Training wijkraden, 7 mei 2012
(Training wijkraden, 7 mei 2012)
Werkwijze gemeenteraad, financiën en begroting Deze trainingsavond voor wijkraden werd gehouden in Wijkbureau Oost/Noordoost. Er waren twee presentaties: • •
door Andrea Berghuizen, commissiegriffier, over de werkwijze van de gemeenteraad,
door Marijn Wolswinkel, sector Financiën en Personeel, over de gemeentelijke financiën en begroting.
De avond is georganiseerd door Angeline Diederen van de staf Dienst wijken (
[email protected]).
Voor de aanwezige wijkraadsleden: zie lijst onderaan verslag.
Een hand-out van de presentaties is aan de deelnemers uitgereikt, evenals een notitie met achtergrondinformatie over de wijkambities ('Werkwijze wijkambitie en wijkprogrammering'). Hieronder
een weergave van de informatie die tijdens de avond gegeven is. Waar 'hij' staat, wordt 'hij/zij' bedoeld. Verslag: Marja van Steijn, Tekstbureau Talent (
[email protected])
Werkwijze gemeenteraad Utrecht
(door: Andrea Berghuizen, commissiegriffier van de raadscommissie Mens & Samenleving) Op het stadhuis
Utrecht heeft een mooi en bijzonder stadhuis, waar altijd wel iets te doen is. Burgers zijn er heel welkom! Al vanaf 1374 zit het gemeentebestuur op deze locatie in de stad te vergaderen. Het is
zeldzaam dat dat al zo lang op dezelfde plek gebeurt. Dit stadhuis is gebouwd als een 'huis van de democratie', in die zin dat je in alle ruimtes kunt kijken. Het straalt openheid uit, transparantie. Het gemeentebestuur probeert daar vorm aan te geven door o.a. het organiseren van de
raadsinformatieavonden, de zogenoemde RIA's. Burgers van de stad zijn daar van harte welkom om te luisteren en te vertellen. Straks meer daarover. Het gemeentebestuur Het gemeentebestuur bestaat uit 3 onderdelen: •
de gemeenteraad,
•
het college van burgemeester en wethouders,
•
de burgemeester (de burgemeester is een apart bestuursorgaan).
De gemeenteraad
De raad is het hoogste orgaan. In Utrecht bestaat de gemeenteraad uit 45 leden (vertegenwoordigers van 9 fracties). De taken van de gemeenteraad zijn: •
de raad stelt de kaders, de hoofdlijnen van het beleid vast; het college van B&W voert ze uit,
•
de raad controleert vervolgens of het afgesproken beleid goed wordt uitgevoerd,
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
1 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
•
de raad gaat over de financiën.
De gemeenteraad werkt 'duaal'. Voorheen zaten de wethouders óók in de gemeenteraad, dus als er een voorstel kwam vanuit de wethouders om bijv. het verkeer op een andere manier te regelen, dan kwam het altijd op een akkoord uit: de wethouders zaten zelf in de gemeenteraad, hadden een meerderheid en dan was het lastig om daar kritische noten over te kraken.
In 2002 is landelijk besloten om de gemeenteraad duaal te maken. Op landelijk niveau werkte dat in feite al zo: ministers zitten en zaten niet in de Tweede Kamer. En in de gemeenteraad is dat nu dus ook op die manier gerealiseerd.
Niet iedereen is tevreden over de resultaten van het duale stelsel maar in de praktijk heeft het toch een gezonde spanning opgeleverd. Daardoor is het niet vanzelfsprekend dat alle voorstellen ook door de
raad geaccordeerd worden. En zeker in de gemeente Utrecht, vanwege de verdeling van de raadszetels. 45 raadsleden en 9 fracties Op dit moment heeft Utrecht een college van 3 partijen: GroenLinks (10 zetels), PvdA (9 zetels) en D66 (9 zetels). Het komt wel voor dat een van de partijen niet meestemt met een voorstel dat door het college is gedaan, wat het debat des te interessanter maakt (en de besluitvorming nog meer). De
zetelverdeling ziet er uit als volgt: 2010
2006
GroenLinks
10 (college)
8
PvdA
9 (college)
14 (college)
D66
9 (college)
3
VVD
7
5 (college)
CDA
4
4 (college)
SP
3
4
Leefbaar
1
3
ChristenUnie
1
2 (college)
Burger &
–
1
Groep Mossel
–
1
Groep Kuijper
1
-
Utrecht
Gemeenschap
De fracties Burger & Gemeenschap (van oorsprong afkomstig uit Leidsche Rijn / Vleuten – De Meern) en Groep Mossel zijn na 2006 niet meer in de raad teruggekomen. Groep Kuijper was voorheen Trots op Nederland maar René Kuijper heeft zich daarvan losgemaakt en is alleen verdergegaan. Utrecht heeft dus 45 raadsleden. Het aantal raadsleden van een gemeenteraad hangt samen met de grootte van de gemeente. Daar zijn wettelijk richtlijnen voor vastgesteld. 45 is het maximum.
Momenteel speelt er een discussie in de Tweede Kamer of het aantal raadsleden van gemeenteraden
niet verminderd zou moeten worden, zodat de kiesdrempel omhoog gaat en er dus minder 1-persoons fracties zijn. Voor 1-persoons fracties is het raadswerk namelijk erg zwaar: raadsleden van een grote
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
2 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
fractie kunnen de dossiers onderling verdelen maar een 1-persoons fractie moet alles alleen doen. Die discussie is dus gaande.
Raadslid zijn is intensief Raadslid zijn is een bijbaan. De gemeenteraad is 'een lekenbestuur', een bestuur van mensen die actief zijn in de partij en op de kieslijst terechtgekomen zijn. Zij krijgen geen salaris voor hun raadswerk, maar een vergoeding. Het aantal uur dat zij aan het raadswerk besteden hangt af van wat iemand
aankan (gezien ook zijn privé- en werk-omstandigheden) en ook van de omvang van de partij.
De gemeenteraad van Utrecht houdt in principe de dinsdagen en donderdagen vrij voor het raadswerk. Fractieoverleg echter vindt plaats op andere avonden, evenals eventuele partij-bijeenkomsten. Er gaat dus nogal wat tijd in zitten. Bovendien zit een raadslid steeds meer in een 'glazen huis': hij wordt nauwgezet gevolgd bij al zijn doen en laten. Daar moet je mee om kunnen gaan. Hoe lang een raadslid in de gemeenteraad mag blijven is verschillend. Bij GroenLinks bijvoorbeeld
mogen de raadsleden niet meer dan 3 raadsperioden zitting hebben, dus na 12 jaar zijn ze weg. Zo hebben alle partijen hun eigen afspraken op dat terrein. Gezien de hoge werkbelasting is er vrij veel sprake van wisselingen. Dat lijkt de laatste tijd toe te nemen, en het wordt ook steeds lastiger om gegadigden te vinden. Er geldt geen leeftijdsgrens, ook burgers ouder dan 65 jaar kunnen raadslid worden. Maar er zitten
ook studenten in de gemeenteraad. De getalsverhouding man – vrouw wisselt voortdurend. Een aantal voormalig raadsleden van Utrecht zijn nu prominent in beeld in Den Haag: Halbe Zijlstra bijvoorbeeld, en Paulus Jansen; en natuurlijk ook voormalig wethouder Hans Spekman. Volgens onderzoek zijn de burgers niet ontevreden over raadsleden; ze geven hen een 6 of een 7. De burgemeester De burgemeester is een apart bestuursorgaan met eigen bevoegdheden, met name op het gebied van openbare orde en veiligheid. Hij kan zelfstandig besluiten nemen op dat gebied. De burgemeester is voorzitter van het college van B&W en ook voorzitter van de raad (in Utrecht althans). Hij staat in principe boven de partijen, en zodra hij burgemeester is is zijn politieke kleur in feite niet meer relevant; dan gaat het er alleen maar om dat hij neutraal en onafhankelijk leiding geeft. Nederland is een van de weinige landen waar de burgemeester niet gekozen wordt maar benoemd; al heeft Utrecht bij de huidige burgemeester wél een traject meegemaakt waar burgers een rol in speelden. Onder wiens gezag valt de burgemeester eigenlijk? In de landelijke kwestie van de asielzoeker die onlangs speelde dacht iedereen daar verschillend over. Zeker is dat de burgemeester een grote autonomie heeft. Het college
Het college van B&W bestaat uit 6 wethouders van de coalitiepartijen GroenLinks, PvdA en D66. Deze wethouders doen voorstellen aan de gemeenteraad en voeren het door de raad vastgestelde beleid uit. Zij vormen het dagelijks bestuur van de gemeente. De gemeentesecretaris De hoogste ambtenaar in de gemeente is de gemeentesecretaris. In Utrecht wordt die rol sinds kort
vervuld door Maarten Schurink. De aansturing van de diensten wordt gedaan door de desbetreffende directeuren, en zij worden weer aangestuurd door de gemeentesecretaris.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
3 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Soms is er onduidelijkheid over de rol van de wethouder daarbij: moet een wethouder wel of niet de
diensten aansturen? De meningen daarover zijn verdeeld. Inhoudelijk heeft een wethouder vragen en eisen, en daar wordt hij door de diensten in bediend, in navolging van zijn opdracht. Een wethouder
stuurt dus vooral op inhoud, en op programmaniveau. Programma's kunnen dienstoverstijgend zijn en een wethouder is eindverantwoordelijk voor een bepaald programma. Hij moet dus goed geïnformeerd worden door het ambtelijk apparaat. Vaak vindt er vooraf ook afstemming plaats met andere wethouders. De gemeentesecretaris is dus uiteindelijk de ambtenaar die gaat over alle gemeentelijke diensten. In de praktijk levert dat echter soms spanning op, omdat er ook allerlei lijntjes naar de wethouders zijn. In
de nieuwe situatie komen de wethouders in hetzelfde kantoor te zitten als de ambtenaren; daar is ook discussie over ("komen ze zo niet te dicht op het ambtelijk apparaat te zitten"). Een wethouder in Utrecht is fulltime in dienst van de gemeente. De gereedschapskist van een gemeenteraadslid
Wat is de 'gereedschapskist' van een gemeenteraadslid? Een gemeenteraadslid kan: •
Vragen stellen, schriftelijk; hij krijgt dan ook schriftelijk antwoord. Die vragen zijn op de website van de gemeente in te zien samen met de antwoorden die gegeven zijn.
•
Een motie indienen. Dat houdt in dat aan het college gevraagd wordt om een bepaalde actie te
ondernemen, a.h.w. een opdracht van de gemeenteraad aan de wethouder. Er zijn verschillende vormen:
- De 'motie van wantrouwen' is een uiterst middel, tegen een wethouder, of tegen de burgemeester. Het wordt niet vaak ingezet, en áls het al wordt ingezet is de persoon in kwestie het vaak voor door zelf op te stappen.
- Een andere vorm is de 'motie van afkeuring', of de 'motie van treurnis'. Dat zijn wat zwakkere varianten om aan te geven dat er ontevredenheid heerst.
•
Een amendement indienen. Met een amendement wordt voorgesteld om de tekst van een raadsvoorstel dat voorligt, aan te passen.
•
Een initiatiefvoorstel indienen. Dat is een verzoek om iets te organiseren. Het meest recente initiatiefvoorstel in Utrecht ging over graffitibestrijding, om dat beter te organiseren en daar meer geld voor uit te trekken. Een initiatiefvoorstel is veel verder uitgewerkt dan een motie. Een initiatiefvoorstel komt op initiatief van de raad; een motie of amendement volgt een
collegevoorstel. Zowel motie, amendement als initiatiefvoorstel worden in stemming gebracht: er moet een meerderheid zijn om er uitvoering aan te kunnen geven. •
Een interpellatie aanvragen, een ondervragingsdebat.
•
Tot slot: hoorzitting, werkbezoek, enquête, raadsonderzoek, verzoek aan de rekenkamer.
Besluitvormingsproces gemeenteraad
Het besluitvormingsproces van de raad is niet bij elke gemeenteraad hetzelfde. In Utrecht bestaat dat proces uit 4 fases: •
Informeren. Dat gebeurt via de RIA's die iedere twee weken op dinsdagavond worden gehouden, en waar raadsleden zich laten informeren door burgers, belanghebbenden en deskundigen, om
naderhand een goed debat te kunnen voeren in de raadscommissie. Er worden op zo'n RIA dus geen uitspraken gedaan. De RIA is bedoeld voor de raadsleden, dus niet voor het college; wel zijn er vaak wethouders bij aanwezig, omdat ze willen weten wat er speelt. Voor informatie over de
programma's van de RIA's en eventuele stukken: zie de gemeentelijke websites. Overigens kunnen burgers zich via die website ook aanmelden voor de nieuwsbrief van de griffie.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
4 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Burgers kunnen inspreken tijdens een RIA. Ze krijgen dan ongeveer 5 minuten, afhankelijk van hoe druk het is. Het is de bedoeling om een gesprek aan te gaan. Voorheen konden burgers iets
inbrengen in de commissievergadering maar dan was er geen ruimte voor debat. Door middel van
de RIA's van tegenwoordig zijn burgers er vroeger bij en hebben de fracties ruimte om die inbreng mee te nemen in de debatten. De RIA's vinden plaats in meerdere zalen, afhankelijk van het aantal onderwerpen. Het is raadzaam om kort van tevoren nog even het programma te checken op de website omdat er soms kort van tevoren nog wijzigingen worden aangebracht. Onderwerpen van de RIA's: er staan bijna altijd
bestemmingsplannen op. Burgers die zienswijzen hebben ingediend worden dan altijd uitgenodigd. Voor overige onderwerpen kunnen burgers zich aanmelden. •
Debatteren. Dat gebeurt in de vergaderingen van de vaste raadscommissies. Er zijn er twee.
Burgers zijn van harte welkom om het debat te volgen, hetzij vanaf de publieke tribune, hetzij via internet (de debatten zijn niet naderhand nog terug te kijken). •
Besluiten. Besluiten worden genomen in de vergaderingen van de gemeenteraad, de
raadsvergaderingen. Dit alles vindt plaats binnen een tijdsbestek van ongeveer 4 weken. •
Tot slot: terugkoppeling. Dat doet de griffie namens de raad (via de nieuwsbrief en via de krant).
Zoals gezegd zijn er in Utrecht twee vaste raadscommissies: de Commissie Stad en Ruimte, en de Commissie Mens en Samenleving. In hun vergaderingen vindt het politieke debat plaats. De raadsvergadering zelf is bedoeld voor debat op hoofdlijnen, met als doel besluitvorming. De
burgemeester is voorzitter. Als er onderwerpen uit zijn eigen portefeuille aan de orde zijn is er een
vervangend voorzitter. (Er zijn overigens ook gemeenten waar de burgemeester níet de voorzitter van de raad is.) Overige activiteiten van raadsleden: •
werkbezoek,
•
expertmeeting,
•
stadsdebat,
•
hoorzitting,
•
wijkbijeenkomst.
Wat betreft die wijkbijeenkomsten het volgende: elke twee weken gaat de raad op bezoek in een wijk. Over het algemeen wordt ook de wijkraad daarbij betrokken (in overleg met het wijkbureau). Zo komen de raadsleden twee keer per jaar in elke wijk. De website van de gemeente Al een paar keer is de website van de gemeente genoemd. Daar is heel veel op terug te vinden. De
griffie is het orgaan dat de informatie voor de raad op de website plaatst. Burgers kunnen zich via de site inschrijven op de nieuwsbrief van de griffie: zie www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=257148.Ook is
er de mogelijkheid om zich aan te melden voor een RSS feed.
Er is veel belangstelling voor de nieuwsbrief maar sowieso blijken er in Utrecht veel betrokken burgers te zijn: de RIA's worden gemiddeld door zo'n 100 mensen per avond bezocht. Het programma van een RIA is te vinden op de website van de gemeente evenals onderliggende documenten.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
5 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Opmerking van een van de wijkraadsleden: het is jammer dat zoektermen alleen op de hoofdpagina van de gemeente kunnen worden ingevuld. Het kan niet op de pagina van de RIA.
Antwoord: Dat de zoekmachine niet goed genoeg functioneert wordt bevestigd. Hopelijk kan dit
probleem worden opgelost als de gemeente klaar is met het ontwikkelen van een APP voor al deze informatie. Het streven is deze APP voor de zomer te kunnen lanceren. Van de RIA's worden geen verslagen gemaakt zoals van commissievergaderingen en
raadsvergaderingen, maar wel vindt er via de website een soort terugkoppeling plaats van wat er aan de orde is geweest, inclusief alle bijdragen van burgers. Degenen die ingesproken hebben krijgen via de mail te horen dat hun bijdrage op de website is gezet.
Opmerking van een van de wijkraadsleden: vroeger kon je je bijdrage in een word-bestand aanleveren maar tegenwoordig moet je het intypen op de pagina van de website. Dat betekent dat je zelf geen kopie hebt. Dat is jammer.
Gemeentelijke financiën en begroting
(door: Marijn Wolswinkel, financieel beleidsadviseur bij Sector Financiën en Personeel) Utrecht in cijfers In een stad als Utrecht gaat heel wat geld om: de exploitatie bedraagt 1,3 miljard euro. Het totaal aan lasten is gelijk aan het totaal aan baten; dat betekent dus dat de begroting in evenwicht is.
Waar geven we dat aan uit? Een belangrijk programma binnen de gemeente Utrecht op beleidsmatig niveau is het programma Stedelijke ontwikkeling. Dat is een bundeling van de ontwikkeling van
Leidsche Rijn, van het Stationsgebied en van andere stedelijke ontwikkeling –programma's. Ook het programma Werk en Inkomen heeft een fors aandeel, waar de bijstand in zit. Zo zijn er nog veel meer
programma's, bijv. Cultuur. De ontwikkeling van het Muziekpaleis valt onder het Stationsgebied zolang de ontwikkeling gaande is maar valt, als alles is afgerond, qua exploitatie binnen het programma
Cultuur. In het programma Veiligheid zit ook de brandweer, alhoewel de brandweer geen onderdeel meer uitmaakt van de gemeente Utrecht maar onder de VRU, de VeiligheidsRegio Utrecht, valt. Per 2012 zijn de programma's opnieuw ingedeeld. Economische Zaken was een apart programma, met relatief weinig budget, maar dat zit nu in het programma Werk en Inkomen (daar is het een relatief
kleine kostenpost). Een van de andere programma's is Algemene Ondersteuning. Dat programma heeft vooral te maken met overhead: via dat programma worden bepaalde administratieve posten geboekt.
Het programma Duurzaamheid lijkt een geringe post, maar is in feite heel groot: het is een speerpunt
van het huidige college. De raad heeft er 4 jaar lang 6,5 miljoen euro extra voor vrijgemaakt. Gezien de economische crisis is dat erg veel (en ook vergeleken met andere gemeenten). Het programma Onderwijs is ook groot.
Naast de exploitatie-uitgaven heeft de gemeente natuurlijk ook investeringen. Dat zijn uitgaven die een meerjarig nut hebben, zoals het bouwen van een school in Leidsche Rijn. Vergelijk je de uitgaven van Utrecht per inwoner met die van andere gemeenten per inwoner, dan zie je dat Utrecht vrij hoog zit (€ 4.332 per inwoner; aantal inwoners 311.367). Dat heeft vooral te maken
met voorzieningen in een stad, met grootstedelijke problematiek, met boekhouden soms ook wel, en ook met grondexploitatie zoals die hele wijk Leidsche Rijn.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
6 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Wat gebeurt er als programma's uit de pas gaan lopen met de begroting? Voor veel investeringen zijn
er geen overschrijdingen. Helaas is er een landelijk beeld dat er zich bij grote investeringen – zoals het Muziekpaleis – regelmatig overschrijdingen voordoen. Vaak speelt mee dat ontwikkelaars proberen
contracten zoveel mogelijk juridisch dicht te zetten. Op het moment dat er een overschrijding is, zijn de kosten daarvan dan vaak voor de gemeente. Met een post Onvoorzien kunnen onvoorziene kosten tot op zekere hoogte worden opgevangen. Bij het Muziekpaleis zijn de kosten hoger uitgevallen dan begroot. De raad heeft eerder gezegd dat dit de laatste keer is dat er geld bij gedaan is. Wil de raad
ergens extra geld voor vrijmaken (geld dat niet begroot is) dan moet worden aangeven waar dat geld vandaan moet komen. Er wordt altijd eerst gepoogd om bij te sturen. Extra geld beschikbaar stellen komt daarna pas.
Heeft de gemeente Utrecht schulden? Ja, maar Utrecht heeft ook eigen vermogen. De stad financiert zijn bezittingen deels uit eigen vermogen, en deels uit vreemd vermogen. Vreemd vermogen is in feite schuld. Utrecht heeft geen hoge schulden, Utrecht maakt op dit moment zelfs winst op de rente, netto 30 miljoen euro per jaar. De gemeente kan goedkoop lenen want gemeenten worden door banken als betrouwbare partners beschouwd.
De inkomsten van de gemeentebestuur Een gemeente kan op verschillende manieren aan inkomsten komen: •
Rijksuitkeringen. Denk aan bijvoorbeeld het Gemeentefonds, € 427 miljoen voor 2012. Dat bedrag
is in principe vrij besteedbaar, maar er liggen wel wettelijke taken onder. Die taken moeten met dat geld betaald worden maar de gemeente hoeft daar geen verantwoording van af te leggen aan het Rijk. Het Gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven, via de zgn. 'trap op–trap af'-
systematiek: als de rijksuitgaven stijgen of dalen, dan stijgt of daalt het Gemeentefonds mee. Als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk levert dat nu dus wel problemen op.
Het Rijk verstrekt daarnaast specifieke doeluitkeringen. Daarvan is de besteding vastgelegd, en
daarvan moet de gemeente wél verantwoording afleggen. Heb je als gemeente dat geld niet of niet goed besteed, dan zul je het moeten teruggeven. Belangrijk voorbeeld daarvan is de Wet Werk & Bijstand. Daar zijn afspraken over gemaakt met het Rijk. Tot een bepaald bedrag kreeg de
gemeente dat; deed de gemeente het beter, dan mochten ze het houden. Maar nu werkt dat nadelig uit want Utrecht zit boven dat bedrag en moet dat restant zelf regelen.
•
Eigen inkomsten van de gemeente. Dat zijn ten eerste publiekrechtelijke inkomsten, zoals belastingen en retributies. Retributies zijn bestemmingsbelastingen, dus belastingen die worden
ingezet voor een bepaald doel (zoals rioolrecht). Regel daarbij is dat de gemeente nooit meer mag vragen dan honderd procent kostendekkendheid. Ook de leges vallen daaronder. Binnen die eigen inkomsten is ook sprake van privaatrechtelijke inkomsten, zoals tarieven
(zwembad, bibliotheek) maar ook allerlei andere inkomsten, zoals de zojuist genoemde rente, grondexploitaties etc. Heel divers dus. Het is een relatief kleine post op de begroting.
•
Tot slot: bijdragen van derden. Daaronder vallen subsidies van het BRU (Bestuur Regio Utrecht), van
de Provincie, of van Europa.
Door een van de wijkraadsleden wordt gevraagd naar de verhouding tussen Gemeentefonds en eigen inkomsten van de gemeente. Is de hoogte van de eigen inkomsten van een gemeente medebepalend voor het bedrag dat die gemeente uit het Gemeentefonds ontvangt?
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
7 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Antwoord: dat ligt vrij ingewikkeld. Bij het vaststellen van het bedrag uit het Gemeentefonds worden
tientallen variabelen meegewogen, met als doel dat er een objectief bedrag uitrolt waarmee met gelijke lastendruk een gelijk voorzieningenniveau kan worden aangeboden door elke gemeente. Het
Gemeentefonds houdt dus rekening met allerlei soorten gegevens, van bevolkingssamenstelling tot bepaalde extra bijzondere uitgaven van een gemeente, in de hoop het geld zo rechtvaardig mogelijk tussen gemeenten te verdelen. De planning- en controlcyclus Het proces van afspraken maken en steeds verantwoording afleggen wordt de planning- en control-
cyclus genoemd. De gemeente doet dat ieder jaar, in een vast ritme. Belangrijkste documenten daarin zijn: de Voorjaarsnota, de Programmabegroting, de Bestuursrapportage en de Verantwoording. Momenteel wordt gewerkt aan de Voorjaarsnota. Daarin vindt een integrale afweging plaats: hoe staan
we ervoor en welke kaders stellen we voor de begroting. De volgende stap is dan de
Programmabegroting. In die begroting worden de afspraken vastgelegd. Vervolgens is er de
Bestuursrapportage. Die gaat over het lopende jaar. Je kijkt daarbij of je in de pas loopt of dat je moet bijsturen. In de praktijk zit de Bestuursrapportage in de Voorjaarsnota. Tot slot heb je de Verantwoording. Daarin legt het college verantwoording af aan de raad. De
uitkomsten daarvan worden weer meegenomen in de Voorjaarsnota, en zo is de cyclus rond. Heeft een wijkraad wensen, dan moet hij ervoor zorgen dat die worden meegenomen bij de Voorjaarsnota; de Voorjaarsnota is een heel beleidsrijk stuk, daar worden de echte keuzes gemaakt.
Overigens is er een RIA gepland over de Voorjaarsnota op 19 juni aanstaande 2012. De tijdsplanning van de hele planning- en controlcyclus, collegedata cyclusjaar 2013: •
Voorbereiding:
november 2011
•
Voorjaarsnota 2012:
juni 2012
•
Programmabegroting 2013: september 2012
•
Bestuursrapportage 2013:
juni 2013
•
Verantwoording 2013:
•
Afronding (Provincie) 2014: juli/augustus 2014
april 2014
De complete cyclus duurt dus eigenlijk 2,5 tot 3 jaar. De Voorjaarsnota (inclusief de Bestuursrapportage)
Het idee is dat het college op een vroeg moment de discussie aangaat over eventueel nieuw beleid. In de Voorjaarsnota komen dus heel veel zaken bij elkaar. Na de verkiezingen stelt het college het
collegeprogramma voor 4 jaar vast, en bekeken wordt of daar bijsturing nodig is. Belangrijk moment daarvoor is de Voorjaarsnota. Daar wordt het resultaat van 2011 in meegenomen, en het gemeentebestuur is tegelijkertijd ook bezig met de begroting.
De Voorjaarsnota is dus een verbindingsstuk tussen coalitieakkoord, jaarstukken vorig jaar en begroting komend jaar, waar veel onderdelen bij elkaar komen; maar het is ook een belangrijk stuk waarin kaders worden vastgesteld voor het nieuwe jaar, en de bijsturing voor het lopende jaar (de Bestuursrapportage). De raad stelt de Voorjaarsnota vast. De Programmabegroting
De Programmabegroting is het volledige overzicht van voorgenomen beleid, en de financiële vertaling van alle taken en activiteiten voor komend jaar. Het college biedt dit stuk aan aan de raad; de raad stelt
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
8 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
het vast, en dat zijn dan de kaders waarmee het college dat jaar gaat werken, met bijbehorende budgetten.
De Voorjaarsnota is een heel belangrijk moment voor de inhoudelijke discussie: bij de Voorjaarsnota is daar nog ruimte voor, maar bij de begroting eigenlijk niet meer. Daar ligt een boek op basis van de kaders die de raad heeft meegegeven. Vaak speelt daar nog wel het uitwerkingsvraagstuk. De
hoofdlijnen stel je vast in de Voorjaarsnota, de uitwerking volgt daarna in de Programmabegroting.
Maar die twee volgen kort op elkaar; daar is discussie over. Het hangt samen met het moment waarop de Verantwoording beschikbaar is. Een paar geleden is besloten om de Voorjaarsnota nog beleidsrijker te maken, door het resultaat van het afgelopen jaar toe te voegen, de bijsturing van het lopende jaar, en de kaders voor het komende jaar. Dat zit dus allemaal in één nota. Dat heeft veel voordelen: als je de Verantwoording apart
behandelt behandel je het resultaat daarvan ook apart, en het is handiger om dat mee te nemen in de Voorjaarsnota. In september is de collegebehandeling van de begroting, en in november komt hij in de raad (in oktober in de commissievergaderingen).
Het belangrijkste deel van de Programmabegroting wordt gevormd door de programma's, met op programmaniveau de doelstellingen. In de programma's voor de komende begroting zal ook rekening
gehouden worden met de wijkambities. Het huidige college wil het wijkgericht werken versterken. Dat betekent dat de hele gemeente vraaggericht gaat werken, dat de wijkmanager wijkregisseur wordt, dat het wijkbureau en de Dienst Wijken gaan deel uitmaken van de ontwikkelorganisatie, en dat de
wijkambities uit de wijk worden gelegd naast het collegeprogramma om te zien wat daarvan mogelijk is. Het idee is dat er in elk programma ingezoomd gaat worden op de wijken. Dat is nieuw.
Naast die programma's staan er ook paragrafen in de programmabegroting. En tot slot is daarin te zien wat de financiële positie van de gemeente is.
De programma's zijn opgebouwd volgens een vast stramien: de drie w-vragen. •
Wat willen we (bereiken)? (doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten)
•
Wat gaan/moeten we ervoor doen? (wijze waarop gestreefd wordt om die effecten te bereiken)
•
Wat mag/gaat het kosten? (raming van baten en lasten)
De Verantwoording
Het document dat volgt op de Programmabegroting is de Verantwoording. In de Verantwoording wordt teruggekeken naar het afgelopen jaar: het college legt daarin verantwoording af aan de raad. Ook de Verantwoording volgt een vast stramien:
1. De programma's. Er wordt benoemd wat er is gedaan en wat er is uitgegaan. 2. De paragrafen. De genoemde paragrafen komen hierin ook weer terug. 3. Balans en programmarekening.
4. Een analyse van het resultaat (voor en na bestemming). Het laatste punt roept meestal de meeste discussie op. Dat resultaat betrek je dan weer bij de Voorjaarsnota. De Verantwoording wordt binnenkort vastgesteld, het college is daar bijna mee klaar. De actualiteit: financiële krapte
Merkbare effecten van het ongunstige economische tij zijn: •
bezuinigingen van de Rijksoverheid (dalende uitkering uit het Gemeentefonds),
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
9 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
•
grondexploitaties staan onder druk (denk aan Leidsche Rijn: er wordt minder gebouwd, waardoor gronden in het bezit blijven van de gemeente en daar rente over moet blijven betalen),
• •
hogere kosten bijstand,
bijdragen vanuit de samenleving nemen soms af.
Al met al een lastige tijd. Er is weinig geld. Tot een jaar of twee geleden was er vaak geld over, maar nu is dat omgedraaid. De vraag is steeds: hoe dekken we het tekort. Dus: wat gaan we niet meer doen. Maatregelen die de gemeente Utrecht neemt:
1. Organisatievernieuwing. De efficiency wordt verhoogd en er wordt flink bezuinigd op overhead. Ook valt er mogelijk veel te besparen op inkoop. Nog nooit is er in zulke grote aantallen ingegrepen als in deze tijd.
2. Beleidsheroverwegingen. Er moeten keuzes gemaakt worden. Wat ga je nog doen, wat niet meer, wat stel je uit. De teneur van de Voorjaarsnota is dan ook: bezuinigen.
Het college wil het aantal medewerkers bij Finance en Control terugbrengen van 350 naar 255. Bij andere overheadfuncties, zoals management en secretariaat, zie je vergelijkbare afnames. Dat kun je wellicht niet met alleen maar natuurlijk verloop opvangen al wordt daar wel naar gestreefd. In totaal moet er ongeveer 16 miljoen euro bespaard worden op de overhead in 2016. Meer informatie
Alle cycli van de afgelopen 5 jaar zijn terug te vinden en te downloaden via de website: www.utrecht.nl/begroting. Ook is het mogelijk vragen te stellen aan de staf Dienst Wijken, of aan de
wijkbureaus.
Door een van de wijkraadsleden worden gevraagd of er in de raad voldoende expertise is om het woord te voeren over de begroting van de gemeente.
Antwoord: het is voor eenmansfracties soms moeilijk, zo iemand moet veel keuzes maken. Maar vaak zitten daar wel mensen achter die meedenken. Voor gebieden waar extra deskundigheid nodig is
worden vanuit de gemeente ook wel cursussen gegeven. Raadsleden kunnen ook altijd rechtstreeks
vragen stellen aan Financiën, met name puur technische vragen (dus geen vragen met een politieke lading). Daar moet debat over plaatsvinden. Fracties die iemand hebben met een financiële
achtergrond gaan financieel meer de diepte in. Lastig is dat de Programmabegroting voor een leek op een behoorlijk hoog abstractieniveau is geformuleerd: echt concrete projecten zul je er niet in
terugvinden. Maar willen raadsleden een amendement op de begroting indienen, dan kunnen ze dat altijd eerst voorleggen aan Financiën om te checken of het technisch goed in elkaar zit.
Is de cyclus voldoende transparant? De laatste keer dat een wethouder Financiën opstapte is lang geleden! Dat valt dus erg mee. Belangrijke vraag is altijd of het college de raad goed en tijdig
geïnformeerd heeft over overschrijdingen (dat is een wettelijke verplichting college c.q. wethouder). Vraag van een van de wijkraadsleden: heeft de raad commissies van deskundigen die zij kunnen raadplegen?
Antwoord: nee, daar zijn geen formele commissies voor; wel kunnen ze natuurlijk hun achterban raadplegen. Ook zijn er fractiemedewerkers: functionarissen met betaalde functies, die partijen in
dienst kunnen nemen. Zij gaan soms in de commissievergadering mee-debatteren. Verder heeft de Commissie Mens en Samenleving een subcommissie Finance en Control. Daar wordt geen politiek
debat gevoerd, maar daar gaat het om de technisch-financiële uitgangspunten. Ook kan een beroep gedaan worden op de algemene rekenkamer: zij onderzoeken doet naar o.a. doelmatigheid (gevraagd en ongevraagd). De raad kan zelf een onderzoek starten. Daar wordt dan een onderzoekscommissie voor opgericht, bestaande uit raadsleden. Zo'n commissie is tijdelijk.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
10 /11
Training wijkraden, 7 mei 2012
Afsluiting
Angeline Diederen dankt ieder voor zijn aanwezigheid en inbreng. Wie vragen heeft, kan die achteraf naar Angeline mailen (voor e-mail adres zie bovenaan verslag). Zij zet de vragen dan door naar de juiste ambtenaar. Het verslag van deze bijeenkomst zal naar de deelnemers verzonden worden en zal daarnaast
geplaatst worden op de gemeentelijke website www.utrecht.nl/wijken (via de pagina Documenten). Dit is overigens een interessante link voor wijkraadsleden! Daar staat namelijk ook alle informatie over de wijkraden inclusief de adviezen per wijk.
Angeline sluit de bijeenkomst om ca 21.50 uur.
Lijst van aanwezige wijkraadsleden Wijkraad Overvecht
Harm Schoonhoven, Nelleke Wuurman en Abdel Harchaoui
Wijkraad Oost
Wam van den Akker
Wijkraad Noordoost
Fien van Walbeek en Sanne de Groot
Wijkraad Zuidwest
Wim Übels
Wijkraad Binnenstad
Janneke Klein Lankhorst
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, mei 2012
11 /11