FOCUS HAAGLANDEN jaargang 6
ANGÈLE MAGRÉ, KAMERACADEM!E: ‘Wij leveren maatwerk voor ondernemers’
HAAGLANDEN START MET TRAINEESHIP
[
werk T HEMA: & on dern eme
]
n
‘Afgestudeerden boeien en binden’
WETHOUDER HENK KOOL: ‘Den Haag wordt MKB-vriendelijkste stad’
NAJAAR 2009 Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
3
FOCUS HAAGLANDEN Colofon
Actorion Communicatie presenteert:
Masterclass Pers & Publiciteit Laat het spel tussen uzelf en journalisten beter verlopen • Dynamisch spel bron en medium • Over grenzen heen kijken • Bewust zijn van de boodschap • Anticiperen • Professionaliseren Actorion Communicatie biedt niet alleen organisaties of communi catie afdelingen de kans om sterker te communiceren met de pers. Wegens grote belangstelling bieden wij u ook een nieuwe unieke kans. Schrijf u in als individu voor de Masterclass Pers en Publiciteit en sluit later dit jaar aan bij nieuwe trainingen. Ook voor de nieuwe serie trainingen geldt: vol is vol. Meer weten? Neem dan contact op met Actorion Communicatie en vraag naar Arian Kuil. Ons telefoonnummer is 026 443 82 87.
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van het Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel Den Haag en de Veiligheidsregio Haaglanden. Dit nummer is mede tot stand gekomen dankzij redactionele bijdragen van de gemeenten Den Haag en Zoetermeer. Focus Haaglanden wordt gratis verspreid onder 5.000 relaties. Redactieadres Stadsgewest Haaglanden Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Tel: 070 7501500 Fax: 070 7501501 E-mail:
[email protected] www.focushaaglanden.nl Abonneren Aanmelden en adreswijzigingen: www.focushaaglanden.nl Aan dit nummer werkten mee Redactie: Brigitte Beeks, Hans Bongers, Laura van Dijk, Geert Geujen, Casper Gijzen, Hans Oerlemans, Hans Rebers, Marieke van Seggelen, Gemma Schoot, Vincent Westzaan Fotografie: Ed Blok, Sicco van Grieken, Janssen & De Kievith Fotografie, Fotoflex Nederland, Peter van Oosterhout, Rens Plaschek, Marissa Riemens, Seniorencadeau.nl, René Verleg.
Inhoudsopgave Thema: Werk en Ondernemen Korte HBO-opleidingen Stichting Kamer Academ!e Den Haag 4
Arbeidsmarktcommunicatie en citymarketing: één geheel
25
Haaglandengemeenten werken samen in Netwerk P&O
Het Nieuwe Werken: hype of serieus organisatiemodel?
26
Trainee-programma Stadsgewest Haaglanden en Zoetermeer 8
Nederland Open in Verbinding (NOIV)
28
Het Colo over het Actieplan Jeugdwerkloosheid
11
NOIV-project: Open Source-ICT op ’s Rijks werkplekken
30
‘Zoetermeerse Start’ helpt ondernemers op weg
12
Wethouder Kool en ‘Den Haag MKB-vriendelijkste stad’
14
Verder in dit nummer
Regionaal Platform Arbeidsmarkt Haaglanden
17
De Stelling
10
Veiligheidsregio Haaglanden Opleiden en Oefenen een feit
18
In the picture: Arne Weverling
16
OndernemersPrijs Haaglanden heeft toegevoegde waarde
20
Column Luigi van Leeuwen
31
‘Kennisbruggen’ tussen MKB en hoger onderwijs
22
Kort in de regio
32
Movendus begeleidt bestuurders en topambtenaren
24
Trainingen op maat voor nieuwe raads- en collegeleden
34
6
3
Druk DeltaHage grafische dienst verlening Commerciële exploitatie Actorion Communicatie tel. 026 - 443 82 87 Concept, uitgave en vormgeving Actorion Communicatie, Velp Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie. Uitgave Najaar 2009 Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt medio december 2009. Het overkoepelend thema is Duurzaamheid. Kijk voor meer informatie op www.focushaaglanden.nl Voorpagina Angèle Magré, bedrijfsadviseur Kamer van Koophandel Den Haag. Fotografie: Sicco van Grieken Participanten Actorion Communicatie, Velp Grontmij, Waddinxveen HTM, Den Haag Kennisalliantie, Delft P&O Services Groep/Movendus, Den Haag
4
8
14
26
Werken en ondernemen centraal Kredietcrisis, groeiende werkloosheid, een stijgend aantal faillissementen. De lokale en regionale overheden en de Kamer van Koophandel zijn flink bezig om de werkgelegenheid en het ondernemerschap in deze tijden van economisch zwaar weer te stimuleren. De Kamer van Koophandel Den Haag richtte onlangs de KamerAcadem!e op waar gevestigde ondernemers kwalitatief hoge en flexibele opleidingen kunnen volgen. Zoetermeer zet de Starterscoach in die startende ondernemers op weg helpt en introduceert bij verschillende ondernemersnetwerken. Om jonge specialistische werknemers aan te trekken is diezelfde gemeente een traineeshipprogramma gestart waarin ook het Stadsgewest Haaglanden participeert. Den Haag zet zich in om de MKB-vriendelijkste stad te worden. Door bijvoorbeeld de regelgeving te versoepelen, maar ook door het vergroten van
de beschikbaarheid aan kantoor- en bedrijfsruimte voor grote en kleine ondernemers. Waar bedrijven vaak vele reacties krijgen op één vacature, hebben gemeenten moeite met het vervullen van de meer specialistische functies. Via het Netwerk P&O is een interne vacaturebank in Haaglanden tot stand gekomen. Zo blijft de kennis binnen de regio behouden en hebben de aange sloten organisaties meer keus uit ervaren interne kandidaten. De overheidsorganisaties en het bedrijfsleven in Haaglanden staan beslist niet stil en zijn volop in beweging om, waar mogelijk gezamenlijk, de recessie het hoofd te bieden. In deze Focus Haaglanden vindt u hiervan een aantal markante voorbeelden. Ik wens u veel leesplezier. Caroline Schep Hoofdredacteur
NAJAAR 2009
3
KAMER VAN KOOPHANDEL
FOCUS HAAGLANDEN
Dit najaar starten de eerste twee leergangen van Stichting Kamer Academ!e Den Haag
Korte HBO-opleidingen met praktische kennis voor ondernemers
De leergang ‘Ondernemersvaardigheden voor de Toeristisch en Recreatieve sector’ Module 1 De ondernemer en de onderneming De belangrijkste ondernemersvaardigheden worden onder de loep genomen en verder ontwikkeld.
Ondernemerschap is vaak een roeping. Of het ontstaat uit een specialisatie op een vakgebied. Toch kunnen ook zelfs de meest doorgewinterde ondernemers moeite hebben
4
met taaie vraagstukken. Omgekeerd hikken specialisten wel eens tegen ondernemersvraagstukken aan. Voor deze ondernemers, directeuren en managers in het MKB organiseert de ‘Stichting Kamer Academ!e Den Haag’ korte leergangen op HBO niveau.
Tekst: Danny Peters, Kamer van Koophandel Den Haag Fotografie: Sicco van Grieken
D
e Stichting Kamer Academ!e Den Haag is deze zomer opgericht en voorziet in een behoefte, waarvoor in het reguliere opleidingstraject geen aanbod is: kortlopende, kwalitatief hoge en flexibele opleidingen voor gevestigde ondernemers. Angèle Magré, bedrijfsadviseur bij de Kamer van Koophandel in Den Haag, is uitvoerend manager. Zij is ‘het gezicht’ van de stichting en zorgde ervoor dat de stichting er daadwerkelijk kwam. Angèle Magré: “Uit gesprekken met ondernemers bleek dat veel van hen dezelfde problematiek of vragen hadden. Ze zaten ofwel in een gelijkwaar dige groeisituatie, of liepen tegen gelijksoortige zaken aan in een bepaalde branche. Door de knelpunten te bundelen en er ervaringsdeskundigen uit de praktijk op te zetten, kunnen we gericht maatwerk leveren aan gelijkgestemden. We hebben deze behoefte vanuit de Kamer van Koophandel gesignaleerd, maar willen de praktische uitvoering graag met marktpartijen oppakken. Daarom is gekozen voor een aparte stichting, de Stichting Kamer Academ!e Den Haag.”
Angèle Magré, bedrijfsadviseur bij de Kamer van Koophandel in Den Haag, is uitvoerend manager van de Stichting Kamer Academ!e Den Haag
Eerdere leergangen bij Kamer van Koophandel De oorsprong van de leergangen zoals die nu door de Stichting KamerAcadem!e Den Haag georganiseerd worden, voert terug naar Boskoop in 2006. Hier werd destijds een aantal succesvolle leergangen voor boomkwekers gegeven. Het bleek dat de jonge boomkwekers vandaag de dag steeds belangrijkere beslis singen moeten nemen in hun bedrijf. Hierbij gaat het vaak om veel geld. Ondernemersvaardigheden op het gebied van financiën, marketing, personeel, import/export en dergelijke, zijn onontbeerlijk voor de moderne boomkweker om te overleven in een branche waar de schaalvergroting in moordend tempo doorgaat. Op initiatief van Ben Schuttenbeld van de Kamer van Koophandel is in samenwerking met allerlei financiële dienstverleners de leergang opgezet. Tientallen cursisten hebben sindsdien met veel enthousiasme de leergang volbracht. In navolging hiervan zijn er leergangen voor kunstenaars en woon wagenbewoners gegeven die wellicht in de toekomst een vervolg krijgen in de nieuwe stichting.
Leergangen Alle leergangen van de academie zijn expliciet toegespitst op het ondernemerschap. Afhankelijk van de behoeftes worden er verschillende soorten leergangen aangeboden. Op dit moment zijn er twee ontwikkeld. De leergang ‘Van Passie naar Strategie’ en ‘Ondernemers
vaardigheden voor de Toeristische en Recreatieve sector’. In de leergangen wordt samengewerkt met uiteenlopende marktpartijen zoals hogescholen, universiteiten, brancheorganisaties, belangenverenigingen en bedrijfsleven. Zij stellen hun kennis ter beschikking. De kwaliteit van de inhoud van de leergan-
gen wordt bewaakt door de stichting, die daarnaast de bijeenkomst organiseert en een faciliterende rol heeft. Het is de bedoeling dat de leergangen kostendekkend gegeven worden voor minimaal twaalf en maximaal twintig deelnemers per leergang. De leergangen duren gemiddeld vijf lesavonden in een tijdsbestek van twee tot drie maanden. Mochten deelnemers hierna nog behoefte hebben aan specifieke kennis in een bepaalde richting, dan vormt de leergang wellicht een opstap naar het reguliere opleidingstraject. De partijen die hun kennis via de stichting beschikbaar stellen in een leergang, tonen hiermee hun maatschappelijke betrokkenheid. Met de bereidheid om kennis te delen helpen ze onder nemers hun potentieel verder te ont wikkelen. Marktpartijen Via de stichting wordt kennis en ervaring gemobiliseerd en aan ondernemers aangeboden. Marktpartijen kunnen onderwerpen aandragen voor leergangen waarvan zij denken dat er vraag naar is. De stichting toetst de onder werpen op kwaliteit, behoefte en haalbaarheid. De stichting heeft een deskundig bestuur. Er is gezocht naar mensen met ervaring in stichtingsbesturen, kennis van zaken op het gebied van opleidingen en met een uitgebreid netwerk. Uiteraard was het een pré dat alle bestuursleden ervaring hebben met of in het ondernemerschap. Sjaak van der Werf is sectormanager voorlichting bij de Kamer van Koophandel in Den Haag. Zijn medewerkers krijgen dagelijks ondernemers op bezoek met vragen over het ondernemerschap. Joost Verhoef is project begeleider bij Horeca Nederland en weet als geen ander wat er speelt in de horeca. Rob Schippers is voorzitter van MKB Westland en weet – mede met zijn werkervaring als trainer en ondernemer met een marketingadviesbureau – welke scholingsbehoeftes ondernemers hebben.
Module 2 Financiën op een rij De belangrijkste financiële begrippen komen aan bod, zoals de investering begroting, solvabiliteit, lezen en begrijpen van een balans en resultatenrekening en kostprijsberekening. Module 3 Marketing, promotie en productontwikkeling Deelnemers maken onder begeleiding van een ervaren marketeer en een ondernemer met praktijkervaring een promotieplan voor de komende twaalf maanden.
5
Module 4 Ondernemen met internet (+ websitescan) De vindbaarheid van uw site en toepassingen zoals Adwords, Google Maps en de nieuwste webmogelijkheden (Web 2.0) komen aan bod. Module 5 Omgaan met overheden Praktische tips als hoe u bijvoorbeeld het beste een gemeente kunt benaderen als u wilt uitbreiden, een nieuwe vergunning nodig heeft of tegen tegenstrijdige regels aanloopt.
Algemene ondernemersvaardigheden Angèle Magré: “Welke opleiding een medewerker ook heeft gevolgd, op het moment dat hij in een bedrijf aan de slag gaat wordt hij ingewerkt door col lega’s en krijgt hij zo als het ware een ‘training on the job’. Voor ondernemers bestaat zoiets niet. Zij moeten buiten hun opleiding alles zelf uitvinden. Specifieke opleidingen voor onder nemers in het reguliere opleidings traject zijn er niet”. Bestuurslid Rob Schippers onderschrijft dit. “Ondernemers in het MKB hebben vaak niet de tijd of de middelen om een langdurige opleiding te volgen op HBOniveau. Bovendien sluiten deze opleidingen niet aan bij het ondernemerschap en missen ze de directe praktische toepasbaarheid voor ondernemers. Uit ervaring weet ik dat hier behoefte aan is. De lesstof kan betrekking hebben op aanvulling van algemene ondernemersvaardigheden, bijvoorbeeld voor creatieve beroepen zoals kunstenaars. Hun passie ligt vaak bij de uitoefening van hun vak, maar het ontbreekt ze vaak aan algemene onder nemersvaardigheden.”
Aan de andere kant kunnen volgens Schippers directeuren of managers die wel over ondernemersvaardigheden beschikken, behoefte hebben aan verdere verdieping van kennis specifiek in hun branche. “De lessen zijn interactief en het geleerde is direct praktisch toepasbaar in het bedrijf. Bovendien kunnen ondernemers onderling ervaringen uitwisselen. Het geeft ze buiten kennis een steuntje in de rug”, aldus Schippers In oktober gaat de leergang ‘Ondernemersvaardigheden voor de Toeristische en Recreatieve sector’ van start. Angèle Magré kijkt ernaar uit. “Ondernemers gaan het zelf leren doen en brengen de opgedane kennis direct in de praktijk in hun eigen bedrijf. We zijn blij dat we nu speciaal voor ondernemers kortlopende HBO-opleidingen kunnen aanbieden waarbij ze de opgedane kennis direct kunnen toepassen. Omdat de hele opzet nieuw is, hebben wij als kennisinstituut nog geen bekendheid. Uiteraard werken wij hier hard aan via diverse kanalen.” www.kvk.nl/kameracademie
NAJAAR 2009
3
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Haaglandengemeenten werken samen in Netwerk P&O
Meer mobiliteit met gezamenlijke interne vacaturebank Werk je bij één van de gemeenten in de regio Haaglanden? Dan kun je binnenkort bij elke gemeente en het Stadsgewest Haaglanden intern solliciteren via één interne vacaturebank. Dit is één van de resultaten van het Netwerk P&O van de regio Haaglanden.
6
Tekst: Brigitte Beeks, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
H
et Netwerk P&O is, zoals de naam al zegt, een netwerk van hoofden of medewerkers P&O van de negen Haaglandengemeenten plus het Stadsgewest Haaglanden. Bram Harkes, secretaris/directeur bij Stadsgewest Haaglanden en tevens voorzitter van het nieuwe netwerk. “Vanuit het overleg van gemeentesecretarissen kwam de wens om de hoofden P&O bijeen te brengen zodat zij adviezen zouden kunnen geven. Er was toen nog een schaarste aan goed personeel en gemeenten konden maar moeilijk hun vacatures vullen. Ook was er een behoefte aan kennisuitwisseling.” Binnenkort neemt ook het hoofd P&O van de onlangs opgerichte Veiligheids regio Haaglanden deel aan het Netwerk. Harkes: “Bij de brandweer speelt op dit moment het probleem van het ‘tweede loopbaantraject’ voor brandweerlieden. Zij krijgen een contract tot een bepaalde leeftijd en daarna komt er een einde aan hun carrière als actieve brandweerman. Je hebt dan kans dat ze buiten de brandweer ander werk gaan zoeken. Maar je hebt hier wel te maken met bekwame mensen die misschien ergens anders binnen de gemeenten aan de slag zouden kunnen.” Na de zomervakantie van 2008 kwam het P&O-Netwerk voor het eerst bij elkaar; meerdere bijeenkomsten volgden, eens in de twee maanden. Harkes: “Het bevalt goed. Iedereen is ook goed aanwezig. Is het hoofd P&O er niet, dan wordt vaak voor vervanging gezorgd. Ook worden er via het elektronische verkeer veel vragen gesteld.” In het overleg worden zaken als arbeidsmarktbenadering, interim management en opleidingsprogramma’s besproken.
De eerste resultaten zijn inmiddels ook al geboekt. Zo heeft Zoetermeer haar opgestelde traineeship-programma in het netwerk ingebracht, zodat andere gemeenten hierop mee konden liften. Inmiddels zijn elf trainees begonnen aan dit programma waarin het Stads gewest inmiddels ook participeert (zie artikel op pagina 8). Concurrenten Zoetermeer is één van die gemeenten die moeite heeft om de meer specialistische vacatures te vervullen. Monique Bogaard, beleidsadviseur HRM bij de Stafafdeling P&O van de gemeente Zoetermeer, was dan ook blij met de oprichting van een netwerk. “Het is voor ons vooral moeilijk om jongeren te werven, naast HBO-plussers, academici en echte specialisten op bepaalde vakgebieden. Maar je hoeft elkaar op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie niet als concurrenten te zien. Waarom werk je niet samen aan die moeilijk vervulbare vacatures?” Voor het oplossen van het vacatureprobleem zijn een aantal suggesties gedaan. Monique Bogaard: “Het inschakelen van een gezamenlijke recruiter zou een optie zijn, maar het probleem hierbij is dat de opdracht aan hem wel heel breed gericht moet zijn. Een andere mogelijkheid is het inschakelen van een werving & selectiebureau. Op dit moment loopt er een pilot met Randstad Search & Selection die voor ons in de databases van websites als ‘Werken bij de overheid’ zoeken. Zij kijken dan naar match ende cv’s voor de vacatures die wij hebben, zodat we dat zelf niet hoeven te doen.” Daarnaast werd ook het idee van één interne vacaturebank gelanceerd. “We
Bram Harkes is secretaris/directeur van het Stadsgewest Haaglanden en tevens voorzitter van het Netwerk P & O
moeten meer gaan denken vanuit kansen en mogelijkheden in plaats van het opwerpen van blokkades”, legt Monique Bogaard uit. “Als een medewerker een loopbaanstap wil zetten, is het voor de regio Haaglanden van belang om de kennis te behouden voor de regio. Dat willen we faciliteren. We hebben in dat verband ook gedacht aan het opzetten van een website ‘Werken in Haaglanden’ als externe vacaturesite, maar dat heeft weinig toegevoegde waarde. Werken in Haaglanden als branding zegt een sollicitant niet zoveel.” Groeimogelijkheden De interne vacaturebank moet begin volgend jaar gereed zijn. Het concept is simpel en heeft vele voordelen. Mede werkers die bij de negen Haaglanden gemeenten werken of bij het Stads gewest, kunnen intern solliciteren op elkaars vacatures, voordat ze landelijk openbaar worden gemaakt. De vacatures zijn verzameld in een online vacature-
bank. Harkes: “Het mes snijdt zo aan twee kanten. Werkgevers kunnen kiezen uit veel interne kandidaten en voor de medewerkers biedt het meer carrièrekansen. Het Stadsgewest is bijvoorbeeld een vrij platte organisatie. Een gebrek aan groeimogelijkheden is een veel gehoorde klacht. Nu zou je via een gemeente wel weer door kunnen groeien. Zo maak je het voor medewerkers ook gemakkelijker om te blijven.” Monique Bogaard voegt daaraan toe: “In Zoetermeer is de stap naar het management erg groot. Voor veel medewerkers is dat net nog niet binnen bereik. In een kleinere gemeente echter, met kleinere teams, zal hij of zij misschien wel al op dat niveau kunnen werken. Daarnaast verhoog je met zo’n interne vacaturebank de onderlinge mobiliteit, vergroot je de mogelijkheden van loopbaanontwikkeling en behoud je het potentieel binnen je eigen regio. Je hoort vaak: ‘Die is weggegaan, dus die hoeft ook niet meer terug te komen’. Maar wat als deze medewerker ervaring heeft opgedaan bij andere gemeenten in de regio? En zou het niet veel handiger zijn als je af en toe nog te raden kunt gaan bij deze oud-collega als het aankomt op specialistische kennis? Een ander bijkomend voordeel is dat het waarschijnlijk zal leiden tot minder externe vacatures zodat je kunt bezuinigen op je arbeidsmarktcommunicatie.”
7
Monique Boogaard, beleidsadviseur HRM bij de gemeente Zoetermeer
De OR van het Stadsgewest heeft enthousiast gereageerd op het initiatief van de interne vacaturebank. Harkes: “Ze zien het als een positieve ontwikkeling. Op dit moment wordt ook een voorstel aan de OR opgesteld met het verzoek hiermee in te stemmen. Daarna moet een projectleider worden aangetrokken die de P&O-medewerkers uitleg
Medewerkers kunnen straks intern op alle vacatures van de Haaglandengemeenten en het Stadsgewest solliciteren
gaat geven en leiding geeft aan het inrichten van de databank. Het vraagt namelijk even een extra handeling om te zorgen dat die interne vacatures ook zichtbaar worden.” Twee (bijna gerealiseerde) ontwikke lingen binnen een jaar tijd geven voor Harkes wel aan dat het P&O-Netwerk goed bevalt. “Vooral het uitwisselen van ervaringen en het elkaar leren kennen wordt als zeer positief ervaren. Hiervoor was er alleen contact als je elkaar toevallig kende. Maar na een mutatie viel dat contact weer weg en verloor je je netwerk weer.” Jobrotation Nu nog toekomstmuziek, maar misschien over een paar jaar realiteit: het uitwisselen van personeel via zogenaamde ‘jobrotation’. Harkes: “Stel, je wilt een nieuwe brochure maken over RandstadRail, of je hebt een nieuw project dat je niet bij je eigen personeel onder kunt brengen. Dan kun je voor die zes maanden iemand extern inhuren, maar je kunt ook kijken of iemand binnen Haaglanden dit zou willen oppakken. Mits dat met zijn of haar eigen werk te regelen is natuurlijk.”
NAJAAR 2009
3
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Zoetermeer en Stadsgewest zetten in op trainees
“We willen jonge HBO-ers en academici boeien en binden” Een foto van jonge mensen die in een raft de wildwaterbaan afgaan. Daaronder de slogan: ‘Stap jij in ons traineeship?’ Met deze campagne werden pas afgestudeerden begin dit jaar verleid door de gemeente Zoetermeer om hun traineeship-programma te volgen. En met succes. Tweeënnegentig sollicitanten meldden zich aan.
8
Tekst: Brigitte Beeks, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
J
onge mensen kunnen vaak iets toevoegen aan een organisatie. Ze beschikken over up-to-date kennis en zijn vaak meer thuis in de nieuwe media. Dikwijls verliezen de jonge sollicitanten het echter op het gebied van ervaring. Ook beleidsadviseur HRM Monique Bogaard merkt dat het moeilijk is om haar organisatie ervan te overtuigen om jonge mensen in te zetten. “Ze willen het liefst allemaal ervaren krachten voor hun vacatures. De wens om zelf op te leiden is er ook. En daar komt de trainee in beeld.” Het is niet de eerste keer dat Zoetermeer met trainees werkt. “We hebben al een aantal jaren trainees, maar dat was meer individueel gericht. Nu hebben we echt een programma voor jonge medewerkers in een junior functie, gericht op de ontwikkeling van vaardigheden en het opdoen van kennis over beleidsvelden en werkwijzen van onze gemeente. We willen jonge HBO-ers en academici boeien en binden door hen breed ervaring te laten opdoen binnen onze organisatie”, aldus Bogaard. Nadat de notitie voor een traineeshipprogramma door de gemeenteraad was goedgekeurd, ging een groot opgezette wervingscampagne van start. Zoetermeer was aanwezig op de Carrièrebeurs Overheid, via Intermediair werd een smart mailing uitgedaan, studenten werden ingehuurd om flyers uit te delen en er werd een aparte subsite over het traineeship op de gemeentelijke website gebouwd. In januari 2009 werd een informatiebijeenkomst gehouden in Dutch Water Dreams Zoetermeer. Alle inspanningen resulteerden in 92 aanmeldingen, waarvan er uiteindelijk elf konden beginnen als trainee.
9 Trainee Marcel van Leeuwen, 27 jaar
Traineeship
“Ik volgde na mijn HBO-opleiding Commerciële Economie nog een bachelor Bestuurskunde in Leiden en plakte daar nog een master in Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht aan vast. Na mijn afstuderen heb ik als recruiter bij een uitzendbureau voor studenten gewerkt. Ik vond hier echter geen voldoening en heb mijn baan opgezegd om een wereldreis te gaan maken. Toen ik weer thuis was, zag ik de flyer over het traineeshipprogramma van de gemeente Zoetermeer. Het sprak mij meteen aan. Ik heb altijd al graag bij een overheid willen werken en ben maatschappelijk geïnteresseerd. Ook wilde ik de kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn studie, graag meer gebruiken in mijn werk. Dit traineeship leek me een ideale opstap naar zo’n baan. Ik kwam door de selectie heen en was één van de elf gelukkigen die aan het traineeship mochten beginnen. Ik kwam bij het Stadsgewest terecht en houd me nu bezig met het beschrijven van de werkprocessen, een onderdeel van het kwaliteitsverbeteringstraject dat het Stadsgewest momenteel uitvoert.” Mijn eerste indruk van het traineeship is positief. Mijn opdracht bij het Stadsgewest vind ik erg leerzaam en interessant. Je maakt kennis met de werking van een overheidsorganisatie. Bovendien is het een leerzame ervaring op het gebied van professioneel werken. Daarnaast vind ik Haaglanden een leuke informele organisatie die openstaat voor kennisdeling. De deur staat altijd open en ze zijn erg gericht op wederzijds belang. Ook is er veel ruimte voor eigen initiatieven.”
Het traineeship staat open voor net afgestudeerden op HBO- of WO-niveau, met als richting bestuurskunde, bedrijfskunde, politicologie en technische bestuurskunde. Na de selectieprocedure volgt een ontwikkel-assessment. De trainees worden begeleid door een mentor en een werkbegeleider. De opleiding (verzorgd door de NCOI Opleidingsgroep) en het benodigde lesmateriaal worden door de gemeente Zoetermeer betaald. Tijdens het traineeship worden verschillende gemeentelijke afdelingen verkend. Het eerste half jaar zitten de trainees bij een bepaalde afdeling waarna ze weer naar een ander project gaan. Daarnaast worden tijdens het eerste jaar vaardigheden ontwikkeld die nodig zijn als professional, zoals overtuigend argumenteren, inzicht in invloed en kracht en zelfvertrouwen. Het tweede jaar gaan de trainees de diepte in en doen zij specialistische kennis op. Ook wordt gekeken welke afdeling het beste bij de trainee past en volgt een project van een jaar. Na twee jaar is het de bedoeling dat de trainee bij deze afdeling naar een vaste baan instroomt.
De gemeente Zoetermeer heeft op dit moment trainees rondlopen op verschillende afdelingen. Bijvoorbeeld bij het Wijkmanagement waar de nieuwe wijkontwikkelingsplannen worden vorm gegeven, bij de gemeentesecretaris waar wordt gekeken hoe voor de gemeenteraadsverkiezingen een hogere opkomst gegenereerd kan worden, bij Parkeer
Zij worden opgeleid tot een algemeen beleidsmedewerker of projectmanager. Die trainingen bestaan onder andere uit persoonlijk leiderschap, conflicthantering, onderhandelen en persoonlijkheidsvorming. De eerste reacties van de organisatie zijn heel positief. Monique Bogaard: “In het begin, voor de start, reageerden
‘Mooi instrument om aantrekkelijke werkgever te zijn’ handhaving waar wordt gekeken naar het ‘parkeren op eigen terrein’ en bij de afdeling Vrijetijdsvoorzieningen en Accommodaties, waar de website voor de zwembaden opnieuw wordt ontwikkeld. De trainees blijven voor periode van twee jaar in dienst van de gemeente en na afronding van het traineeship krijgen ze een vast contract aangeboden.
de leidinggevenden heel terughoudend. Nu de trainees eenmaal begonnen zijn, zijn ze heel enthousiast. De trainees tonen ook veel eigen initiatief. Zo hebben ze gevraagd of ze naast hun eigen projecten, ook een gezamenlijk project konden gaan doen. Ook is een eigen website opgezet waarmee ze onderling met elkaar communiceren. Je merkt
dan meteen dat deze jonge mensen veel meer gericht zijn op het delen van kennis via nieuwe communicatie technieken.” Het Stadsgewest is er direct op ingesprongen toen het project van het traineeship bij de gemeente Zoetermeer van start ging en het voorgelegd werd in het Netwerk P&O. Jos van der Goes (P&O Stadsgewest): “Gemeenten verliezen jonge medewerkers door gebrekkig inwerken en coachen. Wij herkenden dat probleem en hebben afgesproken om één van de trainees steeds een half jaar bij ons te laten detacheren.” Het Stadsgewest is tot nu toe erg tevreden met het traineeship. Jos van der Goes: “Het is een mooi instrument om een aantrekkelijke werkgever te zijn.” Ook Zoetermeer geeft aan graag ‘iets blijvends’ te willen zien. Monique Bogaard: “Als er zes trainees uiteindelijk instromen naar een vaste baan, is ons project al geslaagd. Maar nog liever willen we dat ze alle elf in vaste dienst komen.”
NAJAAR 2009
3
actorion communicatie
DE STELLING
Langer doorwerken tot 67ste heeft een toegevoegde waarde
FOCUS HAAGLANDEN
Stage- en leerbanenoffensief van kenniscentra en bedrijfsleven
Eén van de maatregelen die het kabinet voorstelt ter verbetering van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën is het verhogen van de AOW-leeftijd naar 67. Heeft langer doorwerken tot het 67ste levensjaar een toegevoegde waarde?
In september ondertekende staatssecretaris Jetta Kleinsma dertig regionale actieplannen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Het kabinet trekt daar 153 miljoen euro uit, het bedrijfsleven honderdtien miljoen euro. Doel: houd jongeren binnen boord in deze economische recessie.
Tekst: Gemma Schoot Fotografie: Colo
10
Petra van der Leur vestigingsmanager Uitzendbureau 65plus ’s-Gravenhage
“
Henk van der Kolk
Jan van Hylckama Vlieg
voorzitter FNV Bondgenoten
Hoofd HRM, Veiligheidsregio Haaglanden
“
“Het ligt er maar aan met wélke randvoorwaarden; en: wat is de toegevoegde waarde? Ook is het van belang om uit elkaar te houden voor wié het toegevoegde waarde heeft; werknemers, werkgevers of de maatschappij. Als je de AOW-leeftijd naar 67 verhoogt betekent dat, dat iedereen, ongeacht goede of slechte gezondheid, blijft werken in de huidige functie bij de huidige werkgever. Met mijn praktijkervaring weet ik dat een aantal mensen in deze leeftijdscategorie graag wil blijven werken in een aangepaste vorm. De combinatie van werk, zorgtaken en hobby’s is in deze levensfase erg belangrijk. Het merendeel werkt parttime of op flexibele basis. Soms werken zij door in het voormalige beroep. Anderen kiezen voor ander soort werk. Wat zij met elkaar gemeen hebben, is dat zij plezier en voldoening ontlenen aan hun werk. In die zin heeft langer doorwerken tot je 67e toegevoegde waarde, mits naar keuze. Werkgevers waarderen de combinatie van kennis en ervaring en flexibiliteit van de oudere werknemer. Mede werkers met waardevolle kennis willen zij graag behouden. Zij kiezen dan meestal voor een aangepaste arbeids relatie. Zij willen echter ook nieuwe aanwas in de vorm van starters op de arbeidsmarkt. Met flexibiliteit als randvoorwaarde, heeft het voor werkgevers toegevoegde waarde. Voor de maatschappij heeft het op termijn een toegevoegde waarde omdat er sprake is van vergrijzing en ontgroening. Elke arbeidskracht is straks hard nodig, ongeacht leeftijd.”
”
“
“Langer doorwerken heeft in ieder geval geen toegevoegde waarde als bezuinigingsmaatregel om het huishoudboekje van de overheid op orde te brengen. Het voorstel van minister Donner vind ik een oneerlijke en onnodige bezuiniging. Momenteel voeren we daarom een campagne om alternatieven onder de aandacht te brengen. Er zijn veel argumenten tegen Donner’s onzalige plan. Bezuinigen op de AOW komt bijvoorbeeld extra hard aan bij jongere werknemers. Door langer premie te betalen, maar er korter van te kunnen genieten pakt Donner hun feitelijk 25.000 euro af en dat hakt erin bij vooral minder kapitaalkrachtigen. Ook krijgen jongeren het moeilijker met het vinden van een baan. Werkgevers moeten bij een hogere AOW-leeftijd ouderen langer aan het werk houden, die daarmee dus arbeidsplaatsen voor jongeren bezetten. Daarnaast is het ook zo dat ouderen vaak al voor hun 65e hun baan kwijtraken en dan geen werk meer kunnen vinden. Wij willen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Beperk bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek boven één miljoen euro. Of schaf de doorwerkbonus voor ouderen af. Dat levert ook vier miljard op en verdeelt de lasten rechtvaardig. Het gaat er niet om dat niemand langer mág doorwerken. Iedereen moet voor zichzelf kunnen bepalen of dat toegevoegde waarde heeft. Waar het om gaat, is dat er vele wegen leiden naar vier miljard. Maar niet Donner’s plat getreden pad van verplicht langer doorwerken. Want dat loopt dood.”
Ook reageren op De Stelling? Kijk op www.focushaaglanden.nl
”
“De vraag is vanuit welk standpunt je het bekijkt. De maatregel helpt om de kosten van de vergrijzing op te vangen. Ook zal het bijdragen aan het verminderen van het verwachte tekort aan arbeidskrachten in 2040. Voor de staatskas, de pensioenfondsen en de arbeidsmarkt lijkt doorwerken een toegevoegde waarde te hebben. Uit verschillende peilingen is echter gebleken dat dit door de individuele werknemer niet zo wordt ervaren. Een gedwongen pensioenleeftijd is in mijn ogen een vorm van leeftijdsdiscriminatie. Of dat nu 65 of 67 jaar is, doet aan dat principe niets af. Je kunt dat ook anders invullen. Een voorbeeld is de afschaffing van de verplichte FLO (Functioneel Leeftijdsontslag) leeftijd van 55 jaar voor medewerkers in een bezwarende functie bij de brandweer. Hiervoor in de plaats is in 2006 een regeling gekomen waarbij de medewerker 20 jaar in een bezwarende functie mag werken, waarna hij tot zijn pen sioen een zogenaamde tweede loopbaan volgt in een niet-bezwarend functie. Langer kán wel, maar alleen bij volle dige medische en fysieke geschiktheid. Het laten vervallen van een collectief gestelde leeftijdsgrens vergroot de flexibiliteit en maakt individueel maatwerk mogelijk. Voor de pensioenleeftijd zou dat ook kunnen. Dat vereist wél een andere benadering door alle betrokken partijen. Ik denk bijvoorbeeld aan deeltijd AOW, demotie-pensioen, maar ook aan een andere opbouw van functies waardoor werkbelasting en belastbaarheid in iedere levensfase op elkaar kunnen worden afgestemd.”
”
D
e dertig regionale actieplannen zijn onderdeel van het landelijke Actieplan Jeugdwerkloosheid. Dit geld wordt verdeeld over dertig regio's. Elke regio heeft een voortrekkersgemeente, waarvan de wethouder SZ&W verantwoordelijk is voor het regionaal actieplan. Hij/zij ondertekent daarvoor een convenant met Jetta Kleinsma. Het Actieplan Jeugdwerkloosheid bevat ook het Stage-en leerbanenoffensief van Colo, de vereniging van zeventien samenwerkende kenniscentra. Doel is een dreigend tekort aan stage en leer banen voor jongeren in een MBOopleiding als gevolg van de recessie tegen te gaan. Regiocoödinator Middenwest Jan Fleer: “De beschik baarheid van die plekken komt door de recessie danig onder druk te staan. Dat weten we uit onderzoek onder de bedrijven. Omdat de spoeling dunner wordt, verdringen leerlingen met een HBO-opleiding leerlingen met een MBO-opleiding. Tegelijkertijd neemt de stagebehoefte op het VMBO en MBO toe, en die behoefte dreigen we dus niet te kunnen vervullen.” Het Actieplan Jeugdwerkloosheid als geheel moet voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat. Fleer: “Het UWV schrijft nu twee keer zo veel jongeren in als werkzoekende als vorig jaar. Tegelijk dreigt er een tekort van honderdvijftig duizend stageplaatsen en leerbanen voor deze jongeren. Voor Haaglanden is dat cijfer vier tot vijf duizend.” Het is een somber plaatje. Dat bovendien een vreemd randje heeft: in branches als de techniek, de autobranche, de tweewielerbranche, de handel en de zorg zijn er juist stageplaatsen onbezet. Volgens Fleer komt dat mede doordat veel jongeren een opleiding volgen voor
11
Aan het werk
benaderen, waar nu juist het knelpunt sectoren waar je niet makkelijk stageligt. Bijvoorbeeld met stimuleringsmaatplekken vindt op niveau 1 en 2. “Het regelen zodat daar de werkgelegenheid kwaliteitsniveau van het werk stijgt Plan vanweer aanpak Jeugdwerkloosheid 2009 aantrekt.” in bijna alle sectoren en dat vraagt om hoger geschoolde stagiairs (m/v) en werknemers. De leerlingen met de lagere opleidingsniveaus leggen het tegen hen af.” Wat Fleer nog vaak mist, zijn initiatieven van gemeenten, die stage- en leer banen opleveren. “Er zijn zo veel mogelijkheden: onderhoud aan scholen, wijkgebouwen, speeltuinen, winkelcentra. Overal in de gemeente kun je heel veel kleine projecten bedenken of kleinere, reeds geplande investeringen naar voren halen waar jongeren een goede leerwerkplek zouden kunnen krijgen. Je kunt daar goede afspraken over maken met aannemers en uitvoerders.” Fleer ziet ook dat veel geld naar maat regelen gaat om de jongeren langer op school houden. “Maar daarmee creëer je geen stageplaatsen. Gemeenten zouden meer de bedrijven rechtstreeks kunnen
Omslagfoto Colo-brochure ‘Aan het werk’
p l a n va n a a n p a k
Doelstellingen landelijk Stage- en leerbanenoffensief • Behoud van 55.000 reguliere leerbanen die anders verloren zouden gaan • Werving van 50.000 stageplaatsen/leerbanen voor extra instroom (n.a.v. de crisis) in het onderwijs • 25.000 stageplaatsen en/of banen met daarnaast een opleiding • 190.000 gevulde bedrijfsprofielen op stagemarkt.nl • Versnelde erkenningsprocedure tot ‘leerwerkbedrijf’ • Vier keer per jaar een Colo Barometer voor het volgen van de resultaten • Regionale Colo Barometers voor de analyse van de voortgang in de regio’s • Dertig bovensectorale contactpersonen voor de G30 en mobiliteitscentra Partners in het Actieplan Jeugdwerkloosheid (naast Colo): ministeries van SZ&W, OC&W, J&G, RPA-Haaglanden, G30-gemeenten, Jongerenloketten, UWVWerkbedrijf. Meer informatie: www.colo.nl
NAJAAR 2009
3
GEMEENTE ZOETERMEER
Zoetermeerse Start helpt startende ondernemers op weg Ook Frederiks maakte dankbaar gebruik van de cursussen. “Die worden gegeven in de avonduren, zodat mensen die nog een baan hebben ze ook kunnen volgen. Een echte eye-opener was voor mij hoe ik mijn idee kon beschermen. Daar ben ik goed bij geholpen.” Verder is ze erg blij met het contact dat ze hierdoor heeft met andere startende ondernemers en deskundigen. “Het is leuk om mensen met dezelfde drive te ontmoeten. Daarnaast hielp een startende jurist mij met de Algemene Voorwaarden, bouw-
Dromen van een eigen bedrijf doen veel mensen. Maar een idee omzetten in een goedlopende onderneming vraagt kennis en kwaliteit. Om startende ondernemers meer kans van slagen te geven, bieden de gemeente Zoetermeer en de Kamer van Koophandel Zoetermeer hen de Zoetermeerse Start aan.
12
FOCUS HAAGLANDEN
Mariska Frederiks: “Ik werd behoorlijk door de mangel gehaald, maar dat is goed”
Tekst: Marieke van Seggelen i.o. gemeente Zoetermeer Fotografie: Fotoflex Nederland, Seniorencadeau.nl
I
n samenwerking met een werkgroep bestaande uit deelnemers aan de Sociaal Economische Agenda (SEA) werd bedacht hoe de gemeente en de KvK startende ondernemers voort varend van start kunnen laten gaan. Het resultaat is de Zoetermeerse Start; een starterstraject met persoonlijk advies van de starterscoördinator, cursussen die grotendeels betaald worden door de gemeente en een coachpool met deskundige, door de wol geverfde ondernemers. Robin van Kampen, starterscoördinator bij de Kamer van Koophandel: “Bij de Zoetermeerse Start draait het om maatwerk. We bekijken eerst welke ervaring, kennis en kunde de starter heeft en of de persoon genoeg commitment toont om de onderneming tot een succes te maken. Zien wij kansen voor de ondernemer, dan bieden wij een plek aan in het starterstraject.”
Seniorencadeau Mariska Frederiks is één van de startende ondernemers die gebruikmaakt van het starterstraject. “Heel zinvol”, vindt zij. “Vaak zie je dat jonge ondernemingen het niet redden omdat ze niet goed voorbereid zijn. Aan de voorbereiding zal het bij mij in ieder geval niet liggen.” Mariska Frederiks werkt naast haar fulltimebaan aan het opzetten van haar onderneming Seniorencadeau. “Het idee voor Seniorencadeau is gebaseerd op de babypakketten die aanstaande moeders krijgen. Voor senioren bestaat nog geen dergelijk marketingmiddel. In de cadeaukoffers komen allerlei leuke en nuttige producten en kortingsbonnen van gerenommeerde bedrijven, zogenaamde A-merken, gericht op de
krijgen om alleen uit te voeren. Wel of geen personeel aannemen is dan het dilemma. Wij kunnen ze helpen een weloverwogen keuze te maken.” Netwerk Zoetermeer kent een levendig bedrijfs leven. De bereidheid onder Zoeter meerse ondernemers om elkaar te helpen, is groot. Met een uitgebreid netwerk kan een ondernemer dus zeker zijn voordeel doen. Van Kampen helpt de starters bij het opbouwen van dat
Eén aanspreekpunt voor informatie
Starterscoördinator Robin van Kampen
zestigplusser. Je kunt denken aan producten en diensten van de Rabobank, ANWB en Schoonenberg Hoorcomfort.” Voor Mariska Frederiks begon het traject met het laten beoordelen van haar businessplan. “Ik werd behoorlijk door de mangel gehaald, maar dat vind ik alleen maar positief. Het is goed om aan het denken gezet te worden.” Ondernemers die toegelaten worden tot het traject, kunnen rekenen op persoonlijke aandacht, informatie en advies. Van Kampen: “Na de eerste gesprekken
wordt duidelijk wat iemand nodig heeft om een succesvol ondernemer te worden. Bijvoorbeeld extra kennis over boekhouding, marketing of juridische zaken. De Kamer van Koophandel biedt verschillende cursussen waarmee de ondernemer zich hierin kan bekwamen. Ondernemers die zijn toegelaten tot het traject, kunnen voor achthonderd euro aan cursussen volgen, brochures bestellen en bijeenkomsten bijwonen. Honderd euro investeert de ondernemer zelf, zevenhonderd euro betaalt de gemeente Zoetermeer.”
de een accountant een rekenmodule en heeft een oud-ondernemer naar mijn businessplan gekeken. Zo helpen we elkaar verder.” Minstens net zo waardevol is een ander onderdeel van de Zoetermeerse Start; de coachpool. De coachpool bestaat uit zes deskundige ondernemers met ieder hun eigen expertise. “Op de hiervoor opgezette website introduceren de coaches zichzelf”, weet Van Kampen. “De ingeschreven starter bij de KvK kan een van de coaches uitkiezen om advies gesprekken mee te voeren. Daarvoor krijgen de starters in het traject een budget van duizend euro, vergoed door de gemeente Zoetermeer.” Als de ondernemer eenmaal gestart is, staat die er niet alleen voor. “Allerminst”, beaamt Van Kampen. “Mijn taak als starterscoördinator is om de startende ondernemer zo goed mogelijk verder te begeleiden. Bijvoorbeeld door alle initiatieven die voor startende ondernemers ontwikkeld zijn zo goed mogelijk in kaart te brengen. Zo hoeft een ondernemer zelf niet op zoek, maar heeft hij altijd één aanspreekpunt waar hij terecht kan voor informatie.” Ook persoonlijk contact speelt een belang rijke rol. “Periodiek ga ik in gesprek met de ondernemer. Dan bespreken we hoe het gaat, waar de ondernemer behoefte aan heeft, wat de toekomstplannen zijn en voor welke uitdagingen hij staat. Een voorbeeld: veel onder nemers starten als ZZP’er en komen op het punt dat ze te veel opdrachten
netwerk. “Dit jaar zijn er verschillende themabijeenkomsten speciaal voor startende ondernemers. Daar ligt een kans voor het opbouwen van een startersnetwerk. Verder kan ik hen introduceren bij verschillende (ondernemers)netwerken in Zoetermeer. Na vijf jaar moeten de startende ondernemers voldoende ontwikkeld zijn om de weg zelf verder te vervolgen. Tegen die tijd hebben ze hun plekje in het Zoetermeerse bedrijfsleven ongetwijfeld gevonden.” Zover is het nog niet voor Frederiks, maar stukje bij beetje komt ze dichterbij. “Ik werk nu aan een pilot in Zuid-
Holland. Deze gaat op 1 januari van start. De adverteerders gaan één voor één overstag. Ze hebben er vertrouwen in dat ik het gat in de markt gevonden heb. Ook op mijn nieuwe site ben ik erg trots. Ik neem kleine stapjes, maar ze worden steeds groter”, zegt ze vol vertrouwen. Dat vertrouwen dankt ze mede aan de begeleiding binnen het starterstraject. “Je kunt niet alles zelf weten, daarom heb je ervaren mensen nodig om je heen. Over iedere beslissing, met name over kosten maken, denk ik drie keer na en bovendien blijf ik kritisch. Alles is nu inzichtelijk, dat maakt de risico’s behapbaar. Of ik ’s nachts wakker lig? Misschien omdat er nog zoveel werk ligt te wachten, maar over mijn voor bereiding maak ik me geen zorgen!”
13
Voor meer informatie over de producten en diensten van de KvK kijkt u op www.kvk.nl/zoetermeer. Voor meer informatie van de gemeente voor ondernemers kijkt u op www.zoetermeer.nl > Economie en bedrijf. De coachpool: www.kvkcoachpool.nl/zoetermeer Het bedrijf van Mariska Frederiks, Seniorencadeau: www.seniorencadeau.nl.
Seniorencadeau is een box met producten voor senioren
NAJAAR 2009
3
GEMEENTE DEN HAAG
FOCUS HAAGLANDEN
Wethouder Henk Kool maakt het ondernemers gemakkelijk
“Den Haag de MKB-vriendelijkste stad: dat gaan we zien!” In juni liet de Haagse wethouder Henk Kool, Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie, aan de gemeenteraad weten hoe Den Haag in 2010 de ‘meest vriendelijke stad van Nederland’ voor het MKB zal worden. In zijn notitie noemt hij verschillende maatregelen en geeft het belang aan van het MKB in de internationale stad van vrede en recht.
14
Tekst: Casper Gijzen, gemeente Den Haag Fotografie: Peter van Oosterhout
D
e meest MKB-vriendelijke stad van Nederland, vanwaar die ambitie? Liggen de sterke punten van Den Haag niet bij ambtenaren en internationale organisaties? “Den Haag is internationale stad van vrede en recht en die focus is prima. Waar het werkgelegenheid betreft levert die focus veel functies op voor hoog opgeleiden en voor expats, en ook voor lager opgeleiden. Ik denk dan aan internationale instituten die zoeken naar mensen in de catering, schoonmaak, horeca enzovoorts. Maar voor lager opgeleiden zijn we er dan nog niet, daar zijn meer banen nodig. Daarom steun ik het MKB, daar zit werkgelegenheid, op dit moment veertig procent.” “Jonge Hagenaars willen zelf onder nemen. Ze gaan liever zelfstandig aan het werk dan in loondienst. Je ziet dat in de creatieve sector. Den Haag heeft te lang te weinig oog voor ondernemers gehad. We zijn inmiddels een eind op weg om de meest MKB-vriendelijke stad te worden.” Hoe wordt de gemeente MKBvriendelijk? “We hebben daarvoor een heel actieprogramma. Eén van de maatregelen is het terugdringen van de regelgeving en administratieve lasten met 25 procent. We hebben een eerste stap gezet, die dertien procent vermindering opleverde. Nu ben ik met de collegawethouders bezig om van bovenaf de regels en vergunningen te verminderen. Het MKB helpt ons daarbij. Het is taaie materie, maar we gaan het redden. Den Haag doet daar landelijk gezien goed mee. Minder vergunningen afgeven, betekent minder inkomsten uit leges. Het gaat de gemeente dus geld kosten, maar dat
volgende stap: deze kleine bedrijfjes groeien en wellicht willen ze naar een ruimte in een bedrijfsverzamelgebouw. Daarvan hebben we er nu ruim vijftig, succesvolle en minder succesvolle. De Caballerofabriek in de Binckhorst is een succesvol schoolvoorbeeld. Designen ontwerpbedrijven zitten daar bij elkaar en dat geeft een enorme kruisbestuiving. De volgende stap is dan de zelfstandige vestiging. Dat betekent dat de gemeente moet zorgen dat er goede bedrijventerreinen en winkelgebieden zijn met dito infrastructuur.” Werk moet ook terug naar de kracht wijken? “Dat ga ik proberen. Bij de stadsvernieuwing in de jaren zestig en zeventig zijn bedrijven juist uit de wijk geplaatst. Ik wil dat om twee redenen weer terug halen. Uit onderzoek blijkt: hoe lager de opleiding, hoe lager de mobiliteit van mensen. Mensen met een lage opleiding gaan niet ver buiten hun buurt zoeken naar werk. Ook is het goed om een ondernemende sfeer te creëren in die wijken. Dat komt de leefbaarheid ten goede. Mijn motto is: zien werken, doet werken. Natuurlijk moet er geen autosloopbedrijf komen middenin een woonwijk, maar bijvoorbeeld wel ict-bedrijfjes en ook bedrijfsverzamelgebouwen.”
Wethouder Henk Kool
mag. Het is nodig om het ondernemers gemakkelijker te maken.” Den Haag doet ook mee aan een proef van het ministerie van Economische Zaken voor invoering van zogenaamde bedrijfsinvesteringszones, de BIZ. “Ondernemers van een winkelgebied of bedrijventerrein krijgen daarin de ruimte om eigen plannen te ontwikkelen én uit te voeren. Ik roep ondernemers op hieraan mee te doen en ik hoop dat Den Haag als eerste gemeente een BIZ heeft.” “Den Haag wil ondernemers veel facili-
teiten bieden. In Den Haag zijn veel ZZPers, die thuis werken. Thuiswerken is niet altijd effectief. Ik ben bezig ondernemershuizen op te richten, om te beginnen in Mariahoeve en de Schilderswijk. Kleine ondernemers kunnen in een professionele omgeving werken en klanten ontvangen. Ze komen andere bedrijven tegen en er ontstaan mogelijkheden voor business-to-business. Er is een gemeentelijk loket, informatie van de Kamer van Koophandel, er worden cursussen gegeven enzovoort. Dan kom je bij de
En toen kwam de crisis. In hoeverre tempert die de gemeentelijke ambities? “We beginnen de klap nu ook te voelen. We hebben als gemeente een pakket aan maatregelen getroffen van 94 miljoen euro. Een deel daarvan bestaat uit het naar voren halen van investeringen die op de rol stonden, een deel komt van overschotten die we nu direct inzetten op projecten rond bijvoorbeeld infrastructuur en straatverlichting.” Hoe ziet u de regionale samenwerking? “Economie houdt niet op bij stadsgrenzen. Je moet regionaal denken. Ook al omdat Europese subsidies niet voor steden maar voor regio’s bedoeld zijn. In regionaal verband denken, dat doen we in het Stadsgewest Haaglanden. Den Haag en Rijswijk hebben daar al een eerste stap toe gezet. We willen de
Plaspoelpolder herstructuren en revita liseren, dan moet je samen kijken hoe je de schaarse ruimte gebruikt om de juiste bedrijven op de juiste plaats te krijgen.” De samenwerking in de regio is ondanks de crisis goed? “Men denkt vaak: ‘het hemd is nader dan de rok. Als er een mooi bedrijf langskomt, zal Den Haag wel proberen dat in te pikken ten koste van Zoetermeer of Delft’. Maar ik wil echt regionale afspraken maken over waar je wat clustert. De randgemeenten weten wel dat alles rond vrede en recht in Den Haag moet, maar je moet ook kennisbedrijven eens kunnen gunnen aan Delft. In Rijswijk is het Shell-laboratorium gevestigd, met toch zo’n achtduizend werknemers. Als er dan een andere oliemaatschappij komt die ook een laboratorium wil, doe dat dan ook daar. Ik ervaar dat er begrip is voor elkaars posities. Ik vind dat het echt wel goed gaat.”
Even terugkomend op het MKBactieplan: wat is het doel ervan? “Ik stimuleer de ondernemers. Als het daar goed gaat, gaat het ook goed met de mensen die daar werken. En als het met hen goed gaat, dan merkt de stad dat ook. Bovendien hoeven dan ook minder mensen terug te vallen op een bijstandsuitkering, en dat vind ik weer belangrijk als wethouder Sociale Zaken.” “Gezamenlijk organiseren we op 22 en 23 september een enorm evenement op het Plein, het OndernemersPlein. Overdag manifestaties en workshops in verschillende locaties aan het Plein, zoals de Tweede Kamer, Sociëteit De Witte, maar ook in de kroeg bij Plein 19. En aan het einde een groot feest op het Plein, voor ondernemers, bedrijven, Kamer van Koophandel enzovoort. Dat iedereen mee wil doen, zie ik als de kroon op mijn beleid. Voor mij wordt dáár gevierd dat we de MKBvriendelijkste stad zijn.”
15
MKB-vriendelijke stad De gemeente Den Haag heeft in de afgelopen vier jaar tal van maatregelen genomen om MKB-vriendelijkste stad te worden. Ruwweg zijn ze onder te verdelen in twee categorieën: maatregelen die het ondernemersklimaat moeten verbeteren en maatregelen die de dienstverlening aan individuele ondernemers moeten bevorderen. Verbetering ondernemersklimaat • Beschikbaarheid kantoor- en bedrijfsruimte voor grote en kleine ondernemers, van kleine units; • In winkelstraten tot aan grote ruimte op bedrijventerreinen van de hoogste kwaliteit; • Stimuleren en ondersteunen van starters; • Bevordering netwerken, clustervorming en veiligheid. Verbetering dienstverlening aan individuele ondernemers: • Drie uitgangspunten: duidelijkheid, één loket en meedenken; • Vermindering regelgeving (bestrijding Red Tape); • Digitalisering informatie en vergunningaanvragen; • Bundeling dienstverlening; • Oprichten ondernemershuizen in de wijken. Veel punten worden in 2010 gerealiseerd, zoals: opening van ondernemershuizen, aanpak van winkelstraten, start Bedrijfsinvesteringszones (BIZ), renovatie verschillende bedrijventerreinen, uitkomst bestrijding Red Tape.
NAJAAR 2009
3
actorion communicatie
IN THE PICTURE
Het college van Westland telt vijf wethouders. Arne Weverling is sinds begin dit jaar één van hen namens Gemeenten Belang Westland. Hij verkocht zijn eigen bedrijf en volgde Maarten van der Zwan in het college op. Hij is verantwoordelijk voor onder meer cultuur, openbare ruimte, ICT, kust, milieu en het nieuwe gemeentehuis.
FOCUS HAAGLANDEN
“Krachtenbundeling is de crux” De knelpunten op de Haaglandse arbeidsmarkt – vooral door toedoen van de kredietcrisis en de daaropvolgende economische recessie – zijn het beste
Arne Weverling
te bestrijden door samenwerking. Alle betrokken instanties moeten dus de handen ineenslaan. Dat lijkt een open deur, maar de praktijk is complex en weerbarstig. De situatie noopt nu tot nadere actie.
Tekst: Chris Veenemans Fotografie: RPA Haaglanden
16
W
at is uw indruk van het wethouderschap in Westland tot nu toe? “Het openbaar bestuur is een dynamische en boeiende wereld. Ik heb tot nu toe nog geen saaie dag gehad. Daar krijg je de kans ook niet voor met een portefeuille waar onder meer openbare ruimte, cultuur, milieu, ICT en kust onder vallen. Ik kan goed merken dat de gemeente Westland inmiddels ruim vijf jaar bestaat, want het gaat steeds beter functioneren. Al blijft er natuurlijk nog veel te wensen over, zoals een centrale huisvesting voor college, raad en personeel.” Wat zijn uw ambities als bestuurder? “Begin dit jaar heb ik een grote stap gezet door mijn bedrijf te verkopen en als wethouder aan de slag te gaan. Met daarbij de wetenschap dat er volgend jaar weer gemeenteraadsverkiezingen zijn. Het zal duidelijk zijn dat het mijn ambitie is om zeker nog een bestuurs periode door te gaan. Maar laten we eerst maar de verkiezingen afwachten.” Voor uw benoeming tot wethouder had u uw eigen communicatiebureau. “Klopt, als directeur/eigenaar van communicatiebureau Arling ben ik bijna vijftien jaar lang actief geweest op het terrein van communicatie, audiovisuele producties en evenementenorganisatie. Daarnaast trad ik veel op als dagvoor zitter en discussieleider. Gelukkig heb ik het bureau aan iemand over kunnen doen die het nu met succes voortzet.”
D
Een flinke ommekeer in uw carrière of een logische stap? “Mensen die mij goed kennen zien dit als een logische stap. Ik heb naast mijn gewone werk altijd veel bestuurswerk gedaan en heb het fusieproces naar de gemeente Westland op de voet gevolgd, ook als gespreksleider bij discussieavonden over dit onderwerp. Als je daarnaast ook nog graag zaken in gang wil zetten, dan is de overgang naar het openbaar bestuur niet zo onlogisch.” Kan Haaglanden gezamenlijk meer doen om ondernemerschap te stimuleren en hoe kijkt u met uw achtergrond als ondernemer aan tegen het ondernemersklimaat hier? “Voor mij is deregulering nog steeds het toverwoord. Voor veel gemeenten blijft het lastig om procedures te vereenvoudigen of regels af te schaffen. Toch is het cruciaal voor een goed ondernemersklimaat. In Westland werken we er hard aan, onder meer door flink in te zetten op elektronische dienstverlening en door het vereenvoudigen van allerlei regels. Als het over het stimuleren van ondernemerschap gaat, hoef ik maar op twee Westlandse voorbeelden te wijzen: Rob Baan van Koppert Cress als winnaar van de Ondernemersprijs Haaglanden en Meiny Prins van Priva als Zakenvrouw van het Jaar. Dat zijn topondernemers die model staan voor de Westlandse ondernemersmentaliteit. Ik hoop dat zij een inspiratie zijn voor alle ondernemers in Haaglanden.”
Wat zijn de uitdagingen voor de komende periode op het gebied van cultuur? “De gemeenteraad heeft dit voorjaar de kadernota Kunst en Cultuur vastgesteld. Dat is een prima basis om het cultuurbeleid in Westland verder te ontwikkelen. Er gebeurt hier al heel wat op cultuurgebied. Veel beeldende kunst in de openbare ruimte, tientallen koren en muziekverenigingen, de communityopera's van DarioFo, actieve bibliotheken, WestlandTheater De Naald, maar het kan nog veel gevarieerder en er kan nog meer worden samengewerkt. Daarom is er nu ook een Cultureel Platform Westland. Het is voor mij een grote bestuurlijke uitdaging om samen met alle partners het culturele klimaat in Westland naar een hoger niveau te brengen.” Wat is uw favoriete plek in Haaglanden? “Chauvinistisch als ik ben kies ik natuurlijk voor het strand van West land. Een prachtige, acht kilometer lange kust, die er door de kustversterking alleen maar mooier op wordt. Sinds vorig jaar staan we in de top drie van de schoonste stranden van Nederland.” Welk boek ligt er op uw nachtkastje? “Op dit moment liggen er zelfs drie! De biografie van Gerrit Zalm, een solide en deskundig bestuurder, het boek ‘Open en onbevangen’, dat gaat over de noodzaak van politieke vrijzinnigheid en ‘De prooi’, over de ondergang van ABN Amro.”
eze opvatting is nadrukkelijk die van Maria Croonen, directeur van het Regionaal Platform Arbeids marktbeleid (RPA) Haaglanden. Enkele succesvolle ervaringen sterken haar hierin. Om deze verder uit te breiden, hield het RPA op 21 september een Werktop. Sprekers: minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZ&W), de Haagse wethouder Kool met deze portefeuille en de ondernemer Van Dorp (installatiebedrijf). Aan de vooravond licht Maria Croonen de achtergrond van de Werktop toe. “De regionale werkloosheidsproblematiek vormt de basis van onze inspanningen. We hebben goede ervaringen opgedaan bij de vorige werktop in 2006. We richten ons nu specifiek op de Haaglandse werkgevers. Zij moeten denk ik meer het gevoel krijgen dat zij een cruciale rol kunnen vervullen in het oplossen van de problemen. We moeten met z’n allen bijvoorbeeld zien de werkloosheid onder de jongeren te voorkomen. Dus ook in onze regio aansluiten bij het landelijke beleid om mensen langer in het onderwijs te houden. Dat is voor de nabije toekomst van groot economisch belang. Immers, gebeurt dat niet en trekt de arbeidsmarkt weer aan, dan zijn die groepen onvoldoende toegerust om aan de vraag van werkgevers te voldoen. Tel daar de vergrijzing - dus de toename van het aantal pensioneringen - bij op, en ook de ontgroening - er komen minder jongeren van school - en je hebt een groot kwantitatief en kwalitatief probleem.” Welbegrepen eigenbelang Croonen geeft daarmee aan dat de werkgevers ook vanuit welbegrepen eigen belang actief zouden moeten meedoen
17 met overheden en onderwijsinstel lingen. Wat voor een grote groep jongeren bijvoorbeeld essentieel is, zijn leerwerkplaatsen. “Deze bieden de mogelijkheden voor die jongeren om zich werkenderweg voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Bovendien sluit dit naadloos aan op het motto van het overheidsbeleid: ‘elke jongere tot achttien jaar oud gaat of naar school of naar het werk’. Het is nu zelfs de bedoeling dat uit te breiden tot 27 jaar. Het is duidelijk dat we daar de werkgevers nadrukkelijk bij nodig hebben!” Het RPA wil op dit punt aansluiten bij de expertise van het Colo (samenwerkende kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven) en daarmee in de Haaglandse regio gericht op zoek gaan naar de juiste mensen om de problematiek gezamenlijk te tackelen. “Want”,
vindt Maria Croonen, “krachtenbundeling is de crux bij het vinden van de juiste, effectieve oplossingen.”
Maria Croonen, directeur RPA Haaglanden
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden Het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden bestaat sinds 2001 toen de Sociale Zekerheid in ons land werd geherstructureerd. Het platform is een bestuurlijke bundeling van regionale overheden, organisaties van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen in Haaglanden. De missie: ‘streven naar een optimale afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden’. Taken zijn daarom: partijen bij elkaar brengen die een rol spelen op de arbeidsmarkt; verzamelen, uitwisselen, analyseren en publiceren van arbeidsmarktgegevens; initiëren, stimuleren en monitoren van knelpuntoplossende projecten; bevorderen van regionale afstemming van gemeentelijk beleid. Thema’s die het RPA behartigt: arbeidsmarktinformatie (www.regiometer.nl), aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt, regionale samenwerking en afstemming tussen de ‘ketenpartners’. Dit laatste, waarbij alle hoofden Sociale Zaken van gemeenten en UWV-Werkbedrijf nauw samenwerken, leidt tot versterkte regionale samenwerking. Doel: stroomlijning van alle aspecten rond het oplossen van de werkloosheidsproblematiek (uitkeringen, re-integratie, arbeidsbemiddeling e.d.).
NAJAAR 2009
3
FOCUS HAAGLANDEN
VRH
Brandweer Haaglanden leidt manschappen regionaal op
De enige echt realistische oefening is de praktijk Opleiden met het oog op de praktijk
De korpsen in de regio Haaglanden gaan binnenkort op in Brandweer Haaglanden. Het opleiden en oefenen is al geregionaliseerd. De eerste 72 regionaal opgeleide professionals voor het Korps Haaglanden hebben inmiddels hun diploma. Ze liepen stage bij diverse korpsen en werden getraind op regiospecifieke kennis en vaardigheden.
18
Tekst: Hans Oerlemans i.o. Veiligheidsregio Haaglanden Fotografie: Ed Blok, Marissa Riemens
D
e samenvoeging van de regionale korpsen is pas op 1 januari 2010 een feit. Naast Opleiden & Oefenen zijn een aantal operationele functies zoals de gezamenlijke meldkamer en de onderdelen Aankoop & Beheer al eerder op regionale schaal gebracht. Overigens kennen de vrijwillige korpsen in Haaglanden al langer regionale opleidingstrajecten. De beroepskorpsen begonnen in 2007 met het regionaal werven, selecteren en opleiden van personeel. Sinds 1 januari 2009 is ook de regionale afdeling Vakbekwaamheid operationeel. “De integratie was relatief eenvoudig”, vertelt Ron van der Harst, hoofd Opleidingen van (nu nog) Brandweer Den Haag. “Alle korpsen hanteren dezelfde landelijke opleidingsstructuur en minimum functie-eisen. Daarnaast zijn er lokaal bijzondere situaties die eisen stellen aan de opleiding. Zo hebben we in Den Haag te maken met een zeehaven. Duiken in zout water vereist speciale voorzorgen. Daar besteed je aandacht aan tijdens de opleiding en bijscholing. Alle brandweerduikers in Haaglanden moeten straks hiermee bekend zijn. En zo zijn er meer regio specifieke aspecten. Elke bij het Korps Haaglanden opgeleide brandweerman of -vrouw dient in beginsel overal in de regio inzetbaar te zijn.” Leven Lang Leren De regionale afdeling Vakbekwaamheid gaat voor het hele korps uitvoering geven aan een geïntegreerde cyclus van selecteren, opleiden, oefenen en bijscholen. Een dynamische cyclus die onder invloed staat van nieuwe technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Functie-eisen veranderen continu,
Ron van der Harst (l), hoofd opleidingen Brandweer Den Haag, en Lex Vroling, beleidsmedewerker Opleiden en Oefenen Veiligheidsregio Haaglanden
wat gevolgen heeft voor opleiding en nascholing. Op deze manier geeft de brandweer inhoud aan het concept Leven Lang Leren, dat sterk door het huidig kabinet wordt bepleit. “De regionalisering heeft een aantal onvermijdelijke voordelen”, zegt Van der Harst. “Het is efficiënter om centraal nieuwe leergangen te ontwikkelen en personeel op te leiden dan wanneer korpsen dat elk afzonderlijk doen. Bovendien kunnen we door de schaalgrootte meer investeren in de kwaliteit van opleidingen. Daarnaast biedt een grotere organisatie meer carrièrekansen, waardoor het Korps Haaglanden een aantrekkelijker werkgever gaat worden. Per saldo draagt dit bij aan een blijvend hoge kwaliteit van de brandweerzorg in Haaglanden.”
Beter kort dan lang oefenen Naast opleiden is ook oefenen essen tieel om de vakbekwaamheid op peil te houden. Iedereen van hoog tot laag wordt op de proef gesteld tijdens bestuurlijke en operationele oefeningen. Maar rampen houden zich niet aan rampenscenario’s. Een oefening is dan ook geen generale repetitie. “De enige echt realistische oefening is de praktijk”, zegt Lex Vroling, beleidsmedewerker Opleiden en Oefenen bij de Veiligheidsregio Haaglanden. “Wel kunnen we tijdens oefeningen allerlei mogelijke variaties aan incidenten voorleggen. Daarmee krijgen operationele manschappen en bestuurders de kans om hun repertoire aan reacties uit te breiden. Het is hier van belang dat in de gegeven omstandigheden de beste keuze gemaakt wordt, op basis van de beschik-
bare informatie. Een oefening is pas echt leerzaam als er dingen gebeuren die buiten de geijkte kaders vallen. We proberen dilemma’s te creëren waarbij het aankomt op flexibiliteit en improvisatietalent. Men wordt uitgedaagd om zelf keuzes te maken.” De nieuwe afdeling Vakbekwaamheid wil sterk klantgericht werken: manschappen en bestuurders kunnen zelf aangeven op welke aspecten ze willen oefenen. De praktijk leert dat een korte doelgerichte operatie meer oplevert dan een vier uur durend scenario met de inzet van veel mensen en materieel. Tijdens zo’n langdurige oefening gebeurt er te veel om nog gericht feedback te kunnen geven. Soms worden er bewust valkuilen in de oefeningen ingebouwd, stelt Vroling. “Door bij het beleidsteam een ingewikkelde operationele actie op tafel te leggen, kun je scherp de rol van bestuur-
Zoek de verschillen tussen de (vroegere) opleidingen Manschappen 1, Brandwacht 1e klas en Hoofdbrandwacht. Aangezien ze voor nagenoeg dezelfde functies opleidden, waren er nauwelijks verschillen. Het gevolg was dat medewerkers bij de bevordering naar een hogere rang gedeeltelijk weer dezelfde opleiding kregen aangeboden. Om hier een eind aan te maken, is landelijk besloten voortaan functiegericht op te leiden (Besluit Kwaliteit brandweerpersoneel). Het nieuwe landelijke Functiehuis Brandweer geeft een beschrijving van alle functies en de vereiste competenties. In de opleidingen ligt de nadruk voortaan op het verwerven van de nodige vak bekwaamheid voor een bepaalde functie en bij het oefenen gaat het erom die vakbekwaamheid op peil te houden. Brandweer Haaglanden ontwikkelt in lijn met het landelijke besluit nieuwe opleidingen, bijvoorbeeld de functionele leergang Manschappen A voor de bemanning van een tankautospuit. Hierin is veel ruimte voor leerwerkstages om in de praktijk competenties te toetsen zoals teamwork, stressbestendigheid en fysiek en mentaal uithoudingsvermogen.
ders in de eerste fase van een ramp in beeld brengen. Een enkele keer zie je dan dat een bestuurder op detailniveau gaat meedenken over de hulpverlening en bijvoorbeeld besluiten neemt over de ziekenhuizen waar slachtoffers naar toe moeten. Maar is dat de taak van bestuurders? Daar zijn goed opgeleide professionals voor die weten wat hen te doen staat. Het beleidsteam moet meer
Een oefening voor een ongeval met gevaarlijke stoffen op het terrein van transportbedrijf Van der Lee B.V. in Delft
19
de grote lijnen in de gaten houden en vooruit denken over de periode na de eerste chaosfase. Hoe krijgen we de situatie ter plekke zo snel mogelijk op een beheersbaar niveau? Hoe vangen we de gevolgen van de ramp voor de rest van de samenleving op?” Openheid versus tunnelvisie Vroling benadrukt dat bestuurders ook deskundige adviseurs nodig hebben. Die moeten in alle openheid hun professionele mening kunnen geven. “Een team van alleen maar jaknikkers is funest, dan ontstaat al snel een tunnelvisie terwijl de werkelijkheid buiten er misschien heel anders uitziet. Zulke zaken komen haarscherp aan het licht tijdens oefeningen. Wat goed is gegaan, hoef je de volgende keer in principe niet opnieuw te oefenen. Uit analyses achteraf moet blijken wat fout liep of beter kan. Dat is dan een thema voor de volgende oefening.” Die openheid is ook belangrijk bij het oefenen. “We zijn bij de brandweer bij oefeningen wel gewend om kritisch te reflecteren op het eigen handelen en dat van collega’s. Alleen als die openheid er is, kun je iets leren van ervaringen. Vervolgens is het zaak conclusies te trekken en zo nodig procedures en protocollen aan te passen. Pas dan is de oefencyclus rond.”
NAJAAR 2009
3
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Voorzitter Roel van der Beek: “Niet zomaar een wedstrijd waar je even aan meedoet”
OndernemersPrijs Haaglanden als toegevoegde waarde voor klanten De OndernemersPrijs Haaglanden (OPH) wordt
Uitgeverij Thoen
dit jaar voor de veertiende keer gehouden. De
Uitgeverij Thoen uit het Westland, van onder meer het huis-aan-huisblad Het Hele Westland, won in 2006 de titel ‘Ondernemer van het Jaar’. Voor directeur Paul Thoen was het een logische stap om zich voor de OndernemersPrijs aan te melden. “Ons bedrijf richt zich op kwaliteit. In de krantenwereld is sinds kort een prijzenoorlog aan de gang. Die wedstrijd lijken we niet te winnen, dus richten we ons op kwaliteit. De beste service, de beste kleur etc. Deelnemen paste in dat kader.”
jaarlijkse prestigieuze stimuleringsprijs begon als een kleine prijs en is inmiddels uitgegroeid
20
tot een begrip in de regio Haaglanden. In
21
november wordt bekend gemaakt wie zich in Voor Paul Thoen vormde het winnen van de titel ook een bevestiging dat ze goed bezig waren. “Dat geldt voor de verkoop, strategie, visie, personeelsbeleid, op financieel gebied en maatschappelijk ondernemen. Het is een heel complex gebeuren waar de jury naar kijkt.” De krant is natuurlijk een goed middel om het winnen van de titel kenbaar te maken. Dat heeft Thoen dan ook uitgebreid gedaan in zijn bladen. “We hebben feest gevierd in de krant. Ons personeel was bij de uitreiking en na afloop hebben we nog verder door gefeest met een borrel. De dag erna had ik een huis vol relaties. Als je als ondernemer roept dat je succesvol bent, dan wordt dat al snel als arrogant gezien. Maar heb je ook die titel als tastbaar bewijs, dan is het eigenlijk gelegitimeerd om je succes kenbaar te maken.” Het winnen van de titel heeft Thoen veel positieve reclame opgeleverd. “Je hebt aanzien gekregen, vooral bij de lokale overheid is dat te merken. Al die positieve reclame en publiciteit is goed voor je imago.”
2010 ‘Ondernemer van het Jaar’ mag noemen.
Tekst: Brigitte Beeks, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
V
oorzitter van de Stichting OndernemersPrijs Haaglanden, Roel van der Beek: “Doel van de OndernemersPrijs is nog altijd om studenten van de Haagse Hogeschool (HHS) in contact te brengen met het Haaglandse bedrijfsleven. De prijs zelf dient als beloning voor goed ondernemersschap. De studenten van de HHS leveren een belangrijke bijdrage aan de juryrapportage. Op basis van deze rapportage, samengesteld door expertteams kiest de jury de genomineerden. Die jury bestaat uit verschillende personen. In ieder geval de winnaar van de vorige editie, maar ook bestuurders en directeuren van verschillende soorten bedrijven en instellingen. “Dit zijn toonaangevende mensen. Bram Meijer bijvoorbeeld, regiobestuurder van het Stadsgewest en wethouder bij de gemeente Westland, maar ook de voorzitter van MKB Zuid-Holland en de voorzitter van het college van de raad van bestuur van de Haagse Hogeschool”, aldus Van der Beek. Het is volgens Van der Beek niet zomaar een wedstrijd waar je even aan mee doet. “Je moet er echt voor gaan als je je opgeeft. Want je wordt redelijk doorgezaagd en je moet aan veel kwaliteitseisen voldoen. Eenmaal toegelaten tot de wedstrijd, begint de echte competitie. Dan wil je gewoon winnen, dat merk ik
www.hethelewestland.nl
V.l.n.r. Paul Thoen (winnaar 2006), Roel van der Beek (voorzitter), Tobias Walraven (winnaar 2007), Pim Breebaart (jurylid), Hein Vergeer (presentator)
Teesing B.V. Teesing B.V., een leverancier van pijpverbindingen, afsluiters, buizen en sys temen voor pneumatiek, hydrauliek, instrumentatie en mediumtransport, won in 2005 de Ondernemersprijs Haaglanden. Directeur Huub Teesing: “We zijn door de organisatie gepolst of we geen interesse hadden om mee te doen. Ze zeiden tegen ons: ‘Dit is een interessante prijs voor jullie waar Teesing goed in uit zou kunnen komen.’ We hebben toen een aantal dagen uitgetrokken om die formulieren in te vullen: veel cijferwerk dat je ook goed moet onderbouwen. Dat moet je wel met een serieuze toon benaderen.” Uiteindelijk won Teesing B.V. de prijs. Dat leverde natuurlijk mooie publiciteit op. Maar vooral intern had het voor het bedrijf een enorme impact. “Voor de medewerkers is het winnen van zo’n titel een enorme stimulans. Zij zagen het ook als een uitdaging om zich goed voor die prijs in te zetten en nu kregen ze de bevestiging en wilden ze nog beter hun best gaan doen. Daarnaast zijn ze trots: je werkt toch maar voor dit bedrijf.” www.teesing.com
bij alle ondernemers. Ondernemen is topsport. Je wilt die trofee in je prijzenkast hebben staan. Ondernemers zijn al hartstikke trots als ze mee mogen doen. Ik ken ondernemers die zelfs de nominatie in hun bedrijf ophangen.” Dat enthousiasme doet Van der Beek ieder jaar weer goed. “De deelnemers hebben er lol in. Maar ook de participanten en de organisatie is enthousiast, tijdens de wedstrijd, en daarna. Dat de prijswinnaars er echt iets aan gehad hebben, is bemoedigend. Zij treden als ambassadeur voor onze stichting op. Het winnen van zo’n prijs geeft ook een toegevoegde waarde voor je klanten. Een bevestiging van de relatie die je met hen aangaat.” Recessie Dit jaar hebben minder bedrijven zich ingeschreven voor de prijs. Van der Beek wijdt dit deels aan de krediet
crisis: “Dat speelt toch mee. Je richt je in economische mindere tijden toch eerst op je bedrijf en je bedrijfsvoering. Dan is deelnamen aan de OPH wellicht een tweede keuze. Begrijpelijk.” Aan de andere kant denkt Van der Beek dat deelname toch een stimulans voor het ondernemersklimaat is. “Er zijn ook ondernemers die willen opvallen. ‘Nu gaan we ervoor’. Die ondernemers hebben een voorbeeldfunctie. Het kan anderen aanmoedigen om hun zaken voor volgend jaar op orde te hebben.” Ook in Haaglanden is volgens Van der Beek de recessie goed te merken. “Het wijkt niet af van het landelijke beeld. Wij doen het hier niet beter of slechter. Je merkt dat bedrijven voorzichtiger zijn. Ze kiezen voor boter bij de vis en willen eerst geld zien. Als er een deal wordt gesloten, wordt er steeds vaker vooraf geld gevraagd. Want er wordt natuurlijk beter getoetst op kredietwaardigheid. Ondernemers sturen nu alleen
maar aan op liquiditeit om er maar voor te zorgen dat de business doorgaat. Dat geeft wat spanning, maar zo houden we elkaar scherp.” Sinds vorig jaar houdt de OPH haar finale samen met de Baby Tycoon Award, de stimuleringsprijs voor startende ondernemers. “Daar zijn we een samenwerkingsverband mee aangegaan. De gezamenlijke finale-avond is een ideale gelegenheid voor een netwerkverbinding tussen startende en bestaande ondernemers.” Roel van der Beek nodigt een ieder uit om naar de feestelijke uitreiking te komen, op 10 november aanstaande bij de winnaar van de OPH 2009: Koppert Cress te Monster. Aanmelden? Ga naar: www.ondernemersprijs-haaglanden.nl
NAJAAR 2009
3
FOCUS HAAGLANDEN
KENNISALLIANTIE
Ondernemers naar de markt met kennis uit hoger onderwijs
Kennisalliantie en Syntens slaan brug tussen MKB en hoger onderwijs Het project Kennisbruggen loopt sinds februari, maar werpt nu al zijn vruchten af. Het project zal de komende vier jaar de samenwerking tussen MKBbedrijven en kennisinstellingen in de provincie Zuid-Holland stimuleren. Het project is opgezet door de Kennisalliantie, netwerk voor kennis, innovatie en ondernemerschap, en Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers.
22
De Bikealong, proto design. Steek dit verbindingsstuk bij je als je een fietstochtje maakt met je kind. Als het moe wordt, koppel je het kinderfietsje met de Bikealong makkelijk en snel aan de moeder- of vaderfiets. Mede mogelijk gemaakt met de Kennisgift.
Tekst: Laura van Dijk Fotografie: Menno Janssen, Janssen & De Kievith Fotografie
“D
naar de Kennismatch. In deze tijd zien we dat bedrijven veel marketingvragen hebben. Hoe brengen we onze producten op een goede manier op de markt? Of: ik zie een kans voor een product, maar is daar wel genoeg markt voor?”
e ‘Kennisgifts’, een van de instrumenten van het project Kennisbruggen, vliegen bij wijze van spreken als warme broodjes over de toonbank. Dat is geen gek resultaat gemeten vanaf de start van ons project Kennisbruggen in februari”, vertelt Joris van Goudoever, Project Developer bij de Kennisalliantie. Van Goudoever beschrijft Kennis bruggen als een doorstart van een reeds succesvol gebleken wijze om verbindingen te leggen tussen kennis instellingen, hogescholen en universiteiten, en het MKB. “Kennisbruggen wil op grotere schaal en met aanvullende instrumenten hierop voortborduren en ervoor zorgen dat het MKB uiteindelijk zelf in staat is om kennis te halen”, aldus Van Goudoever.
Eén van de vele bedrijven die gebruik heeft gemaakt van de Kennismatch, is Kwekerij Laguna uit Berkel en Rodenrijs. In plaats van trostomaten kweekt het bedrijf nu de tropische plant Medinilla Magnifica Pinatubo voor het grootwinkelbedrijf. Een verandering voor zowel het logistiek-technische systeem als de marketing en verkoop. Studenten van INHolland in Delft maakten een eerste aanzet voor een inspirerende marketingaanpak. Met een Kennisgift maakt het bedrijf samen met Sense Marketing & More een verdiepingsslag.
Innoveren Zuid-Holland kent veel innovatieve MKB-ondernemers. De provincie ZuidHolland vindt het belangrijk innovatie te blijven stimuleren. Kennisbruggen levert hier een bijdrage aan. Het is gericht op de MKB-ondernemer die bezig is met vernieuwing, maar het lastig vindt om de juiste kennis te vinden die nodig is om te innoveren en echt te kunnen groeien. Jolanda van Gemeren, innovatieadviseur bij Syntens, vertelt dat MKB-ondernemers het prettig vinden om externe partijen mee te laten denken in hun innovatieproces en daar ook veel meer voor open staan. “Als adviseur zien wij dat ondernemers zoekende zijn en plannen hebben, maar vaak net dat extra duwtje in de rug nodig hebben om de volgende stap te zetten.”
De Kennisgift is een instrument waar geen lange besluitvormingstrajecten voor nodig zijn. Heeft een ondernemer een vraag, dan wordt er gekeken welke partij hier een antwoord op kan geven. Vanwege deze laagdrempeligheid loopt de Kennisgift ontzettend hard. Een goed voorbeeld van een onderzoek betaald met een Kennisgift is het project van Kester2Wielers uit Wateringen. Zij zochten naar een manier om meerdere kinderen op een veilige manier te vervoeren op de fiets. Studenten van Industrieel Ontwerpen (TU Delft) ontwierpen de Bikealong, een verbindingsstuk waarmee je een kinderfietsje aan de moederfiets kunt koppelen. Met een Kennisgift heeft Crone Product Improvement het ontwerp geoptimaliseerd om de Bikealong ook tegen redelijke kosten te kunnen produceren.
Geen brug te ver voor de Kennisalliantie en Syntens. Joris van Goudoever, Project Developer bij de Kennisalliantie, en Jolanda van Gemeren (l), Innovatieadviseur bij Syntens, werken met elkaar samen voor het project Kennisbruggen.
Kennisbruggen richt zich specifiek op HBO- en WO-onderwijsinstellingen en die keuze is volgens Jolanda van Gemeren bewust gemaakt. “Wat we uit ervaring merken, is dat bedrijven vaak contact hebben met MBO-instellingen maar de drempel naar hoger onderwijs net te hoog vinden. Bedrijven hebben behoefte aan meer ondersteuning bij het vergroten van hun netwerk.”
Kennismatch groot succes Het project loopt nu een aantal maanden, tijd om de eerste balans op te maken. Hoe is de belangstelling voor de drie instrumenten die het project Kennisbruggen aanbiedt aan onder nemers en onderwijsinstellingen waarmee ze hun samenwerking vorm kunnen geven? Jolanda van Gemeren: “We zien dat er redelijk veel vraag is
Eerder, sneller, beter innoveren De Kennisalliantie en Syntens hopen dat met de hulp van het project Kennisbruggen bedrijven hun innovaties eerder, sneller en beter kunnen door voeren. Door de inzet van meerdere partijen wordt ook het samenwerkend vermogen van bedrijven versterkt. “Daarnaast is het ook zo dat ZuidHolland een kennisintensieve provincie is en op goud zit met drie universiteiten en talloze hogescholen. Daar kun je gebruik van maken, veel meer dan nu al gebeurt”, aldus Joris van Goudoever.
23
De tropische plant Medinilla Magnifica Pinatubo van Kwekerij Laguna met de bloemen nog in de knop. De kwekerij heeft gebruik gemaakt van de Kennismatch.
Kennisbruggen Bedrijven staan voor uitdagingen en afstuderende studenten en professionals hebben de kennis om deze te helpen op te lossen. Kennisbruggen stimuleert de uitwisseling van kennis vanuit kennisinstellingen (HBO/WO) en het MKB. Het Project Kennisbruggen maakt hiervoor gebruik van drie instrumenten: de Kennisgift, Kennismatches en Innovation Officers. Kennisgift Met de Kennisgift wordt een brug geslagen tussen de vraag van de MKBondernemer naar kennis en het kennisaanbod van de onderwijsinstellingen. De Kennisgift is een financiële tegemoetkoming die het voor een onderneming mogelijk maakt om extern kennis in te kopen. Kennismatch Met de Kennismatch voeren studenten op HBO- en WO-niveau afstudeer opdrachten uit waarmee ze MKB-ondernemers bij hun innovatieve projecten kunnen ondersteunen. Innovation Officer Met een Innovation Officer kan een pas afgestudeerde (HBO/WO) zorgdragen voor het implementeren van het innovatieproject. Meer informatie over Kennisbruggen is te vinden op: www.kennisalliantie.nl of www.syntens.nl
NAJAAR 2009
3
“Troost je, je bent de enige niet”
actorion communicatie
P&O SERVICES GROEP 24
Movendus (P&O Services Groep) begeleidt bestuurders en topambtenaren
FOCUS HAAGLANDEN
Geen baan maar een manier van leven
P&O Services Groep (POSG) bestaat uit negen bedrijfsonderdelen, maar heeft één centrale missie: mensen in beweging brengen. POSG werkt voor de
Recessie, uitstroom van babyboomers: gemeenten moeten aan de bak om zichzelf als werkgever beter op de kaart te zetten. Vraag is alleen: hoe doe je
overheidssector in de breedte: ministeries, provincies en gemeenten, het onderwijs, de zorgsector en de zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s).
dat en wat is goede arbeidsmarktcommunicatie? En: is arbeidsmarktcommunicatie alléén wel voldoende? Tip: Koppel arbeidsmarktcommunicatie aan
Movendus is het onderdeel dat zich richt op topambtenaren en bestuurders.
citymarketing.
Tekst: Gemma Schoot Fotografie: René Verleg
Tekst: Geert Geujen Fotografie: Rens Plaschek
D
e totale Groep telt nu 65 consultants, maar begon klein, in 1998. Het was de tijd van de privatiseringsgolf bij de Rijksoverheid. De beide directieleden Jan Louvenberg en Frank Damen begonnen vanuit het toenmalige ministerie van LNV een eigen bureau voor HRM-advisering: P&O Services. “De privatisering bracht mensen in beweging en dat geldt nog steeds”, vertelt Louvenberg. “Maar wat betekent dat voor een op zekerheid ingestelde ambtenaar? Dan is behoud van ABP-pensioen en vergelijkbare arbeidsvoorwaarden een voorwaarde. Sinds 2002 bieden we ambtenaren en bestuurders het Mobiliteitsdienstverband bij POSG: ze volgen bij ons een loopbaantraject en zoeken van daaruit een andere baan. Het Mobiliteitsdienstverband is vaak voor bepaalde tijd; daarin zit het ondernemende voor de kandidaat.” Movendus Voor topambtenaren en bestuurders die een nieuwe werkkring zoeken of vast gelopen zijn in de huidige situatie, geldt een andere constructie. Zij worden door Movendus in Den Haag begeleid op basis van een overeenkomst tussen Movendus, de werkgever en de kandidaat. “Een niche in de markt”, vertelt Coert Arends van Movendus in Den Haag, “die we op dit moment met drie adviseurs bedienen. We hebben onze eigen ‘caseload’; toch kennen we de deelnemers allemaal persoonlijk.” Arends vertelt hoe de persoonlijke relatie centraal staat in hun begeleiding: “We vertellen ook ons eigen levens verhaal om te laten zien dat we geen ‘functionaris’ zijn, maar net als de deelnemers mensen van vlees en bloed.
De boodschap is: troost je, je bent de enige niet. Van daaruit groeit de vertrouwensband en beginnen deelnemers zich vrij te voelen om over zichzelf te praten. Het vak is nooit het probleem. Het gaat erom hoe je erin staat.” Hoe uniek ieder mens in zijn loopbaan ook is, er is volgens Arends wel een stramien te ontdekken. “Stel je voor: iemand start meteen na zijn studie als beleidsmedewerker op een ministerie. Hij houdt van de inhoud, een belangrijk ingrediënt van zijn betrokkenheid en loyaliteit. Vanaf dat moment gaan de volgende stappen vanzelf. Hij groeit inhoudelijk door, maar voor hij het weet, is hij ook aan het leidinggeven, waarin hij ook weer doorgroeit naar steeds hogere schalen. Tot hij in de top belandt. Daar wordt ook van je verwacht, dat je je als manager profileert. En dan begint het te wringen dat niemand, de persoon in kwestie incluis, zich ooit serieus heeft afgevraagd of hij die leidinggevende rol wel wíl. Er ontstaan subtiele wrijvingen, die nooit echt worden uitgesproken en nooit voldoende zijn voor een ‘dossier’. En bij de eerste de beste gelegenheid, zoals een reorganisatie, wordt hij boventallig verklaard en vrijgesteld. Op zo’n moment komt hij bij ons terecht. Begin vijftig, met het gevoel gefaald te hebben en onzeker over hoe het nu verder moet.” Competenties Movendus start de begeleiding met een reconstructie van het arbeidsverleden. “Dat levert een aardig inzicht op in de rol die de deelnemer zelf in het proces had. Bijvoorbeeld dat hij zich uit loyaliteit altijd heeft gevoegd naar de situatie, ten koste van zichzelf. Hij heeft
ook zijn competenties weer op een rij.” Dat is het moment om de deelnemer ‘naar buiten te brengen’: netwerken, een interim-opdracht uitvoeren. “Gaandeweg vindt hij werk dat past bij zijn ambities en bij de manier waarop hij in elkaar zit. Gemiddeld duurt het hele proces een jaar.” Het is mooi werk, vindt Arends. “Je ziet ze gaandeweg weer in hun kracht komen en dat is heel bevredigend.” www.posg.nl www.movendus.nl
D
e economische recessie doet zich voelen bij de overheid. Dat zal enige, al dan niet kortstondige, verlichting betekenen voor de gespannen arbeidsmarkt. De verwachte, massale uitstroom van de ‘babyboomers’ over vijf tot tien jaar blijft niettemin een structureel probleem. Veel gemeenten willen dit niet met lede ogen aanzien en het probleem proactief tackelen. Dat betekent meer aandacht voor HRM-instrumenten, maar ook voor vernieuwende vormen van arbeidsmarktcommunicatie. Een relatief nieuw concept is: koppel arbeidsmarktcommunicatie uitdrukkelijk aan city- en regiomarketing. Een belangrijk argument voor dit concept: de gemeentelijke organisatie als werkgever kan niet geïsoleerd worden beschouwd van de gemeente als woonplaats en van de regio als leverancier van voorzieningen. Althans, als men bij de functie ook mikt op sollicitanten van buiten de regio. Krapte en concurrentie De krapte op de arbeidsmarkt was en is nog steeds voelbaar. In de fysieke hoek wellicht meer dan in de zachte sector, maar goed personeel is nog steeds dun gezaaid. En op (middellange) termijn wordt het er niet beter op. Gemeenten in de Randstad kunnen de eigen regionale ‘kweek’ in vergelijking met het oosten en noorden van het land nog relatief gemakkelijk behouden, maar ook zij zullen zich op andere regio’s moeten richten. Althans, voor zover ze dat nog niet doen. Gemeenten vissen in dezelfde vijver. En dat verandert niet.
V.l.n.r.: Richard Oosterweghel, Coert Arends en Marie Jose van der Meij, drie consultants van Movendus
Zoveel mensen, zoveel wensen Met sommige functies mikken gemeenten vooral op de dynamische yuppen,
25 die het bruisende stadsleven voor geen goud willen missen. Maar er zijn ook mensen in een bepaalde levensfase, bijvoorbeeld gezinnen met jonge kinderen, die de grote steden liefst zouden mijden, op zoek naar ruimte. Leefruimte is er in de Randstad heus nog volop. Kortom, voor zover mensen niet willen forensen, maar in de plaats van hun werk willen wonen, kan de ‘gewenste manier van leven’ geassocieerd worden aan een bepaalde gemeente. En vormt daarmee een verkoopargument voor een vacature. De promotie van de stad, dorp of regio moet daarom hand in hand gaan met promotie van de lokale overheid als werkgever. Identiteit en imago Om dit concept verder uit te werken, moeten gemeenten nagaan welk beeld er bij henzelf en bij buitenstaanders bestaat van de gemeente als werkgever én als woonplaats. En of identiteit en imago goed op elkaar aansluiten. Dit levert waardevolle input op voor de media-uitingen waarmee lokale overheden zichzelf op de arbeidsmarkt willen presenteren. Ontvangergericht Een ander belangrijk kenmerk is het verschuiven van de aandacht in de media-uiting van de gemeentelijke aanbodkant (wat willen we verkopen) naar de vraagkant op de arbeidsmarkt (wat willen werknemers). Eerder ontwikkelde Actorion een systematiek, waarin het een vijftal ideaaltypische werknemers/ doelgroepen op een aantal kenmerken onderscheidt. Zoals huishoudsamenstelling, leeftijd, leefstijl, ambitie en mediaconsumptie. Bij het ontwerpen van de media-uitingen kijken de
Geert Geujen
gemeenten, die gebruik maken van die systematiek, niet meer alleen naar de aard van de functie. Zo gaan we ook uit van de kenmerken van de beoogde doelgroep(en). Of zoals een hoofd P&O van een middelgrote gemeente het stelde: “We hebben straks bij wijze van spreken geen baan in de aanbieding, maar een manier van leven. De consequentie van die benadering is, dat we arbeidsmarktcommunicatie en cityen regiomarketing veel sterker gaan integreren.” www.actorion.nl
NAJAAR 2009
3
actorion communicatie
FOCUS HAAGLANDEN
De mens centraal in Het Nieuwe Werken
Maatschappij 2.0 op komst, vooral in kennisintensief werk Het Nieuwe Werken (HNW) lijkt de nieuwste hype in organisatieland te zijn. Vooral op internet wemelt het van de websites en weblogs van toegewijde adviesbureaus, experts en bedrijven, en would be-goeroe’s; sommige houden er hele exposés over. Het is rijp en groen door elkaar. Is (HNW) bedoeld om de multitaskende Einstein-generatie te pleasen of is het verschijnsel van bredere betekenis?
26
Tekst: Gemma Schoot Illustratie: Huub Coenen
A
lleen al te oordelen aan de hoofd letters in de spelling van de term en in de afkorting tot HNW heeft het nieuwe werken als organisatiekundig verschijnsel nu reeds een gezaghebbende status verworven. Maar de visies en gedachten erover lopen nog erg uiteen. Een neutrale, serieus klinkende definitie is van Dik Bijl, die er in 2007 een boek over schreef: “‘Het nieuwe werken’ is een visie waarbij recente ontwikkelingen in de informatietechnologie als aanjager gelden voor een beter(e) inrichting en bestuur van het kenniswerk. Het gaat om vernieuwing van de fysieke werkplek(ken), de organisatiestructuur en -cultuur, de managementstijl en niet te vergeten de mentaliteit van de kenniswerker en zijn manager.” Vier pijlers Microsoft Nederland, dat het nieuwe hoofdkantoor op Schiphol en de organisatie zelf er helemaal op heeft ingericht, beschrijft HNW aan de hand van de vier pijlers: technologie (interactieve internettechnologie), inspiratie (voor de medewerker om het beste uit zichzelf te halen), organisatie (flexibiliteit, zelfsturing) en cultuur (omslag van eenrichtingsverkeer naar dialoog, van delegeren naar coachen, van werk-óf-privé naar werk-én-privé). Arjan Hooiveld, initiatiefnemer van Werken20.nl, noemt acht invalshoeken. De eerste is de technologische, of wel de afgelopen jaren razendsnel groeiende, interactieve ict-mogelijkheden die HNW mogelijk maken (hoewel er al sinds de jaren tachtig mee wordt gepionierd). Als laatste noemt hij de finan ciële invalshoek: de kostenreductie. In weerwil van wat managers graag zou-
‘Tweepuntnullen’ Zodra iets ‘interactief op internet’ is, noemt men het tegenwoordig ‘2.0’, naar analogie met web 2.0. Zo heb je: overheid 2.0, ambtenaar 2.0, werknemer 2.0, manager 2.0, bibliotheek 2.0, sales 2.0, uitgever 2.0; je kunt moeiteloos meer 2.0-entiteiten vinden, sterker: zelf bedenken! Je merkt dat het ‘tweepuntnullen’ of het uitwisselen van kennis en ervaringen op internet – een luchtige, non-conformistische kant heeft (standaardvoorbeeld: Hyves) en een serieuze bedrijfsmatige. Een voorbeeld van het tweede: erfgoed 2.0. In december is er een conferentie Digital Strategies for Heritage (DISH2009) over ervaringen en kennis uitwisselen met digitale ontsluiting van archieven en andere diensten. Ze buigen zich over vragen zoals: welke rol hebben erfgoedinstellingen in een netwerksamenleving? Waarom zijn sommige digitale diensten succesvoller dan andere? Welk businessmodel is geschikt voor een erfgoedinstelling? Waarom moeten archieven, musea en bibliotheken samenwerken? Het illustreert hoe web 2.0 het denken over de rol die een organisatie voor zichzelf in de samenleving ziet of ontwikkelt, verandert. Alles en iedereen ‘connected’ Web 2.0 is de tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van het internet als een verzameling websites (die vooral informatie geven) naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het World Wide Web (voor uitwisselen en delen van informatie). Sommigen menen dat die interactieve webapplicaties de losstaande, lokaal geïnstalleerde software uiteindelijk overbodig maken. Alles en iedereen ‘connected’ via het Web. Web 2.0 impliceert een eerste fase: de periode waarin steeds meer thuisgebruikers en consumenten op internet gingen. Die fase mondde uit in de euforische ‘nieuwe economie’, met name door de snelle opkomst van de dotcom-bedrijven. Totdat de internetzeepbel rond 2001 knapte. Crowdsourcing Door de interactieve applicaties van web 2.0 kunnen mensen online met elkaar samenwerken: aan producten, of verbetering van producten, ideeën uitwerken et cetera. Crowdsourcing bijvoorbeeld, waarin organisaties (overheid, bedrijven, instituten) of personen gebruik maken van een grote groep niet vooraf gespecificeerde individuen (professionals, vrijwilligers, geïnteresseerden) voor advies, innovatie, beleidsvorming en onderzoek. Internet faciliteert een open uitwisselingscultuur die aansluit op de behoeften van de ‘netwerkmaatschappij’ die onze samenleving in de afgelopen vijftien tot twintig jaar aan het worden is. De groeiende technologische mogelijkheden die beschikbaar komen voor praktisch iedereen, maken van het internet het digitaal equivalent van de fysieke werkomgeving en van het klassieke verenigingsleven voor ná het werk in één. Vandaar de bijnaam ‘the social web’. We laten de negatieve kanten, zoals de gebrekkige bescherming van de privacy en de lekken in de beveiliging van het betalingsverkeer, even buiten beschouwing. Maar ondanks deze zwakke plekken, is de ontwikkeling zelf niet meer te stuiten.
Het Nieuwe Werken maakt het werk tijd- en plaatsonafhankelijk
den zien, is kostenbesparing geen doel op zich van HNW, maar wel een belangrijk neveneffect. ICT, mentaal, fysiek Waar gaat het dan wél om? “Het is het samenspel van disciplines in ICT, mentaal vlak en de fysieke werkomgeving die de vernieuwing (in werk) brengt, een integrale benadering”, aldus Ruud Zandbergen (RuzCo) op internet. Hij vervolgt daar: “Bij een integrale aanpak (ICT, mentaal, fysiek) kan 1 + 1 + 1 wel eens 5 betekenen.” “Kantoorinrichters en interieurarchitecten doen geweldige dingen, maar weten vaak weinig van ICT en de mens(veran dering). De ICT specialisten weten op hun beurt weinig van activiteitgerichte werkomgevingen en outputgericht sturen van medewerkers. En in het mentale vlak werken uitstekende adviseurs die mensen in beweging kunnen krijgen, maar dan zijn ICT en aanpassingen van de fysieke werkomgeving wellicht niet optimaal uitgewerkt. De kunst is al deze specialisten integraal aan de slag te krijgen. Dan is er perspectief om de productiviteit en tevredenheid in een organisatie ècht te verhogen.”
De mens centraal Voor Dik Bijl staat in HNW de mens centraal. “De mens als waardevol indi vidu, die dankzij Het Nieuwe Werken in staat is een betere balans aan te brengen tussen werk en privé in zijn/haar leven; en de mens als kritische productiefactor die veel beter kan gaan presteren in de postindustriële maatschappij waarin we leven. Prettiger werken en beter presteren: het is een typisch geval van winwin. Ik beschouw het als mijn missie om mensen en organisaties in te laten zien dat het afscheid nemen van het industrieel denken bevrijdend werkt voor alle partijen: weg uit de benauwde en beklemmende sfeer van wantrouwen, regels & procedures, bureaucratie, lethargie, continue werkdruk en op naar de drie v’s: vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen.”
oude garde, een leek wellicht. Zou dat niet eenvoudiger en beter beheersbaar zijn, of is dit heel erg 1.0 gedacht? “Het kost inderdaad extra tijd”, geeft Bijl toe, “maar ik krijg zo wel heel verrassende reacties en dat komt de kwaliteit van mijn boek ten goede. Bovendien heb ik het helemaal gehad met de klassieke uitgeverij. Het duurt minstens drie maanden voordat je boek in de winkel licht, nadat je het manuscript hebt aangeleverd. Vervolgens krijg je maar tien procent van de opbrengst. Ik stel mijn boek nu als pdf gratis ter beschikking aan iedereen. Ik laat er zelf een hard copy van maken voor mensen die het ook als boek in huis willen hebben. Zo genereer ik goodwill en uiteindelijk mijn winst.”
Bijl schrijft momenteel een vervolg op zijn boek uit 2007. Op gepaste 2.0wijze, want wie ook maar wil, kan commentaar op de conceptversies geven. Waarom laat hij zijn concepten niet lezen door een welgekozen leesgroep? Daar kan best een aanstormende werk nemer 2.0 in zitten, een adviseur van de
Bronnen o.a.: Dik Bijl, Ambtenaar 2.0-Davied van Berlo, Arjan Hooiveld, Microsoft Nederland, Wikipedia.
NAJAAR 2009
3
actorion communicatie
FOCUS HAAGLANDEN
Nederland Open in Verbinding
NOiV stimuleert gebruik open source software en open standaarden 'Overheidsorganisaties helpen hun weg te vinden waar het gaat om open standaarden, en hen meer bewust te maken van de mogelijkheden van open source software'. In een notendop is dat de belangrijkste taak van programmabureau Nederland Open in Verbinding (2008 – 2011), een door Stichting ICTU uitgevoerd programma in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
28
Tekst: Hans Bongers, Hans Rebers Fotografie: NOiV
A
anleiding voor het programma was de gedachte in de Tweede Kamer dat het gebruik en toepassen van open standaarden en open source software bijdraagt aan een beter presterende en maximaal dienstverlenende overheid. Het programma volgt daarbij het Actieplan Nederland Open in Verbinding, dat de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Binnen landse Zaken en Koninkrijksrelaties in september 2007 naar de Tweede Kamer hebben gestuurd, en dat in december van dat jaar is aangenomen door diezelfde Kamer. Inzet ambassadeurs Na een inwerkperiode ligt de focus van NOiV in 2009 op gemeenten, ministeries, provincies en waterschappen. Daarnaast wordt ingezoomd op organisaties in de sectoren zorg en onderwijs. Volgend jaar zal het werkterrein van programmabureau NOiV worden uitgebreid naar de sector sociale zekerheid, en 2011 zal vooral in het teken staan van het borgen van de ingezette beweging in de dagelijkse praktijk van de (semi-)publieke sector. In het streven om doelgroepen, beslissers en bestuurders te bereiken, wordt onder meer gebruikgemaakt van ambassadeurs. Erik Gerritsen, voormalig gemeentesecretaris van Amsterdam, richt zich daarbij op het management en bestuur van overheidsorganisaties, terwijl Frans Nauta, lector Innovatie Publieke Sector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en voormalig lid van het Innovatieplatform, zich richt op de sector onderwijs en de inzet van de expertise van de open community. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van samenwerkingsverbanden en lopende
29 activiteiten. Voorbeelden zijn het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma betere dienstverlening en e-overheid) en het Bureau Forum Standaardisatie. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor de leveranciers, gebruikersgroepen en de verschillende 'open' communities. Met hen wordt regelmatig overleg gevoerd. Het programmabureau NOiV houdt zich onder meer bezig met: • i nvulling geven aan de activiteiten, benoemd in het Actieplan Nederland Open in Verbinding;
• communiceren en voorlichting geven over het wat, hoe en wanneer van de verschillende activiteiten; • de NOiV-activiteiten, ook als die niet door het programma zelf worden uitgevoerd, coördineren en monitoren; • ondersteunen van de ontwikkeling van implementatiestrategieën voor open source software; • het delen van kennis en ervaring door presentaties, workshops en website; • het leveren van juridische informatie omtrent OSS-licentieovereenkomsten.
Wat is Open Source Software? Open Source Software is software waarvan de broncode voor iedereen toegankelijk en voor iedereen te bewerken is. Deze broncode is de programmeertaal waarin het programma geschreven is. In het geval van ‘reguliere’ software is deze broncode niet beschikbaar en kan software dus niet aangepast maar ‘slechts’ gebruikt worden. Voor Open Source Software geldt dus dat de broncode openbaar is, en door iedereen gebruikt mag worden om door te ontwikkelen of aan te passen aan de eigen wensen. Voorwaarde is wel dat ook de nieuwe broncode voor iedereen toegankelijk en te gebruiken is. Bekende voorbeelden van Open Source Software zijn Linux en OpenOffice. Linux is een besturingssysteem en daarmee de open equivalent van Microsoft Windows. OpenOffice is een kantoorsoftwarepakket en dus vergelijkbaar met het gesloten softwarepakket Microsoft Office. Omdat er geen licentiekosten aan verbonden zijn, kunnen beide programma’s gratis gedownload en gebruikt worden. Kijk vooral eens op www.linux.org of www.openoffice.org. Wat zijn Open Standaarden? Open Standaarden maken het mogelijk dat hardware- en software-onderdelen met elkaar gegevens kunnen uitwisselen. Dit gebeurt door afspraken te maken over de technische specificaties van de zogeheten koppelvlakken (die ervoor zorgen dat systemen met elkaar kunnen communiceren). Het gebruik van Open Standaarden stimuleert dus de interoperabiliteit tussen informatiesystemen. En dit betekent weer dat je als gebruiker niet meer vastzit aan een bepaalde soft- of hardwaredistributeur. Het gebruik van Open Standaarden maakt verdere gegevensuitwisseling tussen overheden, bedrijven en burgers eenvoudiger.
Openheid en transparantie, als die van kinderen, dat zijn de kernwaarden die NOiV verbindt aan het gebruik van open standaarden en open sources
Het actieplan Nederland Open in Verbinding (2008 – 2011) is gebaseerd op het gelijknamige actieplan dat in 2007 door de staats secretarissen Frank Heemskerk (Economische Zaken) en Ank Bijleveld (Binnenlandse Zaken) ingediend is in de Tweede Kamer. In dit actieplan zijn de belangrijkste doelstellingen van het NOiV als volgt gedefinieerd: • Het vergroten van de interoperabiliteit tussen en met de verschillende bouwstenen en vormen van dienstverlening van de Overheid door versnelling van het gebruik van Open Standaarden; • Het verminderen van de afhankelijkheid van leveranciers bij het gebruik
van ICT door versnelde inzet van Open Standaarden en Open Source Software; • Het bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt en voorts bevorderen van de innovatie en de economie door het gebruik van Open Source Software krachtig te stimuleren en bij opdrachten de voorkeur te geven aan Open Source Software bij gelijke geschiktheid. Ineke Schop, programmamanager NOiV: “Het gaat er ons met andere woorden om overheidsinstanties te helpen hun weg te vinden waar het gaat om Open Standaarden, en hen meer bewust te maken van de mogelijkheden van Open
Source Software. Op deze manier willen we een bijdrage leveren aan een beter presterende en maximaal dienstverlenende overheid. In een notendop is dat de belangrijkste taak van ons programmabureau.” Betere dienstverlening Een voordeel is dat aan Open Source Software veelal geen licentiekosten verbonden zijn. Veelgebruikte pakketten zijn over het algemeen gratis te verkrijgen. Uiteraard wordt er wel betaald voor de verdere doorontwikkeling, bijvoorbeeld als er maatwerk wordt gevraagd, en voor het beheer. Een belangrijk voordeel is dat het gebruik van Open Standaarden een einde maakt
NAJAAR 2009
3
COLUMN
ACTORION COMMUNICATIE
FOCUS HAAGLANDEN
aan de afhankelijkheid van bepaalde leveranciers van soft- en hardware. Immers, als meer en meer informatie systemen met elkaar kunnen communiceren, ben je niet meer afhankelijk van die ene leverancier die de broncodes van een bepaald stuk software heeft en dus weet hoe deze bijvoorbeeld gekoppeld kan worden aan een ander stuk software.
30
Maar hoe leidt het gebruik van Open Source Software en Open Standaarden dan tot een betere dienstverlening door de overheid? De belangrijkste reden is dat door Open Standaarden te gebruiken de uitwisseling van informatie tussen overheden, burgers en bedrijven vergemakkelijkt wordt. Doordat allerlei verschillende soorten soft- en hardware aan elkaar gekoppeld kunnen worden, wordt informatie steeds beter beschikbaar. Dit betekent dus dat burgers bijvoorbeeld makkelijker de gegevens kunnen inzien die de overheid van hen heeft. Of dat (semi-) overheden sneller onderling informatie uit kunnen wisselen. Met het oog op de verdere ontwikkeling van de eOverheid is dit een zeer belangrijk voordeel van open systemen. Een ander groot voordeel is dat de broncode van Open Source Software door iedereen met kennis ter zake kan worden beoordeeld. Fouten en zwakke plekken in de beveiliging komen dus heel snel boven water. De informatie veiligheid is door deze scherpe publieke controle dus erg hoog. Tot slot geldt ook als voordeel dat open source de innovatie op de softwaremarkt stimuleert omdat iedereen de mogelijkheid heeft om de broncode verder te ontwikkelen.
NOiV is onderdeel van ICTU
Ineke Schop, programmamanager NOiV
Project Open Overheidswerkplek
Regelneven en -nichten: Afblijven van onze ZZP-ers Een paar jaar geleden onderzocht ik voor mijn universiteit of de oprichting van een aparte vakgroep ‘ondernemerschap en innovatie’ een optie was. In dit kader was er een afspraak bij het Massachusetts Institute of Technology (MIT) met professor Ken Morse, een ondernemerschapsgoeroe. Wij wachtten geduldig op de professor in een prachtig visrestaurant op de campus. Toen hij binnenkwam, begroette hij al zijn fans. Eenmaal bij ons aangeschoven, poneerde hij aanstonds de stelling, dat Nederland een socialistisch land is waar zelfs het ondernemerschap door ambtenaren werd vormgegeven. Alvorens deze liberaal de kans kreeg om dit te nuanceren, zei de professor dat hij vier jaar in Brussel had gewerkt en tegenspraak nutteloos was. Dit voorval is mij door de jaren heen bij gebleven. Is die stelling wel juist? Een
ondernemer is immers iemand die het vermogen heeft om ideeën in daden om te zetten. De vraag is of de potentiële ondernemer in het vrije veld mag opereren, of dat hij of zij eerst allerlei bureaucratische ketenen moet verbreken. Wij hebben in de arbeidsmarkt van de toekomst ondernemers nodig. Zowel in de formele als in de informele economie. In de formele economie moet de plaats van de zogenaamde babyboomers naast autochtone jongeren, ook door vrouwen en allochtonen worden ingenomen. In de informele economie is plaats voor allerlei creatievelingen van eigen of andere bodem. Het CBS telde op 31 december 2008, 750.000 nieuwe ZZP-ers, die ondanks de vaderlandse regelzucht aan de slag zijn gegaan. Het parlement is onder tussen bezig deze mensen in te binden. Neem een voorbeeld aan de Joden die in
de Gouden Eeuw van allerlei beroepen waren uitgesloten. Zij konden daardoor juist uitblinken in de vrije beroepen die géén regels hadden. Kortom: Aflbijven van onze ZZP-'ers. Luigi van Leeuwen, een Haaglander
Een concrete uitwerking van de doelstellingen van NOiV is het project Open Overheidswerkplek. Dit project richt zich op het inventariseren, bundelen en toegankelijk maken van ervaringen en kennis over open source werkplekken. Dat moet bijvoorbeeld leiden tot het toegankelijk maken van expertise vanuit de communities en het bijeenbrengen van informatie en kennis op de website van het NOiV. Het project heeft een bredere scope dan alleen de technische kant van open source oplossingen voor de werkplek. Het proces gericht op het ontwikkelen van een goed functionerende ‘open’ werkplek is zeker zo belangrijk. Het gaat daarbij om de voorbereiding, de besluitvorming, de keuzes, de samenwerking met leveranciers, het implementatie- en migratietraject, beheer en dooront wikkeling. Bijzondere aandacht in dit hele traject vraagt de relatie met zowel ‘open’ als ‘closed’ leveranciers. Over het algemeen gaat het om situaties, waarin ‘open’ en ‘gesloten’ software samen functioneren. Wil men daarbij komen tot duurzame en bedrijfszekere oplossingen dan is een goede (technische) voorbereiding belangrijk. Het binnenhalen van expertise om de goede keuzes te maken, ligt daarbij voor de hand. Goede bronnen zijn behalve collega’s met de nodige ervaring ook de leveranciers die in toenemende mate over expertise beschikken om de koppelingen tussen open en gesloten oplossingen goed te laten werken. Een belangrijke rol bij het ‘kennisdelen en -vermeerderen’ hebben ook de seminars die vanuit het project worden georganiseerd. Er staan drie van deze bijeenkomsten met de open werkplek als thema op het programma voor oktober en november. Eén van de onderwerpen die daar aan de orde komen, is het ontwikkelen van een ‘proof of concept’ van een open werkplek-oplossing. De voorbeeld-werkplek die moet ontstaan, bestaat uit open oplossingen voor het operating system, tekstverwerking, mail- en/of samenwerkfunctionaliteiten en server based computing. Ook wordt tijdens de bijeenkomsten de rol van de leverancier uitvoerig belicht en komt een aantal praktijkcases aan de orde. Meer informatie op de website van het programmabureau NOiV: www.noiv.nl
Omdat we het complete traject verzorgen: van pril idee tot complete huisstijl en van schetsontwerp tot website. Omdat onze visie in eerste instantie uitgaat van de uwe. Omdat onze ontwerpen eigentijds zijn, we ons eigen handschrift hebben, maar niet trendy of stijlgebonden zijn. Omdat we werken met heldere offertes, aantrekkelijke tarieven en strakke deadlines. En omdat we behalve toegankelijk, creatief en klantgericht ook meedenkend, maar niet meegaand zijn. Ontwerpbureau NEO Zutphensestraatweg 16 6881 WS Velp telefoon 026 442 48 31 fax 026 351 47 41
[email protected] www.ontwerpbureauneo.nl
31
FOCUS HAAGLANDEN KORT
VeiligheidsRegio Haaglanden een feit
32
De gemeentebesturen van Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer hebben besloten om de Gemeen schappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden vast te stellen. De regeling is een wijziging van de gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH) 2005. Per 1 januari 2010 vallen de gemeentelijke brandweerkorpsen in de regio
Haaglanden onder bestuur van de regio. De Hulpverleningsregio Haaglanden wordt omgedoopt tot VeiligheidsRegio Haaglanden (VRH). De VeiligheidsRegio Haaglanden is een samenwerkingsverband van negen gemeenten in Haaglanden op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Haar taken komen voort uit de Wet Ambulancevervoer, de Brandweerwet 1985, de Wet Rampen en Zware Ongevallen, de Wet Kwaliteits
bevordering Rampenbestrijding en de Wet Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. De directie van de Hulp verleningsregio Haaglanden wordt gevormd door de Regionaal Brandweer Commandant mr. R.K. Brons en de Regionaal Geneeskundig Commandant A.A.H.M. van Dijk, arts.
Stompwijkse burger betrokken bij beleid Jarenlang worstelde Stompwijk met vraagstukken van economische, demografische en infrastructurele aard, zonder dat daarvoor een breedgedragen oplossing werd gevonden. Totdat dit dorp horend bij Leidschendam-Voorburg, voor een bijzondere aanpak koos, waarbij stakeholders konden meepraten en meedenken. Binnen de kortste keren werd deze gedurfde aanpak beloond met een door iedereen omarmde gebiedsvisie. Wat is het geheim van deze ‘Stompwijkse Aanpak’? De aanpak werd gestart onder verantwoordelijkheid van wethouder Beimers van Leidschendam-Voorburg en de stakeholders schoven aan nog voordat de gemeente ook maar één letter of lijntje op papier had gezet. APPM Manage ment Consultants ontwierp en organiseerde het interactieve proces in Stompwijk. “Het van scratch af aan betrekken van inwoners, ondernemers, belangenorganisaties en maatschappe lijke instellingen is een basisvoorwaarde”, stelt procesmanager Frank van Vliet van APPM. “Minstens zo belangrijk is dat de gemeente met de stakeholders gaat samenwerken op basis van gelijkwaardigheid. Dat gebeurt in werkateliers. Daar legt de overheid haar dilemma’s op tafel en die moeten daar worden opgelost. Niet achteraf, vanachter de burelen. De voordelen zijn dat je directer toegang tot de in de gemeenschap aanwezige kennis hebt en er ontstaat sneller wederzijds begrip. De burger gaat zich medeverantwoordelijk voelen en ziet dat er grenzen aan de mogelijkheden zijn. Er ontstaat bereidheid om verder te kijken dan het eigen tuinhekje.” Bij de Stompwijkse Aanpak legt de overheid de regie in handen van een externe procesmanager. Ze is daarmee niet langer én belanghebbende én regis-
seur. Van Vliet: “Het is dan wel van belang, dat de procesmanager voeling houdt met het bestuur. Het is niet de bedoeling dat je een visie produceert die losstaat van de politieke realiteit.” Ook de ambtelijke organisatie moet ‘mee’. Het draait dan om vraaggericht werken en de bereidheid om de binnen het ambtelijk apparaat aanwezige expertise ter beschikking te stellen aan de burger, zodat deze zijn rol van co-maker goed kan vervullen. Er ligt nu een gebiedsvisie met als titel ‘Vitale Kern in het Groene Hart’. Met onder andere een Kulturhus en het
autoluw maken van de kern, wordt gewerkt aan de toekomst van het dorp. Het bijzondere proces heeft geleid tot een krachtige visie met een groot draagvlak, die nu met enthousiasme wordt uitgevoerd. En ook bij de uitvoering zijn weer alle partijen betrokken, opnieuw volgens de Stompwijkse Aanpak. Meer informatie over de Stomwijkse Aanpak is te vinden op www.leidschendam-voorburg.nl onder Plannen & Projecten. Tekst: Vincent Westzaan
(Foto: Gemeente Leidschendam-Voorburg) Bewoners denken mee over de plannen in werkateliers
Zoetermeer laat onbenut talent niet langs de zijlijn staan Hoe kunnen we optimaal gebruikmaken van de kennis en capaciteiten van mensen met een beperking? Die vraag stond centraal tijdens het symposium ‘Onbenut talent – kansen op en voor de arbeidsmarkt’ op 24 juni jongstleden in Zoetermeer. Initiatiefnemers van het symposium waren de Taakgroep Handicap & (lokale) Samenleving, de Raad Voor Ondernemend Zoetermeer (RVOZ), DSW en de gemeente Zoetermeer. Zij slaan de handen ineen om mensen met een beperking een werkplek te bieden, die aansluit bij hun motivatie en talent. Tijdens het symposium kwamen minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wethouder Edo Haan (EZ), de heer Wijnia (algemeen directeur DSW) en Hannie van Leeuwen (voorzitter van de Taakgroep) aan het woord. Werk vinden is voor jonge mensen met een beperking niet altijd even makkelijk. Dat blijkt wel uit het groeiende aantal personen dat een beroep doet op een Wajonguitkering: bijna één op de twintig achttienjarigen komt in de Wajong. De gemeente Zoetermeer, het bedrijfsleven en belangenorganisaties vinden het
zonde dat zoveel onbenut talent langs de zijlijn staat en discussieerden daarom over een beleid om mensen met een beperking zo goed mogelijk in te zetten. Een actueel thema, aangezien de gewijzigde Wet sociale werkvoorziening (januari 2008) wil dat meer mensen met een beperking actief gebruik gaan maken van hun rechten en mogelijk heden om een passende baan te vinden bij een reguliere werkgever. Zoetermeerse werkgevers zien de voordelen van diversiteit binnen het bedrijf. Inmiddels ondertekenden 45 partijen het convenant ‘Diversiteit en gelijke behandeling in bedrijf’. Vijf van hen werden tijdens het symposium geïnstalleerd als ambassadeur. De ambassadeurs zetten zich actief in voor de doelstellingen van de Sociaal Economische Agenda (SEA), waarvan het symposium en het convenant onderdeel uitmaken. In de SEA hebben de gemeente
Zoetermeer en het Zoetermeerse bedrijfsleven hun krachten gebundeld voor de verbetering van het ondernemersklimaat, het vergroten van de werkgelegenheid en het effectief benutten van de Zoetermeerse arbeidsreserves.
33
Fotoflex Nederland
Haaglands sectorhoofd directeur nieuw OV-bureau Willem Benschop (momenteel sectorhoofd VV bij het Stadsgewest Haaglanden) wordt de nieuwe directeur van het op te richten OV-bureau Randstad. De benoeming gaat in per 1 oktober 2009, maar feitelijk is Benschop al aan de slag als kwartiermaker. Het betreft een functie voor twee dagen per week. Voor de andere dagen blijft hij werkzaam als sectorhoofd VV. Voor Benschop is het een interessante uitbreiding van zijn werkveld. Voor Haaglanden en ook de Zuidvleugel is het goed om zo rechtstreeks bij deze ontwikkeling betrokken te zijn. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft zo'n twee jaar geleden, samen met de Randstedelijke decentrale overheden, 33 Randstad Urgentprojecten geformuleerd. Eén daarvan was ’Verkenning OV-autoriteit Randstad’. Al gauw bleek de oprichting van een gezamenlijke autoriteit nog een brug te ver. Een OV-bureau Randstad is
het uiteindelijke resultaat uit de samenwerking tussen het ministerie en de regionale overheden in de Randstad. De vier stadsregio's en de vier provincies in de Randstad, alsmede Verkeer en Waterstaat nemen deel aan het bureau. Benschop is met veel enthousiasme begonnen aan deze nieuwe taak. “De opdrachtgevende overheden van al het OV in de Randstad gaan zodoende nauwer samenwerken. Het bureau zal namens de overheden en in afstemming met de spoorsector en de andere vervoerbedrijven een visie op het OV in de Randstad ontwikkelen, consequent vanuit het Randstadperspectief. Dat is het vernieuwende eraan. Daarnaast maakt het bureau voorstellen voor de verbetering van de ketenmobiliteit. De opdracht is voor 2,5 jaar. Het is nog helemaal open wat er daarna gaat gebeuren, dat hangt uiteraard ook van de geboekte resultaten af.”
Willem Benschop, directeur OV-bureau Randstad
NAJAAR 2009
2
actorion communicatie
Trainingen op maat voor nieuwe raads- en collegeleden
Anticipeer nú op gemeenteraadsverkiezingen 2010
Partner Partner in in gebiedsontwikkeling gebiedsontwikkeling
Nederland kiest op 3 maart 2010 weer nieuwe gemeenteraden. Een spannende tijd. De grootste uitdaging komt pas na de verkiezingen. Actorion Communicatie kan beginnende wethouders en raadsleden bijstaan met enkele gerichte, praktische trainingen en cursussen.
Tekst: Carla Scheffer
34
N
a de vorige verkiezingen in 2006 bleek een opvallend groot deel van de wethouders en de gemeenteraadsleden nieuw in deze politiekbestuurlijke arena. Voor de verkiezingen van 3 maart 2010 verwachten weer nieuwe ‘intreders’ en dat vraagt opnieuw om een gedegen inwerkprogramma waarmee nieuwelingen zich optimaal kunnen voorbereiden op hun boeiende, maar intensieve taak. Meestal worden de beste resultaten behaald als zij dat inwerkprogramma samen met ervaren raadsleden en bestuurders doorlopen. Zo’n gezamenlijke aanpak versterkt ook de onderlinge band. Om straks na 3 maart 2010 snel te kunnen starten, is het verstandig nu al afspraken te maken voor zo’n inwerkprogramma. De basis in het politieke werk wordt gevormd door een goed begrip van gangbare procedures, verschillende rollen en beleidscycli. Helder communiceren en een effectieve mediabenadering zijn echter niet minder cruciaal. Het publieke debat wordt immers voor een groot deel ook via media gevoerd. De adviseurs van Actorion Communi catie kennen de overheid, de media en de nieuwe ontwikkelingen. Met die kennis en ervaring ontwikkelde Actorion een aantal gerichte, praktische trainingen en cursussen voor raads- en collegeleden. Voor enkele specifieke basistrainingen over lokaal besturen werken we samen met prof. dr. Monique Leyenaar, universitair hoofddocent Politicologie van de Radboud Universiteit Nijmegen. www.actorion.nl
Trainingen van Actorion Communicatie Een selectie van de trainingen van Actorion Communicatie voor college- en gemeenteraadsleden. Ze worden op maat voor de klant gemaakt. Interactieve beleidsvorming Voor meer inzicht in de meerwaarde, mogelijkheden en onmogelijkheden van interactieve beleidsvorming. Wanneer is interactieve beleidsvorming zinvol is en hoe bepaal ik mijn eigen rol en positie hierin? Vormen van burgerparticipatie Over hoe de raad inwoners en bedrijfsleven kan betrekken bij besluitvormingsprocessen. Welke vormen van burgerparticipatie - anders dan via raadscommissies en raad – zijn er, wat zijn de voor- en nadelen, wat zijn de ervaringen van andere gemeenten en hoe zou u het aanpakken? Mediatraining en presentatietechnieken Een goed interview geven is geen sinecure, zeker niet in crisissituaties. Hoe leg je het politieke nieuws goed uit, hoe pareer je lastige vragen op een prettige manier, aan de schrijvende pers en voor radio en tv? Ook een presentatie voor een gehoor vraagt voorbereiding. Actorion helpt u daarbij. Citymarketing en citybranding Actorion laat u nadenken over vragen als: wanneer is mijn gemeente aantrekkelijk(er) voor inwoners, toeristen en bedrijven? Hoe bereiken we potentiële nieuwkomers in die doelgroepen? Wat is ons imago, wat zijn onze sterke en zwakke kanten? Bestuurlijke integriteit U maakt kennis met de wereld van de ‘spiegels en kralen’ en leert de grenzen van bestuurlijke en ambtelijke integriteit kennen. Integriteit moet immers hoog op de agenda van ambtenaren en bestuurders staan, vindt het Rijk. Ambtelijke integriteit begint bij een integer bestuur. Vergadertechniek en voorzitterschap Voor je het weet, zit je als raadslid elke avond te vergaderen of te overleggen. Kan dat niet effectiever en resultaatgerichter? Jazeker! Door in deze training van Actorion te oefenen met diverse vergadertechnieken en rollen. Hoe werkt de gemeente? Een mix van staatsinrichting, de routing van college- en raadsnota’s en de rol van de raad in het democratische proces. Ogenschijnlijk is dit niet direct het terrein van de communicatie. Toch kent het complexe, democratische proces talloze communicatieve momenten.
Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Altijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatAltijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatbewust. Grontmij is thuis in de stad. bewust. Grontmij is thuis in de stad.