bij de VV lag.
PAGINA
9 van 12
In het verslag van 2013 staat bij punt 1.163: „levert commentaar op indiening zienswijzen omtrent ontwerpbegroting, ontwerpjaarrekening en overige financiële documenten van de verbonden partijen‟. Dat was een bevoegdheid van D&H. De heer Bergsma zegt dat de toevoeging van de bevoegdheid tot het autoriseren van facturen voor projectmanagers geldt. Bij elk project wordt een projectmandaat vastgesteld. Binnen dat mandaat krijgt de projectmanager de bevoegdheid om facturen te tekenen. Tweede termijn Mevrouw Slachter herhaalt haar vraag: je hebt goede en slechte derivaten. De angst die bestaat, geldt voor swaps. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat in het Treasurystatuut duidelijk staat om welke derivaten het gaat. De heer Bergsma voegt eraan toe dat er naar aanleiding van de problemen bij woningcorporaties een nieuw beleidskader is gekomen dat het waterschap een plek moest geven in het Treasurystatuut. WSHD is geenszins van plan om derivaten aan te schaffen, maar heeft besloten om de besluitvorming over alle soorten en vormen van derivaten bij de VV neer te leggen. De voorzitter concludeert dat het voorstel rijp is voor behandeling in de VV. De commissie adviseert positief over het delegatie- en mandaatbesluit. 9. Vaststellen Treasurystatuut 2014 De heer Stehouwer vraagt wat de gevolgen van schatkistbankieren voor het waterschap zijn. De heer Peeterman sluit zich erbij aan. Verder vindt hij het een prima stuk. De heer Den Otter merkt op dat de samenstelling van de Treasurycommissie is gewijzigd. Hij vraagt wie er nu in zitten. Antwoord Heemraad Van Eekhout antwoordt dat de controller, het hoofd van de afdeling Financiën en de teamleider financieel beheer in de Treasurycommissie zitten. Het gevolg van schatkistbankieren is dat het geld boven de norm belegd moet worden bij het Rijk. De wet is ingesteld en de waterschappen zijn er klaar voor, maar banken en het Rijk hebben nog niet geregeld wat er moet gebeuren met de waterschapsoverschotten. De wet is daardoor nog niet in uitvoering gebracht. De heer Bergsma legt uit dat schatkistbankieren een administratieve last met zich meebrengt. De financiële afdeling moet dagelijks inschatten hoeveel geld er binnenkomt en hoeveel er afgestort moet worden aan de Staat. Voor de administratieve last geldt geen vergoeding. Alleen voor het afgestorte geld krijgt het waterschap een lage rentevergoeding. De heer Kloosterman vraagt opnieuw naar de derivaten. Bij 3.1. staat dat ze alleen aangetrokken kunnen worden als ze bijdragen aan het beheersen van opwaartse renterisico‟s. Kan dit toegelicht worden? De heer Bergsma antwoordt dat in hoofdstuk 3 een samenvatting van het beleidskader van het ministerie staat. Bij het beheersen van opwaartse renterisico‟s staat dat je je indekt tegen rentestijgingen. Het betekent dat je kunt besluiten om nu contracten af te sluiten tegen een vaste rente omdat je verwacht dat de rente gaat stijgen. Dat is speculeren. Dat heeft Vestia destijds ook gedaan, alleen ging de rente vervolgens dalen. Het kan dus fout gaan. De heer Kloosterman houdt niet van de term „speculeren‟. Het is niet verstandig dat het waterschap zich met speculeren bezighoudt. De heer Aleman benadrukt dat het waterschap niet speculeert. Speculeren leidt altijd tot ellende. Daar moet de overheid nooit aan beginnen. Persoonlijk zal hij de VV nooit voorstellen om te gaan speculeren. Mocht de VV desondanks besluiten om te gaan speculeren, dan is in het Treasurystatuut een aantal voorwaarden opgenomen. De voorzitter concludeert dat het Treasurystatuut rijp is voor behandeling in de VV. De commissie adviseert positief over het voorstel.
PAGINA
10 van 12
10. Vervanging Data-Opslag Omgeving Centraal Rekencentrum Mevrouw Vos neemt aan dat het nodig is om de dataopslag te vervangen. Een eigen infrastructuur is belangrijk en was begroot. De fractie stemt in met het voorstel. De heer Den Otter noemt het een goed initiatief en vraagt of de back-up extern geplaatst kan worden als gevolg van de samenwerking. De heer Peeterman vindt het een goed voorstel. Mevrouw Slachter vraagt of overwogen is om de informatie elders onder te brengen. De heer Stehouwer sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Slachter. Wat zijn de risico‟s als de informatie intern wordt opgeslagen? Antwoord Heemraad Van Eekhout antwoordt dat het elders onderbrengen niet de voorkeur heeft, omdat daar risico‟s aan verbonden zijn. Bovendien heeft het waterschap geen uitwijkmogelijkheid. Wel wordt onderzocht om de data uit te wisselen met Rivierenland zodat men op elkaars systeem kan terugvallen. Tweede termijn Mevrouw Slachter vraagt opnieuw waarom de data niet extern wordt opgeslagen. De heer Peeterman vraagt waarom de back-up niet bij het Waterschapshuis wordt ondergebracht. Heemraad Van Eekhout zegt dat een back-up bij het Waterschapshuis overwogen zou kunnen worden, maar dat dit niet een van de projecten vormt die het waterschap hier heeft lopen. Hij zal de vraag over de externe opslag schriftelijk beantwoorden. De heer Koese constateert dat er wordt gereserveerd voor de geplande investering. Hij vraagt of WSHD financieel voordeel had gehad als alles in één keer was aangeschaft, of dat het bewust is gefaseerd. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat bij de overwegingen bleek dat dit de beste oplossing was. Een andere oplossing was duurder. Beantwoording Er is voor de selectie van de gekozen storage-oplossing (SAN) een korte verkenning gedaan en vastgesteld dat de markt voor dataopslag extern (cloud) nog te veel in ontwikkeling is en vooralsnog voor WSHD geen verantwoorde oplossing biedt. Aspecten als nog hoge kosten in combinatie met onzekerheden over betrouwbaarheid van de netwerken, de afhankelijkheid van derden voor de beschikbaarheid van gegevens, issues met betrekking tot beveiliging, internationale wet- en regelgeving zijn redenen om de dataopslag voor de komende investeringsperiode in eigen beheer in te zetten. Wel zullen de ontwikkelingen nauwgezet worden gevolgd, en zal er bij toekomstige uitbreidingen van de dataopslag behoefte, onderzocht worden of bepaalde soorten databestanden mogelijk in een hybride omgeving kunnen worden opgeslagen (deels intern/deels in de cloud).
De voorzitter concludeert dat wordt voorgesteld om € 450.000 beschikbaar te stellen en dit bedrag vanuit de projectinvestering begroting 2014 te dekken. Het restant van € 1.050.000 wordt beschikbaar gehouden voor toekomstige vervanging van kerncomponenten. De commissie geeft een positief advies over het voorstel. 11. Gezamenlijke AWB hoor- en adviescommissie Hollandse Delta en Rivierenland De heer Stehouwer vindt het verstandig om samenwerking te zoeken. WSHD werkt al samen met Rivierenland. Waarom is ervoor gekozen om met hen opnieuw samen te werken en niet met andere waterschappen? De heer Kome constateert dat de AWB-commissie voor bezwaar slechts een adviescommissie is, waardoor het college gerechtigd blijft om anders te beslissen. Hij vindt dat het advies van de commissie voor bezwaar met onderbouwing aan de commissie MBH moeten worden aangeboden, inclusief het besluit van D&H met onderbouwing, op het moment dat het college een afwijkend besluit neemt. Mevrouw Slachter vindt het interessant om te weten hoeveel afwijkende besluiten worden genomen, maar ze wil niet van elk besluit alle ins en outs te weten. Dat is geen taak van de VV. De heer Kome zegt dat hij hier ook niet om vroeg. Hij wil dat de commissie MBH in kennis wordt gesteld van de argumentatie van besluiten die afwijken van het gegeven
PAGINA
11 van 12
advies. Antwoord Heemraad Van Eekhout antwoordt dat WSHD al een gezamenlijke hoor- en adviescommissie voor publiek-rechterlijke zaken heeft met Rivierenland. Deze werkt goed. In het verlengde hiervan is opnieuw gekozen voor samenwerking met Rivierenland. De werkwijze van Rivierenland lijkt veel op die van Hollandse Delta, waardoor het praktisch is om dit samen op te pakken. De heer Kome vroeg naar het contrair gaan. In een dergelijk geval moet het bestuur zijn besluit beargumenteren. Jaarlijks wordt gerapporteerd welke zaken behandeld zijn en welke adviezen wel of niet zijn overgenomen. Het komt niet vaak voor dat adviezen niet worden overgenomen. De heer Kome verlangt meer dan een rijtje van adviezen die al dan niet zijn overgenomen. Heemraad Van Eekhout antwoordt dat het hier om rechtspositionele zaken gaat. Niet alle informatie is openbaar. De essentie van de zaak zal gedeeld worden met de commissie MBH en de VV. De voorzitter concludeert dat de commissie een positief advies geeft over het voorstel. 12. Voordracht extern lid Rekenkamercommissie De voorzitter zegt dat de voordracht voor een extern lid van de Rekenkamercommissie vanochtend in het voorzittersoverleg is gedaan. Op basis van het CV heeft men unaniem positief geadviseerd. Het voorstel wordt rechtstreeks op de VV-agenda geplaatst. De VV-leden krijgen alle benodigde informatie nog voor de VV-vergadering. De commissie gaat akkoord met de voorgestelde procedure. 13. Rondvraag De heer Peeterman vraagt nog naar aanleiding van het verslag waar de “hobbel” van € 40.000.000 in 2016 bij de materiële vaste activa op de geprognotiseerde meerjarenbalans vandaan komt. Wat is daar de verklaring voor? Maandag 13 januari 2014 heeft de heer Peeterman een vergadering bijgewoond over het project Numansdorp. Daar werd gesproken over de projectoverschrijding van € 1.000.000. Als dat in 2014 leidt tot extra uitgaven, vindt hij dat deze kosten uit de post onvoorzien betaald moeten worden. Tijdens de vergadering werd echter gezegd dat dat niet kon omdat het een investering is. Klopt het dat de post onvoorzien alleen besteed mag worden aan exploitatie? De heer Aleman antwoordt dat de post onvoorzien een post is in de exploitatie van de begroting. Het is niet mogelijk om deze post aan te wenden voor een investering die overschreden wordt. De vraag over de “hobbel” in de balans wordt schriftelijk beantwoord. Beantwoording Dat wordt veroorzaakt door het geraamde kasritme van de HWBP-projecten. In 2016 hoge uitgaven waarvoor we in 2017 de bijdrage van het Rijk ontvangen:
-
Saldo HWBP 2016 per saldo + € 35 miljoen boekwaarde Saldo HWBP 2017 per saldo – € 37 miljoen boekwaarde
14. Sluiting De voorzitter dankt eenieder voor zijn bijdrage en sluit de vergadering om 15.50 uur.
Aldus gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 12 maart 2014 De voorzitter,
De secretaris,
PAGINA
12 van 12
L.A. van Gelder
ir. E. van der Reijden
SVHW, van goed naar beter presentatie stand van zaken 5 december 2013
Klaas van Eldik Algemeen directeur
Beeld SVHW Aanleiding: • deuk in positieve imago • kwalificatie Waarderingskamer „kan verbeterd worden‟ Plan van aanpak: • strategie • management • organisatie • dienstverlening • financiën • Waarderingskamer Doelen: • efficiëntere interne organisatie • betere dienstverlening naar burgers en deelnemers • beter imago + classificatie Waarderingskamer
Strategie Analyse: • laatste jaren voortdurende groei • behoefte aan analyse effecten toetreders • toekomstig productaanbod SVHW bepalen • analyseren voor-/nadelen groei en/of samenwerking Situatie: • SVHW is een belastingkantoor voor zijn deelnemers • levering aanvullende diensten (o.m. uitvoering BAG) • eigen kwaliteit staat voorop • analyse mogelijkheden van groei • verkennende discussie in AB
Management Analyse: • huidige directie: algemeen directeur + directeur • vervanging interim afdelingshoofden door vaste krachten noodzakelijk • werven nieuwe controller • management nodig als trekker veranderingen Gerealiseerd/in uitvoering: • controller per 1 november 2013 • werving afdelingshoofden loopt (nu via bureaus) • betrokkenheid op medewerkersniveau
Organisatie (personeel) Analyse: • uitvoerende kwaliteit organisatie is goed • gemotiveerde personeelsomgeving • verdere ontwikkeling HRM gewenst • duidelijke plaats en positie OR gewenst • behoefte aan structurele inzet van communicatie Gerealiseerd/in uitvoering: • aannamebeleid en tijdelijke contracten gericht op kwaliteit • bewust beoordelen van medewerkers aangepast in samenspraak met OR • functieboek wordt herzien • OR functioneert in gewenste rol • Communicatiemedewerker per 3/12
Organisatie (ICT , geld, inhuur) Analyse: • kwaliteit ICT onvoldoende • behoefte aan transparante P&C-cyclus • behoefte aan bewuste keus bij inhuur tijdelijk personeel Gerealiseerd/in uitvoering: • verbetering ICT (migratie Office, snellere verbinding, beveiliging) + nieuw intranet • personele wisseling ICT, bewuste teamsturing • verbeteringen P&C-cyclus (o.a. door nieuwe controller) • tijdelijke inhuur noodzakelijk doorgezet (management, afwikkeling van bezwaren) • voor 2014 bewuste afweging inhuur voor piekwerkzaamheden (bezwaren, kwijtschelding)
Dienstverlening (telefonie) Analyse: • meer dan 900.000 aanslagbiljetten per jaar • 125.000 telefonische contacten • duidelijke verstoring reguliere werkprocessen vakmensen • geen verdeling contacten 1e en 2e lijn • behoefte aan Klantcontactcentrum (KCC) voor telefoonverkeer • behoefte aan duidelijke en transparante benadering in klantcontacten Gerealiseerd/in uitvoering: • draagvlak voor inrichting klantcontactcentrum • inrichting KCC loopt op schema • werving klantcontactmedewerkers vrijwel afgerond • analyse telefonie (IVR), technisch gebruik heringericht
Dienstverlening (website, direct) Analyse: • website is goed • geen analyse gebruik website • stimuleren interactiemogelijkheden via website • bevorderen automatische incasso‟s • nader onderzoek voor-/nadelen bundeling aanslagen Gerealiseerd/in uitvoering: • briefverkeer herijkt en verbeterd • aanbevelingen verbeteringen website • analyse webverkeer en gebruik website • herinrichting aanslagbiljet
Dienstverlening (deelnemers) Analyse: • deelnemers: WSHD, 26 gemeenten, RAD • sterke verschillen in verwachtingen (technisch, inhoudelijk) • SVHW is verlengstuk deelnemers • actieve informatierol gewenst • wisselwerking via AB en AC goed maar te beperkt
Dienstverlening (deelnemers) Analyse (vervolg): • behoefte aan duidelijke vraag en antwoordlijnen bij deelnemers en SVHW • deeloplossingen zijn geen oplossingen • uitgangspunt: reële informatiebehoefte deelnemers invullen via “zelfbediening” en/of korte directe lijnen Gerealiseerd/in uitvoering: • beschikbaarheid informatie via Geoweb en webservices • aanbod geanalyseerd met (Geo)deelnemers en wordt uitgebreid • behoefte uitwerking DVO (welke info, diepte info, beschikbaarheid etc.) • wordt in beeld gebracht via kerngroep leden AC • opstellen “staalkaart” deelnemers en SVHW • Governance SVHW
Waarderingskamer Analyse: • status SVHW: „kan verbeterd worden‟ • plan van aanpak opgesteld • personele inzet gewenst, bijschakelen indien nodig Gerealiseerd/in uitvoering: • structureel overleg bestuurlijk, directie met Waarderingskamer • concrete afstemming op inhoud en voortgang • directe sturing directie op afwikkeling bezwaren • idem voor voorbereidende werkzaamheden 2014 • brief naar Waarderingskamer over status werkzaamheden Verwachting: • controles in december • bezwaarschriften gereed voor einde van het jaar
Financiën Analyse: • SVHW int voor deelnemers € 350 miljoen per jaar • exploitatiebegroting SVHW: € 12 miljoen per jaar • behoefte aan permanent inzicht in financiën • inzicht gewenst in opbouw bijdragen deelnemers + standpunt over mogelijke wijzigingen Gerealiseerd/in uitvoering: • bewuste sturing op geld en formatie • najaarsrapportage 2013 sluit bijna Verwachting: • doorvertaling naar 2014: personele formatie, inzet van inhuur en overige kosten • transitie werkproces loopt door in 2014 • sturen op financiële marges
SVHW goed op weg Tussenbalans verandering SVHW: • organisatie in rustiger vaarwater • geen toetreders per 1 januari 2014, consolidatiefase • vertalen naar kwaliteitsverbeteringen en veranderingen • veranderd gedrag naar burgers vertalen met KCC en verandering klanthouding • wisselwerking deelnemers – SVHW verder optimaliseren • veranderingen in management doorzetten Conclusie: SVHW en zijn medewerkers zijn goed op weg!
Strategische visie SVHW
Huidige strategie SVHW • • • •
advies E&Y in 2012: groeien SVHW sterke positie op de markt SVHW goed imago, lage kosten groei goede stap voor behoud laag kostenniveau en verbetering kwaliteit
Kerncijfers •
• • • • •
deelnemers: Waterschap Hollandse Delta, 26 gemeenten, RAD gebied SVHW 1,150 miljoen inwoners gebied gemeenten 557.000 inwoners 3,2 miljoen aanslagen per jaar 270.000 WOZ-objecten belastingopbrengst deelnemers: 350 miljoen euro
Effect van groei op organisatie • • • • • •
bestuur uitgebreid organisatorisch gegroeid structuur niet aangepast éénlaagse managementstructuur volume begroting 2010: 9,5miljoen euro volume begroting 2014: 12 miljoen euro
Consequenties groei Groeien is meer dan optellen: • meer aanslagbiljetten, meerdere belastingsoorten • meer deelnemers = meer verschillen • verschillende soorten gemeenten • meer/andere bestuurlijke/ambtelijke wensen • personele verschillen door instroom • verschillen in technische verwachtingen • verschillen in niveau/verwachtingen
Schaal • • • •
meer deelnemers, meer volume inhoudelijke taken niet complexer aandachtspunten bij groei, huisvesting, organisatorische sturing/ordening groter, meer specialisme, meer staf
Producten SVHW • • • •
primair belastingkantoor, heffen en innen bepalen WOZ waarden BAG voor 18 gemeenten BGT?
Ontwikkelingen • • • • •
sterke schaalvergroting belastingorganisaties varianten W+W W+G, synergie G+G Private markt
Deelnemers SVHW • • • • •
WSHD en 11 inliggende gemeenten (grootste massa) in gebied WS Rivierenland: 7 gemeenten K5 gemeenten, Lansingerland in WS Schieland Nieuwkoop buiten deze gebieden Boskoop treedt uit door herindeling
Gebiedsverkenning Gebied WSHD • niet aangesloten: Drechtsteden, Ridderkerk, Rotterdam (Zuid), Spijkenisse, Westvoorne Gebied WS Rivierenland • samenwerking BSR met 7 inliggende gemeenten en 3 Utrechtse gemeenten (BSR voert de BAG niet uit)
• Rotterdam (eigen belastingorganisatie) • RBG (HH Delfland en HH Schieland en Krimpenerwaard, Delft, Schiedam, Vlaardingen)
Te verwachten groei • • •
Binnen gebied WSHD: beperkt Rivierenland: westelijk gebied Noord/Zuid t.o.v. SVHW: gebiedsgerichte samenwerking
Verwachtingen potentiële toetreders • • •
kwaliteit goed imago SVHW is financieel gezien een aantrekkelijke partij voor potentiële toetreders
Uitgangspunten SVHW • • •
betrouwbare en integere belastingorganisatie voor deelnemers en burgers kwaliteit eigen organisatie en producten hebben prioriteit kostenbewustzijn moet blijven
Strategische keuzes • • • • • •
groeien op eigen kracht (actief/passief) actief binnen gebied WSHD actief meer volume in gebied Rivierenland actief onderzoeken samenwerking met BSR idem Rotterdam en RBG passief voor overige mogelijke deelnemers
Richtinggevende meningen • •
stabiliseren of groeien groeivarianten • organisch groeien • actief/passief • samenwerken/fuseren