FOCUS HAAGLANDEN jaargang 6
[
: A M id T HE aamhe z r duu
]
Wethouder Frank Speel: 'Duurzaam Zoetermeer blijft niet bij mooie woorden'
Regionaal warmtenet voor Haaglanden 'We lopen hiermee voorop in Nederland'
Delft toont daadkracht 'Duurzaam Delft is een sterk merk'
WINTER 2009 Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
4
FOCUS HAAGLANDEN Colofon
!CTORION #OMMUNICATIE PRESENTEERT
-ASTERCLASS 0ERS 0UBLICITEIT ,AAT HET SPEL TUSSEN UZELF EN JOURNALISTEN BETER VERLOPEN $YNAMISCH SPEL BRON EN MEDIUM /VER GRENZEN HEEN KIJKEN "EWUST ZIJN VAN DE BOODSCHAP !NTICIPEREN 0ROFESSIONALISEREN !CTORION #OMMUNICATIE BIEDT NIET ALLEEN ORGANISATIES OF COMMUNI CATIE AFDELINGEN DE KANS OM STERKER TE COMMUNICEREN MET DE PERS
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van het Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel Den Haag en de Veiligheidsregio Haaglanden. Dit nummer is mede tot stand gekomen dankzij redactionele bijdragen van de gemeenten Den Haag, Delft en Zoetermeer. Focus Haaglanden wordt gratis verspreid onder 5.000 relaties. Redactieadres Stadsgewest Haaglanden Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Tel: 070 7501500 Fax: 070 7501501 E-mail:
[email protected] www.focushaaglanden.nl Abonneren Aanmelden en adreswijzigingen: www.focushaaglanden.nl Aan dit nummer werkten mee Aan dit nummer werkten mee Redactie: Brigitte Beeks, Taco den Boer, Martin Dekker, Han de Jonge, Kennisalliantie, Luigi van Leeuwen, Chris Lieshout, Leo van Marrewijk, Hans Oerlemans, Danny Peters, Hans Rebers, Marieke van Seggelen, Chris Veenemans Fotografie: Stephan Blazis, Erwin Dijkgraaf, FSC Nederland, Sicco van Grieken, Rob ’t Hart, MorgueFile, Max Koot Studio bv, Herman Roozen, Shutterstock. com, Arthur Vahlenkamp
Commerciële exploitatie Actorion Communicatie tel. 026 - 443 82 87 Concept, uitgave en vormgeving Actorion Communicatie, Velp Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie. Uitgave Winter 2009
KANS 3CHRIJF U IN ALS INDIVIDU VOOR DE -ASTERCLASS 0ERS EN 0UBLICITEIT EN
Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt medio maart 2010. Kijk voor meer informatie op www.focushaaglanden.nl
TRAI NINGEN GELDT VOL IS VOL
Voorpagina Frank Speel, wethouder Natuur en Milieu Zoetmeer. Fotografie: Sicco van Grieken
-EER WETEN .EEM DAN CONTACT OP MET !CTORION #OMMUNICATIE EN VRAAG
Participanten Actorion Communicatie, Velp Grontmij, Waddinxveen HTM, Den Haag Kennisalliantie, Delft
NAAR !RIAN +UIL /NS TELEFOONNUMMER IS
Thema: Duurzaamheid Duurzaam Zoetermeer blijft niet bij mooie woorden
4
Kennisalliantie ondersteunt strategische projecten
26
Op weg naar een Duurzaam Den Haag
6
Het Nieuwe Water
30
Duurzaamheid als toeristisch en ‘hip’ eigenbelang
9
Verder in dit nummer
‘Duurzaam Delft’ is een sterk merk
10
De Stelling
8
Juist als alles ontregeld is, moeten de hulpdiensten er staan 12
In the picture: Rob Brons
14
Nieuwe criteria voor levering aan overheden
16
Column Luigi van Leeuwen
15
Krachtig platform strijdt voor goed hout
18
Minister Rouvoet ontbijt met jeugdzorgkinderen
22
3
Regionaal warmtenet moet Haaglanden duurzaam verwarmen 20
Finale Ondernemersprijs Haaglanden en Baby Tycoon Award 23
Den Haag bouwt de duurzaamste wijk van de wereld
Kort in de regio
28
16
18
24
Druk DeltaHage grafische dienst verlening
7EGENS GROTE BELANGSTELLING BIEDEN WIJ U OOK EEN NIEUWE UNIEKE SLUIT LATER DIT JAAR AAN BIJ NIEUWE TRAININGEN /OK VOOR DE NIEUWE SERIE
Inhoudsopgave
4
6
Duurzaam Haaglanden Wereldleiders komen deze maand weer bij elkaar op de VN-klimaatconferentie in Kopenhagen. Eén van de doelen is het omlaag brengen van de CO2-uitstoot met veertig procent voor 2020. Nederland werkt hier al hard aan en ook het dicht bevolkte Haaglanden draagt haar steentje bij. In 2050 een CO2-neutrale stad zijn, staat bij meerdere gemeenten voorop. Zo is Zoetermeer gestart met het programma Duurzaam Zoetermeer waarin onder andere subsidies voor energiebesparende maatregelen voor inwoners, maar ook regels voor duurzaam bouwen voor projectontwikkelaars zijn opgenomen. Delft laat zien hoe zij ‘Duurzaam Delft’ tot een sterk merk maakt, met milieuzones, subsidies voor ondernemers en een duurzaamheidsregisseur. Ook Den Haag blijft niet achter en heeft zijn eigen projecten, zoals de sloopregeling voor oudere auto’s. Gezamenlijk werken de Haaglandengemeenten aan de realisatie van een regionaal warmtenet waarbij duurzame bronnen zoals aardwarmte of
warmte uit zee, worden gebruikt. Daarnaast is het Stadsgewest al enkele jaren partner van FSC Nederland en heeft zich verplicht om alleen nog FSChout en -papier in zijn gemeenten te gebruiken. De verschillende eisen vanuit de overheid op het gebied van duurzaamheid levert voor ondernemers gevolgen op. Zo moeten zij vanaf 2010 aan bepaalde duurzaamheidscriteria voldoen om aan over heden te mogen leveren. De Kamer van Koophandel Den Haag biedt hierbij ondersteuning en advies. Ook als het aankomt op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De artikelen in deze Focus Haaglanden staan bol van ambities en initiatieven om samen die CO2uitstoot omlaag te krijgen. Ik wens u veel lees plezier. Caroline Schep Hoofdredacteur
WINTER 2009
4
GEMEENTE ZOETERMEER
FOCUS HAAGLANDEN
Duurzaam Zoetermeer blijft niet bij mooie woorden
Thermografisch project Zoetermeer 2009 Gedetailleerde thermografische informatie obv pandcontouren
Atlas I08
In een notendop Een duurzaam Zoetermeer bereik je niet alleen met de acties die op deze pagina’s beschreven staan. Er gebeurt dan ook nog veel meer. Warmteverlies In een notendop: • ontwikkelen van energievisie bij ontwikkellocaties, • g ratis energiescans voor ondernemers, • startpakketten Duurzaam Zoetermeer voor inwoners, • Week van de Vooruitgang • milieuvriendelijke tuinenwedstrijd • groene schoolpleinen • adoptiegroen • onderzoek naar groene bedrijventerreinen • CO2-neutrale stadsboerderij Oosterheem • Windturbines • €nergyparty’s, waar bespaarconsulenten bij mensen thuis energiebesparende producten demonstreren. • ontwerpwedstrijd Duurzaam Zoetermeer voor voortgezet onderwijs • thermoscan • duurzame openbare verlichting • groene daken
Thermografie
“Het is nu tijd voor maatregelen.” Deze woorden prijken op het titelblad van het Programma Duurzaam Zoetermeer uit november 2007. Twee jaar later
Opgenomen vanuit een vliegtuig : • Op 11-03-2009 ;
• Tussen 18u en 24u ;
• Bij droog en koud weer (T°<5°C).
blijkt uit een kleine inventarisatie dat het niet bij woorden is gebleven.
Zeer ernstig Ernstig
Tekst: Marieke van Seggelen, i.o.v. gemeente Zoetermeer Fotografie: Sicco van Grieken
4
Sterk
Matig
Gering
E
en oud Indiaans gezegde luidt: ‘We hebben de aarde niet gekregen van onze ouders, maar te leen van onze kinderen’. Deze woorden zijn Frank Speel, wethouder Natuur en Milieu in Zoetermeer, uit het hart gegrepen. “We moeten er voor zorgen dat ook onze kinderen en kleinkinderen veilig en plezierig kunnen wonen in Zoetermeer,” vindt Speel. Daarom maakt de gemeente afspraken in het programma Duurzaam Zoetermeer om de stad in de toekomst leefbaar te houden. Samen met lokale milieu organisaties, het bedrijfsleven en de inwoners van Zoetermeer geeft het programma op een praktische manier invulling aan deze leefbaarheid. Energiebesparing is één van de aandachtsgebieden binnen het Programma Duurzaam Zoetermeer. Op dat gebied zijn afgelopen jaren dan ook de nodige acties ondernomen. Een initiatief dat in het oog springt, is de Subsidie Duur zaam Zoetermeer. Peter Verheggen, programmamanager Duurzaam Zoeter meer: “Sinds 1 september kunnen Zoetermeerders subsidie aanvragen voor energiebesparende aanpassingen aan de woning. Het gaat daarbij om vloer- of bodemisolatie, muurisolatie, dakisolatie, HR++-glas, zonnepanelensystemen, ventilatiesystemen en vegetatiedaken.” De subsidie vergoedt een kwart van de kosten en is bestemd voor particuliere eigenaren van bestaande woningen en appartementen in Zoetermeer. “Voor veel huishoudens is het een goede stimulans om toch nog eens na te denken over een dergelijke investering in een energiezuinige woning.”
Duurzaam Bouwen In september van dit jaar ging de gemeenteraad akkoord met de nota Duurzaam Bouwen. Speel legt uit:
Niet waarneembaar
Thermoscan
5
Meter
0 12.5 25
De gemeente Zoetermeer heeft op 26 januari 2009 samen met de gemeente Delft een thermoscan laten uitvoeren door een vliegtuig met infraroodcamera. Vanaf duizend meter hoogte zijn opnamen gemaakt, bij een gemiddelde dagtemperatuur van 1,1°C. Dat gebeurde vroeg in de avond, een tijdstip waarop de meeste bewoners thuis zijn en dus de woning verwarmen. De resultaten van deze meting zijn nu te zien via de link http://thermal.aerogrid.nl/zoetermeer. Uit uitgebreid onderzoek is gebleken dat dertig procent van het warmteverlies van woningen via het dak verloopt. De mate van dakisolatie is een relevante indicator voor de mate van isolatie van het volledige gebouw. Op de luchtfoto die tijdens de thermoscan is gemaakt, zijn de contouren van de gebouwen te zien. Geïnteresseerden kunnen inzoomen op een pand en zowel het gemiddelde warmteverlies per pand bekijken, als het gedetailleerde warmteverlies per pand. Het warmteverlies is onderverdeeld in zes klassen, oplopend van donkerblauw (geen warmteverlies waarneembaar) tot rood (zeer ernstig warmteverlies).
50
75
100
© Aerodata 2009
Programmamanager Peter Verheggen (l) en wethouder Frank Speel bij de duurzame stadsboerderij Oosterheem
“Deze nota schrijft voor dat bij de bouw van nieuwe panden zoveel mogelijk milieubesparend gedaan moet worden. Hetzelfde geldt voor renovatie van bestaande bouw. Een belangrijke graadmeter hiervoor is de CO2-uitstoot. Die moet fors naar beneden.” In de nota staan concrete acties die bijdragen aan het verminderen van die CO2-uitstoot. Zo moet elke ontwikkelaar die meer dan 25 woningen gaat
om eigen gebouwen, zoals welzijnscentra en zwembaden, milieu- en energievriendelijker te maken met een GPRscore van minimaal 8.” Duurzaam ondernemen Het blijft niet bij bouwen alleen. Ook ondernemers zijn in het programma opgenomen. Want ook ondernemers kijken kritisch naar hun energieverbruik en staan open voor duurzame alternatie-
Subsidie stimulans voor investeren in energiezuinige woning bouwen vooraf nadenken over hoe hij energie kan besparen bij de bouw. Verder krijgt elke nieuwbouwwoning een prestatieverplichting opgelegd; elke woning moet een milieuscore (GPR-score) van tenminste een 7 hebben. Maar daar blijft het niet bij: “Ook de gemeente gaat zich inspannen
ven, weet Speel. “Dat werd onder andere duidelijk door de grote opkomst bij het Duurzaam Ondernemen Event aan het begin van dit jaar, georganiseerd door de RVOZ (Raad Voor Onder nemend Zoetermeer) en JCI Zoetermeer (de Junior Kamer). Daarnaast onder tekenden 29 ondernemers het
Convenant Duurzaam Ondernemen, waarmee ze toezeggen dat ze de komende jaren in hun bedrijf duurzame maatregelen zullen nemen.” Verheggen vult aan: “Bedrijven aan de Willem Drees laan worden bijvoorbeeld voorzien van duurzame energie door warmtekoudeopslag. Verder maakten al 39 bedrijven gebruik van het aanbod van de gemeente om een gratis energie scan door Stichting EREA uit te laten voeren. Zo’n scan brengt in kaart op welke manier het bedrijf energie zou kunnen besparen.” Een gezonde leefomgeving Andere belangrijke pijlers binnen het Programma Duurzaam Zoetermeer zijn biodiversiteit en leefomgeving. Verheggen: “Voor die thema’s hebben we een aantal belangrijke stappen gezet. Zo hebben we in de wijk Oosterheem een permanente voorziening gemaakt voor de oeverzwaluwen, die daar nestelden in de tijdelijke gronddepots. Daarnaast neemt Zoetermeer samen met
de gemeenten Dordrecht, Amersfoort en Hardenberg deel aan de stadsvogel campagne van de Vogelbescherming Nederland, om de stad vogelvriende lijker te maken. Met een onderdeel van die stadsvogelcampagne, Vinexvogels, sleepte Zoetermeer zelfs de landelijke Stadsvogelprijs 2008 in de wacht.” Ook het vermelden waard: de gemeente investeert de komende jaren 1,7 miljoen euro extra in geluidsschermen en gevelaanpassingen. Verheggen: “Daarmee beperken we de geluidsoverlast. Daarnaast komt er stil asfalt op de hoofdwegen.” Speel beaamt dat Zoetermeer hiermee op de goede weg is. “We nemen zelfs meer maatregelen op dit gebied dan wettelijk verplicht is.” Een beter milieu… Wat doet de gemeente Zoetermeer zelf om het goede voorbeeld te geven aan inwoners en ondernemers? Verheggen: “Momenteel houden we binnen onze organisatie een gedragscampagne, uitgevoerd door Stichting EREA.
Op allerlei manieren proberen we onze medewerkers bewust te maken van energieverbruik op het werk en thuis. Bijvoorbeeld door een spaarlampactie: medewerkers konden hun oude gloeilamp inruilen voor een gratis spaarlamp.” Daarnaast is onlangs de nota Duurzaam Inkopen unaniem door de raad aangenomen. Speel: “Vanaf 2012 willen we dat alles wat we inkopen voldoet aan de landelijke criteria voor duurzaam inkopen. Ook laten we ons eigen wagenpark zoveel mogelijk rijden op aardgas. We hebben net een belangrijke mijlpaal daartoe bereikt: de realisatie van het aardgasvulpunt op het bedrijventerrein Lansinghage.” Belangrijk, vinden de heren, want: “Een beter milieu begint nog altijd bij jezelf.” Voor meer informatie over het Program ma Duurzaam Zoetermeer kijkt u op www.zoetermeer.nl/duurzaamzoeter meer.
WINTER 2009
4
GEMEENTE DEN HAAG
FOCUS HAAGLANDEN
Wethouder Peter Smit: ”Duurzaamheid is een belangrijke vestigingsfactor”
Op weg naar een Duurzaam Den Haag Het Rijk gaf in juni Den Haag ruim een miljoen euro om te investeren in een aantal lokale klimaatprojecten. Met dat geld en met de één miljoen euro die de stad zelf investeert, wil Den Haag in 2010 een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie zijn en in 2050 een klimaatneutrale stad. Wethouder Peter Smit van Milieu ziet volop kansen. “Met dat geld kunnen we stappen zetten om onze ambities
6
7
te halen.”
Tekst: Chris Lieshout, gemeente Den Haag Fotografie: Max Koot Studio bv en Sicco van Grieken.
L
igt Den Haag op schema om die doelstellingen te halen? “Dat denk ik zeker. Als gemeente lijke organisatie hebben we de afgelopen periode volop geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen in onze gebouwen. Daarnaast bouwen we nieuwe panden duurzaam, zoals het stadskantoor aan de Leyweg. Bijna ons volledige wagenpark rijdt inmiddels op aardgas en we zetten honderd procent in op duurzaam inkopen. We halen dan ook de doelstelling om in 2010 CO2neutraal te zijn. Ook zijn er goede stappen gezet om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ik denk dan aan de zeewaterwarmtecentrale in Duindorp, de bouw van windmolenpark Belwind, het gebruik van zonne-energie om zwembaden te verwarmen en aan geothermie om woningen te verwarmen.”
Iedereen moet achter een Duurzaam Den Haag staan? “We kunnen een duurzaam Den Haag alleen realiseren met inwoners en ondernemers gezamenlijk. Als gemeente proberen we daarom allerlei initiatieven te ontplooien om de stad in beweging te krijgen. Een belangrijke rol is daarin weggelegd voor het Klimaatfonds Den Haag. Het Klimaatfonds maakt door het geven van financiële steun en het leveren van expertise, projecten mogelijk die CO2-reductie realiseren. Iedereen kan met zijn project of idee daar terecht. Het unieke van het fonds is dat lokale gelden lokaal geïnvesteerd worden. Hierdoor wordt heel dichtbij zichtbaar gemaakt wat kan worden
Dan wordt het met name voor de cor poraties aantrekkelijk om nog meer te investeren in duurzaamheid. Anders is het voor hen onrendabel. Verder ben ik er voorstander van dat subsidie op duurzame energie een vast beleid wordt. Nu is dat nog per project en per jaar verschillend. Investeerders weten zo niet waar ze aan toe zijn. Maar zonder steun van het Rijk lukt het ons niet.”
Wethouder Peter Smit: “Duurzaamheid leeft bij iedereen”
gedaan om de CO2-uitstoot in het dagelijks leven te verminderen.” Die ambities hebben de andere gemeenten en provincies ook? “Veel gemeenten en provincies streven naar klimaatneutraliteit. Gemeenten als Heerhugowaard, Apeldoorn en Rotterdam zijn goed bezig. Duurzaamheid leeft bij iedereen. Wel moeten we ons de vraag stellen of twintig procent
besparingen en verduurzamen met het huidige beleid, bijvoorbeeld al in 2020 haalbaar is. Ik twijfel daaraan. Neem de bouw. Eén van de grootste opgaven waar we voor staan is het verduurzamen van bestaande bouw. Ik vind dat er op korte termijn een systeem moet komen voor verhuurders en woningcor poraties. Een systeem waarbij het mogelijk moet zijn huur en energiekosten tegen elkaar weg te laten vallen.
Is er bij burgers en het bedrijfsleven wel voldoende draagvlak voor al die milieubesparende maatregelen? “Die indruk heb ik zeker. En we proberen inwoners van Den Haag te stimuleren ook zelf actie te ondernemen. Bijvoorbeeld door het geven van subsidies voor de aanleg van groene daken of door onze lokale sloopregeling voor oude auto’s. Ook bij het bedrijfsleven leeft duurzaamheid steeds meer. Veel ondernemingen willen bijvoorbeeld gehuisvest zijn in klimaatneutrale gebouwen. Een mooi voorbeeld daarvan is het Circustheater in Scheveningen. Zij hebben bij het Klimaatfonds aan geklopt met de vraag hoe zij het Circustheater klimaatneutraal konden krijgen. Voor een deel kon dat worden bereikt door energiebesparende maatregelen. De resterende CO2-uitstoot compenseren zij nu door te storten in het Klimaatfonds.” Zijn de subsidieregelingen voor particulieren succesvol? “Ik ben met name trots op het succes van onze sloopregeling. Sinds novem-
ber vorig jaar kent Den Haag een gemeentelijke subsiedieregeling voor de sloop van particuliere personenauto’s ouder dan 1 januari 1996. De premie is € 1.000,- per personenauto. Enkele maanden geleden werd ook de lande lijke sloopregeling van kracht. Bovenop die landelijke regeling hebben we als Den Haag een extra subsidie van € 500,gezet. Inmiddels hebben we al ruim 3.000 oude auto’s van de weg kunnen halen. Hiermee halen we niet alleen vervuilende auto’s van de weg, maar stimuleren we ook de lokale autobranche. Saillant detail is dat een kwart van de mensen die gebruik maakt van onze sloopregeling geen vervangende auto koopt. Dat zijn weer extra reizigers in het openbaar vervoer en bovendien parkeerplaatsen die vrijkomen.” Den Haag investeert in een windpark voor de Belgische kust. Wat zijn de verwachtingen? “Den Haag investeert in het dichtstbijzijnde windpark op zee, dat de komende jaren gebouwd wordt. Misschien komen er in 2013 windparken boven de Wadden of halverwege Engeland, maar dat is nog onzeker en ver weg. Met de investering in Belwind kunnen we op korte termijn concrete maatregelen uitvoeren, die naadloos passen binnen het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Den Haag. Inmiddels is de bouw van het windpark gestart. De verwachting is dat de windmolens in 2011 draaien. Daarmee produceert Den Haag vanaf 2011 maar liefst 17.500 ton minder CO2-uitstoot per jaar.
Dit komt overeen met het energieverbruik van circa 10.000 huishoudens. Een mooi resultaat, waarmee we als grote stad op korte termijn bijdragen aan de vermindering van CO2-uitstoot.” Hoe wordt er op het gebied van duurzaamheid in de regio samen gewerkt? “Er wordt op allerlei gebied goed samengewerkt tussen de gemeenten, waarbij mijn collega Christiaan van der Kamp van Midden Delfland veel goed werk verricht. Er wordt nu onderzocht hoe we de restwarmtesystemen in de Harnaschpolder en de stadsverwarming in Den Haag met elkaar kunnen koppelen. Ook kijken we hoe we de verschillende milieudiensten beter met elkaar kunnen laten samenwerken. Een groot regionaal gebaar op het mileuvlak is het feit dat de busvloot op aardgas rijdt. Er rijden nu al 200 aardgasbussen in de regio. Eind volgend jaar zijn dat er 300. Stadsgewest Haaglanden loopt daarmee in Nederland voorop.” Duurzaamheid leeft echt in de regio? “Ik geloof dat duurzaamheid een steeds belangrijker vestigingsfactor wordt voor bedrijven én particulieren. Men wil graag een duurzaam kantoor of duurzame woning met bijbehorende lage energielasten. Als gemeente nemen we onze verantwoordelijkheid en werken we er hard aan een duurzame stad te worden. Als daardoor vervolgens ook een extra aantrekkelijk vestigingsklimaat ontstaat, dan snijdt het mes aan twee kanten.”
WINTER 2009
4
actorion communicatie
DE STELLING
Afsteken van vuurwerk moet afgeschaft worden
FOCUS HAAGLANDEN
Duurzaamheid als toeristisch en ‘hip’ eigenbelang
De jaarwisseling nadert weer. Een moment waarop ruim 10 miljoen kilo vuurwerk de lucht in gaat. Het afsteken van vuurwerk zorgt voor luchtvervuiling en een extra uitstoot van fijnstof. De fijnstofconcentratie is vooral in grote steden achttien keer hoger dan normaal. Dit afsteken staat haaks op het
Van Duinrell tot het Vredespaleis en van Museon tot de Noordzeestranden - de regio kent
duurzaamheidsideaal en moet daarom afgeschaft worden.
verscheidene toeristische trekpleisters. Zowel dagjesmensen als buitenlandse vakantiegangers bezoeken de regio. En allen komen ze voor verschillende zaken. Hoe zit het eigenlijk met de duurzaamheid in deze sector? Een korte algemene schets en een concreet voorbeeld.
8
Cees Meijer communicatiemanager bij Consument en Veiligheid en verantwoordelijk voor de jaarlijkse vuurwerkcampagnes
“
Professor Otto Adang
David Rietveld raadslid Groen Links Den Haag
“
“In ons land is globaal de helft van de mensen een voorstander en de andere helft een tegenstander van het afsteken van vuurwerk door burgers rond de jaarwisseling. Voorstanders beroepen zich op een traditie die hun jaarlijks plezier geeft. Tegenstanders spreken van een uit de hand gelopen traditie, die jaarlijks overlast veroorzaakt. Een wet die burgers verbiedt vuurwerk af te steken tijdens de jaarwisseling is zinvol, als deze ook gecontroleerd en gehandhaafd kan worden. Als de helft van de mensen graag zelf vuurwerk afsteekt is dat niet erg realistisch te noemen. Zo zien we nu al dat een verbod op de verkoop en het afsteken van illegaal verkregen vuurwerk in ons land niet is te handhaven!” “Een wet die het afsteken van vuurwerk verbiedt mag dan als muziek klinken in de oren van tegenstanders, maar zeker op de korte termijn niet haalbaar. Willen we toch de voorstanders van het zelf afsteken van vuurwerk met de overlast die ze verzorgen bereiken, dan zal een positievere insteek een betere slaagkans kunnen behalen." "Gemeenten kunnen de jaarwisseling van een andere traditie voorzien door zelf grote en spectaculaire vuurwerkshows te organiseren, zoals dat ook gebeurt bij oudejaarsfeesten in vele steden elders in de wereld. Naar mijn stellige overtuiging draagt dit wezenlijk bij tot een veranderingslag in onze vuurwerktraditie. Is het niet mooier te kijken naar een prachtige vuurwerkshow dan zelf een pakketje vuurwerk de lucht in te schieten?”
”
lector openbare orde en gevaarbeheersing aan de Politieacademie
“
“In 2007 heb ik samen met Arno Bonte, raadslid voor Groen Links in Rotterdam, een digitaal burgerinitiatief ‘Meer plezier met minder vuurwerk’ opgesteld om een verbod op het afsteken van vuurwerk door consumenten te realiseren. Gemeenten moeten dan volgens dit plan centrale vuurwerkshows organiseren, in plaats van het vuurwerk dat door de burgers jaarlijks de lucht in wordt geschoten. De VVD begon hierop een tegenactie. We hebben ruim 63.000 ondertekenaars gehad. Helaas is het burgerinitiatief begin dit jaar niet behandeld in de Tweede Kamer. Wij strijden echter door.” “De Nederlandse vuurwerktraditie rond oud en nieuw is vreselijk uit de hand gelopen. Dat heeft eigenlijk alleen maar negatieve effecten. Op sommige plekken is oud en nieuw echt geen feestje meer. Naast de geluidsoverlast, de vernielingen die de samenleving miljoenen euro’s kost en de vele honderden gewonden is ook de luchtverontreiniging enorm. Zeker in grote steden als Den Haag en Rotterdam is het echt ongezond om je op straat te begeven. Voor CARA-patiënten is het zelfs levensgevaarlijk. Daarnaast zit vuurwerk vol met zware metalen, die tijdens de jaarwisseling over ons uitgestrooid worden. Wat mij betreft moet de huidige vuurwerktraditie dan ook drastisch veranderen: meer plezier met minder vuurwerk door centrale vuurwerkshows. Op die manier kunnen we weer feestelijk, veilig én gezond het nieuwe jaar in.” Het burgerinitiatief is te bekijken via www.mindervuurwerk.nl.
Ook reageren op De Stelling? Kijk op www.focushaaglanden.nl
9
Tekst: Chris Veenemans
”
“Door heel Nederland is sprake van een traditie waarbij de jaarwisseling gepaard gaat met vuur, lawaai en gebruik van alcohol. Deze traditie, die minder oud is dan vaak gedacht wordt, heeft inherent een aantal onveilige aspecten in zich, met name waar het gaat om gebruik van vuurwerk door particulieren. Jaarlijks vallen er vele honderden gewonden als gevolg van ongevallen met vuurwerk. Daarnaast vervuilt het afsteken van vuurwerk water, grond en lucht. Er zijn dan ook veel argumenten te vinden vóór een vuurwerkverbod. Maar er zijn ook argumenten te bedenken tégen een verbod.” “Een vuurwerkverbod werkt contra productief, omdat mensen toch vuurwerk gaan afsteken, maar dan illegaal. Dat blijkt ook na andere verboden die geen draagvlak hebben in de samenleving. Handhaving van een vuurwerkverbod is zo goed als onmogelijk. Het lukt op veel plaatsen al niet om een einde te maken aan het stoken van vuren rond de jaarwisseling. Het afsteken van vuurwerk kan in principe in elke tuin of op elke stoep. De vraag is hoe dat moet worden gecontroleerd. Burgers zullen zich aangetast voelen in hun vrijheden en dat zouden ze weleens kunnen afreageren op hulpverleners, handhavers en toezichthouders. Een vuurwerkverbod is het doorbreken van een oude traditie. Die traditie is ooit begonnen en hij kan in principe ook beëindigd worden, maar dat zal een kwestie van lange adem zijn, waarbij nagedacht moet worden over mogelijke alternatieven.”
”
D
uurzaamheid en toerisme vormen, zeker op het eerste gezicht, een bijzonder begrippenpaar. Allereerst waarschijnlijk doordat menigeen toe risme vanuit het eigen perspectief eerder associeert met iets voor de korte termijn. Daarnaast is de toeristische industrie wereldwijd een enorme groeisector.
Paal en perk stellen is echter bijzonder impopulair in een sector waar ‘vrij zijn’ de eerste associatie is. Toch is het op de langere termijn ook voor de toeristische sector en voor haar lijfsbehoud van groot belang om wel degelijk te verduurzamen, aldus Roel in ’t Veld, voorzitter van de RMNO, in zijn voorwoord bij het rapport.
Toch is de toerismesector, zoals de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) het noemt, ‘een onderzoeksarme en beleidsluwe sector’ (‘Duurzame ontwikkeling van toerisme’, 2006). Dat is eigenlijk best vreemd. Immers, als je toerisme combineert met duurzaamheid dan stuit je op de kernbegrippen: natuur, milieu en cultureel erfgoed. Veel toeristische bestemmingen ontlenen hieraan hun aantrekkingskracht, maar alledrie zijn evenzeer gevoelig voor het aanbrengen van onherstelbare schade.
Van zwart naar groen Gelukkig zijn er initiatieven die duurzaamheid als leidraad hebben. Een mooi voorbeeld hiervan zien we aan het Noorderstrand van Scheve ningen. Hier is de Barefoot Beachclub bezig van het Zwarte Pad het ‘ Groene Pad’ te maken. Eigenaar Arthur Chin vertelt hoe het zo is gekomen. “Het Zwarte Pad is al sinds jaar en dag de ‘incrowd beach’ van Den Haag en omgeving. We hebben de afgelopen jaren vorderingen gemaakt mede dankzij de verscherpte controles van gemeentelijke en overheidsinstanties, zoals bouw- en woningtoezicht, de brandweer, de welstandscommissie en de Voedsel & Waren Autoriteit. Desondanks blijft de infrastructuur op dit gedeelte van het strand ver beneden de norm én de behoefte. Te weinig stroom, geen gas. Dat zijn dus problemen, máár daardoor ook kansen!”
De RMNO vindt toerisme ‘een unieke economische activiteit’, zeker in relatie tot duurzaamheid. Ondernemers bevinden zich vaak in een dilemma. Zij begrijpen dat het beter is om gezamenlijk schade aan natuur, milieu en erfgoed te voorkomen. Hun (korte termijn) eigenbelang en de versnip pering binnen de ‘toeristische sector’ zijn hier echter mee in tegenspraak. Dit heeft tot gevolg dat de ontstane schade de toeristische attractiviteit teniet doet.
“Dankzij de ligging tegen het gebied Natura 2000 vind ik het wenselijk om het gebied te transformeren van het Zwarte Pad naar het Groene Pad. We doen intensief aan gebiedsmarketing waardoor het ‘Groene Pad’ ook onderdeel kan zijn van de Haagse citybranding. Ik doel daarmee op de ambitie van de gemeente om voor 2050 een CO2-neutrale ‘wereldstad aan zee’ te worden!” Volgens Chin zijn de ondernemingen aan het Zwarte Pad altijd vooruit strevend en samenwerkend geweest. ”De situatie nu vereist goede communicatie om het belang van de stakeholders en sponsors zo goed mogelijk in te vullen. Het grote belang voor de toekomst is om nu duurzamer te leven en te ondernemen.” Een ander doel is het positioneren van het ‘Groene Pad’ als voorbeeld en als soort kenniscentrum voor andere strandpaviljoenhouders. “Maar we willen ook een zeer belangrijk signaal afgeven aan de bezoekers van het Zwarte Pad en hen bewust maken van de noodzaak tot duurzaam leven én ondernemen. Hen erop wijzen dat ze kunnen bijdragen aan een gezonde toekomst voor de volgende - ook ondernemende - generatie.”
Chin ziet door de huidige tendens tot duurzaam ondernemen goede kansen om het Zwarte Pad nog beter te positioneren als ‘hip’ recreatiegebied.
WINTER 2009
4
FOCUS HAAGLANDEN
GEMEENTE DELFT
Kennisstad koppelt ‘dromen’ aan ‘doen’
‘Duurzaam Delft’ is een sterk merk Monter op weg naar een CO2-neutrale stad in 2050. In Delft, in de Duurzaamheidsmeter 2009 al bestempeld als één van de koplopers van duurzame gemeenten, wordt hardop gedroomd. Maar daar blijft het niet bij: ‘Duurzaam Delft’ is dankzij talloze concrete initiatieven uitgegroeid tot een sterk merk. En dat gebeurt dus niet alleen door te dromen, maar vooral door te doen.
10
Tekst: Leo van Marrewijk, gemeente Delft Fotografie: Erwin Dijkgraaf en Sicco van Grieken
L
ian Merkx, wethouder Milieu en Duurzame Ontwikkeling, werkt met ziel en zaligheid aan de duurzame ontwikkeling van de stad. Ze ziet tot haar tevredenheid dat steeds meer mensen (individuen en bedrijven) diezelfde kant opgaan, bij voorkeur met concrete projecten om de leefomgeving te ver beteren. “Natuurlijk moeten we goede klimaat- en duurzaamheidsplannen maken voor de toekomst, maar we moeten ‘duurzaamheid’ ook vooral laten zien.” In dat verband wijst ze op een ‘klassiek’ project als de Delftsblauwe daken: al ruim tien jaar geleden konden Delfte naren met gemeentelijke subsidie hun daken met zonnepanelen uitrusten. Het werd een doorslaand succes en had ook alle ingrediënten die duurzaamheid ‘dichtbij’ brengen: het gaat mensen (en hun portemonnee) direct aan, als individu kun je het verschil maken én het draagt bij aan bewustwording. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat in 2010 opnieuw wordt ingezet op het verhogen van het aantal Delftsblauwe daken. Naast geslaagde bestaande initiatieven beloont Delft ook nieuwe initiatieven op straat-, wijk-, stads-, regionaal en landelijk niveau. Dat gebeurt op verschillende manieren. Burgers, organisaties en bedrijven kunnen steun (geld en/of PR) krijgen voor ‘een groen idee’. Er wordt stadsbreed, zelfs regionaal, ingezet op bijvoorbeeld stadsverwarming. Daarnaast wil Delft op verschillende fronten, bijvoorbeeld als medeoprichter van Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO) in 2007, een voortrekker zijn. Bovendien heeft Delft Kennisstad op het gebied van duurzaamheid een sterke
aangesproken en was het meer gericht op het wegnemen van milieuhinder. Je ziet nu dat jonge mensen en onder nemers zelf aan de slag gaan met een duurzaam idee, gewoon doén. En ook die mensen willen we helpen.’’ Die hulp hoeft niet altijd uit geld te bestaan. De gemeente probeert samen met partners onder meer ‘duurzame dates’ te organiseren: initiatiefnemers die van externe deskundigen tips krijgen om hun idee verder uit te werken. Die aanpak werkt volgens de gemeente beter dan één partij die trekt en duwt om een plan te verwezenlijken. Want een goed idee verzilveren is immers vaak een kwestie van de juiste mensen tegen komen. Een aantal voorbeelden van projecten die de gemeente Delft doet op het gebied van duurzaamheid:
Delft heeft in september het gastheerschap voor de Zuid-Hollandse verkiezing van ‘Duurzame Dinsdag’ verzorgd. (Lian Merkx met koffer)
troef in handen, memoreerde gedeputeerde Erik van Heijningen onlangs bij zijn bezoek aan Delft, waar de prinsenstad gastheer was voor de Zuid-Hollandse verkiezing van ‘Duurzame Dinsdag’. “Met kennisinstituten als de TU en TNO heeft Delft het intellect én de frisse, jonge geesten om het verdiende predicaat ‘duurzame stad’ verder uit te bouwen’’, aldus Van Heijningen. Doeners Op Duurzame Dinsdag werd al geconstateerd dat het aantal ‘doeners’ sterk stijgt. Dat bleek al uit de koffer vol duurzame ideeën, waarbij Delft overigens één van de hofleveranciers was. Bovendien wil de gemeente aanpakkers ook stimuleren. Lian Merkx: “Werken aan duurzaamheid kun je niet alleen, dat moet je samen doen. Daarom hebben we afgelopen jaar een Duurzaam Delft Dreamteam opgericht, een netwerkorganisatie met partners als bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, Ikea en Rabobank. Bedrijven, kennis
instellingen en maatschappelijke organisaties wisselen kennis uit en helpen bestaande en nieuwe duurzame initiatieven op weg.’’ De oprichting van zo’n Dreamteam, waarbij de gemeente vooral fungeert als ‘makelaar’ tussen partijen, past bij de tijd, vindt Agnes van der Linden, beleidsadviseur Milieu van de gemeente Delft. “Die aanpak, waarbij we als ‘makelaar optreden’, gaat verder dan het technisch oplossen van milieuproblemen. De gemeente werkt nu steeds meer faciliterend en fungeert meer als aan jager en netwerkorganisatie én is meer gericht op samenwerking. Als een bewoner of een instelling met een goed idee komt, hebben we bijvoorbeeld de ondersteuningsregeling waarin we met relatief weinig geld een ontwikkeling kunnen versnellen.” Bovendien ziet Van der Linden een ondernemende generatie opstaan. “In de jaren ’70 waren er ook grote idealen, maar werden vaak de overheid en bedrijven op hun verantwoordelijkheid
Delfts Dreamteam: dromen moét Ruud van Wijngaarde, directeur Kamer van Koophandel Delft, is lid van het Delftse Dreamteam voor duurzaamheid. “Het Dreamteam is een verzameling van betrokken mensen die durven dromen. Mijn droom is om alle kennis die de stad bezit, zichtbaar te maken. Een concreet voorbeeld? Een Delftse ondernemer komt met verhuisplannen langs. Hij wil zijn nieuwe pand én zijn omgeving volledig inrichten met duurzame snufjes. Dan kunnen wij hem misschien helpen en er een pilot van maken. Met het netwerk en de kennis van de Delftse leden van het Dreamteam helpen we dromen van jonge ondernemers waar te maken.” Milieuzone voor vrachtverkeer Vrachtwagens van acht jaar en ouder worden vanaf 1 januari 2010 niet meer toegelaten in de zuidoostrand van de Delftse binnenstad. Dit gebeurt om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het instellen van een dergelijke milieuzone is het gevolg van een akkoord tussen de gemeente Delft, verladersorganisatie EVO, Transport en Logistiek Nederland en Koninklijk Nederlands Vervoer. De handhaving gebeurt door de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren. Wethouder Merkx: “Met deze milieuzone verbeteren we zeker de luchtkwaliteit. Daarnaast nemen we nog andere maatregelen om de leefbaarheid in de
stad te verbeteren, zoals het inzetten van schonere voertuigen in ons gemeentelijk wagenpark. Tevens wil de gemeente bezorging van pakketpost in de binnenstad via de vrachtfiets realiseren in het kader van duurzame stedelijke distributie. Ook de uitbreiding van de autoluwe binnenstad past bij die maatregelen.” Duurzaamheidsregisseur: spin in het web In Delft wordt in 2010 een duurzaamheidsregisseur aangesteld, zoals verwoord in het Duurzaamheidsplan Delft 2008-2012 (‘Duurzaam Delft op de kaart’). De duurzaamheidsregisseur moet een spin in het web worden voor diverse duurzaamheidinitiatieven bij het op de kaart zetten van Duurzaam Delft. De regisseur brengt partijen bij elkaar, initieert en fungeert als aanjager/ makelaar voor uiteenlopende initiatieven. Ook houdt hij/zij een database bij van alle initiatieven en is hij/zij coördinator voor het Duurzaam Delft Dreamteam. Het Duurzaamheidsplan bevat tevens een lange lijst met succesprojecten die kunnen dienen als inspiratiebron. Het is een lijst van grote en kleine projecten, variërend van de introductie van de Fietstaxi tot de aanleg van geluidsarm asfalt in de stad.
Warmtebedrijf: lekker warm in Harnaschpolder Zie voor meer informatie over het Warmtebedrijf pagina 20. Duurzame bedrijvigheid stimuleren Delft probeert duurzame bedrijvigheid te stimuleren via subsidies en het bieden van faciliteiten. Zo kregen de ontwikkelaars van de vrachtfiets (www.vrachtfiets.nl) subsidie voor het ontwikkelen van hun prototype. De gemeente is ook medeoprichter van de kraamkamer van Yes!Delft, het snel groeiende ondernemerscentrum van de TU Delft dat studenten en professionals helpt bij het vermarkten van technische vindingen. En dat werkt, ondervond ook afgestudeerd TU-student Hjalmar van Raemdonck. Hij viel onlangs in de prijzen met een nieuwe, duurzame oplossing voor vrachtwagens: dankzij het plaatsen van zijvleugels aan opleggers van vrachtwagens is er een brandstofbesparing van 9 procent mogelijk. Van Raemdonck: “Yes!Delft werkt prima, want je kunt er niet alleen terecht voor goede adviezen. Ze brengen ook mensen met elkaar in contact. Zo hebben wij hier onze partner gevonden waardoor wij onze vinding binnenkort gaan produceren.’’
11
Minister Cramer (tweede van rechts) is aanwezig bij de ondertekening van het Warmtebedrijf Delft.
WINTER 2009
4
FOCUS HAAGLANDEN
VRH
Ton van Dijk, Regionaal Geneeskundig Commandant in Haaglanden:
“Juist als alles ontregeld is, moeten de hulpdiensten er staan” toegenomen. Dat heeft alles te maken met de uitbraak van SARS, de vogelgriep, en ook de vrees voor moedwillige verspreiding van een pokkenvirus
Wat te doen als dertig procent van het personeel van een ziekenhuis uitvalt door ziekte,
boeken door te nemen zodat ook nieuwe functionarissen weten wat hen te doen staat. Dit geldt overigens ook voor de verantwoordelijke bestuurders.”
terwijl tegelijkertijd dertig procent meer
Bij elke ramp of calamiteit, continuïteit van zorg, veiligheid en openbare orde kunnen garanderen
patiënten wordt aangemeld voor opname?
12
En alle andere ziekenhuizen in de regio kampen met dezelfde situatie? Hoe kan in zulke
tijdens de Irak-oorlog. Daarom heeft de GHOR in 2005/2006 samen met de GGD’en in de regio een eerste Regionaal Draaiboek Influenzapandemie opgesteld. Ook alle ziekenhuizen en hulpdiensten hebben toen al afzonderlijk continuïteitsplannen gemaakt.”
extreme omstandigheden de continuïteit van de zorg worden gegarandeerd?
Tekst: Hans Oerlemans i.o. Veiligheidsregio Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
Draaiboek in werking In opdracht van het Veiligheidsbestuur heeft Van Dijk in 2004 het initiatief genomen voor de oprichting van de Regionale Ambtelijke Stuurgroep Grootschalige Infectieziekten (RASGI). Hierin zijn de GHOR, de twee GGD’en, politie, brandweer en gemeenten vertegenwoordigd. De stuurgroep zorgt voor coördinatie, afstemming en samenhang bij de maatregelen ter voorbereiding op grootschalige infectieziekten. Al snel nadat de WHO alarm had geslagen over de Mexicaanse griep kwam de RASGI bij elkaar.
D
eze vraag werd in één klap actueel toen de WHO in april van dit jaar internationaal alarm sloeg over de Mexicaanse griep, die later Nieuwe Influenza A H1N1 ging heten. In juni volgde de officiële vaststelling van een pandemie. De kans op een massale griepuitbraak was daarmee ook in Nederland heel reëel geworden. Brand weer, politie, ziekenhuizen, zorginstellingen en andere vitale diensten moesten zich hierop gaan voorbereiden. Uiteraard geldt de opdracht om de continuïteit van zorg, veiligheid en openbare orde te garanderen bij elke ramp of calamiteit. Of het nu een vliegtuigcrash is of een grote watersnood. Continuïteit bij een pandemie is echter van een heel andere orde. Alleen nog spoedeisend “Het unieke aan een pandemie is dat iedere hulpverlener zelf potentieel slachtoffer van de calamiteit is,” zegt Ton van Dijk, directeur van de GGD Den Haag en tevens Regionaal Geneeskundig Commandant Haaglanden. “Je moet er in de scenario’s rekening mee houden dat de operationele capaciteit fors vermindert, terwijl het beroep op de hulpdiensten sterk toeneemt. Daar komt bij dat je geen assistentie kunt inroepen uit andere regio’s, wat normaal wel gebeurt bij calamiteiten.
Ton van Dijk, Regionaal Geneeskundig Commandant
Overal speelt immers hetzelfde.” Om toch de continuïteit te garanderen, moeten hulpdiensten keuzes maken, volgens Van Dijk. “Een ziekenhuis zal ervoor kiezen niet-spoedeisende operaties uit te stellen of een afdeling voor dagbehandeling om te bouwen tot ziekenzaal. De brandweer zal inspectieen controletaken tijdelijk opschorten en trainingen uitstellen, om zo opera tionele manschappen beschikbaar te houden.” Voor de ambulancezorg heeft een pandemie weer andere gevolgen. Van Dijk: “In de ambulancezorg betekent het prioriteit geven aan acute hulpverlening (spoedzorg) en het minder urgente ambulancevervoer uitstellen. Alle zorg-
en veiligheidsdiensten hebben plannen in de kast liggen om bij een grootscha lige ontwrichting hun primaire taken te kunnen continueren. Juist als alles ontregeld is, moeten wij er staan. Maar om die ambitie waar te maken, zijn wel bewuste keuzes nodig. Daar moet je van tevoren al goed over nadenken.” De Veiligheidsregio Haaglanden heeft zich in het verleden al vaker voorbereid op ernstige verstoringen. Van Dijk: “Denk aan de millenniumwisseling waarbij werd gevreesd voor de uitval van vitale ICT-systemen. We hebben nog steeds profijt van de continuïteitsplannen die toen zijn gemaakt. Daarnaast is de waakzaamheid voor een pandemie de laatste jaren sterk
“We hebben het draaiboek uit 2006 erbij gepakt en alles volgens plan in werking gezet”, licht Van Dijk toe. “De landelijke en regionale draaiboeken zorgden ervoor dat iedereen - huisarts, ziekenhuis, GGD enzovoort - direct wist wat er in deze situatie werd verwacht. Dankzij dit grondige voorwerk konden we meteen concreet aan de slag. Wel is het draaiboek op punten geactualiseerd en aangescherpt.” Eind september heeft de Veiligheidsregio een nieuwe versie vastgesteld. Van Dijk benadrukt deze actualisering van draaiboeken. “Op veel vitale posten bij hulpdiensten bleken inmiddels nieuwe medewerkers te zitten voor wie het draaiboek onbekend was. Zij moesten eerst flink worden bijgepraat. Die ervaring pleit ervoor om regelmatig draai-
Vaccinatie en beroepsethiek Bij een uitbraak van bijvoorbeeld de Mexicaanse griep lopen hulpverleners zelf ook risico ziek te worden. Hoe meer hulpverleners bij een calamiteit uitvallen, hoe moeilijker het wordt om de continuïteit te garanderen van zorg, veiligheid en openbare orde. Dat legt een zware verantwoordelijkheid op
de schouders van het personeel binnen de zorg, de brandweer en andere vitale diensten. Bij een pandemie zouden ze er alles aan moeten doen om zichzelf en daarmee hun cliënten, te beschermen tegen het virus. Juist dan wordt er immers een extra beroep op hen gedaan. Van Dijk vindt het onbegrijpelijk dat hulpverleners in de zorg er bewust voor hebben gekozen zich niet te laten vaccineren tegen de nieuwe griep. “Je kunt anderen besmetten nog voordat je zelf de eerste symptomen hebt. Zeker artsen en verpleegkundigen moeten zich dit realiseren. Het heeft met beroepsethiek te maken. Je hebt de verantwoordelijkheid om kwetsbare patiënten te beschermen. In mijn ogen geldt dit bij elke seizoensgriep, juist gezien het vaak inten sieve contact met kwetsbare groepen.”
13
Efficiënte hulpverlening in chaotische situaties De Hulpverleningsregio Haaglanden is volgens de nieuwe Wet op de Veilig heidsregio’s officieel omgevormd tot Veiligheidsregio Haaglanden. De belangrijkste partners zijn: politie, brandweer, gemeenten en GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). De GHOR krijgt in de Veiligheidsregio een belangrijkere rol. Als bij een calamiteit zoals een grieppandemie, sprake is van opgeschaalde inzet van zorg, dienen alle ketenpartners te werken onder de coördinatie en regie van de GHOR. Aan het hoofd staat de Regionaal Geneeskundig Commandant. In Haaglanden Ton van Dijk. De GHOR moet in chaotische situaties van allerlei aard, efficiënte hulpverlening kunnen (doen) organiseren. Zo zal tijdens een influenza-uitbraak via de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) de verdeling van patiënten over de ziekenhuizen worden gecoördineerd. Een huisarts hoeft dan niet zelf eindeloos te bellen met ziekenhuizen om een plaats te regelen, maar heeft zijn handen vrij voor de zorg aan patiënten. Een andere taak kan zijn: alle beschikbare beademingsapparatuur in de regio te inventariseren, zodat er optimaal gebruik van wordt gemaakt. In de aanloop naar de mogelijke uitbraak treft de GHOR ook voorbereidingen voor eventualiteiten zoals een massavaccinatie of het vaccineren van nieuwe risicogroepen, mocht de minister van VWS besluiten het beleid alsnog te wijzigen. Naast die goede infrastructuur voor zorg en hulpverlening die de Veiligheids regio op deze manier biedt, noemt Van Dijk nog een tweede factor die van doorslaggevend belang is voor het succes van een Veligheidsregio. “Met zoveel verschillende partners in het spel is een vanzelfsprekende bereidheid tot samenwerking een absolute voorwaarde. In Haaglanden is iedereen daarvan doordrongen. Als het nodig is dan staan politie, brandweer en andere hulpdiensten meteen klaar. Eén telefoontje is genoeg. Dat gaat zonder competentiestrijd of bureaucratie. Dat geeft mij het vertrouwen dat deze Veligheidsregio een pandemie of welke andere ernstig verstorende calamiteit aankan.”
WINTER 2009
4
FOCUS HAAGLANDEN
Per 1 januari 2010 vallen de gemeentelijke brandweerkorpsen in de regio Haaglanden
Haaglanden. De Hulpverleningssregio Haaglanden (HRH) is per 1 januari 2009 omgedoopt tot Veiligheidsregio Haaglanden (VRH). Rob Brons was Regionaal Commandant
COLUMN
IN THE PICTURE
onder bestuur van de regio. De gemeentelijke korpsen vormen samen Brandweer
Brandweer (RBC) bij de Hulpverleningsregio Haaglanden. In de nieuwe Veiligheidsregio is hij wederom benoemd tot RBC.
Duurzaam: een kwestie van mindsetting
(Noot van de redactie: Inmiddels is bekend geworden dat Rob Brons in maart 2010 de Veiligheidsregio zal verlaten. Hij wordt de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van de Haagse Hogeschool.)
Rob Brons 14
I
s er veel veranderd met de overgang van de HRH naar de VRH? Is uw baan anders geworden? “Er is héél veel veranderd. De HRH vormde een koepelorganisatie over de autonome gemeentelijke brandweerkorpsen. Nu zijn die brandweerkorpsen gefuseerd tot één regionale brandweer in de Veiligheidsregio. Mijn positie is daardoor anders geworden. Was ik voorheen de directe leidinggevende van 600 man bij de Brandweer Den Haag/HRH en indirect de baas over 800 brandweermannen van de overige gemeentelijke korpsen. Nu ben ik de directe commandant over 1400 mensen van alle korpsen in Haaglanden. In de oude situatie had ik te maken met twee ondernemingsraden, nu met eentje. Ook moest ik verantwoording afleggen aan het college van b&w van Den Haag en aan het bestuur van de HRH. Nu is dat alleen de laatste. Het maakt mijn baan makkelijker en moeilijker. Aan de ene kant is één grote organisatie eenduidiger en duidelijker, aan de andere kant moet je ook veel investeren in de communicatielijnen. Er ontstaat een grotere afstand tussen de directie en de werkvloer. Die communicatielijnen vormen één van de aandachtspunten waar ik mij in mijn nieuwe functie op zal richten.” Wat zijn uw ambities als Regionaal Commandant Brandweer? “De Veiligheidsregio is er nu weliswaar op papier. Maar het echte werk begint nu pas. Ik heb aan de wieg gestaan van de samenvoeging van de gemeentelijke en rijkspolitiekorpsen tot regiopolitie en
heb ook op andere gebieden fusies meegemaakt. Uit ervaring weet ik dat we nog allerlei verrassingen zullen tegenkomen de komende vier jaar. Zaken waarvan we zullen zeggen: ‘Hadden we hier maar beter over nagedacht’. We moeten ervoor zorgen dat het één organisatie wordt. Al die verschillende cultuurtjes die er bij de korpsen zijn niet overboord gooien, en toch zorgen dat er één gemeenschappelijk cultuur ontstaat. Daarnaast wil ik bewerkstelligen dat iedere medewerker er trots op is, deel uit te maken van de Veiligheidsregio. Naast die interne ambities heb ik natuurlijk ook externe ambities. Het waarmaken van onze missie waarin we de inwoners van Haaglanden beloven betrouwbaar, behulpzaam en daadkrachtig te zijn.” U richtte zich tijdens het proces van de vorming van de Veiligheidsregio op communiceren en informeren. Wat hield dat in? “In de hoofdlijn hield dat in dat ik ieder verzoek tot communicatie of de vraag om informatie persoonlijk heb gehonoreerd. Dat betekende dat ik bijvoorbeeld oefenavonden van vrijwilligerskorpsen ben langsgegaan. Zichtbaar en fysiek aanwezig zijn. En dat kan eigenlijk nooit genoeg zijn. Daarnaast heb ik met overtuigingskracht de lokale bestuurders, maar ook de vele gemeenteraden bezocht, om te onderstrepen dat wat men van buiten eigenlijk al gewend was, ook echt gerealiseerd moest worden. Want dat vormde een probleem. Van de buitenkant leek het al alsof we regionaal opereerden. Alleen waren er wel nog steeds verschillende rechtspo-
sities. Ook werden er verschillende soorten brandweerwagens gebruikt in iedere gemeente. We moesten afmaken waar we tien jaar geleden eigenlijk al mee begonnen waren. De verschillen elimineren en de overeenkomsten vergroten. Nu dragen alle brandweermannen in Haaglanden dezelfde bluspakken en maken gebruik van dezelfde materialen voor ademlucht.”
Wat is duurzaam? Wat mij betreft is dat kwaliteit van prestaties op de lange termijn. En kwaliteit is – volgens Theo Toonen – het verlenen van diensten conform gespecificeerde criteria. Dat is zoveel als ‘zeggen wat je doet en doen wat je zegt’. Dit lijkt heel eenvoudig maar de grootste ergernis van burgers en bedrijven over de politiek is dat veel bestuurders van alles beloven, maar die beloften niet nakomen. Vaak weten hun medewerkers niet eens wat er beloofd wordt of worden zij hierover niet geïnformeerd. Van bestuurders en politici wordt verwacht, dat zij visie hebben bijvoorbeeld op duurzaamheid en dat zij voor zichzelf een strategie hebben om die visie te realiseren. Dat is echter geen vanzelfsprekendheid, getuige de boekenkasten vol boeken over de uitvoering van ideeën en plannen. Voor de geloofwaardig-
Regionaliseren, waarom is dat nodig geweest? “Het regionaliseringsproces heeft zich gericht op drie hoofdlijnen: kwaliteit, capaciteit en continuïteit. Wat betreft kwaliteit, kon iedere gemeente zeggen dat zij in haar gemeente de beste brandweer had. Dat klopte ook. Maar je liep daarbij wel tegen die gemeentegrens aan. Trek je die grens door tot de regio, dan ben je tot veel meer in staat. Wat betreft de continuïteit is het natuurlijk wel duidelijk dat je het met 1400 mensen veel langer kan volhouden dan met die tientallen brandweerlieden waarover je beschikt binnen de eigen gemeente.” Wat zijn de uitdagingen voor u als Regionaal Commandant Brandweer van de Veiligheidsregio de komende tijd? “Zoals ik al zei, begint het eigenlijk nu pas. Alles wat we bedacht en beloofd hebben, moeten we nu zien waar te maken. Tegen de gemeenten hebben we ook gezegd dat als we als Veiligheidsregio verder zouden gaan, de kosten voor de brandweer omlaag zullen gaan. Ik wil dat graag laten zien. Dat meer, minder gaat kosten en ja, dat is een uitdaging voor mij.”
heid van politici en hun vak draait het om ‘getting things done!’. Goed bestuur is afhankelijk van de pendel tussen bestuur en ambtenarij. Alleen bij goede communicatie zal die pendel soepel heen en weer gaan. Bestuurders, die op weg naar de volgende verkiezingen voor de troepen uitlopen, zijn als generaals zonder indianen. Zij vallen na verloop van kortere of langere tijd door de mand. Ambtenaren, die geen gevoel hebben voor wat hun bestuur wil, hebben het verkeerde beroep gekozen. Samen moeten zij sturen op maatschappelijke effecten, op outcome. Een beleid gericht op duurzaamheid zal gebaseerd moeten zijn op die effecten. Mogen wij burgers duurzaamheid aan politici en ambtenaren overlaten? Dat zal niet gaan. De geslaagde ontwikkeling van milieuvriendelijke producten is juist afhankelijk van de voorkeuren van de
consumenten, en dus de burgers. Natuurlijk zijn er ook taken voor de overheid. Zij moet heldere milieunormen stellen en zo nodig preventief handelen om de belangen van komende generaties te beschermen. Ter vermijding van bestuurlijk hobbyisme is draagvlak bij burgers nodig. Dat is een kwestie van mindsetting. Toegegeven, kroonluchters met LED-lampen zijn verschrikkelijk! Luigi van Leeuwen, een Haaglander
15
visie
frisse kijk op visuele communicatie
Ontwerpbureau NEO Zutphensestraatweg 16 6881 WS Velp T 026 442 48 31 F 026 351 47 41
[email protected] www.ontwerpbureauneo.nl
~ van huisstijlen tot magazines ~ van pril idee tot eindproduct ~ prima prijs-kwaliteitverhouding ~ direct contact met ontwerpers ~ flexibel, toegankelijk en praktisch !
WINTER 2009
4
KAMER VAN KOOPHANDEL
FOCUS HAAGLANDEN
Duurzaam inkopen
Nieuwe criteria voor levering aan overheden bij de keuze van producten en diensten steeds meer op of deze het predikaat ‘duurzaam’ verdienen. De Kamer van Koophandel helpt ondernemers óók bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). MVO levert een bijdrage aan succesvol en vernieuwend ondernemerschap. Het vinden van een goed evenwicht tussen sociale belangen (People), winst (Profit) en milieuaspecten (Planet), de drie P’s (PPP) staat hierbij centraal. Duurzaam inkopen geeft een concrete invulling aan MVO dat toch nog regelmatig als een vaag begrip wordt beschouwd.
De rijksoverheid wil samen met andere overheidsorganisaties het goede voorbeeld geven door duurzame producten in te kopen. Leveranciers moeten hierdoor vanaf 2010 aan nieuwe criteria voldoen om aan overheden te kunnen leveren.
16
Tekst: Danny Peters, Kamer van Koophandel Den Haag Fotografie: Shutterstock.com
D
uurzaamheid staat hoog op de agenda van de overheid. Senter Novem heeft in opdracht van het Ministerie van VROM voor tachtig productgroepen duurzaamheidscriteria gedefinieerd. Aan de hand hiervan gaan overheden vanaf 2010 duurzaam inkopen. De productgroepen bestrijken een veelzijdig pakket aan producten en diensten. Van kantoorartikelen tot catering en van straatmeubilair tot wegen en gebouwen. Duurzaam inkopen betekent dat naast prijs en kwaliteit ook rekening wordt gehouden met milieu- en sociale aspecten. Bij milieuaspecten gaat het om het effect van het product of productieproces op het milieu, bijvoorbeeld door energie of materiaalgebruik. Bij sociale aspecten wordt gekeken naar thema’s als kinderarbeid of mensenrechten. Jaarlijks besteden de gezamenlijke overheden, Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, meer dan vijftig miljard euro aan de inkoop van goederen, werken en diensten. Door als overheden duurzaam in te kopen, krijgt de markt voor duurzame producten een stevige impuls. De overheden hebben zichzelf duidelijke doelen gesteld: de rijksoverheid wil volgend jaar voor honderd procent duurzaam inkopen. De gemeenten streven naar 75 procent in 2010 en honderd procent in 2015. Provincies en waterschappen hebben minimaal vijftig procent in 2010 als doel. De Kamers van Koophandel hebben een verklaring opgesteld om in 2012, vijftig procent duurzaam in te kopen. De criteriaontwikkeling voor duurzame producten is dynamisch, want duurzaamheid is een dynamisch begrip. Met het oog op nieuwe technologische ontwikkelingen en inzichten, verande-
ringen in de markt en gewijzigde maatschappelijke opvattingen, worden de duurzaamheidscriteria regelmatig herzien. Ook toepassing van de criteria door de inkopers levert nieuwe inzichten op die aanleiding kunnen zijn tot aanpassing. Op de website van Senter Novem staat informatie over onderhoud en herziening van criteria. Maatschappelijk ondernemerschap Omdat de nieuwe leveringsvoorwaarden nog relatief onbekend zijn bij ondernemers, heeft Kamer van Koophandel Den Haag in mei 2009 een informatiebijeenkomst georganiseerd in samenwerking met de Ontwikkelings
maatschappij Den Haag, beter bekend als Om Den Haag. Om Den Haag richt zich primair op ondernemend Den Haag. Het uitgangspunt is dat een duurzame toekomst hand in hand gaat met duurzame economische groei en maatschappelijk ondernemerschap. Tijdens de bijeenkomst voor leveranciers van overheden, lieten zeventig deelnemers zich informeren over de kansen en risico’s die het (niet) tijdig aanhaken op duurzaam inkopen met zich meebrengen. Daarnaast brengt de trend van duurzaamheid niet alleen concrete consequenties met zich mee voor het leveren aan de overheid. Ook zakelijke klanten en consumenten letten
Ook zakelijke klanten en consumenten letten bij de keuze van producten en diensten steeds meer op of deze het predikaat 'duurzaam' verdienen.
Invulling MVO Hoe aan MVO in de praktijk invulling kan worden gegeven vertelt Virgil Ormskerk, senior accountmanager bij BAS Consultancy. Hij was één van de sprekers tijdens de bijeenkomst in mei. “Het People, Profit, Planet gedachtegoed zit ons team in de genen. Het is geen kunstje wat we toepassen. Het is onze overtuiging om zaken te doen op een manier die goed en voordelig is voor onze klanten en de wereld om ons heen. Daarom adviseren wij niet hoe je duurzaam moet ondernemen. Dat doe je vanuit je eigen overtuiging.” Volgens Ormskerk is dat de basis van waaruit maatschappelijk verantwoord onder nemen in de bedrijfsvoering wordt verwerkt. “Wat ons betreft gaat de nieuwe regelgeving niet ver genoeg. De oorspronkelijke criteria waren scherp geformuleerd. We begrijpen dat de regels zijn afgezwakt, zodat ook de kleine ondernemer een kans krijgt aan de overheid te leveren. Wij voldoen al lang aan de nieuwe eisen, dus wat ons betreft kan de ontwikkeling niet snel genoeg gaan.” Ormskerk benadrukt dat zijn bedrijf echter de wetgeving niet nodig heeft om te blijven werken aan een betere wereld. “Binnen ons hele bedrijf voeren we duurzaamheid door. We gebruiken groene stroom, milieuvriendelijke kantoorartikelen en schoonmaakmiddelen. Daarnaast zijn we spaarzaam in het verbruik van ecologisch verantwoord papier, schakelen niet-gebruikte apparatuur meteen uit, doen aan afvalscheiding en drinken biologische koffie, thee en drankjes. Ook zijn we ISO 14001gecertificeerd met milieu-managementsysteem.”
Collega Richard Scharink, directeur sales en marketing, vult aan dat het wat hem betreft niet alleen gaat om de wijze van inkoop en sociale elementen. “Consuminderen is ook een manier om het milieu te ontlasten en geld te besparen.” Scharink noemt de voedselkeuze die hierop van invloed is: “Bijvoorbeeld biologisch groente en fruit. Dit kan een vlekje vertonen of een andere vorm heb-
Startende ondernemers kunnen in de beginfase van hun bedrijfsvoering al bewuste keuzes maken die niet alleen goed zijn voor het milieu. Denk aan de keuze van een energieleverancier. Maar ook de eigen inkoop en verkoop kan gelijk goed ingericht worden. Met personeel lijkt een duidelijk beleid over gebruik van apparatuur en energie besparende hulpmiddelen vanzelf
‘We hebben de wetgeving niet nodig om te blijven werken aan een betere wereld’ ben dan we gewend zijn, maar het is zonder schadelijke insecticiden verbouwd en heeft een betere smaak.” Scharink stelt dat de richtlijnen weliswaar vanuit de overheid worden aangegeven, maar is ervan overtuigd dat MVO in handen van ondernemers een enorme vlucht kan nemen. In hun eigen bedrijf weten ze hier op creatieve wijze invulling aan te geven. “Alles draait om het maken van bewuste keuzes. Zo brengt het openbaar vervoer onze medewerkers niet altijd waar ze willen. Ons wagenpark bestaat daarom grotendeels uit hybride auto’s. Of dit uiteindelijk de beste keuze is moet de toekomst uitwijzen. Dat is met alle keuzes het geval. Afwachten is voor ons geen optie, we gaan nú aan de slag. Hierbij blijven we flexibel om aanpassingen te doen waar nodig.”
17
sprekend, maar dat is het niet. Stel hierover regels op en maak die kenbaar. En het belangrijkste: geef als ondernemer zelf het goede voorbeeld. Naast de beschrijving van de duur zaamheidscriteria biedt SenterNovem overheden andere praktische instru menten om duurzaam inkopen in de organisatie op te starten en in te bed den. Zo is er een zelfscan voor over heden, een deelnameverklaring en een checklist voor implementatie. Bij specifieke vragen kunnen overheden contact opnemen met de helpdesk: (030) 239 35 33. www.kvk.nl/duurzaaminkopen www.senternovem.nl/duurzaamin kopen/criteria
People, Profit, Planet in de praktijk Van de gemaakte winst investeert BAS Consultancy structureel een percentage in people en planet. Het p+ investeringsbeleid. Dit houdt in dat een onder neming deelneemt in bedrijven die de levenskwaliteit van mensen in ontwikkelingslanden verbeteren of in bedrijven die klimaat- en energieprojecten opzetten. Voor deze deelneming is een aparte vennootschap ingericht met de naam WIM bv, wat staat voor ‘world improvement money’. Eén van de deelnemingen van WIM is AgroFair, importeur en distributeur van Fairtrade tropisch fruit. De producenten van AgroFair, boeren uit Afrika en Latijns-Amerika, zijn medeeigenaar van het bedrijf. Het Fairtrade systeem verzekert hen van een gegarandeerde, kostendekkende prijs voor hun tropisch fruit. Daarnaast betaalt AgroFair een extra premie, die de boeren investeren in sociale en milieugerelateerde projecten. AgroFair behaalt zelf ook winst uit de verkoop van bananen, mango’s, ananassen en citrusvruchten in veertien landen in Europa en de USA. www.basconsultancy.nl
WINTER 2009
4
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Tien jaar FSC Nederland
Krachtig platform strijdt voor goed hout
tijdje ebt dat weer weg. Zeker als het economisch wat moeilijker wordt. Het blijft dan ook belangrijk vastberaden te zijn in de keuze voor duurzaamheid.”
Fout hout uitbannen en wereldwijd meer en beter bosbeheer. Dat is de missie van Stichting FSC Nederland. Dit jaar bestaat het platform 10 jaar. Een decennium waarin 1000 bedrijven zich lieten certificeren, het deelnemersaantal groeide van 20 naar 209 en het marktaandeel van FSC-hout groeide van 0 tot 19 procent.
18
Tekst: Brigitte Beeks, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: FSC Nederland en Rob ’t Hart Fotografie Artist impression: Architectenbureau Rudy Uytenhaak
F
SC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bos beheer). Het is een herkomstlabel, wat dus alleen iets zegt over waar het hout vandaan komt. In dit geval: uit verantwoord beheerde bossen. Bart van der Linden is sinds begin 2009 directeur van FSC Nederland. Hij heeft met zijn team van zeven mensen grote ambities voor de komende tien jaar. Maar eerst kijken we even terug. “FSC Nederland, komt voort uit de stichting Goed Hout”, vertelt Van der Linden. “Een groep individuen die vond dat het beter moest in de hout handel. De wereldwijde organisatie FSC, opgericht in Mexico, bestond toen al 6 jaar. Verschillende partijen afkomstig uit het bedrijfsleven en ook milieuorganisaties, hebben toen het initiatief genomen voor FSC Nederland.” Inmiddels kent het platform dus 210 bedrijven en organisaties die zich als deelnemer van FSC Nederland actief inzetten voor het stimuleren van het gebruik van FSC-hout en -papier. Sinds 2004 ondertekenden 106 grote bedrijven een convenant met FSC Nederland, waarin zij vastleggen uitsluitend FSChout en/of -papier te gebruiken in hun projecten en kantorenorganisaties. Zoals bijvoorbeeld gemeenten, woningcorporaties, financiële instellingen, maar ook dierentuinen. Ook het Stadsgewest Haaglanden trad in 2005 toe. Tot nu toe is Haaglanden de enige stadsregio die zich heeft verplicht om alleen nog FSC-hout en -papier in haar gemeenten te gebruiken. “Wij zijn erg blij dat het Stadsgewest Haaglanden
Bart van der Linden, directeur FSC Nederland
zich verbindt aan de hoogste standaard op het gebied van verantwoord bos beheer”, aldus Van der Linden. Economisch gevoelig Van der Linden benadrukt dat Nederland een groot houthandelland in de wereld is. Het is dus van groot belang om opdrachtgevers bewust te maken van hun keuze voor goed hout. Het blijft moeilijk om dat draagvlak te creëren. Ook na 10 jaar. Van der Linden: “Duurzaamheid leeft altijd wel bij consumenten en bedrijven, maar het koopgedrag van consumenten is bijvoorbeeld gevoelig voor economisch slechte tijden, zoals nu. Dan speelt meteen de vraag op ‘Wat kost dat dan?’ Onze taak is om mensen te doordringen van de noodzaak van meer en beter bosbeheer. En dat doen we niet door aan te sporen om geld over te maken, maar door aan
te moedigen om goede houtproducten te kopen. En ja, dat is duurder.” De directeur vergelijkt het met een fiets die je koopt van een junk op straat of een fiets die je bij de fietsenmaker koopt. “De ene is illegaal en dus goedkoper, de ander legaal en kost dus wat meer. Diegene die toegewijd zijn aan het thema zullen ook als het slechter gaat kiezen voor FSC, maar anderen zullen er makkelijker in staan. In dit economisch zwaarder weer moeten we ervoor zorgen dat iedereen bewust blijft.” Momenteel staat duurzaamheid wereldwijd en landelijk hoog op de agenda. FSC Nederland profiteert hier uiteraard van, maar Van der Linden waarschuwt voor de betrekkelijkheid hiervan. “Als je kijkt naar de bewustwording van het eigen koopgedrag, dan helpt het wel als duurzaamheid op dit moment ‘hot’ is. Maar het is maar betrekkelijk. Na een
FSC in cijfers: • 209 actieve deelnemers • 105 convenantpartners, waarvan 23 gemeenten • 1000 bezitters van een Chain of Custodycertificaat • Martkaandeel FSC 2008: 19% • 115 miljoen hectare van het wereldwijde bosareaal is FSC-gecertificeerd (5% van het totaal) • 150.000 hectare van de Nederlandse bossen is FSC-gecertificeerd, dat is 42% van het totaal van 360.000 hectare bos in Nederland Doelen tot 2015: • 50 % van het verhandelde hout is FSC • 50 % is verifieerbaar traceerbaar en legaal hout.
Bijzondere samenwerking Terugkijkend op de afgelopen tien jaar kan de directeur met een gerust hart zeggen dat het werk van FSC Nederland vruchten heeft afgeworpen. “Maar wij doen niet alleen al het werk. We hebben deelnemers en partners aan ons weten te binden die de organisatie een warm hart toedragen.” Bijzonder is dat die deelnemers uit allerlei verschillende organisatie komen en samenwerken. “Milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties en ook (veel) deelnemers uit de economische hoek. Er zijn maar weinig netwerkorganisaties die al deze smaken bij elkaar hebben. Belangrijk in die samenwerking is om het gemeenschappelijk doel voor ogen te houden. Aan passie binnen ons netwerk is gelukkig geen gebrek!” Certificering De tactiek van FSC Nederland is om vooral de vraagkant van de markt te doordringen van het belang van goed hout. Gemeenten, woningcorporaties, waterschappen en ook particuliere opdrachtgevers; zij moeten om FSChout vragen. Zij kunnen dat hout op dit moment bij zo’n duizend partijen afnemen. Veelal bedrijven in de papier- en houthandel die zich hebben laten certificeren voor de Chain-of-Custody. “Hiermee kun je aantonen dat je goed hout aanbiedt en verhandelt. Dit is een enorm succes”, vertelt Van der Linden enthousiast, “er is een goed draagvlak voor. Wat meehelpt is dat steeds meer opdrachtgevers hun aannemers verplichten om FSC-hout te gebruiken. Dan moet je je dus wel laten certificeren.” Voor de toekomst heeft de organisatie zich een ambitieus doel gesteld. Minimaal vijftig procent van al het hout in Nederland moet in 2015 FSC-gecertificeerd zijn. Dit is nu twintig procent. Hiernaast moet het overige hout veri fieerbaar legaal en traceerbaar zijn. Hierover zegt Van der Linden: “Wij kunnen niet toestaan dat, terwijl velen zich inspannen voor onze bossen, in Nederland nog steeds op grote schaal illegaal hout wordt geïmporteerd en wordt verhandeld. De overheid en zo nodig de politiek in Den Haag moeten nu eindelijk wat hieraan gaan doen. Deze illegale houtstroom verpest
FSC in Haaglanden In 2005 heeft het Stadsgewest Haaglanden een convenant met FSC Nederland gesloten. Hierin beloven zij om in eigen bouwwerken, zoals gebouwen, damwanden, maar ook bij speeltoestellen uitsluitend FSC-gecertificeerd hout te gebruiken. Ook spraken het Stadsgewest en FSC Nederland af dat zij project ontwikkelaars en andere bouwpartijen zullen stimuleren gebruik te maken van FSC-hout. De woningcorporaties Haag Wonen, Staedion, Vidomes en Vestia hebben zich ook aangesloten. Zij hebben zich voorgenomen om in alle projecten (nieuwbouw en renovatie) voor alle toepassingen (zoveel als mogelijk) FSC-hout toe te passen. Daarnaast hebben Ballast Nedam en BAM Nederland zich speciaal laten certificeren. Projecten Recente projecten waarin FSC-hout is gebruikt zijn bijvoorbeeld de Stadsboerderij in Wateringseveld en de Stadsboerderij in Leidschenveen-Ypenburg. Ook de nieuwbouwwijk Wateringse Veld in Den Haag heeft FSC hoog in het vaandel staan. Woordvoerder Frank v/d Woude van de Ontwikkelingscombinatie Wateringse Veld: “In de openbare ruimte passen we alleen FSC-hout toe. Bij de aanbesteding wordt dit als randvoorwaarde meegenomen. Voor de woningen hebben we dit als ambitie in de bouwvoorschriften opgenomen.” Daarnaast wordt bij de nieuwbouw van scholen, bijvoorbeeld de Brede school Prinsenhof in Leidschendam-Voorburg, gecertificeerd hout gebruikt.
19
In aanbouw Op dit moment wordt het Stadskantoor Leyweg in Den Haag gebouwd. Project leider Jan Nies, gemeente Den Haag: “In dit grote project van veertien verdiep ingen zit weliswaar niet zoveel hout verwerkt. Maar al het hout dat we gebruiken, is FSC-hout. De bouwer BAM heeft zich hier speciaal voor laten certificeren.” In het centrum van de nieuwbouwwijk Wateringse Veld (Den Haag) is de afgelopen maanden gewerkt aan een houten vlonder van zo’n 500 meter lang. Deze vlonder, onderdeel van een kunstproject, loopt straks over en langs het water in het hart van de Laan van Wateringse Veld. Ook dit project is geheel uitgevoerd in FSC-hout. www.bambouwtstadskantoorleyweg.nl
Stadskantoor Leyweg
de markt voor ‘fair trade’ in FSC-bosproducten. Naar schatting is nog steeds zestig tot tachtig procent van de import in tropisch hout illegaal! Eigenlijk is dat natuurlijk niet meer van deze tijd. Hier moeten wij tegen ageren. Samen met de nationale overheid, de professionals en de consumenten zullen we hier goed op moet letten.” Om het tienjarig bestaan van FSC Nederland te vieren werd 26 november
Vlonder in Wateringse Veld
een grote conferentie georganiseerd in Den Haag onder leiding van Loretta Schrijver. Internationaal gerenommeerde sprekers vestigden daar de aandacht op goed hout en verantwoord bosbeheer. Want daar gaat het FSC Nederland uiteindelijk om: Fout hout moet de wereld uit! www.fscnl.org
WINTER 2009
4
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Verbinding van netten vrij uniek
Regionaal warmtenet moet Haaglanden duurzaam verwarmen
Projecten in het kader van Warmtenet
In een aantal (nog te realiseren) nieuwbouwprojecten in Haaglanden wordt momenteel gebruik gemaakt van duurzame technieken voor de verwarming van de huizen. Indien mogelijk worden deze netten in de toekomst aan elkaar gekoppeld. Een aantal voorbeelden van projecten: Den Haag Zuid-West: Aardwarmte Den Haag De gemeente Den Haag, de energiebedrijven Eneco en E.ON Benelux en de woningcorporaties Staedion, Vestia en Haag Wonen zijn in 2009 gestart met een duurzaam project waarbij naar diepe aardwarmte wordt geboord. Een vorm van schone energie. In de toekomst worden hier circa 4.000 nieuw te bouwen woningen en 20.000 m2 bedrijfsruimte mee verwarmd. Om het project goed uit te voeren, hebben de zes partijen in september 2008 Aardwarmte Den Haag vof opgericht. De eerste woningen uit het project La Ligne kunnen binnenkort op het warmtenet worden aangesloten. www.aardwarmtedenhaag.nl
Aardwarmte, warmte uit zee, restwarmte van kassen. Voor de verwarming van huizen en bedrijven zijn we niet meer enkel aangewezen op de standaard fossiele bronnen. Het Stadsgewest Haaglanden wil de warmtelevering verduurzamen en streeft naar één regionaal warmtenet dat gebruik maakt van deze duurzame warmtebronnen. Om dit te realiseren is het convenant Warmte Haaglanden
20
opgesteld dat momenteel ter goedkeuring bij de colleges van de Haaglanden gemeenten ligt.
Tekst: Brigitte Beeks, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Stadsgewest Haaglanden, Aardwarmte Den Haag
E
en collectief warmtenet kan leiden tot een belangrijke CO2-reductie en tot een schone, betrouwbare en betaalbare warmtevoorziening voor de inwoners van Haaglanden. Het Stads gewest Haaglanden liet een onderzoek uitvoeren naar het benutten van restwarmte en naar de kansen voor toe passing van diepe geothermie ofwel aardwarmte in de regio Haaglanden. Het onderzoek gaf aan dat koppeling van restwarmte en toepassing van geothermie voordelen kan opleveren. Op basis van de resultaten uit het onderzoek is een warmtestrategie ontwikkeld. De warmtestrategie gaat uit van koppeling van diverse duur zame warmtebronnen in de regio. De warmte wordt geleverd aan verschillende afnemers zoals woningen, kan toren, bedrijven en kassen. De Delftse wethouder Lian Merkx (Milieu en Duurzaamheid) is voorzitter van de regionale stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden. Deze stuurgroep vormt de motor achter de verdere stappen. Merkx: “Doel is om de lokale warmteinitiatieven op elkaar af te stemmen, zodat die in de toekomst aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Zo kunnen we op een duurzame manier verwarming, maar ook warm water leveren aan huizen of bedrijven.” Individueel werken gemeenten al langer aan duurzame warmtenetten. “Ook het idee om dit in een later stadium aan elkaar te verbinden wordt al langer
De warmteleidingen van het project La Ligne in Den Haag Zuid-West. Dit project maakt gebruik van aardwarmte.
geroepen”, licht Merkx toe. “Om het nu echt te concretiseren en de eerste stappen te gaan zetten is het convenant Warmte Haaglanden opgesteld.” Voordelen Een regionaal warmtenet biedt, buiten de verminderde uitstoot van CO2, een schoner binnenklimaat in de huizen en een lagere energierekening, ook vele voordelen voor de gemeenten zelf. Merkx: "Als je de bestaande netten verduurzaamt en koppelt aan één regionaal net, zou het ideaal zijn als je op deze manier elkaars bronnen kunt benutten voor de piekopvang. De kas in MiddenDelfland levert warmte aan de woningen in Rijswijk bijvoorbeeld. Maar je kunt in zo’n regionaal net, ook voor elkaar als back-up fungeren. Nu zijn gemeenten daar zelf mee bezig. Voor ons Warmtebedrijf Eneco Delft moeten bijvoorbeeld ook back-up voorzieningen worden gecreëerd. Als de lokale netten op elkaar zijn aangesloten kun je die back-up samen regelen.” Het kostte volgens de voorzitter niet veel moeite om alle handen op elkaar te krijgen en de schouders te zetten onder een gezamenlijk regionaal warmtenet. “De bestuurders uit de stuurgroep zijn in hun eigen gemeente bezig met verduurzaming. Een regionaal warmtenet is eigenlijk de volgende logische stap om te zetten. Daarnaast hebben we hier te maken met een enthousiaste groep bestuurders. Dat we elkaar goed kennen
en vaak tegenkomen draagt hier zeker aan bij. Daarnaast is iedere bestuurder weer op zijn of haar eigen manier bezig met verduurzaming. Op die manier leren we ook veel van elkaar.” Een warmtenet door middel van restwarmte of geothermie is niet nieuw. “In Rotterdam wordt dit al gedaan en ook Tilburg is hiermee bezig. Dus daarin lopen we niet voorop. Het verduur zamen op grote schaal en die netten met
Met grote boortorens wordt binnenkort naar aardwarmte geboord.
elkaar verbinden, is echter wel vrij uniek. Daarin is Haaglanden heel vooruitstrevend”, vertelt Merkx enthousiast. Voordat het regionale warmtenet echt een feit is, zijn we een flink aantal jaren verder. Merkx: “Op dit moment zijn we vooral bezig met het uitrollen van de
lokale netten. Daarin wordt wel al meegenomen dat het warmtenet in de toekomst op een ander net aangesloten kan worden. Je ziet de eilanden ontstaan en ondertussen worden de verbindingspijpen al aangelegd. De investeringen voor de lange termijn worden nu gedaan. Maar als ik bijvoorbeeld kijk naar ons eigen warmtenet in Delft, dan zitten we hier nu in de eerste fase. Over 6 tot 7 jaar moet het in werking zijn. We hebben dan eigenlijk al een klein regionaal netwerk, want Rijswijk en Midden-Delfland willen hier ook in meewerken.” Daarnaast is er een ander probleem dat voor vertraging zorgt. Voor de aanleg van een nieuw warmtenet is een bouwproject en/of herstructureringsproject nodig. Merkx: “Je bent afhankelijk van vernieuwing. Er moet ergens een nieuwe wijk gebouwd worden of een bedrijventerrein. En die processen nemen vaak veel tijd in beslag. Voor de financiering zijn gemeenten daarnaast ook veelal afhankelijk van het Rijk.” De colleges van b&w van acht van de negen Haaglanden-gemeenten worden in februari 2010 gevraagd om in te stemmen met ondertekening van het convenant. De gemeente Wassenaar sluit zich vooralsnog niet aan, omdat zij vanwege een lage warmtevraag geen collectieve warmteprojecten verwachten. Tot nu toe staan alle gemeenten positief tegenover het initiatief.
21
Zoetermeer: Oosterheem In deze nieuwbouwwijk ligt een warmtenet waarop 2.500 woningen zijn aan gesloten. Eén van de projecten is Heemburgh-Groosman (opgeleverd in 2007), waar 215 huurwoningen aangesloten zijn op een collectief warmtepomp systeem. Pijnacker-Nootdorp: Aardwarmtekring Vrijenban De Gemeente Pijnacker-Nootdorp, de TU Delft en de Stichting Delft Aardwarmte Project (DAP) werken samen in de Aardwarmtekring Vrijenban. De Aardwarmtekring Vrijenban stelt in samenwerking een scenario op, voor de ontwikkeling en aanboring van aardwarmte in de regio tussen Delft en Pijnacker-Nootdorp. www.delftaardwarmteproject.nl Rijswijk: Rijswijk-Zuid De gemeente Rijswijk is momenteel bezig met de gebiedsontwikkeling van Rijswijk-Zuid. Hier moeten 4.000 woningen en bedrijven komen. Er liggen kansen voor aansluiting op een regionaal warmtenet. De gemeente werkt hierin samen met de TU Delft. www.rijswijk.nl Westland: Naaldwijk Hoogeland Het project Hoogeland bestaat uit ruim 600 woningen en een aantal maatschappelijke voorzieningen waaronder een verpleeghuis. Voor de warmtevoorziening wordt gebruik gemaakt van restwarmte uit kassen. De volgende partijen werken hierin samen: Telersvereniging Prominent, Vestia en haar ontwikkelbedrijf Ceres en Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest. Naar verwachting kan in 2010 met de bouw van het project Hoogeland worden gestart. www.leveninhoogeland.nl Den Haag, Scheveningen: Duindorp warmte uit zee Achthonderd woningen in de wijk Duindorp worden verwarmd met warmte uit zee. Dit is de eerste zeewaterwarmtecentrale ter wereld. Het is de bedoeling dat deze wijk op den duur door deze zeewatercentrale en warmtepompen, klimaatneutraal wordt. Het project moet in 2010 afgerond zijn. www.vestia.nl/zwwc/index.htm Delft: Warmtebedrijf Eneco Delft In het project Warmtebedrijf Eneco Delft (opgericht juni 2009) werken de gemeenten Delft en Midden-Delfland samen met energieleverancier Eneco en de Delftse woningcorporaties DUWO, Woonbron en Vidomes. Het Warmtebedrijf Eneco Delft gaat binnen enkele jaren duurzame energie leveren aan een groot aantal woningen en bedrijven in de gemeenten Delft en Midden-Delfland. De eerste energiezuinige woningen in Poptahof en Harnaschpolder zijn inmiddels op het warmtenet aangesloten.
WINTER 2009
4
Minister Rouvoet ontbijt met jeugdzorgkinderen
IN BEELD
IN BEELD
FOCUS HAAGLANDEN
Finale OndernemersPrijs Haaglanden en Baby Tycoon Award Ondernemers, goocheltrucs en bijzondere hapjes met cressen, vormden de ingrediënten voor een geslaagde finaleavond voor de OndernemersPrijs
Tekst: Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
22
D
e jaarlijkse Week van de Jeugdzorg is eind november weer gehouden. Deze week wordt gebruikt om positieve en reële (media)aandacht voor de jeugdzorg te vragen. De jeugdzorgor ganisaties in de regio Haaglanden zijn een campagne begonnen met als slogan ‘Ligt u ook wakker?’ Aan de campagne is een website verbonden die ook na de Week van de Jeugdzorg in de lucht blijft. Op deze website is informatie te vinden over de verschillende organisaties die in de regio Haaglanden jeugdzorg ver lenen. De campagne is tijdens de week ondersteund met radiospots bij RTV West, posters in abri’s, interviews in de kranten en nieuwsitems bij RTV West. Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin heeft op 14 november het startschot gegeven voor de campagne. Kinderen uit de jeugdzorg maakten een ontbijtje
Haaglanden 2010 en de Baby Tycoon Award. Traditiegetrouw was de winnaar van vorig jaar, Rob Baan van Koppert Cress B.V. uit Monster, gastheer voor deze avond. klaar en gingen tijdens het ontbijt met minister Rouvoet en Rik Buddenberg (regiobestuurder Jeugdzorg bij het Stadsgewest Haaglanden) in gesprek over jeugdzorg.
S
De campagnewebsite is te vinden op www.ligtuookwakker.nl
tephan van den Akker en Mirco Cuppens, de twee directeuren van het Rijswijkse bedrijf Event Company, mochten dit keer de fel begeerde titel van Ondernemer van het Jaar 2010 mee naar huis nemen. Event Company exploiteert vier bijzondere objecten waaronder Landgoed te Werve in Rijswijk en De Lindenhof in Delft. Zij exploiteren deze historische horecalocaties voor vergaderingen, presentaties, recepties, en dergelijke. De jury prees het professionele management van de tweehoofdige directie. “De directie heeft een heldere visie op kansen en
Regiobestuurder Jeugdzorg Rik Buddenberg in gesprek met kinderen.
Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin ontbijt samen met kinderen uit de jeugdzorg.
Tekst: Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Arthur Vahlenkamp (fotografiedenhaag.nl)
Kinderen uit de jeugdzorg koken samen een ontbijtje.
23 bedreigingen die het huidige economische klimaat bieden. Bovendien geeft het bedrijf het aspect Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) op een praktische wijze vorm. MVO is hier geen doel op zich maar wordt ingezet in het voordeel van de onderneming,” aldus het juryrapport. Baby Tycoon Award De Haagse ondernemer René Bollen won met zijn bedrijf ConcreetDesign de Baby Tycoon Award. Het bedrijf produceert innovatieve prefab interieur designbetonelementen voor badkamers. Deze elementen hebben een inwendige
binnenruimte voor flexibele leidingen en tegelwerk is hiermee overbodig. Bestaande leidingen verplaatsen bij badkamerrenovaties is daarnaast ook niet meer nodig. Hierdoor blijven de montagekosten laag. “Directeur René Bollen verdient de Baby Tycoon Award omdat hij de moed heeft gehad zijn innovatieve bedrijf in deze economisch moeilijke tijd te starten en erin is geslaagd een gat in een lastige markt aan te boren”, aldus het juryrapport. Daniëlle Kleyheeg, directeur van financieel detacherings bedrijf i4talent, kreeg de OPH-aanmoedigingsprijs.
Een kind uit de jeugdzorg vertelt zijn verhaal.
Tijdens de Week van de Jeugdzorg is de campagne ‘Ligt u ook wakker?’ gestart.
Hans Kazan vermaakt het publiek met enkele goocheltrucs.
Stephan van den Akker (links) en Mirco Cuppens van Event Company winnen de Ondernemersprijs Haaglanden 2010.
Koppert Cress B.V. maakt uiteraard van de gelegenheid gebruik om haar producten te presenteren.
René Bollen wint met zijn bedrijf ConcreetDesign de Baby Tycoon Award.
Tijdens de finale is er ook gelegenheid tot netwerken.
WINTER 2009
4
FOCUS HAAGLANDEN
Grontmij
Den Haag bouwt de duurzaamste wijk van de wereld
Charrette brengt alle partijen samen
Duurzaamheid in de genen Naast de charrette zet Grontmij op nog veel meer manieren in op duurzaamheid. Volgens Enrico Moens, Programmamanager Klimaat & Duurzaamheid bij Grontmij, zit duurzaamheid verankerd in de genen van het bedrijf: “Als advies- en ingenieursbureau hebben we expertise op veel werkvelden, zoals milieu, water, energie, bouw, industrie en infrastructuur. We gebruiken deze expertise om tot oplossingen op het gebied van duurzaamheid te komen. Dit doen we door verbindingen te leggen tussen deze werkvelden. Een prachtig voorbeeld is, zoals ook in de charrette in Den Haag naar voren is gekomen, het benutten van afvalwater voor het opwekken van energie. Andere vormen van energie dus, maar ook bijvoorbeeld het anticiperen op de stijgende waterspiegel door waterrobuust te bouwen. Concrete oplossingen op het gebied van klimaatbestendig en duurzaam inrichten van een gebied, die het wonen, werken en recreëren aangenamer maken.”
Als het aan wethouder Norder ligt wordt de nieuwe wijk Erasmusveld in Den Haag de duurzaamste wijk van de wereld, een wijk die meer geeft dan neemt. Om tot concrete keuzes te komen voor deze duurzame ontwikkeling is gebruik gemaakt van een zogeheten charrette. Wethouder Norder: “De charrette brengt kennis en opvattingen samen, resulterend in heldere keuzes passend bij de wijk.”
24
Tekst: Hans Rebers Fotografie: Gemeente Den Haag, Herman Roozen (cartoon)
D
sessies verspreid over twee dagen met elkaar in gesprek over het thema. De deskundigen hebben daarbij de taak ideeën aan te dragen en de consequenties van de voorgestelde maatregelen te laten zien.
e gemeente Den Haag betrekt inwoners en belanghebbenden steeds vaker bij ruimtelijke projecten. Ook voor de duurzame ontwikkeling van de nieuwe wijk Erasmusveld heeft de gemeente ervoor gekozen om met alle betrokken partijen samen tot bijzondere oplossingen te komen. Hiervoor is voor een al even bijzonder instrument gekozen: de charrette. Een charrette is een interactieve meerdaagse werksessie waarin belanghebbenden, stakeholders en experts van verschillende partijen en uit verschillende disciplines samenwerken om tot concrete oplossingen te komen rondom het thema duurzaamheid. Wethouder Marnix Norder (Bouwen en Wonen) van Den Haag: “In Erasmusveld moeten uiteindelijk 750 bijzonder duurzame en milieuvriendelijke woningen in het groen gebouwd worden. Om deze wijk werkelijk uniek te maken is meer nodig dan reguliere gebiedsontwikkeling. Daarvoor moeten we met het bedrijfsleven, wetenschappers, bewoners en andere overheden de handen ineen slaan. De gemeente kan en wil dat niet alleen doen. De charrette was voor ons een uitgelezen kans om vakinhoudelijke expertise, kennis over het gebied en de opvattingen van bewoners in korte tijd bij elkaar te brengen en hel dere keuzes te maken passend bij de wijk.” Uitnodiging van de wethouder En dus kwamen medio oktober op uitnodiging van wethouder Norder tal van betrokken partijen af op de charrette, die in totaal twee intensieve dagen zou beslaan. De volgende partijen namen er aan deel: Provincie Zuid-Holland,
Tussentijds waren er enkele plenaire sessies waarin de groepen elkaar van de vorderingen op de hoogte stelden. Daarbij werden ook aandachtspunten genoemd waar andere groepen op zouden kunnen letten. Swart: “De groep rond het thema water gaf bijvoorbeeld aan dat er met het vrijkomen van afvalwater ook energie vrijkomt. De groep rond het thema energie kan dit vervolgens weer meenemen in de eigen plannen en berekeningen.” Als na veel debat en terugkoppeling de maatregelen gekozen zijn, moeten er ook nog ruimtelijke schetsen gemaakt worden. Bouwfonds Ontwikkeling, Eneco, de Haagse woningcorporaties, Van Gansewinkel/Haagse Milieu Services, Hoogheemraadschap van Delfland, Dunea, SenterNovem, het Platform Duurzaam Den Haag, de AVN, het Haags Milieucentrum en een vertegenwoor diging van de potentiële toekomstige bewoners. Ook experts op het gebied van afval, mobiliteit, water, energie, landschap en ecologie waren aanwezig. Waar komen de windmolens? Wat uniek is aan de charrette, is dat het de deelnemers uitdaagt om tot concrete keuzes te komen. Bjartur Swart was als manager Beleid en Innovatie namens Grontmij betrokken bij de organisatie van de Haagse charrette: “Elke charrette begint met een bestuurlijke opdracht
en eindigt met een bestuurlijke terugkoppeling. De deelnemers weten dus dat ze aan het einde van de twee dagen in tien minuten een presentatie moeten houden met daarin concrete aanbevelingen aan de wethouder. Met deze gedachte in het achterhoofd moet je op een gegeven moment hoofd- van bij zaken gaan scheiden. Je wordt gedwongen keuzes te maken.” Deze keuzes lagen met name op het vlak de drie centrale thema’s water, energie en transport & materiaalstromen. Aan het begin van de charrette is voor elk van deze thema’s een werkgroep geformeerd, bestaande uit stakeholders (bijvoorbeeld woningcorporaties) en belanghebbenden (gemeente, bewoners). Onder leiding van enkele deskundigen gaan zij in verschillende
Swart: “Als je windmolens wilt, geef dan ook maar aan waar die precies geplaatst moeten worden. Uiteraard geven de deskundigen ook hier aan wat de consequenties zijn. Hierna volgt na twee dagen intensieve sessies de presentatie aan de wethouder.” In de charrette van Den Haag was daarbij een extra taak aan de toekomstige bewoners van het gebied gegeven. Swart: “Na de presentaties hebben we aan hen nog gevraagd om commentaar te geven op de presentaties en voorgestelde maatregelen. De stem van de inwoners was in deze charrette dus behoorlijk groot.” Een manier van leven Wethouder Norder is zeer te spreken over de uitkomsten van de charrette: “Heel bijzonder vind ik dat Erasmusveld niet aangesloten zal worden op het
25
Duurzaamste wijk van de wereld De plannen voor Erasmusveld maken deel uit van de Structuurvisie 2020. Wethouder Norder: “Deze structuurvisie is de ruimtelijke uitwerking van de toekomstplannen voor de stad. Hierin staat voorop dat Den Haag een aantrek kelijke en gezonde stad blijft voor wie er woont of overweegt zich er te vestigen. Er zijn in totaal negen ontwikkelgebieden benoemd, waarvan Erasmusveld er één is. De ambitie is om van deze wijk de duurzaamste wijk ter wereld te maken, geheel in de visie van het college om in 2050 een C02-neutrale stad te zijn.”
elektriciteits- of gasnet. Ook maken we geen aansluiting op het riool. Integendeel, Erasmusveld zal schoon water leveren aan de stad. We houden geen afval over, maar gebruiken reststromen maximaal. Maar Erasmusveld moet meer worden dan een opeenstapeling van de nieuwste technieken en snufjes. Het gaat om meer dan het licht dat automatisch aan of uit gaat bij het binnen komen of weggaan. Het gaat om een manier van leven.” Het succes van de Haagse charrette verbaast Swart niet: “Wij hebben eigenlijk nog nooit een mislukte charrette gehad. Het is een zeer krachtig instrument om inkleuring aan duurzame gebiedsontwikkeling te geven.” Wet houder Norder denkt ook in de toekomst vaker gebruik te maken van instrumenten als de charrette: “De gemeente Den Haag werkt bij dit soort projecten steeds vaker samen met bewoners en belanghebbenden. Betrokkenheid van de mensen en ondernemers bij de ontwikkeling van hun stad is in deze tijd geen luxe, maar vertrekpunt om goede plannen te maken.
Dat kan in vele vormen en de charrette is een mooi voorbeeld van deze werkwijze. De ervaringen die we bij het Erasmusveld opdoen zijn van groot belang voor de andere plannen waar we in de stad aan werken.”
Tijdens charrettes worden altijd cartoons gemaakt. Deze geven op ludieke wijze de discussie weer.
WINTER 2009
4
FOCUS HAAGLANDEN
Kennisalliantie AAA
Kennisalliantie ondersteunt strategische projecten
Een duurzame stimulans voor de Zuid-Hollandse kenniseconomie Ondernemers en onderzoekers weten de Kennisalliantie en Syntens te vinden. Is er een toekomst in algen, zetten robots straks glaspanelen in kassen, worden logistieke ketens nog slimmer? Kortom, de kracht van Zuid-Holland gevat in inventieve combinaties van kennis, innovatie en ondernemerschap.
26
TTekst: Martin Dekker, Taco den Boer en Kennisalliantie Beeld: Stephan Blazis
D
e Kennisalliantie en haar partners kijken terug op een waardevol en innovatief jaar. Bijna honderd projecten zijn het eerste jaar langs gekomen. Voor de Kennisalliantie kan innovatie verschillende uitgangspunten hebben: markt, kennis of een maatschappelijk vraagstuk. Onderstaand twee voorbeelden uitgelicht die, ieder op hun eigen manier, bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de regio. ’Watermerk Delft’ Met de ondertekening van het con venant voor Delft Blue Technology is de samenwerking tussen de partners op 7 oktober 2009 formeel bekrachtigd. Daarmee ligt de weg vrij voor aan sprekende en spraakmakende projecten waarbij wetenschappelijke kennis over water en delta in de praktijk wordt toegepast. Tegelijkertijd wordt het ‘watermerk Delft’ versterkt. De Kennisalliantie treedt op als uit voeringsorganisatie voor Delft Blue Technology. Project Developer Sander van der Wal: “In de regio Delft vind je met kennisinstellingen als TNO, Uneco-IHE, Deltares en de TU Delft, een unieke verzameling excellente kennis op het gebied van water en deltawetenschap. Die kennis koppelen we aan de gemeente Delft en het Hoogheemraadschap van Delfland, die experimenteerruimte bieden.” De gemeenten en het waterschap stellen locaties beschikbaar waar wetenschappelijke kennis en innovaties op het gebied van waterbeheer en waterbehandeling in de praktijk toegepast kunnen worden. “Showcases waarmee de partners fysiek kunnen laten zien hoe het werkt en wat de effecten zijn”, aldus Van der Wal.
Het team van de Kennisalliantie
Zo’n showcase kan bijvoorbeeld de bestrijding van algen in zwemwater zijn. In het beheergebied van Delfland liggen verschillende recreatiemeren; daar kan onderzoek worden gedaan naar de ontwikkeling van algen en naar de beste manier om ze te voorkomen danwel te bestrijden. Welk belang hebben Delft en Delfland erbij om hun beheergebied beschikbaar te stellen aan de Delftse kennisinstituten? Uiteindelijk profiteren zij van nieuwe technologieën en ontwikkelingen die voor het waterbeheer toepasbaar zijn, licht Sander van Ipenburg van het Hoogheemraadschap toe. “Zodat we beter en slimmer ons gebied kunnen beheren.” Van Ipenburg werkt sinds het allereerste begin mee aan de plannen
voor Delft Blue Technology. “Met de showcases wordt ook zichtbaar wat we allemaal doen op experimenteergebied. Vooral voor bewoners is het belangrijk om met die showcases duidelijk te maken wat wij als modern waterschap doen. En hoe zij daaraan kunnen bijdragen, door bijvoorbeeld mee te denken.” Zo participeren ondernemers in de showcases en krijgen bewoners een beter beeld van waterbeheer en het Hoogheemraadschap. Langer zelfstandig wonen Woningcorporaties, innovatieve bedrijven, zorgverleners, zorgverzekeraars en onderzoekers gaan gezamenlijk nieuwe producten en diensten ontwikkelen die het ouderen mogelijk maken langer zelfstandig te blijven wonen. Onder de
naam Living Lab willen ze die per wijk - dus dicht bij de doelgroep - gaan ontwikkelen en testen. Begin volgend jaar starten in Rotterdam, Leiden en Delft de eerste drie projecten voor 50 tot 250 woningen per wijk. Het idee ontstond binnen Medical Delta, het samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden, de TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam en de gemeentes waar zij gevestigd zijn. Jan-Marc Verlinden van stichting Living Lab werd gevraagd als trekker. Hij is al langer bezig met nieuwe zorgconcepten en -combinaties. Verlinden: “De problematiek is bekend. Met de vergrijzing neemt de zorgvraag de komende jaren exponentieel toe. Binnen vijf tot zeven jaar zou 25 procent van de beroeps bevolking in de zorg moeten werken om die vraag op te vangen.” Als mensen langer zelfstandig thuis wonen, verlicht dat de druk op de zorgsector. De kruisbestuiving tussen ondernemers, onderzoekers, verzekeraars, artsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners kan binnen Living Lab resulteren in nieuwe producten en diensten. Via een beeldtelefoon kan een wijkverpleegkundige, huisarts of specialist op afstand zorg bieden. Een ander voorbeeld is een rollator waarmee iemand ook de trap op en af kan lopen. Verlinden benadrukt: “We moeten vooral inspelen op wat mensen zelf willen en de ouderen er dus actief bij betrekken. Zij moeten de voordelen inzien.” De Kennisalliantie ondersteunt Living Lab bij de start. Peter Reffeltrath, Project Developer voor Health & Life Sciences, ontwikkelde het project in een eerdere fase en begeleidde de subsidieaanvraag die dankzij ‘Pieken in de Delta’ beschikbaar lijkt te komen. Reffeltrath: “Dat geld is nodig om de organisatiekracht op te zetten: om fysiek in de wijken aanwezig te zijn, zodat de bewoners een aanspreekpunt hebben.” De Kennisalliantie heeft ook geholpen bij het samenbrengen van partijen. Inmiddels neemt de inbreng van Reffeltrath af, zoals ook bedoeld was. “De feitelijke start staat voor de deur en het project is veelbelovend.”
Economische Monitor van Zuid-Holland 2009 De Kennisalliantie en de provincie Zuid-Holland hebben gezamenlijk de Economische Monitor van Zuid-Holland opgesteld. De monitor geeft inzicht in cijfers rondom de kredietcrisis en de Zuid-Hollandse kenniseconomie. Het rapport bevat een verzameling van economische gegevens en een survey die de beleving van het provinciale innovatieklimaat door ondernemers in kaart brengt. Achterblijvende valorisatie Zuid-Holland beschikt over verschillende onderwijs-, wetenschaps- en onderzoeksinstellingen. De resultaten uit de Economische Monitor laten echter zien dat de enorme potentie aan kennis onvoldoende wordt omgezet in concrete innovatieve resultaten. Omdat innovatie vaak samen gaat met de economische kracht van een regio, dient Zuid-Holland, om een hogere positie te verkrijgen in de rangorde van Europese innovatieve regio’s, een hoger niveau op het gebied van kennisvalorisatie, het vertalen van kennis in economische bedrijvigheid, te bereiken. Financieringsvormen De financiering van innovatie blijkt voor 40 procent van de Zuid-Hollandse ondernemers een probleem te zijn. De resultaten uit de survey laten zien dat voornamelijk participaties door business angels en venture capitals nog niet veel worden gebruikt door Zuid-Hollandse ondernemers. De succesregio Silicon Valley laat ondermeer zien hoe durfinvesteerders een vliegwiel kunnen zijn voor de ontwikkeling van een innovatieve regio. Organiserend vermogen De Economische Monitor geeft aan dat het organiserend vermogen in Zuid-Holland moet worden verbeterd. Zowel beleidsmatige aspecten (o.a. regelgeving en afstemming van beleidsagenda’s) als het provinciale imago (regionale marketing en promotie) zijn elementen waarin Zuid-Holland laag scoort. De ontwikkelingen rondom Stockholm laten zien hoe belangrijk het organiserend vermogen is om een succesvolle innovatieregio te worden. Op de Europese ranglijst van innovatieve regio’s is Zuid-Holland inmiddels gezakt naar de 67ste plaats. Tussen de verschillende Zuid-Hollandse regio’s zijn er echter wel verschillen in innovatieve prestaties. Haaglanden scoort beduidend beter op indicatoren voor het regionaal innovatievermogen dan Rijnmond. De resultaten Naar aanleiding van de Economische Monitor organiseerde de Kennisalliantie een Kennisdiner. Veertig bestuurlijke vertegenwoordigers, wetenschappers en innovatieve Zuid-Hollandse ondernemers zijn tijdens dit diner ingegaan op de bovenstaande thema’s. De resultaten van de Economische Monitor van Zuid-Holland en de belangrijkste conclusies van het Kennisdiner zullen ter beschikking worden gesteld aan het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel. Dit platform buigt zich in de eerste helft van 2010 over het ontwerp van de nieuwe economische agenda van de Zuidvleugel. Zodoende dienen de monitor en het kennisdiner mede als basis voor het opstellen van deze agenda. De Kennisalliantie gebruikt de resultaten ook om vorm te geven aan haar eigen activiteiten ter versterking van innovatie in ZuidHolland.
WINTER 2009
4
KORT
FOCUS HAAGLANDEN
28
Brandweer Haaglanden krijgt subsidie voor pilot omgaan met agressie tegen brandweerpersoneel
Electroscooters voor Brandweer Haaglanden De Brandweer Haaglanden rijdt sinds een paar maanden rond op electro scooters. Burgemeester Sjaak van der Tak (Westland) nam de sleutels in ontvangst en mocht als eerste ook een proefrit maken op de scooters. Brandweer Haaglanden heeft voor electro scooters gekozen omdat deze geen uitlaatgassen uitstoten en geruisloos zijn. Doordat steeds meer plekken verkeers-
luw gemaakt worden, is het een goed signaal van de brandweer om hier ook bewust mee om te gaan. Tevens zijn de scooters voor Den Haag erg handig gezien de bereikbaarheid in delen van de stad.
Burgemeester Van der Tak maakt een proefrit op een van de nieuwe electroscooters voor de Officiers van Dienst.
Voorbereidingen oud en nieuw in volle gang De jaarwisseling staat weer voor de deur. Eén van de grootste evenementen in Den Haag. Politie, gemeente, brandweer, OM en de hulp diensten zijn druk bezig met de voorbereidingen. Zij zitten regelmatig samen om de tafel om alle maatregelen en werkzaamheden op elkaar af te stemmen. Met als gezamenlijk doel: het tegengaan van verstoringen van de openbare orde en onveilige situaties, en het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van materiële schade. De jaarwisseling moet een feest zijn met duidelijke grenzen voor iedereen. Samenwerking is hierbij onmisbaar en dat heeft tijdens de vorige jaarwisseling tot goede resultaten geleid. Zo is er vorig jaar veel geïnvesteerd in het informeren van Hagenaars over wat alle organisaties doen in de voorbereiding, tijdens en na de jaarwisseling. Ook werden zij geïnformeerd over de maatregelen die worden genomen om de jaarwisseling zo goed mogelijk te laten verlopen. Mede doordat Hagenaars en ondernemers toen zijn opgeroepen om samen met gemeente en politie een oogje in het zeil te houden, zijn tijdens de jaarwisseling het aantal autobranden en gesneuvelde afvalbakken gehalveerd. Hagenaars konden gratis of tegen gereduceerd tarief hun auto in parkeergarages parkeren om zo het risico op een autobrand te verkleinen. Risicojongeren zijn voorafgaand aan de oudejaarsavond op hun verantwoordelijkheden gewezen. In een brief van de burgemeester is duidelijk gemaakt welke consequenties volgen wanneer deze risicojongeren de jaarwisseling verstoren. Een adequate maatregel hierbij is de invoering van het (super)snelrecht. Daarnaast zijn er in de stadsdelen veel activiteiten voor jongeren georganiseerd.
Brandweer Haaglanden heeft subsidie ontvangen van het ministerie van BZK om het brandweerpersoneel beter te ondersteunen en te beschermen. Het korps is één van de 37 organisaties met een publieke taak die subsidie van het Rijk ontvangen om agressie tegen hun medewerkers te bestrijden. Brandweer Haaglanden vindt agressie en geweld tegen haar personeel onacceptabel en streeft naar een zo veilig mogelijke werkomgeving. Brandweer Delft-Rijswijk start als pilotkorps met agressietrainingen en workshops ‘Hoe om te gaan met agressie’. Daarnaast start brandweer Den Haag met een pilot om agressie-incidenten op een goede en makkelijke manier te registreren en te evalueren. Deze twee pilots moeten uiteindelijk leiden tot één regionale aanpak voor brandweer Haaglanden. Tijdens hun werk lopen brandweer lieden een reëel risico om geconfron-
teerd te worden met agressie, hieronder worden ook (non) verbale uitingen gerekend. Uit gesprekken met onder andere de medewerkers van de brandweer Delft-Rijswijk is gebleken dat het aantal voorvallen van agressie tegen brandweermedewerkers en de mate hiervan, toeneemt. Pilots Haaglanden Bij een spoedeisende hulpverlening of brandbestrijding waar direct gevaar bestaat voor burgers of de hulpverleners zelf, is vaak geen tijd om aandacht te geven aan de-escalerende acties en zal zeker niet worden gedacht zich terug te trekken van het incident. Eerst moet worden gekeken waar de prioriteiten liggen. Op basis hiervan is in het beleidsplan van brandweer Delft-Rijswijk een tweetal protocollen opgenomen. Eén agressieprotocol voor de ‘normale’ kantooromstandigheden en één
protocol bij de uitoefening van de repressieve taak van de brandweer. Deze protocollen zullen worden verwerkt in de trainingen en workshops van de pilot bij brandweer Delft-Rijswijk. Deze trainingen worden eind dit jaar gegeven. Het registreren en evalueren van incidenten met agressie is essentieel om daarvan te kunnen leren. Brandweer Den Haag start daarom een pilot om via het Gemeentelijke Incidenten Registratiesysteem (GIR) deze incidenten op een goede en makkelijke manier te kunnen registreren. Na evaluatie van de pilots wordt ‘Hoe om te gaan met agressie’ regionaal geïmplementeerd.
29
Han de Jonge, beleidsadviseur brand weer Delft-Rijswijk
Informatiecentrum Delft Bouwt Benieuwd naar hoe het nieuwe stationsgebouw in Delft eruit gaat zien? Of wat er staat te gebeuren in de Poptahof? De gemeente Delft heeft onlangs het gemeentelijk informatiecentrum Delft Bouwt geopend. Hier is alle actuele informatie over bijvoorbeeld de Spoorzone in Delft en andere bouwprojecten te vinden. De Spoorzone in Delft wordt op dit moment grondig aangepakt. Het aantal sporen wordt van twee uitgebreid naar vier en het stationsgebouw wordt vernieuwd.
Vorig jaar is het aantal autobranden in Den Haag tijdens de jaarwisseling gehalveerd.
Dit zijn allemaal onderwerpen waar dit jaar ook weer flink op ingezet wordt. Op stedelijk niveau verzorgt het Ambtelijke Coördinatieorgaan Oud en Nieuw (ACON) de samenwerking. In de Haagse stadsdelen regisseren de stadsdeeldirecteuren de lokale afstemming tussen de hulp- en gemeentelijke diensten. Daar-
bij betrekken ze de welzijnsorganisaties, woningcorporaties, ondernemers, bewonersorganisaties en burgerinitiatieven. Op deze manier hoopt de gemeente Den Haag dat de stad ook dit jaar weer een goede jaarwisseling tegemoet gaat. Foto: MorgueFile
De herontwikkeling van de Spoorzone in Delft kent een aantal belangrijke voordelen: • Leefbaarheid: Er komt een eind aan de overlast door het treinverkeer. • Aantrekkelijker binnenstadsrand: De westrand van de binnenstad wordt aantrekkelijker ingericht en water wordt teruggebracht. • Opheffen van barrières: De wijken aan weerszijden van het spoor sluiten beter op elkaar aan. • Knooppunt openbaar vervoer: Een ruim en goed bereikbaar ondergronds treinstation wordt gebouwd als onderdeel van een compact knooppunt voor openbaar vervoer.
Zo komt de Spoorzone Delft eruit te zien. Artist impression: Mecanoo Architecten
• Ruimte voor nieuwbouw: Er ontstaat ruimte voor ongeveer 1500 woningen en 50.000 vierkante meter kantoorruimte. • Ruimte voor vier sporen: De spoortunnel biedt ruimte voor een uitbreiding naar vier sporen. • Groen en water: Op de spoortunnel komt een ruim stadspark. In het plan is ook veel water opgenomen. In het informatiecentrum is de voortgang van het project op de voet te volgen. Ook worden andere bouwprojecten
toegelicht. Er is veel te zien: maquettes, digitale informatiesystemen, films, animaties, foto's en een luchtfoto van Delft van maar liefst 800m2. Delft Bouwt is gevestigd aan de Barbarasteeg 2, geopend op woensdag, donderdag en vrijdag van 11.00 tot 18.00 uur en op zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur.
Voor actuele informatie www.spoorzonedelft.nl.
WINTER 2009
4
actorion communicatie
Het Nieuwe Water
Partner Partner in in gebiedsontwikkeling gebiedsontwikkeling
Westland klaar voor de toekomst Onder de projectnaam Het Nieuwe Water verrijst in het Westland tussen 2010 en 2015 de eerste woonwijk op het water in een onder water gezette polder.
Tekst: Hans Rebers Artist Impression: Waterstudio.nl
30
I
n de voormalige Poelpolder, één van de laagst gelegen polders in het Westland, wordt in 2010 het inno vatieve bouwproject Het Nieuwe Water opgestart. In totaal worden er 1200 woningen in de huur- en koopsector gerealiseerd. In het stedenbouwkundig plan is het project verdeeld in acht waterkamers met ieder een eigen karakter, indeling en waterbeleving. Denk daarbij aan appartementen, paalwoningen, terpwoningen, rijwoningen, tweeonder-een-kapwoningen en zelfs drijvende privé-eilandjes. Wat de woningen bindt is de unieke waterbeleving: het waterpeil zal namelijk omhoog gebracht worden, waardoor het polderland getransformeerd wordt tot een bewoonbare ecologische zone waar wonen, recreatie en waterberging samenvloeien. Door deze innovatieve manier van bouwen is het gebied helemaal klaar voor de toekomst, op welke manier en met welke snelheid de klimaatveran deringen zich de komende decennia ook ontwikkelen. Dit is belangrijk, want in deze omgeving, met glastuinbouw en veel verhard oppervlak, kan het water al nauwelijks meer de grond in trekken. De drijvende woningen worden gebouwd op platforms en kunnen een stijging van het waterpeil moeiteloos opvangen. Een mooi antwoord dus op onafwendbare klimaatverandering als de stijgende zeespiegel en extreme regenval.
Groen en duurzaam project Bovendien is het een echt groen project: van de omliggende tuinbouwkassen kan energie worden onttrokken voor verwarming en koeling van de woningen. Op het moment wordt nog onderzocht of aardwarmte als duurzame energiebron kan worden benut. Deze techniek,
genaamd geothermie (zie kader), wordt mogelijk in Het Nieuwe Water toegepast om de huizen te verwarmen en te koelen. Onderzoek moet nog uitwijzen wat de mogelijkheden en kosten zijn. Internationale aandacht Onderdeel van Het Nieuwe Water vormt het appartementencomplex de Citadel. De Citadel zal als eerste klaar zijn voor bewoning, en trekt als het eerste drijvende appartementencomplex in Europa veel internationale belangstelling. De Amerikaanse nieuwszender ABC heeft het gebouw zelfs op de lijst van de zestien meest bijzondere bouw werken ter wereld gezet. De drijvende basis van de Citadel is een grote betonnen bak. Als de zestig appartementen klaar zijn, wordt de polder onder water gezet en vormt de Citadel een eiland van 90 bij 140 meter. Drijvende toegangswegen zorgen voor een naadloze verbinding met het vasteland. Het Nieuwe Water komt van de grond dankzij het publiek-private samenwerkingverband ONW tussen de gemeente Westland, de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap Delfland en Bank Nederlandse Gemeente Gebiedsontwikkeling.
Geothermie Vijf partijen uit Westland hebben recentelijk een intentieverklaring ondertekend om de mogelijkheden te onderzoeken naar het gebruik van geothermie als duurzame energiebron. Het gaat hier om de gemeente Westland, de provincie Zuid-Holland, tuinbouwbedrijf J&D Grootscholten, ONW en Essent. Een eerste bedrijfseconomisch onderzoek rond aansluiting van het kassengebied in combinatie met woningen heeft de betrokken partijen laten beseffen dat het een haalbaar initiatief is. Met het ondertekenen van de intentieverklaring geven ze aan te zullen onderzoeken welke andere aansluitingen mogelijk zijn, welke type warmte waar geleverd gaat worden en welke ontwerpeisen nodig zijn voor de woningen van Het Nieuwe Water. Geothermie komt in principe neer op het benutten van de warmte van de aarde om huizen, kantoren of kassen te verwarmen. Om deze warmte uit de aarde te halen, wordt gebruik gemaakt van het warme water dat opgeslagen ligt in waterhoudende lagen in de grond op dieptes waar de temperatuur hoog genoeg is om direct of via een warmtepomp te benutten. Zie ook het artikel over het regionale warmtenet op pagina 20/21.
Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven voor de Citadel en via de website www.citadelhetnieuwewater.nl op de hoogte blijven van de ontwikkelingen.
Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Altijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatAltijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatbewust. Grontmij is thuis in de stad. bewust. Grontmij is thuis in de stad.
5 EN !CTORION #OMMUNICATIE
%mN TEAM %mN DOEL #OMMUNICATIE IS vNZE SPORT "OUWEN AAN EEN BOODSCHAP DIE SCOORT $E LAT HOOG LEGGEN 3AMEN DE HORDEN NEMEN 3OMS MET EEN LANGE ADEM MAAR OOK MET OOG VOOR SNELHEID ALS HET MOET -ET DAT ENE DOEL VOOR OGEN EEN GOED RESULTAAT VOOR ONZE KLANTEN $AT IS DE DRIVE VAN ONZE ADVISEURS DE WIL OM TE WINNEN -ET DEZELFDE PASSIE EN EMOTIE ALS IN SPORT 3PRINT NAAR WWWACTORIONNL OF TOETS BEHENDIG
!CTORION #OMMUNICATIE ZORGT OA VOOR
!CTORION #OMMUNICATIE
STRATEGISCH ADVIES
!RNHEMSESTRAATWEG
DETACHERINGEN INTERIM MANAGEMENT
.+ 6ELP
PRODUCTIECOyRDINATIE
4
INTERACTIEVE MEDIA
% ADVISEURS ACTORIONNL