www.utrecht.nl/onderzoek
Wijkraadpleging Noordwest 2013
De nieuwe rol van vrijwilligers in het welzijnswerk Noordwest en deelname aan buurthuisactivteiten
Colofon
uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350
[email protected]
in opdracht van Wijkraad Noordwest Utrecht
internet www.utrecht.nl/onderzoek
rapportage Ingrid van Lieshout Yvette Bottenberg
Informatie Ingrid van Lieshout 030 - 286 1340
bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht
December 2013
Samenvatting In dit onderzoek kijken we naar twee aspecten van het vrijwilligerswerk in de buurthuizen van Noordwest Utrecht. Op de eerste plaats kijken we naar de veranderende rol van vrijwilligers binnen de buurthuisactiviteiten onder invloed van het vernieuwend welzijn. Op de tweede plaats kijken we naar de vraag hoe vaak bewoners in de wijk Noordwest buurthuizen bezoeken en welke activiteiten ze daarbinnen ondernemen en/of belangrijk vinden. Wat betreft de verschuivingen die zich, met name onder invloed van het vernieuwend welzijn, in de afgelopen tijd hebben voorgedaan zien we vooral dat er minder formatieruimte is voor professionals binnen de buurthuizen om vrijwilligers te begeleiden of ondersteunen. In praktisch opzicht betekent dit volgens de geïnterviewde sleutelpersonen vooral dat vrijwilligers op een meer zelfstandige manier dan voorheen ruimtes moeten reserveren of huren voor hun activiteiten, zij een deel van de tijd in een pand moeten doorbrengen dat onbeheerd is en te maken krijgen met het feit dat er in toenemende mate kosten verbonden zijn aan de activiteiten (met name ruimtehuur). Sleutelpersonen geven voorbeelden van de manier waarop dat bij vrijwilligers tot terugtrekking heeft geleid. Met de komst van een nieuwe visie op de rol van vrijwilligers in het welzijnswerk onderscheiden de geïnterviewde sleutelpersonen ook uiteenlopende vrijwilligersgroepen. vrijwilligersgroepen In de wijk Noordwest zijn veel vrijwilligers volgens de respondenten 'sociaal kwetsbaar'. Deze kunnen globaal onderverdeeld worden in drie groepen: (a) vrijwilligers die zowel consument als producent zijn van een welzijnsactiviteit (hybride vrijwilligers), (b) laaggeletterde vrijwilligers en (c) oudere vrijwilligers. Voor alle drie deze groepen geldt volgens de sleutelpersonen dat zij niet probleemloos zullen kunnen functioneren binnen de buurthuizen als zij niet voldoende steun krijgen. Vooral op organisatorisch gebied zullen zij volgens hen zonder professionele inmenging minder voor elkaar krijgen. Volgens de sleutelpersonen in dit onderzoek kunnen vrijwilligers in de wijk Noordwest slechts in geringe mate volledig zelfstandig functioneren in de buurthuizen. Ondersteuning die vrijwilligers volgens hen nodig hebben, ligt niet alleen op het praktische en organisatorische vlak, maar vooral ook op het sociale vlak. Sleutelpersonen geven allemaal aan dat het belangrijk is voor vrijwilligers om bij hun werkzaamheden een luisterend oor te krijgen evenals waardering. Daarnaast vinden zij het belangrijk dat er begeleid wordt op de onderlinge afstemming van taken en verantwoordelijkheden van vrijwilligers. Gebeurt dat niet, dan kan dat leiden tot ongewenste onderlinge verhoudingen tussen vrijwilligers. Ook is het volgens hen belangrijk dat vrijwilligers en professionals elkaar makkelijk kunnen bereiken en eenduidige afspraken kunnen maken. Als we kijken naar de manier waarop bewoners van Noordwest gebruik maken van de buurthuizen buurthuizen, zen dan zien we dat 41% van de bewoners in het afgelopen jaar een buurthuis bezocht heeft en 16% een speeltuin in de wijk. Bewoners namen vooral veel deel aan belangenbehartigingsactiviteiten en aan dans- of yogacursussen. Bewoners geven daarnaast aan de diverse buurthuisactiviteiten in het
3
algemeen (zeer) waardevol te vinden. Vooral het aanbod aan cursussen en lessen vinden zij belangrijk, evenals de mogelijkheid die het buurthuis biedt voor belangenbehartigingsactiviteiten (bijvoorbeeld bewonersbijeenkomsten). Ook de speeltuinopenstelling wordt als waardevol gezien. Wat betreft de bereidheid van bewoners in Noordwest om aan vrijwilligerswerk te doen, zien we dat 10% van de respondenten nu al aan vrijwilligerswerk doet, 8% bereid is om het te gáán doen, en nog eens 23% misschien wel aan vrijwilligerswerk wil gaan doen. Redenen voor bewoners om vrijwilligerswerk te willen gaan doen zijn het vergroten van hun maatschappelijke betrokkenheid, het helpen van andere mensen en het hebben van een dagbesteding.
4
Inhoudsopgave Samenvatting
3
Inleiding
7
1
Verschuivingen in vrijwilligerswerk 2008-2013
9
2
Soorten vrijwilligers en vrijwilligerswerk
13
3
Zelfstandig functioneren van vrijwilligers
17
4
Deelname bewoners aan welzijnswerk Noordwest
21
5
Belangstelling bewoners voor vrijwilligerswerk Noordwest
25
5
Inleiding In dit onderzoek kijken we naar de veranderingen die zich hebben voorgedaan in de organisatie van het welzijnswerk in de gemeente Utrecht. Taken zijn opnieuw toebedeeld, bezuinigingen zijn doorgevoerd en de mogelijke inbreng van vrijwilligers wordt opnieuw tegen het licht gehouden. De Wijkraad Noordwest voelt zorg over de gevolgen van deze bezuinigingen en snelle veranderingen op het aanbod en de kwaliteit van de welzijnsactiviteiten én op de noodzakelijke toename van vrijwilligersdeelname aan de 'gewenste participatiemaatschappij'. De wijkraad heeft daarom de afdeling Onderzoek van de gemeente Utrecht gevraagd om hier, in het kader van de wijkraadpleging, een studie te verrichten naar de nu al zichtbare en nog te verwachten gevolgen. De Wijkraad is zich er van bewust dat het op dit moment nog te vroeg is om alle verschuivingen die zich in het afgelopen jaar in het welzijnswerk van Noordwest hebben voorgedaan, volledig te evalueren. De nieuwe situatie heeft zich daarvoor nog te weinig kunnen uitkristalliseren. Wél kunnen echter de meningen van sleutelpersonen in het welzijnsveld (zowel professionals als vrijwilligers) over de ontwikkelingen tot dusver in ogenschouw genomen worden. Wat zien zij gebeuren? Waar maken zij zich zorgen over? Daarnaast kan er bij wijze van nulmeting ook gekeken worden naar hoe vaak bewoners gebruik maken van de welzijnsvoorzieningen in hun wijk, en in hoeverre zij zich daarbij beschikbaar kunnen of willen stellen voor vrijwilligerswerk.
Aanleiding In januari 2011 is de kadernota Vernieuwend Welzijn door de raad vastgesteld. Hierin worden de twee kerntaken van het Vernieuwend Welzijn beschreven: 1.
individuele ondersteuning: gericht op het ondersteunen van individuen om vat te krijgen op hun leven zodat zij daardoor zelfredzamer worden.
2.
sociaal makelaarschap: gericht op het versterken van het zelforganiserend vermogen van individuen en collectieven om bij te dragen aan de civil society.
In deze nota staat beschreven hoe de gemeente het sociaal makelaarschap als manier van werken wil invoeren voor welzijn. Het Utrechtse welzijnswerk gaat hierbij uit van de eigen kracht van mensen en sluit aan bij wat bewoners zelf willen en kunnen. Het welzijnswerk stimuleert mensen om zélf activiteiten te ontwikkelen, problemen op te lossen en talenten te ontwikkelen. Om dit mogelijk te maken zijn welzijnsorganisaties door de gemeente uitgedaagd een doeltreffende en vernieuwende aanpak te ontwikkelen die aansluit op de doelen en uitgangspunten van vernieuwend welzijn. Samenwerking met andere (professionele) partners en bewoners(netwerken), én een doelmatige inzet van middelen zijn hierbij van belang. De welzijnsorganisaties hadden tot 1 oktober 2012 de tijd hun aanpak te ontwikkelen en een aanvraag in te dienen voor subsidie. De organisaties die met hun aanpak het beste voldoen aan de nieuwe criteria, zijn geselecteerd. De gemeenteraad heeft in december 2012 besloten welke organisaties subsidie krijgen om het welzijnswerk tot en met 2017 uit te voeren. Zij gaan per 1 augustus 2013 aan de slag. In Noordwest is gekozen voor Me'kaar. Deze organisatie is ontstaan uit Portes met partners SodaProducties, ISKB, Mira Media, Wishing Well West, stichting Move, stichting Presentie en stichting Buurtpastoraat.
7
Me'kaar is een van de vijf sociaal makelaars in de stad. Sociaal makelaars faciliteren initiatieven van bewoners, ondersteunen hen hierbij en verbeteren de kwaliteit van de wijknetwerken. Hiernaast zorgen zij - in de functie van gastheer/gastvrouw - voor goed sociaal beheer van de buurthuizen en de speeltuinen in de wijken. Ook zijn zij het aanspreekpunt voor gebruikers of bezoekers van het pand. Zij gaan in hun werk uit van de eigen kracht van mensen en zoeken aansluiting bij wat bewoners zelf willen en kunnen. Het gaat erom mensen te stimuleren om zélf problemen op te lossen, talenten te ontwikkelen en activiteiten te organiseren. Bij de verdeling van sociaal makelaars over de stad wordt gekeken naar de verschillen tussen de wijken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar sterke wijken, gemiddelde of gemengde wijken en krachtwijken of aandachtswijken. De mate waarin ondersteuning wordt aangeboden is uiteraard het grootst in de wijken waar bewoners dat het hardst nodig hebben. Noordwest wordt als krachtwijk getypeerd. Dit betekent dat dit een van de wijken is waar de meeste sociaal makelaars worden ingezet en dat deze een proactieve inzet in de wijk plegen De reorganisatie van het welzijnswerk is ingrijpend en vraagt veel van de betrokken partijen. Ook van bewoners wordt in toenemende mate inzet gevraagd. De vraag is of welzijnsactiviteiten die door professionele organisaties niet meer kunnen worden uitgevoerd, overgenomen kunnen worden door bewoners. Kunnen bewoners dit en zijn zij hiertoe bereid? Zijn er welzijnsactiviteiten die hierdoor mogelijk in de knel komen?
Aanpak en respons De onderzoeksopzet in deze rapportage is tweeledig. Enerzijds zijn er tien uitgebreide interviewgesprekken gehouden met sleutelpersonen in het veld (zes professionals en vier vrijwilligers). Anderzijds is er een enquête uitgezet onder 1.000 bewoners in de wijk Noordwest met vragen over hun bezoek aan welzijnsaccomodaties, hun tevredenheid hierover en hun bereidheid tot het doen van (meer) vrijwilligerswerk. Op deze vragenlijst is een respons van 15% gekomen.
Leeswijzer In de navolgende hoofdstukken doen we verslag van de uitkomsten van beide onderzoeksdelen. In het eerste hoofdstuk gaan we in op de verschuivingen in de rol van vrijwilligers in de afgelopen jaren, zoals die is waargenomen door de geïnterviewde sleutelpersonen. In hoofdstuk twee brengen we onderscheid aan tussen de verschillende mogelijke soorten vrijwilligerswerk en vrijwilligers in het welzijnsgebied van de wijk. In hoofdstuk drie kijken we naar de vraag in hoeverre vrijwilligers zelfstandig volgens de sleutelpersonen kunnen functioneren binnen het welzijnswerk. In hoofdstuk vier onderzoeken we het gebruik dat bewoners maken van het (buurthuis-)welzijnswerk in de wijk in hoofdstuk vijf kijken we tenslotte naar de bereidheid van bewoners tot het doen van (meer) vrijwilligerswerk.
8
1 Verschuivingen in vrijwilligerswerk 2008-2013 In dit hoofdstuk kijken we naar welke verschuivingen de sleutelpersonen in ons onderzoek in de afgelopen jaren hebben waargenomen en welke consequenties dat in hun ogen tot nu toe gehad heeft. We baseren ons daarbij op de interviewgesprekken. Belangrijkste thema’s die naar voren komen zijn het feit dat vrijwilligers nu zelf verantwoordelijk zijn geworden voor het huren van ruimtes, zij soms op in een buurthuis verblijven zonder dat er een professional of beheerder aanwezig is en dat er soms kosten verbonden zijn aan het huren van een ruimte.
1.1 Een knip in de begeleiding van professionals aan vrijwilligers In de buurthuizen van Noordwest hebben in de afgelopen jaren tal van activiteiten plaatsgevonden die grotendeels door vrijwilligers werden uitgevoerd maar op de achtergrond logistiek en/of inhoudelijk ondersteund werden door professionals. Te denken valt aan activiteiten als zangkoren, dansgroepen, koffie-ochtenden, bingo, Nederlands les aan allochtonen, eet- en kookgroepen en bewonersbijeenkomsten. Vrijwilligers konden en deden veel in deze jaren, zo stellen de geïnterviewde sleutelpersonen, maar functioneerden uiteindelijk wel binnen de professionele structuur van het betreffende buurthuis. Met de komst van het vernieuwend welzijn is er volgens de sleutelpersonen voor een belangrijk deel een knip gezet in de begeleiding die een professional nog kan geven aan een vrijwilligers. De professionals (nu vooral in de functie van sociaal makelaars en sociaal beheerders) hebben minder formatieplaats tot hun beschikking dan eerst en er wordt vanuit een nieuwe visie sterker geleund op de eigen zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de vrijwilliger in het buurthuis. Volgens de geïnterviewde sleutelpersonen betekent dit in praktisch opzicht drie belangrijke verschuivingen: (a) vrijwilligers worden nu geacht zelfstandig de ruimte in een buurthuis te huren en reserveren, (b) vrijwilligers worden vaker geacht activiteiten te ondernemen in een pand dat in principe verder onbeheerd is en (c) activiteiten die voorheen gratis waren, kunnen nu kosten met zich mee gaan brengen, bijvoorbeeld in de vorm van zaalhuur.
1.2 Vrijwilligers zelf verantwoordelijk voor huren van ruimtes Vóór de vernieuwing in het welzijnswerk, was het gebruikelijk dat beheerders van de buurthuizen verantwoordelijk waren voor het reserveren van ruimtes aan vrijwilligers. Dat ging vroeger vrij makkelijk volgens een beheerder. Dan keek hij of er plek was in zijn Excel-planner, pakte er vervolgens een contract bij, legde aan de vrijwilliger uit hoe het zat met de koffie en thee, en ‘dat was het dan’. Het hele proces duurde vroeger volgens deze sleutelpersoon een half uur tot driekwartier. De nieuwe procedure duurt volgens hem al gauw vier tot vijf werkdagen. De vrijwilliger
9
wordt nu geacht zelf de ruimte te huren vanuit één centraal loket in Utrecht (het UVO, Utrechts Vastgoed Organisatie) die via een digitaal aanmeldsysteem fiat kan geven op een aangevraagde ruimte (en daar al dan niet kosten voor in rekening brengt). Het voortraject van de reservering ligt echter volgens de respondent nog steeds bij de sociaal beheerder die overigens ook een schaduwplanning bijhoudt om dubbelboekingen te voorkomen. Het formulier dat de vrijwilliger in principe zelfstandig moet invullen en opsturen naar het UVO, is volgens de respondent complex en bevat veel vragen die voor laaggeletterde mensen moeilijk te begrijpen. De respondent moet vrijwilligers hier dan ook vaak nog bij begeleiden. Vervolgens is de procedure zo dat het UVO de aanvraag in behandeling neemt, hetgeen een aantal werkdagen omvat. Degene die de aanvraag heeft ingediend, krijgt volgens de beheerder uiteindelijk een bevestigingsmail en eventueel een factuur toegestuurd vanuit UVO. De vrijwilliger is dan inmiddels door hemzelf of een van zijn collega’s in het buurthuis wegwijs gemaakt op het gebied van de koffie- en theevoorziening en krijgt een sleutel om het buurthuis zelfstandig te openen en te sluiten (als een activiteit zich in de avonduren afspeelt). Volgens diverse sleutelpersonen heeft deze nieuwe manier van verhuren tot onduidelijkheid en irritatie geleid en zelfs tot het stopzetten van activiteiten. Professional: ‘Mensen vragen zich af: Bij wie moet ik zijn, en waarom moet ik nu ineens wel betalen?’ Groepen zijn hierdoor afgehaakt’.
1.3 Vrijwilligers in buurthuis ook zonder sociaal makelaar of sociaal beheerder Activiteiten in het buurthuis vinden volgens de sleutelpersonen in de avonduren nu grotendeels zonder sociaal beheer plaats. Vrijwilligers krijgen een sleutel, weten inmiddels hoe de koffie en thee gezet kan worden en hoe het licht werkt. Ook overdag is het vaak eerder regel dan uitzondering dat het buurthuis ‘onbemand is’ door een beheerder. Een vrijwilligster stelt dat de ontstane anonimiteit in het gebouw ook heeft geleid tot meer troep: Vrijwilligster: ‘Er vindt in het buurthuis eigenlijk nog vooral verhuur plaats, waarbij mensen vaak hun smerigheid achterlaten. Er wordt dan ook veel gemopperd over de viezigheid …. Maar niemand voelt zich daar nog verantwoordelijk voor. Ze denken allemaal ‘ja …. Daaag’.
Een professional voegt hier aan toe dat het gebouw voor iedereen ook veel ‘kouder’ is gaan aanvoelen, nu er nauwelijks meer bezetting is op het vlak van gastvrouw/heer-schap of sociaal beheer: Professional: ‘Vroeger had je in ons buurthuis een gastvrouw/heer of sociaal beheerder. Die is er nu niet meer. Het hele pand moet verzelfstandigen. Mensen krijgen nu zelf een sleutel en moeten het alarm in- en uitschakelen. Veel vrijwilligers zijn alleen al om deze reden weggelopen. Ze voelen zich in de steek gelaten en aan hun lot overgelaten. Het gebouw is ‘koud’ voor hen gaan voelen. Ook moeilijk is dat er geen vaste telefoonverbinding meer is. Er is angst bij vrijwilligers dat er iets gebeurt en ze niet snel genoeg 112 kunnen bellen. Vroeger was ons buurthuis juist heel levendig’.
Volgens een geïnterviewde beheerder ligt het in de bedoeling van de nieuwe welzijnsvisie dat de professionals meer vrijwilligers gaan ‘opleiden’ tot bijvoorbeeld gastheerschap van het buurthuis in de avonduren. De respondent stelt dat dit niet makkelijk is omdat vrijwilligers niet graag de eindverantwoordelijkheid dragen over het gebouw:
10
Professional: ‘Vrijwilligers vinden het vaak niet fijn om juist ‘s avonds de verantwoordelijkheid te hebben voor het gebouw. Dit in verband met veiligheid, hangjongeren in de buurt en niet de eindverantwoordelijkheid te willen dragen van het sluiten van het gebouw. Ook speelt een rol dat vrijwilligers vaak ook liever niet ‘s avonds werken’.
Het feit dat de buurthuizen niet langer beschikken over een vaste telefoon, is voor de meeste professionals een doorn in het oog. Alle zaken moeten nu via de 06-nummers van de professionals worden geregeld. Deze worden nu ook gebeld in hun vrije tijd, en andersom blijkt het het voor een bezoeker of vrijwilliger moeilijk om iemand te pakken te krijgen. Ook in geval van nood voelen vrijwilligers zich volgens de geïnterviewden onthand door het feit dat er geen vaste lijn is. Professional: ‘Nu zijn de vaste telefoons weggehaald uit het gebouw en wordt er alleen gewerkt met mobiele nummers. Het gebouw in zijn geheel is dus voor bezoekers niet telefonisch te bereiken. In de vakantie werd ik ook gewoon gebeld door mensen over relatief onbelangrijke zaken die het gebouw betroffen. … Ook voor klanten is het moeilijker om geen vast telefoonnummer te hebben. Als zij zich willen opgeven voor meedoen aan activiteiten of de eettafel, moeten ze eerst langskomen om zich op te geven. Veel mensen uit onze doelgroep beschikken ook niet over een computer of internet. Zelfs de vrijwilligers beschikken daar grotendeels niet over. Zij laten het computergebruik aan hun kinderen over...’ Vrijwilligster: 'Mensen voelen angst om iets helemaal op eigen kracht te doen in het buurthuis. Ze vragen zich af "wat moet ik doen als iemand een hartaanval krijgt"?'
Eén professional voegt daar aan toe te denken dat het ontbreken van een vast telefoonnummer ook een gemiste kans is voor het helpen van de buurtbewoners: Professional: ‘Veel bezoekers van het buurthuis zijn altijd gewend geweest om met vragen naar het buurthuis te bellen. Van daaruit werden ze dan vaak geholpen om bij de goede instantie terecht te komen. Dat kan nu niet meer’.
1.4 Soms extra kosten voor vrijwilligers, vrijwilligers, klanten en hun activiteiten De geïnterviewden geven aan ook bezorgd te zijn over het feit dat er nu vaker kosten verbonden (moeten) worden aan activiteiten in het buurthuis. Dit leidt volgens hen ook tot een terugloop in de deelname. Veel mensen die in Noordwest gebruik maken of maakten van het buurthuis, hebben volgens de respondenten weinig financiële middelen. Professional: ‘Het komt nu voor dat er een groep is die eerst gratis van een lokaal gebruik kon maken in het buurthuis, bijvoorbeeld voor patchwork en quilten. Nu moet er huur betaald gaan worden voor die ruimte. Mensen zeggen dan “dat doen we niet”, “wat is dat voor gelul”, “iedereen moet er gebruik van kunnen maken, daar betalen we toch gemeentebelasting voor”. Professional: ‘Sommige cursussen moesten meer gaan kosten, wat uiteindelijk tot opheffing leidde. Bijvoorbeeld als door de bezuiniging de contributie van een groep moet worden verhoogd, om de docent te kunnen betalen. Dan vallen er ook mensen buiten de boot. Het gevolg is dat er te weinig inschrijvingen komen en de groep opgeheven moet worden. Dit gaat bijvoorbeeld bij een MBVO groep (Meer Bewegen Voor Ouderen) gebeuren. Dit wordt duurder, mensen moeten meer betalen, vallen uit en de groep moet worden opgeheven’.
11
Professional: ‘Als iets ineens € 7,50 kost, wat eerst gratis of goedkoper was, dan zullen mensen vaak niet direct durven zeggen dat ze dat niet kunnen betalen. Maar ze denken dan wel van “je kunt me wat”.
1.5 Conclusies Er hebben zich in de afgelopen tijd belangrijke verschuivingen voorgedaan in de manier waarop vrijwilligers hun activiteiten (moeten gaan) uitvoeren binnen de buurthuizen. Doordat er minder formatieruimte is voor professionals binnen de buurthuizen, moeten vrijwilligers zelfstandiger gaan functioneren. In praktisch opzicht betekent dit volgens de sleutelpersonen dat vrijwilligers zelfstandiger een ruimte moeten reserveren voor hun activiteiten, dat zij een deel van de tijd in een onbeheerd pand moeten doorbrengen en dat er in toenemende mate kosten verbonden kunnen worden aan de activiteiten. Volgens sleutelpersonen hebben bovenstaande oorzaken tot terugtrekking bij vrijwilligers geleid.
12
2 Soorten vrijwilligers en vrijwilligerswerk Met de komst van de nieuwe visies op welzijn en vrijwilligerswerk, wordt er sterker dan voorheen van uitgegaan dat vrijwilligers zelfstandig kunnen functioneren bij buurthuisactiviteiten. Het is echter de vraag, zo blijkt uit de interviewgesprekken, óf dat haalbaar is voor alle groepen vrijwilligers. In dit hoofdstuk kijken we naar de verschillende soorten vrijwilligerswerk die volgens de sleutelpersonen onderscheiden moeten worden om een goed beeld te krijgen van hun respectievelijke mogelijkheden.
2.1 Soorten vrijwilligerswerk De ene vrijwilliger is de andere niet, en de ene wijk is ook niet de andere wijk. Uit de gesprekken die we voerden blijkt dat veel vrijwilligers in de wijk Noordwest zelf ook onderdeel vormen van de doelgroep die men wil bereiken. Hier wordt door professionals in de wijk ook de naam ‘hybride vrijwilligers’ aan gegeven: ze zijn zowel consument als producent van buurthuisactiviteiten. Een algemene indeling die door professionals in de wijk Noordwest wordt gebruikt voor soorten vrijwilligers(werk) is de navolgende: 1.
Traditioneel vrijwilligerswerk: vrijwilligerswerk het gaat om competente mensen die een vrijwillige bijdrage
2.
Vrijwillige professional: professional hier gaat het om een professional die zijn of haar expertise zonder
leveren aan een activiteit ten behoeve van anderen. kosten inzet voor een doelgroep. 3.
Geleid vrijwilligerswerk: vrijwilligerswerk hier gaat het om vrijwilligerswerk dat onder supervisie van een professional wordt uitgevoerd in het kader van bijvoorbeeld een maatschappelijke stage of sociaal activeringsproces.
4.
Hybride vrijwilligerswerk: vrijwilligerswerk: Hier gaat het om vrijwilligers die zowel consument als producent zijn van een bepaalde welzijnsactiviteit. Achterliggend doel is de zelfredzaamheid van de deelnemers te vergroten, talentontwikkeling te stimuleren en bijvoorbeeld netwerken te vergroten.
5.
Buurtinitiatieven: Buurtinitiatieven Hier gaat het om een gezamenlijk initiatief van buurtbewoners die tesamen (grotendeels zelfstandig) een doel nastreven.
Sleutelpersonen merken op dat in de wijk Noordwest veel vrijwilligers zijn die een ‘rugzak’ hebben. Dat zijn volgens de een professional soms ook mensen die werkloos zijn of een lage sociaaleconomische status hebben. In een wijk als Vleuten - De Meern zul je volgens een andere professional waarschijnlijk vaker te maken hebben met vrijwilligers die overdag een baan hebben en hoger zijn opgeleid. Deze zullen volgens hem daardoor vaak zelfstandiger kunnen functioneren.
13
2.2 De hybride vrijwilliger Een van de geïnterviewde professionals begeleidt onder andere ‘lichte en laagdrempelige’ activiteiten in het buurthuis voor een groep mensen die hij liever niet bestempelt als kwetsbare mensen, maar als ‘eenzame thuisdoeners’. Volgens deze professional wordt niemand graag als kwetsbaar benoemd. Een ‘eenzame thuisdoener’ is in zijn ogen iemand die een éénpersoonshuishouden voert en daarbinnen activiteiten onderneemt die veelal niet zichtbaar zijn voor de buitenwereld. Deze groep is volgens de professional over het algemeen niet zo sociaal vaardig. Door hen in te zetten bij welzijnsactiviteiten in het buurthuis, snijdt het mes aan twee kanten omdat ze zowel producent als consument van de activiteit zijn. Deze dubbelrol wordt aangeduid met de term 'hybride'. De professional vertelt over de vaste dinsdagmiddaglunch voor deze groep: Professional: ‘Er moet voor de lunch op dinsdagmiddag eerst door een groepje boodschappen worden gedaan, een ander groepje dekt de tafel. Er ontstaan informele verbindingen tussen de groepsleden waarbij de een de ander helpt. Heeft één groepslid een brief ontvangen van de woningbouwvereniging die hij niet goed kan begrijpen, dan is er een ander lid die de brief bekijkt en zegt: ‘je moet even dit en dat nummer bellen en dan zus en zo uitleggen’. Op die manier helpt men elkaar’.
Door de deelnemers niet alleen ‘ontvanger’ van hulp te laten zijn, maar ook ‘aanbieder’ van hulp (vrijwilliger) wordt het gevoel van eigenwaarde van deze groep versterkt. Een professional zegt hierover: ‘Het is belangrijk dat deze mensen ook hun vrijwilligersrol hebben. Dat ze voelen “ik help ook andere mensen, ik ben belangrijk, ik doe er toe!”. Mensen van deze lunchgroep noemen de dinsdag hun ‘wekkerdag’. Dat is de dag dat ze op tijd uit bed willen zijn om deel te kunnen nemen’.
2.3 Laaggeletterde vrijwilligers Een belangrijk punt van zorg dat door alle geïnterviewde sleutelpersonen wordt geuit, is dat lang niet alle vrijwilligers goed geletterd zijn en/of vanuit huis toegang hebben tot het internet. Zowel de geletterdheid als de toegang tot het internet vormen volgens de geïnterviewden belangrijke voorwaarden voor het zelfstandig kunnen aanvragen van een subsidie of het zelfstandig reserveren van een ruimte. Maar ook als je je als klant wil opgeven voor deelname aan een activiteit of wil weten welke activiteiten er zijn in het buurthuis. Professional: ‘Aanvragen voor het leefbaarheidsbudget konden vroeger nog schriftelijk worden ingevuld. Allochtonen deden dat vaak met behulp van hun zonen en/of de opbouwwerker. Ze konden prachtig werk verrichten. Nu moeten de aanvragen digitaal gedaan worden. Grote groepen blijven daarbij afhankelijk van ondersteuning en als je ze niet helpt, dan haken ze af’. Vrijwilligerster: ‘Mensen weten nu niet wat er wel of niet kan in het buurthuis. Bijvoorbeeld het opgeven voor een activiteit. Dat moet nu met een computer. Maar niet iedereen heeft een computer. Ik heb er in ieder geval niets mee …’. Professional: ‘Voor het vrijwilligerswerk in de speeltuinen geldt dat als je hierover een vraag wil stellen aan bewoners (bijvoorbeeld voor deelname of iets dergelijks) dan werkt schriftelijk materiaal niet,
14
evenmin als een digitale vraag. Persoonlijk contact is een voorwaarde voor participatie bij dit soort activiteiten. Eigenlijk moet hier altijd een professional bij beschikbaar zijn.’ Professional: ‘In Noordwest zijn veel mensen die de taal niet spreken, die analfabeet zijn, die geen computer hebben, die in een huishouden leven met één computer waarbij de man bijvoorbeeld beslist dat de vrouw daar niet op mag (leren) werken … Veel staat en valt met het beheersen van de taal. Ik voorzie veel problemen op dit punt. Denk alleen maar aan de herinneringsmails die je van de tandarts krijgt. Als die mail verstuurd is en je komt niet, moet je de volle rekening betalen. Voor een laaggeletterde inwoner, zoals bijvoorbeeld de eerste generatie allochtonen, is het nog ondoenlijk om dat allemaal te overzien. Met alle (financiële) gevolgen van dien.’
2.4 Vrijwilligers Vrijwilligers op leeftijd Diverse respondenten gaven aan dat veel van het vrijwilligerswerk ook om ouderen draait. Ouderen waren in het verleden in de wijk Noordwest vaak zelf vrijwilliger/organisator van activiteiten voor de eigen doelgroep. Door de toenemende roep om verzelfstandiging loopt dit nu veel minder makkelijk. Bijvoorbeeld moeten volgens een respondente de (oudere) vrijwilligers nu zelf ‘met de tafels en stoelen gaan sjouwen’, Vrijwilligster: ‘Vroeger was er altijd iemand aanwezig in ons Dienstencentrum. Nu wordt er verwacht dat de ouderen het allemaal zelf alleen doen. Maar die mensen kunnen toch niet zelf met allemaal tafels en stoelen gaan sjouwen voor de Bingo? ….Vrijwilligers zijn niet allemaal hetzelfde. Kijk maar naar de leeftijd! Oude mensen kunnen niet een pand openhouden met sleutels en al … Je moet altijd kijken naar wat mensen kúnnen. Daar is nu geen rekening mee gehouden. Er wordt nu gezegd: voor de koffie of de thee heb je geen vrijwilligers meer nodig. Dat kunnen mensen wel zelf doen. Maar moeten die oude mensen dan met de kan koffie sjouwen in de lift?’
2.5 Conclusies Met de komst van een nieuwe visie op de rol van vrijwilligers in het welzijnswerk, kijken de geïnterviewde sleutelpersonen naar de verschillende aspecten van het vrijwilligerswerk. Bij hun activiteiten maken zij onderscheid tussen uiteenlopende vrijwilligersgroepen. In de wijk Noordwest zijn veel vrijwilligers volgens de respondenten 'sociaal kwetsbaar'. Deze kunnen globaal onderverdeeld worden in drie groepen: (a) vrijwilligers die zowel consument als producent zijn van een welzijnsactiviteit (hybride vrijwilligers), (b) laaggeletterde vrijwilligers en (c) oudere vrijwilligers. Voor alle drie deze groepen geldt volgens sleutelpersonen dat zij niet probleemloos zullen kunnen functioneren binnen de buurthuizen als zij onvoldoende steun krijgen. Vooral op organisatorisch gebied zullen zij volgens de sleutelpersonen zonder professionele inmenging minder voor elkaar krijgen.
15
16
3 Zelfstandig functioneren van vrijwilligers Uit de interviewgesprekken blijkt dat zowel de professionals als de vrijwilligers zelf van mening zijn dat er in de meeste gevallen een professioneel raamwerk nodig is voor de vrijwilligers om in het buurthuis te kunnen functioneren. Dat kan zijn in de vorm van een sociaal beheerder die permanent aanwezig is in het gebouw en bijvoorbeeld kan assisteren als er iets niet goed loopt. Ook kan het gaan om een sociaal makelaar die in de gaten houdt dat de relaties tussen vrijwilligers onderling niet verstoord raken. In dit hoofdstuk kijken we naar wat het betekent voor veel vrijwilligers als zij geen vaste contactpersonen meer hebben binnen het buurthuis.
3.1 Beperkter contact met sociaal makelaar of sociaal beheerder Een belangrijk aspect van de nieuwe situatie is dat er minder professionals aanwezig zijn in het buurthuis (hierbij gaat het zowel om het sociale beheer als het sociale makelaarschap). Dat maakt volgens diverse respondenten de sfeer in het buurthuis onpersoonlijker. Een vrijwilligster vertelt bijvoorbeeld dat het haar de grootst mogelijke moeite kostte om professional Y telefonisch te spreken te krijgen: ‘Er is in het buurthuis maar één beheerder, die ook nog steeds op andere locaties moet zijn en veel moet vergaderen. In de praktijk is deze man vaak onbereikbaar. Via een algemeen nummer heb ik zijn 06-nummer te pakken gekregen en al een paar keer een boodschap achtergelaten. Maar de beheerder zei later tegen me dat hij geen tijd had om terug te bellen. Hij zei: “Als u eens weet hoeveel mensen ik moet terugbellen!” …. ’.
De geïnterviewde vrijwilligster geeft het voorbeeld van een collega-vrijwilligster die in een zangkoor van het buurthuis zit, waarvoor ze affiches wil maken. Deze affiches zijn nodig om mensen te kunnen uitnodigen voor een optreden. De collega weet niet hoe ze die affiches geregeld kan krijgen nu er niemand van het beheer meer bereikbaar is in het gebouw. De vrijwilligster geeft daarnaast aan zelf altijd voor verjaardagskaarten te hebben gezorgd voor de vrijwilligers in de wijk. Nu moet ze zelf haar postzegels kopen omdat niemand van het buurthuis dat voor haar kan doen. Als ze haar geld vergoed wil krijgen lukt dat haar niet of nauwelijks. Ze zegt ‘Op deze manier doe ik het
niet meer’ en gaat binnenkort stoppen met haar activiteiten. Samengevat stelt ze dat het grootste probleem is dat alles nu zo onpersoonlijk is geworden: “Het probleem is ook dat je geen naam meer weet. Alles is onpersoonlijk geworden in het buurthuis. Er is geen vast aanspreekpunt meer’.
17
3.2 Omgangspatronen tussen vrijwilligers onderling De geïnterviewden zijn unaniem van mening dat veel vrijwilligers in het buurthuis enige vorm van aansturing door een professional nodig hebben. Het gaat dan niet zozeer om ondersteuning op praktische taken zoals bardiensten draaien, koffietafels organiseren of iets dergelijks, maar vooral om ondersteuning op het vlak van communicatie en interactie onderling, of zoals één professional het noemde ‘het opvangen van het onderlinge gekwebbel’. Vrijwilligers komen bij hun werkzaamheden in allerlei (afhankelijkheids)relaties met elkaar te staan, en kunnen dat lang niet altijd op tactvolle wijze zelf in de juiste banen leiden. Een professional geeft het voorbeeld van een vrijwilligster die ‘teveel taken’ naar zich toetrekt, wat niet goed valt bij haar collega’s: ‘Mevrouw Z. doet veel in het buurthuis en wil een nieuwe activiteit gaan opzetten. Door deze activiteit gaat ze zich heel belangrijk voelen. Eigenlijk doet ze meer dan ze strict genomen zou moeten doen, maar mevrouw Z. vindt het allemaal zo belangrijk dat ze ook het liefst het baliewerk overneemt. Dat leidt dan tot een conflict met de vaste baliekrachten. Een dergelijk conflict wordt niet goed opgelost als er niet op wordt ingegrepen’.
Net als waarschijnlijk op iedere ‘gewone’ werkvloer, spelen er onder vrijwilligers die met elkaar moeten samenwerken allerlei soorten afstemmingsvraagstukken die volgens de geïnterviewden gekanaliseerd moeten worden. Vrijwilligers doen in elkaars ogen of teveel of te weinig, ze doen het niet goed genoeg of het zou anders moeten gebeuren. Resultaat van dit soort processen is dat er binnen de vrijwilligersgroepen bijvoorbeeld kleinere subgroepjes kunnen ontstaan. Eén professional vertelt dat je bijvoorbeeld ziet dat op verjaardagen de ene vrijwilligster wel een bos bloemen krijgt en de ander niet. Vroeger, zo stelt de professional, zou zoiets centraal zijn geregeld. ‘Nu is er
niemand meer die er echt boven staat’. Soms kunnen vrijwilligers, aldus een professional daarmee ook onstuurbaar worden. Maar omdat het om vrijwilligerswerk gaat en niet om een reguliere, betaalde werktaak, is het ook lastiger om er iets van te zeggen. Je moet, aldus de geïnterviewde professional, rekening houden met andere soorten gevoelens dan in reguliere werksituaties.
3.3 De behoefte van vrijwilligers aan aandacht en waardering Alle geïnterviewden zijn het er over eens dat vrijwilligers behoefte hebben aan waardering en contact. Zonder dat voelen vrijwilligers zich een soort onbetaalde professionals, wat ze niet willen zijn. Graag willen ze zich ook bevestigd zien in hun gevoel ‘ik ben wat en ik kan wat’, aldus een professional. Professional: ‘Er is veel professionele aandacht voor vrijwilligers verloren gegaan, zowel van de sociaal beheerders als van de sociaal makelaars. Je houdt hierdoor minder vrijwilligers over. Vrijwilligers hebben het nodig om te horen hoe goed en belangrijk ze zijn en hebben behoefte aan contact en erkenning. Vroeger liep ik ook altijd vier of vijf keer op een dag bij een vrijwilliger binnen om een praatje te maken. Vrijwilligers willen voelen dat er een reden is waarom ze dit werk doen.’ Vrijwilligster: ‘Er waren vroeger in de wijk wel tachtig vrijwilligers. Het is nu niet warm meer in het buurthuis. De beroepskrachten die er nog over zijn, zitten ergens achter een hoog raam. Iedereen is nu bezig met zijn eigen laptop en computer. Ik vind het een slechte omslag’.
18
Volgens een andere professional is de reden waarom mensen vrijwilligerswerk gaan doen niet alleen gericht op de inhoud van een activiteit, maar gaat het vooral ook om zaken als gezelschap willen, het gevoel te hebben ‘er weer bij horen’, leiding kunnen nemen, het huis uit zijn en je ‘weer iemand te kunnen voelen’. Vanuit dit perspectief is persoonlijk contact een belangrijke voorwaarde voor het welbevinden van de vrijwilligers in de wijk.
3.4 Wat is er wel of niet mogelijk voor vrijwilligers vrijwilligers in een buurthuis In hoeverre is het dan mogelijk voor vrijwilligers in Noordwest om zelfstandig te functioneren? De geïnterviewden noemden een paar taken die volgens hen geheel zelfstandig door vrijwilligers kunnen worden gedraaid. Voor overige activiteiten is volgens de geïnterviewden de ondersteuning van een professional in mindere of meerdere mate noodzakelijk. Taken die volgens sleutelpersonen geheel zelfstandig door vrijwilligers kunnen worden uitgevoerd: •
Koffie uitschenken op een koffie-ochtend
•
Zangkoor begeleiden
•
Kaarten sturen naar mensen
Taken waarbij volgens sleutelpersonen professionele begeleiding nodig is: •
Alle laag- en lichtdrempelige activiteiten voor sociaal kwetsbaren
•
Alle activiteiten waarbij onderlinge afstemming van vrijwilligers noodzakelijk is
•
Bar/baliewerkzaamheden
•
Gastvrouw/gastheerschap
•
Eettafels
3.5 Conclusies Volgens de sleutelpersonen in dit onderzoek kunnen vrijwilligers in de wijk Noordwest slechts in geringe mate volledig zelfstandig functioneren in de buurthuizen. Ondersteuning die vrijwilligers volgens de sleutelpersonen nodig hebben, ligt niet alleen op het praktische of organisatorische vlak, maar vooral ook op het sociale vlak. Sleutelpersonen geven allemaal aan dat het belangrijk is dat vrijwilligers een luisterend oor en waardering krijgen en begeleid worden in hun onderlinge afstemming van taken en verantwoordelijkheden. Ook is het volgens hen belangrijk dat vrijwilligers en professionals elkaar makkelijk kunnen bereiken en er een duidelijke afstemming van taken is.
19
20
4 Deelname bewoners aan welzijnswerk Noordwest In dit hoofdstuk kijken we naar de mening van bewoners in Noordwest over de welzijnsactiviteiten in hun wijk. We kijken naar de vraag hoe vaak zij een buurthuis bezoeken, aan welke activiteiten ze daarbinnen deelnemen, hoe hun waardering in het algemeen is voor buurthuisactiviteiten en welke activiteiten zij nog missen.
4.1 Bezoek aan buurthuizen en speeltuinen Het Vorstelijk Complex meest bezochte buurthuis in de wijk In het afgelopen jaar heeft 41% van de bewoners van Noordwest wel eens een buurthuis bezocht, en 16% een speeltuin. Het buurthuis Het Vorstelijk Complex blijkt het meest bezochte buurthuis, 15% van de ondervraagden bezocht dit buurthuis één tot drie keer in het afgelopen jaar, en nog eens 11% vaker dan drie keer. Buurthuis De Speler is het tweede meest bezochte buurthuis van de wijk. 7% van de bewoners bezocht dit in het afgelopen jaar één tot drie keer, 9% bezocht het buurthuis vaker dan drie keer. Van de speeltuinen is het Noordse Park het meest bezocht: 9% bezocht deze speeltuin één tot drie keer, 4% vaker dan drie keer (zie tabel 4.1).
Bewoners het meest naar buurthuis vanwege belangenbehartigingsactiviteiten Kijken we naar de vraag aan welke buurthuis-activiteiten de bewoners vooral deelnemen dan zien we dat het op de eerste plaats gaat om activiteiten op het gebied van belangenbehartiging (zoals bewonersactiviteiten). Hier heeft 17% van alle respondenten in de afgelopen twee jaar aan deelgenomen. Op de tweede plaats gaat het om dans- en yoga-activiteiten (10%) en op de derde plaats om ontspanningsactiviteiten (7%) (zie tabel 4.2).
21
Tabel 4.1 Bezoek aan buurthuizen en speeltuinen door bewoners Noordwest in afgelopen jaar (%) (n=154) vaker dan 3 keer
1-3 keer
Buurthuizen: Het Vorstelijk Complex
11%
15%
De Speler
9%
7%
Zuilen
3%
6%
De Uithoek
3%
2%
SEB
2%
4%
Boschhardt
2%
2%
COV
2%
-
't Zand
1%
1%
Plein 11
-
2%
1%
1%
Stella Maris
-
1%
Roobolkapel
-
1%
Eigen Haard
-
-
Het Noordse Park
4%
9%
De Watergeus
2%
4%
De Duizendpoot
1%
3%
De Speelboom
1%
2%
Geuzenkwartier
Speeltuinen:
Bron: Wijkraadpleging Noordwest, 2013
Tabel 4.2 Deelname aan soorten activiteiten in buurthuis in de afgelopen twee jaar (%) (n=154)
Belangenbehartiging
17%
Dans of yoga
10%
Ontspanning
7%
Ontmoeting
6%
Koken en samen eten
2%
Sport
1%
Coaching en trainingen
1%
Lessen
0%
Anders
4%
Bron: Wijkraadpleging Noordwest, 2013
Ontmoeting meest bekende buurthuisfunctie Aan bewoners is niet alleen gevraagd of zij zelf hebben deelgenomen aan de activiteiten in het buurthuis, maar ook of zij er van op de hoogte zijn dat deze activiteiten in het algemeen plaatsvinden in hun buurthuizen. Het blijkt dat buurthuisactiviteiten zoals ontmoeting (77%) en belangenbehartiging (68%) bij de meeste bewoners wel bekend zijn. Dat in buurthuizen ook activiteiten zijn op het gebied van coaching en trainingen is bij minder bewoners bekend (46%) (zie tabel 4.3).
22
Tabel 4.3 Bekendheid van bewoners in het algemeen met activiteiten buurthuis (%) (n=154)
Ontmoeting
77%
Belangenbehartiging
68%
Ontspanning
63%
Lessen
60%
Dans of yoga
59%
Sport
59%
Koken en samen eten
51%
Coaching en trainingen
46%
Bron: Wijkraadpleging Noordwest 2013
Rond 80% van de bewoners ziet buurthuisactiviteiten als waardevol Bewoners zijn gevraagd om aan te geven hoe waardevol zij het vinden dat er bepaalde activiteiten plaatsvinden in de buurthuizen van Noordwest. 86% van de bewoners vindt het aanbieden van lessen en cursussen in het buurthuis (zeer) waardevol, en 84% het aanbieden of mogelijk maken van belangenbehartigingsactiviteiten. Relatief het minst vaak noemt met ontspannings- en bewegingsactiviteiten als (zeer) waardevol, maar gaat het nog steeds om 76% van de ondervraagden. Tabel 4.4 Waardering bewoners voor buurthuisactiviteiten (%) (n= 154) (zeer) waardevol Lessen en cursussen
86%
Belangenbehartiging
84%
Speeltuinopenstelling
84%
Ontmoeting
79%
Coaching en training
77%
Ontspanning
76%
Beweging
76%
Bron: Wijkraadpleging Noordwest, 2013
Wensen van de wijkbewoners 12% van de bewoners geeft aan nog wel meer of andere welzijnsactiviteiten te willen hebben in de wijk. Voorbeelden die zij noemen zijn: activiteiten voor kinderen vanaf dertien jaar; sollicitatietraining/begeleiding naar betaald werk, ruimere openstelling speeltuin, activiteiten voor jonge ouders met kinderen of alleenstaande ouders, interculturele ontmoeting en muzikale activiteiten.
4.2 Conclusies Als we kijken naar de manier waarop bewoners van Noordwest gebruik maken van de buurthuisvoorzieningen, dan zien we dat 41% van de bewoners in het afgelopen jaar gebruik heeft gemaakt van het buurthuis en 16% van een speeltuin in de wijk. Vooral namen bewoners veel deel
23
aan belangenbehartigingsactiviteiten en aan dans- of yogacursussen. Bewoners vinden de diverse buurthuisactiviteiten in het algemeen (zeer) waardevol. Vooral het aanbod aan cursussen en lessen vinden zij belangrijk, evenals de mogelijkheid die het buurthuis biedt voor belangenbehartigingsactiviteiten (bijvoorbeeld bewonersbijeenkomsten). Ook de speeltuinopenstelling wordt als waardevol gezien.
24
5 Belangstelling bewoners voor vrijwilligerswerk Noordwest
5.1 Deelname aan vrijwilligerswerk in Noordwest
Een op de tien bewoners doet aan vrijwilligerswerk in buurthuis of speeltuin Aan de bewoners van Noordwest is gevraagd of zij op dit moment vrijwilligerswerk in een buurthuis of speeltuin doen. 10% geeft aan dat dit het geval is en zo'n driekwart van de vrijwilligers is tevreden over het soort vrijwilligerswerk dat zij doen. Redenen van tevredenheid zijn volgens respondenten dat zij op deze manier contact hebben met andere bewoners en dat het een gevoel van voldoening geeft. 5% is ontevreden over het soort vrijwilligerswerk dat zij doen. Als reden noemen zij dat er te weinig vrijwilligers zijn waardoor er volgens hen een groot 'afbreukrisico' is.
Een op de twaalf bewoners wil meer of vaker vrijwilligerswerk vrijwilligerswerk doen 8% van de bewoners heeft aangegeven meer of vaker te willen helpen bij de uitvoering van bestaande of nieuwe welzijnsactiviteiten. Nog eens 23% zegt misschien wel te willen helpen. Redenen om mee te willen helpen zijn voor de respondenten het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid, het helpen van andere mensen, het ontmoeten van andere mensen en het hebben van een dagbesteding. Redenen om niet mee te willen helpen als vrijwilliger aan de uitvoering van bestaande of nieuwe welzijnsactiviteiten zijn tijdgebrek, andere prioriteiten, gezondheidsproblemen of onbekendheid met vrijwilligerswerk. Van de mensen die hebben aangegeven dat zij beschikbaar zijn voor het organiseren van buurthuis- of welzijnsactiviteiten heeft ruim 43% één tot vier uur in de maand tijd (zie tabel 5.1). Tabel 5.1 Tijd beschikbaar voor organiseren van buurthuisbuurthuis- of welzijnsactiviteiten (%) (n= 154)
1-4 uur per maand
43%
5-8 uur per maand
13%
9 uur of meer per maand Weet niet
9% 28%
Bron: Wijkraadpleging Noordwest, 2013
25
5.2 Conclusies Wat betreft de bereidheid van bewoners in Noordwest om aan vrijwilligerswerk te doen, zien we dat 10% van de respondenten nu al aan vrijwilligerswerk doet, 8% bereid is om het te gáán doen, en nog eens 23% misschien wel aan vrijwilligerswerk wil gaan doen. Redenen voor bewoners om vrijwilligerswerk te willen gaan doen zijn het vergroten van hun maatschappelijke betrokkenheid, het helpen van andere mensen en het hebben van een dagbesteding.
26