WITTENBORG INTERNATIONAL UNIVERSITY FOR PROFESSIONAL EDUCATION RAPPORTAGE OVER EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK
Utrecht, oktober 2007
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING EN CONCLUSIES 4 Het onderzoek 4 De context van Wittenborg International University 4 Conclusies 5 Advies 6 1
INLEIDING 8
1.1
Aanleiding tot het onderzoek 8
1.2
Opzet van het onderzoek 9
1.3
Context van Wittenborg International University 10
2
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 13
2.1
Voorlichting 13
2.2
Werving 15
2.3
Instroomprocedure en aansluiting 16
2.4
Kwaliteit van onderwijs en dienstverlening 19
3
CONCLUSIES 21
BIJLAGE(N)
I
ONDERZOEK BUITENLANDSE STUDENTEN IN NEDERLAND: BEOORDELINGSCRITERIA 23
II
BRONNEN 25
III
GESPREKSDEELNEMERS EN SAMENSTELLING ONDERZOEKSTEAM 27
IV
ZIENSWIJZE BESTUUR VAN WITTENBORG INTERNATIONAL UNIVERSITY 29
SAMENVATTING EN CONCLUSIES Het onderzoek Het ministerie van OCW heeft de inspectie in november 2006 opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar werving en selectie van buitenlandse studenten door instellingen met een verhoogd risicoprofiel op dit gebied. Het gaat daarbij om een incidenteel onderzoek in de zin van de Wet op het Onderwijstoezicht, artikel 19. Wittenborg International University (WIU) is een van de instellingen die geselecteerd is voor dit onderzoek, dat twee onderzoeksvragen kent: 1. Voldoet de werving en selectie van buitenlandse studenten aan de wet- en regelgeving? 2. Is de kwaliteit van voorlichting, werving, selectie en de uitvoering van het onderwijs aan studenten met een buitenlands ingangsdiploma voldoende? De inspectie heeft, voorafgaand aan het instellingsbezoek op 12 juni 2007, de documenten bestudeerd die op haar verzoek door WIU waren aangeleverd. Tijdens het instellingsbezoek zijn gesprekken gevoerd met het management van de instelling en met studenten. Daarnaast heeft de inspectie een onderzoek naar de studentendossiers uitgevoerd. Gedurende het eerste half jaar van 2007 heeft de inspectie verschillende klachten van (ouders van) Nederlandse studenten over de Nederlandstalige opleidingen van Hogeschool Wittenborg ontvangen. Daarom is gedurende het onderzoek ook aandacht aan de situatie rond de Nederlandstalige opleidingen besteed.
De context van Wittenborg International University Hogeschool Wittenborg bestaat uit Hogeschool Wittenborg Nederland (WNL) en WIU. Doel van de oprichting van WIU in 2002 was de toekomst van Hogeschool Wittenborg veilig te stellen door financiële en structurele voorwaarden te scheppen die een samengaan van de twee instellingen in 2007 mogelijk zou maken. WIU biedt onderwijs aan sinds maart 2003 en kent één internationale opleiding: de internationale bacheloropleiding International Business Administration (IBA). Deze opleiding is in 2006 geaccrediteerd door de NVAO. Tot september 2006 werkten de twee instellingen los van elkaar, al deelden ze wel hetzelfde gebouw. Volgens het Centraal Register Hoger Onderwijs biedt WNL vier verschillende Nederlandstalige opleidingen aan: Bedrijfskunde, Bank en Verzekering, Communicatie en Management en Makelaardij. Deze vier opleidingen hebben een negatief accreditatiebesluit van de NVAO gekregen, wat inhoudt dat de accreditaties van rechtswege per 6 december 2006 zijn komen te vervallen.
De opleidingen Bedrijfskunde, Bank en Verzekering, en Makelaardij bevinden zich tot 5 december 2008 in de herstelperiode, wat onder meer inhoudt dat in deze periode geen studenten voor de eerste maal mogen worden ingeschreven in de betreffende opleidingen. De accreditatie voor de opleiding Communicatie en Management is per 6 december 2006 definitief vervallen. Ten tijde van het inspectiebezoek bestond het opleidingsaanbod de facto dus uitsluitend uit de IBA. Als gevolg van de negatieve accreditatiebesluiten over de opleidingen van WNL werd een vervroegde overname (per september 2006) van WNL door WIU onvermijdelijk. Bij de overname werd een management audit uitgevoerd die er toe heeft geleid dat het management van WNL moest worden vervangen.
Conclusies Het beleid van WIU ten aanzien van werving en selectie van buitenlandse studenten voldoet op papier aan de wet- en regelgeving, maar de inspectie heeft kanttekeningen bij de uitvoering van dit beleid. De werving en selectie van studenten uit de regio Zuidoost-Azië behoeft verbetering. Het onderzoek levert indicaties op dat een deel van de studenten die WIU heeft toegelaten niet beschikt over een diploma op havo-niveau of gelijkwaardig. Andere aspecten waar de inspectie zich zorgen over maakt, zijn het relatief hoge aantal studenten dat de instelling verlaat zonder een diploma te hebben behaald en het hoge verzuimpercentage. De genoemde zorgpunten betreffen vooral Pakistaanse studenten. De instelling dient vast te houden aan het minimumniveau van IELTS 6.0 als ingangseis voor toelating tot de bachelor. Het voornemen van het management om in de toekomst ingangseisen aan de economische en wiskundige kennis van de studenten te stellen, beschouwt de inspectie als een positieve ontwikkeling; dit is echter voor de IBA geen wettelijke verplichting. De voorlichting aan (aankomende) studenten is in het algemeen duidelijk, waarheidsgetrouw en goed toegankelijk. De instelling behoort in de voorlichting wel duidelijkheid te verschaffen over de status van de Nederlandstalige opleidingen. Ten tijde van het onderzoek (juni 2007) werd op de website ten onrechte de indruk gewekt dat de Nederlandstalige opleidingen geaccrediteerd zijn door de NVAO. WIU heeft de opzet en inhoud van de website inmiddels zodanig aangepast dat de accreditatiestatus van het opleidingenaanbod voldoende duidelijk is. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs niet onderzocht. De opleiding is onlangs geaccrediteerd en er waren geen aanwijzingen dat zich problemen voordeden. De onderwijs- en examenregeling is op orde en voldoet aan de wettelijke eisen; daarnaast biedt de instelling voldoende informatie aan over de studie via de studiegidsen en het inter- en intranet. De begeleiding is goed geregeld: studenten hebben wekelijks contact met een tutor bij wie zij met vragen of klachten terecht kunnen. Van de stages die WIU-studenten lopen, heeft de inspectie een positieve indruk gekregen. In 2006 heeft WIU een kwaliteitszorgsysteem in gebruik genomen, waarmee de kwaliteit van uitvoering van het onderwijs wordt geëvalueerd. Intake is daarin als expliciet aandachtspunt opgenomen, maar voorlichting en werving zijn geen onderdeel van het systeem. Mede daardoor is de kwaliteit van voorlichting en
werving niet blijvend gewaarborgd. Het is nog te vroeg om de effecten van het systeem op de kwaliteit van selectie en de uitvoering van het onderwijs te kunnen beoordelen.
Advies De inspectie adviseert de minister om WIU te vragen medio 2008 een ‘stand van zaken-notitie’ op te stellen en die uiterlijk per 1 juli 2008 bij de inspectie aan te leveren. Deze notitie dient aan te geven welke maatregelen er zijn getroffen om de geconstateerde onvolkomenheden te verhelpen en in hoeverre deze maatregelen het gewenste effect hebben gehad. De notitie dient in elk geval aandacht te besteden aan de stand van zaken en getroffen maatregelen met betrekking tot: 1. De werving en selectie van studenten uit Zuidoost-Azië: hoe wordt gewaarborgd dat instromende studenten beschikken over een vooropleiding op tenminste havo-niveau en dat zij bij toelating tot de bachelor beschikken over het vereiste taalniveau; 2. Verzuim- en uitvalpercentages van met name Pakistaanse studenten: hoe hebben deze zich ontwikkeld? Welke maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat studenten met verkeerde verwachtingen of een andere motivatie dan studie worden geworven? 3. Het kwaliteitszorgsysteem: zijn voorlichting en werving inmiddels aandachtspunten in het kwaliteitszorgsysteem? Welke conclusies heeft dit opgeleverd? Op grond van de notitie en andere relevante informatie (waaronder al dan niet ontvangen klachten en signalen over de instelling) en indien nodig verificatieonderzoek, zal de inspectie de minister per 1 oktober 2008 adviseren over de vraag of nog aanvullende maatregelen nodig zijn.
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
De Inspectie van het Onderwijs houdt zich in het kader van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs onder meer bezig met de positie van buitenlandse studenten die naar Nederland komen om te studeren. De inspectie volgt de ontwikkelingen rond internationalisering van het hoger onderwijs en heeft in 2004/2005 een onderzoek verricht naar de werving en selectie van buitenlandse studenten 1 . In zijn beleidsreactie van 4 januari 2006 gaf toenmalig staatssecretaris Rutte aan dat een kwalitatief vervolgonderzoek naar werving en selectie van buitenlandse studenten en hun ervaringen in de rede ligt. De inspectie heeft op basis van een risicoanalyse instellingen geïdentificeerd met een verhoogd risicoprofiel op het gebied van werving en selectie van buitenlandse studenten. Bij de identificatie gehanteerde risicofactoren waren onder meer: • • • • •
werving op relatief onbekende delen van de internationale onderwijsmarkt; een substantieel aandeel buitenlandse studenten; werving via bemiddelingsbureaus; ontbreken van diplomaverificatie; het hanteren van lage of sterk uiteenlopende instroomeisen. 2
De inspectie heeft van het ministerie van OCW in november 2006 de opdracht gekregen bij de geïdentificeerde instellingen nader onderzoek te verrichten. Het gaat daarbij om een incidenteel onderzoek in de zin van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT), artikel 19. Wittenborg International University (WIU) is een van de instellingen die geselecteerd is voor het inspectieonderzoek. In de aanloop tot het onderzoek ontving de inspectie een klacht van twee Pakistaanse studenten van WIU. Zoals uit het voorgaande valt af te leiden, vormde deze klacht niet de aanleiding voor het inspectiebezoek; wel zijn de klachten als informatie betrokken bij het onderzoek. De inspectie heeft de betreffende studenten na een eerste beoordeling van hun klacht doorverwezen naar de interne klachtenprocedure van de instelling. Datzelfde geldt voor een aantal Nederlandse studenten die begin 2007 klachten over de Wittenborg bij de inspectie hebben ingediend.
’Rapportage verkenning: studenten met een buitenlandse vooropleiding’, Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, 2005. 2 ’Rapportage verkenning: studenten met een buitenlandse vooropleiding’, Inspectie van het Onderwijs, Utrecht, 2005. 1
8
1.2
Opzet van het onderzoek
Het onderzoek van de inspectie is aangekondigd bij de directie van WIU door middel van een brief d.d. 10 mei 2007 met kenmerk 07H2542105 en kent de volgende onderzoeksvragen: 1. Voldoet de werving en selectie van buitenlandse studenten aan de wet- en regelgeving? 2. Is de kwaliteit van voorlichting, werving, selectie en de uitvoering van het onderwijs aan studenten met een buitenlands ingangsdiploma voldoende? Het onderzoek heeft betrekking op drie aandachtsgebieden: 1. voorlichting en werving; 2. instroomprocedure en aansluiting bij de start van de opleiding; 3. onderwijs, examens en dienstverlening. De kwaliteit van het onderwijs dat door de instelling verzorgd wordt, is op zichzelf geen object van onderzoek. Dat neemt niet weg dat het onderzoek is verricht vanuit het perspectief van het belang van goed onderwijs aan studenten. De instelling heeft in het verleden een aanwijzing verkregen van de overheid en heeft daarmee de verplichting op zich genomen tot het bieden van gedegen onderwijs. Van zowel bekostigde als aangewezen instellingen mag worden verwacht dat zij voldoen aan de eisen die de samenleving stelt aan goed bestuur: kwaliteit en continuïteit van de opleiding dienen gewaarborgd te zijn. Wanneer - zoals in dit geval - onderwijs wordt gegeven aan buitenlandse studenten, dan zijn ook de afspraken zoals die zijn neergelegd in de ‘Gedragscode internationale student in het hoger onderwijs’ (hierna ‘gedragscode’) relevant. Over deze code, die in het voorjaar van 2006 in gebruik is genomen, bestaat overeenstemming in het veld. Bijlage I bij dit rapport bevat de beoordelingscriteria die in dit onderzoek zijn gehanteerd. Deze bijlage is ook opgenomen in de brief die de inspectie aan de geselecteerde instellingen verstuurd heeft als aankondiging van het onderzoek. Documentonderzoek In het kader van dit onderzoek heeft de inspectie relevante documenten bestudeerd die WIU op verzoek van de inspectie heeft aangeleverd ter voorbereiding op het bezoek aan de instelling. Ook externe bronnen zijn in de beoordeling betrokken, zoals het rapport over de opleiding International Business Administration (IBA) over de visitatie die het Netherlands Quality Agency (hierna NQA) op verzoek van WIU heeft uitgevoerd ter voorbereiding op de toets nieuwe opleiding door de NVAO. Bijlage II van dit rapport bevat een overzicht van de gehanteerde bronnen. Gesprekken Op 12 juni 2007 heeft de inspectie gesprekken gevoerd met een vertegenwoordiging van management en examencommissie van de instelling en met een groep van elf studenten. De in Pakistan gevestigde agent die verantwoordelijk is voor werving en selectie van studenten voor WIU op het Indiase subcontinent, was in Nederland voor overleg met het management. Hij kon daardoor aanwezig zijn bij het eerste deel van het gesprek met het management. De deelnemers aan het gesprek van de inspectie met studenten
9
waren door de inspectie geselecteerd op basis van studentenlijsten die door de instelling werden aangeleverd. Daarbij heeft de inspectie gestreefd naar een verdeling die een afspiegeling was van de samenstelling van de totale studentenpopulatie van WIU naar studiejaar en nationaliteit. De studenten die een klacht indienden, maakten geen deel uit van de door de inspectie opgegeven selectie. Het betrof een aselecte steekproef. De studenten die geklaagd hadden, vielen hier niet in. De inspectie had al kennis genomen van de schriftelijke versie van de klacht en van het verslag van een overleg van het WIU-management met de klagende studenten. Dit gaf geen aanleiding de uitkomsten van de steekproef aan te passen. De inspectie vond het van belang dat ook andere studenten de gelegenheid zouden krijgen hun visie te geven. Studentendossiers Tijdens het bezoek heeft de inspectie ook onderzoek gedaan naar de studentendossiers. Het hoofd van het international office en de agent uit Pakistan waren beschikbaar voor vragen over de dossiers. Op verzoek van de inspectie heeft de instelling kopieën aangeleverd van de vooropleidingsdocumenten (diploma’s, cijferlijsten) van twaalf studenten. Daarbij waren de vooropleidingsdocumenten van de twee studenten die een klacht in hebben gediend bij de inspectie. Deze studenten staan ingeschreven in de bacheloropleiding. Daarnaast werd een aselecte steekproef van in totaal tien studenten getrokken: drie uit de preparation course S1, drie uit de preparation course S3 en vier uit de bacheloropleiding. De betreffende kopieën heeft de inspectie zonder vermelding van de naam van de betrokken instelling aan Nuffic voorgelegd met het verzoek om een beoordeling van de toelaatbaarheid van de betreffende studenten tot de (preparation course voor) de opleiding IBA. Daarbij moet worden aangetekend dat op basis van kopieën geen uitspraak kan worden gedaan over de authenticiteit van de originele documenten. Rapportage De informatie uit de gesprekken is door de inspectie vastgelegd in gespreksverslagen, die ter verificatie in concept aan de betreffende gesprekspartners zijn voorgelegd. Naar aanleiding van de reactie van de gespreksdeelnemers zijn in het definitieve gespreksverslag eventuele feitelijke onjuistheden gecorrigeerd, waarbij aanvullende opmerkingen apart werden vermeld tussen vierkante haken. Van het dossieronderzoek is geen apart verslag gemaakt. In het voorliggende eindrapport zijn de bevindingen van de inspectie beschreven op basis van de informatie uit het documentonderzoek, de gespreksverslagen en het dossieronderzoek. Het eindrapport wordt in concept voorgelegd aan het management van de instelling; hierbij wordt een reactietermijn van tien werkdagen gehanteerd.
1.3
Context van Wittenborg International University
Wittenborg International University (WIU) WIU komt voort uit een language school en werd opgericht in 2002, toen een overnamecontract werd getekend met de Nederlandse aangewezen instelling Hogeschool Wittenborg (hierna WNL). Er zijn twee eigenaars: de Nederlandse holding en een holding in het Verenigd Koninkrijk.
10
De oprichters van WIU hebben de aanwijzing gebruikt om een internationale hogeschool te starten; daarnaast was het doel om de continuïteit van WNL te garanderen. WIU biedt onderwijs aan sinds maart 2003 en kent sinds september 2006 één internationale opleiding: de internationale bacheloropleiding International Business Administration (IBA). De hogeschool is lid van de koepelorganisatie Paepon. In december 2006 heeft WIU de gedragscode (zie paragraaf 1.2) ondertekend. Vervolgens is WIU door de IB-groep opgenomen in het bij de gedragscode behorende register. De opleiding IBA is geënt op de Nederlandstalige opleiding bedrijfskunde van WNL. In september 2003 werden de eerste twee studiejaren van de opleiding aangeboden (toen nog onder de naam Bachelor of Business Administration), in september 2004 startte het Final year voor de eerste keer met zeven studenten. De opleiding IBA is in juni 2006 bezocht door de NQA en heeft op 18 oktober 2006 een positief accreditatiebesluit ontvangen van de NVAO, op basis van een ‘toets nieuwe opleiding’. De accreditatie is geldig tot 17 oktober 2012. WIU heeft op dit moment (juni 2007) 132 studenten, die voor het merendeel uit Azië afkomstig zijn (China, Pakistan, Vietnam, Nepal). WIU streeft ernaar om docenten voor een substantieel aantal uren (15 tot 20 uur per week) in dienst te nemen en kent geen nulurencontracten. Deze constructie is gekozen om de binding met de school, het onderling contact tussen docenten en het contact tussen docenten en studenten te bevorderen. De meeste leden van het management team geven ook les. Daarnaast is er een team vakdocenten en heeft WIU een aantal gespecialiseerde docenten uit het bedrijfsleven met een kleine aanstelling. Wittenborg Nederland Sinds september 2006 is het WIU management verantwoordelijk voor zowel WNL als WIU ; het management van WNL is per die datum vervangen. Het management van WIU heeft veel kritiek op de manier waarop WNL in het verleden is bestuurd en zegt vooraf geen weet te hebben gehad van de problemen die er speelden. Het gegeven dat er bij de inspectie klachten van studenten van WNL zijn binnengekomen over administratieve chaos en de onduidelijke status van de opleidingen van WNL verbaast het management niet. WIU heeft inmiddels een rechtszaak aangespannen tegen de vorige eigenaar wegens mismanagement en is door de rechter in het gelijk gesteld. Voor de toekomst van WNL heeft het WIUmanagement een businessplan gemaakt. Volgens de informatie van de IB-Groep (in het CROHO dd. 11 juni 2007) biedt Hogeschool Wittenborg naast de bacheloropleiding International Business Administration vier verschillende Nederlandstalige opleidingen aan: Bedrijfskunde, Bank en Verzekering, Communicatie en Management en Makelaardij. Deze vier opleidingen hebben een negatief accreditatiebesluit van de NVAO gekregen, wat inhoudt dat de accreditaties van rechtswege per 6 december 2006 zijn komen te vervallen.
11
De opleidingen Bedrijfskunde, Bank en Verzekering en Makelaardij bevinden zich tot 5 december 2008 in de herstelperiode, wat onder meer inhoudt dat in deze periode geen studenten voor de eerste maal mogen worden ingeschreven in de betreffende opleidingen. De accreditatie voor de opleiding Communicatie en Management is per 6 december 2006 definitief vervallen. Volgens het WIUmanagement is het de bedoeling dat het nieuwe management van WNL de geaccrediteerde opleiding IBA ook voor Nederlandse studenten gaat aanbieden. Het zal daarbij gaan om een Nederlandstalige versie van de Engelstalige opleiding, waarbij de regel in acht wordt genomen dat de inhoud van de Nederlandstalige opleiding ten hoogste 40 procent mag afwijken van de originele geaccrediteerde opleiding. Ook is WIU van plan de overige Nederlandstalige opleidingen te zijner tijd te laten accrediteren door de NVAO. Tot die tijd zullen er geen nieuwe studenten worden toegelaten voor de niet-geaccrediteerde studies.
12
2
RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
2.1
Voorlichting
Bevindingen WIU maakt via de website www.wittenborg.nl verschillende voorlichtingsbrochures (Learn & Earn, Education Prospectus) integraal beschikbaar voor potentiële studenten en andere belangstellenden. Ook studiegidsen en informatie over praktische en financiële zaken zijn te vinden via het internet. Voor voorlichtingsactiviteiten in het buitenland is een presentatie beschikbaar, die de inspectie ter inzage heeft ontvangen. De Pakistaanse agent heeft de inspectie tijdens het bezoek op 12 juni een kopie op dvd overhandigd van een interview dat de Nepalese televisie onlangs met hem heeft gehouden. Uit het voorlichtingsmateriaal blijkt onder meer dat voor toegang tot de bachelor een IELTS (International English Language Testing System)-score van 6.0 vereist is; voor toegang tot de preparation course moet een student een IELTS-niveau van 5.0 kunnen aantonen. De duur van de preparation course is afhankelijk van het ingangsniveau van de student, zo blijkt uit het voorlichtingsmateriaal. Studenten ondertekenen voorafgaand aan de studie (geruime tijd voor vertrek naar Nederland) een studieovereenkomst. De overeenkomst maakt melding van de persoonlijke gegevens van de student, de vooropleiding, het niveau van het Engels, van de cursus waarvoor de student wordt ingeschreven, van de duur van die cursus en van de kosten voor onderwijs, huisvesting en overige zaken. De student verklaart zich door ondertekening van de verklaring akkoord met de bepalingen in het Student Charter en de Education Guide. Daarnaast houdt ondertekening in dat de student zich bewust is van de regel dat buitenlandse studenten in Nederland niet meer dan tien uur betaald werk mogen doen, en van het gegeven dat de huisvesting die wordt aangeboden sober is. De inspectie vindt het voorlichtingsmateriaal over het algemeen duidelijk en waarheidsgetrouw. Een enkele kritische kanttekening heeft de inspectie wel: 1. Ten tijde van het onderzoek (juni 2007) werd op de website ten onrechte de indruk gewekt dat de Nederlandstalige opleidingen geaccrediteerd zijn door de NVAO. Op de Nederlandstalige website stond: ‘Wittenborgs HBO-programma is NVAO-geaccrediteerd’. WIU heeft de opzet en inhoud van de website inmiddels zodanig aangepast dat de accreditatiestatus van het opleidingenaanbod voldoende duidelijk is. 2. De studieduur van de IBA is niet duidelijk: in de brochure Learn & Earn wordt gesuggereerd dat studenten het programma in drie jaar afronden, maar de totale studieduur is vier jaar. In haar reactie op het concept van dit rapport heeft de instelling aangekondigd de brochure op dit punt aan te zullen passen.
13
Ondanks de uitgebreide schriftelijke voorlichtingsmaterialen komen sommige studenten toch met verkeerde verwachtingen naar Nederland. De kleinschaligheid van WIU ontdekken studenten naar eigen zeggen vaak pas na aankomst in Nederland, terwijl hiervan in het voorlichtingsmateriaal duidelijk melding wordt gemaakt. Ook het gegeven dat Nederland een divers stelsel van hoger onderwijs kent en dat WIU onderdeel uitmaakt van een specifieke categorie daarbinnen is veel studenten voor vertrek niet duidelijk. Op de website en in het andere voorlichtingsmateriaal staat weliswaar duidelijk vermeld dat WIU een University of Professional Education is, maar de betekenis en implicaties daarvan zullen weinig buitenlandse studenten vóór vertrek naar Nederland duidelijk zijn. Hiermee constateert de inspectie dat het ondanks waarheidsgetrouwe voorlichting erg lastig blijft bij potentiële studenten in het buitenland een realistisch beeld op te roepen. Deze constatering impliceert niet dat het voorlichtingsmateriaal van WIU moet worden aangepast. Het is de inspectie duidelijk dat sommige studenten zich vooraf onvoldoende verdiepen in het voorlichtingsmateriaal of achteraf andere redenen hebben om te stellen dat ze niet wisten aan wat voor instelling ze zich hadden ingeschreven. Veel van de WIU-studenten met wie de inspectie gesproken heeft, zijn van mening dat informatie via familie en vrienden het beste werkt: studenten die op deze manier zijn voorgelicht, zeggen dat de werkelijkheid overeenkomstig hun verwachtingen is. Volgens het WIU-management zijn met name de verwachtingen van Pakistaanse studenten vaak onrealistisch, het kost sommige studenten moeite om zich aan te passen aan de levensstijl en sobere huisvesting in Nederland. De ervaring van Chinezen met (studeren in) het westen is in de afgelopen jaren toegenomen. Chinese studenten hebben dankzij de persoonlijke verhalen van anderen een beter beeld van wat ze kunnen verwachten. Evaluatie van de voorlichting maakt geen deel uit van het kwaliteitszorgsysteem. Wel is voor september 2007 een evaluatie van de voorlichting en werving voorzien, aldus het management. Daarnaast hebben gesprekken plaatsgevonden met de wervingsagent voor Zuidoost-Azië in verband met problemen met een relatief groot aantal door hem gerekruteerde Pakistaanse studenten. Conclusie De voorlichting aan (aankomende) studenten is in het algemeen duidelijk, waarheidsgetrouw en goed toegankelijk, onder meer via internet. De informatie over de status van de opleiding IBA (geaccrediteerd) is correct. Ten tijde van het inspectieonderzoek (juni 2007) werd op de website ten onrechte gesuggereerd dat de Nederlandstalige opleidingen geaccrediteerd zijn door de NVAO. WIU heeft de opzet en inhoud van de website inmiddels zodanig aangepast dat de accreditatiestatus van het opleidingenaanbod voldoende duidelijk is. Op een aantal punten is ook verbetering gewenst in de voorlichting over de internationale IBA-opleiding. WIU maakt naar de mening van de inspectie onvoldoende duidelijk dat de studieduur van de bachelor vier jaar is: de brochure Learn & Earn wekt de indruk dat studenten het programma standaard in drie jaar afronden. In haar reactie op het concept van dit rapport heeft de instelling aangekondigd de brochure op dit punt aan te zullen passen. Daarnaast is het van belang dat evaluatie van de voorlichting wordt ingepast in het kwaliteitszorgsysteem.
14
2.2
Werving
Bevindingen WIU werft met name in Azië: van oudsher vooral in China en Vietnam, maar sinds enige tijd ook in Pakistan, Bangladesh en Nepal. Daarnaast worden in Turkije en Iran studenten geworven. WIU heeft enkele local offices in het buitenland: er is een kantoor in Beijing van waaruit Engelstalig voorlichtingsmateriaal wordt gedrukt en wereldwijd wordt verspreid. Er is sinds kort een kantoor in Pakistan, dat de werving en selectie van studenten uit het Indiase subcontinent en Zuidoost-Azië voor zijn rekening neemt. De afspraken tussen de instelling en lokale agenten zijn zorgvuldig geregeld in contracten, waarin onder meer wordt verwezen naar de gedragscode (die ook aan de agenten wordt verstrekt). In de meeste gevallen betreft het contracten met bureaus. Het contract met de agent in Pakistan wijkt af van de standaard. De achtergrond daarvan is dat deze agent studenten werft in landen die voor WIU relatief onbekend zijn, terwijl al wel duidelijk was dat zich juist in deze landen de nodige problemen kunnen voordoen, zoals met de echtheid van diploma’s. WIU heeft daarom met deze agent een persoonlijk contract afgesloten, zodat hij meer rechtstreeks op zijn verrichtingen kan worden aangesproken. WIU is bij de beoordeling van de kwaliteit van deze agent afgegaan op contacten met de Nederlandse ambassade in Pakistan en met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, die ook zaken doet met deze agent. Bovendien is de Pakistaanse agent uitgebreid gescreend door een speciale afdeling van de Nederlandse politie, omdat de betreffende regio politiek gevoelig ligt. Ondanks de genoemde voorzorgsmaatregelen doen zich problemen voor rond studenten die op het Indiase subcontinent geworven zijn, in het bijzonder met studenten uit Pakistan. Er zijn meerdere indicaties voor het bestaan van een structureel probleem met werving en selectie in Pakistan. WIU heeft een systeem waarin de aanwezigheid van de studenten wordt bijgehouden. De NQA spreekt van een vigorous class attendance check: wanneer een student in een bepaalde periode meer dan een kwart van de lessen mist volgt een waarschuwing en voert de tutor een gesprek met de student. Een relatief groot aantal studenten is (vaak) afwezig in de lessen. WIU zegt op dit punt vooral problemen te ondervinden met Pakistaanse studenten. De inspectie vindt het daarnaast zorgelijk dat zich in de afgelopen periode 37 studenten hebben uitgeschreven zonder te zijn afgestudeerd. Van deze groep hebben er negentien aangegeven dat ze overstapten naar instellingen elders in Nederland. Daaronder zijn elf Pakistaanse studenten die zijn overgestapt naar een instelling die onderwijs zou aanbieden voor enkele honderden euro’s per jaar, volgens het WIU management een dusdanig lage prijs dat er geen onderwijs voor kan worden geboden dat voldoende kwaliteit heeft (bij WIU kost een bachelorjaar rond de 4200 euro). De klacht die Pakistaanse studenten van WIU bij de inspectie hebben ingediend, is mogelijk ook een symptoom van het probleem dat Pakistaanse studenten kennelijk relatief vaak met onrealistische verwachtingen en/of een andere motivatie dan studie naar Nederland komen. Het kwaliteitszorgsysteem van WIU voorziet niet in evaluatie van voorlichting en werving. Het management zegt wel evaluatiegesprekken te voeren met de agent voor Pakistan en Zuidoost-Azië; dit is onlangs gebeurd naar aanleiding van de problemen met Pakistaanse studenten. Voor september 2007 heeft WIU een uitgebreide evaluatie van de voorlichting en werving voorzien, waarbij zittende
15
studenten zullen worden ingezet die daar een stageonderdeel van willen maken. Daarnaast is WIU een sterke voorstander voor uitbreiding van het aantal Nesokantoren, met name naar Pakistan. De Pakistaanse agent heeft in 2005 een brief geschreven aan de Nederlandse ambassade in Pakistan, waarin hij pleit voor de vestiging van een Neso-kantoor in Pakistan. Op deze brief heeft hij geen reactie ontvangen. Conclusie WIU spant zich in voor een zorgvuldige werving door middel van duidelijke wervingsovereenkomsten en regelmatig contact met lokale agenten. De werving en selectie van studenten uit de regio Zuidoost-Azië, met name uit Pakistan, leveren echter nog problemen op en behoeven verbetering. Het relatief hoge aantal studenten dat de instelling verlaat zonder diploma en de afwezigheid in de lessen, met name van Pakistaanse studenten, baart de inspectie zorgen. WIU heeft het voornemen om voorlichting en werving in de tweede helft van 2007 te evalueren; het is van belang om daarnaast de kwaliteit van voorlichting en werving blijvend te waarborgen door inbedding in het kwaliteitszorgsysteem.
2.3
Instroomprocedure en aansluiting
Bevindingen De vooropleidingseisen die WIU volgens het voorlichtingsmateriaal stelt (appropriate secondary school qualifications equivalent to the Dutch havo diploma or mbo diploma), voldoen aan de bepalingen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Bij de uitvoering van het beleid ten aanzien van de vooropleidingseisen heeft de inspectie echter een aantal opmerkingen, gebaseerd op het onderzoek van de studentendossiers en het gesprek met het management. De studentendossiers zijn overzichtelijk ingedeeld en bevatten ook informatie over de beoordeling door WIU van de toelaatbaarheid van de student, zodat het toelatingsproces redelijk inzichtelijk is. Uit de steekproef die de inspectie heeft genomen blijkt echter, dat de dossiers soms onvolledig zijn waar het de vooropleidingdocumenten (diploma’s, cijferlijsten) betreft. In geen enkel dossier heeft de inspectie documenten aangetroffen die erop wijzen dat WIU gebruik heeft gemaakt van externe expertise voor diplomaverificatie en - waardering. Volgens het management is de reden daarvoor dat het erg lang duurt om dergelijk advies te krijgen. De instelling vaart nu voor de verificatie en waardering van diploma’s van het Indiase subcontinent vrijwel volledig op de deskundigheid van de Pakistaanse agent. In de studentendossiers van tenminste een deel van de Pakistaanse studenten heeft de inspectie echter geen diploma’s aangetroffen, maar alleen cijferlijsten. Bij navraag hierover verklaarde de Pakistaanse agent dat het in Pakistan gebruikelijk is cijferlijsten als gelijkwaardig aan diploma’s te beschouwen. De inspectie is van mening dat Nederlandse instellingen zich niet bij dit gebruik moeten aansluiten.
16
Cijferlijsten zijn nog eenvoudiger na te maken dan diploma’s. Het is noodzakelijk dat elke student bij inschrijving een origineel diploma overlegt en het studentendossier dient een kopie te bevatten van het diploma op grond waarvan de student is toegelaten. Men zou wellicht verwachten dat Nederlandse onderwijsinstellingen bij hun activiteiten in het buitenland een beroep kunnen doen op kennis en expertise aanwezig op de Nederlandse ambassades. Volgens WIU verschillen de mogelijkheden daarvoor sterk per land en per ambassade. Evenals de WIU-agent in Pakistan pleit het WIU-management daarom voor uitbreiding van het aantal Neso-kantoren, met name naar Pakistan. Een ander punt dat het dossieronderzoek aan het licht heeft gebracht, is dat een deel van de studenten uit de steekproef volgens Nuffic slechts toelaatbaar is tot de IBA na het succesvol afleggen van een toelatingsexamen op grond van de 21+ regeling (artikel 7.29/1, 3 WHW) omdat zij in hun vooropleiding geen havo-niveau hebben bereikt. De inspectie heeft in de betreffende dossiers geen documenten aangetroffen die erop wijzen dat een dergelijk examen is afgelegd. Er zijn dus aanwijzingen dat WIU studenten heeft toegelaten die niet hebben aangetoond dat zij een opleiding op hbo-niveau aankunnen. De taaleisen die WIU volgens het voorlichtingsmateriaal hanteert, zijn IELTS 6.0 voor toegang tot de bachelor en IELTS 5.0 voor toegang tot de preparation course. Voor de bepaling van het ingangsniveau van het Engels gebruikt WIU naast de IELTS-toets een eigen toets (Wittenborg English Language Testing System WELTS), die bij startende bachelorstudenten wordt afgenomen. Volgens WIU geeft de WELTS-toets een completer beeld van de mogelijkheden van een student om een hbo-opleiding met Engels als instructietaal met succes af te ronden. De WELTS-toets is ontwikkeld door de education manager van WIU, die erkend IELTS-toets-afnemer is. Studenten in de preparation course krijgen twee maal de IELTS-test aangeboden en moeten de test minimaal één keer afleggen. In de loop van het studiejaar leggen studenten bovendien zes keer een WELTS-test af. De taaleisen, zoals vermeld in het voorlichtingsmateriaal, voldoen aan de afspraken in de gedragscode. Bij de uitvoering van het beleid ten aanzien van de taaleisen heeft de inspectie echter wel een kanttekening. Uit het dossieronderzoek en het gesprek met het management is gebleken dat WIU in een aantal gevallen studenten toelaat tot de bachelor met een IELTS-score die lager is dan 6.0. Volgens het management gebeurt dat op grond van voldoende gemaakte WELTStesten en een inschatting van de motivatie en mogelijkheden van elke individuele student. Het management stelt dat het alternatief is dat de student moet worden teruggestuurd naar het land van herkomst, en daarin ziet WIU geen rol voor zichzelf als onderwijsinstelling. De versoepelde overgang wordt door het management gezien als een parallel van het traject ‘alvast studeren’ dat door enkele hbo-instellingen wordt aangeboden: daarbij mogen studenten die op het nippertje zijn gezakt voor hun havo- of mbo-diploma, toch het eerste jaar van de hbo-opleiding volgen, mits zij in de avonduren in het volwassenenonderwijs alsnog hun diploma halen. De inspectie kan zich niet vinden in deze vergelijking. Het traject ‘alvast studeren’ is een beperkt experiment in het kader van de Experimentenwet. Het wordt nauwgezet gevolgd en geëvalueerd door het ministerie van OCW en het is te vroeg om dit als model te hanteren. Ook stelt WIU aan de betreffende studenten niet de eis dat zij op korte termijn alsnog een IELTSscore van 6.0 moeten halen.
17
WIU stelt geen ingangseisen aan de economische of wiskundige kennis van de student; volgens de geldende regeling 3 met betrekking tot nadere vooropleidingseisen is de instelling daartoe ook niet verplicht. Wel heeft de instelling de vrijheid indien gewenst nadere vooropleidingseisen te stellen, en het WIU management overweegt dat in de toekomst inderdaad te gaan doen. WIU kent een duidelijke regeling voor het verlenen van vrijstellingen op grond van afwijkende maar gelijkwaardige ingangsdiploma’s of op grond van de 21+-regeling. Ook het verlenen van vrijstellingen voor onderwijsonderdelen is beschreven in deze regeling. Op het punt van vrijstellingen op basis van verwantschap is de regeling minder duidelijk. Volgens de WIU-regeling kan verwantschap leiden tot maximaal 60 EC’s vrijstelling. Niet vermeld wordt voor welke opleidingen dit van toepassing is. De studenten met wie de inspectie heeft gesproken, zeiden geen ervaring te hebben met de uitvoering van het vrijstellingenbeleid: geen van de studenten had vrijstellingen aangevraagd. Ook bij het dossieronderzoek heeft de inspectie geen aanvragen voor vrijstellingen aangetroffen. In 2006 heeft WIU een kwaliteitszorgsysteem in gebruik genomen. De intakeprocedure is één van de expliciete aandachtspunten in dit systeem. Het is nog te vroeg om kunnen beoordelen of de evaluatie van de intakeprocedure tot verbeteringen zal leiden. Conclusie De vooropleidingseisen en de taaleisen die WIU volgens het voorlichtingsmateriaal hanteert, voldoen aan de wettelijke vereisten en aan de afspraken in de gedragscode. De inspectie heeft wel kanttekeningen bij de uitvoering van het beleid op deze punten. Uit de steekproef die de inspectie heeft genomen (zie paragraaf 1.2) blijkt dat de dossiers soms onvolledig zijn waar het de vooropleidingdocumenten (diploma’s, cijferlijsten) betreft. Ook komt het voor dat zonder toelatingsexamen studenten worden toegelaten die niet kunnen aantonen over een vooropleiding te beschikken die toegang geeft tot het hbo. De inspectie stelt vast dat WIU niet over voldoende kennis beschikt om zonder inbreng van externe expertise op het gebied van diplomawaardering de authenticiteit en het niveau van de ingangsdiploma’s te beoordelen voor alle landen waar de instelling studenten werft. Dit betreft met name risicogebieden zoals Zuidoost-Azië. Daarnaast heeft WIU in een aantal gevallen studenten met een IELTS-score lager dan 6.0 toegelaten tot de bachelor. De inspectie beschouwt de inschrijving van studenten met een IELTS niveau lager dan 6.0 als een na-ijleffect uit de periode van vóór de introductie van de gedragscode en is van mening dat deze werkwijze in het vervolg niet meer gebruikt moet worden. Als de toegangseis voor de preparation course (niveau gelijkwaardig aan IELTS 5.0) wordt gehandhaafd, moet het mogelijk zijn de betreffende studenten naar het afgesproken niveau IELTS 6.0 te begeleiden.
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, nr. HO/BL/2007/3152, houdende nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs (Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007). 3
18
WIU kent een vrijstellingsregeling die in het algemeen duidelijk is (met uitzondering van de regeling voor vrijstellingen op basis van verwantschap), maar studenten lijken daar weinig of geen gebruik van te maken. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat zich op het gebied van (de uitvoering van) het vrijstellingenbeleid problemen voordoen. In 2006 is een kwaliteitszorgsysteem in gebruik genomen waarin intake als expliciet aandachtspunt is opgenomen; het is echter nog te vroeg om de effecten daarvan te kunnen beoordelen.
2.4
Kwaliteit van onderwijs en dienstverlening
Bevindingen In 2006 is de kwaliteit van het onderwijs van de internationale opleiding IBA beoordeeld door de NQA in 2006. Op grond van die beoordeling heeft de NVAO een positief accreditatiebesluit genomen. Het visitatierapport van de NQA, de bijbehorende zelfevaluatie door WIU en het besluit van de NVAO vormen een belangrijke basis voor de beoordeling van onderwijs en dienstverlening aan internationale studenten. Deze externe beoordelingen gaven de inspectie geen aanleiding om dieper in te gaan op het beleid en de werking van examens (de examencommissie, examinatoren) en de verlening van graden en getuigschriften. Voor de bacheloropleiding is de informatie over de studie en de onderwijs-en examenregeling (OER) vastgelegd in de IBA Education Guide; voor de preparation course is er een aparte gids. De studenten hebben deze gidsen allemaal in hun bezit. De studiegidsen staan op de website; aanvullende informatie, zoals het jaarrooster, is te vinden via de website of het intranet. Eventuele veranderingen in het rooster worden doorgegeven door het international office. WIU kent een klachtenregeling voor praktische zaken; ook de beroepsmogelijkheden voor klachten over examens en beoordelingen zijn te vinden in de studiegids. De inspectie heeft de onderwijs- en examenregeling bestudeerd en constateert dat de regeling op hoofdlijnen voldoet aan de wettelijke vereisten, met uitzondering van een enkel detail (zoals de vrijstellingenregeling op basis van verwantschap). De studenten zeggen over het algemeen tevreden te zijn met de wijze waarop zij worden geïnformeerd over het onderwijs en over hun studievoortgang. Ook over de begeleiding zijn de meeste studenten tevreden: elke student heeft een tutor. Er is wekelijks contact tussen student en tutor. De meeste studenten vinden dat ze bij docenten en tutor terecht kunnen met problemen en klachten over studie; voor praktische zaken biedt het international office hulp. Sinds 2006 is de kwaliteit van de uitvoering van het onderwijs opgenomen in een kwaliteitszorgsysteem, dat wordt beschreven in het document Quality system. Het is nog te vroeg om de effecten van het kwaliteitszorgsysteem te kunnen beoordelen. Wel heeft het systeem inmiddels de eerste producten opgeleverd: blokevaluaties door studenten en work place assessments (beoordelingen van studenten door begeleiders van stagebedrijven).
Op basis van de gevoerde gesprekken (studenten en management) en de ter beschikking gestelde documenten (waaronder de work place assessments) heeft
19
de inspectie een positieve indruk gekregen van de stages die de WIU-studenten lopen en van de daarbij door WIU en de stagebedrijven geboden begeleiding. Conclusie In 2006 is de IBA positief beoordeeld door de NQA en de NVAO. Hun rapportages gaven de inspectie geen aanleiding om dieper in te gaan op het beleid en de werking van examens (de examencommissie, examinatoren) en de verlening van graden en getuigschriften. De onderwijs- en examenregeling is op orde en voldoet aan de wettelijke eisen; daarnaast biedt de instelling adequate informatie aan over de studie via de studiegidsen en het inter- en intranet. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat de uitvoering van het onderwijs zou afwijken van het beleid dat in deze documenten wordt gepresenteerd. Studenten zeggen over het algemeen tevreden te zijn met de wijze waarop zij worden geïnformeerd over het onderwijs en hun studievoortgang. De begeleiding is goed geregeld. De evaluatie van de uitvoering van het onderwijs is sinds 2006 opgenomen in een kwaliteitszorgsysteem, maar het is nog te vroeg om de effecten daarvan te kunnen beoordelen. De inspectie heeft een positieve indruk van de stages die WIUstudenten lopen.
20
3
CONCLUSIES
Het beleid van WIU ten aanzien van werving en selectie van buitenlandse studenten voldoet op papier aan de wet- en regelgeving, maar de inspectie heeft kanttekeningen bij de uitvoering van dit beleid. De werving en selectie van studenten uit de regio Zuidoost-Azië behoeft verbetering. Het onderzoek levert indicaties op dat een deel van de studenten die WIU heeft toegelaten niet beschikt over een diploma op havo-niveau of gelijkwaardig. Andere aspecten waar de inspectie zich zorgen over maakt, zijn het relatief hoge aantal studenten dat de instelling verlaat zonder een diploma te hebben behaald en het hoge verzuimpercentage. De genoemde zorgpunten betreffen vooral Pakistaanse studenten. De instelling dient vast te houden aan het minimumniveau van IELTS 6.0 als ingangseis voor toelating tot de bachelor. Het voornemen van het management om in de toekomst ingangseisen aan de economische en wiskundige kennis van de studenten te stellen beschouwt de inspectie als een positieve ontwikkeling; dit is echter voor de IBA geen wettelijke verplichting. De voorlichting aan (aankomende) studenten is in het algemeen duidelijk, waarheidsgetrouw en goed toegankelijk. De instelling behoort in de voorlichting wel duidelijkheid te verschaffen over de status van de Nederlandstalige opleidingen. Ten tijde van het onderzoek (juni 2007) werd op de website ten onrechte gesuggereerd dat de Nederlandstalige opleidingen geaccrediteerd zijn door de NVAO. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs niet onderzocht. De opleiding is onlangs geaccrediteerd en er waren geen aanwijzingen dat zich problemen voordeden. De onderwijs- en examenregeling is op orde en voldoet aan de wettelijke eisen; daarnaast biedt de instelling voldoende informatie aan over de studie via de studiegidsen en het inter- en intranet. De begeleiding is goed geregeld: studenten hebben wekelijks contact met een tutor bij wie zij met vragen of klachten terecht kunnen. Van de stages die WIU-studenten lopen heeft de inspectie een positieve indruk gekregen. In 2006 heeft WIU een kwaliteitszorgsysteem in gebruik genomen, waarmee de kwaliteit van uitvoering van het onderwijs wordt geëvalueerd. Intake is daarin als expliciet aandachtspunt opgenomen, maar voorlichting en werving zijn geen onderdeel van het systeem. Mede daardoor is de kwaliteit van voorlichting en werving niet blijvend gewaarborgd. Het is nog te vroeg om de effecten van het systeem op de kwaliteit van selectie en de uitvoering van het onderwijs te kunnen beoordelen.
21
22
BIJLAGE
I
ONDERZOEK BUITENLANDSE STUDENTEN IN NEDERLAND: BEOORDELINGSCRITERIA Voorlichting en werving • •
Onderzocht wordt of het geschetste beeld over de opleiding en instelling in overeenstemming is met de realiteit. Dit betreft de opleidingsgegevens, vooropleidingseisen, de Prep-course, praktische en financiële zaken. Onderzocht wordt of de instelling voldoende controle heeft op de werving van studenten. Dit betreft de organisatie van de werving en de eventuele betrokkenheid van wervingsbureau`s (taakafspraken, overeenkomsten, controle)
Instroomprocedure en aansluiting bij de start van de opleiding Onderzocht wordt of de instelling de wet naleeft en zorgvuldig handelt op het punt van vooropleiding(seisen). Dit betreft de formulering van eisen ten aanzien van het ingangsniveau, de deficiënties en het niveau Engels, het beoordelingsproces van (vrijstelling van) deze eisen, de feitelijke beoordeling en de bijbehorende registratie en administratie. Zowel de bacheloropleiding(en), masteropleiding(en) als de Prepcours(es) zijn onderwerp van onderzoek. Onderwijs, examens en dienstverlening •
• •
Onderzocht wordt of de in de WHW vereiste documenten ten behoeve van het onderwijs en de examens aan de wet voldoen. Het betreft de onderwijs- en examenregeling (met aanvullende regelingen), de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de examencommissie en examinatoren en klachten en beroepsmogelijkheden. Onderzocht wordt of de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling (met aanvullende regelingen) voldoende sturend is voor het onderwijs. Onderzocht wordt of de instelling zorgvuldig handelt op het punt van de dienstverlening: komt zij de toezeggingen aan de studenten na? handelt zij conform hetgeen verwacht mag worden op basis van de WHW en de gedragscode ‘Internationale studenten’? Dit kan dienstverlening betreffen op het vlak van onderwijsvoorzieningen, opvang, huisvesting, verzekeringen, verstrekking visum en verblijfsvergunning.
23
24
BIJLAGE
II
BRONNEN WIU: Self Evaluation report 2005-6, 7 June 2006 NQA: Audit report Wittenborg International University of Professional Education, International Bachelor of Business Administration, 8 June 2006 WIU: Appointment and Accreditation, no date WIU: IBA Education Guide 2006 – 2007 WIU: English as a Foreign language – Education Guide IBA preparation year 2006 – 2007, April 2007 WIU: Wittenborg Education Prospectus, November 2006 WIU: Powerpoint Presentation of WIU WIU: Learn and Earn at Wittenborg (information brochure) WIU: Student Information Guide, version update May 2006 WIU: Student Charter, version update May 2006 WIU: Graduation and Examination Board Regulations, Wittenborg 2006 – 2007, version update June 2006 WIU: Quality System, 2006 WIU: New Staff Member handbook, version 5 June 2006 WIU: Lists of current and ex-current students WIU: Transcript of an interview held with ‘problem’ students WIU: Registration and enrolment procedures WIU: Copies of valid agency agreements WIU: Current timetables for the Preparation course and IBA WIU: Some products of the quality system (block evaluations; Work Place Assessments WIU: www.wittenborg.nl (= www.wittenborg.eu)
25
26
BIJLAGE
III
GESPREKSDEELNEMERS EN SAMENSTELLING ONDERZOEKSTEAM Gesprekken met het management van WIU Van de kant van de Wittenborg International University for Professional Education hebben de volgende medewerkers aan (een deel van) de gesprekken deelgenomen: • • • • • • • • •
Dhr. A. Asad, external marketing manager for Asia (alleen het eerste gesprek) Dhr. P. Birdsall, director of international studies Dhr. D. Bos, work placement coordinator (alleen het eerste gesprek) Mevr. T. Dimitrova, education administrator (alleen het eerste gesprek) Dhr. S. Else, education manager 2006, later manager in Rostov Mevr. M. Feng, marketing Dhr. H. Maatjes, quality manager Mevr. K. Penninga, office manager and stand-in chair of the examination board (vervangt dhr. P. Waite wegens ernstige, langdurige ziekte) Dhr. D. Wolterink, director
Gesprek met studenten Aan het gesprek van de inspectie met studenten hebben elf studenten deelgenomen. Deze groep bestond uit vier Chinese studenten, drie studenten uit Pakistan, twee studenten uit Vietnam, een student uit Nepal en een student uit Rusland 4 . De beide voorbereidingscursussen (S1 en S3) waren elk met twee studenten vertegenwoordigd. Ook uit elk van de drie IBA groepen (FT1, FT2, FT3 + FY) waren twee studenten aanwezig. De studenten uit de voorbereidende jaren en uit IBA FT1 waren sinds enkele maanden in Nederland; de andere IBAstudenten waren al een jaar of langer in Nederland. De student uit Rusland was een paar dagen voor het gesprek in Nederland aangekomen. Samenstelling van het onderzoeksteam • •
Mevr. S. Klaver, onderzoeker hoger onderwijs Mevr. M. Laman, inspecteur hoger onderwijs
De positie van de (ruim tien) Russische studenten die bij WIU onderwijs volgen, is anders dan die van de overige studenten: deze studenten volgen in het kader van de samenwerking tussen WIU en het Institute of Management, Business & Law in Rostovon-Don onderdelen van het onderwijsprogramma dat in Deventer wordt aangeboden en zijn dus te beschouwen als uitwisselingsstudenten.
4
27
28
BIJLAGE IV
ZIENSWIJZE BESTUUR VAN WITTENBORG INTERNATIONAL UNIVERSITY (op het concepteindrapport van het inspectieonderzoek)
In artikel 20, lid 4 van de Wet op het onderwijstoezicht staat dat, indien geen overeenstemming is bereikt over door het bestuur van de instelling gewenste wijzigingen, de zienswijze van het bestuur in een bijlage bij het inspectierapport wordt opgenomen. De visie van het instellingsbestuur is verwoord in een reactie d.d.12 september 2007 van de instelling op het conceptrapport van de inspectie. In deze bijlage is samengevat welke delen uit deze reactie op het conceptrapport overgenomen zijn in het eindrapport en met een korte onderbouwing welke delen uit deze reactie niet overgenomen zijn.
1. Context van de WIU In haar (Engelstalige) brief geeft de WIU onder de kopjes ‘Background’, ‘History’, ‘Accreditation’ en ‘Management Merger’ een uitgebreide toelichting op de historie van de Nederlandse Hogeschool Wittenborg en de Wittenborg International University. Zij beschrijft de achtergronden van de opleidingen,de accreditatieprocessen, de besturenfusie tussen beide instellingen en de hieraan gekoppelde contacten met overheidsorganen. Op basis van deze toelichting heeft de inspectie het volgende in haar rapport aangepast: paragraaf over context in het hoofdstuk ‘Samenvatting en conclusies’ uitgebreid met meer achtergrondinformatie; alinea over opleidingen WNL losgemaakt van eerste; passage toegevoegd over mislukken accreditatie (zie ook 2) en daardoor vervroegde overname. De inspectie heeft op basis van deze toelichting op de historie verder geen aanpassingen doorgevoerd. Deze toelichting betreft een meer uitgebreide weergave van de context van Wittenborg (onderdelen WNL en WIU), maar er zijn door de instelling geen feitelijke onjuistheden in de concepttekst aangegeven. 2. Website De volgende delen van de reactie van de WIU zijn overgenomen. De WIU geeft in haar brief aan dat de misleidende vermelding “Wittenborg’s HBO programma is NVAO geacrediteerd” van de website is verwijderd. In het hoofdstuk ‘Samenvatting en conclusies’ en in paragraaf 2.1 (op twee plaatsen) opgenomen dat de betreffende tekortkoming is weggewerkt. De WIU merkt op dat van de instelling niet verwacht kan worden dat zij expliciet vermeldt dat de Nederlandse opleidingen in een herstelperiode zitten. De inspectie heeft de betreffende pasages uit paragraaf 2.1 verwijderd.
3. Bevindingen met betrekking tot de hogeschool Wittenborg Het volgende deel van de reactie van de WIU is niet door de inspectie overgenomen: de instelling stelt dat de bevindingen die betrekking hebben op de WNL geen relevantie hebben voor de onderzoeksvragen van de inspectie. De inspectie had in dit geval twee redenen om op bepaalde facetten de situatie rond WNL desondanks aan de orde te stellen:
29
1. als de inspectie bij een onderzoek met een bepaald thema zaken tegenkomt die niet direct gerelateerd zijn aan de onderzoeksvragen, maar die wel correctie behoefden (bijvoorbeeld onjuiste / onvolledige informatie op de website) is de inspectie gehouden hier melding van te maken; 2. de inspectie heeft gedurende het eerste half jaar van 2007 klachten van Nederlandse studenten ontvangen over administratieve chaos en onduidelijkheid bij WNL.
4. Wittenborg International University 4.1 Werving De WIU betreurt dat de inspectie twijfels heeft bij de uitvoering van de wervingsprocedure en voorlichting door de WIU. Zij vindt dat deze procedures weliswaar niet foutloos zijn en zij neemt zich voor gesignaleerde tekortkomingen te verbeteren, maar zij vindt dat zij zeer zorgvuldig handelt in vergelijking met andere (bekostigde) hogescholen. Verder hoopt zij dat het stoppen van de overheidsbekostiging voor studenten van buiten de EU zal leiden tot het verdwijnen van de oneerlijke concurrentie tussen aangewezen en bekostigd hoger onderwijs. Deze stellingname van de WIU heeft niet geleid tot aanpassingen van het inspectierapport. Er zijn geen feitelijke onjuistheden geconsteteerd, en de conclusie van de inspectie verandert niet door de opmerkingen van de instelling. 4.2 Pakistani students WIU claimt dat het bij de werving in Pakistan zeer zorgvuldig te werk gaat en in de voorlichting geen onjuist beeld schetst. Wat de voorlichting betreft: in het conceptrapport van de inspectie werd al gesteld dat de voorlichting in het algemeen correct en waarheidsgetrouw was, maar de gehanteerde formulering was kennelijk onvoldoende duidelijk. Daarom is de volgende passage toegevoegd in paragraaf 2.1: ‘Hiermee constateert de inspectie dat het ondanks waarheidsgetrouwe voorlichting erg lastig blijft bij potentiële studenten in het buitenland een realistisch beeld op te roepen; deze constatering impliceert niet dat het voorlichtingsmateriaal van WIU moet worden aangepast. Het is de inspectie duidelijk dat sommige studenten zich vooraf onvoldoende verdiepen in het voorlichtingsmateriaal, of achteraf andere redenen hebben om te stellen dat ze niet wisten aan wat voor instelling ze zich hadden ingeschreven.’ 4.3 Dossiers Pakistaanse studenten In haar reactie stelt WIU dat de inspectie in slechts twee gevallen geen diploma van Pakistaanse studenten in hun dossier aantrof en dat bovendien de betreffende diploma’s kort daarop door de Pakistaanse agent van Wittenborg alsnog werden aangeleverd. De inspectie tekent hierbij aan dat zij niet meer dan een steekproef van een zestal dossiers van Pakistaanse studenten heeft doorgenomen en dat er binnen die steekproef twee dossiers onvolledig waren. Wel heeft de inspectie naar aanleiding van de opmerking van WIU in paragraaf 2.3 de kwalificatie ‘vaak onvolledig’ in ‘soms onvolledig’ gewijzigd. 4.4 Vierjarige versus driejarige opleiding In haar reactie geeft WIU aan in de volgende versie van de brochure ‘Learn & Earn’ informatie over de vierjatrige variant van de opleiding op te zullen nemen. De inspectie heeft in paragraaf 2.1 op twee plaatsen de volgende zinsnede toegevoegd: ’In haar reactie op het concept van dit rapport heeft de instelling aangekondigd de brochure op dit punt aan te zullen passen.’
30
4.5 Taaleisen Uit de reactie van de WIU blijkt dat de instelling uit het conceptrapport van de inspectie de indruk heeft gekregen dat WIU studenten die na aankomst in Nederland het Engels niet op het vereiste niveau beheersten, had moeten (laten) uitzetten. De inspectie pleit echter niet voor gedwongen uitzetting van studenten en een actieve rol van de instelling hierbij, maar voor betere uitvoering van de toelating. In het gesprek met het management heeft de inspectie de term gedwongen uitzetting niet gebruikt. De betreffende passage is daarom als volgt aangepast: ‘Het management stelt dat het alternatief is dat de student moet worden teruggestuurd naar het land van herkomst, en daarin ziet WIU geen rol voor zichzelf als onderwijsinstelling.’ 4.6 Nadere vooropleidingseisen De opmerkingen over nadere vooropleidingseisen (economie) in het conceptrapport van de inspectie heeft bij de WIU tot het misverstand geleid dat de inspectie de instelling zou willen verplichten van studenten te eisen dat zij economie in hun pakket hebben. Dat is niet het geval. Om verdere misverstanden te voorkomen, zijn de betreffende opmerkingen geschrapt.
31