Platform for International Education
Position Paper Platform for International Education PIE Bestuur Finale versie november 2014
1.
Inleiding
PIE is 10 jaar geleden opgezet als verband van en belangenbehartiger voor partijen in het Nederlandse kennisveld die actief zijn in ontwikkelingssamenwerking op het gebied van hoger onderwijs, en meer algemeen op het gebied van kennis, opleidingen en onderzoek. Die partijen omvatten traditioneel de universiteiten, de (voormalige) Internationale Onderwijsinstellingen en een aantal HBO instellingen; in de loop der tijd zijn andere organisaties actief op dit terrein daar ook deel van uit gaan maken. Aanvankelijk (en in niet onbelangrijke mate tot op de dag van vandaag) ging het daarbij vooral om het behartigen van de belangen van deze partijen in de uitvoering van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s op het terrein van hoger onderwijs, en dat met name in de programma’s NPT en NFP en later NICHE en NFP. Omdat deze programma’s door de Nuffic worden beheerd was de Nuffic van meet af aan een belangrijke gesprekspartner voor PIE. Andere programma’s van de Nederlandse overheid, zoals op het terrein van onderzoek, de bilaterale programma’s, meer sectoraal georiënteerde programma’s hebben minder aandacht gekregen van PIE. Hetzelfde geldt voor niet-Nederlandse programma’s, zoals bijvoorbeeld programma’s van de EU, van VN organisaties, de ontwikkelingsbanken en –fondsen en andere multilaterale organisaties. Het lijkt na 10 jaar, mede gezien een snel veranderende context, een goed moment om de balans op te maken. Is de focus van PIE op de facto een klein aantal Nederlandse programma’s voor ontwikkelingssamenwerking nog de juiste? Welke uitdagingen liggen er voor PIE in het verschiet? In deze notitie proberen we voor PIE een nieuwe koers te bepalen.
2.
Context
Een groot aantal ontwikkelingen veranderen zowel het landschap van internationale en ontwikkelingssamenwerking als die van het hoger onderwijs in hoog tempo.
1
In internationale verhoudingen en samenwerking: De sterke groei van bepaalde landen/regio’s, zoals de BRICS en ZO Azië, en een achterblijvende groei/ verslechtering in conflictlanden en -gebieden leidt tot een multipolaire wereld met grote(re) ongelijkheden. Wereldwijd is er een sterke groei van een koopkrachtige vraag naar velerlei producten, waaronder kennis en hoger onderwijs. Communicatietechnologie maakt directe communicatie wereldwijd ‘any time any place’ mogelijk In ontwikkelingssamenwerking: Afnemend draagvlak voor de 'traditionele’ (van overheidswege (mede)gefinancierde) ontwikkelingssamenwerking Een verschuiving binnen ontwikkelingssamenwerking naar ‘meest urgente’ zaken, zoals noodhulp, mogelijk ten koste van de meer langdurige samenwerking, waartoe die in (hoger) onderwijs behoort. Een bescheidener budget voor ontwikkelingssamenwerking. Meer oog voor het Nederlands belang en voor samenwerking met de particuliere sector. Scherpere keuzes qua partnerlanden en sectoren door de Nederlandse overheid en andere financiers perkt de mogelijkheden voor Nederlandse instellingen om projecten in ontwikkelingssamenwerking uit te voeren drastisch in. In hoger onderwijs in Nederland: De concurrentie tussen hoger onderwijsinstellingen zowel binnen Nederland als internationaal wordt sterker. Een versnelde ontwikkeling van de internationaliseringagenda van onderwijsinstellingen in Nederland. Toenemende nadruk op werving van internationale studenten, en alles wat daarmee samenhangt zoals profilering, accreditaties, kwaliteitszorg, rankings, ‘make it in the Netherlands’, enz. Het in toenemende mate zoeken naar goede min of meer vaste internationale partners, ook buiten Europa, voor de ontwikkeling van double and joint degree programma’s en gezamenlijk onderzoek. De opkomst van digitaal onderwijs wat wereldwijd belangrijke implicaties gaat hebben. Samenwerking gericht op capaciteitsopbouw vindt minder steun binnen Nederlandse HO instellingen. In het globale hoger onderwijs: Explosie van de vraag naar hoger onderwijs in vooral de opkomende landen, voor een significant deel is dat bovendien een kapitaalkrachtige vraag. De noodzaak tot een snelle uitbreiding van onderwijscapaciteit in opkomende landen, waarbij veelal ondersteuning van c.q. samenwerking met meer ontwikkelde instellingen gevraagd wordt. Een snelle groei van onderwijsbudgetten in opkomende landen. Een snelle groei van beursmogelijkheden voor studenten uit opkomende landen, veelal gefinancierd door deze landen zelf. Afrika lijkt toe aan een inhaalbeweging en zal een grote vraag naar hoger onderwijs ontwikkelen. Wereldwijd een toenemend aantal studenten dat in het buitenland een academische graad wil halen, ook omdat zij graag een internationale ervaring opdoen voor het betreden van de arbeidsmarkt. Nieuwe globale spelers in het hoger onderwijs, bijvoorbeeld Aziatische landen trekken steeds meer Afrikaanse studenten aan. Een noodzaak voor hoger onderwijs strategieën voor armste landen en landen in conflictsituaties Het gevolg voor internationale samenwerking in hoger onderwijs en onderzoek is: Een groot en groeiend potentieel voor wereldwijde samenwerking in kennis en in hoger onderwijs. Kennissamenwerking zal steeds minder gefinancierd worden door onze eigen overheid via OS kanalen, en in toenemende mate betaald door afnemers (overheden in partnerlanden met al dan niet internationaal geleend geld; door instellingen zelf; door studenten, met eigen middelen of met beurzen). Steeds meer spelers, waar onder steeds meer ‘niet-traditionele’ spelers zoals private aanbieders, bedrijven, consortia (ook van publiek-private samenstelling). Tegelijkertijd worden de internationale verhoudingen competitiever, wat noopt tot een bedrijfsmatiger aanpak betreffende het ontwikkelen van activiteiten.
2
3.
De positionering van PIE
Binnen deze context en ontwikkelingen stellen wij de positionering van het PIE als volgt voor: PIE is binnen het Nederlandse kennislandschap de enige vereniging die zich sterk maakt voor samenwerking van haar leden met partners buiten Europa in het belang van wereldwijde (kennis)ontwikkeling. PIE is een vereniging van partijen in Nederland die op dit gebied actief zijn, variërend van kennisinstellingen tot bedrijven. PIE bevordert en ondersteunt samenwerking van Nederlandse instellingen met partnerinstellingen buiten Europa op het terrein van kennis (post secundair onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, innovatie door kennis, kennisvalorisatie). Dergelijke samenwerking bevordert de ontwikkeling van deze partnerinstellingen en van de landen waar deze instellingen zich bevinden. Zij versterkt tegelijkertijd de kennis en kennisontwikkeling binnen de Nederlandse instellingen (inclusief, waar toepasselijk, van hun studenten) en draagt zo bij tot een beter begrip in Nederland van de mondiale ontwikkelingsproblematiek. Tevens draagt zij bij tot een herkenbaar Nederlands aandeel in het mondiaal kennisnetwerk. PIE onderscheidt zich daarbij in het bijzonder door: Het wederzijdse belang van samenwerking te benadrukken, daar waar (te) vaak dat belang (te) eenzijdig wordt geïnterpreteerd. In al haar activiteiten, expliciet dan wel impliciet, een link te (blijven) leggen met de zgn. global development challenges (zoals gereflecteerd in de (post) MDG agenda). PIE bevordert internationale samenwerkingsactiviteiten die, in een globaliseringscontext, maatschappelijke relevantie hebben. PIE vraagt aandacht voor- en draagt ideeën aan om samenwerking met het globale Zuiden effectief te maken en efficiënt te organiseren. Hiervoor onderhoudt PIE nauwe contacten met o.a. overheden, de politiek, intermediaire organisaties en koepels van hoger onderwijsinstellingen.
4.
Beleidsuitgangspunten
De bovenbeschreven positionering leidt tot een aantal beleidsuitgangspunten dat PIE namens en samen met haar leden nastreeft en uitdraagt: Samenwerking met partnerinstellingen in het globale Zuiden is een onmisbaar onderdeel van internationalisering in het algemeen en van internationalisering in het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in het bijzonder. Overigens zijn ook andere vormen van tertiair onderwijs zoals middelbaar beroepsonderwijs en informeel onderwijs voor PIE relevant. Samenwerking met partnerinstellingen in het globale Zuiden is een noodzaak voor het oplossen van internationale/globale vraagstukken. Globale vraagstukken, waaronder armoedebestrijding, vermindering van ongelijkheid en het streven naar een duurzame inclusieve wereldsamenleving, zijn en blijven belangrijke ankerpunten voor de activiteiten van PIE. Samenwerking met partners in het globale Zuiden is van groot belang voor de positionering van Nederland wereldwijd als kennisland. PIE steunt waar relevant samenwerking tussen de publieke en private sector en de overheid. De versterking van de relatie tussen hoger onderwijs en de arbeidsmarkt is cruciaal in ontwikkeling. Versterking van de positie van vrouwen in en via het hoger onderwijs vormt een rode draad in alle activiteiten van het PIE Het behoud van solide (overheids)bekostiging voor samenwerking met hoger onderwijsinstellingen in het globale Zuiden is noodzakelijk om de bovenstaande belangen te dienen. Strategische belangen van Nederlandse kennisinstellingen moeten medebepalend zijn in het ontwerp van nieuwe programma´s van capaciteitsversterking. Subsidieprogramma´s dienen zodanig vormgegeven te worden dat duurzame vormen van samenwerking worden bevorderd. Er dient voortdurend gezocht te worden naar nieuwe, betere, aan een veranderende context aangepaste modaliteiten om samenwerking met het globale Zuiden te bewerkstelligen. Nederland is erbij gebaat om de samenwerking op het gebied van hoger onderwijs met het globale Zuiden breed te houden, zowel thematisch als geografisch.
3
5.
Functioneren van PIE
De vereniging PIE als belangenvereniging van haar leden kan schematisch als volgt worden voorgesteld:
Bron: Professioneel verenigingsmanagement 2002
1
1
Tack, P. en Beusmans P. (red.) (2002). Professioneel verenigingsmanagement: theorie en praktijk voor besturen en directeuren van branche- en beroepsverenigingen. Amsterdam: VU Uitgeverij
4
Volgens bovenstaand model ontplooit PIE activiteiten op drie terreinen: belangenbehartiging van de leden, het ‘ordenen van de branche’ en het faciliteren van de leden. In onderstaand schema worden deze activiteiten indicatief geconcretiseerd en toegelicht: Belangenbehartiging Beleidsbeïnvloeding en belangenbehartiging bij de overheid op het terrein van hoger onderwijs en internationale samenwerking (bijvoorbeeld op het gebied van op dit terrein relevante programma’s zoals NFP en NICHE)
Beleidsbeïnvloeding bij koepels van hoger onderwijs (VSNU, VH)
Als Expertisegroep input leveren aan de vormgeving, optimalisatie of evaluatie van oude, bestaande of nieuwe (OS) programma´s. Input in de praktische uitwerking van beleid van de overheid, vooral via de Nuffic Het Ordenen van de Branche (Her)Definiëren van ontwikkelingssamenwerking in kennis in relatie tot internationalisering en algemeen beleid in hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Positioneren van PIE en haar leden in het Nederlandse hoger onderwijs landschap en in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingssector Kennisplatforms ontwikkelingssamenwerking zoals ingesteld door het Ministerie BuZa/DGIS Rol private sector in relatie tot activiteiten van de PIE leden
Voorbeelden van activiteiten Formeel overleg PIE bestuur – Ministerie van Buitenlandse Zaken (DGIS/DSO) Informeel overleg en contactennetwerk Overleg zoeken met en zo nodig druk uitoefenen op overheid en Nuffic als er zich belangrijke problemen voordoen, bv mbt NFP beurzen of in het NICHE programma Bijdrage geleverd aan de input vanuit het HO veld in de Visiebrief Internationalisering van de Minister van OCenW Input geven voor bestuurlijk overleg over onderwerpen die voor de leden van belang zijn, zoals bv. de hoogte van beurzen voor studenten uit ontwikkelingslanden, zgn. mobstacles, e.d. PIE (bestuurs)leden worden frequent geraadpleegd vanwege hun kennis en ervaring met internationale samenwerking op het terrein van kennis en hoger onderwijs Formeel overleg PIE bestuur – Nuffic Vertegenwoordiging in Nuffic klankbordgroepen
Dit Position paper en andere beleidsdocumenten
Relaties onderhouden met relevante netwerkorganisaties (Partos, DHENIM, NESO’s, enz.) PIE leden informeren over en relateren aan kennisplatforms Groeiende betekenis van de private sector binnen het hoger onderwijs, binnen ontwikkelingssamenwerking en ook binnen PIE accommoderen, bijvoorbeeld via seminars waarin de rol van de private sector een belangrijk onderwerp is
Leden faciliteren Informatievoorziening over ontwikkelingen in hoger onderwijs en internationale samenwerking
Interactieve Seminars rond specifieke thema’s, zowel om deze onderwerpen uit te diepen als om leden in de gelegenheid te stellen ervaringen te delen Netwerkbijeenkomsten over actuele thema’s en tevens om onderling netwerken tussen de leden te bevorderen
Informatie over programma’s van de Nederlandse overheid en andere spelers (Europese en andere multilaterale financieringsprogramma's) in mailings, via de website PIE, via een PIE Newsletter, enz. Seminars met onderwerpen zoals: Erasmus+ en Horizon 2020, Zakendoen in het Zuiden, e-learning, bekostiging van internationale samenwerking Vaak gekoppeld aan een seminar of aan een Algemene Leden Vergadering zoals bv. een bijeenkomst over Erasmus+
5