n
ed e rl an d s
-
v Ia a
mse
a
ccred ítati eor ga n tsa ti e
Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Europese Studies van de Rijksuniversiteit Groningen met een joint degree van de afstudeerrichting Euroculture datum 30 september 2014
onderwerp Defìnitief besluit
accreditatie wo-master Europese Studies van de Rijksuniversiteit Groningen (00261 I )
Gegevens Naam instelling Naam opleiding Datum aanvraag Variant opleiding afstudeerrichting Locatie opleiding Locaties afstudeerrichting
uw kenmerk
ons kenmerk NVAO/20143352/ND b¡jlagen 3
Datum goedkeuren panel Datum locatiebezoeken Datum visitatierapport lnstellingstoets kwaliteitszorg
Rijksuniversiteit Groningen wo-master Europese Studies (120 ECTS) 31 december2013 voltijd
Euroculture (oint-degree afstudeerrichting) Groningen
Groningen, Bilbao, Göttingen, Krakow, Olomouc, Uppsala, Strassbourg en Udine 23 oktober 2012 25 en 26 maart 2013 11 december2013
ja, positief besluit van 29 juli 2014
Aanvullende informatie De NVAO heeft bij brief van I april2014 de instelling in de mogelijkheid gesteld om aanvullende informatie aan te leveren over de joint degree status van de afstudeerrichting binnen de opleiding. Bij brief en e-mail van 23 april2014 heeft de NVAO de aanvullende informatie ontvangen. Zij heeft deze in haar oordeelsvorming betrokken.
Inleiding De Rijksuniversiteit Groningen biedt het Erasmus Mundus Programma "Euroculture" aan in samenwerking met zeven Europese partnerinstellingen (Universidad de Deusto, GeorgAugust-Universität Göttingen, Universytet Jagiellonski w Krakowie, Univerzita Palackého v Olomouci, Uppsala Universitet, Université de Strasbourg en Università degli Studi di Udine) Dit programma is erkend door de Education, Audiovisual and Culture Executive Agency, namens de Europese Commissie, voor de periodes 2006-2012 en 2012-2017. De NVAO heeft op 1 september 2012 besloten tot een positieve beoordeling van de aanvraag tot omzetting naar een joint degree van de afstudeerrichting Euroculture binnen de wo-masteropleiding European Studies van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze accreditatie is van kracht tot en met 31 december 2014.
lnl¡cht¡ngen An-Sofie Alderweireldt
+31 (0)70 3122380 a.alderweireldt@nvao. net
Parkstraat 2812514 JK I Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag PO Box 85498 | 2508 CD The Hague lThe Netherlands T + 31 (0)70 312 2300 | F + 31 (0)70 312 2301 info@nvao net I www nvao net
pagina 2 van
7 NVAO en Zentrale Evaluations- und Akkreditierungsargentur Hannover (ZEvA) hebben op 17 januari 2013 een MULTRA-overeenkomst gesloten, op basis waarvan zij wederzijds elkaars accreditaties erkennen voor door meerdere instellingen aangeboden programma's. De NVAO heeft bij de behandeling van de voorliggende aanvraag om accreditatie deze overeenkomst in beschouwing genomen. ln dit besluit wordt de samenvatting uit de recente QANU-beoordeling van het Groningse onderdeel van deze joint degree overgenomen, gezien de toegankelijkheid voor studiekiezers. Het integrale ZEvA-rapport, waarin de door de buitenlandse partners verzorgde onderdelen zijn beoordeeld, is opgenomen als bijlage bij dit besluit.
Beoordelingskaders Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523). Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een joint degree. Artikel 7.3c van de Wet op het hoger onderuvijs en wetenschappelijk onderzoek.
Bevindingen De NVAO stelt vast dat in beide visitatierapporten deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden het panel de kwaliteit van de opleiding voldoende heeft bevonden.
Advies van het QANU-visitatiepanell Samenvatting bevindingen en ovenvegingen panel (hierna ook: "the committee"). Standard 1: Intended leaming outcomes The master's programme Euroculture distinguishes itself from other programmes in European Studies with its strong orientation on the cultural dimension of European identity, diversity and unification. The intended learning outcomes are summarised in the Critical Reflection as follows. Graduates of the programme have attained amongst others a deep understanding of European identity, civil society, the ongoing European unifcation process in itself, its cultural and social dynamics and the consequences for its citizens and the wider world. Students also have developed the ability to identify and problematise what Europe and the EU represent for its citizens and for the wider world. The committee concluded that the Euroculture programme has chosen a clear profile within the broad educational offer in the field of European Studies. ln particular, the collaboration with the partner universities in the programme provides added value. The profile and the final qualifications of the programme have been made sufficiently concrete. The committee does feel that the orientation towards the job market could be stressed more explicitly, i.e. in the profile. Standard 2: Teaching-leaming environment The master's programme in Euroculture is worth 12O EC and lasts two academic years or four: semesters. The programme's structure is identical in all participating European universities, although there are different accents in the way it is conducted. Students register and follow parts of the programme at two universities and may stay for a semester at a third partner university. The choice of partner university is strongly tied to the student's specialisation and graduation project.
Voor heI advies van het ZEvA-visilat¡epanel:
zie de b¡jlage b¡j dit beslu¡t
Pagina 3 van
7 The first semester is followed at the student's first university and consists primarily of the introductory module 'Core concepts of European culture, society and politics' (25 EC); an intensive language course farms part of this module. The 'Eurocompetence I' module is also offered in the flrst semester. The second semester is taken at the partner university and consists of the 'Eurocompetence ll' module (5 EC), a Research Seminar (10 EC), a Methodology & Theory Seminar (10 EC) and the lntensive Programme (5 EC). ln this last module students and staff come together at one of the partner universities, and the papers and other products from the previous seminars are discussed and evaluated. ln the third semester students choose between a Research Track, which prepares them for a doctoral project or another scientific position, or a Professional Track aimed at other positions in the labour market. The Research Track consists of a series of research seminars (25 EC), while students in the Professional Track take part in a work placement worth 25 EC. The third semester concludes with preparation for the graduation thesis (5 EC), during which students must submit a research proposal. The fourth semester consists primarily of the graduation project (25 EC), along with the Eurocompetence lll module (5 EC).
It is the student's task to fìnd a work placement. Nevertheless, the committee fìnds that the programme should play a more active role in supporting them and in providing information about the administrative procedures at institutions that offer work placements.
The committee studied the Euroculture programme and ascertained that the curriculum has a logical structure and a satisfactory link to the intended learning outcomes. lt appreciates the manner in which academic and professional skills are incorporated in clear learning pathways with an evident build up of level and complexity. lt expects that the expansion of the programme from 90 to 120 EC, which occurred in 2011, will have a positive effect on its feasibility. The committee appreciates the attention paid to scientific research in the teaching, and ascertained that the teaching closely follows the lecturer's research. The education is provided by motivated and committed lecturers. Standard 3: Assessment and achieved final qualifications The committee focused closely on the evaluation of the quality of the assessment and ascertained that it is satisfactory. The examinations in the programme are sufficiently varied and match the learning objectives of the courses. The committee found that the system of assessment leads to a satisfactory level of transparency and reliability. The examination committee has developed a plan of action. The committee does recommend that the examination committee implement its plan of action forcefully. The committee evaluated a selection of graduation theses according to the established protocol, and ascertained that the achieved final level of the master's programme is satisfactory.
Aanbeveling: De NVAO onderschrijft de aanbevelingen van het panel, met name de aanbeveling over de examencommissie.
Pagina4vanz Besluit lngevolge het bepaalde in artikel 5a.10, derde lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen te Groningen in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 25 augustus 2014 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De NVAO besluit accreditatie te verlenen aan de wo-master Europese Studies met een joint degree van de afstudeerrichting Euroculture (120 ECTS; variant: voltijd; locatie opleiding: Groningen, locaties afstudeerrichting: Groningen, Bilbao, Göttingen, Krakow, Olomouc, Uppsala, Strassboug en Udine) van de Rijksuniversiteit Groningen, Universidad de Deusto, Georg-August-Universität Göttingen, Universytet Jagiellonski w Krakowie, Univerzita Palackého v Olomouci, Uppsala Universitet, Université de Strasbourg en Università degli Studi di Udine. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende. Dit besluit treedt in werking op 30 september 2014 en is van kracht tot en met 29 september 2O20. Den Haag, 30 september 2014 De NVAO
Voor
Dr. A
(voorzitter)
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.
Pagina 5 van
z Bijlage
1: Schematisch overzicht oordelen QANU-panel
Onderwerp
Standaard
Beoordel¡ng door
1. Beoogde eindkwalificaties
De beoogde
Voldoende
het oanel eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betrefi inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en 2. Onderwijsleeromgeving
3. Toetsing en gereal¡seerde
eindkwalificaties
E¡ndoordeel
voldoen aan internationale eisen Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren De ople¡ding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalifìcaties worden oerealiseerd
Voldoende
Voldoende
Voldoende
Pag¡na 6 van
7 Bijlage 2: Feitelijke gegevens Tabel
l:
Rendement.
Cohort Rendement
2009 83o/o
2010 64%
Tabel 2: Docentkwaliteit. Graad Ma PhD Percentaqe 11o/o 89%
Tabel 3: Student-docentratio. Ratio 15:1 Tabel 4: Contacturen.
Studieiaar Contacturen
2
1
12
3-6
2011 35o/o
BKO 44%
Pagina 7 van
z Bijlage 3: panelsamenstelling
-
Prof. Marjan Schwegman (chair), professor of Politics and Culture in the long twentieth century, University of Utrecht and director of NIOD; Harmen Breedeveld, MSc, bachelor student of History, University of Leiden; Prof. Luc François, professor of Contemporaty History and farmer director of Educational Maüers, University of Ghent; Dr. Amanda Kluveld, university senior lecturer and educational director of bachelor's programme in Arts & Culture, University of Maastricht; Prof. Jan Orbie, university senior lecturer on EU External Relations, University of Ghent; Dr. Ulrich Tiedau, senior lecturer on modern Low Countries history and society, University College London.
Het panel werd ondersteund door dr. Muriel Jansen, secretaris (gecertificeerd)