Wethouder van Financiën en Stadsbeheer
Sander Dekker
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag
De voorzitter van de Commissie Leefomgeving
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
DSB/2012.191 – RIS247541 Doorkiesnummer
070 - 3533037 E-mailadres Aantal bijlagen Datum
16 maart 2012 Onderwerp
Beantwoording technische vragen bij Huishoudelijk Afvalplan 2012 - 2015 Geachte voorzitter, Bijgaand treft u de beantwoording van de technische vragen aan, die zijn gesteld naar aanleiding van het Huishoudelijk Afvalplan 2012 - 2015, ten behoeve van de behandeling op 28 maart 2012 in de commissie Leefomgeving. Met vriendelijke groet, Sander Dekker Wethouder Financiën en Stadsbeheer
Inlichtingen bij
Michel Hoogewerf Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 14070 Fax: 070 - 353 6210
DSB/2012.191
Bijlage 1
2
Beantwoording technische vragen Huishoudelijk Afvalplan 2012- 2015
GroenLinks 1. Wat is de reden dat het uitbrengen van het Afvalplan meer dan een jaar vertraging heeft opgelopen? Er zijn twee redenen waarom het opstellen van het Afvalplan langer heeft geduurd. Allereerst werd de komst van de notitie van het rijk “Meer waarde uit afval” afgewacht, zodat op de ontwikkelingen uit deze notitie kon worden ingespeeld. Daarnaast speelden de ontwikkelingen rond de vergoedingen die de gemeente krijgt vanuit het Afvalfonds. De landelijke overeenkomst die is afgesloten tussen de VNG en de verpakkingsindustrie over de gescheiden inzameling van verpakkingen loopt eind 2012 af. In deze overeenkomst is vastgelegd welke vergoedingen gemeenten ontvangen voor het inzamelen van verpakkingsmateriaal (papier, karton, glas en kunststof). Voor de gemeente Den Haag gaat het om een vergoeding in de kosten van circa € 350.000 oplopend tot circa € 400.000,- per jaar (2010). De verwachting was dat eind 2011 meer duidelijkheid zou bestaan over deze vergoedingen voor de periode na 1 januari 2013. Nu dat (nog steeds) niet het geval is, worden in het afvalplan verschillende scenario’s opgenomen, waaruit pas een keuze wordt gemaakt als duidelijk is hoe hoog de vergoedingen worden. 2. Ten aanzien van GFT en kunststof is er sprake van twee scenario’s. a. Waarom zou het inzamelen van GFT ten koste moeten gaan van kunststofafval en vice versa? Waarop baseert u de aanname dat het voor bewoners (wonend in laagbouwwoningen met een tuin van voldoende omvang) te veel gevraagd zou zijn om al deze fracties apart in te zamelen? Volgens het Landelijk beleid (Landelijk Afvalbeheer Plan) dragen gemeenten (mede) de zorg voor de gescheiden inzameling van groente,- fruit,- en tuinafval (GFT), papier en karton (papier), glas, textiel, klein chemisch afval (KCA), elektrische en elektronische apparatuur en kunststof verpakkingsafval. Voor al deze afvalfracties heeft de gemeente Den Haag een inzamelvoorziening getroffen. Elke bewoner is vrij om alle bovengenoemde afvalfracties apart te bewaren en kan ze vervolgens zelf wegbrengen bij bijvoorbeeld de afvalbrengstations van de gemeente. Daarnaast kent de gemeente een inzamelsysteem waarbij huis-aan-huis een aantal fracties wordt ingezameld. Om deze fracties goed in te zamelen en de stad schoon te houden worden kliko’s uitgegeven. Kliko’s worden uitgeven bij woningen met een tuin. Veel van deze Haagse woningen hebben maar een kleine tuin. In een ideale situatie zouden inderdaad én oud papier, én GFT, én kunststof én restafval in aparte kliko’s bewaard moeten worden. Uit landelijke ervaringen blijkt echter dat het te veel gevraagd is aan bewoners om al die fracties in aparte kliko’s in de schuur of de tuin te bewaren, zeker als de ruimte daarvoor beperkt is. Het college heeft daarom de keuze gemaakt om drie fracties huis-aan-huis gescheiden in te zamelen. Dat zijn momenteel de fracties: restafval, GFT en papier. Als blijkt dat kunststof meer milieurendement oplevert en financieel aantrekkelijker blijft dan GFT, dan moet een keuze gemaakt worden tussen GFT blijven inzamelen, of stoppen met GFT en hiervoor in de plaats kunststof inzamelen. Naast de huis-aan-huis inzameling van drie afvalfracties kunnen daarnaast afvalfracties worden ingezameld door brengsystemen in de wijk te plaatsen. In veel wijken (nabij supermarkten) staan grote verzamelcontainers voor glas, papier, textiel en (beperkt) kunststof. Bij een keuze om of GFT of kunststof huis-aan-huis in te zamelen wordt ook meegenomen de mogelijkheid om de fractie die afvalt in het vervolg in te zamelen via brengsystemen in de wijk: - Wanneer gekozen wordt om het GFT huis-aan-huis in te zamelen, wordt bekeken of voor kunststof meer grote verzamelcontainers in de wijk kunnen worden geplaatst.
DSB/2012.191
3
De vraag hoeveel van deze grote kunststofcontainers er dan moeten worden geplaatst, wordt beantwoord op het moment dat er meer duidelijkheid is over de landelijk lopende onderhandeling over de financiering van onder andere de inzameling van kunststofverpakkingen (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 23). - Wanneer gekozen wordt om kunststof huis-aan-huis in te zamelen, zullen er geen grote verzamelcontainers voor GFT in de wijk worden geplaatst. Op basis van ervaringen elders komt naar voren dat de bereidheid om gebruik te maken van deze containers laag is. Ook is de kwaliteit van GFT uit ondergrondse verzamelcontainers over het algemeen slechter vanwege de grote hoeveelheid bijstorting van restafval. De anonimiteit van aanbieden zorgt voor slechter aanbiedgedrag. Ook komen er meer klachten over stankoverlast (voor op warme dagen in de zomer) vanwege de lange verblijftijd van het GFT in de containers alvorens deze geleegd worden. b. Waarom wordt een “alternerend+”-scenario door het college niet meegenomen? Dit scenario behelst de ene week het ophalen van “restafval en GFT” en de andere week “restafval en kunststof”. Zie hiervoor de beantwoording van de vorige vraag. Het college acht de beschikbare ruimte op het eigen perceel/de tuin te beperkt om vier verschillende kliko’s te plaatsen (voor restafval, GFT, kunststof en papier). c. Wat zouden de inzameldoelstellingen worden voor de afvalstroom die niet alternerend wordt opgehaald? (maw hoeveel kunststof wordt er ingezameld indien wordt gekozen voor het inzamelen van GFT en hoeveel GFT bij inzameling van kunststof)? En hoe worden deze inzameldoelstellingen bereikt? Wanneer gekozen wordt om het GFT huis-aan-huis in te zamelen, kunnen bewoners die daarnaast ook kunststof willen scheiden, de verzamelcontainers op wijkniveau gebruiken. Afhankelijk van de uitkomst van de lopende discussie over het Afvalfonds wordt bekeken of de inzameling van kunststof verder kan worden gestimuleerd en gefaciliteerd door het bijplaatsen van extra verzamelcontainers (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 19). De inzameldoelstelling wordt nog nader bepaald. Wanneer gekozen wordt om kunststof huis-aan-huis in te zamelen wordt GFT niet meer aan huis of in de wijk ingezameld. Voor GFT wordt in dit geval geen inzameldoelstelling vastgesteld. d. Deze scenario’s hebben betrekking op een betrekkelijk klein gebied (circa 25.000 huishoudens). Waarom is niet gekozen voor het “reguliere GFT-gebied” (circa 95.000 huishoudens?). Bij alternerend inzamelen worden twee afvalstromen om de week huis-aan-huis ingezameld: de ene week het restafval en de andere week bijvoorbeeld kunststof of GFT-afval. Alle bewoners/huishoudens krijgen hiervoor twee aparte kliko’s. Er moet dus voldoende ruimte zijn om twee kliko’s bij het eigen huis te plaatsen. Dit inzamelsysteem werkt voor de hele wijk. Het gebied waar sprake van is (circa 25.000 huishoudens) betreft laagbouwwoningen met bereikbare tuinen via voor-, of achterzijde. In het overige gebied binnen het ‘reguliere GFT-gebied’ (circa 70.000 huishoudens) is veelal sprake van een mix van laagbouwwoningen, portiekwoningen en gestapelde bouw. Veel van deze woningen hebben geen bereikbare tuin via voor-, of achterzijde. Vanwege deze ruimtelijke structuur hebben veel bewoners onvoldoende ruimte om een of meerdere kliko’s bij het eigen huis te plaatsen. Toch wordt ook hier wekelijks GFT ingezameld, vaak met behulp van een GFT emmer. Voor het restafval wordt veelal gebruik gemaakt van vuilniszakken, ondergrondse restafval containers, inpandige voorzieningen en in een enkel geval kliko’s. Alternerend inzamelen leidt bij laagbouwwoningen met een grote tuin en twee of drie kliko’s tot verbeterde scheidingsresultaten. Toch lijkt het wijs om in het 70.000 huishoudensgebied de wekelijkse ophaal van GFT of kunststof te handhaven. Het grootste deel van deze huishoudens heeft geen restafval kliko waardoor afvalscheidingsprikkels nauwelijks aanwezig zijn.
DSB/2012.191
4
Om deze mensen te verleiden om GFT of kunststof toch apart in de eigen woning of balkon te bewaren, is bovendien eens per twee weken ophalen waarschijnlijk onvoldoende, gelet op de omvang van de emmer en de eventuele (inpandige) stankoverlast. Daarom wordt voorgesteld bij deze huishoudens de wekelijkse inzameling te handhaven en waar nodig en mogelijk maatwerk te leveren. e. Wat gebeurt er concreet in beide scenario’s in de rest van het “reguliere GFT-gebied” (van 70.000 huishoudens) aan GFT- en kunststofafvalinzameling? En deze zelfde vraag voor de rest van de stad? Tot verdere besluitvorming verandert er in deze gebieden niets. - Wanneer gekozen wordt om het GFT huis-aan-huis in te zamelen (bij 25.000 huishoudens alternerend en bij 70.000 huishoudens wekelijks), wordt voor de gehele stad bekeken of voor kunststof meer grote verzamelcontainers in de wijk kunnen worden geplaatst. De vraag hoeveel van deze grote kunststofcontainers moeten worden geplaatst wordt beantwoord op het moment meer duidelijkheid is over de landelijk lopende onderhandeling over de financiering van onder andere de inzameling van kunststofverpakkingen (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 23) - Wanneer gekozen wordt om kunststof huis-aan-huis in te zamelen (bij 25.000 huishoudens alternerend) en bij 70.000 huishoudens wekelijks) wordt in de rest van de stad gekeken of er verzamelcontainers voor kunststof kunnen worden geplaatst. De inzameling van GFT aan huis zal worden gestopt. 3. GFT-afval. a. Kunt u aangeven waar de uitgebreide voorlichtings- en communicatiecampagnes uit hebben bestaan die zijn ingezet om de inzameling van GFT te stimuleren? In de afgelopen jaren hebben er verschillende communicatieactiviteiten plaatsgevonden onder de noemer van ‘Afval, gewoon apart’. Bij deze communicatiecampagne is veel aandacht besteed aan de stimulering van GFT door onder andere het uitzetten van een schriftelijke mailing in het gehele abonnementengebied (2x), plaatsing van borden op vuilniswagens, plaatsing borden in de stad, aanwezig zijn van een campagneteam op braderieën en evenementen, uitzetten van persberichten en posters, advertenties in lokale media en uitgebreide informatie op de website. b. Is bij de bepaling van het milieu- en financieel rendement van inzameling van GFT rekening gehouden met de biomassa(vergistings)-centrale, waar thans een haalbaarheidsonderzoek naar wordt gedaan? Zo nee, hoe zou dit uitpakken? Nee. In de berekeningen van het milieurendement is uitgegaan van het verschil in CO2 rendement van composteren ten opzichte van het verbranden van dit afval in een AVI. In het haalbaarheidsonderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd wordt tevens het milieurendement van andere verwerkingsopties onderzocht. Dit onderzoek is op het moment van schrijven nog niet voltooid. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek naar een biomassacentrale worden voor het zomerreces verwacht en worden betrokken bij de afweging welke fractie alternerend wordt ingezameld. 4. Kunststof-afval. a. Hoeveel inzamelpunten voor kunststof gaan er in 2012 en verder in Den Haag in ieder geval bijkomen (bovenop de 20 bestaande)? Tot het moment dat landelijk een nieuwe (financiële) overeenkomst is gesloten tussen de VNG en de verpakkingsindustrie met betrekking tot de inzameling van verpakkingen (de huidige overeenkomst loopt in 2012 af), blijft in Den Haag het bestaande inzamelsysteem voor kunststof gehandhaafd en worden geen aanvullende maatregelen genomen om het systeem uit te breiden of te optimaliseren. Verdere besluitvorming hierover is mede afhankelijk van de hoogte van de vergoedingen die de gemeente na 2012 voor het inzamelen van kunststof zal ontvangen. b. “In de rest van het reguliere gebied kan in dat geval wekelijks kunststofafval worden ingezameld”. Wat is de reden waarom dit dan ook niet alternerend gedaan wordt?
DSB/2012.191
5
Zie het antwoord op vraag 2d van GroenLinks 5. Sorteerstraatjes. a. Kunt u iets concreter aangeven hoeveel van deze sorteerstraatjes er in 2012 en verder gaan komen? Op veel plaatsen in de stad staan verzamelcontainers voor glas, papier, textiel, en kunststof, veelal bij elkaar op centrale plaatsen. Het ligt in de bedoeling deze voorzieningen, waar het kan, uit te breiden met mogelijkheden voor meer afvalstromen (o.a. KCA en klein AEEA) tot sorteerstraatjes. Als proef wordt op drie locaties een ‘mini recyclestation’ geïntroduceerd. Een mini recyclestation is een ‘grote pilaar’ in de openbare ruimte waar KCA (onder andere batterijen, cartridges en spaarlampen) en kleine elektrische apparaten (onder andere kapotte mobieltjes, camera’s et cetera) kunnen worden ingezameld. Als na evaluatie blijkt dat dit concept aanslaat, kan dit verder worden uitgebreid. 6. Financiën. Kan (voor nu even uitgaande van continuering van de huidige bijdragen voor papier, glas en kunststof uit het Afvalfonds na 2012) een specifieker inzicht worden gegeven wat de financiële gevolgen (dus extra inzamelkosten versus besparing aan eindverwerking als gevolg van een groter tonnage gescheiden inzameling) zijn van: a. dit plan (met een keuze uit de 2 scenario’s)? Scenario 1: Alterneren met Restafval en GFT Per Totaal inwoner GFT kliko Alterneren 85 kilo 4.250 ton (25.000 huishoudens) GFT emmer Wekelijks 22 kilo 3.080 ton (70.000 huishoudens) Kunststof Containers 3 kilo 570 ton (95.000 huishoudens) Totaal
Totale Baten
Extra Kosten
Totale CO2besparing
€ 106.250, -
nvt
289 ton
€ 77.000, -
nvt
209 ton
€ 307.800, -
€ 200.000, -
1.482 ton
€ 491.050, -
€ 200.000, -
1.980 ton
Totalen scenario 1: Totaal Financieel: € 491.050, - - € 200.000, -.= € 291.050, Totaal CO2-besparing: 1.980 ton De aangegeven inzamelhoeveelheden per inwoner zijn gebaseerd op de huidige inzamelresultaten en op basis van de ervaring Van Gansewinkel Milieuservices Overheidsdiensten, zie ook het Huishoudelijk Afvalplan bladzijde 18. De totale baten zijn inclusief de huidige scheidingsresultaten en daarmee de samenhangende baten. De extra kosten komen bovenop de huidige kosten. De gescheiden inzameling van deze afvalstromen levert een besparing op doordat afval niet als restafval hoeft te worden verwerkt. Zo wordt voor GFT; € 65, - - € 40, - = € 25, - per ton bespaart op de verwerking en voor kunststof; € 65, - - € 0, - = € 65, - per ton. Hiernaast ontvangt de gemeente voor de gescheiden inzameling van verpakkingen tot 2013 een vergoeding uit het Afvalfonds (Raamovereenkomst VNG en verpakkingsindustrie). Op basis van het huidige prijspeil is dit voor kunststof ruim € 475, - per ton. De kentallen met betrekking tot CO2-besparing komen uit het Huishoudelijk afvalplan (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 12) Scenario 1 laat zien dat wanneer gekozen wordt om het GFT alternerend in te zamelen er geen extra inzamelkosten voor GFT worden gemaakt (de bestaande inzamelstructuur met kliko’s blijft intact). Wel neemt de totale hoeveelheid gescheiden ingezameld GFT toe naar 7.330 ton. Deze toename levert een besparing op de verwerking op van € 183.250,- (€ 25, - per ton) ten opzichte van de huidige inzamelhoeveelheid. Hiernaast wordt er extra kunststof ingezameld door het bijplaatsen van extra verzamelcontainers (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 19). De extra inzamelkosten voor het plaatsen en legen van deze kunststof containers liggen rond de € 200.000, -.
DSB/2012.191
6
Met behulp van deze containers wordt (3kg per inwoner x 190.000 inwoners) 570 ton kunststof ingezameld. Dit heeft bij continuering van de huidige bijdragen uit het Afvalfonds en de besparing op verwerkingskosten een waarde van € 307.800, -. Scenario 2: Alterneren met Restafval en kunststof Per Totaal Totale Baten inwoner Kunststof kliko € 270.000, Alterneren 10 kilo 500 ton (25.000 huishoudens) Kunststof emmer € 378.000, Wekelijks 5 kilo 700 ton (70.000 huishoudens) Wegvallen GFT h-a-h - € 107.500, 22 kilo 4.300 ton (95.000 huishoudens) € 540.500, -
Totaal
Extra Kosten
Totale CO2besparing
nvt
1.300 ton
nvt
1.820 ton
nvt
- 292 ton
nvt
2.828 ton
Totalen scenario 2: Totaal Financieel: € 540.500, Totaal CO2-besparing: 2.828 ton Scenario 2 laat zien dat wanneer wordt gekozen om kunststof huis-aan-huis in te zamelen er geen extra inzamelkosten worden gemaakt (de bestaande inzamelstructuur blijft intact). De totale hoeveelheid ingezameld kunststof neemt toe met 1.200 ton (zie tabel op pagina 18 van het Huishoudelijk afvalplan). Dit levert een besparing op de verwerking op van € 78.000, - (€ 65, - per ton). Verder heeft deze 1.200 ton kunststof bij continuering van de huidige bijdragen uit het Afvalfonds een waarde van € 570.000, -. Hier staat wel tegenover dat GFT niet meer aan huis of in de wijk wordt ingezameld. De verwerkingskosten nemen in dit geval toe met € 107.500 doordat 4.300 ton GFT als restafval moet worden verwerkt. Resumerend: GFT Alternerend Kunststof alternerend
Financieel resultaat € 291.050, € 540.500, -
Totale CO2-besparing 1.980 ton 2.828 ton
Uit bovenstaande overzicht blijkt vooralsnog dat een werkwijze waarbij kunststof huis-aan-huis wordt ingezameld zowel financieel (uitgaande van huidige vergoedingenpeil) als milieutechnisch een beter resultaat laat zien. b. dit plan, met uitvoering van alle 2 scenario’s? Dit kan niet worden doorberekend omdat niet allebei de scenario’s kunnen worden doorgevoerd. Zie het antwoord op vraag 2 c. dit plan, maar dan uitgaande van de uitvoering van beide scenario’s in het gft- en kunststofinzameling in het “regulier GFT-gebied” (95.000 huishoudens)? Dit kan niet worden doorberekend omdat niet allebei de scenario’s kunnen worden doorgevoerd. Zie het antwoord op vraag 2 7. Kan van de verschillende soorten afvalscheiding en afvalverwerking het milieurendement en financiële rendement op een rijtje worden gezet? Afval is immers ook een grondstof en kan als zodanig een financiële waarde vertegenwoordigen.
DSB/2012.191
7
2010
2015
7.330
€ 261.050, -
Totale CO2besparing (ton) 1.980
19.497
14.200
€ 786.000, -
28.542
2.357
8.300
€ 775.000, -
2.680
€ 45.500, -
2.402
1.000
€ 65.000, -
3.432
€ 172.800, -
832
1.200
€ 540.500, -
2.828
€ 132.500, -
Totale CO2besparing (ton) 360
9.700
€ 630.500, -
7.300
€ 730.000, -
Textiel
700
Kunststof
320
KCA
270
€ 17.550, -
nb
270
€ 17.550, -
nb
AEEA
800
€ 116.800, -
nb
1000
€ 146.000, -
nb
Totaal (ton) GFT
5.300
Papier Glas
Financieel resultaat
Totaal (ton)
Financieel resultaat
Bovenstaande tabel laat het totaal milieurendement en financiële resultaat zien bij doorvoering van alle voorgestelde maatregelen uit het Huishoudelijk Afvalplan en het realiseren van het daarbij verwachte scheidingsresultaat. De resultaten bij GFT en kunststof zijn optioneel en gaan uit van invoering van alternerend inzamelen voor deze fractie. Wanneer gekozen wordt voor GFT alternerend inzamelen, worden extra verzamelcontainers geplaatst voor kunststof (opbrengst: 570 ton). Wanneer gekozen wordt voor kunststof alternerend inzamelen, dan wordt de GFT inzameling gestopt (opbrengst: - 4.300 ton). Zie ook het antwoord op vraag 5. Het milieurendement komt voort uit kengetallen van Agentschap Nl / 2007. De kengetallen geven aan hoeveel minder (of meer) CO2-equivalenten de separate inzameling en het hergebruik met zich meebrengt ten opzichte van de inzameling als onderdeel restafval en verbranding hiervan in een Afvalverbrandingsinstallatie (GFT 68g CO2/kg, papier 2010g CO2/kg, glas 323g CO2/kg, textiel 3432g CO2/kg en kunststof 2600g CO2/kg). Het financiële resultaat is opgebouwd uit de totale baten afkomstig van besparingen op verwerkingskosten, het Afvalfonds, NVMP/Wecycle (inclusief de huidige baten) en de extra kosten voor de door te voeren maatregelen. De gescheiden inzameling van deze afvalstromen levert een besparing op doordat afval niet als restafval hoeft te worden verwerkt. Voor GFT; € 25, - per ton. Voor papier, glas, textiel, kunststof, KCA en AEEA; € 65, - per ton. Voor de gescheiden inzameling van verpakkingen ontvangt de gemeente tot 2013 een vergoeding uit het Afvalfonds (Raamovereenkomst VNG en verpakkingsindustrie). Op basis van het huidige prijspeil is dit voor papier € 0,- per ton, voor glas circa € 35 per ton en voor kunststof ruim € 475,- per ton. Voor de gescheiden inzameling van AEEA ontvangt de gemeente een vergoeding van de NVMP/Wecycle van circa € 81,- per ton.
DSB/2012.191
8
VVD 1. Graag ontvangen wij een duidelijk overzicht van de besparingen dan wel kosten per maatregel uit het afvalplan 2012-2015? Hierbij graag ook rekening te houden met het totale volume afval: het aanbod van meer dan één kliko (rest)afval per gezin. Zie antwoord vraag 7 van GroenLinks. 2. Aan de hand van welke criteria zijn de ‘kansrijke gebieden’ binnen de huidige GFTabonnementengebieden geselecteerd? Ligt hieraan een bepaald minimum percentage abonnementhuishoudens ten grondslag? Zo ja, welk percentage? Zo nee, waarom speelt dit geen rol? De kansrijke gebieden zijn geselecteerd aan de hand van de volgende vier aspecten: - laagbouwwoningen met tuinen van voldoende omvang - aanbod GFT naar inzicht HMS behoorlijk - percentage abonnementen (minimaal 15% of meer) - logistiek inpasbaar bij bestaande GFT inzamelroutes. Na vaststelling van de uitgangspunten van het Huishoudelijk afvalplan zal het exacte kansrijke gebied in samenspraak met de HMS worden bepaald. 3. Welke delen van de huidige abonnementgebieden zouden worden toegevoegd aan de GFTgebieden? Op basis van de uitgaanspunten bij vraag 2 komen delen van de stadsdelen Segbroek, Centrum en Haagse Hout hiervoor in aanmerking. Het gaat dan vooral om de gebieden die grenzen aan het reguliere gebied. 4. Klopt het dat niet het alternerend ophalen, maar het gescheiden inzamelen van afval positief effect heeft op de milieudoelstellingen (met de financiële consequenties van dien)? Dat klopt, maar alternerend inzamelen is een inzamelwijze waarbij de gescheiden inzameling sterk wordt gestimuleerd en zodoende een positief effect heeft op de milieuprestaties.
Bron: Leidraad Gescheiden Inzameling Huishoudelijk Afval, Agentschap NL, 2000 Bovenstaande tabel laat zien (1998) dat in gemeenten waar wekelijks wordt ingezameld gemiddeld 59 kg GFT per inwoner per jaar wordt ingezameld. In gemeenten met een tweewekelijks (alternerend) regime is dit gemiddeld 109 kg GFT per inwoner per jaar. Momenteel wordt in de G4-gemeenten niet alternerend ingezameld. Amsterdam en Rotterdam zamelen helemaal geen GFT huis-aan-huis in. Den Haag en Utrecht wel (respectievelijk 11 en 28 kg GFT per inwoner). In zeker 29 van de G32+gemeenten wordt in de laagbouwwijken wel alternerend ingezameld. In deze gemeenten werd in 2010 gemiddeld 71 kg GFT per inwoner ingezameld. Bewoners letten beter op dat hun restafval container niet te vol raakt en houden afvalfracties gescheiden voor de andere containers. Dit wordt ook onderschreven door van Gansewinkel, die veel ervaring heeft met het inzamelen van huishoudelijk afval.
DSB/2012.191
9
5. Wordt alternerend inzamelen van restafval en kunststof of GFT gezien als methode om gescheiden inzameling te bevorderen? Zo ja, op basis van welke cijfers? Ja, zie antwoord vraag 4. 6. In welke gemeenten met meer dan 100.000 inwoners wordt het afval alternerend ingezameld? Heeft het alternerend ophalen in deze gemeenten geleid tot een hogere scheidingsgraad? Momenteel wordt in de G4-gemeenten niet alternerend ingezameld. Amsterdam en Rotterdam zamelen helemaal geen GFT huis-aan-huis in. Den Haag en Utrecht wel (respectievelijk 11 en 28 kg GFT per inwoner). In zeker 29 van de G32+-gemeenten wordt in de laagbouwwijken wel alternerend ingezameld. In deze gemeenten werd in 2010 gemiddeld 71 kg GFT per inwoner ingezameld. Het gaat hier om onder andere gemeenten met meer dan 100.000 inwoners als Groningen, Haarlem, Eindhoven, Enschede, Nijmegen, Zwolle, Maastricht, Breda, Arnhem, en Zoetermeer. In de meeste gemeenten wordt al jaren een alternerende inzamelwijze toegepast waardoor vergelijkingscijfers moeilijk zijn te achterhalen, maar in algemene zin laten cijfers zien dat in gemeenten waar alternerend wordt ingezameld grotere hoeveelheden gescheiden afval worden aangeboden dan in gemeenten waar dit niet het geval is. Zie verder antwoord vraag 4. 7. Wat zijn, ook op basis van ervaringen van andere gemeenten, de verwachtingen voor de volumeverdeling van het afval? Hoeveel huishoudens zullen een extra kliko moeten aanvragen voor bijvoorbeeld restafval, omdat zij in twee weken teveel afval produceren voor één kliko? Als het kunststof en GFT, maar ook het papier, glas en textiel wordt gescheiden van het restafval blijft er nog weinig restafval over (zie het Huishoudelijk afvalplan, figuur 3 op pagina 7). Ervaringen van andere gemeenten laten zien dat één kliko genoeg is om het restafval van twee weken in te verzamelen. Indien hiertoe zou worden overgegaan, zal dit uiteraard begeleid moeten worden door een gedegen voorlichting en monitoring. 8. Kan het college aangeven, op basis van ervaringen van deze andere gemeenten, wat de verwachtingen zijn wat betreft de kwaliteit van het gescheiden afval in gebieden waar alternerend restafval en kunststof of GFT wordt opgehaald? Voor hoeverre is er ‘vervuiling’ van het gescheiden afval door (angst voor) een overschot van het restafval? Ervaringen vanuit andere gemeenten geven aan dat van vervuiling juist minder sprake is bij een haalsysteem met kliko’s dan bij een brengsysteem in de wijk. Dit heeft te maken met de anonimiteit van aanbieden. Juist het gevoel van ‘eigenaarschap’ van de kliko vormt een stimulans om goed te scheiden. Wij kennen geen gemeenten waar vervuiling van de GFT fractie door (angst voor) een overschot van het restafval, een probleem vormt. Met drie kliko’s voor respectievelijk restafval, papier en gft dan wel kunststof en verzamelcontainers voor glas en textiel is er nauwelijks risico voor te veel restafval. Gemiddeld is slechts 34% restafval, de fracties papier, glas, kunststof, GFT, textiel en kca nemen de overige 66% voor hun rekening. 9. In de wijken die voor het alternerend ophalen in aanmerking komen zijn ook appartementsgebouwen aanwezig. Hoe wordt daar rekening mee gehouden? De wijken die in aanmerking komen herbergen voornamelijk laagbouwwoningen met een tuin van voldoende omvang. In enkele gevallen zijn hier appartementsgebouwen aanwezig. Deze gebouwen hebben veelal de beschikking over inpandige voorzieningen (‘grote rolcontainers op 4 wielen’) voor de afvalinzameling. Aan deze situatie wordt niets veranderd. Juist ook vanwege dit soort aspecten wordt voorgesteld om een proef met alternerend inzamelen te starten in een deel van de stad (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 19). 10. In het kader van “wat kan er gevraagd worden van de Haagse burgers op het vlak van het gescheiden houden van afvalfracties in relatie tot de voorzieningen die geboden kunnen worden”:
DSB/2012.191
10
11. Kan het college toezeggen dat bij stankoverlast in warme zomerweken het restafval en/of GFT normaal – d.w.z. één keer per week- wordt opgehaald? Ja, indien dat nodig is. 12. Klopt het dat het inzamelen van kunststof in plaats van GFT fors meer milieurendement heeft? Graag een schematisch overzicht. Ja, zie ook antwoord vraag 5 van GroenLinks. Milieurendement (vermeden CO2-uitstoot) (gram CO2/kg ) GFT Kunststof
68 2600
13. Het serviceniveau aan de inwoners van wijken waar eventueel alternerend moet gaan worden ingezameld gaat fors achteruit, terwijl zij zelf een grote inspanning moeten leveren en ruimte moeten maken voor een extra kliko. Hoe kunnen de huishoudens van de betreffende wijken worden gecompenseerd? Kan dit bijvoorbeeld door een verlaging van of korting op de afvalstoffenheffing in deze gebieden? In de gebieden met in totaal 25.000 woningen gaat het om huishoudens die al twee (soms zelfs een derde voor papier) kliko’s hebben, een voor restafval en een voor GFT. Het ruimte beslag blijft dus gelijk. In plaats van elke week twee kliko’s op de stoep te zetten, zet men maar een kliko op de stoep, de ene week de restafval kliko, de andere week de kliko met GFT of kunststof. Bewoners van andere steden, waar alternerend wordt ingezameld, ervaren alternerend inzamelen na een periode van gewenning, niet als achteruitgang van het serviceniveau. In de zomermaanden wordt als compensatie voor mogelijke stankoverlast een zomerinzameling georganiseerd waarbij de GFT kliko’s voor een periode van 6 weken wekelijks worden geleegd. 14. Is de uitvoering van de voorgestelde wijzigingen in het afvalplan, gezien de rendementen in financiële en milieu-doelstellingen, mogelijk indien onderdelen van het afvalplan wegvallen? Nee. Dit zal consequenties hebben voor zowel de financiële als milieudoelstellingen (zie de tabel bij vraag 1). De maatregelen vormen een totaalpakket die vanuit het bestaande budget worden gefinancierd. Bij het wegvallen van onderdelen van het afvalplan moeten nieuwe doorrekeningen plaatsvinden en afspraken worden gemaakt met NV HMS, de inzamelaar van het Haagse huishoudelijk afval. 15. Heeft het college mogelijkheden de handhaving van de grofvuilinzameling te intensiveren? Met de huidige beschikbare financiële middelen kan de handhaving van de grofvuilinzameling alleen geïntensiveerd worden als deze vorm van vervuiling een hogere prioriteit krijgt dan andere vormen van vervuiling. De inzet op het tegengaan van de vervuiling wordt momenteel bepaald door de stadsdeelorganisatie in nauw overleg met de bewoners. Daarbij worden de drie prioriteiten uit Handhaving op Haagse Hoogte gevolgd: zwerfafval, fout parkeren en hondenpoep.
DSB/2012.191
11
16. Welke mogelijkheden ziet het college om gescheiden inzameling te bevorderen? Wordt bijvoorbeeld gecontroleerd en gehandhaafd als afval verkeerd wordt aangeboden (bijvoorbeeld restafval bij GFT). Wij willen gescheiden inzamelen bevorderen door vooral het voorzieningenniveau en de communicatie uit te breiden. Voor de gemeente geldt de verplichting om bepaalde fracties gescheiden in te zamelen (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 14), echter bewoners hebben die wettelijke verplichting niet. Daarom is er geen basis om op dit punt handhavend op te treden richting bewoners. 17. Waarom gaan bovengrondse verzamelcontainers, die veelal op parkeerplaatsen bij winkel(s)(centra) staan, ten koste van de kwaliteit van de openbare ruimte? Het ruimtebeslag van deze voorzieningen beperken de mogelijkheid tot het plaatsen van andere voorzieningen. Ook vormen de bovengrondse containers, gezien hun omvang geen verfraaiing van het straatbeeld en ontnemen ze soms het zicht op de openbare ruimte.
DSB/2012.191
12
PvdD 1. Deelt het college de mening dat CO2 besparing slechts een indicator is van milieurendement? Zo ja, waarom is ervoor gekozen om alleen naar de CO2 besparing te kijken? Zo neen, deelt het college de mening dat dit in grote mate afhankelijk is van de systeemgrenzen die gehanteerd worden? Ja. Al dan niet gescheiden inzamelen heeft meer gevolgen, dan alleen (belangrijke) gevolgen voor het klimaat. Milieurendement laat zich lastig uitdrukken in een meetbare eenheid. De CO2-uitstoot vormt een belangrijke en meetbare eenheid als indicator bij het bepalen van het milieurendement van gescheiden inzameling. Deze methodiek wordt gehanteerd door het Agentschap NL (voorheen SenterNovem) en is in den lande geaccepteerd als een goed instrument ter vergelijking van de gevolgen van het wel of niet scheiden van afvalfracties. De methode is in opdracht van SenterNovem ontwikkeld door CE Delft. 2. Is bekend in hoeverre de scheidingspercentages voor de verschillende fracties op wijk niveau liggen? Zo neen, is het college bereid hier naar te kijken, omdat dit ruimte kan bieden voor een effectievere wijkgerichte aanpak? Scheidingspercentages op wijkniveau zijn niet bekend. Wel zijn cijfers beschikbaar op stadsdeelniveau. Het college gebruikt deze cijfers om te bepalen in welke stadsdelen er bijvoorbeeld meer gecommuniceerd moet worden over het gescheiden inzamelen van een bepaalde fractie. 3. Hoe verhouden de inzamelingsresultaten van de verschillende fractie in 2010 zich met die van de andere G4 gemeenten? Kunt u dat verklaren? GFT Papier Glas Den Haag 11 21 15 Doel Den Haag 2015 15 30 17 Amsterdam 0 30 21 Rotterdam 1 28 11 Utrecht 28 43 22 Bron: gegevens Den Haag en CBS (cijfers in kg per inwoner)
Textiel 1,4 2 2 2 3
Kunststof 1 2,4 0 0 1
Deze verschillen zijn voor een deel te verklaren. In Amsterdam en Rotterdam is de mogelijkheid om GFT gescheiden in te zamelen beperkt, daarom zijn de scheidingshoeveelheden op die fractie daar laag of nihil. Den Haag doet dat beduidend beter. Vergeleken met Utrecht heeft Den Haag echter nog wel een stap te zetten. Het is wel de vraag of dat ook kan, want gelet op de bevolkingsdichtheid en omgevingsadressendichtheid liggen de steden ver uit elkaar. Zo heeft Den Haag de hoogste bevolkingsdichtheid van Nederland (bijna 6.000 inwoners per km2). Deze is bijna twee keer zo hoog als Utrecht (3.245 inwoners per km2) en zelfs hoger dan Amsterdam en Rotterdam. Dit zelfde geldt ook voor de omgevingsadressendichtheid. Deze is zeker anderhalf keer hoger dan Utrecht. Deze zeer hoge dichtheid in Den Haag betekent letterlijk minder ruimte en mogelijkheden om in de openbare ruimte voldoende afval inzamelvoorzieningen te plaatsen dan wel in en om de eigen woning afval op te slaan. Door deze dichtheid zijn ook de tuinen kleiner, waardoor minder tuinafval beschikbaar komt dan in Utrecht. Kortom, als we kijken naar de stedelijke inrichting lijkt Utrecht meer op de G32+-gemeenten dan op de G3 gemeenten. Alle G32+-gemeenten hebben immers een veel lagere bevolkingsdichtheid. G32 steden buiten de Randstad (o.a. Groningen, Eindhoven, Nijmegen, Zwolle, Maastricht, Breda, Arnhem) hebben zelfs vaak een bevolkingsdichtheid die zeker 2 a 3 keer zo klein is. Ook zijn verschillen te verklaren vanuit bevolkingssamenstelling, soort bebouwing etc. Door het doorvoeren van nieuwe maatregelen en daaraan gekoppelde ambities kan Den Haag koploper worden van de drie grootste gemeenten in Nederland. 4. Kan het college bij de grafiek van het gemiddelde rapportcijfer voor de afvalinzameling ook het betrouwbaarheidsinterval geven?
DSB/2012.191
13
Het aantal mensen dat een rapportcijfer heeft gegeven voor het ophalen van huisvuil was in 2011 1747. Dit betekent, dat met een betrouwbaarheidsmarge van 95% het rapportcijfer 7,7 een afwijking kan hebben van enkele procenten (de nauwkeurigheidsmarges). Het rapportcijfer moet daarmee liggen tussen de 7,6 en de 7,8. 5. Op basis van welk onderzoek wordt gesteld dat de invloed van een teruglopende economie heeft geleid tot een afname van de totale hoeveelheid afval in 2009 en 2010? De stelling dat de afname van de totale hoeveelheid afval in de jaren 2009 en 2010 is afgenomen door de invloed van een teruglopende economie (‘minder aankopen leidt tot minder afval’) is gebaseerd op het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP). Daarin staat dat er voor ‘afval van consumenten’ een koppeling is tussen de groei van het totaal afvalaanbod en de economische groei (LAP 2009 – 2021, pagina 24 en 25). 6. Is het doel van het college om in 2015 geen losse huisvuilzakken meer op straat te hebben? Zo neen, wat is dan het concrete doel ten aanzien van de losse huisvuilzakken? In het Huishoudelijk afvalplan (pagina 31) hebben wij aangegeven dat voor de komende jaren de ambitie is de huisvuilzak van straat te halen. Wij willen dit realiseren met kliko’s bij laagbouw, inpandige voorzieningen bij flatgebouwen en ondergrondse containers voor het restafval (ORAC’s) bij gestapelde bouw. Voor de gestapelde bouw zullen wij na afronding van de plaatsing van ORAC’s in de Krachtwijken nog 1500 ORAC’s plaatsen in andere delen van de stad (zie ‘Voorstel van het college inzake plaatsing van 1500 ondergrondse inzamelcontainers voor Restafval’ / RIS 179913). Daarmee zijn nog niet alle huisvuilzakken van straat. Om alle huisvuilzakken van straat te krijgen zullen alle wijken met gestapelde bouw van ORAC’s moeten zijn voorzien. Hier zullen te zijner tijd concrete voorstellen voor gedaan worden. 7. Onderschrijft het college dat het gescheiden inzamelen van GFT en het composteren goedkoper is dan het met restafval te verwerken en tevens een nuttig product oplevert1? Nee. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen inzamelkosten en verwerkingskosten. Inzameling van restafval is, vanwege de grote omvang van deze afvalstroom, logistiek gezien een goedkope vorm van afvalinzameling. De inzamelkosten van GFT worden hoger als de hoeveelheid aangeboden GFT minder wordt en er meer kilometers gereden moet worden om een volle vuilniswagen te krijgen. Uit gegevens van de Branche-vereniging Afval en Reinigingsbedrijven (NVRD) blijkt dat de kosten voor het inzamelen van GFT al snel tientallen euro’s per ingezamelde ton hoger liggen dan de inzameling van restafval. De verwerkingskosten voor restafval en GFT liggen niet ver meer uit elkaar. Door een overschot in capaciteit bij verbrandingsovens is de laatste jaren de verwerkingsprijs voor restafval fors gedaald (zie ook: ‘Voortgangsbericht aangaande het nieuwe contract voor de verwijdering van het huishoudelijk afval’ RIS 170271). De verwerking van GFT (composteren) is binnen de huidige overeenkomst ca € 25,- per ton goedkoper dan de verwerking van restafval. Zodoende kan niet in algemene zin worden betoogd dat ‘het gescheiden inzamelen van GFT en het composteren goedkoper is dan het met restafval te verwerken en tevens een nuttig product oplevert’. 8. Klopt het dat het niet scheiden van GFT een zware belasting voor de afvalverbrandingsinstallatie betekent1? Gemeenten zijn bij de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval gehouden aan het Landelijk afvalbeheerplan (LAP, zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 14). In het LAP wordt geen koppeling gelegd tussen het niet scheiden van GFT en een zware belasting voor de afvalverbrandingsinstallatie.
DSB/2012.191
14
9. Welke maatregelen worden er genomen om het bedrijfsleven met het exacte percentage van hergebruik van kunststof te komen? Is het college bereid dit landelijk aan te kaarten en te vragen om aanvullende regels om dit percentage te verhogen? Zo ja, op welke wijzen? Zo neen, waarom niet? Nedvang moet jaarlijks rapporteren hoeveel kunststof er is opgehaald en welk percentage van het opgehaalde kunststof wordt hergebruikt. Nedvang moet op die manier invulling geven aan de producentenverantwoordelijkheid. Op dit moment is er nog te weinig eenduidige, betrouwbare informatie over het hergebruik van kunststof. Het college wil meer duidelijkheid over het hergebruik van kunststof en onderhoudt hierover contact met zowel Nedvang als het Rijk. 10. Is ook de mogelijkheid tot het plaatsen van containers voor kunststof in de wijken onderzocht? Zo ja, wat was het resultaat hiervan? Zo neen, waarom niet? Ja. Momenteel staan op 20 locaties in de stad 40 bovengrondse verzamelcontainers voor kunststof. Alvorens deze weg te halen of juist verder uit te breiden wacht het College eerst het moment af dat landelijk een nieuwe (financiële) overeenkomst is gesloten tussen de VNG en de verpakkingsindustrie met betrekking tot de inzameling van verpakkingen (de huidige overeenkomst loopt in 2012 af). 11. Kan het college verklaren waarom de afvaldatabase van agentschap NL laat zien dat de scheidingspercentages van 2007, 2008 en 2009 van het huishoudelijk afval in Utrecht bijna drie keer zo hoog waren als in Den Haag? Zie antwoord vraag 3. 12. Is er binnen het abonnementengebied voor GFT afval ook gekeken naar de mogelijkheid van het plaatsen van enkele containers in de wijk als vervanging van de huidige inzamelwijze? Zo ja, wat was hier de uitkomst van? Zo neen, acht het college het rendement hiervan niet vele mate hoger dan bewoners te verwijzen naar de afvalbrengstations? Ja. Zie verder het antwoord op vraag 2 van GroenLinks. 13. Ziet het college een relatie tussen de hoeveelheid plaagdieren in de stad en de wijze waarop afval wordt ingezameld, bijvoorbeeld met losse huisvuilzakken? Zo nee, is het college bereid dit alsnog te onderzoeken? Nee. Zoals wij in de afdoening van de motie Dierenoverlast (RIS 177566) hebben aangegeven, is het voorkomen van plaagdieren niet eenduidig te verklaren. Meerdere factoren waaronder (zwerf)afval, zijn debet aan het voorkomen. Ik zie geen reden dit nader te onderzoeken. Met de komst van meer ORAC’s neemt het zwerfafval verder af. 14. Volgens het college is het de vraag welke afvalfractie het meest oplevert: GFT of kunststof. Onderschrijft het college dat beide nastrevenswaardig zijn in verband met de positieve milieueffecten, en dat het zou getuigen van daadkracht en toekomstgericht denken om te kijken naar alternatieve financieringsmogelijkheden om beide afvalfracties gescheiden in te blijven zamelen? Zo ja, is het college bereid alsnog naar alternatieve financieringsmogelijkheden te kijken? Beide opties zijn nastrevenswaardig en worden voor zover efficiënt en effectief in zowel milieu als kosten meegenomen in de verschillende scenario’s. Zie verder het antwoord op vraag 2 van GroenLinks. 15. Het Rijk heeft aangegeven haar bijdrage aan het Afvalfonds (15 miljoen euro) na 2012 te zullen beëindigen. Heeft de gemeente aan het Rijk laten weten dat deze beslissing negatieve gevolgen kent voor de gemeentelijke Afvalinzameling en formeel protest daartegen aangetekend? Zo ja, graag een toelichting. Zo nee, waarom niet?
DSB/2012.191
15
VNG en NVRD (Branche-vereniging Afval en Reinigingsbedrijven) hebben namens alle gemeentes en afvalverwerkende bedrijven met het Rijk en verpakkend bedrijfsleven een onderhandelakkoord afgesloten. Op 5 maart heeft staatssecretaris Atsma dit middels een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Het is nog onvoldoende duidelijk wat de gevolgen voor Den Haag zijn naar aanleiding van dit onderhandelakkoord. Er is nog geen duidelijkheid over de in het akkoord genoemde vergoedingen, de kostenstudies, en de organisatorische en financiële consequenties die voortvloeien uit de genoemde resultaatsverplichting. De VNG heeft het voorstel uit het onderhandelakkoord om het statiegeldsysteem af te schaffen verworpen. Het college trekt gezamenlijk op met de VNG om meer duidelijkheid te verkrijgen op de vergoedingen, kostenstudie en de resultaatverplichting. 16. Klopt het dat de gemeente Den Haag in vergelijking met andere gemeenten een relatief hoog afvaltarief heeft, terwijl zij daartegenover relatief weinig gescheiden afval inzamelt? Zo ja, heeft het college daarvoor een verklaring? Zo neen, hoe zit het dan? Nee. Het rapport Afvalstoffenheffing (RIS 175320) geeft aan, dat Den Haag in vergelijking met Rotterdam en Utrecht geen hoog afvaltarief heeft. Verder spelen er ook andere factoren, dan het tarief van de afvalstoffenheffing, een rol die de hoeveelheid gescheiden afval bepalen. Hierbij kan gedacht worden aan het soort bebouwing, bewonersdichtheid, bevolkingssamenstelling, mogelijkheden tot het scheiden van afval en de samenstelling van het afval. Het is daarom niet mogelijk om een directe relatie te leggen tussen de hoogte van het tarief en de hoeveelheid gescheiden afval. 17. Heeft het college gekeken naar lessen wat betreft de milieu- en klimaatvriendelijke Afvalinzameling die getrokken kunnen worden uit de zogenaamde “best practices” afkomstig uit andere gemeenten? Zo ja, welke lessen waren dat? Zo neen, is het college daartoe alsnog bereid? Ja. Het College maakt gebruik van “best practices” van andere gemeenten (G4, maar ook G32). Een voorbeeld hiervan is het plaatsen van aparte kliko’s voor papierinzameling bij bewoners in de laagbouw in andere gemeenten, met een positief resultaat. Ook is bij het opstellen van de nota gebruik gemaakt van de brede ervaring van Van Gansewinkel Milieuservices Overheidsdiensten. Door de gemeente worden jaarlijks verschillende landelijke georganiseerde congressen/symposia met betrekking tot afvalinzameling bezocht om te leren en ideeën op te doen. Ook worden ontwikkelingen gevolgd via media, brancheverenigingen, bedrijven etc. 18. Klopt het dat de gemeente Den Haag in de achterhoede zit wat betreft milieuvriendelijke Afvalinzameling1? Graag een toelichting. Denkt het college dat met de goedkeuring van deze nota en verwezenlijking van de ambities Den Haag weer een koploper wordt? Zo ja, waar is dat op gebaseerd? Den Haag heeft een forse ambitie om tot betere scheidingsresultaten te komen. Die resultaten kunnen ook worden bereikt. Het doel van het Huishoudelijk Afvalplan 2012 - 2015 is om te komen tot hogere afvalscheidingspercentages. Er is ruimte voor verbetering binnen de financiële randvoorwaarden. De aanpak van andere gemeenten biedt inspiratie en inzichten. Zie verder antwoord vraag 3.
DSB/2012.191
16
PPS Plastic Kunststof inzamelen of afvalpunten om naar weg te brengen. De gemeente gaat onderzoek doen naar de beste optie. 1. Wanneer er besloten wordt om plastic niet op te halen, hoeveel afvalpunten wil de gemeente dan creëren? Hoeveel afvalpunten is dat meer dan nu? Tot het moment dat landelijk een nieuwe (financiële) overeenkomst is gesloten tussen de VNG en de verpakkingsindustrie met betrekking tot de inzameling van verpakkingen (de huidige overeenkomst loopt in 2012 af), blijft in Den Haag het bestaande inzamelsysteem gehandhaafd en worden geen aanvullende maatregelen genomen om het systeem uit te breiden of te optimaliseren. Verdere besluitvorming hierover is mede afhankelijk van de hoogte van de vergoedingen die de gemeente na 2012 voor het inzamelen van kunststof en ander verpakkingsmateriaal zal ontvangen. Zie verder het antwoord op vraag 15 van de PvdD. Uit de cijfers van het raadsvoorstel blijkt dat wanneer het afval volledig zou worden gescheiden. 65 kg van de 340 kg/inw. bestaat uit kunststof. Nu wordt slechts 0,6 kg/inw. hergebruikt. De ambitie van het college is om dit te verhogen naar 2,4 kg/inw. Wanneer er wordt gekozen om kunststof alternerend op te laten halen. De ambitie is vermoedelijk lager wanneer het moet worden weggebracht. 2. Welke ambitie voor kunststofhergebruik heeft het college als er wordt ingezameld? In het huishoudelijk afvalplan op pagina 22 is het doel (2,4 kg/inw) opgenomen als alternerend inzamelen van kunststof wordt ingevoerd. 3. Waarom is de ambitie zelfs bij alternerende inzameling zo laag? (dat is geen politiek oordeel maar een feitelijke constatering). Het doel is berekend op basis van de inzamelhoeveelheid uit het reguliere gebied; 95.000 huishoudens zamelen potentieel 1200 ton in (zie Huishoudelijk Afvalplan, tabel op pagina 18). Momenteel wordt gemiddeld 0,6 kilo per inwoner ingezameld. De ervaring tot op heden met de kunststofinzameling leert dat het meeste kunststof afkomstig is uit het reguliere gebied. Het totale inzamelresultaat is wel gedeeld door de totale bevolkingspopulatie van Den Haag (circa 490.000) om een inzamelhoeveelheid per inwoner te kunnen aangeven. Dit verklaart het hoogte/laagte van het cijfer. NB. In de tabel op pagina 18 van het Huishoudelijk afvalplan moet in de bovenste rij waar nu ‘GFT’ staat dit worden gecorrigeerd in ‘totale hoeveelheid’. Opbrengsten van gescheiden inzameling Hergebruik van afval levert geld op. 4. Kan het College aangeven wat de opbrengsten zullen zijn van de afvalscheiding met de voorgestelde ambities? Graag uitgesplitst op afvalsoort. Zie het antwoord op vraag 7 van GroenLinks.
DSB/2012.191
17
D66 Pagina 3, tabel Uit de benchmark NVRD 2009 / gescheiden afvalinzameling sterk verstedelijkte Nederlandse gemeenten blijkt dat Den Haag schrikbarend laag scoort t.ov. de benchmarkgemeenten. Ook uit het artikel ‘Beloon burgers voor hun afval’ uit NRC van 3/5 juni 2011 komt naar voren dat Den Haag qua afvalscheiding het laagst scoort van alle onderzochte gemeenten. 1. Is er een analyse beschikbaar wat hiervan de oorzaken zijn? Waarom wordt in andere steden zoveel meer afval apart ingeleverd/opgehaald dan in Den Haag? Zie antwoord vraag 3 van de PvdD. 2. Wat ziet het college zelf als belangrijkste redenen? Zie antwoord vraag 3 van de PvdD. 3. Met de voorgestelde maatregelen wordt de benchmark bij lange na nog niet gehaald, alleen glas is hierop een uitzondering. Waarom zet het college niet zwaarder in op het benaderen van de benchmark? In overleg met de NV HMS is bezien wat, mede gelet op de prestaties van andere vergelijkbare gemeenten (Amsterdam en Rotterdam), reëel en doelmatig is. Deze afwegingen op basis van effectiviteit, efficiency en vooral realiteit, resulteren in de aangegeven inzameldoelstellingen. Pagina 4/5 Alternerend inzamelen en GFT 4. Als GFT niet meer wordt opgehaald, zullen bewoners het waarschijnlijk minder vaak gaan wegbrengen dan plastic, het is zwaarder en het gaat stinken als men het lang laat liggen. Dat betekent, dat er niet of nauwelijks meer GFT apart zal worden ingezameld. Heeft het dan niet de voorkeur GFT te blijven inzamelen en plastic in te zamelen in aparte containers op meer plaatsen in de stad, dan nu al het geval is? De uiteindelijke afweging tussen kunststof of gft zal worden gemaakt op basis van het milieurendement en de kosten. Zie verder de antwoorden op vraag 2 en 6 van GroenLinks. 5. Waarom gaat de gemeente ervan uit dat het te veel gevraagd is om ook kunststof in aparte kliko's te bewaren? In andere landen om ons heen, Duitsland, België, gebeurt dat wel. Waarom geen pilot om het milieurendement van apart ophalen van plastic (naast GFT) te onderzoeken? Zie het antwoord op vraag 2 van GroenLinks. 6. Het vervangen van eenmaal per week ophalen door eenmaal per twee weken wordt als een verbetering gepresenteerd, maar hoe wordt het door bewoners ervaren? Bij alternerend inzamelen van restafval en een andere afvalstroom maakt de burger gebruik van de twee kliko’s die hij momenteel ook al gebruikt voor het aanbieden van afval. In plaats van twee kliko’s per week wordt bij alternerend inzamelen één kliko per week opgehaald. Bij alternerend inzamelen blijft het ruimtebeslag van de kliko’s dus hetzelfde. De te leveren inspanning neemt iets af, men hoeft per week maar een in plaats van twee kliko’s op de stoep te zetten. Dat gezegd hebbend, geven andere gemeenten aan dat bewoners bij invoering tijd nodig hebben om te wennen, maar dat dit geleidelijk overgaat in een wekelijkse routine.
DSB/2012.191
18
Goede communicatie en monitoring zijn dan ook van belang bij een eventuele invoering. De grootste verbetering zit er uiteindelijk in dat er meer afval wordt gescheiden en dat de kosten voor het verwerken van het afval dalen. 7. Waarom precies wordt er zo'n toename in opbrengst van GFT verwacht bij alternerend ophalen? In plaats van twee kliko’s (één voor restafval en één voor GFT) per week te legen, wordt bij alternerend inzamelen één kliko per week opgehaald. Mensen weten dus dat ze twee weken met de restafvalcontainer moeten doen. De ervaring van andere gemeenten leert ons dat dit een prikkel is om het afval goed te scheiden; niet alleen GFT, maar ook papier, glas en textiel. 8. Hoeveel weken per jaar is het zo warm dat GFT toch elke week moet worden opgehaald? Als gemiddelde is aangenomen dat in de zomermaanden circa zes aaneengesloten weken per jaar het zo warm is dat GFT toch elke week moet worden opgehaald. 9. In hoeverre wordt het resultaat van inzameling van GFT vertekend doordat veel mensen zelf composteren? Hoeveel wordt er zelf gecomposteerd? In het verleden heeft de gemeente bijv. aan bewoners een gratis VAM vat uitgedeeld zodat ze zelf kunnen compost kunnen maken. De gemeente beschikt niet over gegevens met betrekking tot zelf composteren. 10. In Ypenburg zijn er ondergrondse containers voor GFT naast restafvalcontainers. Hoe hoog is de hoeveelheid opgehaalde GFT per bewoner in wijken waar dat het geval is? Wat zijn de ervaringen met deze manier van inzamelen? Exacte cijfers over de ingezamelde hoeveelheid GFT per bewoner met behulp van verzamelcontainers ontbreken. De ervaringen in deze wijk leert wel dat de kwaliteit van GFT uit ondergrondse verzamelcontainers over het algemeen slechter is vanwege de grote hoeveelheid bijstorting van restafval. De anonimiteit van aanbieden zorgt voor slechter aanbiedgedrag. Ook komen er regelmatig klachten over stankoverlast (voor op warme dagen in de zomer) vanwege de lange verblijftijd van het GFT in de containers alvorens deze geleegd worden. Pagina 7 Papier 11. Wat is het resultaat van de proef met papier kliko's? Hoeveel papier wordt er per inwoner (extra) ingezameld? Resultaten laten een verdubbeling van de hoeveelheid papier zien (zie “Proef Papierinzameling met behulp van blauwe papiercontainers” RIS 165409). RIS 182115a / bijlage nota Pagina 3 Preventie: dit belangrijke thema wordt wel aangestipt, maar niet verder uitgewerkt. 12. Hoe precies wil het college preventie via ‘goede voorlichting’ stimuleren? Goede voorlichting over preventie kan gegeven worden via onder andere gemeentelijke communicatie kanalen als de website, maar ook via de huisvuilkalender en lespakketten voor scholen. 13. Ziet het college mogelijkheden om supermarkten te stimuleren minder verpakkingsmateriaal te gebruiken? Hoeveel bederf voorkomt verpakkingsmateriaal? Of gaat het erom dat het verpakte beter verkoopt?
DSB/2012.191
19
Het beleid ten aanzien van de beperking van verpakkingsmateriaal wordt primair als taak van de rijksoverheid gezien. Het gaat hier om in het ingrijpen in bedrijfsprocessen van veelal landelijke opererende bedrijfsketens, producentenverantwoordelijkheid, stimuleren van productinnovatie en dergelijke. Dit zijn terreinen waarop de lokale overheid met name in de sfeer van regelgeving en basisafspraken geen effectieve rol kan spelen. Slechts een deel van de verpakkingen zijn bedoeld om bederf tegen te gaan. Daarbij kent deze categorie van verpakkingen vele verschijningsvormen. Dit loopt uiteen van ingeblikt voedsel, etenswaren in glas of karton tot bijvoorbeeld groenten in folie onder beschermende atmosfeer. Elke verpakkingsmethode remt het bederf op een verschillende wijze en ook de termijn waarover het bederf geremd wordt is verschillend. Ongetwijfeld worden verpakkingen gebruikt om de consument te bewegen het product te kopen. Maar doorgaans staat de functionaliteit van de verpakking voorop. Op het eerste gezicht komt dit laatste vaak niet naar voren. Kostbare producten zijn vaak in blisters verpakt en kleine producten krijgen vaak een grotere verpakking mee om diefstal te bemoeilijken. Kwetsbare artikelen krijgen vaak meer verpakking dan begrepen wordt. Veel verpakkingen dienen om het product te beschermen voor invloeden van buiten af. 14. Kunnen consumenten verpakkingen in de winkel weigeren cq daar weer inleveren? Consumenten kunnen besluiten een product om redenen van de verpakking niet te kopen. Vervolgens kan men op zoek gegaan worden naar een vergelijkbaar product zonder dat het verpakt is of in een minder belastende verpakking. Winkels hoeven de verpakkingen niet terug te nemen. De gescheiden inzameling van kunststofverpakkingen is geregeld in een raamovereenkomst tussen de VNG en de verpakkingsindustrie, vertegenwoordigd door de stichting Nedvang (zie Huishoudelijk afvalplan, pagina 22) Pagina 20 Maatregelen per ingezamelde afvalstromen D66 wil graag inzicht in de spreiding van de huidige en toekomstige locaties van de containers voor gescheiden afvalinzameling. 15. Graag ontvangen we kaartjes waarop duidelijk te zien is waar nu en straks de containers voor gescheiden afvalinzameling (komen te) staan (papier, glas, textiel, kunststof). In het huishoudelijk afvalplan wordt een onderzoek aangekondigd naar de spreiding van containers. Van Gansewinkel heeft aangegeven dat een betere spreiding van de containers en een uitbreiding van het aantal containers leiden tot hogere afvalscheiding. Daarom gaan we onderzoeken hoe deze containers beter over de stad verdeeld kunnen worden en waar er containers bijgeplaatst kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is het verkleinen van de loopafstanden naar de containers (verbetering van het serviceniveau) en containers plaatsen op logische plekken in de wijk. Na afronding van dit onderzoek (2012) wordt het kaartmateriaal aan u ter beschikking gesteld en zullen we het kaartmateriaal ook op de gemeentelijke website plaatsen. Pagina 12 De gemeente definieert in navolging van Agentschap NL milieurendement als de hoeveelheid CO2 die bespaard wordt. 16. Is bij het concept milieurendement sprake van een analyse inclusief nuttig hergebruik of is alleen gekeken naar een besparing t.o.v. verbranding? In de berekeningen is ook opgenomen hoeveel minder CO2-uitstoot hergebruik met zich meebrengt.
DSB/2012.191
20
17. Hoe wordt besparing van grondstoffen en daarmee vermeden milieu-aantasting in deze definitie meegenomen? Denk aan hergebruik GFT, papier, glas, textiel. Zoals in het Huishoudelijk afvalplan is aangegeven, wordt bij het tot uitdrukking brengen van het milieurendement van gescheiden inzameling gebruik gemaakt van kengetallen voor verschillende fracties op basis van CO2-uitstoot. Deze methodiek wordt gehanteerd door het Agentschap NL (voorheen SenterNovem) en is in den lande geaccepteerd als een goed instrument ter vergelijking van de gevolgen van het wel of niet scheiden van afvalfracties. De methode is in opdracht van SenterNovem ontwikkeld door CE Delft. Daarbij is (uitgedrukt in CO2-equivalenten) de recycle route doorgerekend en de verbrandingsroute inclusief gebruik nieuwe grondstoffen en produceren nieuw product (Zie www.agentschapnl.nl/onderwerp/kentallen-co2-besparing) 18. Is het niet juister in de teksten het woord milieurendement te vervangen door klimaatrendement? Nee. Al dan niet gescheiden inzamelen heeft meer gevolgen, dan alleen (belangrijke) gevolgen voor het klimaat. Denk aan het voorkomen van zwerfvuil. Klimaatrendement laat zich lastig uitdrukken in een meetbare eenheid. Door te kijken naar de CO2-uitstoot, een belangrijke meetbare eenheid bij het bepalen van de gevolgen van gescheiden inzameling, wordt een duidelijke indicatie van het milieurendement gepresenteerd. Het hanteren van het begrip milieurendement verdient dan ook de voorkeur en is ook de gangbare term in dit verband. Pagina 20 GFT 19. Wat gebeurt er op dit moment met het ingezamelde GFT afval van Den Haag? Wordt er biogas geproduceerd dat fossiele brandstoffen vervangt? Wordt het compost gebruikt voor voedselproductie? Of is het te vervuild? GFT wordt momenteel aangewend voor de productie van compost dat wordt benut als bodemverbeteraar in land- en tuinbouw, parken en groengebieden. 20. Hoe ziet het college de relatie met het in Haaglanden verband uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek naar een biovergistingsinstallatie (GFTÆ biogas)? Wanneer komen de resultaten van dit onderzoek beschikbaar? De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek naar een biomassacentrale zullen voor het zomerreces aan de Raad worden toegezonden. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de gescheiden ingezamelde hoeveelheden GFT zoals die in het Huishoudelijk afvalplan zijn opgenomen. 21. In het geval dat GFT niet meer apart wordt opgehaald, kan het alleen nog maar naar drie afvalstations worden gebracht. Waarom niet naar een groter aantal plaatsen? In hoeverre moedigt dit extra autogebruik(CO2 uitstoot) juist aan? Zie het antwoord op vraag 2 van GroenLinks. Onbekend is hoeveel bewoners het GFT naar een afvalbrengstation zal brengen. Over mogelijk extra autogebruik valt zodoende niets te zeggen. Pagina 22 Kunststof 22. Welke mogelijkheden ziet het college om druk uit te oefenen op het Rijk om de inzameling van kunststof nu eens langjarig goed te regelen? Zie het antwoord op vraag 15 van de PvdD. 23. D66 heeft begrepen dat bedrijven in het Haagse centrum hun kunststofafval niet gescheiden kunnen aanbieden. Is dit juist en welke mogelijkheden ziet het college om dit te verbeteren?
DSB/2012.191
21
De gemeente Den Haag richt zich op de wettelijke verplichting om huishoudelijk afval in te zamelen. Bedrijfsafval is een verantwoordelijkheid van de markt. Het is aan de particuliere bedrijven en de bedrijfsafvalinzamelaars om te besluiten welke fracties gescheiden worden ingezameld. Daarbij moeten zij zich houden aan de verplichtingen uit de wet Milieubeheer die bedrijven hebben voor het gescheiden houden van afvalstoffen. Pagina 27 Textiel In Den Haag wordt op de textielcontainers aangegeven dat alleen hele, schone, herbruikbare kleding ingeleverd mag worden. 24. Deze instructie wekt verwarring, want wanneer is textiel nog goed genoeg? Leidt dit er niet toe dat daardoor veel kleding in het restafval verdwijnt? Het is niet bekend dat hierdoor kleding in het restafval verdwijnt. Gescheiden ingezameld textiel wordt hergebruikt voor verschillende doeleinden. Draagbare kleding gaat bijvoorbeeld naar humanitaire doelen. Andere bruikbaar textiel wordt industrieel verwerkt. Oud textiel (onder andere versleten kleding of kleding met verfvlekken) kan niet gebruikt worden voor humanitaire doelen of heeft onvoldoende economische waarde om industrieel verwerkt te worden, het is zodoende veelal onbruikbaar voor recycling. In dat geval kan het oude textiel in de grijze zak mee met het huishoudelijk restafval. Mochten er echter twijfels zijn dan mag het textiel altijd in de textielcontainers. Via de gemeentelijke communicatie kanalen zal hier aandacht aan worden besteed. 25. Wordt de ingeleverde kleding bij kringloopbedrijven meegenomen in de tellingen/statistieken? Nee. 26. Gaat het college het rechtstreeks inleveren van kleding bij kringloopbedrijven ook aanbevelen als een goede optie om hergebruik te bevorderen? Op de Haagse website wordt aangegeven dat textiel en schoenen zich bij uitstek lenen voor hergebruik. Daarbij wordt ook de optie van de kringloopwinkel genoemd. 27. Is er ook een mogelijkheid om op de afvalstations kapotte kleding/lompen in te zamelen waaruit weer kleding gemaakt kan worden, isolatiemateriaal, papier enz.? Nee. Op de afvalbrengstations wordt bruikbaar textiel ingezameld. Oud textiel (onder andere versleten kleding of kleding met verfvlekken) kan niet gebruikt worden voor humanitaire doelen of heeft onvoldoende economische waarde om industrieel verwerkt te worden, het is zodoende onbruikbaar voor recycling. 28. De restfractie bevat veel textiel. Gaat het hier om alle textiel of om weer bruikbare kleding die in een container had kunnen worden gedeponeerd? In welke verhoudingen? Exacte cijfers zijn niet voor handen, maar uit visuele inspectie tijdens de sorteeranalyse blijkt dat het hier gaat om veelal bruikbaar textiel. Pagina 28 KCA 29. Wat zijn de consequenties van het verbranden van het restafval van Den Haag: hoe groot is de milieubelasting door uitstoot van zware metalen, dioxinen, fijn stof enz.? De thermische verwerking van restafval uit Den Haag is in handen van AVR en vindt plaats in de AVR-installaties te Rozenburg.
DSB/2012.191
22
Schadelijke stoffen worden door middel van rookgasreiniging uit de rookgassen verwijderd. Daarbij moet worden voldaan aan de emissie eisen uit de vergunning die op grond van de Wet milieubeheer (Wm) voor deze installatie is verleend. De Nederlandse verbrandingsinstallaties staan bekend als de minst milieubelastende installaties van Europa. 30. In welke mate kan dit worden verminderd door meer KCA apart in te zamelen? Wat zijn hiervoor de mogelijkheden? Uit de sorteeranalyse blijkt dat het grootste gedeelte van het KCA dat per jaar in Haagse huishoudens vrijkomt (81%; zie het huishoudelijk afvalplan op pagina 9) met behulp van het huidige inzamelsysteem (zie het huishoudelijk afvalplan op pagina 28) gescheiden wordt ingezameld. De inzet van communicatie kan nog voor een kleine extra stimulans zorgen. De bijdrage van KCA (dat zich nog bevindt in het restafval) aan de milieulast van de thermische verwerkingsinstallatie is, mede gelet op de zeer strenge emissie eisen, beperkt. De precieze bepaling van het KCA-aandeel in de emissie van de thermische verwerking van Haags restafval is onbekend. Wij vinden het voldoende te weten dat de verwerker opereert binnen de grenzen die door de Wmvergunning zijn gesteld. 31. Weten bewoners wel voldoende dat kwikhoudende spaarlampen apart moeten worden ingezameld? En hoe deze bij breuk veilig op te ruimen? Dank voor uw suggestie. Kwikhoudende objecten zoals spaarlampen, kapotte thermometers en dergelijke kunnen tezamen met ander KCA worden ingeleverd bij de afvalbrengstations. Op de Haagse website zal daarover meer informatie worden verstrekt dan thans het geval is. Pagina 29 AEEA 32. Wat gebeurt er met apparaten die worden ingezameld? Worden die op verantwoorde wijze verwerkt? De gemeente Den Haag heeft een contract gesloten met Wecycle. Wecycle is een stichting die namens de fabrikanten van elektrische en elektronische apparatuur moet zorgdragen voor het recyclen van deze apparatuur. Wecycle draagt zorg voor een verantwoorde verwerking. Zij legt jaarlijks verantwoording af over haar inspanningen en resultaten met een monitoringstudie, die wordt gecontroleerd door de inspectie van het ministerie van IM en door KPMG. Pagina 30 Overige afvalfracties 33. Kunnen kurk en frituurolie niet ook apart worden ingezameld op de afvalstations? Frituurvet kan momenteel gescheiden worden aangeboden op de afvalbrengstations. Zie ook de beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid Dander (RIS 182191). Zoals gesteld op pagina 30 van het huishoudelijk afvalplan is het apart inzamelen van kurk geen optie. Er zijn steeds minder producten met kurk in de handel. Zo worden steeds meer wijnflessen voorzien van een schroefdop. Het ligt zodoende niet op de weg van de gemeente om faciliteiten te scheppen voor het gescheiden aanbieden van kurk. Dit lijkt meer iets voor bedrijfstakken die veel met kurk van doen hebben. Dit alles laat onverlet dat bij ontwikkelingen het gescheiden inzamelen van een kleine fractie in beeld kan komen. D66 heeft signalen ontvangen dat de houding van de mensen die werken op de afvalbrengstations niet aanmoedigend is. Bijvoorbeeld opmerking daarover van spreker/tevens bewoner tijdens milieucongres HMC, "Gooit u het maar bij de restafval". Het beperkte aantal brengstations (#3), de wachttijden op drukke momenten en de noodzaak van het tonen van een afvalpas helpen natuurlijk ook niet.
DSB/2012.191
23
34. Wat gaat het college doen om bewoners aan te moedigen meer gescheiden in te zamelen en het ingezamelde naar de afvalstations te brengen? In 2010 zijn de openingstijden van de afvalbrengstations verruimd en in 2011 is de capaciteit van het afvalbrengstation aan de Plutostraat fors uitgebreid. In paragraaf 4.4 van het Huishoudelijk afvalplan worden de (extra) maatregelen genoemd die zullen worden genomen om de deelname aan de gescheiden inzameling te vergroten. De mogelijkheden van de afvalbrengstations krijgen altijd veel aandacht binnen de gemeentelijke communicatiemiddelen (onder andere website en huisvuilkalender). Hiernaast zullen we extra aandacht vragen voor de instructie van de medewerkers van de afvalbrengstations. Pagina 35 Communicatie D66 onderschrijft het belang van gerichte en motiverende communicatie naar bewoners toe. 35. Hoeveel extra budget komt de komende periode beschikbaar voor communicatie? Voor de uitvoering van alle communicatieve maatregelen uit het Huishoudelijk afvalplan 2012 - 2015 wordt € 200.000,- extra beschikbaar gesteld. 36. Hoeveel bedraagt het totale budget? Het totale budget voor alle communicatieve activiteiten bedraagt hiermee circa €1,0 miljoen. Algemeen 37. Kan de gemeente het goede voorbeeld geven door zelf meer kringlooppapier te gebruiken, bijvoorbeeld voor enveloppen; en paaltjes, beschoeiingen enz. uit gerecycleerd plastic? De dienst Stadsbeheer hanteert bij inkoop/aanbesteden (ook ten behoeve van andere diensten) het Handboek duurzaam inkopen. Ook het Handboek openbare ruimte ziet toe op de aanschaf van duurzame materialen. Recent is de gemeente Den Haag betrokken bij de pilot “Afvalloze overheid”. Dit als uitvloeisel van een eind 2011 in de Tweede kamer aangenomen motie, waarin de regering verzocht wordt om in overleg met de gemeente Den Haag en de private sector tot een dergelijke pilot te komen. Het oogmerk van de pilot is “design for recycling” te stimuleren om zo veel mogelijk van de afvalproducten te bestemmen voor hergebruik. 38. Op welke manier kan het inzamelen van huishoudelijk afval bij bedrijven, zoals restaurants, meeliften met de inzameling van huishoudelijk afval? Ook daar komen immers veel glas, kunststof en GFT beschikbaar. Zie het antwoord op vraag 23 van D66.
DSB/2012.191
24
Gebied
Bebouwingstype
Streven / ideale situatie
Centrum gebied (150.000 huishoudens)
Gestapelde bouw
Alles ondergronds - orac’s of inpandige voorzieningen - groei aantal verzamelcontainers voor papier, glas, textiel
Randgebied (70.000 huishoudens)
Mix van gestapelde bouw en laagbouw
Maatwerk op basis van bedrijfseconomische & milieu afwegingen. - alle vuilniszakken van straat door mix van orac’s en inpandige voorzieningen (bij gestapelde bouw) en kliko’s (laagbouw) - handhaven wekelijkse inzameling gft emmer (of kunststof afhankelijk van keuze voor alternerend) - groei aantal verzamelcontainers voor papier, glas, textiel
Buitengebied (25.000 huishoudens)
Laagbouw
Inzameling met behulp van kliko’s - maximaal 3 kliko’s per woning voor restafval, papier en gft of kunststof - alternerend inzamelen gft of kunststof - groei aantal verzamelcontainers voor papier, glas, textiel