ARCHIEF
WF'
Gemeente
Raadsinfobrief
DIY
Kerkrade
ii!
I Bezoekadres: Markt 33
Gemeente Kerkrade t.a.v. de leden van de commissie Burgers en Samenleving/de gemeenteraad
Ambtenaar
M.Willems Telefoonnummer 14 0 4 5 Telefax Zaaknummer Uw brief van
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Datum
IZ.U0O15Z8H
Onderwerp
Raadsinformatiebrief Transitie jeugdzorg Bijlage(n) 1 .
VERZONDEN 2 3 JULI 2012 Geachte commissie- en raadsleden, Hierbij informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot
ikTonïA l n Z a k e d ! , d ? C e r a l i S a t i e Kerkrade
^
Van d e
**" ^
J eu S dzor g- B o v e n dien informeer decentralisatie v o
° r de gemeente
Gelet op de hoeveelheid informatie, treft u deze als bijlage aan bij deze brief. Met vriendelijke groet,
-Caroline Szalata, J^etdzo?er
fS
SOdale Zaken
'
E ü r e 8 i o n a l e arb
eidsmarkt, Onderwijs, Jeugdbeleid,
MIX
V •XfJ Papier van ■p^^— verantwoorde herkomst •~«.», S F C* C017488
—)
<2>
Parkstad Limburg Gemeente Kerkrade maakt deel uit van Parkstad Limburg
Raadsinformatiebrief Jeugdzorg 1.
Aanleiding
In het regeerakkoord is een ingrijpende wijziging van het jeugdstelsel afgesproken. Uiterlijk per 1-12016 worden alle vormen van jeugdzorg in één keer onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten gebracht. Door middel van deze raadsbrief informeren wij u op hoofdlijnen over de betekenis van deze decentralisatie voor onze gemeente. Daarnaast bevat deze raadsbrief informatie over de samenwerking op Zuid-Limburgs niveau. 2.
Inleiding
Met de verschuiving van de jeugdzorg naar de gemeenten wil het kabinet ervoor zorgen dat het jeugdstelsel eenvoudiger wordt. Zo moet de jeugdzorg beter aansluiten bij de eigen kracht en de sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers. Eén wettelijk kader en één financieringssysteem moeten voor een doelmatige integrale jeugdzorg (ingeval van meervoudige problematiek) zorgen. Het nieuwe stelsel biedt kansen voor vermindering van regelgeving. Bij de herinrichting van het stelsel krijgen de gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid. Om welke taken gaat het? Het gaat om alle onderdelen die onder de verzamelnaam jeugdzorg vallen: provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming
(voogdij en gezinsvoogdij), jeugdreclassering, jeugd-
geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) en Jeugd-licht verstandelijk gehandicapten hulp (jeugd-lvg). Gemeenten worden dus verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeente, de AWBZ en de ZvW valt. 3.
Transitie en transformatie
Bij de stelselwijziging van de jeugdzorg worden twee dimensies onderscheiden: • Bestuurlijke en organisatorische transitie • Zorginhoudelijke transformatie Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De bestuurlijke overgang betreft: • De overheveling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van provincies, rijk en zorgverzekeraars naar gemeenten; • Het opnieuw regelen van de bestuurlijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden van gemeenten; • De overheveling van de financieringsrelaties en verplichtingen van provincies, zorgverzekeraars en rijk naar gemeenten; • De vormgeving van samenwerking tussen gemeenten en andere bestuurlijke partijen. De organisatorische transitie heeft betrekking op de inrichting en vormgeving van het stelsel en de rollen die partijen daarin vervullen.
Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
De transformatie betreft de zorginhoudelijke vernieuwing. Hierbij kan worden voortgebouwd op al in gang gezette verbeteringen en vernieuwingen. Bij de zorginhoudelijke vernieuwing van de jeugdzorg gaat het concreet om punten als: •
• • • •
het aansluiten bij de eigen kracht en bij de sociale context van jeugdigen en ouders (de zelfredzaamheid van ouders gebruiken/versterken zodat zij zelf problemen kunnen oplossen en met nieuwe opvoedsituaties kunnen omgaan); het bieden van vroegtijdige lichte hulp en ondersteuning om de vraag naar zwaardere specialistische hulp terug te dringen; het centraal stellen van de vraag; meer ruimte voor professionals (minder verantwoorden en minder bureaucratie); samenhang tussen de verschillende vormen van zorg bij meervoudige problematiek.
4.
Reikwijdte decentralisatie jeugdzorg.
Gemeenten voeren nu al taken uit op het gebied van zorg voor jeugdigen: de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid waar taken als informatie en advies, signalering, licht ambulante hulpverlening, toeleiding naar zorg en de coördinatie van zorg deel van uitmaken. Deze taken zijn sinds enkele jaren ondergebracht bij de Centra voor Jeugd en Gezin. De decentralisatie van de jeugdzorg brengt met zich mee, dat daar de volgende taken aan worden toegevoegd: Toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg; Ambulante jeugdzorg; Open residentiële jeugdzorg; Semi residentiële jeugdzorg; Gesloten jeugdzorg; Pleegzorg; Crisishulp; Jeugdreclassering en jeugdbescherming; Advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK); Kindertelefoon; Geestelijke gezondheidszorg voor jeugd (jeugd-GGZ); Zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (jeugd-LVB).
Voor bepaalde vormen van zorg en voor jeugdbescherming en jeugdreclassering is bovenlokale samenwerking van gemeenten noodzakelijk. Om het nieuwe stelsel voor jeugdzorg eenvoudiger van opzet en werking te laten zijn, wordt voor de opzet van de nieuwe wet zoveel als mogelijk aangesloten bij de Wmo, maar met eigen accenten gezien de verschillende cliëntenpopulaties en hun hulpvraag. De gemeente is verplicht om een kind, gericht op de specifieke situatie en met inachtneming van de systemen die bij dit kind horen, zodanig te helpen dat het binnen de gegeven mogelijkheden veilig en gezond opgroeit (jeugdhulpplicht). De jeugdhulp wordt uitgevoerd door iemand met de juiste competenties, in te zetten door de gemeente. Daarbij wordt gekeken wat een jeugdige nodig heeft en wordt passende jeugdhulp ingezet. Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
Uitwerking.
Onder de verantwoordelijkheid van de ministeries van VWS en Veiligheid en Justitie wordt in een beleidsprogramma de transitie van de jeugdzorg uitgewerkt (wetgeving, financiële randvoorwaarden, afspraken over regie en verantwoording en de organisatorische randvoorwaarden). Daarnaast stellen Rijk, VNG en IPO (Interprovinciaal Overleg) voor de uitwerking gezamenlijk een Transitieagenda Jeugdzorg op. Bij de stelselherziening is een groot aantal spelers en netwerken betrokken. Tijdens de transitieperiode dient de continuïteit en de kwaliteit van zorg behouden te blijven. De bij de transitie betrokken partijen kunnen zich alleen goed voorbereiden op de verandering van werkzaamheden wanneer er afspraken zijn over hoe, wanneer en onder welke landelijke voorwaarden moet worden overgedragen. De Transitieagenda is hiervoor het kader. 6. Transitieagenda.1 De Transitieagenda Jeugdzorg heeft tot doel de stelselwijziging van de jeugdzorg vanuit een landelijke optiek op verantwoorde en tijdige wijze te realiseren. Het beoogd resultaat van de gezamenlijke transitieagenda is ervoor te zorgen dat de stelselwijziging binnen de afgesproken termijn volledig en zorgvuldig wordt doorgevoerd, met behoud van kwaliteit van zorg en met betrokkenheid van alle partijen. De transitieagenda strekt zich uit over de hele transitieperiode tot aan het moment van overdracht. Zij heeft betrekking op de implementatie van de bestuurlijke en organisatorische transitie en de mogelijke herinrichting als gevolg van de transformatie, voor zover deze voortvloeien uit het landelijk door het rijk vast te stellen kader. Daarnaast is ruimte voor gemeenten om zelf vorm te geven aan de verdere inrichting (hierop heeft de Transitieagenda géén betrekking). 7.
Landelijk kader.
Voor de volgende onderwerpen gelden landelijke (nog nader uit te werken) invoeringsvoorwaarden: • •
Overheveling in één keer; Ruimte voor voorlopers;
•
Randvoorwaarden bovenlokale samenwerking: o Taken op het terrein van jeugdbescherming en jeugdreclassering worden op bovenlokaal niveau georganiseerd en uitgevoerd door gemeenten; o Gezien de benodigde uitvoeringskracht maken gemeenten op bovenlokaal niveau afspraken over de financiering van de verschillende vormen van zorg (in ieder geval over de residentiële zorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB); o Voor het AMK wordt geadviseerd dit bovenlokaal te organiseren; o Er komen landelijk dekkende afspraken over de uitvoering op bovenlokaal niveau.
•
Jeugdbescherming en jeugdreclassering: o Leveringsplicht;
1
Voor meer informatie zie: http://www.riiksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2012/03/20/transitieagenda-ieugdzorg.html Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
o Kwaliteitseisen aan gemeenten en uitvoerende instellingen; o Bovenlokale samenwerking; o Toezicht en verantwoording; o Passende financiële afspraken. •
Samenhang met andere decentralisatieopgaven: o Wet werken naar vermogen; o Begeleiding uit de AWBZ; o Passend onderwijs
8.
Wetgeving.
Het streven is de benodigde wetgeving op 1.1.2014 te publiceren. Hierna hebben de gemeenten minimaal één jaar voorbereidingstijd zodat de wet op 1.1.2015 in werking kan treden. 9.
Financiële context.
Alle middelen voor zorg voor jeugd gaan over naar de gemeenten. Op landelijk niveau gaat het om een bedrag van ruim € 3 miljard (exclusief het bedrag dat gemeenten al ontvangen voor de Centra voor jeugd en gezin: circa € 0,3 miljard). Alle middelen voor jeugd worden opgenomen in het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatie-uitkering. Ervan uitgaande dat gemeenten forse besparingsmogelijkheden hebben (met name door vermindering van de instroom in zwaardere specialistische zorg) vindt een korting van € 300 miljoen op de over te hevelen middelen plaats. Het is nog niet bekend welk bedrag de gemeente Kerkrade zal ontvangen. De ministeries VWS en Veiligheid en Justitie hebben het SCP en onderzoeksbureau Cebeon opdracht gegeven om op basis van de historische budgetten en een uitgebreid onderzoek naar de achtergrondkenmerken van jeugdigen een objectief verdeelmodel te maken. Voor de invoeringskosten van het nieuwe stelsel stelt het Rijk incidenteel € 64 miljoen beschikbaar (€ 16 miljoen in 2012 en € 48 miljoen in 2013). De gemeente Kerkrade ontvangt voor het jaar 2012 € 22.865,-. 10.
Kengetallen.
Het is van belang om inzicht te verkrijgen in de omvang van het beroep, dat momenteel door Kerkraadse jongeren wordt gedaan op de door het rijk, de provincie, de AWBZ en de zorgverzekeraars gefinancierde jeugdzorg die na de decentralisatie tot de verantwoordelijkheid van de gemeente Kerkrade behoort. Een dergelijke analyse maakt onderdeel uit van de projectopdracht jeugdzorg Zuid Limburg (waar in het volgend punt nader op wordt ingegaan). Inmiddels is wel al een factsheet van het transitiebureau van het Rijk en de VNG beschikbaar waarin de volgende kengetallen voor de gemeente Kerkrade staan vermeld.
Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
Factsheet Gemeente Kerkrade Aantal 0- t/m 17 jarigen dat een nieuwe indicatie voor geïndiceerde, provinciaal gefinancierde jeugdzorg heeft ontvangen van bureau jeugdzorg Aantal 0- t/m 17 jarigen waarvoor een onderzoek bij het AMK is gestart Aantal 0t/m 17 jarigen met een nieuwe jeugdbeschermingsmaatregel Het aantal kinderen van 0 t/m 22 jaar dat in een jaar gebruik heeft gemaakt van de GGZ Het aantal kinderen van 0 t/m 22 jaar met een extramurale verstandelijke beperking indicatie en een IQ van 50 t/m 85
2008 178
2009 191
26
35
37
26 776
88
84
11. Projectopdracht jeugdzorg Zuid Limburg. De aanstaande decentralisatie vraagt om een tijdige, gedegen en weloverwogen aanpak. De transitie en transformatie van de jeugdzorg is een complexe materie met verstrekkende bestuurlijke, organisatorische en financiële consequenties. Dit geldt eveneens voor de andere aanverwante decentralisaties2 (begeleiding AWBZ, Wet werken naar vermogen en passend onderwijs). Het is dan ook de vraag voor welke aanpak de gemeente Kerkrade kiest en of de voorliggende projectopdracht hier binnen past. Daarom is van belang, rekening te houden met lokale en regionale context. Lokale context. Het gekanteld Wmo-model is ook richtinggevend voor de zorg voor de jeugd. Dat betekent, dat van het volgende wordt uitgegaan: • • •
De vraag van de jeugd/ouders staat centraal; Versterking van de eigen kracht en de omgeving; Wijkgerichte integrale aanpak
Sinds kort is binnen de sector MAZO (Maatschappelijke Zorg) een integraal overleg van beleidsambtenaren gestart.
Dit overleg heeft als hoofddoel dat gemeentelijke producten en
diensten vanuit een integrale benadering en een uniforme visie (het gekanteld WMO-model) vorm en inhoud wordt gegeven. Daartoe zullen de activiteiten, de werkzaamheden en de informatie van netwerken zoals het Centrum voor jeugd en gezin, het Veiligheidshuis en de sociale wijkteams moeten worden afgestemd tegen de achtergrond van het uitgangspunt: "één gezin, één plan". Dit integraal beleidsoverleg zal ook ingaan op de aan te brengen samenhang tussen de implementatie van de decentralisaties2 Wet werken naar vermogen, begeleiding AWBZ en jeugdzorg en passend onderwijs.
Hierbij moet opgemerkt worden dat de Wet werken naar vermogen en Begeleiding vanuit de Awbz door de val van het kabinet als controversieel zijn aangemerkt. Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
Context op Parkstadniveau In de regio Parkstad wordt nauw samengewerkt aan de ontwikkeling en uitvoering van het gemeentelijk jeugdbeleid. Alle acht gemeenten en een groot aantal regionale jeugd- en onderwijsorganisaties nemen hieraan deel. Resultaten van deze samenwerking zijn onder andere: het bureau voortijdig schoolverlaten Parkstad Limburg, de Regionale Verwijsindex Risicojongeren Parkstad, regionale ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin en regionaal beleid en uitvoering t.b.v. coördinatie van zorg op basis van één gezin, één plan. Door de positieve ervaringen hebben betrokken partijen afgesproken de samenwerking voort te zetten gedurende de periode 2012-2015. Dit is vastgelegd in de jeugdagenda Parkstad 2012-2015. Samenwerking ten behoeve van de implementatie van de decentralisatie van de jeugdzorg is één van de centrale thema's van deze agenda. Daarbij vormt de samenwerking zoals die bij de ontwikkeling van de Centra voor jeugd en gezin tot stand is gekomen de grondslag voor de wijze waarop met de decentralisatie wordt omgegaan. Dit omdat de Centra voor jeugd en gezin (en de hieraan gekoppelde preventieve voorzieningen) een belangrijke rol bij de transformatie van de jeugdzorg moeten vervullen. Zonder goed functionerende Centra voor jeugd en gezin en preventieve voorzieningen zal het beroep dat wordt gedaan op duurdere zorg niet kunnen worden verminderd. Aanleiding en betekenis projectopdracht. Op 25 november 2010 vond in de Polfermolen in Valkenburg een conferentie plaats waaraan ongeveer 150 bestuurders van bedrijven en overheden deelnamen (ook wel aangeduid als het "Polfermolenoverleg"). Centraal stond de ingrijpende transitieopgave die Zuid Limburg te wachten staat. De unanieme mening van de bestuurders in De Polfermolen was en is, dat een krachtige samenwerking op de schaalgrootte van Zuid Limburg nodig is om de omvangrijke transitie integraal uit te voeren. Na de conferentie is op initiatief van de Provincie Limburg de Taskforce Zuid Limburg opgericht.
Deze Taskforce
heeft
het
strategisch
ontwikkelingsprogramma
"Kompas
voor
samenwerking in Zuid Limburg" opgesteld (1 juli 2011). Hierin zijn afspraken opgenomen over samenwerking binnen verschillende domeinen, waaronder het domein Zorg. Het primaat voor de samenwerking ligt bij de centrumgemeenten Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. In het verlengde van dit Polfermolenoverleg is de intentie uitgesproken, dat de Zuid Limburgse gemeenten de decentralisatie van de jeugdzorg gezamenlijk en projectmatig oppakken. De gemeente Maastricht vervult hierbij de trekkersrol. De gemeente Maastricht heeft deze trekkersrol opgepakt. Zo werd een stuurgroep decentralisatie jeugdzorg gevormd en heeft een projectteam
een projectopdracht opgesteld voor deze
decentralisatie. Op 26 maart jl. heeft de stuurgroep de projectopdracht ter accordering naar de achttien Zuid Limburgse gemeenten gestuurd
(zie bijlage
1). Het betreft
een procesdocument
waarin
opdrachtgever en -nemer afspreken wat de projectdoelstelling, het gewenste resultaat en de projectafbakening zijn. Inhoudelijke zaken betreffende de jeugdzorg komen nog niet aan de orde. De projectopdracht is de eerste stap die thans ter besluitvorming voorligt. Het gehele project ziet er samengevat als volgt uit:
Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012
Fase Initiatief Definitie Ontwerp Voorbereiding Realisatie
Beslisdorument Projectopdracht Projectplan Projectontwerp Realisatieplan Projectresultaat
Periode Januari 2012-februari 2012 Maart 2012-juni 2012 Juni 2012-december 2012 Januari 2013-december 2013 Januari 2014-december 2014
Samengevat luidt de beschreven projectopdracht: "De 18 gemeenten ontwikkelen de transitie en transformatie van de jeugdzorg gezamenlijk. Daartoe dragen zij de stuurgroep op om inhoudelijke, organisatorische en financiële voorstellen te ontwikkelen waardoor de gemeenten in Zuid Limburg uiterlijk per 1.1.2015 afzonderlijk en in gezamenlijkheid uitvoering kunnen geven aan de zorg voor de jeugd".
Enkele belangrijke reeds geformuleerde uitgangspunten zijn: •
Zoveel mogelijk lokaal bepaalde uitvoering;
•
Bovenlokaal regelen wat niet lokaal kan;
•
Preventie en vroegtijdig signaleren moeten de boventoon voeren om de instroom in de duurdere zorg terug te dringen;
•
Uit oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid is het wenselijk om op Zuid Limburgse schaal een gezamenlijke visie te ontwikkelen en te onderzoeken in welke mate het noodzakelijk c.q. wenselijk is op die schaal methodes en projecten te ontwikkelen die (boven-)lokaal kunnen worden uitgevoerd;
•
Het Centrum voor jeugd en gezin zal een belangrijke rol in de transformatie gaan/kunnen vervullen;
•
In het projectplan worden GO-NO-GO-momenten uitgewerkt.
Inmiddels hebben wij ingestemd met de projectopdracht decentralisatie jeugdzorg in Zuid Limburg. 12.
Vervolg
Zoals al aangegeven bevat deze raadsinfobrief slechtst informatie op hoofdlijnen. Dat heeft o.a. te maken met het feit dat de wet- en regelgeving nog in ontwikkeling is. Zodra daartoe aanleiding is zullen wij u nader informeren over de ontwikkelingen en te nemen besluiten. In dit verband kunnen wij u nu reeds aankondigen dat er in november voor alle raadscommissies, gemeenteraden en colleges van B&W van de Parkstadgemeenten een gezamenlijke informatiebijeenkomst wordt georganiseerd. Zodra meer bekend is ontvangt u daarover informatie.
Raadsinformatiebrief Jeugdzorg, juli 2012