COV-CONGRES
werkwinkels
over
communicatie Je kon op het COV-congres (22 en 23 november 2013) op vrijdag een van de vijf werkwinkels volgen. De gastsprekers deelden vol enthousiasme hun kennis over communicatie. Dank aan de verslaggevers die nauwgezet de tips en inhoud voor jou samenvatten.
1
© Jan AGTE
Reinhilde van den Abbeele studeerde af als onderwijzer in Herentals en werd later zorgcoördinator en vakbondsafgevaardigde voor het COV. Ze groeide door naar de pedagogische begeleiding. Reinhilde: “Communicatie is bruggen leggen, overbruggingen maken tussen mensen maar is ook fouten maken en uit die fouten leren.” De deelnemers gaan per werktafel aan het brainstormen over de sociale media. De geanimeerde gesprekken daarna leggen de overeenkomsten bij het denken over sociale media tussen de toevallige tafelpartners bloot. Reinhilde: “Sociale media hebben altijd bestaan. Ook vroeger, toen er nog geen sprake was van de moderne communicatietechnologieën werden sociale contacten gelegd door gesprekken, telefoongesprekken,
26
BASIS 8 februari 2014 SCHOOLWIJZER
N
#dekrachtvantwitter Kathleen Bouwen
Kijk je sceptisch aan tegen het gebruik van sociale media? Wil je het toch een keer uitproberen? Reinhilde van den Abbeele, gepas sioneerd door communicatie, daagt je uit met een interactieve werkwinkel over de wondere wereld van de sociale media. brieven, nota’s, tot geluids- en rooksignalen toe. De hoofdkenmerken van sociale media zijn vooral de dialoog en interactie tussen mensen. In het vakjargon wordt er een verschil gemaakt tussen sociale media (online platformen) en sociale netwerken. De sociale netwerken kunnen zowel online als offline gebeuren. Het doel van deze netwerken is uiteindelijk om mensen te ontmoeten en gegevens uit te wisselen. Online ontmoetingen kunnen verder groeien naar een kennismaking in levende lijve, IRL of in real life.”
Titel Eén van de meer bekende sociale netwerksites is LinkedIn. Doel? Professionele netwerken en contacten uitbouwen en onderhouden. Reinhilde daagt de deelnemers uit
om zichzelf te omschrijven in enkele woorden. Welke belangrijke gegevens wil jij delen met mensen met wie je professioneel een netwerk wil uitbouwen? Tijdens de onlinecontacten kunnen ook afspraken gemaakt worden voor offline ontmoetingen zoals Open Coffee, netwerkmeetings, lunchafspraken. Twitter is dan weer een zeer populair sociaal medium. De rechtstreekse vertaling van twitteren is tsjilpen of kwetteren. Twitter is een mini-blog met korte berichtjes waarop snelle reacties kunnen volgen. Een persoon die actief is op Twitter wordt een tweep genoemd en zijn vrienden followers of volgers. Twitter wordt gebruikt om heel snel aan informatie te geraken of snel en wijd verspreid informatie de wereld in te sturen. De basisfilosofie is: wat heb jij te
Marleen Vanherle
2
Markt of missie?
bieden aan anderen en wat kunnen anderen betekenen voor jou? Je moet de essentie kunnen vastleggen in maximaal 140 tekens. Vooraf denk je ook best na over je doelgroep en je boodschap maar vooral over de meerwaarde ervan. Bij Twitter gaat het niet zozeer om de kwantiteit maar wel om de kwaliteit. Hoe maak je een account en een persoonlijk profiel aan? Hoe volg je mensen? Reinhilde geeft uitleg en legt de nadruk op het onderscheid tussen persoonlijke standpunten en standpunten van de organisatie die je vertegenwoordigt. Ze raadt aan om selectief om te gaan met het aanvaarden van volgers en het zelf volgen van personen en organisaties. Twitter is een zeer snel medium waarbij ook fouten of vergissingen zeer snel de wereld in gestuurd worden.
Transparant en respectvol Reinhilde eindigt met enkele aanbevelingen. Naast het regelmatig gebruik (oefening baart kunst) raadt ze aan om de tweets transparant en respectvol op te maken. Om het auteursrecht te respecteren en de unieke inhoud van berichten te behouden, vermeld je steeds een bron, ook als je een bericht retweet. Tweets kunnen opgefleurd worden met een vleugje humor. Persoonlijke authenticiteit wordt zeker op prijs gesteld. Hoewel Twitter als online medium gebruikt wordt, kan dit ook leiden tot reële ontmoetingen, zoals de twunch of twoffee! n
© Jan AG
TEN
Gerrit-Jan Meulenbeld, strategisch communicatieadviseur, staat stil bij de intrigerende vraag of het COV als vakbond vraaggestuurd of eerder aanbodgestuurd moet werken. Hij neemt veertig deelnemers mee op sleeptouw. Ze nemen stellingen in en gaan in discussie.
Gerrit-Jan Meulenbeld heeft in voorbereiding van dit congres samen met het COV mee nagedacht over het uitschrijven van de krijtlijnen voor communicatie. Vakbond of overheid of commercieel bedrijf, … allen hebben ze te maken met de markt of een missie. De markt voor het COV zijn de leden, de potentiële leden maar ook de samenleving in zijn geheel. Bij een bedrijf gaat het om klanten en potentiële klanten. Bij een overheid om de burgers. Onder missie verstaan we de boodschap, het beleid of het product van de organisatie. Dat wij, als vakbond, een missie hebben is snel duidelijk. Vraaggestuurd of aanbodgestuurd? Dat is de vraag. Ook in het onderwijs is dit vaak aan de orde: volgen we het curriculum letter voor letter omdat we bepaalde eindniveaus moeten halen? Of spelen we in op de verschillende uitgangsposities van de leerlingen en houden we rekening met hun leefwereld? Ook in het onderwijsdebat, over de inrichting van het onderwijs, komt de vraag naar vraag- of aanbodgestuurd regelmatig aan bod. Je mag stellen dat in Vlaanderen het onderwijs nog voornamelijk aanbodgestuurd is en Nederland sterk neigt naar vraaggestuurd. Commerciële partijen werken vooral vraaggestuurd. Maatschappelijke organisaties en overheden, non-profit organisaties dus, zijn meestal sterk aanbodgestuurd.
De positie van het COV De deelnemers aan de werkwinkel werken actief mee. Aan de hand van twee stellingen nemen ze ook letterlijk een positie in. De stelling ‘de boodschap moet bij het COV centraal staan’, krijgt de meeste deelnemers achter zich. Een minderheid kiest voor de stelling ‘het COV moet er alles aan doen om meer leden te krijgen’. De stellingen brengen een diepgaande discussie mee over de positie van onze vakbond in de maatschappij.
Een helder profiel Concepting, een begrip ontstaan in de marketing, is een tussenweg tussen puur vraaggestuurd en puur aanbodgestuurd. Bij concepting wordt onderzocht welke ideeën en welk gedachtegoed in de samenleving leven en wat de organisatie zich daarvan kan toeeigenen of toepassen op het eigen product. Zo komen vraag en aanbod bij elkaar. Concepting vertrekt vanuit een eigen aanbod met een helder profiel en houdt tegelijk scherp in de gaten wat de ontwikkelingen in de markt zijn. Wat is van belang? Het COV heeft een visie en een heldere boodschap nodig. Dit sterk gedachtegoed is er al in onze organisatie. Het komt alleen te weinig naar buiten en niet altijd op de goede manier. We zouden in de communicatie veel meer moeten inzetten op onze expertise. Bij concepting kan iedereen zich aangetrokken voelen tot het gedachtegoed van je organisatie. We spreken dan ook over volggroep in plaats van doelgroep. De leden en potentiële leden zijn uiteraard de belangrijkste volggroepen voor het COV. Toch behoren ook ouders en steeds vaker ook grootouders tot de volggroep van een vakorganisatie. Communicatie en de kwaliteit daarvan is het sleutelwoord bij concepting. Het is van groot belang dat het gedachtegoed steeds opnieuw wordt uitgedragen, in een vorm die past bij de volggroepen. Je wil dat er steeds meer volgers komen.
Open houding Iedereen in de organisatie is drager van de communicatie. Daarmee wordt communicatie persoonlijker dan ooit. Het vraagt van alle betrokkenen dat ze de eigen standpunten kennen en die kunnen verwoorden. Een open houding naar volgers, een gedrag dat past bij de boodschap en continue feedback is belangrijk. Het gesprek met de volgers kan tegenwoordig heel makkelijk via sociale media. Maar dat alleen is niet genoeg. Volgens Gerrit-Jan Meulenbeld is de samenwerking met COC de uitgelezen kans om samen de idee van concepting op te nemen. n
BASIS 8 februari 2014 SCHOOLWIJZER
27
COV-CONGRES
© Jan AGTE
N
3
De max uit sociale media halen An Huybrechts
Clo Willaerts is als digitale duizendpoot, internet- en mediaprofessional geen onbekende. Clo helpt organisaties om sociale media te gebruiken en er het maximale uit te halen. Ze brengt ons heel bevlogen en ent housiast van buiten het COV naar binnen en terug via de sociale media. Wat leeft onder de mensen? Waarvan liggen mensen wakker? ‘Media’ staat voor: iets om over te praten, een status update, een link, een filmpje, … ‘Sociaal’ betekent dat je wil dat de mensen dit graag lezen, liken, becommentariëren, delen. Door de sociale media is het internet menselijker geworden. Welk sociaal medium is het meest geschikt om onze leden te bereiken? Op de site http://vlaamsemedia. trendolizer.com kan je zien welke links het meest gedeeld worden op Facebook. Wat leeft tussen de mensen? Moet onze organisatie hier op reageren of niet? Het COV heeft een Facebookpagina waar we de actualiteit en relevante informatie willen meegeven. Clo leert ons omgaan met commentaren die gepost worden. Dat kunnen soms negatieve reacties zijn. Is die commentaar fout, dan moeten we reageren want foute informatie willen we niet delen. Is de commentaar terecht, dan laten we die staan. Het is een mening en die willen we respecteren. Dat zal niet gemakkelijk zijn, maar we moeten daar rustig onder blijven. Twitteraars en bloggers geven links naar artikels, foto’s en filmpjes die zij interessant vinden. Wie kan je vinden op Twitter, welke mensen bereik je hiermee? Het zijn drie groepen. Een. Bekende mensen, politici, voetballers, mediafiguren. Via
28
BASIS 8 februari 2014 SCHOOLWIJZER
Twitter kunnen zij de wereld melden waarmee ze bezig zijn. Twee. De journalisten die via Twitter het nieuws heet van de naald volgen, lezen, checken en dan er zelf wat over schrijven. Drie. De computerspecialisten, programmeurs, … Door een # (hastag) in je tweet te plaatsen, kan je makkelijk en snel zoeken naar tweets met die hash tag. Zo kan je onderwerpen die je interessant vindt of die relevant zijn voor je organisatie opsporen en verzamelen. Met je tweets bereik je snel de journalisten. Of Twitter het medium is om de leden te mobiliseren is maar de vraag. De filmpjes op Youtube zijn ideaal om de buitenwereld binnen te brengen. Zo kan je heel veel mensen bereiken.
Van binnen naar buiten Hoe brengen wij een boodschap naar buiten? Welke sociale media gebruiken we? Conversatie, in dialoog gaan, is en blijft heel belangrijk. De boodschap die we brengen moet aangepast zijn aan het kanaal dat we gebruiken. Een boodschap via Twitter mag bijvoorbeeld maar 140 karakters hebben. Met bitly.com kan je links verkorten zodat ze in een tweet passen. Via bitly kan je ook zien hoeveel mensen op je link hebben geklikt, vanuit welk land ze dat doen, welke websites ze nog bezoeken.
Wie verstuurt in onze organisatie tweets? Maak duidelijke afspraken, zegt Clo. Post je tweets uit eigen naam of uit naam van de organisatie? Als je een boodschap van binnen naar buiten wil brengen is een ding zeker: menselijke verhalen spreken aan! Als je ze brengt in filmpjes via de sociale media dan heb je een heel groot bereik.
En terug Centraal in heel het communicatiegebeuren staat de website van je organisatie. De content of inhoud op je website is van jou, die beheer je zelf. Wil je verwijzen naar sociale media focus dan op maximum drie kanalen. Zoek welke het best bij jouw organisatie passen. Maar besef, zegt Clo, wat je post heb je niet altijd zelf in de hand. Het zijn de organisaties Facebook, Twitter, Youtube die beslissen over wat je post. Maak op je eigen website reclame voor je sociale media. Zorg ervoor dat de surfers op je website blijven. Clo eindigt haar uiteenzetting à la Huysentruyt met ‘Wat hebben we vandaag geleerd?’ 1. Dankzij sociale media hou je voeling met wat er speelt in de maatschappij. 2. Menselijke verhalen werken het beste. 3. In je online communicatie staat je eigen website centraal. n
© Jan AGT EN
4
Patrick Van Herpe
Wat als twee culturen samenkomen?
Roland Vermeylen begeleidt organisaties waar volwassenen een veranderingstraject meemaken. Roland legt verbanden met de teksten en amendementen van het COV-congres. Hij wil inspireren door zijn eigen verhalen, maar ook door die van de deelnemers zelf. De energie, spontaniteit en goesting van de deelnemers om het thema te verkennen zijn ‘verbindend’. Roland Vermeylen stond meer dan dertig jaar aan het hoofd van de dienst organisatieontwikkeling van de universitaire ziekenhuizen van Leuven. Hij is ook medeoprichter van de post-academische HRM-opleiding aan de universiteit van Hasselt en stichter van de circusschool Cirkus in Beweging in Leuven. Door zijn enthousiasme en de soms onverwachte parallellen tussen al deze werelden daagt Roland de deelnemers uit om samenwerkingsverbanden onder de loep te nemen.
Mijn-jouw verhalen Roland: “Je moet een goede toekomstvisie hebben. Hoe breng je die visie over? Inspireren hangt samen met op het juiste moment hier en nu aan te knopen. Je moet altijd van binnen uit beginnen. Bekijk eerst je eigen sterktes. Laat mensen eerst van binnen vertellen vooraleer je ze informatie van buiten hen en hun eigen wereld geeft.” Roland vertelt verhalen over twee culturen die elkaar ontdekken. De deelnemers krijgen een opdracht. Vorm een duo en vertel over een piekmoment waar je bij was waarbij culturen samenkomen zodat er nieuwe energie groeit,
goesting ontstaat, … Of: vorm een sextet/octet en ga bij mekaar na wat leven, energie, resultaat geeft bij het samenkomen van culturen. Na boeiende discussies worden heel wat staakwoorden en begrippen genoteerd. Veel zijn gemeenschappelijk: respect, vertrouwen, enthousiasme, waardering voor anderen, emoties durven en kunnen uiten, verrijking, … Mensen hebben immers 75 tot 80 % gemeenschappelijk.
Ont-moeten Ontmoeten, hoe doe je het? Roland legt het uit: Laat mensen eerst naar binnen kijken. Wat zijn hun successen? Dan kun je van buiten kijken. Ga met een open geest, met een open hart en een open wil naar mensen. Elke partij moet zijn eigen beeld kunnen geven. Er zijn diverse waarheden en beelden. In een conflict moet geluisterd worden naar elke partij. Zet elkaars bril op. Hoe krijg je mensen mee? Hoe krijg je stilte? Probeer te verbinden, hier en nu. Hoe komen we uit een gesloten systeem met diepgewortelde en onuitgesproken aannames, waar je als organisatie niet meer leert van nieuwe contexten en opgesloten blijft
binnen het eigen pathologische systeem van elke dag? De context is bepalend om van een gesloten naar een open systeem te gaan. Dialogisering en samen doen/zijn zijn belangrijk.
De ware leer-kracht Er wordt te weinig geleerd in team. Werken in teams maakt de kwaliteit van het onderwijs. Samen leren is een dagelijkse hoeksteen. Wat is leren voor directeurs, leraren, CLB’ers, de koepels? Niet meer leren is beginnen doodgaan. Het sterkste instrument van het eigen persoonlijk meesterschap is de kracht van de onderwijzer, de directeur, niet de iPad. Praat, doe, probeer, experimenteer, verfijn en leer samen. Mag er tegenspraak zijn? Als niemand iets mag zeggen of niemand zegt nog iets, dan luistert niemand nog. Je moet samen leren balanceren. In het Chinees is risico nemen vooral kantelen, keerpunten nemen. De ware leer-kracht zit niet bij het individu. Het zit in de kwaliteit van de bemiddeling, de relaties, de dialoog, in de mate waarin we met elkaar omgaan, in onze verbindingen en in onze samenspraak. Een leerkracht is een eenzame figuur als hij alleen blijft. Een school is een leergemeenschap. De lerarenopleiding moet weer op zoek naar de eigen sterkten, krachten, energie en die samen met alle betrokkenen weer ontdekkend verwoorden. Het vanzelfsprekende wordt best opnieuw in vraag gesteld. n
BASIS 8 februari 2014 SCHOOLWIJZER
29
© Jan AGTE
N
David Vanbellinghen (boven), persverantwoordelijke van het ACV, leidt de deelnemers in in de wereld van ‘perseigenaardigheden’. Karim Dibas (onder), verantwoordelijke van het ACV voor de belangenbehartiging van werklozen, illustreert hoe ‘reframen’ werkt. Een sessie met praktische tips voor persberichten, tvoptredens en persconferenties, doorspekt met voorbeelden in klank en beeld. Boeiend van begin tot einde.
Media: een eigenaardig beest Johan Gonnissen
© AC V
Aan welke voorwaarden moet een bericht voldoen om nieuwswaardig te zijn? Daar zijn een aantal kapstokken voor. Of ze de kwaliteit van de media ten goede komen is nog maar de vraag. Maar als we met onze boodschap in ‘het nieuws’ willen geraken, is het goed onze persberichten aan die kapstokken op te hangen. Het toverwoord ‘abracadabra’s’ maakt een en ander duidelijk. Voor elke letter staat een eigenschap van een gebeurtenis met nieuwswaarde: Actueel en Belangrijk - Rampen - Aantal betrokkenen - Conflict - Afstand - De overtreffende trap - Afwijkend Bekendheden - Revolutionair Amusement - Simpel.
5W en 1H Bij het voorbereiden van een persbericht checken we eerst of het beantwoordt aan een zo groot mogelijk aantal eigenschappen van de abracadabra’s. Het bericht moet een antwoord geven op de vragen ‘Wat? Waar? Wanneer? Wie? Waarom? Hoe?’. Reik journalisten een quote aan in de titel, dan is er meer kans dat het bericht wordt opgenomen. Om belangrijke mededelingen eenduidig te kunnen brengen, kan je als organisatie een persconferentie houden. Dat doe je best niet op een vrijdag of in het weekend. Kies een centrale, makkelijk te bereiken locatie en een goed tijdstip: tussen 10.30 uur en 14.00 uur. Dit geeft
30
BASIS 8 februari 2014 SCHOOLWIJZER
journalisten voldoende tijd om hun artikel te schrijven of een reportage te maken voor radio en/of tv. Een persconferentie duurt hoogstens drie kwartier. Voor en na de mededeling moet er ruimte zijn om op bijkomende vragen te antwoorden. Een persdossier met extra informatie om mee te geven en aan de afwezigen te bezorgen, werkt nog steeds. Doen dus!
Tv en radio Voor wie een interview geeft aan de pers zijn er een aantal vuistregels. Ook al duurt het gesprek langer, de geïnterviewde moet er zich bewust van zijn dat er in de opname geknipt en geplakt zal worden tot een boodschap van ongeveer dertig seconden. Vat je boodschap dus in een quote van een halve minuut en herhaal die voortdurend tijdens het gesprek. Polemiek zoeken met de journalist of zelf afwijken van de kern tijdens een opgenomen gesprek is uit den boze. De boodschap op tv of radio komt goed aan als ze maximum een drietal argumenten en een duidelijke conclusie bevat. Op tv is lichaamstaal ook belangrijk. Sta steeds stevig in je schoenen, een sterke houding ondersteunt de boodschap.
Framing en reframing Framing is een overtuigingstechniek die gebruik maakt van herhaling van de boodschap. Je bericht
over uitzonderingen en/of onwaarheden, vergroot ze uit en herhaalt ze om een overtuiging op te dringen. Framers zijn meestal boodschappers die een mening kunnen lanceren zonder dat zij een achterban hoeven te raadplegen. Karim Dibas illustreert dit mediaprincipe aan de hand van de berichtgeving over werkloosheid. De framing van de werkloze - de profiteur die zich nestelt in een hangmatcultuur geeft een ongenuanceerd beeld. Het ACV moet tegen de grote media in roeien om een goed verhaal te brengen. Wij moeten meer onze eigen boodschap framen. Het echte verhaal van de vakbond krijgt geen aandacht meer in de media, tenzij via actie. Sociale media zijn dan ook welkom als instrument om op grote schaal onze mening te geven. Op elke framing van de media gaan we structureel tegenargumenten verspreiden. Reframen is de oneliner van de framer counteren door zijn eigen boodschap terug in een frame brengen. Die boodschappen krijgen meer aandacht in de pers als ze door woordvoerders van andere sociale instanties worden gebracht. Hun en onze successen in de verf laten zetten werkt beter in de pers. n