WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF INRICHTING ERKEND BIJ TOEPASSING VAN DE BESLUITWET VAN 30 JANUARI 1947
Labo Duurzame Ontwikkeling
Ontwikkeling van model voor de evaluatie van de toegankelijkheid, brandveiligheid en evacuatie voor personen met beperkingen in de horeca
Voortgangsverslag 2
Project IWT 060872, 2007-2009
Inhoud 1 2 3
Inleiding ................................................................................................................. 3 Gebruikerscommissie ............................................................................................. 3 Planning ................................................................................................................. 3 3.1 WP 1.1: Technologische informatieverzameling ........................................... 4 3.2 WP 1.2: Wet- en normgeving ........................................................................ 4 3.3 WP 1.3: Inventarisatie van evacuatie- en risicomodellen .............................. 4 3.3.1 WP 1.3.a: Brandveiligheidsmodellen: ................................................... 4 3.3.2 WP 1.3.b: Evacuatiemodellen: ............................................................... 5 3.4 WP 1.4: Overleg met eindgebruikers ............................................................. 5 3.5 WP 2.1: Literatuuronderzoek ......................................................................... 5 3.6 WP 2.2: Overleg met eindgebruikers en experten brandveiligheid ............... 5 3.7 WP 2.3: Methodiek schatting ......................................................................... 6 3.8 WP 3.1: Analyse van Polis............................................................................. 6 3.9 WP 3.2: Analyse bestaande modellen ............................................................ 6 3.10 WP 3.3: Structuur geïntegreerd model........................................................... 6 3.11 WP 6.1: Beschikbaarheid ............................................................................... 6 3.12 WP 6.2: Uitbreiding kostenmodel Polis......................................................... 6 4 Verdere planning van het project ........................................................................... 7 4.1 Polis................................................................................................................ 7 4.2 Organisatie van werkgroepen ........................................................................ 7 4.3 Risicomodel ................................................................................................... 8 4.4 Evacuatiemodel .............................................................................................. 8 5 Conclusies .............................................................................................................. 9
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 2/10
1
Inleiding
Het collectief onderzoeksproject ‘Ontwikkeling van een model voor de evaluatie van de toegankelijkheid, brandveiligheid en evacuatie van personen met beperkingen in de horeca’ ging van start op 1 september 2007, een eerste voortgangsverslag werd voorgelegd ter goedkeuring op de vorige vergadering van de gebruikerscommissie. Een voortgangsverslag heeft tot doel iedere 6 maanden de vooruitgang binnen het project te verduidelijken. Op de derde vergadering van de gebruikerscommissie op 9 december 2008 zal dit tweede voortgangsverslag ter goedkeuring worden voorgelegd. Dit verslag biedt een overzicht van de activiteiten die werden uitgevoerd in de periode sept. ’07 – aug’08.
2
Gebruikerscommissie
Tot nu toe vonden twee vergaderingen plaats van de gebruikerscommissie op volgende data: donderdag 24 januari 2008 donderdag 12 juni 2008-12-01 Hieronder een lijst van alle personen die uitgenodigd worden op de vergaderingen van de gebruikerscommissie, zij zijn afkomstig uit de bouwsector, de horecasector, de sector van de brandveiligheid en de toegankelijkheidssector:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Naam & Voornaam Georges Baes Beusen Ann Bonnaerens Mieke Broeders Mieke Carnail Astrid De Ketelaere Eddy Derauw Antoin De Saedeleer Jan De Smet Eric Diels Eve Geens Johan Ghijsels Pieter Lootens Jan Luyten Nico Tuypens Pierre Vanbellegem Ilse Van De Gaer Guy
18 19
Ingvar Van Haelst Vermandere Bart
3
Organisatie
Achtergrond brandveiligheid bouwsector bouwsector toegankelijkheid toegankelijkheid horecasector horecasector brandveiligheid brandveiligheid horecasector horecasector horecasector bouwsector bouwsector bouwsector bouwsector brandveiligheid
24/1/’ 08 aanw. aanw. x aanw. aanw. aanw. aanw. x aanw. aanw. aanw. aanw. x aanw. x x x
Reglement van Orde ondertekend ondertekend x ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend ondertekend x ondertekend x x x
ANPI VIPA Bouwunie Enter KOC Patjelli Oude Pruim FOD Binnenl. Zaken Expert Brandveiligheid Horeca Vlaanderen Holiday Inn Gent Toerisme Vlaanderen Sibomat houtskeletbouw Architect Luyten en Lens NAV NAV Brandweervereniging Vlaanderen Gelijke Kansen Westkans
toegankelijkheid toegankelijkheid
x aanw.
x ondertekend
Planning
Hieronder volgt een stand van zaken voor de verschillende werkpakketten waarvoor inspanningen werden geleverd tijdens de eerste twaalf maanden van het project. Op een aantal punten werd een achterstand opgelopen tegenover hetgeen oorspronkelijk voorzien werd in het werkprogramma, dit is zowel te wijten aan een Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 3/10
zeker personeelstekort bij In-HAM en WTCB, als aan een aantal problemen die bij de uitvoering van het project werden vastgesteld. Bij In-HAM heeft men het probleem met personeelstekort recentelijk opgelost door de aanwerving van Bart Degryse die tijdens de laatste 9 maanden zal instaan voor de verdere uitvoering van het project. Wat betreft de inhoudelijke aspecten, deze zullen hieronder nader worden toegelicht. 3.1
WP 1.1: Technologische informatieverzameling o o
o
3.2
Deliverable: een databank van technologische maatregelen die de brandveiligheid en evacuatie van personen met beperkingen verhogen. Stand van zaken: Op de eerste vergadering van de gebruikerscommissie (24/01/2008) werd een overzicht gegeven van mogelijke technologische oplossingen. Intussen werd de databank met relevante producten verder uitgebreid met onder meer een beperkte octrooisearch die werd uitgevoerd op het thema. Een meer gestructureerde onderverdeling gebeurt op basis van: alarm en detectie communicatie de uitvoering van de evacuatieweg signalisatie en verlichting persoonsgebonden veiligheid brandbestrijdingsmiddelen Planning: Door de aanwerving van Bart Degryse bij In-HAM moet dit werkpakket nu op korte termijn kunnen gefinaliseerd worden. Tijdens de gebruikerscommissie wordt het deel ‘alarm en detectie’ in detail besproken. Definitieve oplevering is voorzien voor eind januari.
WP 1.2: Wet- en normgeving o
o
o
Deliverable: een databank van bouwkundige en organisatorische maatregelen die kunnen genomen worden om de evacuatie en de brandveiligheid voor personen met beperkingen te verhogen. Stand van zaken: Een verder inventarisatie van buitenlandse wet- en normgeving bleek noodzakelijk en werd uitgevoerd aansluitend bij de tweede gebruikerscommissie. Doel van de studie was het bekomen van bijkomende relevante informatie voor het brandrisicomodel. Naast de bestaande Belgische wetgeving werden volgende buitenlandse documenten nagekeken op hun relevante artikels voor dit onderzoeksproject: UK – Building regulations, part B, fire safety UK – Fire safety guides, sleeping accommodations/ disabled people UK - British Standards – Fire precautions in the design, construction and use of buildings (delen 1 tot 12) BS 5588 – deel 5 – Access and facilities for fire-fighting BS 5588 – deel 8 – Code of practice for means of egress for disabled people BS 5588 – deel 12 – Management fire safety VS – NFPA 101 – Life Safety Code VS – NFPA 101A – Guide on alternative approaches to life safety Frankrijk – Sécurité et mise en conformité des bâtiments – sécurité incendie. Planning: Een definitief rapport met een voorstelling van de geraadpleegde wet- en normgeving wordt voorgesteld op de vergadering van de gebruikerscommissie.
3.3
WP 1.3: Inventarisatie van evacuatie- en risicomodellen
3.3.1
WP 1.3.a: Brandveiligheidsmodellen: o o
Deliverable: een diepgaande analyse van een aantal brandveiligheidsmodellen en nagaan in welke mate de bekomen resultaten een correcte weergave zijn van het risico Stand van zaken: een diepgaande analyse werd uitgevoerd van 2 relatief toegankelijke brandveiligheidsmodellen. In de eerste plaats FRAME, dat expliciet
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 4/10
o
3.3.2
WP 1.3.b: Evacuatiemodellen: o o
3.4
o
o
Deliverable: Samenstellen van gebruikersgroepen, overleg met eindgebruikers met een beperking rond bepaalde thema’s. Stand van zaken: Op 3 juni vond een eerste overleg plaats met eindgebruikers en experten. Een verslag van deze werkgroep werd voorgesteld tijdens de tweede gebruikerscommissie. Op deze eerste werkgroepvergadering werd aan een groep van rolstoelgebruikers en experten een vijftal stellingen voorgelegd en werd naar hun mening gevraagd. Planning: Nieuwe werkgroepen zijn gepland tijdens de komende maanden van het project, zo wordt in januari een werkgroep georganiseerd voor personen met een visuele beperking. Vervolgens zullen ook nog werkgroepen georganiseerd worden voor personen met auditieve en verstandelijke handicap en tenslotte ook nog een aantal werkgroepen specifiek gericht op de brandweerdiensten.
WP 2.1: Literatuuronderzoek o Deliverable: aansluitend bij werkpakket 1.3a & 1.3b, welke waarde moet aan o
o
3.6
Deliverable: een diepgaande analyse van een aantal evacuatiemodellen en nagaan in welke mate ze beschikbaar zijn, rekening houden met individueel gedrag, op basis van welke methode ze modelleren, hoe gebeurt de input (CAD)... Stand van zaken: Afgerond – zie vorige voortgangsverslag
WP 1.4: Overleg met eindgebruikers o
3.5
rekening houdt met de veiligheid van de eindgebruiker en de veiligheid van een gebouw per compartiment gaat beoordelen. Daarnaast CFSES, een risicomodel gebaseerd op NFPA 101A, guide on alternative approaches to life safety specifiek ontwikkeld voor kantoorgebouwen. Daarnaast bevat NPFA 101A ook risicoevaluaties voor ziekenhuizen, waarin de afhankelijkheid van personen in rekening wordt gebracht . Een aantal conclusies kunnen getrokken worden uit de analyse van deze bestaande modellen: Beide modellen hebben een verschillende benadering om een risico te kwantiferen, CFSES is een soort puntensysteem, terwijl FRAME meer gebaseerd is op Kiney. Beide werken dus met een getalsaanduiding om een risico te evalueren Opsomming van factoren die een invloed hebben op het uiteindelijke risico voor personen – hoogte van het gebouw, bereikbaarheid, brandreactie, alarm en detectie,.... Invloed die deze verschillende factoren hebben op het uiteindelijke risico. Planning: Een stand van zaken met betrekking tot de uitgevoerde analyses zal worden voorgeteld op de vergadering van de gebruikerscommissie, in welke mate deze analyses voldoende zijn voor de verdere uitwerking van het brandrisicomodel dient nog bijkomend gecontroleerd te worden. Het advies van de gebruikerscommissie zal hier worden ingewonnen.
verschillende factoren worden toegekend en wat is hierover terug te vinden in de literatuur. Stand van zaken: een analyse van de bestaande brandrisicomodellen werd uitgevoerd en hieruit kunnen een aantal conclusies worden getrokken (zie werkpakket 1.3), specifiek literatuuronderzoek om dit te ondersteunen bleef tot nu toe vrij beperkt. Planning: in functie van het brandrisicomodel en het evacuatiemodel zal literatuuronderzoek worden uitgevoerd
WP 2.2: Overleg met eindgebruikers en experten brandveiligheid o Deliverable: Vertaling van het overleg met de eindgebruiker naar bruikbare o
resultaten voor het risicomodel en het evacuatiemodel Stand van zaken: Het eerste overleg dat reeds plaatsvond vormde een testcase, bij volgend overleg met eindgebruikers en experten zal gezocht worden om de ingewonnen informatie op meer gestructuureerde wijze verwerkbaar te maken voor het model. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan een aantal vragenlijsten.
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 5/10
o
3.7
WP 2.3: Methodiek schatting o
o
3.8
o
o
o
Deliverable: Inzicht verwerven over hoe het uiteindelijke geïntegreerde model er zal uitzien. Stand van zaken: De oplossingen van de problemen bij uitwisseling van data tussen de drie soorten modellen vormen de structuur van het geïntegreerde model. Voor de uitwisseling van data tussen Polis en Nomad wordt er een concept uitgewerkt. Er worden programma’s geschreven om dit concept te testen. Voor de datauitwisseling tussen Polis en een brandveiligheidsmodel worden de eerste concepten uitgewerkt.
WP 6.1: Beschikbaarheid o o
3.12
Deliverable: Inzicht verwerven over hoe een risicomodel kan aansluiten met het Polismodel. Stand van zaken: De databank met gegevens en de rekenstructuur van verschillende bestaande risicomodellen is sterk verschillend van de Polisbenadering, er zal dus moeten worden nagedacht over hoe de uitwisseling van informatie kan gebeuren en welke bijkomende informatie voor het brandrisicomodel moet worden toegevoegd.
WP 3.3: Structuur geïntegreerd model o
3.11
Deliverable: Inzicht verwerven in de ‘modelstructuur’ van Polis, die opgebouwd is uit een rekenmodule, een databank en een user-interface. Stand van zaken: Afgerond – zie vorige voortgangsverslag.
WP 3.2: Analyse bestaande modellen o
3.10
Deliverable: Definiëren van parameters die onderhevig zijn aan schatting en eventueel vastleggen van een natraject gericht op het realiseren van proeven ter bekoming van ontbrekende parameters. Stand van zaken: Nog te definiëren
WP 3.1: Analyse van Polis o
3.9
Planning: een nieuw overleg met eindgebruikers en experten is gepland voor januari 2009, specifiek gericht op personen met visuele beperking. Vervolgens zullen nog minstens 3 gebruikersgroepen georganiseerd worden. Het gebruik van vragenlijsten of interviews zal reeds worden toegepast tijdens de eerste werkgroepvergadering in januari.
Deliverable: Inzicht verwerven in de kostprijs verbonden aan bepaalde maatregelen en in welke mate deze beschikbaar of realiseerbaar zijn in Vlaanderen Stand van zaken: Zoals reeds aangegeven in WP 1.1, wordt momenteel een stand van zaken opgemaakt inzake beschikbare technologie, vooral in de ons omringende landen. Uit een eerste analyse blijkt alvast dat verschillende van die producten niet beschikbaar zijn op de Belgische markt. Tijdens de gebruikersgroepen die in het voorjaar van 2009 georganiseerd worden, zal hier verder in detail worden op ingegaan.
WP 6.2: Uitbreiding kostenmodel Polis o o
Deliverable: Inzicht verwerven in de kosten en baten van verschillende maatregelen ter verbetering van toegankelijkheid, brandveiligheid en evacuatie Stand van zaken: Niet langer een prioriteit binnen het project, de vrijgekomen tijd zal gespendeerd worden aan het verbeteren van de werking van Polis en de integratie van de wetgeving in Polis.
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 6/10
4
Verdere planning van het project
4.1
Polis
Na oplevering van het Polis-model door het Europese consortium blijkt dat er een aantal onvoorziene tekortkomingen zijn. Tekortkomingen zijn gevonden enerzijds door analyse van de programma’s, anderzijds door vier case studies in te geven in het model. Er is tijd gebruikt om een aantal belangrijke problemen zo goed mogelijk op te lossen. o Een aantal berekeningen zijn gedebugd o De input is niet altijd eenduidig. Er zijn beperkte richtlijnen afgesproken, maar we proberen ook de makers van het oorspronkelijke Polismodel terug te contacteren om zo goed mogelijk de oorspronkelijke bedoeling te kennen. o Er zijn een aantal aanpassingen uitgevoerd om de input flexibeler te maken en om de interpretatie van de output te verbeteren. o De output van de case studies was vrij streng. Enkele parameters dienden aangepast te worden om een betrouwbaar resultaat te bekomen. Maar ook dan is de output nog steeds streng. Er zal contact opgenomen worden met de oorspronkelijke makers van het model om na te gaan of dit echt zo bedoeld is. o In de handleiding van het Polismodel stond dat het mogelijk was om verschillende wetgevingen aan de berekeningen te koppelen. In praktijk was dit niet geprogrammeerd. Aangezien het berekenen met verschillende wetgevingen ook een vraag was van de huidige gebruikersgroep, hebben we zelf daarvoor programma’s gemaakt. De structuur van Polis leent zich echter niet goed voor dergelijke dubbele berekeningen. Op dit ogenblik is het technisch mogelijk maar praktisch omslachtig om voor een gebouw berekeningen te maken op twee verschillende parametersets: één keer de waarden die al in Polis zaten, één keer aanpassingen gebaseerd op de huidige federale wetgeving. De structuur van Polis laat niet toe om alle aspecten van de wetgeving te parametriseren. Het verder verbeteren van Polis was niet oorspronkelijk voorzien in het werkprogramma maar wordt toch als belangrijk beschouwd voor de werking van het uiteindelijke model. Om bijkomende inspanningen te kunnen leveren voor de verbetering van Polis, wordt binnen het werkprogramma werkpakket 6.2 niet verder uitgewerkt. De uitwisseling van data tussen Polis en een evacuatiemodel is niet evident, omdat de structuren van beide soorten modellen wezenlijk verschillen (zie ook sectie 4.4). Dit was wel voorzien van bij het begin van het project. Polis wordt aangepast om de relatief beperkte data die overdraagbaar zijn van een evacuatiemodel naar een toegankelijkheidsmodel. De uitwisseling van data tussen Polis en een brandveiligheidsmodel blijken op basis van de eerste analyses voor een brandveiligheidsmodel, ook minder evident dan verwacht. De volgende maanden worden aanpassingen gedaan om Polis compatibel te maken met de redeneringen van een brandveiligheidsmodel.
4.2
Organisatie van werkgroepen
In juni van dit jaar vond bij wijze van ‘first trial’ een brainstormsessie plaats met een achttal eindgebruikers met mobiliteitbeperkingen, professionelen uit de zorgsector en een expert brandveiligheid (werkzaam in de zorgsector) die ervaring hebben met het gebruik van hotelomgevingen. Door het voorleggen van stellingen kwam de discussie vlot op gang en werd een gevarieerd pallet aan gegevens verzameld. In het voorjaar van 2009 zullen verschillende werkgroepen georganiseerd worden met telkens per doelgroep de belangrijkste thema’s die aan bod komen zullen; zo zal compartimentering en vluchtwegen een belangrijk aandachtspunt zijn voor personen met een beperkte mobiliteit terwijl de uitvoering van de alarmering en het gebruik van duidelijk leesbare pictogrammen een belangrijke rol zullen spelen bij personen met een (multiple)-sensorische (i.c. visuele of auditieve) beperking. Tenslotte zal de groep personen met een cognitief-verstandelijke beperking worden bevraagd; het gebruik van begrijpbare pictogrammen speelt hierin een cruciale rol. De werkgroepen moeten bijdragen tot het model door op systematische wijze de ervaringsdeskundigen methodisch (vragenlijst/diepteinterviews) te bevragen, aangevuld met overlegplatforms en discussies.
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 7/10
De confrontatie tussen de eindgebruiker met een beperking, professionelen uit de zorg, de experten brandveiligheid en de producent van een bepaalde technologie zal leiden tot een veelzijdige, multidisciplinaire benadering en beantwoording van de centrale vraagstelling. Werkgroep voor personen met een visuele beperking – eind januari 2009 Werkgroepen voor personen met auditieve en verstandelijke handicap – voorjaar 2009 o Uitgebreide elektronische enquêtering (een vijftal vragen) van de leden van de belangengroepen binnen de ouderen – en gehandicaptensector. Naast de eindgebruiker met beperkingen en zijn vertegenwoordiger zullen op deze werkgroepen ook telkens een aantal experten brandveiligheid uitgenodigd worden. Daarnaast zullen ook werkgroepen georganiseerd worden die specifiek gericht zijn op de groep van experten brandveiligheid en producenten: o Het thema bereikbaarheid – voorjaar 2009 o Het thema alarm, detectie en communicatie – voorjaar 2009 o o
4.3
Risicomodel
Op basis van de bestaande modellen en de geïnventariseerde wet- en normgeving zal een specifiek risicomodel worden uitgewerkt. De regelgeving in Angelsaksische landen geeft een overzicht van hoe de brandveiligheid van personen met een handicap kan verzekerd worden. Ook de bestaande risicomodellen leveren informatie over de invloed van verschillende parameters: de hoogte van een gebouw, de brandreactie, de installatie van alarm, detectie,... Vaak ontbreken echter cijfergegevens over maatregelen die genomen voor personen met een handicap. In veel gevallen ontbreekt het ook aan duidelijke scenario’s. Men heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de impact die de plaatsing van een alarminstallatie heeft op de veiligheid van de eindegebruiker bij brand. Dezelfde cijfergegevens ontbreken echter vaak wanneer het gaat over de impact van een visueel alarm op de veiligheid van een persoon met een auditieve beperking. Meer nog men beschikt in bepaalde gevallen ook niet over duidelijke richtlijnen over hoe de verschillende maatregelen moeten worden toegepast. Het gebruik van een lift bij brand wordt afgeraden maar is in geval van een persoon met beperkingen vaak de enige oplossingen, waaraan die lift moet voldoen en hoe kan worden duidelijk gemaakt dat de lift kan gebruikt worden bij brand is verre van eenduidig. Hetzelfde geldt voor het gebruik van bijvoorbeeld de stoeltjeslift voor de evacuatie van personen. Hoeveel van dergelijke toestellen moeten voorzien worden, waar moet men ze plaatsen, is er opleiding voor nodig, hoe breed moet de trap zijn,... Uit het onderzoek van norm-en wetgeving is ook duidelijk gebleken dat op verschillende domeinen er nog discussies bestaat over wat een te volgen aanpak is: bvb. signalisatie, gebruik van liften, gefaseerde evacuatie, uitrusting en situering van wachtzones,... Het vastleggen van een aantal scenario’s wordt dus één van de belangrijke opdrachten binnen dit uit te werken risicomodel. Een eerste voorstel werd geformuleerd op basis van de geraadpleegde wetgeving en de geanalyseerde risicomodellen. Een voorstel formuleren voor verschillende ingrepen die deze scenario’s kunnen onderbouwen vormt een tweede belangrijke opdracht. Alle informatie moet zo goed als mogelijk aansluiten met wat in Polis kan worden ingegeven (zie 4.1. Polis), hierbij stelt zich een belangrijk probleem dat evacuatiewegen in Polis geen ruimtelijke situering kennen, de ingave van eigenschappen van evacuatiewegen zal dus niet locatiegbonden mogen zijn. een eerste visie op het risicomodel is reeds geformuleerd, zodra dit verder is uitgewerkt moet de haalbaarheid hiervan voor Polis verder worden onderzocht.
4.4
Evacuatiemodel
Voor het evacuatiemodel wordt vertrokken vanuit een bestaand model NOMAD, ontwikkeld aan de TUDelft. De werking van het evacuatiemodel verschilt totaal van de werking van Polis, hierdoor zijn beide programma’s weinig compatiebel. Waar de informatie in Polis eerder ééndimensionaal of nuldimensionaal is, is de informatie in Nodmad tweedimensionaal. Als we informatie dubbel willen gebruiken, moeten we informatie in Nomad ingeven en zien wat hergebruikt kan worden voor Polis. Veel van de informatie die in Polis wordt ingegeven is niet nuttig voor Nomad, veel zaken kunnen dus niet worden doorgegeven. Wat wel mogelijk is, is dat het grote raamkader doorgegeven wordt: de verdiepingen, de diensten en de afstanden. De keuze van routes is een ander probleem, theoretisch kan een gebruiker wanneer er n kamers zijn n*(n-1) routes kiezen die kunnen ingegeven worden in Polis. In de praktijk zal een gebruiker een beperkt aantal routes kiezen die het meest voor de hand liggen. Het
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 8/10
voorstel van het consortium is om de gebruikers de keuze te geven tussen enerzijds het automatisch bepalen van alle routes en anderzijds het handmatig ingeven van een beperkt aantal routes. o Om Nomad als een evacuatiemodel te kunnen gebruiken is het nodig dat een probleem met de evacuatie in een bepaald deel van een gebouw kan gelocaliseerd worden door de software. Dit is momenteel niet mogelijk in Nomad. Dit probleem van identificatie wordt opgelost door de implementatie (door de TUDelft) van walkable areas. Dit zijn gebieden die het gebouw (in het computermodel) onderverdelen in stukken die overeenkomen met individuele kamers en gangen. o De walkable areas laten toe dat meer en specificiekere informatie uit Nomad kan gehaald worden dan tot op heden mogelijk was. o De walkable areas laten ook toe om conceptueel veel beter aan te sluiten bij Polis en zijn het voornaamste middel dat toelaat om toch enige informatie van Nomad naar Polis over te dragen en zo dubbel werk voor de gebruiker te vermijden. o Zo laten de walkable areas toe om routes door Nomad te laten bepalen en deze aan Polis door te geven op een manier die Polis begrijpt (dit is als een sequentie van gangen, trappen… die 2 diensten (kamers) verbindt). o De structuur van het gebouw wordt gegeven door de walkable areas. Deze kan overgedragen worden aan Polis zodat de gebruiker er reeds alle kamers, gangen, trappen, aantreft, verdeeld over de verdiepingen. o Een beperkt hoeveelheid meer gedetailleerde informatie kan ook overgedragen worden, zoals de lengtes en breedtes. o Naar implementatie toe zal de gebruiker de walkable areas (zoals de rest van het gebouw) moeten tekenen in AutoCAD, samen met de andere informatie vereist door Nomad. De lagen in AutoCAD worden dan geëxporteerd door een plug-in naar een bestandsformaat waar Nomad mee overweg kan. Dit bestand wordt dan ingelezen door Nomad en omgezet in XML-bestanden. Aan deze kunnen de gegevens worden toegevoegd die niet in AutoCAD kunnen ingevoerd worden. Het betreft hier ondermeer de samenstelling van de populatie en de opeenvolgende bestemmingen, o De XML-files zullen ook gebruikt worden om informatie van Polis naar Nomad over te dragen.
5
Conclusies
De structuur van het uit te werken model krijgt meer en meer vorm, de verzamelde informatie wordt op meer systematische wijze verzameld. De omvang van het project maakt wel dat met verschillende deelaspecten moet rekening worden gehouden en dat dus op verschillende domeinen gelijktijdig informatie moet verzameld worden. Voor toegankelijkheid werd vertrokken vanuit Polis en de in Vlaanderen van kracht zijnde regelgeving werd zo goed als mogelijk opgenomen in het model. Via Polis kan nu op verschillende punten nagegaan worden of men voldoet aan de wetgeving, een volledige controle van de wetgeving blijkt echter moeilijk haalbaar. Voor het brandveiligheidsmodel werd besloten om de informatie afkomstig uit de bestaande modellen (FRAME & CFSES) en de bestaande wetten en normen te gebruiken als basis voor het uit te werken model. Over veel aspecten aangaande brandveiligheid voor personen met een handicap bestaat nog discussie: gebruik van liften, signalisatie,... Binnen het model zal een voorstel uitgwerkt worden. Dit verder uitwerken en linken aan de werking van Polis wordt de belangrijkste taak voor de volgende 9 maanden. Voor het evacuatiemodel zal verder gewerkt worden met NOMAD, een model ontwikkeld aan de TU Delft (vakgroep ‘Pedestrian research’). De alternatieve routekeuzes zullen moeten beperkt worden om het evacuatiemodel bruikbaar te maken voor Polis en enige vorm van uitwisseling tussen beide te behouden.
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 9/10
De volgende vergadering van de stuurgroep is voorzien voor 9/12/2008, dit voortgangsverslag zal op deze vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.
Integrale Evacuatie : Voortgangsverslag 2
Pagina 10/10