Noordwest Overijssel

Noordwest Overijssel

Informatiebrochure wenszitting Herinrichting Noordwest Overijssel Deelgebied Blokzijl-Vollenhove

Blokzijl Vollenhove

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

januari 2014

Informatiebrochure wenszitting Herinrichting Noordwest Overijssel Deelgebied Blokzijl-Vollenhove

Colofon Dit is een uitgave van

samenwerken aan landinrichting

Contactpersoon Tot 1 maart 2015 Ab Albers Projectleider Gebiedsontwikkeling T 038 427 19 99 M 06 52 40 11 91 F 038 427 12 42 [email protected] Kernteam West Overijssel/Flevoland Lübeckplein 34 | 8017 JS Zwolle Postbus 10051 | 8000 GB Zwolle Na 1 maart 2015 Paul Niens Secretaris herinrichting Blokzijl-Vollenhove T 038 499 85 42 [email protected] Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Datum

januari 2015

2 Dienst Landelijk Gebied

Woord van de voorzitter Vanaf 23 februari tot en met 20 maart 2015 zijn er gedurende twee aaneengesloten weken wenszittingen. Hierop kunnen alle rechthebbenden hun wensen voor een nieuwe toedeling van gronden kenbaar maken. Deze wensen zijn van belang om tot een goed plan van toedeling te komen. Voor de wenszitting ontvangt u binnenkort een persoonlijke uitnodiging. In deze brochure vindt u alle informatie over de wenszitting en het plan van toedeling. Ik raad u aan deze informatie goed te bestuderen. Het is in uw eigen belang dat u zich terdege voorbereid op de toekomstige toedeling. Hoe zorgvuldiger u uw wensen formuleert, des te beter de uitvoeringscommissie deze kan gebruiken bij het maken van het plan van toedeling. Wellicht is het ook verstandig om deze brochure als naslagwerk te bewaren. U kunt er later in het proces van de herverkaveling nog eens op terug grijpen. Ter voorbereiding van de wenszittingen nodig ik u, namens de uitvoeringscommissie, uit voor de voorlichtingsbijeenkomst op:

Maandag 16 februari 2015 om 20.00 uur (zaal open vanaf 19.30 uur) in: Multifunctioneel Centrum De Ploats, Groenestraat 18, 8356 DB te Blokzijl U krijgt daar een toelichting en kunt algemene vragen stellen over de wenszitting en over het verdere verloop van het proces. Ik wens u succes toe met de voorbereiding en hoop u te ontmoeten tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten of tijdens de wenszittingen. Martin Verbeek, voorzitter uitvoeringscommissie Blokzijl-Vollenhove

3 Informatie brochure wenszitting


Inhoud Woord van de voorzitter ............................................................... 3 1

Inleiding 1.1 Leeswijzer ................................................................................ 7

2

Algemene informatie 2.1 Inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove ....................................... 9 2.2 Herverkavelingprocedure ....................................................... 10

3

4

De uitgangspunten en randvoorwaarden 3.1 Uitgangspunten herverkaveling Blokzijl-Vollenhove............ 3.1.1 Randvoorwaarden voor de toedeling ..................... 3.1.2 Uitgangspunten voor ruil en toedeling .................. 3.1.3 Grondverwerving en bestemming........................... 3.2 Ruilklassenkaart ...................................................................... 3.3 Randvoorwaardenkaart .......................................................... 3.4 Blokdelenkaart ........................................................................

13 13 14 14 15 16 16

De wenszitting 4.1 Voor wie is de wenszitting? ................................................... 17 4.2 Wat er gebeurt op de wenszitting? ....................................... 18 4.3 Herverkavelingsportal ............................................................ 19

5

6

Het plan van toedeling 5.1 Opstellen plan van toedeling................................................. 5.2 Over- en onderbedeling ......................................................... 5.3 Peildatum ................................................................................ 5.4 Pacht ................................................................................... 5.5 Het ter visie leggen van het ontwerp-ruilplan ...................... 5.6 Behandeling zienswijzen en vaststelling ruilplan ................. 5.7 Vaststelling ruilplan ................................................................

21 22 22 22 22 23 23

Overige onderwerpen 6.1 Lijst der geldelijke regelingen (LGR) ...................................... 25 6.2 Besluit Tijdelijk Gebruik (BTG) ................................................ 25 6.3 Meldingsplicht particuliere werkzaamheden ....................... 26 Nadere informatie .......................................................................... 27 Bijlage 1: Uitgangspunten herverkaveling in het deelgebied Blokzijl-Vollenhove ........................................................ 31 Bijlage 2: Toelichting op de ruilklassenkaart ................................ 35 Bijlage 3: Toelichting bij het wensformulier voor de wenszitting 41



1 Inleiding Voor u ligt de informatiebrochure met betrekking tot de wenszitting voor het ruilplan deelgebied Blokzijl-Vollenhove binnen de herinrichting Noordwest Overijssel. Deze wenszitting start op 23 februari en duurt 4 weken, tot en met 20 maart 2015. De voorlichting hierover wordt gehouden op maandag 16 februari 2015 om 20.00 uur in De Ploats, Groenestraat 18 te Blokzijl. Het deelgebied Blokzijl-Vollenhove is het derde en tevens laatste deelgebied binnen de herinrichting Noordwest Overijssel waarvoor een ruilplan wordt gemaakt. Op 1 juli 2014 is door Gedeputeerde Staten (GS) van Overijssel het Inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove vastgesteld. De opgave voor dit gebied bestaat uit het ruilen van grond voor de verbetering van de landbouwkundige verkaveling en voor het (zoveel mogelijk) vrijruilen van de gronden van de herijkte EHS. Deze opgave wordt uitgevoerd middels het doorlopen van een wettelijk herverkavelingproces. De rechtspositie van de individuele eigenaren is in de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) geregeld. Bij het opstellen van het plan van toedeling heeft de commissie te maken met een aantal regels en uitgangspunten waaraan zij zich moet houden. Deze regels en uitgangspunten staan, samen met het herverkavelingproces, beschreven in deze brochure. Deze brochure vormt een handig naslagwerk en de uitvoeringscommissie raadt u aan deze brochure daarom te bewaren.

1.1 Leeswijzer In deze brochure is aangegeven op welke wijze de uitvoeringscommissie voor het deelgebied Blokzijl-Vollenhove een plan van toedeling gaat opstellen. U treft hierin antwoord op vragen als: wat is een wenszitting? Wat zijn de uitgangspunten? Hoe wordt het plan van toedeling gemaakt en hoe verloopt de vaststellingsprocedure?


In hoofdstuk 2 wordt algemene informatie gegeven over de herinrichting BlokzijlVollenhove en op hoofdlijnen aangegeven hoe het proces van de herverkaveling er uit ziet. In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten beschreven die de basis vormen voor het op te stellen plan van toedeling. Hoofdstuk 4 gaat uitgebreid in op de in te houden wenszitting. In hoofdstuk 5 wordt beschreven hoe het opstellen van het plan van toedeling in zijn werk gaat en in hoofdstuk 6 komen overige relevante onderwerpen kort aan de orde.


2 Algemene informatie 2.1 Inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove Het deelgebied Blokzijl-Vollenhove strekt zich aan de westkant van de Wieden uit van Blokzijl tot Zwartsluis. Het is een zeer divers gebied met verschillende landschaptypen. Tussen Blokzijl en Vollenhove ligt het veenweidegebied, het Leeuwterveld. Ten westen van het Leeuwterveld liggen de Uiterdijken van de voormalige Zuiderzee. Kenmerkend is het gemaal A.F. Stroink aan het Ettenlandsch kanaal. Rond Vollenhove, St. Jansklooster en Heetveld ligt het kleinschalige Hoge Land van Vollenhove. Deze keileembult ligt tot meer dan 10 meter hoger dan het omliggende veenweidegebied. Kenmerkend zijn de singels en houtwallen rondom akkers en weilanden en het landgoed de Oldenhof. Het Hoge Land loopt geleidelijk af naar de Bentpolder in het westen en de Barsbekerbinnenpolder in het zuiden, richting Zwartsluis. Het in juli 2014 vastgestelde Inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove vormt het uitgangspunt voor het op te stellen plan van toedeling. De uitvoering van het Inrichtingsplan vindt plaats onder de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG). Vanaf 1 januari 2007 is deze wet van kracht voor de inrichting van het landelijk gebied. De provincie Overijssel is verantwoordelijk voor de inrichting van het landelijk gebied. Gedeputeerde Staten hebben de uitvoeringscommissie Blokzijl-Vollenhove benoemd, als opvolger van de adviescommissie Noordwest Overijssel - deelgebied BlokzijlVollenhove. De uitvoeringscommissie heeft tot taak het Inrichtingsplan uit te voeren krachtens delegatie van Gedeputeerde Staten.


In het Inrichtingsplan zijn de volgende

realisatie van bovengenoemde maatregelen

uitvoeringsmaatregelen opgenomen:

op dit moment niet mogelijk is. Om de grond

• Verbeteren ruimtelijke structuur grondgebon-

wél op de juiste plek te krijgen en tegemoet te komen aan de individuele wensen voor

den landbouw; • Vrij ruilen begrensde EHS (Ecologische Hoofd-

verbetering van de agrarische bedrijven, is het

structuur, deze staan ook weergegeven op de

nodig dat er een ruilplan wordt opgesteld. In

inrichtingsplankaart):

dit ruilplan wordt een nieuwe kavelindeling

-

Delen van de Barsbekerbinnenpolder;

tot stand gebracht, waarbij de rechten van

-

Gebied tussen de Duinweg en de Wieden;

grondeigenaren worden vastgesteld en nieuwe

-

Omgeving Duinigermeer-Noorderdiep;

kavels worden toegedeeld.

-

Overgangszone aan de oostkant van het Hoge Land naar de Wieden;

-

Verbinding naar het Vollenhovermeer;

2.2 Herverkavelingprocedure

-

Hevenweg.

Om het plan van toedeling (ruilplan) op te kunnen stellen moet er een wettelijk vastgelegde

In de afgelopen jaren heeft Bureau Beheer

procedure worden gevolgd (zie figuur 1). Op

Landbouwgronden (BBL) grond verworven

de afzonderlijke procedurestappen wordt in de

binnen het deelgebied Blokzijl-Vollenhove. In

volgende hoofdstukken ingegaan, hieronder

totaal is hiervoor 66 hectare beschikbaar in het

geven we u een overzicht van de totale

herverkavelingblok Blokzijl-Vollenhove. Deze

procedure.

grond ligt niet altijd op de goede plek, waardoor Inrichtingsplan

Besluit tot herverkaveling

Verstrekken opdracht uitvoeren herverkaveling

Opstellen ruilplan

Uitvoeren van werken

Lijst van rechthebbenden Pacht registratie Wenszitting Plan van toedeling Ontwerp ruilplan

Vaststellen ruilplan Ruilakte

Opstellen lijst der geldelijke regelingen Ontwerp lijst der geldelijke regelingen

Vaststellen lijst der geldelijke regelingen Afrekening

Figuur 1: Schema herverkavelingprocedure


Het ruilplan is gebaseerd op

vonnis, respectievelijk arrest, is gewezen door

de kadastrale situatie van de

de rechtbank of Raad van State, is het ruilplan

peildatum, in het geval van

onherroepelijk geworden en kan de akte van

Blokzijl-Vollenhove is deze

toedeling worden opgemaakt door de notaris.

vastgesteld op 1 september 2014.

Na het ruilplan volgt de Lijst der Geldelijke

De procedure voor het

Regelingen (LGR). Hierbij worden de lasten voor

opstellen van het ontwerpruil-

de gezamenlijke eigenaren verdeeld naar de

plan begint met het vaststellen

mate van het nut dat iedereen heeft gehad van

van de ‘uitgangspunten

de herverkaveling. Ook kunnen verrekeningen

voor het herverkavelingblok

worden opgenomen van zaken met waarde

Blokzijl-Vollenhove’ en de

tussen belanghebbenden. Ook over- en

‘ruilklassenkaart’. Deze zijn

onderbedelingen worden verrekend in deze lijst.

door de uitvoeringscommissie op 21 november 2014

In onderstaand schema is de globale planning

vastgesteld.

van de verschillende processtappen opgenomen.

Daarop volgt de wenszitting, waar alle betrokkenen hun

Planning herverkavelingprocedure Blokzijl-Vollenhove

wensen ten aanzien van

16 februari 2015

Voorlichtingsmiddag / avond

de uiteindelijke toedeling

23 februari / 20 maart 2015

Wenszittingen

de uitvoeringscommissie.

Maart – december 2015

Opmaken ontwerp-ruilplan

Na de wenszitting wordt

Januari/februari 2016

Tervisielegging ontwerpruilplan

vervolgens het ontwerp-

Februari - oktober 2016

Verwerking zienswijzen

ruilplan opgesteld waarbij de

Oktober 2016

Vaststellen definitief ruilplan

Oktober – april 2016

Verwerking beroepschriften (rechtbank)

2017

Verwerking cassatieverzoeken (Raad van State)

2018

Aktepassering en uitzetten kavelgrenzen

2019

Lijst der Geldelijke Regelingen

kenbaar kunnen maken aan

uitvoeringscommissie nauw samenwerkt met het Kadaster. Het ontwerp-ruilplan bevat 2 onderdelen: de lijst van rechthebbenden en het plan van toedeling. Zodra

Bij de verdere uitwerking en vaststelling van het

het ruilplan in ontwerp

ruilplan kan de UC in overweging nemen om nog

gereed is, wordt het ter visie

na de wenszittingen een concept ruilplan met het

gelegd. Tegen het ter visie

gebied te bespreken. Indien dit plaatsvindt zal de

gelegde ontwerp-ruilplan

planning met circa een half jaar doorschuiven.

kunnen zienswijzen worden ingediend. Na behandeling van de ingediende zienswijzen wordt het ruilplan door de uitvoeringscommissie vastgesteld. Tegen dit besluit kan door middel van een verzoekschrift beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Tegen het vonnis van de rechtbank is cassatie mogelijk. Nadat het laatste



3 De uitgangspunten en randvoorwaarden Voordat met het ruilen van grond wordt begonnen, is het van belang dat de spelregels goed worden vastgelegd. Op basis van het op 1 juli 2014 vastgestelde Inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove en met in acht neming van de daarvoor geldende weten regelgeving heeft de uitvoeringscommissie uitgangspunten en randvoorwaarden vastgesteld. De herverkaveling vindt plaats onder de ‘Wet Inrichting Landelijk Gebied’ (WILG). Tevens zijn het Koninklijke ‘Besluit Inrichting Landelijk gebied’ en de ministeriële ‘Regeling Inrichting Landelijk Gebied’ van toepassing. De uitgangspunten en randvoorwaarden zijn vastgelegd in de volgende documenten: 1. Uitgangspunten herverkaveling Blokzijl-Vollenhove (zie ook bijlage 1); 2. Ruilklassenkaart (zie ook bijlage 2 en bijgevoegde kaart); 3. Randvoorwaardenkaart (zie bijgevoegde kaart).

3.1 Uitgangspunten herverkaveling Blokzijl-Vollenhove De uitgangspunten voor het plan van toedeling bevatten drie belangrijke onderdelen: 1.

Randvoorwaarden voor de toedeling;

2.

Uitgangspunten voor ruil en toedeling;

3.

Grondverwerving en bestemming.

3.1.1

Randvoorwaarden voor de toedeling

Bij het opstellen van het plan van toedeling moet rekening worden gehouden met de maatregelen die vermeld staan op de plankaart van het Inrichtingsplan. Sommige gronden krijgen een andere functie en kunnen niet langer (volledig) landbouwkundig worden gebruikt, zoals de nieuwe natuurgebieden. De maatregelen uit het vastgestelde Inrichtingsplan zijn maatgevend voor het


ruilplan.

Alle aanwezige landschapselementen of

Enkele planonderdelen kunnen niet op de

beplantingen binnen het herverkavelinggebied

kaart worden aangegeven, zoals het eventueel

zijn in principe te handhaven en waardevol.

aanleggen of verbeteren van insteekwegen

Wanneer een landschapselement of beplanting

ten behoeve van de verbetering van de

verwijderd dient te worden ten behoeve

landbouwkundige structuur. De ligging van

van de verkaveling wordt per geval door

deze elementen is afhankelijk van de nieuwe

een landschapsdeskundige bepaald of dit

toedeling en daardoor op voorhand nog niet

landschappelijk ‘gewenst’ is en of en in welke

bekend. In het plan van toedeling worden

vorm compensatie nodig is.

deze onderdelen zodanig ingepast dat er geen negatieve gevolgen optreden voor de

3.1.3

verkaveling.

Ten behoeve van het verkavelingsproces

Grondverwerving en bestemming

is ruilgrond nodig. Ruilgrond die nodig is

3.1.2

Uitgangspunten voor ruil en toedeling

om de toedeling passend te maken. Dit worden landmetershectares genoemd.

De uitgangspunten herverkaveling Blokzijl-

Ten behoeve van het verkavelingsproces is

Vollenhove zijn opgesteld krachtens artikel 4

binnen deelgebied Blokzijl-Vollenhove 66 ha

van het Besluit Inrichting Landelijk Gebied. De

ruilgrond nodig om alleen de verkaveling te

uitvoeringscommissie heeft hierover een besluit

kunnen uitvoeren (taakstelling). Verrekening

genomen in haar vergadering van 21 november

van over- en onderbedelingen, ten opzichte

2014. In het document zijn de uitgangspunten

van de ingebrachte kavels, geschiedt op basis

vastgesteld op basis waarvan het plan van

van agrarische verkeerswaarde bij de lijst der

toedeling (als onderdeel van het ruilplan) wordt

geldelijke regelingen.

ontworpen. Deze uitgangspunten geven daarbij het beleid weer dat wordt nagestreefd bij het

Wanneer dit de totstandkoming van een

realiseren van de doelen uit het Inrichtingsplan.

behoorlijke herverkaveling in de weg staat, kan

Eventuele beperkingen waar rekening mee

worden afgeweken van toedeling van dezelfde

moet worden gehouden zijn eveneens hierin

oppervlakte als ingebracht. In dat geval mag

beschreven.

dit er niet toe leiden dat de toedeling van de oppervlakte van een eigenaar meer dan vijf

Huiskavels en/of huispercelen (huis met erf en

procent kleiner is dan de oppervlakte van de

tuin) worden door de toedeling van de gronden

ingebrachte kavels. Dit is wettelijk verankerd.

in principe niet verkleind. Wel is het mogelijk om

Een onderbedeling van meer dan 5% is slechts

grenzen te wijzigen.

toegestaan, indien de grondeigenaar daarmee instemt. Overigens geldt deze regel ook indien

Waardevolle landschapselementen en

sprake is van overbedeling in oppervlakte meer

beplantingen

dan 5% ten opzichte van de inbreng.

De uitvoeringscommissie streeft ernaar om

Verrekening van over- en onderbedelingen,

zoveel mogelijk binnen het huidige landschap

de verschillen tussen inbreng en toedeling,

een nieuwe kavelindeling te maken. Dit kan

geschiedt op basis van agrarische

door de nieuwe eigendomsgrenzen zoveel

verkeerswaarde die bij het ruilplan is vastgesteld.

mogelijk langs bestaande landschapselementen

De formele afrekening van de grondkosten

zoals singels, bomenrijen, steilranden, etc. te

verloopt via de lijst der geldelijke regelingen

leggen, zodat deze gespaard blijven. Enerzijds

maar de commissie streeft er naar om de

gebeurt dit vanwege landschappelijke en

verrekening van de grondkosten meteen na de

cultuurhistorische redenen, anderzijds om de

aktepassering te laten plaatsvinden.

kosten van het kavelinrichtingswerk zoveel

Binnen het deelgebied Blokzijl-Vollenhove

mogelijk te beperken.

komen vele wegen (al dan niet verhard),


waterlopen en dijken/

Lid 3.

Voor zover het belang van de

kaden met de daartoe

landinrichting zich hiertegen niet

behorende kunstwerken voor.

verzet, wordt aan iedere eigenaar

De wegen en waterlopen

een recht toegedeeld met betrekking

en dijken/kaden zijn in

tot onroerende zaken van gelijke

eigendom bij particulieren

hoedanigheid en gebruiksbestemming

en openbare instanties. In het Inrichtingsplan zijn hier

als door hem is ingebracht; Lid 4.

Bij ministeriële regeling worden nadere

geen wijzigingen voorzien.

regels gesteld over de uitvoering van het

Daarom blijven deze wegen,

tweede lid, tweede volzin, en de in het

waterlopen en kunstwerken

derde lid bedoelde gelijke hoedanigheid

in principe in eigendom,

en gebruiksbestemming.

beheer en onderhoud bij de huidige eigenaren, beheerders

De hoedanigheid van de gronden heeft

en onderhoudsplichtigen.

betrekking op de gebruiksmogelijkheden van de

Er vindt daarom ook geen

gronden. Dit komt er op neer dat gronden op

zogenaamde toewijzing plaats.

basis van hun gebruiksbestemming ingedeeld

Het kortingspercentage is in

worden in bodem geschiktheidklassen. De

dit blok vastgesteld op 0%,

indeling in klassen gebeurt aan de hand van

omdat er geen maatregelen

bodemkundige criteria als ontwateringtoestand,

aangaande openbare wegen en

vochtleverend vermogen en stevigheid

waterlopen of verwezenlijking

van de bovengrond. Hierbij wordt gebruik

van ander voorzieningen van

gemaakt van de gedetailleerde bodem- en

openbaar nut in het plan zijn

grondwaterkartering (1:10.000) die is gemaakt

opgenomen.

door Alterra uit Wageningen. Gronden die dezelfde bodemgeschikheidklasse hebben, zijn

De volledige tekst van de

één op één (hectare tegen hectare) uitruilbaar.

uitgangspunten voor het

Als er door ruiling verschillen ontstaan, bestaat

herverkavelingblok Blokzijl-

er de mogelijkheid van compensatie.

Vollenhove is opgenomen in Binnen deelgebied Blokzijl-Vollenhove is

bijlage 1.

gekozen voor de gebruiksbestemming

3.2 Ruilklassen kaart

“akker- en weidebouw”. Dit omdat de

Op basis van de WILG (Wet

eisen voor beide gebruiksbestemmingen

Inrichting Landelijk Gebied)

voldoende overeenkomen en omdat de

wordt er geruild op basis

gebruiksbestemming van de grond veelal

van oppervlakte. Bij het

regelmatig wisselt van akkerbouw naar

ruilen van percelen is de

weidebouw en andersom.

landbouwkundige kwaliteit van de grond een belangrijke

Op basis van deze gebruiksbestemming

factor.

heeft de uitvoeringscommissie een ruilklassenkaart gemaakt. De gronden zijn

Om de rechten van de

in 5 bodemgeschiktheidklassen ingedeeld,

belanghebbenden veilig te

de zogenaamde ruilklassen. Deze kaart dient

stellen, is in artikel 52, lid 3 en

als basis voor de onderlinge vergelijking

4 van de WILG het volgende

van de te ruilen gronden. Volgens de WILG

vastgelegd (citaat):

dient de toegedeelde oppervlakte van gelijke hoedanigheid (kwaliteit) te zijn als de


ingebrachte oppervlakte. Er wordt op basis van

3.4 Blokdelenkaart

oppervlakte toegedeeld. Tijdens de wenszittingen kan worden In het belang van een goede waterhuishouding

aangegeven binnen welk(e) blokdeelnummer(s)

wordt er gestreefd om de volgende gronden

men wil worden toegedeeld.

aan het waterschap toe te delen: waterlopen in beheer en onderhoud bij het waterschap &

De blokdelenkaart voor het herverkavelingblok

dijken en kades in beheer van het waterschap.

Blokzijl-Vollenhove is als losse bijlage toegevoegd aan deze brochure.

De toegedeelde gronden na verkaveling mogen maximaal een bodemgeschiktheidklassen verschillen van de ingebrachte gronden en dit geldt per tenaamstelling. De ruilklassenkaart voor het herverkavelingblok Blokzijl-Vollenhove is als losse bijlage toegevoegd aan deze brochure. Een toelichting op deze kaart is opgenomen in bijlage 2.

3.3 Randvoorwaardenkaart Welke ruimte er is voor de toedeling van gronden aan rechthebbenden is in beeld gebracht op de randvoorwaardenkaart. Nieuwe en te handhaven wegen en waterlopen en natuurgebieden begrenzen deze ruimte. Binnen dit patroon moet de grond aan rechthebbenden worden toegedeeld. Om te weten te komen op welke plaats u uw gronden toegedeeld zou willen krijgen, organiseert de uitvoeringscommissie een wenszitting. Om het uitbrengen van de wensen gemakkelijker te maken is het herinrichtinggebied opgedeeld in een aantal blokdelen. De nummers van de blokdelen zijn in zwart vermeld op de bijgevoegde randvoorwaardenkaart. Deze nummers kunt u gebruiken bij het invullen van het wensformulier. De randvoorwaardenkaart voor het herverkavelingblok Blokzijl-Vollenhove is als losse bijlage toegevoegd aan deze brochure.


4 De wenszitting 4.1 Voor wie is de wenszitting? Alle grondeigenaren en geregistreerde pachters in het deelgebied Blokzijl-Vollenhove worden in de gelegenheid gesteld om tijdens de wenszitting aan te geven hoe men toegedeeld wenst te worden. Ook kan men aanvullende wensen of bijzonderheden aangeven. De wenszitting wordt gehouden van: Maandag 23 februari 2015 t/m vrijdag 20 maart 2015 in het Multifunctioneelcentrum De Ploats, Groenestraat 18 te Blokzijl. Alle betrokkenen worden schriftelijk op de hoogte gesteld en ontvangen een uitnodiging van het Kadaster. Uitnodiging Eigenaren met minder dan 2 ha eigendom of gebruik worden niet op datum en tijd uitgenodigd voor de wenszitting omdat er doorgaans niets verandert aan deze percelen. Zij ontvangen wel persoonlijk een brief van het Kadaster over de te volgen procedure en kunnen zich desgewenst ook aanmelden voor een persoonlijk gesprek met de commissie. Hebt u als kleinere eigenaar of gebruiker toch specifieke wensen, dan kunt u dit vermelden op het wensformulier dat bij deze informatiebrochure is gevoegd. Indien u het formulier ingevuld terugzendt, nodigt de uitvoeringscommissie u desgewenst uit voor een gesprek. Alle overige grondeigenaren en geregistreerde pachters met een inbrengoppervlakte van meer dan 2 hectare ontvangen een individuele uitnodiging voor de wenszitting. Hierop staat datum en tijd aangegeven waarop u verwacht wordt op de wenszitting aanwezig te zijn. Per gesprek is circa een half uur tot drie kwartier gereserveerd. Als sprake is van onverdeeld eigendom, dat wil zeggen als meerdere personen samen eigenaar zijn, wordt alleen de hoofdeigenaar opgeroepen.


De hoofdeigenaar, ook wel kopman genoemd,

velingblok hebben liggen, is dit eenvoudig

is degene die in de tenaamstelling als eerste is

aan te geven. Van belanghebbenden die

genoemd. Hij of zij wordt geacht ook namens

hun bedrijfsgebouwen (huiskavel) buiten het

de mede-eigenaren de wensen uit te bren-

herverkavelingblok hebben liggen, wordt

gen. Daarvoor verdient het aanbeveling dat de

verwacht dat zij aangeven op welke plaats

(hoofd)eigenaar vooraf nader overleg pleegt met

zij het herverkavelingblok binnenkomen. De

de eventuele mede-eigenaren. Ook pachter en

plaats van veldschuren kan op de vragenlijst

verpachter raden wij aan om, indien er sprake is

worden vermeld.

van meerjarige pacht, vóór het uitbrengen van

4. De relatie tussen de verschillende R-nummers

hun wensen contact met elkaar op te nemen om

van dezelfde belanghebbende wordt genoteerd

hun wensen op elkaar af te stemmen.

Elke belanghebbende in de herverkaveling heeft een kadastraal registratienummer, het

Voor beperkte rechten (zoals erfdienstbaarhe-

zogenaamde R-nummer. Het kan zijn dat

den) en oude zakelijke rechten (o.a. jacht- en

een belanghebbende meerdere kadastrale

visrecht, eendenkooien) geldt dat wanneer deze

tenaamstellingen heeft en dus ook meerdere

niet op de lijst rechthebbenden voorkomen deze

R-nummers krijgt.

niet kunnen worden opgenomen in het plan van

5. De toedelingswensen worden genoteerd

toedeling en daarmee komen te vervallen.

Dit is het belangrijkste onderdeel van de

Het is daarom van belang dat uw lijst rechtheb-

wenszitting. Ten behoeve van de wensen

benden volledig is. In verband hiermee wordt

is het herverkavelingsgebied verdeeld in

u gevraagd op het wensformulier aan te geven

blokken, de zogenaamde blokdelen. Alle

welke rechten bij u aan de orde zijn.

blokdelen hebben een nummer (zie randvoorwaardenkaart). Indien gewenst, kan

Op de wenszitting wordt door of namens de

een nadere detailtekening gemaakt worden

uitvoeringscommissie geen enkele toezegging

binnen een blokdeel. Iedere rechthebbende

gedaan over het al dan niet vervullen van uw

kan maximaal drie wensen uit brengen. Voor

wensen.

landbouwbedrijven wordt de nadruk gelegd op vergroting van de huiskavel en samenvoe-

4.2 Wat er gebeurt op de wenszitting?

ging van veldkavels. Als grondgebruiker kunt

Tijdens de wenszitting van 23 februari tot en met

u goed beoordelen of de ruimte voor het

20 maart 2015. worden persoonlijke gesprekken

vergroten van de huiskavel beperkt is. In dat

georganiseerd waarbij zowel een medewerker

geval moet extra aandacht besteedt worden

van het Kadaster als een lid van de uitvoeringscommissie aanwezig is.

aan plaats en omvang van de veldkavel(s). 6. Het wensformulier wordt doorgenomen Het wensformulier is los bijgevoegd bij deze

Wat wordt met u besproken?

informatiebrochure. Belanghebbenden, die

1. Genoteerd wordt wie de wens uitbrengt

niet op een bepaald tijdstip zijn uitgenodigd

2. Aan de hand van een bedrijfskaart worden de

en ook niet komen op de wenszitting, wor-

ingebrachte percelen gecontroleerd

den wel verzocht de vragenlijst voor zover

Het is mogelijk dat er tussen het moment van

van toepassing in te vullen en de lijst op te

opmaken van de kadastrale boekhouding

sturen naar:

en de oproep voor de wenszitting aan- en/ of verkopen hebben plaatsgevonden. Het is

Secretariaat uitvoeringscommissie Blokzijl-

belangrijk dat de wensen zijn gebaseerd op

Vollenhove

de juiste kadastrale inbrengsituatie.

Uitvoeringscommissie Blokzijl-Vollenhove

3. De plaats van de bedrijfsgebouwen

Antwoordnummer 143

Voor belanghebbenden die hun bedrijfsge-

9700 VW Groningen

bouwen (huiskavel) binnen het herverka-

t.a.v. mw. R. Reijngoud


Degene die op de wenszitting komen worden verzocht het wensformulier ingevuld mee te nemen. Tevens wordt u verzocht om, indien u de beschikking heeft over een computer met internetverbinding, vast de vragen in het herverkavelingsportal (www. verkavelen.nl) in te vullen. Deze kunnen dan tijdens het persoonlijke gesprek met u worden doorgenomen. 7. Afsluiting De medewerker van het Kadaster leest de wensen eenmaal voor en vraagt of de wensen correct zijn genoteerd. Op verzoek kunt u een kopie van het ingevulde wensformulier meenemen. Op de wenszitting wordt door of namens de uitvoeringscommissie geen enkele toezegging gedaan over het al dan niet vervullen van uw wensen! U begrijpt dat de nieuwe toedeling met veel passen en meten tot stand komt. Daarom heeft de uitvoeringscommissie een belangrijk verzoek aan u: Bereid u goed voor op de wenszitting!



5 Het plan van toedeling 5.1 Opstellen plan van toedeling Nadat de uitvoeringscommissie bij de wenszitting alle wensen heeft verzameld, wordt begonnen met het maken van het plan van toedeling. Medewerkers van het Kadaster werken alle wensen uit in een rekenmodel. Het herverkavelinggebied Blokzijl-Vollenhove is verdeeld in blokken, de zogenaamde blokdelen. Misschien blijkt dat in sommige blokdelen de vraag naar ruimte groter is dan de beschikbare oppervlakte. Andere delen staan misschien minder in de belangstelling. Daar blijft dan ruimte over. Daarmee komt de uitvoeringscommissie voor een moeilijke taak te staan; naar alle redelijkheid en billijkheid moet de uitvoeringscommissie bepalen welke wensen ze wel/niet kan vervullen. Bij deze afweging moet de uitvoeringscommissie letten op wat in de Wet Inrichting Landelijk Gebied, de Regeling Inrichting Landelijk Gebied, het Besluit Inrichting Landelijk Gebied, de uitgangspunten voor het herverkavelingblok Blokzijl-Vollenhove en bij de ruilklassenkaart is bepaald. Zo bent u ervan verzekerd dat de uitvoeringscommissie zo objectief mogelijk de besluiten kan nemen. Iedere rechthebbende krijgt de toedelingsoppervlakte waarop hij recht heeft in één of meer blokdelen toegedeeld. Wanneer het geheel sluitend is gemaakt wordt per blokdeel bepaald op welke plaats iemand een kavel krijgt die overeenkomt met de daarin geplande toedelingsoppervlakte. Hierbij wordt gestreefd om elke rechthebbende dezelfde oppervlakte toe te delen als werd ingebracht. Nadat de definitieve grenzen zijn bepaald en op kaart zijn gezet, worden de bestaande hypotheken en bijzondere rechten aan de nieuwe kavels gerelateerd. Naast het eigendom wordt rekening gehouden met geregistreerde pacht, erfdienstbaarheden, rechten ten aanzien van nutsleidingen en dergelijke. De uitvoeringscommissie streeft ernaar om het aantal erfdienstbaarheden zo klein mogelijk te houden of te maken. Vervolgens kan het ontwerp-ruilplan met daarin


het ontwerp-plan van toedeling ter visie worden

notariële akten vóór de peildatum zijn ingeschre-

gelegd.

ven in de openbare registers van het Kadaster in het plan van toedeling verwerkt, daarna niet

5.2 Over- en onderbedeling

meer.

In het algemeen streeft de uitvoeringscommissie ernaar om de oppervlakte die u inbrengt ook

Als een rechthebbende na die peildatum een

daadwerkelijk weer aan u toe te delen. Dit is de

koopakte bij het Kadaster laat inschrijven, kan

totale oppervlakte van de door u ingebrachte

de uitvoeringscommissie geen rekening meer

kadastrale percelen. In het geval van Blokzijl-

houden met eventuele wensen van de nieuwe

Vollenhove is de bruto inbrengoppervlakte gelijk

eigenaar voor de betreffende percelen. Het plan

aan de netto inbrengoppervlakte, omdat er geen

van toedeling wordt gebaseerd op de wensen

korting ten algemene nutte wordt toegepast.

van degene die eigenaar was op de peildatum. De koper volgt dan zijn rechtsvoorganger (de

In het plan van toedeling worden bestaande

verkoper) bij de toedeling.

topografische grenzen (singels of sloten) zoveel mogelijk gehandhaafd. Bij de toedeling van

5.4 Pacht

nieuwe percelen op basis van de door u inge-

Het plan van toedeling regelt niet alleen het

brachte oppervlakte, kan het voorkomen dat de

eigendom. Het regelt ook de pacht, voor zover

nieuwe grens op een afstand van bijvoorbeeld

de uitvoeringscommissie daarvoor pachtcontrac-

5 meter van een bestaande singel zou komen te

ten heeft geregistreerd. Tot 1 september 2014 is

liggen. U begrijpt dat het dan logisch is om iets

de mogelijkheid geboden om pachtcontracten

meer dan de inbrengoppervlakte toe te delen,

te laten registreren bij de uitvoeringscommissie.

zodat de singel gehandhaafd kan blijven en niet

De commissie raadt pachter en verpachter aan

midden in een perceel komt te liggen. Daarom

om, voor het uitbrengen van hun wensen, eerst

bied de WILG de mogelijkheid om tot 5% van

contact met elkaar op te nemen om hun wensen

de ingebrachte oppervlakte te kunnen over- of

op elkaar af te stemmen. Omdat de herverkave-

onderbedelen, zonder toestemming van de

ling binnen deelgebied Blokzijl-Vollenhove een

rechthebbende. Deze marge mag alleen over-

gebruikersverkaveling betreft, wegen in beginsel

schreden worden wanneer de grondeigenaar

de belangen van gebruikers zwaarder dan van

daarmee instemt. Voor een onderbedeling of

eigenaren. Dit is echter mede afhankelijk van

een overbedeling groter dan 5% wordt door de

specifieke omstandigheden, waaronder pacht-

uitvoeringscommissie met belanghebbende een

vorm en contractsduur.

overeenkomst opgesteld. De waarde van de overmissie later in de lijst der geldelijke regelingen,

5.5 Het ter visie leggen van het ontwerp-ruilplan

tenzij er een andere afspraak wordt gemaakt.

De lijst van rechthebbenden en het plan van

of onderbedeling verrekent de uitvoeringscom-

toedeling vormen samen het ruilplan. Als het Voor kleine afrondingen in toedelingsopper-

Kadaster het ontwerp-ruilplan klaar heeft, wordt

vlakte in positieve zin zijn de zogeheten ‘landme-

het gedurende 6 weken ter visie gelegd. Dit zal

tershectares’ opgenomen. De landmeter kan van

naar verwachting in januari/februari 2016 zijn.

deze oppervlakte gebruik maken bij het uitwer-

Alle eigenaren en pachters binnen deelgebied

ken van het plan van toedeling.

Blokzijl-Vollenhove worden in de gelegenheid gesteld om het ontwerp-ruilplan te bekijken. Als

5.3 Peildatum

u het met uw toedeling niet eens bent kunt u

Tijdens het opstellen van het plan van toedeling

hiertegen een zienswijze indienen. Als onderdeel

gaan aan- en verkopen in het gebied gewoon

van het ruilplan wordt tegelijkertijd de lijst recht-

door. Tot aan de peildatum van 1 september

hebbenden ter visie gelegd. Op deze lijst staat

2014 worden alle aan- en verkopen waarvan de

welke gronden iedereen in eigendom inbrengt,


evenals andere zakelijke rech-

belanghebbenden worden op één of meerdere

ten zoals erfpacht, recht van

hoorzittingen gehoord. Tijdens deze hoorzit-

opstal en erfdienstbaarheden.

tingen wordt de zienswijze en daarnaast ook al-

Als u het met de lijst van

ternatieven en eventueel mogelijke oplossingen

rechthebbenden niet eens bent

besproken. Daarna neemt de uitvoeringscommis-

kunt u hiertegen eveneens een

sie een standpunt in en wordt het ruilplan al dan

zienswijze indienen.

niet aangepast.

Zodra het ontwerp-ruilplan ter visie wordt gelegd, ontvangt

5.7 Vaststelling ruilplan

u hiervan bericht. Nadere

Na de behandeling van de zienswijzen wordt het

informatie over dit onderwerp

ruilplan door de uitvoeringscommissie vastge-

wordt in een volgende brochu-

steld en wederom gedurende 6 weken ter visie

re of nieuwsbrief gegeven.

gelegd. Gedurende deze periode kan men in

De uitvoeringscommissie over-

beroep gaan bij de Rechtbank door een verzoek-

weegt om, net als in deelge-

schrift in te dienen. Deze mogelijkheid bestaat

bied Scheerwolde, voorafgaand

alleen voor degenen die eerder een zienswijze

aan de tervisielegging van het

hebben ingediend, of voor wie het ruilplan is

ontwerpruilplan, een tussen-

gewijzigd ten opzichte van het ontwerp-ruilplan.

stap te maken. Deze tussenstap

Na behandeling en beslissing door de Rechtbank

zou bestaan uit het kenbaar

(Zwolle-Lelystad) bestaat nog de mogelijkheid

maken van het conceptschets-

van cassatie bij de Hoge Raad.

plan. Dit conceptschetsplan is

Nadat het ruilplan onherroepelijk is geworden,

dan een plan zonder status,

wordt de akte van toedeling opgemaakt. Met het

waarin de commissie het

passeren van deze akte wordt de nieuwe eigen-

gebied de mogelijkheid geeft

domssituatie juridisch vastgelegd. Afhankelijk

om kennis te nemen van het

van de situatie kan de feitelijke ingebruikname

schetsplan zoals het er dan bij

(de kavelovergang) op een eerder tijdstip plaats-

ligt. Rechthebbenden kunnen

vinden. Op sommige percelen worden werk-

vervolgens hun reactie hierop

zaamheden verricht om het perceel vergelijkbaar

kenbaar maken en de commis-

te maken met de ingebrachte percelen. De zoge-

sie gebruikt deze reacties om

noemde kavelaanvaardingswerken zijn bijvoor-

tot een nadere detaillering van

beeld het graven van afwateringssloten of het

het schetsplan te komen tot

aanbrengen van een perceelsdam. Ook daarover

een ontwerpruilplan.

wordt u in de toekomst nader geïnformeerd.

Of deze tussenstap daadwerkelijk wordt gemaakt, is nog niet zeker. Ook hiervoor geldt dat u hiervan weer in kennis gesteld zult worden.

5.6 Behandeling zienswijzen Alle zienswijzen die zijn ingediend tegen het ontwerpruilplan worden door de uitvoeringscommissie besproken. De indiener en de eventuele



6 Overige onderwerpen 6.1 Lijst der geldelijke regelingen (LGR) Als het ruilplan is vastgesteld en de akte is gepasseerd, volgt de financiële afrekening. De gezamenlijke eigenaren betalen mee in de kosten die gemaakt zijn voor verbetering van de landbouwstructuur. Deze kosten worden voor een deel gesubsidieerd. Het overige deel moet betaald worden door de gezamenlijke eigenaren. De verrekening vindt plaats op basis van het nut van de verkaveling voor de betreffende eigenaren. Wanneer een eigenaar geen nut heeft van de verkaveling, betaalt die eigenaar ook niet mee aan de kosten. Iedereen die nut heeft gehad van de verkaveling moet betalen. Uiteraard geldt: hoe meer nut men heeft, hoe meer men moet betalen. Bij de lijst der geldelijke regelingen worden ook de verrekenposten als gevolg van de herverkaveling (bijvoorbeeld over- en onderbedelingen, verrekenen van erfdienstbaarheden) in rekening gebracht. Op basis van de WILG moet in één keer worden afgerekend. U krijgt nadere informatie over dit onderwerp wanneer dit onderdeel actueel wordt.

6.2 Besluit Tijdelijk Gebruik (BTG) Om vóór de aktepassering van het plan van toedeling al percelen te ruilen, kan jaarlijks een Besluit Tijdelijk Gebruik worden genomen. Met behulp van het Besluit Tijdelijk Gebruik kan de uitvoeringscommissie percelen vrijruilen om maatregelen uit het Inrichtingsplan voorafgaand aan de aktepassering uit te voeren. Tot aan de aktepassering of de kavelovergang ontvangt de betrokken particulier/agrariër een vast bedrag per jaar als schadeloosstelling voor het inleveren van de grond. Raakt de betrokkenen een substantieel deel van zijn totale grondbezit kwijt en wil men hiervoor vervangende grond, dan krijgt men tot aan de aktepassering van het plan van toedeling vervangende grond aangeboden door de uitvoeringscommissie. De uitvoeringscommissie heeft altijd de mogelijkheid om de uitgebruik


genomen gronden te compenseren met vervangende grond. Aan het Besluit Tijdelijk Gebruik zijn ten aanzien van het plan van toedeling geen juridische rechten te ontlenen.

6.3 Meldingsplicht particuliere werkzaamheden Op grond van artikel 35 van de WILG, moet u voordat u overgaat tot het uitvoeren van werkzaamheden zoals het stichten van gebouwen, het kappen/rooien van bomen of singels, het egaliseren en/of draineren van percelen, het dempen van sloten en het planten van meerjarige gewassen etc. toestemming van de uitvoeringscommissie vragen. Dit moet schriftelijk bij het secretariaat aangevraagd worden. U dient dit te doen voordat het Ruilplan definitief is. De consequentie van het niet aanvragen van toestemming kan zijn dat bij het plan van toedeling geen rekening wordt gehouden met eventuele gedane investeringen, omdat deze niet bekend zijn bij de commissie.


Nadere informatie Voor nadere informatie over het Inrichtingsplan BlokzijlVollenhove en de verkavelingprocedure kunt u contact opnemen met het secretariaat van de uitvoeringscommissie Blokzijl-Vollenhove: Provincie Overijssel Uitvoeringscommissie Blokzijl-Vollenhove t.a.v. dhr. P. Niens Postbus 10078 8000 GB Zwolle Meer informatie is ook te vinden op www.noordwestoverijssel.nl. De uitvoeringscommissie bestaat uit: Lid:

Namens:

de heer M. Verbeek

voorzitter

de heer P. Evenhuis

landbouw

de heer A.A. van Benthem

landbouw

de heer W. Brus

gemeente Steenwijkerland en Zwartewaterland

de heer H.J. Pereboom

waterschap Reest en Wieden

mevrouw B. Claessens

natuur en landschap

de heer P. Niens

secretaris

Adviseurs van de commissie: mevrouw E. Haakmeester-Wolters Kadaster de heer J. Esenkbrink

waterschap Reest en Wieden

de heer H. Schiphorst

gemeente Steenwijkerland

mevrouw H. van Blom

gemeente Zwartewaterland



Bijlagen Bijlage 1:

Uitgangspunten voor het herverkavelingsblok Blokzijl-Vollenhove

Bijlage 2:

Toelichting op de ruilklassenkaart

Bijlage 3:

Toelichting bij het wensformulier voor de wenszitting

Los bijgevoegd: ruilklassenkaart, randvoorwaardenkaart, blokdelenkaart en wensformulier



Bijlage 1:

Uitgangspunten herverkaveling in het deelgebied Blokzijl-Vollenhove Uitgangspunten voor de herverkaveling, als bedoeld in artikel 4 van het Besluit inrichting landelijk gebied, voor het herinrichtingproject Blokzijl-Vollenhove.

Inleiding Krachtens het bepaalde in de Wet inrichting landelijk gebied (WILG) en onder meer artikel 4 van het Besluit inrichting landelijk gebied zijn onderstaande uitgangspunten vastgesteld op basis waarvan het ruilplan wordt ontworpen. Deze algemene uitgangspunten geven daarbij het beleid weer dat met betrekking tot de doeleinden, geformuleerd in het inrichtingsplan, wordt nagestreefd en de beperkingen die daarbij in acht dienen te worden genomen. Dit voor zover deze niet staan vermeld in het Besluit inrichting landelijk gebied. Daarnaast wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met hetgeen op de wenszittingen naar voren wordt gebracht, alsmede met de door Gedeputeerde Staten (GS) bepaalde bodemgeschiktheid per gebruiksbestemming en de daarbij behorende ruilklassenkaart. Het projectgebied Blokzijl-Vollenhove heeft een oppervlakte van bijna 3.500 ha. De voorbereiding van een besluit tot vaststelling van het ruilplan vindt plaats met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitgangspunten voor en doelstellingen van het ruilplan De uitgangspunten voor het ruilplan worden ontleend aan het inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove, vastgesteld bij besluit d.d. 1 juli 2014 en aan planologische gegevens op bestemmingsplanniveau. In het inrichtingsplan zijn onder meer de navolgende doelstellingen geformuleerd: ontwikkelen en versterken van een duurzame en concurrerende landbouw; verminderen van de milieubelasting (verminderen verkeersbewegingen); vrijmaken van gronden ten behoeve van de natuur door het toepassen van een evenwichtige inzet van het ruilinstrument.

Uitgangspunten voor de herverkaveling Met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 4 van het Besluit inrichting landelijk gebied en de geformuleerde doelstellingen als vermeld in het inrichtingsplan Blokzijl-Vollenhove zijn onderstaande uitgangspunten voor de herverkaveling vastgesteld. Daarbij geldt als algemeen beginsel dat het streven is gericht op het realiseren van de doelstellingen voor het gebied met betrekking tot landbouwstructuurversterking en natuurrealisatie.

De uitgangspunten: • Concentratie van verspreid gelegen grondgebruik bij de bedrijfsgebouwen; • Er wordt gestreefd naar verkorting van de afstand van de veldkavels tot de bedrijfsgebouwen; • Concentratie van kavels gaat voor afstandsverkorting;


• Er worden, voor zover mogelijk, landbouwkundig acceptabele kavels en doelmatig te bewerken kavels gevormd; • Bij kavelconcentratie wordt voorrang verleend aan de concentratie bij de bedrijfsgebouwen van melkveehouderijen boven die bij overige landbouwbedrijven; • Voor de rechthebbenden van wie de bedrijfsgebouwen buiten het herverkavelingblok zijn gelegen wordt een toedeling nagestreefd zo dicht mogelijk bij de plaats waar zij het blok binnenkomen; • Gestreefd wordt naar het vrijmaken van de gronden die op de plankaart bij het inrichtingsplan zijn aangegeven als nieuw te realiseren natuur of als uitwerkingsgebied ontwikkelopgave Natura 2000 ten behoeve van het realiseren van nieuwe natuur, dan wel door het realiseren hiervan door rechthebbenden die zich hiertoe verplichten middels een kwalitatieve verplichting (al dan niet met gebruikmaking van een subsidie op basis de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap); • Een gedeelte van het herinrichtinggebied is bij besluit van de Staatssecretaris van EZ van 25 november 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied De Wieden. Een ander gedeelte van het herinrichtinggebied is bij besluit van de Staatssecretaris van EZ van 4 juli 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht. Weer een ander zeer klein gedeelte is bij besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 december 2009 aangewezen als Natura 2000-gebied Zwarte Meer. Voor de Natura 2000-gebieden wordt een beheerplan opgesteld waarin wordt aangegeven welke beleids- en beheersmaatregelen nodig zijn om de instandhoudingdoelstellingen te realiseren. Het beheerplan moet nog worden vastgesteld. Uitgangspunt bij de toedeling is dat een rechthebbende niet tegen zijn wil een grotere oppervlakte in kavels in het Natura 2000-gebied krijgt toegedeeld dan door hem in het Natura 2000-gebied is ingebracht. Andersom kan een rechthebbende niet tegen zijn wil een grotere oppervlakte in kavels buiten het Natura 2000-gebied toegedeeld krijgen dan door hem in het Natura 2000-gebied is ingebracht.

Randvoorwaarden voor de toedeling Onverminderd het bepaalde in de WILG en het bepaalde in het Besluit inrichting landelijk gebied (artikelen 8 t/m 14), zijn voor het opmaken van het ruilplan nog de navolgende uitgangspunten te formuleren: • De uitvoeringscommissie heeft gebruik gemaakt van de bevoegdheid tot afwijken, als beschreven in artikel 8 lid 3 van het Besluit inrichting landelijk gebied, en komen tot de navolgende afwijkingen van het bepaalde in artikel 8 lid 1 en lid 2: 1.

Uitruilbaar tegen nihil inbreng zijn: • een lijnvormig landschapselement bestaande uit een houtopstand met een gemiddelde breedte van ten minste 3 meter.

2. Uitruilbaar als aangrenzende grond zijn: • een lijnvormig landschapselement bestaande uit een houtopstand met een gemiddelde breedte van minder dan 3 meter. Voor het overige blijft het bepaalde in artikel 8 lid 1 en 2 onverkort van kracht.


• De kadastrale grenzen van percelen die: a)

een waterhuishoudkundige functie vervullen;

b)

in beheer, onderhoud en eigendom zijn bij het waterschap;

c)

als zodanig zijn omschreven in de Legger van werken van het waterschap;

d)

niet van vorm en/of afmeting zullen wijzigen;

worden niet gewijzigd tenzij dit nodig is in het belang van de herinrichting. • Alle aanwezige landschapselementen of beplantingen zijn in principe te handhaven en waardevol. Wanneer een landschapselement of beplanting verwijderd dient te worden ten behoeve van de verkaveling wordt per geval door een landschapsdeskundige bepaald of dit landschappelijk wel ‘gewenst’ is en of en in welke vorm compensatie nodig is. • Bij het opmaken van het ruilplan wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met bestaande elementen en/of topografisch vastliggende grenzen zoals reliëf, kavelgrensbeplantingen, sloten en steilranden. Enerzijds geschiedt dit ten behoud van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden/ elementen en anderzijds om de kosten van het kavelinrichtingswerk zoveel mogelijk te beperken. • Gestreefd wordt naar een overzicht van de gronden die NSW-gerangschikt (Natuurschoonwet) zijn, door hiernaar te vragen tijdens de wenszittingen. In verband met de privacy is deze rangschikking niet openbaar. Met het oog op de toedeling is het van belang deze gronden in beeld te hebben, omdat de NSWgerangschikte gronden niet uitruilbaar zijn zonder toestemming van de eigenaar.

Door de uitvoeringscommissie genomen beslissingen met betrekking tot enkele wettelijke bepalingen Door de uitvoeringscommissie dienen beslissingen te worden genomen met betrekking tot enkele wettelijke bepalingen, als bedoeld in de WILG dan wel in het Besluit inrichting landelijk gebied. Artikel 35 WILG Bij het opmaken van het ruilplan zal rekening worden gehouden met de reeds door GS c.q. de uitvoeringscommissie verleende en nog te verlenen ontheffingen. Artikel 52, lid 1 en 3 WILG en artikel 19 Besluit inrichting landelijk gebied Iedere eigenaar heeft aanspraak op het verkrijgen van een recht van dezelfde aard, hoedanigheid en gebruiksbestemming als door hem is ingebracht. Indien een eigenaar met betrekking tot een onroerende zaak een recht krijgt toegedeeld van een andere hoedanigheid of gebruiksbestemming als door hem is ingebracht, dan kan de betrokken eigenaar worden gecompenseerd in oppervlakte in geval er sprake is van grond van een mindere kwaliteit. Van grond van een andere hoedanigheid of gebruiksbestemming is sprake indien er tussen inbreng en toedeling per saldo sprake is van een verschil (verslechtering) van één en meer bodemgeschiktheids(ruil)klassen. Oppervlakte- en kwaliteitsverschil tussen inbreng en toedeling wordt verrekend in het kader van de lijst der geldelijke regelingen, ongeacht de mate waarin dit kwaliteitsverschil bestaat.


Artikel 53, lid 3 WILG De uitvoeringscommissie zal bij het opmaken van het ruilplan uitsluitend rekening houden met de door haar geregistreerde pachtovereenkomsten. Bij eventuele belangenafweging tussen pachters onderling of pachters en eigenaar/gebruikers zal een groter belang worden gehecht aan pachtovereenkomsten met langere looptijd dan aan overeenkomsten met kortere looptijd. Artikel 54, lid 1 WILG Pachtruil zal in het algemeen alleen na overeenstemming met de daarbij betrokkenen worden toegepast. Indien in het belang van de landinrichting dan kan pachtruil ook worden toegepast zonder overeenstemming met betrokkenen. Artikel 56, lid 1 WILG en artikel 18 Besluit inrichting landelijk gebied De korting als bedoeld in artikel 56 lid 1 (korting wegen en waterlopen en daarmee samenhangende voorzieningen, korting natuur en landschap en voorzieningen van openbaar nut) bedraagt 0 %. Artikel 58, lid 1 en artikel 56 lid 1 aanhef onderdeel c en d WILG Tot een door de uitvoeringscommissie te bepalen tijdstip kunnen eigenaren en pachters verzoeken om algehele vergoeding in geld of compensatie in grond. De hoogte van de algehele vergoeding in geld wordt bepaald aan de hand van een taxatierapport. De keuzemogelijkheid wordt gesloten per 1 december 2014. Artikel 58 lid 2 WILG en artikel 3 Besluit inrichting landelijk gebied Wanneer de aan een eigenaar toe te delen oppervlakte kleiner is dan 10 are, de grond een agrarische bestemming heeft en de eigenaar geen redelijk belang heeft bij het verkrijgen van een dergelijke kavel, kunnen de uitvoeringscommissie tot het tijdstip van ter visie legging ruilplan, bepalen dat betrokken eigenaar in plaats van toedeling in grond algehele vergoeding in geld zal ontvangen.


Bijlage 2:

Toelichting op de ruilklassenkaart 1. Inleiding 1.1. De opdracht In opdracht van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in de provincie Overijssel heeft Alterra de gronden binnen de deelgebied Blokzijl-Vollenhove beoordeeld op hun geschiktheid voor weidebouw en akkerbouwmatige teelt van voedergewassen. De beoordeling is voor deze bodemgebruikvorm (gebruiksbestemming) op kaart vastgelegd (ruilklassenkaart). Tevens is hieraan een puntenwaardering gekoppeld. Dit product is mede gebaseerd op de samengestelde reeks van standaardprofielen. Over de aanpak en inhoud is overleg gevoerd tussen Mevr. M.J.G. Leferink en Dhr. A.A. Moning van de Dienst Landelijk Gebied van Overijssel en G.H. Stoffelsen van het Team Bodemgeografie van Alterra Wageningen. E. Kiestra, eveneens van het Team Bodemgeografie van Alterra, heeft de aanvullende kartering en de digitale verwerking uitgevoerd. G.H. Stoffelsen stelde de reeks van standaardprofielen samen, verzorgde de rapportage en begeleide de gebiedsdeskundigen.

1.2. Wettelijk kader ruilklassenkaart en toelichting In deelgebied Blokzijl-Vollenhove, groot ca. 3400 ha, is het doel om de landbouwstructuur te verbeteren door middel van herverkaveling waaraan een ruilplan ten grondslag dient te liggen. Bij het opstellen van het ruilplan speelt de landbouwkundige kwaliteit van de grond (bodemgeschiktheid) een belangrijke rol. In de uitvoeringsparagraaf van de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) staan de regels met betrekking tot het ruilen van gronden beschreven.

2. Leeswijzer In paragraaf 3 wordt een uitleg van het begrippenkader uit de regeling gelijke hoedanigheid en gebruiksbestemming gegeven. In paragraaf 4 is de methode beschreven, die gebruikt is om de gronden in bodemgeschiktheidklassen in te delen. Een beschrijving van de ruilklassen is in paragraaf 5 opgenomen.

3. Uitleg begrippen gelijke hoedanigheid en gebruiksbestemming Gebruiksbestemming Dit begrip betreft het gebruik van de cultuurgronden. Het gaat er om welke sector of welke sectoren de gronden overwegend gebruiken. Bij de bodemgeschiktheid beoordeling is uitgegaan van de gebruiksbestemming weidebouw en akkerbouwmatige teelt van voedergewassen. Hoedanigheid Volgens de Wilg dient de toegedeelde oppervlakte gelijk te zijn aan de ingebrachte oppervlakte, met vermindering van het wettelijk kortingspercentage. Dit betekent dat verschillen in de kwaliteit van de bodem niet resulteren in een andere oppervlakte. Voor het veiligstellen van de rechten van de rechthebbenden is onder meer het volgende in artikel 52 van de Wilg vastgelegd:


1.

Iedere eigenaar heeft aanspraak op het verkrijgen van een recht van dezelfde aard als hij had op de in het blok gelegen onroerende zaken.

2.

Voor zover het belang van de landinrichting zich hiertegen niet verzet, wordt aan iedere eigenaar een recht toegedeeld met betrekking tot onroerende zaken van gelijke hoedanigheid en gebruiksbestemming als door hem is in gebracht.

3.

Bij ministeriele regeling worden nadere regels gesteld betreffende de in het derde lid bedoelde gelijke hoedanigheid en gebruiksbestemming

De hoedanigheid van de gronden heeft betrekking op de gebruiksmogelijkheden van gronden. Deze worden bepaald door de geschiktheid van de gronden voor veehouderij (gebruiksbestemming weidebouw). Voor de veehouderij is een goed renderende graslandexploitatie en de mogelijkheid voor akkerbouwmatige teelt van voedergewassen van groot belang. Van alle cultuurgronden in het herverkavelingblok is de mate van geschiktheid hiervoor bepaald. De gronden zijn in klassen ingedeeld, waarbinnen de bodemgeschiktheid van de bodemtypen min of meer gelijk is. Deze indeling van gronden in klassen van bodemgeschiktheid is bedoeld als instrument om de hoedanigheid vast te leggen. Hierdoor ontstaat er een goede basis voor uitruil en ontstaat er een basis voor compensatie bij optredende verschillen in de hoedanigheid tussen het ingebrachte en toegedeelde recht. De gelijke hoedanigheid wordt vastgelegd op basis van een bodemgeschiktheid beoordeling per gebruiksbestemming. Daartoe zijn de diverse in het blok voorkomende bodemtypen ingedeeld in klassen van gelijke bodemgeschiktheid.

4. Bepaling bodemgeschiktheid per gebruiksbestemming 4.1. Bodemgeschiktheid classificatie van Alterra De gronden die tot dezelfde bodemgeschiktheid klasse behoren hebben een vergelijkbare bodemgeschiktheid per gebruiksbestemming. Gronden kunnen met elkaar worden vergeleken met behulp van de bodemgeschiktheid classificatie van Alterra. Dit systeem vindt zijn oorsprong in de wetenschappelijke bodemgeschiktheid bepaling aan de hand van bodemkaarten van Alterra (methodiek van de Werksysteem Interpretatie Bodemkaarten, stadium C, WIB-C). Bij de bodemgeschiktheid bepaling wordt gekeken naar de aard en samenstelling van de bodem tot tenminste een diepte van 150 cm beneden maaiveld. Daarbij zijn de volgende kenmerken van belang: • de opbouw, samenstelling en fysische eigenschappen van de lagen in de bodem; • de grondwaterkarakteristiek.

4.2. Basisgegevens Voor het vervaardigen van de ruilklassenkaart is gebruik gemaakt van het rapport 626 “De bodemgesteldheid van de deelgebieden Blokzijl-Vollenhove en Blankenham-Kuinre in het landinrichtingsproject Noordwest-Overijssel”. De veldopname van deze bodem- en grondwatertrappenkaart heeft plaatsgevonden in de jaren 1997 en 1998. Omdat de huidige blokgrens niet geheel overeenkomt met


die van 1997 en op de toemalige bodemkaart diverse niet gekarteerde percelen voorkomen, is in het voorjaar van 2014 een aanvullende kartering uitgevoerd. De totale oppervlakte hiervan betreft ca. 280 ha. Voor het bepalen van de bodemgeschiktheid klassen vormt deze kaart het uitgangspunt. De bodemkaart is gebaseerd op ruim 1 beschreven boring per ha tot een diepte van minimaal 150 cm beneden maaiveld (soms is tot 180 cm – maaiveld doorgeboord). Voor het vaststellen van de kaartvlakgrenzen zijn aanvullend onbeschreven boringen verricht. Het bodemgeografisch onderzoek hield tevens een grondwatertrappenkartering (grondwaterkarakteristiek) in.

4.3. Beoordelingsfactoren De volgende bodemgeschiktheid factoren zijn gehanteerd: • Ontwaterend vermogen (de ontwateringtoestand); • Vochtleverantie (de beschikbaarheid van bodemvocht voor de groei van het gewas); • Stevigheid van de bovengrond; • Stuifgevoeligheid; • Bodemvruchtbaarheid (cultuurdekdikte is gekoppeld aan bodemtype). Er is naast de dikte van de bovengrond (is de humushoudende laag boven in het profiel) ook naar leemgehalte en de aanwezigheid van storende lagen in de ondergrond gekeken. Die zijn van invloed op genoemde kenmerken. Voor de weging van de factoren per bodemtype, die tot indeling in ruilklassen leidt, is gebruik gemaakt van de expertise van Alterra (gradatiesysteem volgens WIB-C) en van de ervaringen van een commissie van gebiedsdeskundigen.

5. De ruilklassen 5.1. Indeling van de gronden in ruilklassen De cultuurgronden in het deelgebied Blokzijl-Vollenhove zijn op basis van de bodemgeschiktheid klassen gegroepeerd tot 5 ruilklassen. De indeling in ruilklassen is in nauw overleg tussen Alterra en de gebiedsdeskundigen tot stand gekomen. Ruilklasse 1 2

Gekarteerde oppervlakte in ha

Percentage van de gekarteerde oppervlakte

302,30

9,7%

626,60

20,1%

3

1225,5

39,2%

4

797,7

25,5%

5a

168,7

5,4%

5b

2,9

0,1%

Tabel 1: Ruilklassen


5.2. Beschrijving van de ruilklassen Op de ruilklassenkaart, schaal 1 : 10.000 en in de tabel met kaarteenheden zijn de toegekende ruilklassen voor de weidebouw en akkerbouwmatige teelt van voedergewassen weergegeven. Er zijn in totaal 5 ruilklassen ((1 (beste gronden) t/m 5 (slechtste gronden)) onderscheiden, daarbij dient te worden opgemerkt dat de ruilklasse 5 is onderverdeeld in een natte variant (5a) en een droge variant (5b). Ruilklasse 1 (302,3 ha) De ruilklasse 1 omvat gronden waaraan uitsluitend de bodemgeschiktheid klassen 1.4 en 2.2 zijn toegekend. Het betreft de Enkeerdgronden (esgronden met een dik cultuurdek > 50 cm) met grondwatertrap (Gt) Vb en VI. En de buitendijkse gronden bestaande uit het zgn. Blokzijlzand. Het zijn kleiarme tot kleiige Vlakvaaggronden met plaatselijk een lichte zavelbovengrond. Het zijn de hoogst gekwalificeerde gronden binnen dit gebied als het gaat om de combinatie ontwateringstoestand, vochtleverend vermogen, stevigheid van de bovengrond. Deze gronden hebben ten aanzien hiervan weinig beperkingen, maar tijdelijk vochttekort kan optreden. Ruilklasse 2 (626,6 ha) De gronden die met ruilwaarde 2 zijn gekarakteriseerd zijn Enkeerdgronden met Gt Va en VII, Laarpodzolgronden en Gooreerdgronden, met een matig dikke bovengrond (cultuurdekdikte 30-50 cm) op grondwatertrap Vb en VI, keileemgronden met een cultuurdek van 30-50 cm dikte en binnendijkse en buitendijkse kleigronden met een homogeen profielverloop of zand beginnend ondieper dan 80 cm beneden maaiveld. De bodemgeschiktheid klassen die ten grondslag liggen aan deze ruilklasse 2 zijn respectievelijk 1.4, 2.2, 2.3, 3.1 en 3.2. De Enkeerdgronden met Gt VII zijn enigszins droogtegevoelig. Bij de ander gronden binnen deze ruilklasse is het vochtleverend vermogen nagenoeg optimaal, maar kan de ontwateringtoestand en de stevigheid van de bovengrond in natte periode enigszins te wensen over laten. Maïsteelt is onder normale hydrologische omstandigheden goed mogelijk. Ruilklasse 3 (1225,5 ha) Met ruilklasse 3 is verreweg de grootste oppervlakte van Landinrichting BlokzijlVollenhove getypeerd. Het zijn de Laarpodzolgronden op Gt VII en Va en de matig dikke Gooreerdgronden op Gt Va. Verder zijn het de Poldervaaggronden, de Drechtvaaggronden en de Vlakvaaggronden, waarvan een deel tot de ‘overslaggronden’ wordt gerekend, met de hoofdzakelijk de grondwatertrappen II en III. Vervolgens Veldpodzolgronden, met of zonder kleidek dunner dan 40 cm, met Gt III tot en met VI, Moerige gronden op Gt III en Va en Waardveengronden op Gt IIb. De bodemgeschiktheidsklassen die binnen deze ruilklasse 3 voorkomen zijn 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.3 en 3.1. Binnen deze ruilklasse 3 zijn gronden vertegenwoordigd met een matig dikke bovengrond (cultuurdekdikte 30-50 cm), die beperkingen laten zien ten aanzien van het vochtleverend vermogen, het zijn de Laarpodzolgronden op Gt VII. Het vochtleverend vermogen is bij deze kaarteenheid is getypeerd met gradatie 4 (50-100), het welk als ‘vrij gering’ kan worden omschreven. De ontwateringtoestand en de stevigheid van deze gronden zijn echter optimaal. Het overgrote deel van de resterende gronden binnen deze ruilklasse zijn qua ontwateringtoestand en stevigheid redelijk, wat betreft het vochtleverend


vermogen redelijk tot optimaal. Maïsteelt is over het algemeen goed mogelijk, maar bij de grondwatertrappen II en III is er een aanzienlijk risico met betrekking tot de oogst. Daarbij is de draagkracht de beperkende factor. Ruilklasse 4 (797,7 ha) Ruilklasse 4 is toegekend aan een relatief grote oppervlakte leemarme en zwak lemige Veldpodzolgronden, Haarpodzolen en Duinvaaggronden met grondwatertrap VII, de bodemgeschiktheid klasse 3.2 ligt hier veelal aan ten grondslag. Deze gronden hebben een optimale ontwatering en stevigheid van de bovengrond, maar een sterke beperking ten aanzien van de beoordelingsfactor vochtleverend vermogen. Dit geldt ook voor enkele kaartvlakken zeekleigronden met grof zand in de ondergrond. Voor zowel weidebouw als maïsteelt is de kans op opbrengstderving door vochttekort relatief groot. Ook is ruilklasse 4 toegekend aan Veldpodzolgronden, Koopveengronden, Waardveengronden, Weideveen-gronden en Zeekleigronden met grof zand in de ondergrond op grondwatertrap IIa en IIIa. Deze zijn voornamelijk getypeerd met de bodemgeschiktheid klasse 3.1. Deze gronden hebben een beperking ten aanzien van de ontwateringtoestand en de stevigheid van de bovengrond. Hierdoor is maïsteelt op deze gronden zeer riskant. Ruilklasse 5 (168,7 + 2,9 ha) Omdat in ruilklasse 5 zowel droogtegevoelige gronden als zeer vochtige gronden voorkomen is gekozen voor een onderverdeling in ruilklasse 5a en 5b. Daarbij worden de relatief zeer natte gronden getypeerd met ruilklasse 5a en de relatief droogtegevoelige gronden met ruilklasse 5b. Ruilklasse 5a (168,7 ha) Binnen deze ruilklasse zijn Koopveengronden, Weideveengronden, Waardveengronden en Vlierveengronen vertegenwoordigd met de grondwatertrappen Ia en IIa. Deze gronden zijn in de bodemgeschiktheidswaardering getypeerd met de klasse 3.1. De ruilklasse 5a is binnen dit gebied toegekend aan gronden met de grootste beperkingen ten aanzien van de beoordelingsfactoren ontwatering toestand en stevigheid van de bovengrond. Door de zeer slechte ontwateringsituatie en de geringe draagkracht in zowel winter, voorjaar als najaar zijn deze zeer beperkt in hun mogelijkheden ten aanzien van mest uitrijden, maar ook met betrekking tot het oogsten van gras (kuilgras of hooi). En door deze beperkingen echter niet geschikt voor de teelt van maïs. Grote oppervlakte binnen deze bodemeenheden hebben, of krijgen mogelijk in de toekomst, een extensieve landbouw- of natuurbestemming. Ruilklasse 5b (2,9 ha) Ruilklasse 5b is uitsluitend toegekend aan een zeer kleine oppervlakte Haarpodzolen Duinvaaggronden met grondwatertrap VIII, de bodemgeschiktheid klasse 3.2 ligt hieraan ten grondslag. De ruilklasse 5b omvat de gronden met een optimale ontwatering en stevigheid van de bovengrond, maar een sterke beperking ten aanzien van de beoordelingsfactor vochtleverend vermogen. Voor zowel weidebouw als maïsteelt is de kans op opbrengstderving door vochttekort relatief groot.



Bijlage 3:

Toelichting bij het wensformulier Het wensformulier is opgesteld om naast de wensen ten aanzien van de plaats van de toedeling van de cultuurgronden, informatie te krijgen over de inbrengsituatie. Twee zaken zijn belangrijk voordat de wensformulier wordt ingevuld: 1. Wie moet de wensformulier invullen? 2. Moet het formulier worden ingevuld voor alle percelen? Ad. 1. Wie moet de vragenlijst invullen? De belanghebbende, die een uitnodiging krijgt voor de wenszitting, moet het wensformulier geheel invullen. Belanghebbenden, die alleen een huisperceel of een stukje bos hebben, hoeven op de vragenlijst alleen geboortedatum, geboorteplaats en beroep in te vullen. Omdat deze inbreng in principe gelijk is aan de toedeling, behoeven deze personen de andere vragen niet te beantwoorden. Ad. 2. Moet het formulier worden ingevuld voor alle percelen? In principe worden huispercelen zonder toestemming van de eigenaar niet geruild; grenscorrecties bij huiskavels zijn wel mogelijk. Dat betekent dat de vragen met betrekking tot de inbrengsituatie niet voor de huiskavel hoeven te worden beantwoord, maar alleen voor de veldkavels.

TOELICHTING OP HET FORMULIER A. INFORMATIE OVER DE INGEBRACHTE PERCELEN “veldschuren/mestsilo” Volgens de uitgangspunten van het plan van toedeling wordt in iemands recht ten aanzien van gebouwen geen wijziging gebracht. Een uitzondering wordt wel eens gemaakt voor veldschuren en/of mestsilo’s. Belangrijk daarbij is te weten wat de kwaliteit van de veldschuur/mestsilo is en of deze verplaatsbaar is. “verontreinigde percelen” Met ingang van 1 januari 1994 is de Wet Bodembescherming uitgebreid met een saneringsparagraaf. Door deze wetswijziging kan het College van Gedeputeerde Staten een eigenaar of erfpachter een bevel geven om zijn of haar ernstig verontreinigde percelen op eigen kosten te laten saneren, ook als deze niet de veroorzaker van de verontreiniging is. Eén en ander betekent dat percelen met een “ernstige” verontreiniging niet uitruilbaar zijn, tenzij dit in het belang van de landinrichting noodzakelijk is. De kosten van sanering die voortkomen uit ruiling van een perceel, komen in het algemeen ten laste van de oude (afgaande) eigenaar. “meerjarige gewassen” Meerjarige gewassen zijn volgens de uitgangspunten van het plan van toedeling alleen uitruilbaar indien er een verrekening plaatsvindt tussen de oude (afgaande) en de nieuwe (opkomende) eigenaar of tenzij dit in het belang is van de landinrichting. De commissie wil graag weten welke meerjarige gewassen (bijv.


Kerstdennen, asperges, klein fruit, boomkwekerijgronden) op welke percelen staan en wanneer het laatste oogstjaar zal plaatsvinden. B. INFORMATIE OVER ANDERE PERCELEN “verontreinigde gronden” Niet iedereen weet of zijn eigen perceel verontreinigd is, daarom wil de uitvoeringscommissie hierover ook door derden worden geïnformeerd.

C. WENSEN MET BETREKKING TOT DE TOEDELING “onderbedelingen” Er zijn belanghebbenden die na het plan van toedeling geen of minder grond toegedeeld willen krijgen. Deze belanghebbenden kunnen dit aangeven. “overbedelingen kleiner dan 5%” De uitvoeringscommissie kan, zonder toestemming van belanghebbenden, een toedeling maken binnen de 5% onderbedeling en 5% overbedeling. In de taakstelling van de herverkaveling is 50 ha opgenomen ten behoeve van de landmeter om een toedeling te maken binnen de huidige topografische grenzen. Dit betekent dat als u de wens met “ja” beantwoordt, de intentie tot een overbedeling groter is dan de intentie tot een onderbedeling. Indien u deze vraag met “nee” beantwoordt dan wordt gestreefd naar een toedeling aansluitend bij uw inbrengoppervlakte. “overbedelingen groter dan 5%” Het kan ook voorkomen dat overbedelingen groter dan 5% zijn. Een overbedeling die groter is dan 5% is alleen mogelijk voor belanghebbenden met het hoofdberoep in de landbouw. Degenen die, in voorkomende gevallen, ook mee willen werken aan de invulling van particulier natuurbeheer krijgen voorrang. Met andere woorden als de vraag “overbedelingen groter dan 5%” met ja wordt beantwoord, is het ook belangrijk om de vraag “overbedelingen ten behoeve van particulier natuurbeheer” met ja te beantwoorden. Overbedelingen groter dan 5%, moeten worden afgerekend bij de aktepassering van het plan van toedeling. “wenst toedeling in nieuwe natuur” Particulieren kunnen in nieuwe natuurgebieden die in de natuurbeheerplannen zijn opgenomen natuur realiseren, mits zij willen meewerken aan de einddoelen voor de gebieden zoals aangegeven in de natuurbeheerplannen. Tijdens de wenszitting kan men u daarover verder informeren.


Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle

Noordwest Overijssel

Recommend Documents