BESLUIT
OPSCHRIFT Vergadering van 27 januari 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00061 Onderwerp Beantwoording vragen van stichting De Molen van Sassenheim. - Besluitvormend Beknopte samenvatting Met dit besluit beantwoordt het college van burgemeester en wethouders de vragen van de stichting De Molen van Sassenheim. Bevoegd portefeuillehouder: Bas Brekelmans
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Bijlage 1 - Brief met vragen van stichting De Molen van Sassenheim van 21 december 2014. 2015-01-21 brf nr stichting beantw vragen
MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: Op 21 december 2014 stuurde de stichting De Molen van Sassenheim ons een brief, zie bijlage 1. Daarin stelt zij vragen over een uitspraak van wethouder Bas Brekelmans. De heer Brekelmans heeft namelijk gezegd dat hij vindt dat de molenstomp Speelman op die plek niet kan worden gecompleteerd. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: 1.1 De beantwoording is juist en komt overeen met het standpunt van het college. Op 23 december 2014 besloot het college geen inspanningsverplichting op zich te nemen voor het completeren van de molenstomp.
Beslist het volgende:
BESLISSING
p 1 van 8
Besluitpunt 1: In te stemmen met de beantwoording van de vragen van de stichting De Molen van Sassenheim.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Ruimte — Ruimtelijke Ontwikkeling
BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT 2015-01-21 brf nr stichting beantw vragen
p 2 van 8
2015-01-21 brf nr stichting beantw vragen
Stichting 'De Molen van Sassenheim' De heer M.C.J. Gozeling en de heer A.M. van der Elst H. Knoopstraat 1 2171 PW SASSENHEIM
Verzenddatum
zaaknummer
afdeling
Postbus 149
132568 CONCEPT
Ruimte
2215 ZJ Voorhout
[email protected] www.teylingen.nl T 14 0252
Onderwerp
uw kenmerk
Uitspraken wethouder B. Brekelmans
behandeld door
F 0252 – 783 599
Carol Bekker Bestuurscentrum Bijlage
telefoon
Raadhuisplein 1
14 0252
Voorhout Gemeentekantoor
Geachte heer Gozeling en heer Van der Elst,
Wilhelminalaan 25 Sassenheim
Op 21 december 2014 stuurde u ons een brief. Daarin stelt u vragen over de uitspraken van wethouder Bas Brekelmans in een gesprek met de Vereniging Hier Geen Wieken (HGW) op 11 december 2014. In deze brief leest u onze reactie. Vraag 1 Is het juist dat de heer B. Brekelmans gesproken heeft over de molen "Van Speelman" met (vertegenwoordigers van) de Vereniging "Hier Geen Wieken"? De heer Brekelmans en de burgemeester hebben gesproken met HGW op donderdagavond 11 december 2014. Dit gesprek vond plaats op verzoek van HGW. Vraag 2 Is het juist dat de heer B. Brekelmans in het gesprek met of ten overstaan van (vertegenwoordigers van) de Vereniging "Hier Geen Wieken" de mededeling heeft gedaan, dan wel op een of andere wijze te kennen heeft gegeven of heeft gesuggereerd, dat wat hem betreft de molenstomp moet blijven zoals die nu is? HGW heeft in het gesprek aan de heer Brekelmans gevraagd wat zijn mening was over het completeren van de molenstomp. De heer Brekelmans heeft hierop geantwoord dat wat hem betreft de molenstomp blijft zoals hij is. Vraag 3 Zo nee: a) Hoe is het mogelijk dat wij (zonder dat wij thans onze bron kunnen openbaren) in kennis zijn gesteld van de mededeling van de heer Brekelmans die in vraag 2 is neergelegd? b) Wat heeft de heer B. Brekelmans ter zake wel gezegd tegen de Vereniging "Hier Geen Wieken"? N.v.t.
p 3 van 8
Vraag 4 In welke hoedanigheid heeft de heer B. Brekelmans gesproken met de Vereniging "Hier Geen Wieken"? In zijn hoedanigheid van wethouder of in zijn hoedanigheid als privé persoon? De heer Brekelmans heeft op 11 december 2014 gesproken in zijn hoedanigheid als wethouder en portefeuillehouder. Vraag 5 Zit er een verschil tussen de ter zake geventileerde opvatting van de heer B. Brekelmans als wethouder en zijn opvatting als privé persoon? Nee. Vraag 6 Hoe is het bestaanbaar dat de heer B. Brekelmans de in vraag 2 gememoreerde mededeling doet tegen de Vereniging "Hier Geen Wieken" terwijl de wethouder in ons overleg van 18 september 2014 heeft meegedeeld dat hij eerst de uitspraak van de rechter wil afwachten om vervolgens daarna te beoordelen en te beslissen op welke wijze het gemeentebestuur hiermee verder gaat? De Rechtbank Den Haag heeft op 29 oktober 2014 uitspraak gedaan (14/5742) in het beroep tegen het besluit van de gemeente Teylingen voor het niet verlenen van een omgevingsvergunning voor het completeren van de molenstomp. Wij veronderstellen dat u, via uw vertegenwoordiger de heer mr. A.K. Koornneef, op de hoogte bent van de datum van deze uitspraak. Het gesprek van de heer Brekelmans en de burgemeester met HGW was op 11 december 2014. Daarmee is het een feit dat de heer Brekelmans met zijn uitspraak heeft gewacht op de uitspraak van de rechtbank. Overigens heeft de rechtbank de gemeente Teylingen in het gelijk gesteld. Vraag 7 Waarom treedt wethouder B. Brekelmans, gelet op vraag 6, niet eerst met ons in overleg alvorens een mededeling te doen tegen de Vereniging "Hier Geen Wieken"? Op 18 september 2014 vond een kennismakingsgesprek plaats in de molenstomp Speelman tussen u en de heer Brekelmans. De heer Brekelmans heeft zich op de hoogte gesteld van de situatie ter plekke. Daarna heeft hij zich een oordeel gevormd en de uitspraak van de rechter afgewacht. Tijdens het gesprek met HGW op 11 december 2014 vroeg HGW de heer Brekelmans naar zijn mening als portefeuillehouder en daarop heeft hij zijn oordeel geuit. Wij hebben u direct daarvan in kennis gesteld middels e-mail en een telefoongesprek. Het betrof hier een mening van de wethouder als portefeuillehouder, die nog niet door het college was bevestigd. Overigens had HGW het gesprek met de wethouder en de burgemeester aangevraagd, omdat zij had vernomen dat de wethouder en de burgemeester op bezoek waren geweest in de molenstomp Speelman en dat er misschien weer nieuwe ontwikkelingen waren. HGW had vragen over deze geruchten aan de wethouder. Vraag 8 Vindt u het tegen onze stichting betamelijk en bestuurlijk of anderszins juist dat de heer B. Brekelmans de in vraag 2 gememoreerde mededeling doet aan de Vereniging "Hier Geen Wieken" terwijl onze stichting nog geen reactie heeft ontvangen op de vraag of uw college bereid is zich in te spannen voor de afbouw van de molen? HGW heeft in het gesprek naar de mening van de wethouder gevraagd. Omdat de uitspraak van de rechter bekend was kon de wethouder zijn mening geven. Daarbij heeft hij expliciet aangegeven dat het alleen nog maar zijn eigen opvatting was als portefeuillehouder en dat het nog niet in B&W was behandeld en dus ook nog niet de status had van Collegestandpunt. Ook uw schriftelijke vraag, die wij op 18 november 2014 ontvingen, was nog niet in een collegevergadering aan de orde geweest.
p 4 van 8
Vraag 9 Is de heer B. Brekelmans zich bewust van de ernst en impact van de in vraag 2 gememoreerde mededeling, terwijl onze stichting ter zake nog van niets weet? Zo ja, waaruit blijkt zijn bewustzijn op dit onderdeel? De wethouder is zich bewust van de impact van zijn mening op het proces. Dit bewustzijn blijkt ook uit het feit dat wij er voor hebben gezorgd dat beide partijen op vrijwel hetzelfde ogenblik over de informatie beschikten. Mevrouw Bekker heeft namelijk direct na het gesprek met HGW, de uitspraak per e-mail en per telefoon aan de heer Van der Elst meegedeeld. Vraag 10 De Gemeentewet benoemt het gemeentebestuur als collegiaal bestuur: een collectief dat gezamenlijk verantwoordelijkheid draagt voor het doen en laten en in eenheid tot besluitvorming komt. Acht uw college zich, in relatie tot het collegiale bestuur, verantwoordelijk voor de in vraag 2 gememoreerde mededeling van de heer B. Brekelmans? Het college deelt de opvatting van de heer Brekelmans dat de molenstomp niet gecompleteerd kan worden op die plek. Het college staat collectief achter de wethouder en haar besluit van 23 december 2014. Het college voelt zich gesterkt in haar mening door het besluit van de gemeenteraad van 30 mei 2013 om het bestemmingsplan, dat de completering van de molenstomp mogelijk zou maken, niet vast te stellen. Ook voelt zij zich gesterkt door de uitspraak van de raad van state van 23 april 2014 en de uitspraak van de rechtbank op 29 oktober 2014. Vraag 11 Zo nee, waarom niet? N.v.t. Vraag 12 A: Zo ja, hoe beoordeelt u het optreden van de heer B. Brekelmans? Het optreden van de heer Brekelmans is in lijn met de opvatting van het college om zijn mening te geven nadat de rechter uitspraak had gedaan in het beroep. B: Zo ja, op welke wijze kunt u (te zijner tijd) nog bevestigend antwoorden op onze vraag of uw college zich wenst in te spannen voor het afbouwen van de molen? Op 23 december 2014 hebben wij een besluit genomen op uw vraag. U krijgt daar binnenkort een brief over. Het antwoord zal afwijzend zijn. Inmiddels hebben wij op 17 december 2014 vernomen dat u hoger beroep heeft ingesteld tegen het besluit van de rechtbank van 29 oktober 2014. Wij wachten de uitspraak van de afdeling bestuursrecht af. Vragen Als u vragen heeft dan neemt u contact op met Carol Bekker van de afdeling Ruimte, telefoon 14 - 0252, e-mail
[email protected]. U kunt haar bereiken op maandag, dinsdag of donderdag.
Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van Teylingen,
Juul J.G. Covers secretaris
Carla G.J. Breuer burgemeester
p 5 van 8
Goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders in vergadering van 27 januari 2015
p 6 van 8