Training voor wijkraden, 27 mei 2013
WERKWIJZE GEMEENTERAAD; GEMEENTEFINANCIËN Aanwezig: 8 wijkraadsleden van de wijkraden Overvecht, Oost, Noordoost en Leidsche Rijn Gemeente Utrecht: Staf Wijken, Angeline Diederen,
[email protected] Frank Lith, Commissiegriffier Stad & Ruimte / plv. griffier Marijn Wolswinkel, financieel beleidsadviseur bij Concernfinanciën Verslag: Marja van Steijn, Tekstbureau Talent,
[email protected]
Utrecht Groen, Open en Sociaal Opening Angeline Diederen is de organisator van deze training. Angeline werkt bij de Staf Wijken van de gemeente Utrecht en ondersteunt de wijkraden. Vanavond is het woord aan Frank Lith, commissiegriffier Stad & Ruimte, en Marijn Wolswinkel, financieel beleidsadviseur bij de gemeente Utrecht. Zij zetten de deelnemers aan deze training meteen aan het werk: iedere deelnemer krijgt een aantal quizvragen voorgelegd over gemeenteraad en gemeentefinanciën. Het is de bedoeling dat de vragen worden beantwoord en dat iedereen in de loop van de avond zijn/haar eigen antwoorden controleert. Er staat een passende prijs op het spel!
Werkwijze gemeenteraad Wat gebeurt er in het stadhuis? Frank Lith In het stadhuis is maar een klein deel van de gemeentelijke organisatie gevestigd. De ambtenaren zitten verdeeld over allerlei panden in de stad. Volgend jaar oktober verhuist bijna de hele gemeentelijke organisatie – inclusief het college van burgemeester & wethouders – naar het nieuwe stadskantoor. De gemeenteraad blijft achter in het huidige stadhuis. Er wordt nog nagedacht over de invulling van de in het stadhuis vrijkomende ruimten. De term “het huis van de democratie” wordt in dat kader wel eens gehoord. Wijkraden adviseren het college, niet de gemeenteraad. De nieuwe organisatie van de gemeente Utrecht is veel meer dan vroeger gericht op participatie van burgers; de organisatie is vanavond niet aan de orde maar wellicht wel interessant om op een ander moment dieper op in te gaan. Drie bestuursorganen De gemeenteraad vergadert 2x per maand, op donderdag, in de raadzaal van het stadhuis. De gemeente kent 3 bestuursorganen: − de gemeenteraad − het college van B&W − de burgemeester. Hun bevoegdheden zijn bij wet geregeld. De gemeenteraad als hoogste orgaan Verslag website training wijkraden Gemeenteraad en financiën 27 mei 2013v5(Angeline Diederen)
De raad is het hoogste orgaan. De raadsleden worden rechtstreeks gekozen, zij vormen de volksvertegenwoordiging. Dat is het kenmerk van een representatieve democratie. De gemeenteraad van Utrecht bestaat uit 45 volksvertegenwoordigers, die met elkaar 9 fracties vormen. Hun taken: − kaders stellen (hoofdlijnen van beleid) − controleren of het beleid goed wordt uitgevoerd. Ook een kleine partij kan in deze vorm van democratie invloed hebben want een kleine partij kan net voldoende zijn om een meerderheid te vormen. Sinds 2002 is de gemeenteraad duaal. Dat betekent dat de wethouders niet onderdeel zijn van de gemeenteraad. Vóór die tijd was dat wel het geval en hadden zij veel invloed. Vaak liep iedereen mee met de wethouder, maar daar is de gemeenteraad niet voor in het leven geroepen. De raad is in het leven geroepen om het volk te vertegenwoordigen. Daarom is in 2002 landelijk besloten om duaal te gaan, en er is een scheiding gekomen tussen de raad en de wethouders. Er zijn afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden, waarbij het de bedoeling was dat de positie van de raad verstevigd werd. Raad en college zijn dus ontvlochten. Bestuursbevoegheden zijn geconcentreerd bij het college, het college is in feite dagelijks bestuur en voert uit wat de raad besluit. De raad stelt kaders en controleert. Bij de raad ligt vooral de nadruk op de controlerende functie. Overzicht verdeling raadszetels Utrecht (cursief = coalitie): 2010
2006
2000
GroenLinks
10
8
8
PvdA
9
14
7
D66
9
3
1
VVD
7
5
5
CDA
4
4
4
SP
3
4
3
Stadspartij Leefbaar Utrecht
1
3
14
ChristenUnie
1
2
1
B&G
–
1
2
Groep Mossel
–
1
0
Groen Rechts
1
0
0
Vanaf 2010 is er een coalitie tussen GroenLinks, PvdA en D66. In 2000 was Stadspartij Leefbaar Utrecht een hele grote partij en maakte zich toen hard voor burgerparticipatie en ook waren de plannen voor het stationsgebied heel actueel. Het kan zo maar zijn, dat er rond verkiezingen weer partijen veel stemmen krijgen n.a.v. actuele onderwerpen. SLU zal bij de volgende verkiezingen niet meer terug komen. Foto's van de raadsleden zijn te vinden op de gemeentelijke website. Er zijn grote partijen en kleine. Grote partijen hebben op verschillende onderwerpen verschillende woordvoerders: zij kunnen de taken verdelen. Maar een eenmansfractie moet al die onderwerpen zelf beheersen, en dat is best lastig. Wel heeft elke fractie fractieassistenten waar zij ondersteuning van krijgen. Ook bij de 14 medewerkers van de griffie kunnen zij met vragen terecht. Elke wijk heeft een coördinerend gemeenteraadslid, dat contact onderhoudt met het wijkbureau en de wijkregisseur. Daarnaast bezoekt de gemeenteraad elke wijk 2x per jaar. Dan verdiepen zij zich in de kwesties die in de wijk leven. De agenda voor die bezoeken wordt samengesteld in overleg met de desbetreffende wijkraden. Sommige raadsleden bezoeken met regelmaat de wijkraadvergaderingen.
Raadsleden zijn heel benaderbaar. Via de website van de gemeente kun je altijd contact met hen opnemen. Ze hebben dat graag, om goed met de wijk in contact te blijven. Sommige raadsleden hebben voorheen zelf ook deel uitgemaakt van een wijkraad. De griffier van de raad is Ad Smits. De raadsvergaderingen zijn te volgen op U-Stad TV, maar burgers zijn ook welkom als toehoorder, op de publieke tribune. Wil je echter je stem laten horen, dan kun je een RaadsInformatieAvond (RIA) bijwonen. Daar kun je meepraten en je mening geven. Tijdens raadsvergaderingen en commissievergaderingen is dat niet mogelijk. Burgers in Nederland zijn over het algemeen niet ontevreden met de raadsleden. 60% van de burgers geeft raadsleden in hun eigen gemeente een 6 of een 7. Een ander instrument om te meten of burgers tevreden zijn is de Utrecht Monitor, in combinatie met de Wijkwijzer. De meerderheid van Utrecht is nog altijd tevreden met het leven in Utrecht. Uit de misdaadmonitor van het AD bleek onlangs dat Utrecht ook wat dat betreft verbeterd is. De burgemeester De burgemeester is een apart bestuursorgaan, met eigen bevoegdheden, met name op het gebied van orde en veiligheid. Denk daarbij aan kwesties als de ramen op het Zandpad, coffeeshops, wedstrijden FC Utrecht. De burgemeester is voorzitter van het college en heeft daar ook een stem. Als de stemmen staken kan zijn stem zelfs doorslaggevend zijn. De burgemeester is technisch voorzitter van de gemeenteraad; hij moet het reglement van orde handhaven. De griffier van de raad ondersteunt hem daarbij. Als de stad in nood is wordt van een burgemeester verwacht dat hij als burgervader een bepaalde rol op zich zal nemen. Het College van B&W Het College van Burgemeester & Wethouders is in feite het dagelijks bestuur van de gemeente. Zij voeren uit wat de raad aan kaders en verordeningen heeft neergelegd en doen ook beleidsvoorstellen aan de raad. Het Utrechtse college van B&W heeft 7 leden: de burgemeester en 6 wethouders. Hun namen zijn ook op de gemeentelijke website terug te vinden. Het zijn fulltime bestuurders en ze vergaderen elke dinsdagmorgen. Het college wordt ondersteund door de gemeentesecretaris, zoals de raad wordt ondersteund door de raadsgriffier. Maarten Schurink is op dit moment gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris is bovendien de baas van het gemeentelijk apparaat (behalve van de griffie, die valt onder de raadsgriffier). Het collegeprogramma van het huidige college heet Groen, Open en Sociaal. Burgers kunnen het nalezen op de website. Taken raadsleden Wat zit er in de gereedschapskist van een raadslid om zijn werk goed te kunnen doen? Hij kan: − vragen stellen − een motie indienen (als een raadsvoorstel is geagendeerd en de raad wil nog iets extra's, bijvoorbeeld een onderzoek) − een amendement indienen (als het college een voorstel doet en de gemeenteraad wil wijzigingen inbrengen) − een initiatiefvoorstel doen (niet alleen het college kan voorstellen indienen maar ook een gemeenteraadslid, of een burger – denk aan de koopzondagen) − interpellatie aanvragen (komt niet vaak voor; als er iets is gebeurd en raadsleden vinden “dat kán niet”, dan kunnen zij het college ter verantwoording roepen en hen ondervragen; dat kan mogelijk zelfs een motie van wantrouwen opleveren) − en ook nog: hoorzitting, werkbezoek, enquête, raadsonderzoek, verzoek aan de rekenkamer. Besluitvormingsproces raad
Het besluitvormingsproces van de raad verloopt in drieën. − Informeren > de raad luistert naar de inbreng van burgers. Dat gebeurt tijdens de RIA's. − Debatteren > dat gebeurt in de vaste raadscommissies. − Besluiten > dat gebeurt in de gemeenteraadsvergaderingen. Tot slot zorgt de griffie er namens de raad voor dat er wordt teruggekoppeld wat er besloten is. De RIA's zijn erg leuke avonden. In verschillende zalen van het stadhuis komen verschillende onderwerpen aan bod, die ook in de raadscommissie aan de orde komen. Raadsleden willen graag van burgers horen hoe zij over die onderwerpen denken. Dat werkt erg goed en is echt een instrument voor de gemeenteraad om zich te laten informeren vanuit de stad. Getracht wordt die avonden zo levendig mogelijk van opzet te maken. De raadscommissies In de raadscommissies vindt het echte politieke debat plaats. Daar komen nu geen insprekers meer. Vroeger gebeurde dat wel en kregen ze een paar minuten spreektijd, maar nu kunnen zij hun visie op de RIA uit de doeken doen. Er zijn twee raadscommissies: de Commissie Stad & Ruimte (over de harde onderwerpen ofwel de stenen), en de Commissie Mens & Samenleving (over de zachte onderwerpen, ofwel het cement). De commissies zijn zo samengesteld dat alle raadsleden erin zitten maar in de praktijk komen alleen de woordvoerders voor een bepaald onderwerp naar de vergadering. Er zitten meestal zo'n 13, 14 raadsleden. In de begroting zitten programma's (straks meer daarover) en die programma's lopen door de commissies heen. De Commissie Mens & Samenleving heeft een subcommissie voor financiën die dat onderwerp nader uitdiept en voorbereidt voor de commissievergadering. De voorstellen uit de commissie komen terug in de gemeenteraad. Het debat moet dan eigenlijk achter de rug zijn, maar in de praktijk wordt daar weer veel herhaald. Eigenlijk moet het een debat zijn “op hoofdlijnen”, met besluitvorming in de raad. De burgemeester is voorzitter van de raad. Overige activiteiten raadsleden Overige activiteiten van de gemeenteraad: − werkbezoek − expertmeeting − stadsdebat − hoorzitting − wijkbijeenkomst. − Aantal vergaderingen per maand: fractie 4 dagdelen per maand (avond) RIA 2 dagdelen per maand (avond) commissie 3 dagdelen per maand (1x avond) raad 2 dagdelen per maand wijkbijeenkomst 2 dagdelen per maand (avond) overige bijeenkomsten 3 Totaal: 16 dagdelen per maand aan pure vergadertijd. Geconcentreerd op dinsdag en donderdag. Vergoeding is ongeveer € 1.800 bruto per maand ex onkostenvergoedingen.
De gemeentefinanciën en de begroting Door Marijn Wolswinkel Exploitatie De stad Utrecht heeft een exploitatie van 1,3 miljard euro. De begroting is in evenwicht: het totaal van de lasten = het totaal van de baten.
In de begroting zitten 15 programma's waar het bedrag van 1,3 miljard over verdeeld is. Aan het programma Stedelijke Ontwikkeling geeft de stad het meest uit, dat is een erg groot programma: het Stationsgebied zit erin, de ontwikkeling van Leidsche Rijn, Monumentenzorg, Krachtwijken etc. etc. Totaalbedrag voor 2013 voor dit programma: € 283 mln. Daarna komt het programma Werk & Inkomen, dan Openbare Ruimte & Groen. Specifiek voor dit college is het nieuwe programma Duurzaamheid, waar – gezien de economische crisis – nog een redelijk bedrag voor is vrijgemaakt: 4x € 6,5 mln. Daar vallen vooral projecten onder om de CO2-uitstoot te verminderen, maar ook fondsen ter stimulatie van bijvoorbeeld aanschaf zonnepanelen. Het programma Algemene ondersteuning is de overhead van het apparaat. Daarin zit alle ICT, financiële medewerkers, communicatie, HRM, d.w.z. alle ondersteuning om het primaire proces (dat zijn de programma's) te kunnen uitvoeren. Op de overhead wordt flink bezuinigd. Algemene Middelen & Onvoorzien is het financieringsprogramma, met zaken als rente, belastingopbrengsten etc. Dat is vooral een technisch programma waar al het geld binnenkomt (en waaruit het verdeeld wordt over de andere programma's). De post Onvoorzien is een verplichting vanuit de gemeentewet, maar er is niet bij aangegeven hoe groot die post moet zijn. In Utrecht is hij heel laag. Onder de post Bewoners & Bestuur valt: het wijkgerichtwerken, de wijkbureaus, de leefbaarheidsbudgetten, de griffie, de algemene rekenkamer maar ook bestuurlijke samenwerkingsvormen zoals het BRU en andere regionale samenwerkingsverbanden. Beïnvloedingsruimte Wat is binnen die € 1,3 miljard de ruimte voor de gemeenteraad om nog te beïnvloeden? Dat is lastig aan te geven. In de toekomst hoopt de gemeente dat meer inzichtelijk te kunnen maken. Een deel van de inkomsten is gekoppeld aan een bepaald doel of ligt vast via contracten, dus daar kan de raad niets mee. Er is veel regelgeving over. De speelruimte is beperkt. Utrecht en andere gemeenten Landelijk worden gemeenten met elkaar vergeleken v.w.b. het bedrag dat de stad uitgeeft per inwoner. Utrecht is de 4e gemeente van Nederland: Utrecht geeft € 4.189 uit per inwoner, bij een totaal van 321.993 inwoners. Dat heeft vooral ook te maken met grootstedelijke voorzieningen en problematiek waar de stad mee te maken heeft. Een gemeente als Houten geeft bijvoorbeeld € 2.321 uit per inwoner. Investeringen Naast de begroting van normale uitgaven investeert de gemeente. Een investering heeft meerjarig nut, de kosten daarvan neem je niet in 1 jaar tijd mee, je verdeelt ze over al die jaren. In 2013 investeert Utrecht voor een bedrag van € 131 mln. De meeste investeringen zijn gemoeid met onderwijs: schoolgebouwen vervangen en uitbreiden. Daarnaast gaat er ook veel investeringsgeld naar Openbare ruimte en groen / rioleringen. De raad autoriseert in 2013 een bedrag van € 131 mln aan investeringen. Dat betekent dat er met die investeringen een start wordt gemaakt. Projecten worden dus niet meteen in 2013 opgeleverd maar je mag pas starten als je een autorisatie hebt van de raad als hoogste orgaan. Investeringen leggen een meerjarig beslag op je budget; dat moet je elk jaar kunnen betalen. Daarom gelden daar aparte regels voor. Alle kosten die je voor investeringen maakt parkeer je tijdelijk, zet je op de balans; als een investering klaar is en je gaat het in gebruik nemen heb je een bezitting, en dan ga je jaarlijks afschrijven over een langere periode bijvoorbeeld 30 jaar (de levensduur). En dat bedrag moet je weer betalen uit de exploitatie van € 1,3 miljard. De exploitatie begrenst dus de investeringen. De investering in Onderwijs van € 41 miljoen is geen reservering, maar de dekking voor de kapitaallasten zit in de meerjarenbegroting. Er is in die € 1,3 miljard in 2013 en de jaren erna budget beschikbaar om de kapitaallasten jaarlijks te kunnen betalen. Want je hebt, als je een schoolgebouw neerzet, bijvoorbeeld 40 jaar lang lasten voor dat pand. Het kabinet heeft een uitname uit het Gemeentefonds aangekondigd omdat de gemeenten het budget, dat zij van het Rijk ontvangen voor onderwijshuisvesting, niet op zouden maken.
Waar haalt de gemeente haar inkomsten vandaan? Uit drie bronnen: − Rijksuitkeringen, nl. Gemeentefonds (in 2013 een bedrag van € 419 mln) en specifieke uitkeringen dan wel doeluitkeringen (bijv. t.b.v. De Wet Werk & Bijstand) − Eigen inkomsten, te weten publiekrechtelijke inkomsten (belastingen – OZB – en retributies – havengelden, leges etc.) en privaatrechtelijke inkomsten (grondbedrijf, tarieven van zwembaden en sportvelden etc.) − Bijdragen van derden, bijv. BRU, Provincie, EU etc. Inkomsten van de gemeente Het Gemeentefonds is gekoppeld aan het Rijk: als het Rijk meer uitgeeft krijgt de gemeente ook meer; als het Rijk minder uitgeeft krijgt de gemeente ook minder. Als het rijk bezuinigt krijgen de gemeenten dus minder, en dat gebeurt nu. Dat gaat om forse bedragen. Planning- en controlcyclus Het hele proces van afspraken maken en verantwoording afleggen is vastgelegd in de planning- en controlcyclus. Op vaste momenten in een vast ritme. Je start met de Voorjaarsnota. Daar worden de belangrijkste besluiten genomen en de kaders gesteld voor de Programmabegroting. De Voorjaarsnota is onlangs door het college vastgesteld. Daar zitten weer structurele bezuinigingen in van flinke bedragen. De voorstellen staan in de Voorjaarsnota. Dat is de integrale afweging. De besluiten die je daarin neemt werk je uit in de Programmabegroting, op detailniveau. Lopende het jaar kijk je dan of er bijgestuurd moet worden. Dat gebeurt via de Bestuursrapportage. Vervolgens kijk je terug in de Verantwoording. En zo kom je dan weer terecht bij de Voorjaarsnota: daarin kijk je naar het lopende jaar, naar het achterliggende jaar en naar de begroting van het volgend jaar. En het hele ritme herhaalt zich. Tijdsplanning cyclus: Collegedata cyclusjaar 2014 − voorbereiding november 2012 − voorjaarsnota 2013 mei 2013 − programmabegroting 2014 september 2013 − bestuursrapportage 2014 juni 2014 − verantwoording 2014 april 2015 − afronding (Provincie) juli 2015 − Over die rol van de Provincie bij de begroting: de raad stelt de begroting vast maar de Provincie spreekt er uiteindelijk een oordeel over uit. Op het moment dat het niet goed gaat wordt een gemeente een zgn. “Artikel 12 gemeente”: in dat geval moeten uitgaven boven een bepaald niveau altijd ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Provincie. Dat beperkt de zelfstandigheid en invloed van de gemeente sterk. Bij Utrecht is dat halverwege de jaren '90 een keer voorgekomen. Martijn Wolswinkel heeft de Programmabegroting 2013 meegenomen: een dik en lijvig boekwerk. Voorjaarsnota Terugkomend op de Voorjaarsnota inclusief Bestuursrapportage: doel is vroegtijdige discussie over nieuw beleid. De Voorjaarsnota is in feite een verbinding tussen coalitieakkoord, jaarstukken vorig jaar en begroting volgend jaar. De nota bevat inhoudelijke en financiële kaders voor de begrotingssamenstelling en tevens rapportage over de uitvoering van de begroting over het lopend jaar. Programmabegroting Dan de Programmabegroting. Die is ingedeeld in programma's. Het is een volledig overzicht van alle voorgenomen beleid en is de financiële vertaling van alle taken en activiteiten voor het komend jaar.
In die programma's zitten ook de wijkambities. De wijkregisseurs (v/h wijkmanagers) zijn verantwoordelijk voor het opstellen van die wijkambities. Bedoeling is om daar steeds beter de wijken bij te betrekken en de 3 belangrijkste prioriteiten van de wijk te vertalen in een wijkactieprogramma. De wet schrijft voor dat er in de programmabegroting ook allerlei paragrafen zijn, bijvoorbeeld over het treasury-beleid van de gemeente, en de investeringen. Daar is de programmabegroting op ingedeeld. Ook bevat de programmabegroting een financieeltechnisch overzicht. De Programmabegroting is ingedeeld aan de hand van drie w-vragen. 1. Wat willen we (bereiken)? > Doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten. 2. Wat gaan/moeten we daarvoor doen? > De wijze waarop ernaar gestreefd zal worden om die effecten te bereiken. 3. Wat mag/gaat het kosten? > De raming van baten en lasten. Verantwoording Tot slot de Verantwoording. Het verantwoordingsinstrument over het afgelopen jaar bestaat uit programma's, paragrafen, balans en programmarekening, en resultaat (voor en na bestemming). Dat laatste is bestuurlijk het meest interessant: blijft er geld over en wat ga je daarmee doen. Actualiteit: financiële krapte Actualiteit is dat er sprake is van financiële krapte. Ook de gemeenten krijgen te maken met effecten van het ongunstige economisch tij. Die effecten worden merkbaar in: − Bezuinigingen vanuit het Rijk. Utrecht moet € 25 mln besparen en moet taken zoals AWBZ en Jeugdzorg gaan overnemen. De budgetten die het Rijk daarvoor meestuurt zijn veelal gekort, dus het wordt moeilijk om die taken met dat geld uit te voeren. − De grondexploitaties staan onder druk (denk aan Leidsche Rijn en Stationsgebied). − De kosten van de bijstand nemen toe. Maatregelen die genomen worden zijn organisatievernieuwing in de zin van efficiencyingrepen, beleidsheroverwegingen etc. Wat voor effect hebben de landelijke bezuinigingen op de gemeentelijke uitgaven: als het Rijk bezuinigt moeten gemeenten ook bezuinigen. Binnenlandse Zaken geeft een paar keer per jaar een circulaire uit met verwachtingen van het Gemeentefonds, en daar baseert de stad zich op. Bezuinigingen van het Rijk raken ook altijd de gemeente. Het gaat om een bedrag van € 25 mln voor de gemeente Utrecht; Utrecht krijgt dat niet meteen in 2014 al voor de kiezen maar het bouwt op in een paar jaar tijd. De gemeente krijgt dus de tijd om erop te anticiperen. Met de huidige bezuinigingen probeert het gemeentebestuur de burger zo min mogelijk te raken; over het algemeen gaat het over efficiencyingrepen in het ambtelijk apparaat. Overige opmerkingen Landelijk is er een discussie gaande over de grondprijzen; gemeenten zouden zich rijk gerekend hebben door uit te gaan van hoge grondprijzen maar nu de bouw stil ligt ziet de situatie er heel anders uit. In Utrecht wordt de discussie over die samenhang met de grondprijs wel gevoerd maar als je die grondprijs fors verlaagt moet je ook verlies nemen, en dat kan over grote bedragen gaan. In je grondexploitatie zit een prognose over verwachte kosten en opbrengsten. In principe is het resultaat van de grondexploitatie nul, en als je opbrengsten moet bijstellen moet je dat verlies pakken door een voorziening te treffen op de balans (maar een jaar later actualiseert zich dat weer). Er bestaat nog geen financieel document per wijk; daar wordt wel over nagedacht. De wijkambities zouden daar een start in kunnen zijn. Veel onderdelen uit de begroting zijn echter niet in wijken in te delen maar voor een onderdeel als sport zou een onderverdeling per wijk wel mogelijk zijn.
Op www.utrecht.nl/begroting is alle informatie over de Utrechtse begroting te vinden.
Tot slot −
Vijdan Yildirim en Fadoua Koulij van Wijkraad Overvecht hebben beiden het hoogste puntenaantal in de quiz behaald. Door een slotvraag te stellen bepalen Frank en Marijn de gelukkige winnaar, en Fadoua Koulij gaat uiteindelijk met het spel Zeteldans (politiek ganzenborden!) naar huis. Gefeliciteerd! − De presentaties van Frank Lith en Marijn Wolswinkel zijn verwerkt in dit verslag maar ze zullen ook digitaal verspreid worden onder de aanwezigen. Actie − De gemeente werkt momenteel aan het vaststellen van de Participatie- en Inspraakverordening en versterking en verbreding van participatie. Wijkraden hebben daar al over kunnen meedenken. Op 6 juni is er een bijeenkomst met de raad, over de vraag “Hoe moet de gemeentelijke organisatie veranderen om de initiatieven van burgers beter te kunnen ondersteunen”. Dit gaat over de verbreding van participatie naar co-creatie en zelfsturing. Wijkraden ontvangen een uitnodiging. − Interessante pagina op de gemeentelijke website: www.utrecht.nl/wijkraad Als je vervolgens kiest voor documenten en informatie voor wijkraden vind je zaken als de verordening, het convenant, maar ook de verslagen van wijkraadtrainingen en tips voor wijkraadadviezen en wijkraadplegingen. − Suggesties voor onderwerpen voor wijkraadtrainingen: – omgaan met de media; – social media (herhaling of vervolg); – hoe kun je als wijkraadslid de sociale kant van je wijk beter benutten, hoe haal je het meeste uit je netwerk, hoe kun je alle actieve partijen in je wijk vinden en elkaar versterken; – informatie over transitie Jeugdzorg; hoe gaat de gemeente daarop anticiperen en dat verder vormgeven (en hoe kunnen wijkraden tijdig invloed krijgen). Angeline zal, als na verdere uitwerking een concreet aanbod voor een training vorm krijgt, een uitnodiging aan de leden van de wijkraden sturen voor deelname. Actie De maandagavond wordt altijd gekozen als trainingsavond omdat geen van de wijkraden dan vergadert. Bij Wijkraad Overvecht blijkt dat echter wel de vergaderavond van het DB te zijn. Indien mogelijk houden we daar in het vervolg rekening mee en streven we er naar om de data van de trainingsavonden vroegtijdig door te geven. Actie
Sluiting De deelnemers aan de training danken de vertegenwoordigers van de gemeente voor hun heldere toelichting. De bijeenkomst wordt gesloten om 22.25 uur. -.-.-.