mm
m^mm^^mm
NeiSS
■
■
■
.
^
.
-
.
■ NIEUWSTE
Vervolg,1His Master's Voice" Dansmuziek è £ 2.35
„HIS MASTER S s=-VOICE"-s=
3ack Hyltoh's Dazz Band
Qramophoneopnamen volgens de laatste gepatenteerde uitvinding van de
Gramophone Comp.Ltd. Dansmuziek (Fox Trots) Gespeeld door de SAVOY ORPHEANS van het Savoy Hotel te Londen op dubbelzijdige
Voor den i^uziekkenner zijn de vorderingen op Gramophone gebied van de grootste waarde I DE NIEUWSTE GELUIDSTECHNIEK wordt uitsluitend toegepast op de
„Hls Master's Voice" „His Master's Voice" Gramophone platen a en de „His Master's Voice" Plaat IF 2.3S 25 cM. doorsnede, bruin etiket B5057 Chinky Butterfly I don 't believe it but say it again 5062 Dreaming of a Castle in the Air Tamiami Trail 5075 After I sai T'm sorry Let's talk about my sweetie 5079 Let's grow old together Here comes Malinda 5052 My Irish home sweet home. Wals Parfumes of the Past. Wals 5029 Oh! Lady be good Hang on to me 5030 So am I Fascinating Rhytm 5028 I never knew Susie was a real wild child 5027 Picador. One Step Masculine, Women and Feminine men 5024 I'm knee deep in daisies Miami 5036 I've got those wanna go home Mysterious Eyes • 5031 Just drifting I wonder. Wals 5022 Ninette Ninon. Wals Speak. Wals
Dit door een ieder begeerde merk is het GROOTSTE ideaal door natuurgetrouwe weergave, hoogst betrouwbare kwaliteit en aüerfijnste afwerking. Geschikt. voor alle klimaten en bekend als het eenige
Tvoisen ara sivu na^nt Alle groote artisten verleenen steeds hunne medewerking aan de GRAMOPHONE COMP. Ltd. om het merk
3 5044 Behind the Clouds Just a cottage small f054 Valentine. One Step So does your old mandarin iJ5S Oh Miss Hannah Pretty little baby 5056 When it's June down there Rose of Samarkand 5041 Fleurs d'Amour Nothing else to do 5040 When you see that aunt of mine Thanks for the buggy ride 5019 Ukulele Baby Surabaya maid 2250 I'm sitting on top of the world Too Too
Paul Whiteman's Wereld Dans Orkest B 5038 Hymn to the Sun Lo-nah 5039 Sweet child I never knew how wonderful you were! 5037 Charlestonette Deep elm 5064 Georgiana There's a boatman on the Volga 5065 No more Worryin Bell Hoppin's Blues
Rio Grande Tango Band De beste Tango-muziek der Wereld! 5032 5049 5077 5026
steeds te houden op het reeds aangenomen standpunt der volmaaktheid en der hoogste kunstwaarde!
Milonguita El Dormilon Confession Spaventa Villa Rosa (Pas Double) Rosita ,, „ Sevillia Vito ENZ. ENZ.
Steeds het nieuwste I Steeds het bestel
Weet o, dat de beoordeeling van onze „HIS MASTER'S VOICE" gramophones en platen van de Grootste Meesters unaniem zijn? Komt inzage nemen van de attesten van Puccini, Mascagni, Reyer, Elgar, Massenet, enz. — Zij beschouwen „HIS MASTER'S VOICE" als het beste!
Te 's Gravenhage alleen verkrijgbaar bij:
WILLEM SPRENGER Hoofdmagazijn: Passage 46 - Tel. 13778 Filialen: Laan van Meerdervoort 60a en Laan v. Meerdervoort 453 (winkelgalerij) Zendingen boven f 25.- franco door geheel Nederland
■
■•■
■
>'■• •■■■■
■,-,.
r
r..
~n mf m>
i«--.» - m.' . '*m
x^. ».,*
HftV \ -* l w f^^ 'laam.' ...l:'-' \\ 11 4,
m *■■ 1ï fis*"- AM IL-B*W
mL J^M$m ilJm m w «4 -^mw* ■
uy
ï
j
t
mtï' 4
WV/EEK TOT WEEK
..-? ■
^ éLVVK
lil
^
■%.
Kr -v Jt.™
■■'ÉÉ-
V1 f:
\
3. A. Stolk
Een onzer lezers in Indië, stuurt ons uitS oerabaja boven staande foto van den heer J. A. Stot k,in ndië een bekene dilettant cabareuanqer. Deze foto we rd in Garoet gemaak:. ■A'aar de heer Stoik tijdens de races met groot succes on'nd
VAN OVEPAL De ucUo-wiust van Je Mcuo-Cunirt MIMeyer combinatie over 12 weken, eindigend 8 Mei van dit jaar, werd op 1.465.667 dollars berekend, de bruto omzet was 5.807.480 dollars. Betty Balfour, de engelsche filmster, is aan een ernstig ongeval ontkomen. Zij speelde in de film Blinkeyes en moest volgens haar rol door haar partner bijna overreden worden. Deze kon op het laatste oogenblik zijn auto niet tot staan brengen. Gelukkig kon Betty nog bijtijds door de omstanders geholpen worden en kwam zij er met een beenwond af. Das süsse Mädel, de operette van Alex Landenberg en Leo Stein, muziek van Heinxich -Reinhard, wordt thans door de NoaFilm-Gesellschaft, Berlijn, verfilmd. Inde hoofdrollen treden o.a. Paul Heideman, Fien Robertson, Nils Aster en Eugène Bury op. Kant begint steeds meer in de mode te komen. Men verwacht voor najaar en winter een sterke toename in het gebruik van dit zoo magnifieke materiaal. Honden-uitlaatster is een beroep dat in Engeland bij jonge vrouwen zonder werk in zwang komt. Er zijn tal van menschen, die er honden op na houden, maar geen gelegenheid hebben om ze zelf uit te laten. De meisjes komen de honden afhalen en brengen ze na een uurtje weer terug. En dan gaan ze weer om een ander stel. De nieuwe Harry Piel-füm, die de Phoebus A.G. in de wereld brengt, draagt tot titel „Voorzichtig Harry. Oogen open", en als ondertitel „Zes weken onder de apachen". Men kan zich voorstellen hoe de lenige filmster zich in zoo'n gegeven uitleven kan. Wanneer u morgen een chinees tegen komt en hij zegt: ik ben vertegenwoordiger van „Choen-hsi-yin hsi koeng-ssoe", loopt dan niet weg, want d^ man bedoelt daarmee, dat bij de „kino-stage" vertegenwoordigt, waarmee hij zeggen wil, dat hij het pas in Charbin totstand gekomen filmconcern representeert; Deze combinatie wil Ivet Hemelsche rijk en Mandsjoerije ge-
DE DWGEN DIE TERUGKOMEN. M'n vriend Faust, de man die aan zoovele landgenooten, die in Parijs vertoefden, groote diensten heeft bewezen, door hen op attractieve wijze de lichtstad te laten zien, vertelde me onlangs van een intressante bioscoopvoorstelling. 4
*
In een der straten op de Montmartre is een klein theater, waar een heel typisch soort film wordt afgedraaid. Het rijn opnamen, die minstens twintig jaar oud zijn. De eigenaar doet alle moeite om overal, waar ze maar te vinden zijn, oude films op te koopen. Men krijgt op het witte doek te zien wedrennen in Longchamps met dames keurig netjes ingeregen, zooals dat in de dagen voor de „rechte lijn" gebruikelijk was. Een ander nummer is een parade voor den duitschen keizer. Daarop volgde de ontvangst van den czaar en czarina in Parijs. Historische momenten, gebeurtenissen, die door de historie of de veranderde zeden een zoodanig aspect hebben gekregen, dat de toeschouwers, zich voor de vertooning intresseeren alsof zij de meest spannende buitenissigheid van de tegenwoordige filmkunst voorgelegd krijgen. Niemand van het vrij talrijke publiek beschouwde de foto's als ouden kost. Neen, de spanning, de belangstelling, was als bij het herlezen van een bode, dat voor vele jaren interessant gevonden werd en bij de herlezing nog boeit. Dat verhaal van Faust bracht mij aan het mijmeren. Zoeken wij menschen van tegenwoordig niet te veel naar het ontsluieren van wat komen gaat, vermoeien wij onzen geest niet te veel met de vrees voor de toekomst, zouden we niet gelukkiger zijn, indien we rust konden vinden in het verwijlen bij hetgeen voorbij ging. Natuurlijk niet bij alles, doch wel bij datgene wat kan gerekend worden tot de „dingen, die terugkomen".
*
M'n vriend Faust vertelde me nog meer bijzonderheden omtrent Parijs. In de eerste plaats had hij het vol enthousiasme over het nieuwe restaurant, dat hij gaat openen. Oorspronkelijk hebben hij en zijn vrouw, hij is met een fran^aise getrouwd, hun medewerking verleend aan Restaurant du Neuvième Art, dat aan het Hotel de Paris in de Rue Pigalle verbonden was. Zij wisten het te maken tot een aparte eetgelegenheid, een verzamelpunt voor nederlanders, die ter afwisseling van de fransche keuken, ook nog wel eens den „hollandschen pot" wilden proeven. ♦
Deze, met enthousiasme opgerichte onderneming eindigde met een deceptie. De heer en' mevrouw' Faust verlieten de Neuviènte Art. , Doch zij namen hun enthousiasme mee. Binnenkort wordt het Restaurant Faust geopend, ook in de Rue Pigalle. Ditmaal is de bouw naar plannen van architect de Zwart geschied.' Werkelijk iets bijzonders.
tlaiaTtz. een der meest nooulaire figuren van het podium in onze cabarets en theaters, die niet alieen een voortreffelijk zanger is met z'n mooie warme siem, maar die misschien noq meer naam neeft lemaakr.aisr^nd-r knarst e teiepa*?:1
ENAIkE/WAT lukkig maken met een serie filmtheaters, welke in doorsnee 1000 plaatsen zullen hebben. Chineezen en russen werken hier samen. Hauptmanns werk „De Wevers" zal ook binnenkort op de film vastgelegd worden en wel door de Friedrich Zelnik-Filmgesellschaft, welke het verfilmingsrecht heeft weten te verkrijgen. Norma Talmadge's nieuwe film is ontleend aan het tooneelstuk The Dove, van Willard Mack. Met Norma treden Judith Anderson en Holbrock Blum op. De officieele gegevens van het Departement of commerce wijzen uit, dat in april van dit jaar rond 6 milboen meter positief film naar het buitenland werden verzonden, dat is bijna i1/* millioen meter meer dan vorig jaar in dezelfde maand. Mile Alexandra Pecher is een van de vaneté-schoonheden in Parijs, die veel succes bij het publiek hebben. Toch geeft zij haar carrière op en... wil zich aan de studie in de rechten wijden. Oorspronkelijk was dit ook haar ambitie, doch uit gebrek aan geld trad zij als danseres op. Nu ze genoeg geld heeft gaat zij weer studeeren! John Galsworthy heeft een nieuw tooneelstuk geschreven, dat Escape getiteld is. Het zal in het Ambassadorst theater worden opgevoerd. Baron de Rothschild heeft 't oude huis van Maitre Labori gekocht, de mooie patriciërswoning met den grooten tuin. Daar wordt 'n theater neergezet, een klein maar exquise theater. De Rothschild is zelf een acteur van talent en een zijner vriendinnen, voor wie dezen schouwburg eigenlijk bestemd is. zal zijn werk ten gehoore brengen.
POETSEXTRACT „GLIM" even goed als het buitenlandsch fabrikaat, maar goedkooper.
■
In de nu achter ons liggende jaren van het „réalisme" in de kunst, hebben we, om ons tot het theater te bepalen, de tooneelspelers zoolang „gewoon", zoolang „nèt echt" zien doen, dat we er op het laatst zeeziek van geworden zijn. Zoekend naar vernieuwing van het tooneel, ontdekten wij toen twee elkaar verwante werelden, welke sinds lang voor ons verloren waren gegaan: de wereld van den clown en de wereld van de marionet. Beiden ontroerden ons weer door het zielig-linksche, het kinderiijk-onbeholpene van hun gebaar. Beiden zijn zoo oud als de wereld zélf is, beiden zullen zoo oud worden als de wereld wordt. Over den clown vertel ik u wellicht later wat. Iets uit de historie van de marionet volgt hier. Reeds bij de oude grieken waren beweegbare poppen algemeen bekend. Socrates vertelt hoe een charlatan ongemeen veel geld verdiende met blokken hout, welke naar menschelijk voorbeeld gesneden waren, te doen bewegen. Ook Herodotus en Aristoteles spreken in hunne werken van menschelijke figuren, welke doormiddel van draden bewogen werden. En dat deze poppen wel degelijk, evenals bij ons, gebruikt werden tot het geven van tooneelvoorstellingen, blijkt uit het verhaal van Athenäus, waarin hij mededeelt hoe de athenen aan de „Neurospasten" — poppenspelers — toestonden, hunne poppen op te laten treden in hetzelfde theater, waarin de klassieke treurspelen van Euripides vertolkt werden, en dat Euriklides en Aischylos uit verontwaardiging daarover de plaats van het schouwspel verlieten. Ook Italië — Rome — kende de marionet vanat de vroegste tijden. Bij het gastmaal van Trimalchio kwam, volgens Petronius, een zilveren geraamte de feestzaal binnenwandelen, waarvan alle ledematen beweegbaar waren. Later, in i 589, beklaagde de beroemde mathematicus en mechanicus Bernardino Baldi, welke het grieksche geschrift van Hero bver automaten in het italiaansch vertaalde, zich er weliswaar over, dat deze figuren in de handen van rondreizende goochelaars, welke niets van de wetten der mechanica afwisten, verlaagd werden tot een kinder-amusement, het neemt niet weg, dat de poppenkasten tot in de aanzienlijkste huizen werden toegelaten, en arm en rijk en jong en oud zich met de vertooningen amuseerden. Meestal "bestond het geheele personeel van zoo'n reizend theater alléén uit den eigenaar. Deze bespeelde zelf de poppen en reciteerde daarbij zijn geïmproviseerde« tekst. Trouwens, deze rondtrekkende établissementen werden met „handpoppen" bediend, poppen waarvan lichamen en armen slap en hol zijn, zoodat men er, als bij een handschoen de hand insteken kan teneinde de poppen te laten bewegen, hetzelfde soort dat ook bij de z.g. oud-hollandsche poppenkast nog gebruikt wordt. De „Fantoccini" daarentegen, welke in vaste onroerende theaters werden vertoond, bewoog men volgens de marionettenmethode aan draadjes en touwtjes. Daarin had men reeds zéér vroeg een enorme technische vaardigheid bereikt. Zoo iag de franschman Jal in 1634 te Milaan een spectacle „De belegering van Temes Vär", waarbij vooral het ballet zéér bijzonder was. De danseressen maak-
■■■■■
•-
.
■■■
BROKSTUKKEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE „MARIONET"
WA3ANG GOLÈK
ten de ongeloofelijkste passen en sprongen, en als zoo'n houten juffer haar taak zoodanig vervuld had, dat zij door het publiek werd teruggeroepen, dankte zij daarvoor zóó sierlijk, legde zij zóó geroerd de hand op haar boezem, dat menig menschelijk tooneelkunstenaar er een lesje aan kon nemen. Het répertoire bestond aanvankelijk uit pantomimes en balletten; in den loop der jaren werd het uitgebreid met navolgingen van de „Comedia dell'arte", totdat tenslotte de grootste opera's van Rossim en anderen er plaats op vonden. De beroemde italiaansche mechanicus Giovanni Torriani was het, welke onder Karel de Vijfde in Spanje het poppenspel tot de hoogst-denkbare volkomenheid opvoerde. Hoe oud het poppenspel in Spanje was, blijkt uit het bekende hoofdstuk uit „Don Quichotte", dat onlangs bewerkt werd voor Manuel de Falla's marionet en opera „El retablo de Massa Pedro", dezen winter onder Mengelberg's leiding te Amsterdam vertoond. Doch heden ten dage zijn het in Spanje nog steeds als in Cervantes' tijd blinde zangers, welke met de poppenkasten rondreizen. Een knaap vertoont de poppen, en de „baas" zelf zingt en spreekt den verklärenden tekst. Ze geven dan moorschspaansche romances, ontleent aan ridderromans, aan den bijbel of aan de „Legenda Aurea", (het boek der heiligenlegenden). Wel hebben zij óók hun Jan Klaassen, Don Christival Pulichinela, wèl vertoonen ze zelfs stierengevechten met hunne poppen, doch de iberische volkssmaak vindt toch het meeste bevrediging in de meer ernstige spelen. Aan Frankrijk dankt de marionet haar naam. „Marianette" is het verkleinwoord van „Marion" — Marietje — de vertrouwelijke benaming der Mariabeeldjes, welke men ook nu nog in katholieke landstreken langs de wegen aantreft. In oorsprong gebruikte men de poppen bij de opvoeringen van kerkelijke mysteriespelen. Dit gebruik was in eere vanaf de middeleeuwen, totdat in 1647 Lodewijk XIV er een einde aan maakte. De beroemdste fransche marionetten-
De arm van een javaansche marionet
speler was Jean Brioche, welke zijn bedrijf uitoefende bij den Pont Neuf te Parijs. Deze man was zóó populair, dat toen in het jaar 1670 een verbod wegens onzedelijkheid tegen de poppenspelen werd uitgevaardigd, niemand dit verbod durfde handhaven, uit vrees van zich de ongenade der Parijzenaars op den hals te halen. Na zijn dood werd hij opgevolgd door zijn zoon Francois, doch hoewel deze zijn vader in vele opzichten overtrof, kon hij niet voorkomen, dat hij door de met steeds volmaakter middelen werkende concurrenten uit de gunst van het publiek verdrongen werd. Ook in Engeland diende de marionet aanvankelijk voor de opvoering van mysteriespelen en moraliteiten. Doch ook däär werd het repertoire steeds profaner, en in de dagen van Shakespeare heeft een handig poppenspeler — Lanthom Leatherhead — zelfs een vermogen ver'diend met de opvoering van een actueel fctuk dat een beruchte samenzwering uit die dagen in beeld bracht. Door alle eeuwen heen was het poppenspel er populair. Wereldbekend is b.v. de figuur van „Punch", den engelschen harlekijn. De engelsche marionetten, welke heden ten dage nog voor variété- en music-hall-doeleinden door goochel-apparatenfabrieken worden vervaardigd, doen, behalve in gebrek aan pretentie, in geen enkel opzicht onder voor vele hooggebenedijde „Künstler marionetten". Duitschland kent de marionet sinds de 10e eeuw, toen reizende jongleurs er ridderavonturen mee vertoonden. Tijdens den dertigjarigen oorlog was het land door poppentheaters letterlijk overstroomd, terwijl na het sluiten van den vrede nog een ware invasie van buitenlandsche spelen volgde. Als algemeen bekend mag worden verondersteld, dat het de — door Paul Brann in Nederland vertoonde — zoogenaamde „Oer-Faust", het klassieke kasstuk van alle Duitsche marionettentheaters was, welke Goethe vanaf het poppentooneel inspireerde tot zijn onsterfelijk meesterwerk „Fausf'? In Holland is de poppenkast — met handpoppen bespeeld — altijd het volksvermaak bij uitnemendheid geweest. Onafscheidelijk met haar verbonden is denaam van Jan Klaassen, volgens een nimmer bewezen overlevering, een weggejaagde trompetter van Prins Willem III, welke poppenkastvertooner werd, en naar wien later de clowneske hoofdfiguur genoemd werd. Hoewel de belangstelling voor de poppenkast in Holland nog best floreert — kijk maar eens op den Dam in Amsterdam I — is hier de laatste jaren, nk het bezoek van Paul Brann's „Münchener marionettentheater" in 1920 ook de marionet zijn deel van de attentie voor zich komen opeischen, en zijn verscheidene theaters en marionettenclubs opgericht. Voortreffelijke moderne marionetten zag ik van Harry van Tussenbroek en van Pieter van Gelder. Ik weet echter niet of het — afgezien van een experiment in bebesloten kring — daarmee reeds tot een uitvoering gekomen is. Wat ik echter wèl weet, en wat ook u uit het bovenstoande gebleken zal zijn, is, dat de marionet op een rijk, veelbewogen leven terug kan zienl ALEX DE HAAS-
I
ST KREKEUUE
John Pcerybinglc, do kruitr, /d! in het huwelijk treden met L»ot Marley en te zelfder tijd verlooft Edward Glummer zich met May Fielding. Dit is 'n bittere pil voor Josiah Teckleton en hij zendt dan ook een boodschap naar het lieve meisje dat hij haar direct wil spreken. Hij verklaart haar zijn liefde, maar tegelijkertijd komt Edward binnen en slaat Teckleton neer, waardoor hij gedwongen is naar Amerika te vluchten. John en Dot trouwen en na een jaar doet een zoontje zijn intrede in het huis; het krekeltje dat de eerste dagen van hun huwelijk in huis sloop, sjilpt nog bij den haard, wat volgens oud bijgeloof geluk brengt. May wordt gedwongen zich met den ouden Teckleton te verloven, omdat haar vader bij dezen diep in de schuld zit, een harde slag voor Edward's blinde zuster, die Teckleton innig liefheeft. Op zekeren dag vindt Peerybingle een ouden man met grijs haar en een langen baard aan den kant van den weg en vraagt hem of hij mee wil rijden. Hij komt met John mee naar huis en blijft daar voorloopig. Teckleton waarschuwt John na eenigen tijd, „zie maar eens door het venster", zegt hij en John ontdekt dat de oude man zijn pruik heeft afgezet en blonde krullen heeft. Zijn jaloezie wordt aangewakkerd, het krekeitje zingt niet meer Op een avond zendt John dan Dot naar bed en begeeft zich naar de kamer van den gast. Juist als hij daar binnen wil gaan, hoort hij zijn vrouw in haar slaap diens naam roepen, hij werpt zijn geweer weg en rent het huis uit. Dienzelfden nacht ontwaakt Bertha, het blinde meisje; zij gaat uit bed en heeft het ongeluk te strui kelen en te vallen. De lantaarn welke zij in de hand houdt, breekt en veroorzaakt brand. John Peerybingle bemerkt dit buiten, snelt het huis binnen en redt Bertha en haar vader. Hij neemt hen mee naar zijn woning en daar blijkt dat de oude man met de pruik niemand anders is dan Edward, die destijds naar Amerika vluchtte. Hij had iliamanten gevonden in Brazilië on is een rijk man geworden. 11 il had zijn identiteit verborgen
gehouden, behalve voor hoi, omdat hij een plan had. Als do huwelijksplechtigheid van Teckleton en May op het punt staat te beginnen, verschijnt hij plotseling. Teckleton is woedend, maar May zeer verheugd De bruidegoms worden verwisseld en te midden d«r feestelijkheden wordt 'n groote taart binnengedragen met de complimenten van Teckleton, die tot inzicht is gekomen, dat hij torh waarlijk te oud is voor de jonge May. Het W. B. Theater te Rotterdam vertoont dit zeer gezochte werk, dat door de Hapfilm Ie Den. Haag in ons land is gobra' 1"
——^—^^-i^—™
Bob Mackson was altijd een toet kind geweest. Een brave jongen. Zijn eenige ondeugd was de buitengewone genegenheid, welke hij voor Liesje Banning toonde, welke genegenheid zich het krachtigste manifesteerde, toen een andere jongen Liesje een zoen wou geven. Bob vloog op hem. af, sloeg hem een blauw oog, werd gestraft en door iedereen een „ondeugende" jongen genoemd. Terwijl Bob zich sterk miskend voelde. Liesje, met d'r aangeboren instinct voelde, dat hier de man stond, die eens haar slaaf zou worden. En zij besloot, hem haar slaaf te doen zijn. Bob kreeg niet eens 'n zoen. Hij was geen zoenerige jongen. Neen, de trouwe, brave, standvastige minnaar. Bob was toen veertien, Liesje elf. »
*
Bob ging naar kostschool, Liesje naar het pensionaat. Bob ging daarna naar de universiteit. Liesje naar het buitenland. Bob droeg al dezen tijd in zijn linkerboven vestzak (dicht bij z'n hart, dacht die brave sentimenteele kerel) een por tretje'van Liesje. Liesje dacht heelemaal niet aan Bob, herinnerde zich bijkans hiet meer, dat hij bestond. Alleen gedurende de vacan ties kwam hij weer in haar gedachten terug en apprecieerde zij z'n stille adoratie. Bob was 22 jaar en Liesje negentien, toen hij haar voor het eerst ten huwelijk vroeg. Liesje gaf hem een blauwtje. Ze vond, dat ze nog met genoeg pleizier in haar leven had gehad, maar dat noemde re niet als de oorzaak van haar weigering. Bob, ik kan geen ja zeggen. Ik voel, dat ik niet net meisje ben, dat jij verdient. Ik ben te veel een flirt en ijdeltuit. Jij moet een degelijke, lieve brave vrouw hebben.... Neen, zei Bob met de vasthoudendheid, mannen van zijn soort eigen, ik moet géén andere vrouw hebben, ik verlang alleen naar jon.... Maar ik kan niet. Ik wil wel een zuster voor je zijn.... Ze ging op haar teenen staan, trok z'n vierkanten stevigen bol naar zich toe en kuste hem op het voorhoofd. We blijven toch goede vrien den, hè Bob! Bob zei niets. Hij was drie dagen heelemaal ondersteboven Daarna herstelde hij zich en .. speelde den trouwen waakza men, onzelfzurhtigen broeder. Liesje maakte er duchtig ge bruik van. HH
meisjp amuseerde zich
DE BRAVE MAN bijzonder. Haar ouders ontvingen veel. Ze woonden in een der voorsteden, waar de rijke menschen hun villa's hebben. Dus was er geen gebrek aan dinertjes, danspartijen, pic-nics, fancy fairs en wat dies meer zij. * Wat te verwachten was kwam ook. Pe andere man. Hij verscheen onder den naam van Dick Wolbrook. Hij had een allerinnemendst uiterlijk, goede manieren, gemakkelijke levenswijze en was evenzeer de vriend der mannen als het enfant chéri der dames. En hij had blijkbaar direct vues op Liesje. Iedereen scheen hem graag te mogen. Met één uitzondering. Bob Mackson. Bob, die in de zaak van zijn overleden vader was gekomen, informeerde naar Wolbrook en vond zijn vermoeden bevestigd.
nictdoor feiten, doch door aanwijzingen, die voor een scherpkijkend zakenman even overtuigend zijn als feiten. Op een avond ging hij naar .Liesje's woning, vroeg haar alleen te spreken en waarschuwde haar voor Wolbrook. Het eenige wat Liesje zei was: Ik heb 't land aan jaloersche menschen. Als jij het niet geweest was, zou ik gezegd hebben: maak je weg! Met jou wil ik geen ruzie hebben. Je blijft mijn trouwe Bob. Zullen we nu over wat anders spreken ? En ze spraken over wat anders. Drie weken later waren Liesje en Dick Wolbrook verloofd, een half jaar later getrouwd. Het eenige wat Bob wist te bereiken was, dat zij onder huwelijksvoorwaarden trouwden en Dick niet aan het geld van z'n vrouw kon komen.
AVATp\AK\ CIG/I RETTE/
MIXI 2£
A ©®
Heden reeds de meest gevraagde 2cb.sigarei
A.BATSCHARI CIGARETTES THEHAGUB
Het leven ging verder. Liesje was gelukkig, zij genoot van de weelde, had een man, precies zooals zij 't graag had, iemand, die niet te veel thuis was, maar net genoeg om hem te apprecieeren. En Bob haar slaaf. In huize Wolbrook heerschte weelde. Dat duurde drie jaar. Toen kwam Dick Wolbrook op een avond thuis, z'n vrouw was naar een partij en verwachtte, dat hij haar zou komen halen. Dat deed hij niet. Integendeel, hij sloot zich in zijn kamer op en schoot zich voor den kop. Lies was buitengewoon verontwaardigd, dat haat man haar niet was komen halen. Toen ze thuis kwam, constateerde ze, met behulp' van den smid, dien Bob 's nachts nog had weten wakker te maken, dat ze weduwe was geworden en.... Bob gelijk had gehad. Na de begrafenis vertrok ze, in diepen rouw, naar een ander gedeelte van de stad, om, zooals Bob haar had geadviseerd, de praatjes te laten besterven. *** Haar nieuwe woonplaats lag in een kwartier, waar de kunst heerschte, veel echte en namaak schilders en beeldhouwers woonden. Daar vond Liesje vertier. Het duurde geen half jaar of haar zwarte rouwkleeren, die niet kleurden bij heur donkere haren, verdwenen. Bob bleef haar trouw. Zijn zaken ontwikkelden zich sterk. Om zooveel mogelijk bij Liesje te zijn, nam hij een auto. Na een jaar vroeg hij Liesje voor de tweede maal. En ze "Weigerde ook voor de tweede maal. Ditmaal kuste zij hem op de linkerwang en herhaalde haar bede of hij haar toch terzij wilde blijven staan als een brave broer. *** En de tweede man kwam in het spel. Ditmaal 'n artist. Een beeldhouwer, een man, die door een klein aantal menschen vooreen genie, door het gros voor een warhoofd werd gehouden. Liesje behoorde tot het eerste gedeelte. Bob zag met leede oogen aan hoe de intimiteit tusschen Lies en den beeldhouwer groeide. Hij informeerde en kwam op een avond bij haar met de boodschap: Wees voorzichtig. Mijd Harcourt, hij drinkt. Prompt antwoordde Lies: (Zie verfier pag.
8.)
TANGO. CHARLESTON etc PRIVAATLESSEN
C.KLINKERT Amsterdam, Tel. 2-4232 Te Zandvoort : Hold d'Orange
^^~
| •
I a
• | a
Prinses Yetive, die in Amerika reist als juffrouw Guggenslocker, ontmoet een amerikaan, doordat zij een trein mist en met hem probeert in een woesten rit, den trein bij het volgende station te halen. In New-York aangekomen, brengen de jongelui die zich zeer tot elkaar aangetrokken gevoelen een heerlijken tijd door, totdat plotseling prins Gabriel van Axphain de ydille komt verstoren door zijn mededeeling, dat de vader der prinses overleden is. Door haar plotseling vertrek kan zij van haar geliefde geen afscheid nemen. Te Graustark aangekomen, hoort prinses Yetive, dat haar vader, de koning, niet dood is en hij deze valsche boodschap alleen als list gebruikte. De Amerikaan Lorry volgt haar tot Graustark en doet alle mogelijke moeite juffrouw Guggenslocker te vinden en eerst nadat de gezant hem meeneemt naar een hofbal, ziet hij haar en ontdekt dat zij prinses is, terwijl hij maar een gewoon burger is. De amerikaan gaat weg, gevolgd door een handlanger van prins Gabriel. De prinses tracht haar geliefde te ontmoeten, doch prins Gabriel en zijn handlanger bespieden hen en de prins heeft daarom het voornemen opgevat zijn medeminnaar uit den weg te ruimen. Op een heffeest tracht de handlanger den amerikaan dood te steken. Deze laatste trekt zijn
revolver en schiet op den spion. Lorry wordt gearresteerd en wegens moord ter dood veroordeeld. De reden van deze arrestatie was slechts voorgewend en er wordt een begrafenis gehouden om den schijn te redden. De prinses' beraamt een plan om haar geliefde te redden en op den trouwdag steekt ze haar vriendin Dagmar in haar kleeren om in haar plaats bij de huwelijksplechtigheid als bruid te fungeeren. Het gelukt haar en den amerikaan tot bijna aan de grens te komen, doch ze worden overvallen door prins Gabriel en deze geeft bevel den amerikaan in hechtenis te nemen. Yetive belooft den prins met hem te zullen trouwen als hij haar geliefde vrij laat. Dien zelfden nacht echter ontdekt Lorry dat de handlanger van den prins slechts schijndood was, bindt hem en snelt in razende vaart naar het kasteel waar de huwelijksplechtigheid juist een aanvang zal nemen. De ceremonie gaat niet door. De spion bekent dat de prins het geheele plan had beraamd om van den amerikaan bevrijd te worden. En ook voor deze romantische geschiedenis geldt ook weer: eind goed al goed. „Graustark" is een boeiende First National film van de Ufa Filmmij., waarin de talentvolle filmactrice Norma Talmadge en de niet minder vermaarde George O'Brien de hoofdrollen spelen.
■}
-
0
m 1 {
^
Hnr 1 " S-*^%
\
■&t*\
i i
1
1
1 1 I J | •
• | •
Ben je weer jaloersch. Laat ons over wat anders praten. Een maand later was ze mevrouw Harcourt. Drie maanden later wist ze óók dat Harcourt een dronkenlap was. Het was een vreeselijke slag. Maar Bob bleef haar trouw terzij. Het geluk ook. Op een nacht, toen Harcourt dronken thuis kwam, werd hij door een auto overreden en stierf. Liesje trok weer rouwkleercn aan en verhuisde opnieuw.
***
Ditmaal kwam ze in de buurt waar de gestudeerde mannen wonen, de studenten, doktoren, assistenten en professoTen. De professoren waren haar te oud. De studenten wat te jong. De doktoren, en vooral de assistenten, meer naar haar smaak. In het bijzonder één van hen. In dien tijd deed Bob z'n derde aanzoek en kreeg z'n derde blauwtje, ditmaal meteen kus op de rechterwang.
***
Karel . Vanstel was bioloog en bestudeerde het leven der dieren. Op zijn manier. Dat wil zeggen, dat hij rich speciaal toelegde op de vivisectie. Het experimenteeren op levende beesten. Z'n collega's beweerden, dat hij de meest hartelooze vivisectie-man was, die bestond. En Bob beschouwde het als z'n plicht om Lies, wier bewondering voor den aantrekkelijken Karel duidelijk merkbaar was, te waarschuwen. Met het bekende gevolg I Liesje en Karel werden een paar. * Het duurde ditmaal slechts een jaar. Op een zekeren dag zat Bob op kantoor toen hij'n telegram kreeg, dat hem direct naar zijn hoed en jas deed grijpen, een taxi werd geroepen en Mackson rende naar Liesje, die hem den noodkreet had gezonden. Bob vond Lies in tranen badend. Er was dien morgen een vreeselijke scène geweest. Karel had zich van zijn waren kant laten zien. Een hartelooze wreedaard. Hij had Lies verweten, dat zij haar eersten man geruïneerd had, haar tweeden naar den drank had gedreven. D'r was maar één middel om van Karel af te komen, hem reden tot echtscheiding te geven. Hij zou, uit zuinigheid, nooit de oorzaak aan zijn kant laten zijn. Vlucht met mij, smeekte Liesje, ga met me naar Parijs, laat ons Karel aanleiding geven voor een echtscheidingsproces. En daarna.... lieve Bob, misschien dat ik dan eindelijk gelukkig kan worden met jou. Die toekomstgedachte was voldoende om den voorzichtigen
Scheveninsisclie TooneelKronieK Ieresina, operette von Oscar Strauss en Madame PompaJour Operette van Leo Fall, opgevoerd door het Wiener Oprrcltcgeze/schap v.h. Ronacher Theater onder leiding van A-Z/Aw Preger, in Seinpost.
Bent U, geachte lezer, ooit in Weencn of op Corsica geweest, ken' U aKhans, wat ook nog zonder die verre reizen mogelijk ware, Wienerinnen en Corsicaanschc schoenen ? Zoo niet, dan mist gij een tweevoudig genot, hefwelk echter voldoende vergoed wordt, als ge Teresinö gaat bewonderen, hel pittige mooie, warmbloedige Corsicaansche meisje. Het stuk speelt in den napoleontischen lijd en het begint op het ooöenblik dat de groole Bonaparte uit Egypte in Frankrijk is teruggekeerd. Hij landt in Fre|us en laat daar.... zijn haar knippen op advies van Teresa, een vroolijk ding, dat een zeer ondergeschikte functie in een rondreizende sctimieretroep vervult, doch weldra hooger op zal stijgen. Zij trouwt nl. op stel en sprong met den Graaf de Lavalelle, een der teruggekeerde aristocraten, die alleen door een meisje uit hel volk te huwen, leven en goed kan redden. De door Teresa's neef Daniël, een vroolijken barbiersknaap, die alles in zijn leven op minder handige wijze verricht, leelijk gekortwiekte Napoleon, weet in een minimum van tijd Lavalettc te winnen om zich bij hem te voegen. Jaren later zien wij dit gezelschap terug. Napoleon als Keizer, Lavalette als maarschalk, Teresa als de gevierde Opera-ster Teresina en Daniël als haar secretaris, valet. enz., enz. Napoleon, gewend aan succes, heeft hef oog op Teresina laten vallen en zoo moet een feest ten peleize van de Prinses van Borghese, de hartstochtelijke zuster des Keizers, dienst doen om Teresina tol de uitverkorene (zij het ook misschien slechts voor een nacht,) van Napoleon te maken. Lavalelte is voor Teresina, die hij niet herkent, in vuur en vlam geraakt en bij haar is de herinnering noch de liefde geweken. Hoe zij ten slotte een paar worden en de Keizer ditmaal een nederlaag lijdt, hoe Daniël zeer intiem bevriend raakte met Prinses Borghese en welke avonturen zich hier in korten lijd afspelen, dal alles geeft de operette vol aardige muziek. Madame Pompadour, de' geliefde van den sulligen onbefeekenenden franschen Koning Lodewijk XV is bij het volk verre van populair. Aan haar verwijt men niet slechts groole uitspattingen en een overdadig weelderig leven van hef Hof. doch ook, dat zij feitelijk Frankrijk regeert. Hel is carnaval en een vroolijk gezelschap van muze-zonen vermaakt zich in hel lokaal de Muzenstal, waar de anli-koningsgezinde dichter Calicot veel succes heeft mei een spotdicht op de Pompadour. Deze. belust op avontuur en verlangend eens de ware liefde Ie ontmoeten, maakt van hel carnaval gebruik om met haar kamenier hel feest in den Muzenstal waar niemand haar herkent — bij Ie wonen. De Markiezin raakt daar in vuur en vlam voor een alleraardigsten jongeman, die zich bekend maakt als René, in werkelijkheid Graaf d'Estrades is, welke de verveling van hel landleven en van zijn best doch wel wal slijf vrouwtje onlloopen is en nu van zijn kant ook dol verliefd raakt op de schoone. mei wie hij dan ook nog voor dien nacht een afspraak maakt; onderwijl blijken Calicot en de kamenier elkaar eveneens buitengewoon Ie bevallen. De idylle wordt echler verstoord, doordal de Minister van Politie de Maurepas. die al lang er op aast de Markiezin een hak te zetten, stilletjes ten looneele verschijnt en haar op haar amourette betrapt. Zij is echler slimmer dan Zijne Excellentie, draait de rollen om en beveelt dezen hel oproerige gezelschap, dal zij op het zingen van spotliederen op haar en den Koning betrapt heeft, gevangen Ie doen nemen: een poging om intusschen René te laten ontsnappen, mislukt en dan maakt zij zich, als de soldalen verschijnen die de oproerigen moeten arresleeren. bekend als de Pompadour In hel volgend bedrijf zien we dan, hoe zij op die manier René lol schildwacht krijgt en zij daarvan 's nachls genoegen hoopt te beleven We zien verder, hoe de niel zeer slimme Maurepas meent, dal er iets beslaat lusschen de Pompadour en . . . Calicot. hoe voorts de arme verlaten jeugdige Gravin d'Estrades bij de Markiezin, die haar zusier blijkt Ie wezen hulp en troost komt zoeken, hoe deze nu hel liefdesspel met d'Estrades niet voortzet en hoe de Koning, plots van de jachl eerder thuis gekeerd dan hel plan was — listiglijk had de Maurepas dil aan de Markiezin niel medegedeeld — lol zijn pijnlijke verwondering in de slaapkamer van Madame Pompadour. . . René aanlrefl Het derde bedrijf brengt dan natuurlijk een gunstige en vermakelijke onlknooping der moeilijkheden. Hef echtpaar d'Estrades wordt weer één, Calicof kan met de kamenier van de inmiddels tof hertogin gepromoveerde Markiezin trouwen en deze kan een nieuw avontuur beginnen mef hel aardige jonge luilenanlje haar fhans lol verzorging harer veiligheid door den Koning aangewezen. Mei buitengewoon veel enfrain en bekoring speelde Inge von Gleichen, die bovendien een heel goede slem heeft, voor de Pompadour en zeldzaam vermakelijk was Hans Riffer als de dichter Calicot: hef heelc gezelschap was trouwens weer enorm op dreef, doch dit fweclnl vrrdienl nog een extra-pluim op de respectievelijke hoeden, evcruils o«reöisscur die ook voor een prachtige aankleeding oog blijkt te hebhcic T K
braven Bob alles te laten ver geten. Hij belde een taxi op, ging met Lies, wier koffertje gepakt klaar stond, weg. Niet naar Parijs. Het was net het drukke seizoen in zaken en hij kon zoo moeilijk weg. Doch naar zijn eigen kamers. Waar Liesje zich op haar gemak installeerde. Bob .... nam zijn intrek bij z'n moeder.
* * Een echtscheidingsproces is geen pretje. Zeer terecht. Want echtscheiding is uit den booze, slecht en verderfelijk. Bob nam het grootste deel der moeilijkheden op zich, deed alles om het Liesje makkelijk te maken. Eindelijk was ze vrij voor de wet. En.... Bob kwam om de inwisseling van haar toezegging. Hij vroeg haar voor de vierde maal. En zij weigerde ook ditmaal. 't Is je eigen fout. Wanneer je me toen den tijd niet had gelaten, toen dien morgen na mijn ruzie met Karel, och dan was ik gewonnen geweest. Maar je hebt me alleen gelaten en ik ben aan het denken gegaan. Weet je wat ik bedacht heb ?... /ij bent de oorzaak van al mijn ongeluk. Wanneer jij niet telkens met je brave praatjes en waarschuwingen bij me waart gekomen, dan had ik nooit er aan gedacht om Wolbrook te nemen of Harcourt 4en beeldhouwer of Karel Vanstel. Jouw braafheid heeft mij tot verzet gebracht en tot mijn ongeluk. Ik wil je. niet langer in mijn omgeving zien. Ik ga de volgende week met Laborillo trouwen, Laborillo, den eigenaar van het reizende circus. Wil ik gelukkig worden, dan moet ik van jou weg, mijn braven, goeden, fatsoenlijken Bob.
Artisten met yacantie
Concours d'Elesance te Zandvoort
De bekemde kaoelmeester de Groot van Cinema Royal te Amsterdam ver. , , u . u UM meit zich met vrouw en kroost aan het heerlijke zeesirand.
0 de ?- en"r^"!n van het 5erie
O'anje-hotel te Zandvoort werd Zaierdag een concours oe Carros" blegance gtnouaen. Een kuk e op net terras van het Oranje-hotel tiiacns net c concours de Carrosserie. . '
Een vacantle-uitstaple Zaterdagmiddag werden de officieren vgn de te Amsterdam liggende italiaansche oorlogschepen door den italiaansche gezant ten zijnen huize ontvangen. In het midden 2e rij italiaansche gezant, geheel rechts burg. Patyn,
Dr. Max Euwe,
De nedcrlandsche schaakkamoioen tri o vorige week in het huwelijk met mejuffrouw Bergman
Bob was ditmaai werkelijk verslagen. Lies kusite hem niet. Lies verdween. D'ALVAREZ. Bloemencorso C.n üor/lin (-ir,.,..„,„.„!-.'• ..Lu.. .. o te Bersen TU u. Een aardig „Circusgroepje uithet te Bergen aan Zee gehouden bloemencorso
VIRGINIA CIGARETTES
Door ,de n
ra ooie ,r ln „.„ . Goldwnn-film ,Pe wordt "' een wereldtocht * k. gemaakt met een trein zonder r „ Wilton u Metro raiis. De trein is nu in Rotterdam aangekomen.
Carnaval te Schevenlnsen
In het Kurnatvs te Scheveningen werd j.1, Zaterdagavond een geanimeerd Carnaval gehouden. Hierboven geven wij een foto van de prijswinnaars
—^^^^"J—PMBBM^BBI^B™
fViXSSlNGEN
♦—«.
BADPLAATS
Een van. de mooiste badlende routes- te bevaren. Een plaatsen in. Nederland, is ondrie kilometer lange boulevard tegenzeggelijk de oude zeeuschenkt gelegenheid te over om wenstad Vlissingen. Het ontaan het fraaie tafreel van het staan ligt ver terug in het grijs beloodsen der dicht bij den wal verleden. Volgens oude kroniekpasseerende schepen te beschrijvers zou Vlissingen in 620 schouwen. een visschersgehucht met een Wie de poëzie van de zee veer op Vlaanderen zijn gewil genieten, .zonder erom te weest, en in 917 een zelfstanvaren, die kome naar Vlissindige parochie geworden zijn. In gen. Doch ook de gelegenheid 1293 liep de Vlissingsche kustom dk al varende op zee te lijn nog ruim 800 Meter zeedoen, is er uniek. De stoomwaarts van de uiterste Nolleschepen van de Stoomvaartpuntj hooge springvloeden en mij. Zeeland toch stellen een de sterke Scheldesitroom hebben ieder in de gelegenheid een de kust geteisterd en groote fraai en goedkoop reisje te polders verzwolgen, totdat in maken op den vijf uur durenden 1442 ongeveer de tegenwoorovertocht naar de mooie zuiddige kustlijn is bereikt. Thans kust van Engeland. daar de rustige, veilige ligplaats zijn de zeeuwsche stroomen, zoo doen nog de oude vestingwerHet badbedrijf, hetwelk beken er dienst ajs waterkeering in de verschillende vlissingsche welbekend vanwege hun schoone vat een afzonderlijk badstrand bij den strijd tegen de golven havens waardeeren'. Van hier uit vergezichten, langs verschil- en. stoel enstrand, staat te Vlisder zee. Wanneer men vanaf singen onder beheer van de de hooge breede wallen den gemeente. Naast de badkoetsen broeden Schelde-mond bekijkt, heeft men een reeks koele badwordt men steeds getroffen cabines ter beschikking, welke door het schoone panorama. zijn ingebouwd onder den bouBezoekers verzuimen vooral niet levard. Hieraan sluit een evenbij maneschijn van een van de eens ingebouwde winkel-galerij. boulevards van de romantiek De loodsen, waarin des winvan dit unieke schouwspel te ters de badkoetsen wolden gegenieten. borgen, zijn des zomers ter beOnder de talrijke zaken, die schikking als stalling van auto's een bezoek aan Vlissingen en fietsen. Voor veiligheid, tot een groot genoegen maken, zindelijkheid, enz. wordt al her noemen wij allereerst de wonmogelijke gedaan, terwijl in dere belichting, die zoo schoon de onmiddellijke nabijheid geis, dat elk object er schijnt legenheid te over is, om verte leven in een tintelend glanyerschingen te Dekomen, o.m. zend bewegen. De trilling van in het badpaviljoen, waar de Gezicht op de badolaats en de hotels de lucht, ontstaan door ongekunstkring „Het zuiden" tellijkmatige verwarming van land, kenjare een permanente tenzee, en ondiepte is de oorzaak toonstelling van schilderijen van dit verschijnsel, hetwelk houdt. eiken liefhebber van natuurHet is wel opvallend, hoestemmingen direct moet opvalzeer het bezoek aan de badlen. Het vindt zijn weerspiegeplaats in de laatste jaren is ling in de blijde levensstemming toegenomen. Sinds het Grand van de vroolijke bevolking van Hotel Brkannia overging in de stad, die langgerekt ligt handen van de St. Mij. Zeelangs den breeden Scheldeland, verbeteide het geheelc mond. Het badleven te Vlissinaanzicht van de badplaats. Mengen kenmerkt zich door vrooheeft moeite noch kosten ontlijkheid, ongedwongenheid en zien om verbeteringen in te famüieleven. Alle factoren zijn voeren. aanwezig voor groote uitbreiMen verzuime vooral niet ding van deze badplaats, die in het stedelijk museum te beafwijking van de overige Nederzoeken. Het gebouw was oorHet binnen komen der booten landsche badplaatsen met het spronkelijk, particulier woonfront gericht is op 't Zuiden. huis, geschonken door mevrouw Elk zonnestraaltje schijnt er als van den Broek geb. van der het ware voor de badgasten beOs, in het laatst van 1913. De stemd te zijn. De badplaats ligt verzameling is sinds 1890 bijop korten afstand van de eigeneengebracht, oorspronkelijk op lijke stad aan den smallen, 't stadhuis („Oudheidskamer" j maar hoogen duinrand, daar, 1895 overgebracht naar de waar een kleine baai gevormd voormalige Westpoort (Gevanwordt. Tot Westkapelle toe gentoren) vandaar in 1914 naar strekt zich een verrukkelijk het tegenwoordige pand. Men duinlandschap uit, een dorado vindt hier 'n fraaie collectie bevoor eiken natuurliefhebber. trek'king hebbende op de RuyHet is er vol van intiem mooie ter en zijn familie. Van de oude plekjes, waar men, gewapend bouwwerken noemen wij het met tent en proviand, dagen Stadhuis (1733), Beeldenhuis kan slijten. (1730), Groote Kerk (1308), Vüssdngen wordt elk jaar beHuis van de Gebr. Lampsins zocht door vele nederlandsche en (1641), Beursgebouw (1635) buitenlandsche jachten, die alDe vlsschershaven te Vlissingen en de Gevangentoren (1653). * —♦■
EEN dier danseressen, die altijd weerkunnen rekenen op een groote belangstelling is Darja Collin. Ze is trouwens ook een dier conscientieuse danseressen, die door voortdurende, diepgaande studie er zorg voor dragen, dat ze telkens weer mooie, nieuwe creaties bieden. En aan deze ernstige opvatting van haar taak, paart ze een aangeboren talent voor den dans.
Haar innemend uiterlijk, haar geacheveerde, soepele bewegingen imponeeren steeds weer. Haar dans is altijd een prachtige, doorvoelde illustratie van de muziek. Ze zal nu weer in het Kurhaus in Scheveningen, dat in deze zomermaanden — trouwens geheel in overeenstemming met den eisch der lijden — zooveel op dansgebied brengt, optreden.
r^
^
IID II II
■
-
WmmL
• -•
Of <
•
^'
•
• Ä,,
-<■«,
/J
\K
A
% %-* •
mhïï\;v.
I »«^, -L
f ,€32
\kf
3. c
M
M^AS^i
■
M
■
IfcilÉ
■
r «*
\i\ isfSä.'i&iAaifSAtiei;
►.'»
■-TV
L4PÄM
HÏ!
DIE FLEDERM^ US INSEINPOST
''^ *-Ük,
■y*M
Von Eisenstein (Hans Ritter) met het kamermeisje van z'n vrouw, (Mizzi Weissmann) op het bal bij prins Orlofsky waar Adèle zich in een costuum van haar meesteres vertoont. ""^l
• •
U-fV M
n Een groep van een zestal der voornaamste personen, te weten, Dr. Falka, (Kurt Preger), Prins Orlofsky (Lotte Ferry), Rosalinde (Inge Gleicher), Gabriel von Eisenstein (Hans Ritler), Actela (Mizzi Weissmann) en de gevangenisdirecteur Frank (Ernst Rolle).
Het souper bij prins Orlofsky. Kosalinde (Inge von Gleicher) en haar man (Hans Ritter).
(T*
c^Mr> '
V 1
•^Ta£r»M^af^#Mir^ BOEK I. DBT M. Si ^^
BT W ïT I ^ BT ï% 1&./W 'M. "H" T C^ M "^ IL ■"^ Jt iJ L IC JTl A. IJ -^-^ m^f -B.^ x JL jr^A. ^S »^ K^r
iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii iiiiii ii iiitiii mi u Äe voor de ioio s de ' wig« pagina's iiiiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimiiiniiiiiiiini iiiniiiiiiiiiiniiiiiinuiiiHiiiii luiiiiiiiiiiiiin IMIMIIMIIIIIHIIIIII
Ifr zijn van die zaken, die de jaren dat is voor hem het resultaat. Z'n vriend, migheid maakt hij de gemaskerde gravin troiseeren — van eeuwen spreek je tegen- dr. Falke, weet hem te troosten. Deze weet het hof, die hem bij een zijner verklaringen wourdig niet, want een proces dat zich wel dat meneer Gabriel met een avond van een klein repetitie-horloge afhandig maakt, vroeger in een dertigtal jaren voltrok, is dolzinnige pret te troosten is en hij inviZ'n stemming laat hij er niet door benu in evenveel dagen gehed afgewikkeld. teert hem op een groot souper van prins derven, want uitgelaten vroolijk is hij als Daaronder kan men de Weeneroperette Orlofsky. Den volgenden dag kan hij dan de klok 's morgens zes slaat. Dan herinrangschikken. De zin voor het luchtige wel naar de gevangenis gaan. Von Eisen- nert hij zich dat hij naar 'de gevangenis zangspel blijft den menschen bij. En daar- stein laat het souper met z'n lieve vrouw moet gaan. door komen er nog steeds nieuwe operettes Rosalinde er voor in den steek, is buiten En ook Frank krijgt zoo iets als plichtsbij, al is de tijd dat de operette-libret- zichzelf van pleizier, knuffelt het kamer- gevoel over zich. Al is 't in'n vreugdevolle tisten en -componisten een half dozijn meisje, kortom, gedraagt zich zooals men stemming, hij gaat toch z'n somberen werknieuwe in één seizoen in 't licht gaven, dat van een bon viveur verwachten kan. kring opzoeken. voorbij. Maar werkloos zij ze niet gewot' Rosalinde is in één opzicht dankbaar Dan breekt de derde acte aan. Het vrooden, ze voorzien de uitgaande wereld tel- voor het verdwijnen van haar man, want lijkste deel van deze operette. Nog wel in kens weer van nieuwe scheppingen. een vroegere aanbidder, de zangleeraar een gevangenis. Maar de gevangenbeEr is nog een ander bewijs dat het pu- Alfred, maakt 't haar met een bezoek erg waarder Frosch verklaart zelf, dat hij nog bliek levendige belangstelling blijft toonen lastig en nu kan ze tenminste hem onge- nooit zoq'n fideele gevangenis heeft gezien. voor de operette. Telkens en telkens weer zien ontvangen. Door dezen samenloop van Frosch is een geweldig type voor zoo'n wordt er een oude beklnde operette op de omstandigheden kan het kamermeisje Adèl^ arbeid; de kerel kan geen tien tellen achfilm vastgelegd en zelfs bij een vrij zwakke vrijaf krijgen. Rosalinde denkt, dat 't is om tereen de flesch met „verfluchten Genever" verfilming komt bet publiek, datzelfde een zieke tante te bezoeken, zooals Adèle in z'n zak laten zitten. publiek dat anders aan de fihn de aller- had voorgegeven, doch in werkelijkheid is Wanneer z'n chef dan nog bovendien hoogste eischen zou stellen. 't om naar de soiree van pnns Orlofsky aangeschoten op het bureau komt, wordt Doch niet alleen de nieuwe operettea te gaan, waarvoor ze van haar zuster Ida, 't een dol-prettige boel en 't wordt steeds trekken flink bezette zalen. In 't algemeen die bij het ballet is, een uitnoodiging heeft doller, want al de gasten van Orlofsky gesproken, genieten juist de oude paardjes, ontvangen. Dat haar meester er ook heen- kpmen er. , die van stal worden gehaald, 't meest de gegaan is, is haar onbekend, ze weet trouAlfred heeft er' echter genoeg van om gunst, 't Is of de Weener geest, het Ween- wens niet waar ze belanden zal, maar voor langer voor Von Eisenstein te spelen. Het sche leven, zooals we dat kennen uit boe- alle zekerheid heeft ze een toilet van aangenaamste deel heeft hij gehad, de rest ken, uit artikelen, uit verhalen of uit eigen mevrouw aangetrokken. geeft hij graag cadeau. ervaring daarin het meest leeft. Alfred vindt, als hij Rosalinde weer be- t Dan komt de ontknooping, want de gra't Heeft er alles van, dat de Weener zoekt, dat.de zaken prachtig loopen en hij vin was .,, Rosalinde, 't Wordt een geoperette de concurrentie tegen allerlei verstout zich zelfs om Von Eisenstein'8 weldig gecompliceerde boel. Adèle en Ida nieuwe vermaken zal kunnen volhouden. kamerjapon aan te trekken. Doch... dan worden nog opgesloten en komen eerst vrij Tot dien stelregel moet men komen, als komt de gevangenis-directeur Frank om nadat Frosch binnengekomen is met de men nagaat hoe groot de belangstelling hem — Von Eisenstein — te halen. En er mededeeling, dat die beide dames 't veris voor die theaters, die ons op 't oogen- zit niet anders op of hij moet mee, nadat draaien om door hem — zooals het regleblik het luchtige, lichte zangspel brengen. hij eerst een teeder afscheid van Rosalinde ment dit voorschrijft — te warden gebaad. Ook Seinpost te Scheveningen weet, dat de mocht nemen, een onderdeel van het avonMaar alles komt op z'n pootjes terecht. Weener operette wordt gewaardeerd. tuur, dat bij Alfred wel in den smaak valt. De traditie van de operette wordt niet geWe hebben in een vorig nummer al De tweede acte speelt in het paleis van schonden, aan de eischen voor bet vroolijk einde wordt voldaan. meegedeeld, dat onder leiding van Miksa prins Orlofsky. Preger, daar een gezelschap optreedt, dat In deze operette treedt als Rosalinde op Het eerst ziet men hier de ontmoeting ons een paar oudere en nieuwere operettes van Adèle en Ida. De laatste vindt 'theeW- Inge von Gleichen, van het Metropol Theabrengt. Het repertoire bevat „Teresina", maii niet prettig, dat haar zuster gekomen ter te Berlijn, als Von Eisenstein Hans „Madame Pompadour", „Die Fledermaus" is, ze begrijpt trouwens niet, hoe 't kan, Ritter, van het Burger Theater te Weenen, en „Bajadere". Dezer dagenis „Die Fleder- want jij — Ida — had geen uitnoodiging als Alired de tenor van de Stedelijke opera maus" voor 't eerst gegaan. Een der oudere gezonden. Enfin, Adèle is er en ze wil te Frankfort Willy Thunis — nog een parade-paardjes dus. Maar 't bleek, dat niet weg. Nood breekt wetten en ze moest nederlander van geboorte — als Adèle ook hier onze hiervoor verkondigde stelling nu maar voor een kunstenares doorgaan. Mizzi WeJBsmaim van de Volksopera te 0 Pging- Den avond dat wij een der eerste Prins Orlofsky is een heel jong ventje, Weenen, als de gevangenis-directeur Frank voorstellingen bijwoonden, geschiedde dat niettegenstaande z'n jeugd, al aardig Ernst Rollé, van het Carl Theater te Weedit voor een uitverkocht huis. Een goede geblaseerd is. Hij kan zelfs niet meer nen en als Frosch Emil Guttmann van het aanmoediging voor allen die commercieel lachen. Maar dr. Falcke, die hem toege- • Theather an der Wien, bij de zaak betrokken zijn, want 't geeft voegd is, belooft hem dezen avond eens te Het gezelschap heeft een pracht-stel moed voor de toekomst. zullen laten lachen, want hij heeft een komieken in Ritter, Rollé en Guttmann, De „Die Fledermaus" heeft wederom be- klucht in elkaar gezet, die hij „de wraak eerste overtrof z'n Calicot uit „Madame Pompadour", Rollé gaf een voortreffelijkwezen den bezoekers aangename uren te van een vleermuis" zou willen noemen. kunnen bereiden. De goede stemming zit Von Eisenstein arriveert, maar hij kan komisch tvj>e van Frank, even äf als de iner al dadelijk in, niet te verwonderen, wan- ditmaal niet onder z'n eigen naam aan het derdaad bijzondere Lodewijk XV uit de neer in de ouverture Johann Strauss' wel- feest deelnemen, hij heet markies Renard. Pompadour en Guttmann overtrof z'n bekende wijsjes weerklinken. De pseudo-markies schrikt niet weinig alsi Maurepas zelfs verre. De charge, die bij De inhoud heeft de kenmeirkên van alle hij Adèle ontdekt, maar ze houden zich den franschen minister minder weldadig" aandeed, was ten zeeisl* op haar' plaats operettes. De meest dolle situaties met een goed, doen of ze elkaar niet kennen. slot dat pakt door een „happy end". Ook de gevangenis-directeur Frank is bij den gevangenbewaarder. De bezoekers amuseerden zich kostelijk Heusch, de amerikanen en engelschen zijn van de partij, maar omdat die er om z'n hiervan niet de uitvinders; ze hebben alleen ambt eigenlijk niet thuis behoort, moet hij en de Wiener operette zal nog meer het de onaangename gewoonte aangenomen om zich ook een pseudoniem getroosten, name- terrein winnen, ook dat deel heroveren, dat verloren is gegaan. Er wordt in Seindat principe overal door te voeren. — Be- lijk mijnheer Chevalier. halve natuurlijk in het werkelijke leven, 't Is een vroolijke boel als er nog een post hard gewerkt, men verdient dus wel want dan hebben ze niets in te brengen. gast arriveert, en wel een hongaarsche een paar mooie successen, Haffner en Genée hebben den tekst ver- gravin. Falcke had haar beloofd, dat ze zorgd. In de eerste acte voeren ze den toe- gemaskerd mocht blijven en alle gasten schouwer in het gezin van den rentenier. moeten zweren op die belofte geen inbreuk Elke abonnd, die ons een Von Eisenstein, op 't oogenblik dat de te zullen maken. abonné aanbrenöt heeft brave kerel acht dagen zal moeten „brumrecht op een mooi boek Voor den pseudo-markies is 't wel eig men". Hij heeft een proces verloren en moeilijk, want met de hem eigen onstui-
HOOFDSTUK I. Een witgevleugeld scheepje zeilde over den zonnigen oceaan een drijvende mistwolk tegemoet. In weinig tijd was het scheepsdek nat en klam geworden. Er hing een kille damp in de lucht. De aangename warmte van 's middags was verdwenen. Vroolijk, luidruchtig gepraat ging over in gedempt fluisteren. Een matroos, die op het wijsje: „Hola, Heila!" koperen stangen had staan poetsen, floot niet meer, 't scheen wel alsof een mantel van stilte over alles was neergeworpen. Op een lagen dekstoel met linnen kap lag een vrouw, gekleed in het dunst en aardigst denkbaar japonnetje. Zij huiverde, keek in 't rond en liet ten slotte, met eenigszlns opgetrokken wenkbrauwen, haar blik rusten op bet gelaat van haar gastheer. „Zeker één der genoegens van een jachttochtje, Hildyard!" spotte zij, „Zal 't nog lang duren! 't Begint kil te worden." De aangesprokene boog voorover en trok de van haar voeten afgegleden plaid tot aan haar keel toe op, „Een paar minuten misschien nog," antwoordde hij. „'t Is een plaatselijke nevel, die spoedig voorbij zal zijn. Wel nogal zwaar, dat is zeker I Wil je soms liever naar benedenf" Even schudde zij ontkennend het hoofd. Zij zat zóó ingestopt, dat er haast niets van haar te zien was. „Wel neen! Ik zit lekker ingewikkeld in die plaid." „'t Lijkt wel een Londensche mist," merkte hij weinig bemoedigend op, „Je kunt geen hand voor oogen zien," „Dat is noar niet 't ergste, We kregen eiken dag zooveel te zien, dat 't eigenlijk een verademing is een tijdlang eens niets te zien." Onverschillig keek hij haar aan. Zij vervolgde: „Mijns inziens is 't uitzicht over den oceaan wel wat al te ruim. 't Doet je denken aan een oneindigheid — een oneindigheid van onaangename dingen. Ik heb meer op met Bondstreet en andere chique straten, 't Is vervelend tot nadenken gedwongen te worden. Vind je ook niet! Doch neen, jij bent zoo'n aartsdroomerl Jij bent graag in gedachten verzonken. Ik niet." „Ik vrees, dat dit watertochtje je tegenvalt," zei hij. „Neen, dat niet. Ik heb alle hoop later te kunnen zeggen, dat ik 't heerlijk vond — althans voor zoover ik ooit iets heerlijk kan vlndenl" „Is er iets —!" „Neen, niets, dat je nog voor mü zoudt kunnen doen," viel zij hem in ae rede. „Werkelijk, in alle opzichten verdien je een pluimpje, doch ik vrees, dat je voor een erg ondankbaar mensch je hebt uitgesloofd. Ik waardeer nooit genoeg wat anderen voor mij doen. Dit is nu eenmaal mijn fout. Hoe triestig is 't uitzicht daar op de brug! Waarom trekt kapitein Henderson zijn oliepak niet aan! Hij zal door en door nat worden, Ben je niet blij zijn taak niet te moeten overnemen!" Hij keek op. Zijn kapitein, éen forsche man van middelbaren leeftijd, stond als een standbeeld, de beide handen geklemd om de stang, voor zich, naar den boeg uit te turen. Twee ."mannen werden naar den voorsteven gezonden. De snelheid werd verminderd.. „Ja, gelukkig hebben we Henderson aan
/
N
VEHÄSSE^D OORDEEL E. PHILIPS OPPENHEIM Vertaald uit het Engelsch door J; DE HOOP SCHEFFER, boord," antwoordde hij, „vooral omdat we niet den gewonen koers houden. Slechts visschers maken gebruik van dit vaarwater." „Hoe vèr zijn we van de kust!" „Er moeten hier in de buurt een paar onbewoonde eilanden zijn. Henderson staat te kijken of hij er een ontdekken kan. Kijk, de mist trekt wat op! Over een minuut of wat zal 't weer helder zijn. Neem nog een perzik!" Zij schudde 't hoofd. Naast haar stond een grroot blad met allerlei theegerei en een paar zilveren schaaltjes vruchten. Op eenigen afstand achter haar liep de hofmeester op en neer, „Dank-je, ik zal niets meer gebruiken,. Ja, 't begint lichter te worden. Hoe rustig is ieder! 't Lijkt wel de stilte — wordt niet zenuwachtig, als ik zeg — de stilte, die den storm vooraf gaat." Hij gaf geen antwoord. Hij was wat naar voren gegaan en keek aldoor langs den boeg van het jacht, In eens werd de stilte verbroken door een schorren uitroep van een der op wacht staande mannen, onmiddellijk teruggeëchood door zijn maat: „Land aan stuurboord! Land aan stuurboord!" Van de brug af riep de kapitein een kort bevel. „'t Is het buitenste eiland der groep. Milord!" riep hij met de hand aan zijn pet, „We zijn er vlak bij," Het jacht veranderde eenigszlns van koers en ging full speed voorwaarts. Iedereen stond, op. De vrouw, ter wille van wie dit tochtje en zooveel andere dingen begonnen waren, wierp haar plaid af en keek over de witte verschansing. Onwillekeurig legde zij haar hand op den arm van haar gastheer. Beiden keken over boord. Opeens trok de mist geheel op. De sluier van grauwe, deinende schaduwen versmolt in ijle lucht. Vóór hen was een glazige, golflooze vlakte van den zonnigen oceaan, wier gebrek aan kleur vergoed werd door phosphoriseerende strepen. Recht tegenover hen rees, in den vorm van een suikerbrood een eiland hoog uit zee op. Klippen en duinen waren begroeid met stoppelige struiken van pijn- en denneboomen. Tegen dien donkeren achtergrond van boomen en rotsen teekende op een enkele plaats zich een groen plekje af. Er waren geen koeien, geen woningen, noch eenlg teeken van leven was er, Oogenaohijnlijk was het eiland onbewoond en onbebouwd. Hooge stapels grillig gevormde rotsblokken bedekten het smalle strand. Over en er tusscben klepperden krijschende meeuwen. -.—_,
telkens schuil gaande achter den neveligen achtergrond. Schril klonken hun kreten in die stille eenzaamheid, „Wat ziet hier all^s er verlaten uit!" riep zij met eenige huivering. Een zalig oord voor jou, om toe te geven aan je buien van zwaarmoedigheid. Wat zeg jij ervan! Heb je geen lust een proefje te nemen! 't Zou een verrukkelijk schuilplaatsje zijn, waar zeker niemand je kwam storen!" Haar metgezel antwoordde niet. 't Was onbeleefd van hem, doch merkbaar was hij met heel iets anders bezig. Bewegingloos stond hij naast haar, de armen over elkaar geslagen, aldoor turende naar het eiland. Zij hield zijn arm iets stijver vast en keek hem verbaasd aan. „Hildyard! wat scheelt je toch! Je ziet er bepaald treurig uit. 't Is alsof je staat tegenover het moderne spook — ik bedoel het spook van onze zonden. Als er iets dergelijks op het water rondwandelt, dan spring ik over boord. Waar kijk je toch naar!" Zijn door de zon verbrand gezicht verbleekte merkbaar. Inplaats van haar antwoord te geven, of zelfs haar aan te zien, wees hij met gestrekten arm naar het eiland. Zij volgde zijn beienden vinger en gaf een gil. Zij voeren langs een noordelijk uitstekende punt van het eiland. Recht tegenover hen, op een groote kale rots, stond een kruis. Dat kruis kwam vlammend uit tegen de heldere lucht. Iedereen aan boord was onder den indruk van dit wonderlijke verschijnsel. Niemand sprak een woord. Zelfs de matrozen deden zwijgend hun werk. Een zucht van verlichting werd gehoord. Opgelucht, haalde de vrouw diep adem en lachte zachtjes. „Wat 'n gezichtsbedrog!" riep zij uit. „'t Was natuurlijk het schiinsel van de zon. Ik dacht een oogenblik, dat we met een nieuw wereldwonder te doen hadden," Eenigszlns weifelend keek hij over haar schouder. De lange, schuine stralen der ondergaande zon wierpen over den oceaan breede, roodvergulde banen. De opgestapelde rotsblokken waren een en al gloed. En terwijl zij ernaar keken, verdoofde het licht. Langzaam daalde de zon in een bed van booze wolken. Koud en grauw strekte het kruis zijn kale armen uit tegen een kleurloozen achtergrond van hemel en lucht. De vrouw keek verbaasd naar 't onverstoorbare gelaat van haar gastheer, „Hildyard!" herhaalde zij, kregelig: „Wat mankeert je toch! Waarom zeg je niets! Je schijnt wel in een blok hout veranderd te zijn. Wat ben je saai! Ik ga mijnheer Pearmain vragen mij wat te vertellen. „Zoo aanstonds zal ik je heel wat beters vertellen dan hij. Toe, ga niet weg. Bovendien, Pearmain zal op 't oogenblik niet graag gestoord worden. Hij vertelt Lädy Gergamot de ontknooping van den roman, waaraan hij bezig is. Een pogenblikje!" Uit zijn zak haalde hij een fluitje en blies erop. Onmiddellijk stond' de eerste stuurman naast hem. „Johnson, weet jij iets van dit eiland!" vroeg hü. „Niets, hoegenaamd/ niets Milord. Op de kaart staat het eilapd aangegeven als onvruchtbaar en onbewoond," „Je weet niet hoe dat kruis daar kwam!" (Wordt vervolgd).
.
■
.
.
,
■
■
■
;
■'
P. W. SCHARROO Het jubileum van de Kon. NecJ. Athletiek Unie, die 8 Aug. j.1. 25 jaren bestond, gaf ons aanleiding, even naar Amersfoort over te wippen, waar we door den voorzitter, kapt. P. W. Scharroo, allerwelwillendst werden ontvangen. Wij hadden van den heer Scharroo wel zooveel gehoord en gelezen, dat we zeer belangstellend waren, eens nader met hem kennis te maken en we kunnen het wel dadelijk hier neerschrijven : Na ons onderhoud van misschien nog geen uur begrijpen we levendig, dat men in Athletiekkringen het oogenblik zegent, waarop men Scharroo tot voorzitter koos. Wij hebben den heer Scharroo beloofd in dit artikel zijn persoon er zooveel doenlijk buiten te laten en alleen te melden, hetgeen hij in het belang van de K. N. A. U. reeds heeft verricht of zich voorstelt nog te verrichten. Wij hebben dienwensch natuurlijk te eerbiedigen en deelen onze lezers dan ook alleen maar mede, dat Scharroo via de H.B.S. in Den Haag, aan de K.M.A. te Breda is opgeleid voor genie-officier en momenteel eerst-aanwezend-ingenieur te Amersfoort is. Gedurende de mobilisatie was de heer Scharroo, die tijdens zijn opleiding aan de K.M.A. vele sporten intens had beoefend, secretaris van het Centraal Sportcomité in de stelling van Amsterdam. Dit secretariaat, of liever de wijze, waarop het werd waargenomen, heeft de aandacht in Athletiekkringen op Scharroo gevestigd en in 1915 drong men er bij hem opaan, den heer Hartman als voorzitter van de N.A.U. te vervangen. Scharroo is dus nu ruim 11 jaar voorzitter, en de K.N.A.U. vaart daar wel bij. Groot is de ontwikkeling van de nu 25-jarige, gedurende de laatste 10 jaar. Van een klein lichaam met enkele vereenigingen is de K.N.A.U. thans 'n groote organisatie geworden, waarbij tal van vereenigingen en bonden zijn aangesloten. Om dat te bereiken is veel en moeilijke arbeid verricht. Moeilijk was die arbied, omdat men in ons land maar niet voldoende de beteekenis begrijpt van de lichamelijke opvoeding en omdat men zelfs in de sportwereld niet inziet, dat de athletiek de grondslag is voor de beoefening van alle sporten. De heer Scharroo stelde het dan ook
zeer op prijs, dat hij in de K.N.A.U. een schare harde werkers vond, waarvan, naast andere, vooral do secretaris, de heer Hardeman, genoemd moet worden. Veel reizen en veel opofferingen zijn noodig geweest om de K.N.A.U. groot te maken. Naast die opofferingen zijn er toch ook lichtpunten. Lichtpunten noemde de heer Scharroo : 1°. Den vooruitgang in Nederland op technisch en organisatorisch gebied. 2°. Dat het hem en den zijnen gelukt is de gezonde, amateuristische begrippen in de K.N.A.U. te handhaven. Deze zullen door hem verdedigd worden tot den laatsten snik. 3°. De medewerking en belangstelling, die de K. N. A. U. van de autoriteiten ondervindt. Nog kort geleden behaagde het H.M. de Koningin het predikaat „Koninklijke" aan de N.A.U. te verleenen. 4°. Dat niet alleen de nationale, maar ook de internationale verhoudingen gezond en goed zijn. Onze Nederlandsche athleten tellen in het buitenland mee. 5°. De sportiviteit en 't eerlijk.
ridderlijk optreden der Hollanders wordt in het buitenland gewaardeerd, getuige het feit, dat met het 25-jarig bestaan der Athletiek Unie samenviel het congres van de I.A.A.F., dat in Den Haag werd gehouden. Dit congres te hebben mogen organiseeren was voor ons land eene groote onderscheiding, daar dit congres is biigewoond door autoriteiten op athletiekgebied uit de geheele wereld, waaronder de oud-burgemeester van New-York, de burgemeester van Sydneyven kolonel Thompson uit de Vereenigde Staten van Amerika. Verblijdend was het, dat dit congres goed kon worden ontvangen, dank zij dengrooten steun der regeering, in het bijzonder van Z.Excellentie den Minister van Onderwijs, die een vergaderzaal in zijn Departement af^ stond, het Gemeentebestuur te 's-Gravenhage, dat in de Raadzaal recipieerde en de Mij Zeebad te Scheveningen. Ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan recipieerde de K.N.A.U. in den Huize Voorhout. De tweede 25 jaar van het bestaan van de K.N.A.U. kan dan ook onder gelukkige voorteekenen ingaan. De heer Scharroo hoopt alleen,
dat de algemeene belangstelling voor athletiek in ons land en vooral in de sportwereld zal toenemen, daar de athletiek van belang is voor het geheele volk en zeker ook in het belang van de beoefening der verschillende sporten. De athletiek verdient alle aandacht met het oog op de Olympische spelen van 1928, waar de Ned. sportwereld goed voor den dag moet komen. Het kweeken van „sterren" is volgens Scharroo niet het allereerste doel van de K.N.A.U, „Sterren" zijn, zoo zeide hij, heel aardig en goed om te bewijzen, wat door oefening en volharding kan worden bereikt, doch brengen het gevaar mee, dat die „sterren" te veel verheerlijkt worden, praatjes krijgen en hun krachten zien bederven. Zij worden dan een gevaar voor de sportwereld, waarvoor we de oogen niet mogen sluiten en waartegen we krachtig hebben te waken. Voor de K.N.A.U. blijft, naast het kweeken van „sterren", wat zeker noodig is met het oog op 1928, hoofdzaak : het vormen van drommen middelmatige athleten, die alzijdig ontwikkeld zijn ; m.a.w. meewerken tot het doen ontstaan van een gezonde volksmassa, die, in onzen moeielijken tijd, hard kan en wil werken. Gezien de voorteekenen en alles, wat de heer Scharroo in de laatste jaren heeft meegemaakt, gelooft hij, dat de beoefening der athletiek in de volgende jaren met groote snelheid zal toenemen. Dat de K.N.A.U. zoo opgewekt haar 25-jarig bestaan kon vieren heeft zij voor een zeer groot deel te danken aan haar tegenwoordigen voorzitter, den heer Scharroo. Met groot talent en zeer veel tact heeft hij de Athletiek Unie in haar tegenwoordige banen geleid en het rechte spoor behouden. Dat ook anderen zijn gaven hebben opgemerkt en weten te waardeeren, blijkt wel hieruit, dat de heer Scharroo lid is van ' het Int. Olymp. Comité, vice-president van het N.O.C, en voorzitter van het Bureau Permanent des Féd. Int. Sportives.
Tenniskampioenen Te Hilversum werden de elndwedstrijden om het tennls-lcampioenschap van Nederland gehouden. Hierboven enkele der kampioenen met de door hen behaalde prijzen. V.l.n.r. Van Lennep, Kea Bouwman, Timmer, „de Beer.'"
Te Franeker werd houden. Foto van j. P. Dijkstra, G. Stiènon, Louis van
Internationale kaatswedstrlld
S Augustus een internationale kaatswedstrijd en'kaatsde monstratie gede hollandsche deelnemers zittend v.l.n.r. A. de Haan, M. Zonneveld, de Boer en V. Vellinga. staand v.l.n.r. de belgische s pelers Achille den Driessche, Auguste Van den Broeck, Franc. Scholiae:rs en. J. Pay.
Van de Bl|swl|ksche wielerbaan Een moment uit den wedstrijd achter groote motoren. Leddy passeert Snoei.
i Intern, athietlekwedstrljden Holland-belgiC
Wij hopen èn voor de K.N.A.U. èn voor de sport in het algemeen, dat het Scharroo nog jaren gegeven moge zijn, zijn krachten aan die verschillende functies in de' sportwereld te wijden.
Bij de op het Haarlem-terrein te Haarlem gehouden wedstrijden werd de 800 M. hardloopen gewonnen door A. Paulen. Hierboven geven wij diens aankomst.
Van de Rliswllksche wielerbaan Moeskops en Bossi op de baan. KHB»
Engelsche padvinders In ons land Het torrein van de voormalige Oranje, kazerne aan de Mauritskade te's-Gravenhage, is op 'toogenblik ingericht als kamp voor 300 Engelsche padvinders, die een bezoek aan ons land brengen. Foto links geeft een overzicht van het kamp op hetoogenblik dat burgemeester Patijn de troepen inspecteert. Rechts ziet men een groepje aan den zelfbereiden maaltijd.. Te oordeelen naar de gezichten. zou men zoo zeggen dat hethnn niet erg smaakt, maar wij veronderstellen eerder, dat zij het niet prettig vinden om door den fotograaf in hun maaltijd gestoord te worden.
Draverlien op Duindist Vasal, winnaar van het Ned, Kampioenschap.
Het 25-jaris bestaan der Ned. Ath. Unie
Ter gelegenheid hiervan werd Ztterdag In Huize Voorhout te Den Haag, receptie gehouden door het bestuur. Op onze foto v.1 n.r. E. H. Huizinga, W. Hartman, F. ». d. Ven, W. A. Deenen, P. W. Scharroo, J. M. Hardeman, D. J. de Vries, C. F. v. d. Meulen, H. Vuyk.
——_
'AALF
)(g^^£k»@@^j@c3^@(a%@(^(SF^@9^^@<$^s«ii)(sï«@c
Vóór schooltijd M'n neef Janssen ontmoette onlangs een kennis, die hem de gebruikelijke vraag stelde: En hoe gaat het met je vrouw ? M'n vrouw, antwoordde Janssen, och man, die is lid van zooveel vereenigingen, dat ik haar ternauwernood 'n uur per dag zie. Arme kerel, beklaagde hem de vriend. Waarop de verwaande kerel cynisch zei: Beklaag me maar niet. Zoo'n uur is gauw om.
Des morgens tegen neöen uur. Dan staan de meisjes buiten. De een Kijkt vlijtig in een boeK. Een ander slaat Ie fluiten. Maar al die nonchalance -ten spijt. Zijn zij voor school haar aandacht Kwijt, Want straks komt. steeds van 'tzelfde kanlie. Heel martiaal het luitenantje. Hij groet Yvonne en zij kleurt. En Lousje fluistert; „Zag je, Voor hdÄr is wel zijn groet, maar mij Qeldt toch zijn Fairbanks-lachje r Pim weet wel beter: laatst op 't bal, Verkoos hij héAr loch bovenal, Toen nam hij zacht haar schuchter handje. Hel beelderige luitenantje.
En Jeanne's ziel vliegt met zijn snor, Niet zoo bedoeld. Naar hoog're sferen henen. Jack had zijn chef te eten Nel dweept mei zijnen oogopslag, Qré mei zijn puttee-beenen. gevraagd en Jane, die nog niet Bep's hartje is in vlam gezet, eraan gewend was om gasten te Door spanbroek en de platte pel. hebben, was eigenlijk een beetje Hij is het sieraad van haar klein landïe, nerveus. Het piltlg-kwieke lullenantje, Jack bemoeide zich veel te weinig met zijn gast, zoo meende Jo zingl nlel in het loflied mee, Jane. En verwijtend zei ze hem: '1 Is, of zij boven jool slaat, Jack, waarom let je niet op je Wanneer de knappe officier. gast ? Hij neemt van alles en Des morgens langs de school gaal. Dan ziel ze bleekies. en' ze zucht. je zegt niets tot hem. Dan slaarl ze droom'rig in de lucht.. . Stille wenk. En zenuwachtig beeft haar warme handje . Wim: Die B.ramsen bij ons Wanl Jo hóüdl van hel luitenantje. in de zaak is een kranige kerel. Alles waar hij aankomt wordt Frank Arnoldi. goud. Dora: Wim, schat, zou' hij misschien ook den armband in l^ca^ß(a^®a
©(a^©(a«^is©(*5>© z'n hand willen nemen, dien je mij met m'n verjaardag gaf? Thomassen en van Gelderen hadden onlangs een klein „meeningsverschil". Van mij, zoo zei Thomassen, zal je niet veel antwoord krijgen. Ik ben een man van weinig woorden. Ook 'nkimst, zegt v. Gelderen, jij bent toch ook getrouwd! De gemoedelijke agent. Agent, agent houd dien man vast, riep de geagiteerde juffrouw, hij wilde me een zoen geven.... Veel eenvoudiger Laat hem maar gerust loopen, — Ik heb van morgen hier een japon zei de goedmoedige agent. Voor yekocht, maar tot spijt vindt m'n man Het moderne meisje hem vreeselijk leelijk... een meisje met zoo'n aardig — Mevrouw, hier heb Ik een hoed, die — Het spijt me mevrouw, maar wij gezichtje, komt d'r nog weleen ik weinig gedragen heb en die me niet ruilen hier nooit. meer bevalt. Als mevrouw het wil, kan u — Wat moet ik dan doen ? ander hoor, die d'r een zoen hem krijgen. Ik geef hem graag omdat — Kan mevrouw niet een andere man wü geven. ik tevrcaen over u ben. nemen . . . Zeker is zeker. Snm en Max zien voor het eerst een politieagent te paard. Wat zou jij liever zijn, vraagt Max, politieagent te voet of te paard ? Ook een vraag, zegt Sam.'Natuurlijk te paard. Als d'r mot komt, ben je toch veel vlugger uit de voeten. Nooit tevreden. Vrouw: Je hebt vannacht niet eens gehoord, dat het zoo vrééselijk geonweerd heeft. Man, verontwaardigd: Waarom heb je me niet gewekt ? Je weet toch, dat ik bij onweer nooit slapen kan.
Z'n laatste wensch. De dokter zat aan het bed van den zieke. Zijn gezicht was ems tig. Het spijt me, waarde heer, maar ik mag het je niet verzwijgen. Uw toestand is serieus;, heel ernstig. Is er soms nog iemand, dien ge wenscht te zien, voordat het allerergste komt ? Ja, fluisterde de patiënt. Wie dan ? Ik wil u graag helpen, een van uw familie ? Neen, liever een anderen dokter, zei de zieke met een muw hoorbaar geluid.
Ongetwijfeld. D'r wordt gebeld. 't Nieuwe meisje maakt open. Woont hier ook mijnheer Smits ? vraagt de beller. Neen, mijnheer Smits woont hier niet, zegt 't meisje. Wij heeten Markes. Weet u ook of mijnheer Smits in de straat woont ? Ik geloof het wel. Weet u ook het nummer ? Neen, dat weet ik niet. En om te troosten, zei het meisje toen : Maar dat vindt u gemakkelijk. Het staat zeker op de deurpost...
^^^^^™
^^^^^^^^^^"
■■■■■■■
Hij kon het niet helpen. De moeder schreef: Mijnheer, wilt u Jantje geen straf geven omdat er vlekken op zijn opstel over den tachtigjarigen oorlog zijn. Van het beleg van Alkmaar tot het Twaalfjarig bestand heeft Jantje neusbloeding gehad. Wonderlijk... M'n vrouw had een nieuw meisje van het land gekregen. Zij was een week bij ons en beviel uitstekend. Wij amuseerden ons met haar onbekendheid met de stadsche uitvindingen. .En, vroeg m'n vrouw, hoe bevalt ]e ons electrisch kookstel ? 't Is prachtig mevrouw. En 't mooiste is, je hebt er niet naar om te kijken. Toen ik kwam hebt u het opgedraaid. En het brandt nog aJtijd door, zonder dat ik d'r iets aan heb gedaanI Een wanhoopsdaad. Brandend heet scheen de zon op de spoorbaan, waarover de rails, als lange rechte linten tot aan den horizon uitgelegd waren. Ver in het rond was geen mensch te zien, geen geluid liet zich hoeren, niets dan groene weilanden met hier en daar een kreupelboschje. Stil lag hij midden op d? gloeiende rails en bewoog zich niet. De hemel mocht weten, welke stormen en rampen er over hem heengegaan waren, eer hij in dezen toestand geraakt was. Snel naderde de trein. Zou de machinist niet zien, dat hij zich op de rails bevond? Met donderend geluid kwam de trein nader, al dichter en dichter bij de plaats ... De machinist had niets bemerkt, alle wielen knarsten over hem heen, de stoomfluit gilde, weldra was de trein aan den horizon verdwenen.... Twee kleine figuurtjes sprongen uit een kreupelboschje en spoedden zich naar de plaats waar hij gelegen had. Met ernstige gezichtjes bukten ze zich naar den grond, toen sprongen ze met 'n vreugdekreet op. „O, Bert, zie je wel, nu is het heelemaal blinkend; iedereen zal denken, dat het een dubbeltje is" en de glanzende halve cent verdween, na genoeg bewonderd te zijn, in een versleten portemonhaie.
MooR HET
BESTE
POT LOOD
SPEURTOCHTEN IN DE NATUUR
ELISABETH VON ENDERT In een der eerstvolgende concerten in Scheveningen zal de zangeres Elisabeth von Endert optreden. In haar prille jeugd gnf deze zangeres reeds zóó doorslaande blijken van haar aanleg, dat haar zalig de belangstelling van muzikale kennissen wekte. Toen zij dertien jaar oud was. ging zij naar kostscholen in Frankrijk en Engeland en bij herhaling zong zij daar sopraan-soli in het koor. Op IT-jarigen leeftiid keerde zij naar het ouderlijk huis te^Neuss am Rhein terug en trouwde daar weldra. Haar zangleerares Wally Schauseil ried haar toen dringend, zich serieus op den zang toe te leggen, hoewel zij onder haar huiselijke plichten door steeds in weldadigheidsconcerten mede werkte en te Neuss o.a. de Preciosa zong. Ten slotte ging zij naar Dresden om er bij Dr. Richard Muller onderricht te nemen. Na een betrekkelijk zeer korten studietijd trad zij in groote concerten op n,l. te Keulen, Mannheim, Frankfurt am Main, Dresden etc. Graaf Seebach engageerde haar voor de Dresdener Hofopera met een contract voor vijf jaar. En dat, terwijl zij nooit te voren een ander engagement als Operazangeres had gehad. Von Schuch, de General-Musikdirektor was enthousiast over de nieuwe aanwinst. Na enkele gastvoorsteMingen te Berlijn, rustte Graaf von Hülsen Häseler, de intendant der Berlijnsche Hofopera niet, voordat hij van zijn Dresdener collega de toestemming had gekregen, Frau von Endert's contract aldaar te mogen annuleeren, om haar vast voor Berlijn te winnen In deze eerste positie te Berlijn, heeft mevrouw Von Endert gezongen o.a. Elsa, Elisabeth, Mimi, Eva, Margarethe, Mignon, Agathe en Octavian (Rosenkavalier) en dit alles steeds met buitengewoon succes. De groote zangeres heeft zich als gast in geheel Europa doen hooren, roowel als operazangeres als in de concertzaal en bereids tweemaal heeft zij tournees door Amerika gemaakt, eveneens met onqekenden bijval.
Met de gallen heb ik al op jeugdigen leeftijd kennis gemaakt. .Als kleine jongen trokken mijn vrienden en ik reeds naar buiten om bloemen te plukken en bij afwisseling klommen wij dan in de holle knotwilgen, welke men in Holland zooveel aantreft. Zoo boven in zoo'n wilg gezeten, had je dan een prachtig uitzicht, en ging je op je gemak zitten, totdat plotseling je rust gestoord werd door een spin, of eenige mieren die daar ook hun leger hadden opgeslagen. Zoo vonden wij dan ook eens boven in zoo'n knotwilg, vele bladeren met dikke aanzwejlingen, en toen wij er een kapot peuterden, leefde het van binnen; wij griezelden ervoor en gooiden het blad gauw weg. Eerst veel later werd ik het rechte van de zaak gewaar, want de beestjes, welke wij in zoo'n blad aantroffen, waren geen spinnen, zooals wij toen dachten, maar larven van een of ander insect. Op de eerste foto ziet men een van de vele gallen die voorkomen op den wilg. Een nederlandsche naam heeft de veroorzaker niet, in zoet vloeiend latijn heet hij Pontania femoralis. Dit bladwespje legt haar eitjes in'n opening welke zij in het bladweefsel maakt. Spoedig hierna begint het bladweefsel dan op die plaats op te zwellen. Deze opzwelling wordt steeds grooter zoodat de gal reeds groot is, als de larve het eitje verlaat. Is de larve volwassen, dan bijt zij 'een gat in den wand der gal, kruipt eruit, wandelt langs tak
en stam naar beneden en verpopt zich in den grond. Uit den cocon kruipt dan na eenigen tijd een klein bladwespje, dat reeds spoedig kan vliegen en dat er weer voor zorgt, dat de soort niet uitsterft. Op het havikskruid {Hieraciumj komen slechts twee verschillende soorten gallen voor. — Op den wilg een 12-tal soorten. — Men kent de bloem van het havikskruid stellig wel. Ze is geel, gelijkt veel op de paardebloem en komt algemeen voor. De 2 gallen zijn van elkaar te onderscheiden: ie. doordat de afgebeelde Aulacidea hieracii veel grooter is dan de andere en 2e. doordat zij behaard is (op de foto goed te zien). Deze gal is veroorzaakt door een galwesp (cympide). In doorsnee vertoont de gal vele larvenkamers. Op de bladeren en aan den bladsteel der populieren vindt men ook gallen. Afgebeeld is Pemphigus spirothecae. De veroorzaker hiervan is een insect behoorende tot de familie der halfvleugelige (Rhynchota) en wel een soori bladluis. Deze gal is gemakkelijk te onderscheiden van andere, doordat de bladsteel tevens gedraaid is. Is dit niet het geval, dan heeft men te doen met P. bursarius. Zooals men opgemerkt heeft, zijn de drie afgebeelde gallen door verschillende soorten insecten ontstaan. Nog andere insecten kunnen gallen veroorzaken, zoo zijn ze bekend van enkele soorten matjes, terwijl de harsuitvloeiingen van dennen en sparren ontstaan door de harsbuilrups. •
LA ARGENTINA We brachten onzen lezers reeds een paar uitnemend geslaagde afbeeldingen van La Argentina, waarop men deze bekoorlijke Spaiinsche in al haar schoonheid heeft kunnen bewonderen. We moeten na haar optreden in Scheveningen toch nog eenige woorden aan deze zoo begaafde kunstenares wijden- Biografische bijzonderheden volgen hier nu natuurlijk niet. Door wat we reeds hebben verteld in een vorig nummer zijn onze lezers voldoende ingelicht. Dat er veel verwachtingen waren opgewekt door de komst van deze danseres, bewees de overvolle Kurzaal. 't Was een Spaansche avond met zang en piano, d.w.z. dat behalve de dans van La Argentina, Alicita Felici liederen zong en j. loaquin Nin op de piano eenige composities van hemzelf en andere op de piano vertolkte naast z'n begeleiding van den dans en de liederen. Maar 't is niet te stout gesproken, wanneer we vermoeden, dat men eigenlijk kwam voor La Argentina Men heeft daar nu kennis kunnen maken met den spaanschen dans op z'n best. Een zekere eentonigheid kan dezen niet worden ontzegd en dit verhoogt dan ook de waarde van het succes van La Argentina. Men mist b.v. de verscheidenheid, die den modernen dans eigen is. La Argentina hield in alles vast aan haar nationale danskunst. Maar dat deed ze met een zeldzame bekoring. Het nationale demonstreert zich ook in het eigen accompagnement met de castagnetten. Wat zijn dat toch voor wonderdoende klepperhoutjes in haar handen geworden? Het meest kwam dit wel uit in de Seguidillas, die ze zonder muziek danste, alleen met begeleiding van castagnetten ert de hakken van haar schoentjes. Toen hoorde men toch muziek door de fijne nuanceeringen in toonhoogte, door pianissimo s en forto's- Dat was voor ons wel 't mooiste van wat ze gaf. Maar alles was trouwens bijzonder door de mooie lijn van den dans, de harmonische kleur der toiletten, de gratie waarmee La Argentina deze droeg,
P, W,
Qal veroorzaakt door biadiuizen op populieren bladen
Gal van galwesp op wilgenblad
Gal van een galwesp op haviksblad
^^^^—^^^^m^ammi^m^m ■■»«■»■■■«■»■■«»■■■■■■■■■■■■■■i ■■■■■■i ■«■■«■«■■■ m»»t»«tmnmnnmmmnniimnminnnm—«famianm««tmmimnniinin«»4—«——
Noordpoolvliegers gehuldigd De NoordDoolviiegers Bird en Bennett werden bij hun teruakeer Ie New-York door velen hartelijk verweikomd. OD onze foto ziet men verschillende familieleden, o.a. de moeder van Comm,Bird, geheei links de heer A.G. Fokker, de b;kende nederlandsche vliegtuigconstructeur, die eveneens daarbij tegenwoordig was.
Blinde artisten Een aardig kiekje ui; het te Schaarsbergen bij Arnhem gehouden blindenkamp. Dit trio heef: hun lotgenooten. veic aangename uren bezorgd.
Een typische opname Onlangs bracht de Hertog van York een bezoek aan een cadettenschip. De fotograaf nam een opname op het oogenblik, dat de matrozen voor Z.K.H, paradeerden en zich in de masten van het schip hadden opgesteld.
De duitsche ---...■«•■* •rijksdagpresident ■i»a«a>iSKi«aiuciii ■■■ in una ons lanu land Zondagmiddag arriveerde te Amsterdam de duitsche rijksdagoresident Loebe en steeg st^et af in Hotel Union waar hij werd ontvangen door Schwarz-Rot-Gold. Op "onze onze foto v 1 n r WüsthoH — de _. Ortsgruppe „..„grupne Amsterdam Reichsbanner Reichsbanner'Schwarz-Rot-Gold. Kerkau, Loebe. Bürgemetster voorzitter Sch-W-R.. Kretzschmar, Witzgall, Kipp.
Geweldige brand te Losser Woensdagnacht teisterde een geweldige brand he: doroje Losser. De brand ontstond in een kleermakerij en sloeg sooedig oo aangrenzende huizen 'over. Zeven huizen werden een prooi der vlammen. Een overzicht van de olaats des onheils.
Afbraak te Rotterdam Bij de afbraak aan de Zandstraal te Rotterdam kwamen verschillende oerceelen zoo wankel te staan, dat men het beter oordeelde, ze maar in eens om te trekken in plaats'van af te breken.
Of de Keizer bepaald ernstig sprak, dan of zekere ironie zich mengde onder zijne woorden, had de jezuïet moeilijk kunnen beslissen. Wat er evenwel van ware, de wenk, dat het onderhoud voor heden was atgeloopen kon hem niet onduidelijk zijn; en, den Keizer dank zeggend voor de op nieuw hem bewezen eer, verliet hij met eerbiedigen groet het vertrek. In een ander gedeelte van Agra had, een avond later, mede een samenkomst plaats. Reeds meer dan eens had Siddha naar de dienares omgezien, die hem toenmaals naar Rezia's woning had geleid. Ten laatste had hij haar ontmoet en opnieuw eene uitnoodiging van hare meesteres ontvangen. Sinds dien tijd heïhaalden zich telkens die bezoeken en Volgden al sneller en sneller op elkaar, totdat eindelijk de dag aan Siddha ledig scheen, waarop hij niet nevens Rezia aan de veranda was gezeten geweest. Dat het beeld van Iravati daarbij meer en meer op den achtergrond geraakte, was zeker niet vreemd, en evenmin dat Rezia voor hem al spoedig iets meer dan eene aangename en onderhoudende kennis werd, terwijl zijzelve ook gansch niet ongevoelig voor de onverholen hulde van den jongen edelman scheen. Op den bewusten avond dan had nogmaals Siddha nevens zijne verleideiijke gastvrouw op den divan plaats genomen, waarvoor nu eene kleine en lage, sierlijk gebeeldhouwde tafel met frissche vruchten en gouden, met tintelenden wijn gevulde drinkschalen was gesteld. — Siddha! — sprak Rezia eensklaps ernstig na eenig meer onverschillig en — Ik geloof niet, Sirel dat Uwe Maje- schertsend onderhoud, — gij hebt mij voorsteit eewe bevestiging Harer woorden mij- heen reeds een dienst bewezen door mijn nerzijds behoeft. Maar den Padre rtioet ik brief veilig naar Kacmir te doen overeveneens de verzekering geven, al beneemt brengen; zou ik nu nog een tweeden van u ze hem een zijner meest dierbare illusiën, mogen vergen, maar die, ik zeg het u voordat die bijzondere leerbegrippén, die uit- uit, van vrij wat meer beteekenis ook voor sluitend aan zijne geloofsbelijdenis eigen uzelf kan zijn ? — Gebied, en ik gehoorzaam! — antzijn, ook al maakt hij enkele bekeerlingen, toch glooit wortel zullen Schieten ir» dit woordde Siddha zonder weifelen; wat het bok zijn mag wat gij verlangt, wees overland. — Maar wij laten niets losl —viel Aqua- tuigd, en gij weet hoezeer mij 't ernst is, viva uit; — wat wij verkondigen, zullen wij ik zal trachten het te volbrengen. — Voorzichtig, mijn vriend! — hernam volhouden, omdat het de waarheid is en daarom staan wij dart ook bereid, hier als Rezia, den wijsvinger schalks omhoog hefelders, ons kruis op aas te nemen en fend; — gij verbindt u reeds alvorens te smaadheid te lijden om Jesu Christi wille, weten wat ik van u zou kunnen vergen? en, moet het zijn, ook den marteldood, als Dat komt omdat gij wat laag nederziet Hijzelf en zoovélen Zijner Heiligen na op eene eenvoudige vrouw zooals ik, en Hem, te ondergaan! dus meent al 'heel gemakkelijk eene of — Maar daarvan, sprak Akbar, kan hier andere mijner grillen te kunnen bevrediimmers allerminst sprake zijn. Doch wij gen. Maar dat kon n toch wel eens tegenspraken, bedrieg ik mij niet, over uwe vallen. kansen om anderen in dit land tot de be— Ik zweer u, was het nog al driftig lijdenis uwer bijzondere godsdienstige be- antwoord, — zoo iets kwam, in de verte grippen over te halen. En deze, schijnen zelfs niet bij mij op. Nogmaals dan: eisch wat gij wilt, en ik gehoorzaam uw bevel! mij vooralsnog uiterst gering. — Doch, — waagde Aquaviva op te — Nu dan, — hervatte Rezia, wat ik merken, — als Uwe Majesteit nu eens te verlangen zou hebben is, wèl bezien, het voorbeeld gaf ? eigenlijk evenzeer in uw belang als in het — Dan zou ik toch zelf wel eerst over- mijne. Gij verbeeldt u allicht dat ik niets tuigd moeten zijn! — antwoordde Akbar. weet van 't geen er omgaat in de paleizen — Doch laat ons voor 't oogenblik af- van Agra en in 's Keizers raad verhandeld breken, en ons onderhoud van hedenavond wordt. Toevallige betrekking met enkele enkel als een voorloopig beschouwen! We personen, die goed op de hoogte zijn, stelt spraken ditmaal ook over wat veel onder- mij evenwel in de gelegenheid «r iets meer werpen tegelijk, een andermaal willen we van te weten dan gij waarschijnlijk verwat beter bij een bepaald punt blijven moedt. Iets meer ook misschien dan uzelf staan, en wie weet, hoever uwe geleerd- bekend is, en u toch in uw eigen belang, heid en welsprekendheid het dan nog met bekend behoorde te zijn. mij brengt i — Ik geloof, — sprak Siddha, dat ik u
Op 't laatst der 16de eeuw trok Siddba Rama, door den eerwaarde Koelloeka en 2 dienaren vergezeld door het Himaiayagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brengen. Zij komen bij den kluizenaar Gaurapada. die hen hartelijk ontvangt. Bij het afscheid belooft Siddha Rama zich tot Go.urapada te wenden als er in zijn leven moeilijkheden mochten voorkomen. Op den verderen tocht deelt Koellaka aan Siddha in 't geheim mede dat de kluizenaar niemand minder is dan de vroegere koning van zijn land Nandigoepta. Na een stevigen rit bereiken zij de woonplaats van Siddha's oom, Salhana, alwaar eerstgenoemde zijn verloofde Iravati begroet. Salhana waarschuwt Siddha te waken tegen de heerschzuchtige plannen van den groeten Akbar waarin een gevaar ligt voor zijn eigen land. Zij worden gestoord door de komst van den priester Gorakh, de Yogi een invloedrijk man aan Wien Siddha wordt voorgesteld. Salhana verwijdert zich met den priester, terwijl Siddha naar een nabijgelegen vijver snelt, waar hij Iravati ontdekt had. Aan bun samenzijn wordt een eind gemaakt door een verzoek van Salhana. aan Siddha. om met hem en Koelloeka het avondmaal te gebruiken. Iravati gaat naar hare vertrekken. Den volgenden morgen wordt de reis voortgezet en de keizerstad bereikt, alwaar de reeds door Koelloeka gehuurde woning wordt betrokken. Het eerste bezoek gold den eersten minister ; die hem zijn neef Parviz als vriend en leidsman aanbeveelt. Zij bezoeken samen het keizerlijk paleis. Met Koelloeka gaat hij 's avonds naar Feizi, den broeder van den eersten minister, 'n zeer minzaam man. Den volgenden morgen neemt Siddba het bevel over de Radjpoet's over. Na den dienst ontmoet hem een dienares, die hem uitnoodigt bij hare meesteres te komen, aan welke uitnoodiging. later door hem gevolg wordt gegeven. Wandelend door den grooten hof. heeft Siddha een onderhoud met iemand, die. zooals later blijkt, de groote keizer zelf is. Het gesprek wordt afgebroken door de komst van Abdal Kadir. volgeling van den Profeet, met wien de keizer een onderhoud heeh. den godsdienst betreffende. Abdal Kadir waarschuwt den keizer voor mogelijke gevaren die hem van zijn naaste omgeving bedreigen. m Onmiddellijk na dit onderhoud wordt Koelloeka aangediend en ook hij waarschuwt den keizer, daarbij nadruk leggend op zijn wantrouwen tegenover Selim. des keizers zoon. Gevolg gevend aan de ontvangen uitnoodiging. ontvangt Siddha van een dame een geheimen brief die door Koelloeka qnasi aan ecne vriendin moet bezorgd worden. Den volgenden morgen wordt Siddha door zijn vriend Parviz afgehaald voor een tocht naar Fattipoer Sikri. de buitenresidentic van den Keizer. Siddha bezoekt, een oogenblik alleen zijnde, een Civa-tempel. Hij heeft een gesprek met Gorakh. den Doergapriester, die vragen stelt omtrent Gaurapada. Het gesprek eindigt met cene bedreiging voor Siddha. De Keizer houdt een wapenschonwing. Siddha wordt voorgesteld aan Prins Selim, welke hem voor een feest in z'n paleis nttnoodigt. waar hij tot z'n verbazing z'n Oom Salhana treft. Met de schoone Rembha. die op .'t fee'st in zijn nabijheid terecht komt. heeft Siddha een gesprek, waaruit haar beschaving en goedheid blijken. Eerst laat in den nacht laaf Salhana met zijn eigen Palankijn. Siddha naar huis brengen. Te zetfder tijd van het feest in Selim's paleis, ontvangt de Keizer in gezelschap van Feizi. bezoek van pater Aquaviva. die bescherming voor zijn godsdienst bij den Keizer roekt.
mimmi
reeds begrijp. Gij bedoelt zekere plannen die tegen de onafhankelijkheid van Ka^mir gesmeed konden worden. — Volkomen juist! — was het antwoord, — maar wat gij toch niet schijnt te weten, is, dat diezelfde plannen al vrij wel gerijpt zijn, dat de Keizerlijke legermacht tot den inval gereed wordt gemaakt, en — dat gijzelf met de uwen bestemd zijt om tot hulp te dienen tegen uw land en volk, door middel van uw invloed op de trouw aan uw gehechte Radjpoet's en van uw welklinkenden naam in Kagmir zelf; altijd, wel te verstaan, indien gij blindelings blijft gehoorzamen aan 't geen u door Akbar of van zijnentwege geboden wordt. — Maar, lieve Rezia! al mocht dat alles nu zoo zijn, wat is het u ? En wat kon u bewegen mij daarover in dit oogenblik te onderhoudeif? — Mijn wezenlijk eigenbelang, maar tevens ook belangstelling in het uwe, mijn vriend! Ik sprak u vroeger van eene vriendin, die hier aan zekere vervolging zou zijn blootgesteld. Maar ik misleidde ui Niet de vriendin gold het, maar mijzelve. Die echtgenoot, aan wien een wreed bevel mijns vaders mij eenmaal kluisterde, en wiens tirannie ik verfoei, keert werkelijk spoedig terug. Hem te ontvluchten, blijft mijn doel. En om dat te bereiken, zocht ik Kagmir als toevluchtsoord en knoopte er verbindingen met enkele uwer vrienden aan. Maar wordt nu ook dat land aan Akbar's vérstrekkende macht onderworpen, en zie ik mij dan weder in de macht van den man, die te beschikken heeft over mijn lot, en met onze genoegelijke en vroolijke samenkomsten is het uit, mijn vriend! — Dat niet! — riep Siddha hartstochtelijk uit, — dat zal niet gebeuren! Maar wat wilt gij dan? Wat eischt ge van mij? — Anders niet — antwoordde Rezia bedaard, dan dat ge u niet tot werktuig laat gebruiken tegen uw eigen land, tegen uzelf, tegen mijl Blijf uw dapperen aanvoeren als tot h^den, maar leidt ze, den beslissenden dag, niet op tegen ons, en weet hen, als het oogenblik zal gekomen zijn, op geschikte wijze te doen overgaan tot diegenen der onzen, voor wie ze steeds uit den aard van hun stam en oud-adelijke geslachten een geheime neiging hebben. Dan zal een machtige partij in Kacmir zelf u bijvallen, u verheffen tot de hoogste eer; en dan zuh gij in 't eind, ook al is dat nu van minder belang, een veilige wijkplaats hebben bereid aan mij arme, die te allen tijde u dankbaar zal blijven voor de bescherming haar verleend! — Maar, — stamelde Siddha, — dat is toch verraad, en verraad van de ergste soort jegens den Keizer, die mij vertrouwt! — Zeer zeker verraad! — antwoordde Rezia met een minachtenden lach, — de Keizer heeft natuurlijk volkomen recht, u als werktuig te gebruiken tegen uw eigen land en volk onder den schijn van u gunsten te willen bewijzen; maar gij, gij mist het recht, hem te betalen met gelijke munt! Nu, daarvoor zijt ge dan ook onderdaan, of — slaaf! Doch handel zooals gij verkiest! Uwe betuiging van daar straks, dat gij alles zoudt willen doen wat ik vroeg, blijkt mij nu eene ijdele plichtpleging te zijn geweest, zooals men die wel eens meer jegens onnoozele vrouwen uit. Maar genoeg ! (Wordt vervolgd.)
i lilijl, l\ iiUJnii,"iHJj
^^-^^VOOR ONZE LEZERESSEN^^^Dt»
.^ 'i-
v-1"
^^Kmmmmmmmtm
^^"
WIJSHEDEN VAN EVA
Bij Fietstochten is Purol genezend en verzachtend bij Doorzitten en Zonnebrand
Hoewel hel geen aanbeveling verdien!, builen het advies van den geneesheer, op eigen houfje ollerlci geneesmiddelen te gebruiken, bchuorl m elk gezin (och wel een kleine huisopolheek (e zijn. !n ieder huisgezin komen wel eens kleine ongevallen voor, brandwonden, builen, schrammen, enfin we welen allen wei. welke narigheden er door onbedachfzaamheid van den een of ander kunnen gebeuren. Een dokter is niet altijd gauw genoeg bij de hand. trouwens dikwijls is zijn hulp niet eens noodig en kan hel ongeluk al verzacht of verholpen worden, door een zalfje of pleister. Wanneer we dergelijke middelen onverwachts noodig hebben, is t een eerste vereischle, dat men er niet lang naar behoeft te zoeken en dan is een medicijnkastje, om deze zaken in op te bergen, een groot gemak. We kunnen dit zeer gemakkelijk zelf vervaardigen van een leeg kistje, We vragen bijv. aan onzen kruidenier een leeg stijfselkistje. nemen schuurpapier en wrijven t daarmede van binnen en van buiten flink glad. Dan schilderen we 't of kunnen t ook beitsen naar verkiezing. We bevestigen de oogjes voor het ophangen en twee spijkertjes aan de zijkanten voor het spannen van een gordijn, we maken er een fleurig gordijntje voor. naar den aard van de omgeving, hangen 't aan den muur. kunnen er desnoods nog een vaasje bloemen, een beeldje, enfin, een of andere snuisterij boven op plaatsen en we zullen best tevreden en voldaan zijn over onze zelfgefabriceerde medicijnkast Wat moeten we nu in voorraad houden om bij een of ander ongeluk bij de hand te hebben? Om te beginnen moet men met alle restjes medicijnen willen bewaren, in de hoop dat ze nog eens te pas zullen komen.^AI? de kwaal waarvoor de geneesmiddelen noodig waren, genezen is, gooi ze dan weg. Spoel de fleschjes zeer goed schoon, week de etiketjes er af en bewaar dan de fleschjes met schoone, onbeschreven etiketjes er op. Wanneer men dan voor hel een of ander zoon fleschjc noodig heeft, kan men er dadelijk den inhoud op vermelden. De eenvoudigste en meest noodzakelijke dingen om in voorraad te hebben zijn: zwachtels van oud linnen in verschillende breedten, een pakje wallen, pleister, verbandgaas, een koortsthermomeler, kamferspiritus voor insectenbeten of ruwe handen, om wonden Ie reinigen wal carbol of lysol, een potje vaseline, eer> stuk geolied zij of linnen voor waterverbanden, een of ander remedie tegen brandwonden bijv. lijnolie met kalkwater. iets om den stoelgang te bevorderen, voor kinderen is sennastroop zeer heilzaam. Als men van deze zaken in huis heeft en op een plaats geborgen waar zij onmiddellijk la vinden zijn. dan is er dadelijk hulp bij de hand voor de voorkomende kleine ongelukken: wanneer ze van meer emstigen aard zijn, spreekt 't vanzelf, dal men er een geneesheer bijhaalt
No. 75097. Gekleed namiddag japonnetje voor famasiestof met sjawlkraag van aeorgette. Verkrijgbaar In busteir.aai 85. 90, 95, 100 of 110 cM Benoodigd van 95C.M! breede stof 4.50 M. van 95 c.M. breed georgette 1 M.
7
KAPPER CH, DE BODRBONSTRAAT 2 TEL. 7120S
SPECIALITEIT IN:
BOBBED EN SINGLED HAIR KNIPPEN GENRE 1926
Stop Die Jeukf Waarom nog langer lijden als genezing mogelijk is! Ga geen nieuwe nacht of dag meer in, gedurende welke gij door ondragelijke jeuk gefolterd wordt.— Waarom Uwe gezondheid ondermijnen, wanneer één aanwending van D.D.D. de ergste aanval van jeuk en prikkeling binnen een paar minuten doet ophouden. Bedenkt wat het beteekent na dagen vol marteling en nachten zonder slaap te bemerken, dat Uw huid niet meer branderig is, maar heerlijk koel.—In alle gevallen geeft D.D.D. verlichting.
Als Welkomstgroet
D D D. in flac. Af. 0.76 enf. l 60 D.D.D. zeep ä f. /.- 6u aüe opoM. en droo
N.v.ZAADHANDEL
op de logeerkamer, een flacon geurige
Eau de Cologne Boldoot. Een
van
gevoelt.
Een
heerlijke
verkwikking,
dubbel gewaardeerd na de vermoeienis No. 73357. Keurige, gemakkelijk te maken zomerjapon van gestreep:e zijde of tricoiine mer kraag en mar.chetten van effen stof. Verkrijgbaar in bustemaat 85, 90. 95, 100 of 110 c.M Benoodigd van 95 c.M. nreede stof 2,75 M. è 3 M ; van 95 c.M. breede effen stof 50 cM. lint 2 M.
V
/HA.H0BBEL
die aardige, kleine attenties
waardoor Uw gast zich dadelijk thuis
No. 73357
OOLTGENSPLAAT Levering aan landbouwers en tuinbexitlera Men vraqe prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
van de reis. Opwekkend en verkoelend.
Laat het Welkom aan Uw Gast dus zijn
Van deze afbeeldingen, die met toescemm ing der firma Weidon Ltd. te Loraen. zijn gereoroduceera, zijn Ir. oer oost geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van f 0.75 en »crmeiaing van het no. aan mevr Miliy Simons. 2e Scnuytstraat 261. Den Haag.
®=
0
NUTTIGE WENKEN Mej. /. L. vraagt: Kunt u mij ook een raad geven om een slaolievlek uit lichte schoenen te verwijderen ? Antwoord: De olievlek kan verwijderd worden met een lapje zeepsop (na doen met schoon water), benzine of tetra chloor koolstof. Laten drogen en den schoen als die van leer is) poetsen met schoencrème in de juiste kleur. Mevr. v. M. te Breda vraagt: Hoe moet ik m'n haar behandelen om het mooi glanzend te doen zijn.
Antwoord: Citroen is een uitstekend middel om het haar een mooien glans te geven. U moet eens een paar maal per week wat citroensap op uw haar druppelen en dan flink borstelen. Citroen heeft dit voordeel, dat ook met het droogste weer uw haar zuiver blijft. Freuie de Af., 's-Gravenhige vraagt een remedie tegen mug gebeten. Antwoord: De volgende week hopen wij een uitgebreid artikel op te nemen. Nu slechts den raad: Bestrijk de plaatsen waar ge gebeten zijt, met een mengsel van iodine en methyl spiritus, van elk de helft.
STRASTERS
MAISON
©
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwslerkende
Mijnhardt*
WIJZE LESSEN o
Slapeloosheid Overspanninó Gejaagdheid Prikkelbaarheid Examenvrees
Zenuwtabletten
rtAStmtytR»
buisje '
Eet matig. Volgens een deenschen dokter die er een speciale studie van maakte, leven de arab-ieren, ook volwassen mannen, hoofdzakelijk van vijgen, dadels, groenten en koffie. Vleesch eten zij hoogst zelden. Ondanks de onhygiënische toestanden in verschillende dorpen zijn zij minder gepiaagd door ziekten, dan de europeanen. Geeft men hun genoeg voedsel naar europeesche opvatting, dan worden ze ziek. Ligt de conclusie nu niet voor' de hand ?
7Scj
/HIEP*^
Rinso het moderne waschmiddel dat U uren van afmattenden arbeid bespaart
Chypr»e .Papis,Or>lgan. eoz.
Voldoet aan alle hedendaagsche eischen voor een werkeiyk modern zeeppoeder DB LEVERS ZEEP MIJ.. VLAARDINGEN
■^'-la-im. ■
R62-26
^ »o «o »o«o<
II
. MBÏSJES SLANK, MBÏ
t
C
|
„ . -Step.tcmpg
m
boe
meld
^WOORDEN VAN OÏ3RK OE BOER
m
I II HM l I I1 |M|
Il I I ||l | ['i I1 IMI
h^krijjje cfeenk.iJmd^vMhemt, hou«.»««, Ita»./Al5> uit je«,.«, »//ktdawie. sjer.MeA »uwMósi*
è j^f+f-P-f~tTf-rrTTrrr tiT Vnr r'Trir f t'iftfff f'"JT!
mmm
7 Z+Z -*■ ~. h
Meisjes bmin, meisjes ;«rt,«eoj» lto,J.i_
. Mu,^ ^^„t
^,Tä Afc|d|
^^^^^ '
1 Uefd
0
o o
Het gevolg is, dat je ijlings op hett krijgspad gaat. Dat je beurtelings met Dolly en met Molly rondflaneert En het slot van 't liedje is, dat je ze allemaal probeert: Meisjes slank, meisjes rond, Meisjes bruin, meisjes zwart, meisjes blond I Maar je merkt wel: Zoo'n fee Voelt zich meest pas tevreé In een eerste-klas coupé! Dus bezint! Neem het kind. Dat een autobus goed genoeg vindt 't Is het meisje, waarvan Op den duur toch een man Maar alleen veel houden kan I
)«ü»0 ^O'
► o»
Is het zaak, dat je angstvallig op de lieve engel let, 't Beste is maar, dat je 't beestje in een glazen kooitje zet. Meisjes slank, meisjes rond, Meisjes bruin, meisjes zwart, meisjes blond Zijn heel vaak niet tevreé Met één man ... en zoo'n fee Heeft er dikwijls liever twee I Dus bezint! 't Lieve kind, Dat je vrind evengoed aardig vindt. Is het meisje, dat van Nog een anderen man Desnoods heel veel houden kan! ■O» O«
>o«o< '
0o o
1
N2134
•.,
.. .