Training wijkraden, 11 juni 2012
(Training wijkraden, 11 juni 2012)
Participatie en burgerbegroting
Aanwezig: Angeline Diederen
-
Gemeente Utrecht, staf Dienst Wijken
Jeroen Collard
–
wijkraad Zuidwest
Dick Ubels
Bart Jurgens
– –
wijkraad Zuidwest wijkraad Leidsche Rijn
Evalien van ’t Veen
-
wijkraad Leidsche Rijn
Gerard Cats
–
wijkraad Oost
Ab Huls
–
wijkraad Noordoost
Christa Tydeman
-
wijkraad Oost
Serife Akalin
–
wijkraad West
Roos de Haan
–
wijkraad West
Martijn Verheul
-
wijkraad West
Verslag: Marja van Steijn – Tekstbureau Talent (
[email protected]) Gespreksleider: Joop Hofman, Rode Wouw, www.rodewouw.nl.
Participatie in Nederland (door Joop Hofman) Onder de bezielende leiding van Joop Hofman beleefden wij een inspirerende avond! Joop nam ons
mee door de wereld van de burgerparticipatie. Als medewerker van Rode Wouw is hij daar erg in thuis: Rode Wouw is een expertisecentrum dat zich richt op het ontwerpen, uitvoeren, adviseren, en managen van processen van bewonersparticipatie.
Joop opende de avond met de stelling dat de participatieladder alweer op zijn eind aan 't lopen is. Vervolgens schetste hij de stand van zaken in Nederland. Het begrip 'participatie' zit alweer in de 4e generatie. De 1e generatie was in de jaren '60-'70. Toen
deed - als antwoord op de aanpak bij grote structurele ruimtelijke ingrepen en de veranderingen bij de daarop volgende stadsvernieuwing - het begrip 'inspraak' zijn intrede. In de jaren '80-'90 kwam daar
het fenomeen 'interactieve beleidsvoering' overheen = we gaan samen met de burger plannen maken. Dat was de 2e generatie. In het begin van deze eeuw ontstond de volgende generatie. Dat was een vorm van participatie die
gepaard ging met 'initiatiefkracht': de burger neemt het voortouw en de overheid is faciliterend. Dat
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
1 /6
Training wijkraden, 11 juni 2012
was de 3e generatie. Of dat toen ook aansloeg bij de burgers is nog maar de vraag. Het ís natuurlijk
ook beter dat plannen van onderop groeien, maar in de praktijk werkt het vaak niet. Alleen in Hengelo lukt het wel: daar zijn wachtlijsten voor burgerinitiatieven. Heel bijzonder! Zoals gezegd bevindt de participatie zich nu in de 4e fase. Er is een verandering op komst. De burger gaat niet alleen maar het voortouw nemen, we verwachten dat hij ook de regie gaat nemen!
Bart denkt dat door het gemeentebestuur participatie meer gezien wordt als een manier om weerstand te laten afvloeien, om hun eigen ding te blijven doen zonder dat er al te veel weerstand komt vanuit de burgers. Dus niet: meedenken en meebeslissen.
Ab stelt dat je ondanks dat je eigen pad kunt uitzetten. Wijkraad Noordoost heeft daar voorbeelden van, kreeg daar ook de gelegenheid toe. Er zijn wel degelijk kansen. Joop Hofman herkent dat voor een deel maar heeft ook ervaren dat overheden echt die link met de burger willen leggen. Soms is het inderdaad uit eigenbelang, maar soms ook vanuit echte
bevlogenheid, betrokkenheid met de burger, waardoor de burger ruimte krijgt, echte ruimte. Sterker
nog: Joop ziet dat de burger die ruimte neemt. En de overheid moet daaraan wennen. Op conceptueel
vlak zijn we het er wel over eens maar het is toch wennen. Denk aan de vele energiecorporaties van
burgers! Maar er komen ook steeds meer zorgcorporaties van burgers. Overheden weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Steeds meer burgers zeggen: Ik wacht niet op de overheid, ik ga het gewoon zelf doen. Initiatiefkracht. Burgers worden ondernemers.
Het is niet nieuw: een eeuw geleden waren woningcorporaties ook in handen van de burgers zelf. Zij hadden woningen, zij organiseerden schoolreisjes en dat soort dingen. Later is dat allemaal meer
geïnstitutionaliseerd. Maar er is een beweging terug, dit soort instituten moeten weer in handen van de burgers zelf komen. Denk ook aan acties als de guerillaschommels, guerillagardening, guerrilla-art.
Burgers vragen geen toestemming aan de gemeente, ze wachten niet meer op bestemmingsplannen.
Ze nemen gewoon zelf het heft in handen! Dat wringt hier en daar, maar het is echt een beweging die gaande is. Participatie in Nederland kent verschillende invalshoeken: •
Politieke participatie: dat gaat over macht, over invloed.
•
Civiele participatie: burgers die met elkaar iets organiseren.
•
Sociale participatie: dat houdt in dat mensen meedoen in de samenleving.
Sinds 2 weken ligt er een nieuw rapport van een invloedrijke club over dit onderwerp, de WRR, de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Titel 'Vertrouwen in burgers'. Dit rapport zegt: we
moeten een ommezwaai maken in Nederland, het moet anders. En dat is een gezaghebbende club! Daar zal de regering naar luisteren. In dit rapport worden nieuwe termen voor participatie geïntroduceerd: •
beleidsparticipatie (bij plannen, bij beleid),
•
maatschappelijke participatie (actief meedoen in de samenleving),
•
het maatschappelijk initiatief (mensen nemen zelf het voortouw).
Het rapport zegt dat de overheid moet verschuiven van beleidsparticipatie naar maatschappelijk initiatief. De overheid moet dus een ommezwaai maken, de overheid zal moeten gaan leren om die
burgers te ondersteunen bij hun initiatief. Dan is er geen sprake meer van 'burgerparticipatie' maar
van 'overheidsparticipatie': de overheid participeert in een initiatief van de burger. Dat kan in allerlei
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
2 /6
Training wijkraden, 11 juni 2012
vormen. Precies andersom dus! Maar niet overnemen, maar meedoen. Dat worden de nieuwe verhoudingen.
Evalien denkt dat raadsleden dat misschien nog wel kunnen. Maar ambtenaren niet. Volgens Ab valt dat mee en zijn die ambtenaren best te beïnvloeden. Wijkraad Noordoost heeft dat ervaren met de aanpak van de herinrichting van winkelcentrum De Gaard.
Joop Hofman stelt dat de ambtenaar moet leren dat hij niet alleen zijn leidinggevende als opdrachtgever heeft, maar ook de samenleving. En hij moet daar steeds mee spelen. Dat is moeilijk! Niet iedereen kan dat, en daarom moet het beleid steeds meer activerend worden. De gemeente Hoogeveen is daar al vrij ver in gevorderd. Deze gemeente hanteert de zgn. ja-code, d.w.z. elke ambtenaar zegt altijd ja op initiatieven van burgers. Desnoods om samen naar een alternatief te
zoeken. Maar wel: ja!
Je hoort vaak dat de overheid de burger erbij wil betrekken met als doel om taken aan de burger over te dragen. Maar dat is een denkfout. De burger gaat taken doen, die hij zelf wil oppakken en waar de
overheid ondersteunend kan zijn. Zo ligt het. Als de overheid de burger ziet als een gratis vrijwilliger
dan gaat het echt niet werken. Die rolopvatting is niet helemaal duidelijk en de overheid is zoekende. Voorbeelden van activiteiten in het kader van de nieuwe rol van de burger: • •
Het opknappen van een tuin bij een verpleeghuis in Haarlem.
In Amsterdam hebben de woningbouwcorporaties, de makelaars en huiseigenaren met elkaar een deal gemaakt om de woningmarkt te hervormen. Dat is het ultieme voorbeeld van hoe het zou moeten! De overheid staat daar letterlijk aan de kant en de angel is uit de discussie doordat partijen samen een deal hebben gemaakt.
•
Een andere beweging – ooit begonnen in het dorp Hoogeloon – is dat bewoners zelf een
zorgcorporatie oprichten. Ze hebben hun PGB's bij elkaar gelegd en zelf deals gemaakt met zorginstellingen. Dit model zie je inmiddels op 30/40 plekken in Nederland. Via die PGB's hebben ze natuurlijk ook toegang tot geld, en dat is heel belangrijk. •
Er komen ook buurtpolissen. Uitgangspunt daarbij: 60% van de mensen die bij de dokter komen
heeft geen klachten maar zij hebben in feite aandacht nodig. Het idee is daarom dat er projecten in de buurten georganiseerd worden, want dat betekent dat mensen anderen ontmoeten, waardoor ze minder snel naar de dokter gaan. En wie actief is in dat soort projecten krijgt dan korting op de polis van de verzekeraar. •
En dan de energiemarkt. Feldheim, een dorp in Duitsland, verdient daar miljoenen mee!
•
Ook interessant als het om participatie gaat is de stadslandbouw. Dat is heel snel in opkomst. In Amerika groeit dat al uit tot complete winkelcentra maar zover is het in Nederland nog niet.
Zorg, energie en stadslandbouw zijn nieuwe domeinen van participatie waar burgers zelf het voortouw nemen en waarbij de overheid volgend is.
Engeland kent tegenwoordig de zgn. 'neighbourhood trusts'. Dat zijn bewonersbedrijven die zelf hun
woonomgeving bijhouden qua veiligheid, onderhoud etc. Ze verdienen er geld mee en zetten er
mensen mee aan het werk. In een aantal steden in Nederland begint dat nu ook op te komen in de vorm van experimenten. Zo krijgen bewoners weer grip op hun wijk. De Engelse regering heeft zelfs
600 miljoen pond beschikbaar gesteld voor deze bewonersinitiatieven; maar zo ver is Nederland nog niet. De aanwezigen vertellen over de bezuinigingen van Utrecht op de buurthuizen, waar veel wijkraden zich op dit moment ernstig zorgen over maken. Joop Hofman wijst op een andere mogelijkheid: hij noemt voorbeelden van mensen die geld hebben ingezameld en daarmee vervolgens zelf hun
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
3 /6
Training wijkraden, 11 juni 2012
buurthuis hebben gekocht. Burgers nemen het heft in eigen handen, en het is verbazend wat er dan allemaal kan!
De participatieladder Een participatieladder gaat over het niveau van participatie, van het betrekken van de burgers. De ladder van Rode Wouw: •
Beslissen.
•
Co-produceren.
•
Adviseren.
•
Raadplegen.
•
Informeren.
Dit is dezelfde ladder als die waar de gemeente Utrecht mee werkt, zij het dat Utrecht de bovenste trede heeft laten vallen. Die participatie lijkt te gaan over zeggenschap. Maar dat is een valkuil. Participatie gaat over het
maximaal meedoen met elkaar. Het is een nog grotere denkfout als één partij zegt: "Op dát niveau van
participatie mogen jullie meedoen." Dat kan niet. Als partners gelijkwaardig zijn kan niet de ene partij beslissen op welk niveau de andere partij mag meepraten. Participeren betekent dat je samen
afspraken maakt over het niveau. Bijna overal is de gemeenteraad het orgaan dat zegt op welk niveau
bewoners mogen meedoen; maar de gemeenteraad gaat daar niet alleen over, daar gaan ook de burgers samen over. Samen komen zij er uit.
Joop Hofman vervolgt dat zeggenschap niet kan gaan zonder verantwoordelijkheid. Het hoort bij
elkaar, het is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je moet dus beide herverdelen: als een bewoner meer zeggenschap wil hebben betekent dat automatisch dat hij meer verantwoordelijkheid krijgt. Dat
kan niet anders. Daarom werkt Rode Wouw ook met een verantwoordelijkheidsladder. Die loopt gelijk
op met de participatieladder. Het is vele malen interessanter om met bewoners te gaan praten over de
vraag welke verantwoordelijkheid ze willen nemen. En ook over waar ze geen zin in hebben. Dan hoort
daar het bijpassende niveau van zeggenschap bij.
Hoe hoger je komt, hoe steviger die verantwoordelijkheid is. Dus áls je die ladder wilt toepassen, is het veel interessanter om dat vanuit verantwoordelijkheid te doen. Ook voor een wijkraad kan het interessant zijn om er eens zo naar te kijken.
De participatieladder heeft zijn langste tijd gehad als belangrijkste instrument om de rollen in de samenwerking van overheid en burgers te bepalen. De samenleving gaat veranderen, beleid gaat ook terechtkomen bij burgers en groepen. Dan verandert die ladder dus ook. Die draait om. De overheid
heeft uiteraard nog wel een monopoliepositie richting burger, en de burger is natuurlijk ook klant bij de overheid. De overheid heeft steeds verschillende rollen richting burger. En per rol is ook de participatie heel verschillend. Maar: die burger heeft ook een rol naar de overheid, en ook de burger verdeelt de rollen. Die heeft zijn eigen ladder daarvoor. Afhankelijk van de rol van de burger richting overheid kiest hij ook voor
verschillende vormen van participatie. En zo kan er dan uiteindelijk een co- creatieve ladder ontstaan. Je hebt dus tegenwoordig twee vormen van monopolie: overheidsmonopolie (en dat blijft ook); maar
wat steeds meer opkomt is het monopolie van de burger. Die twee zullen 'ladder-achtig' met elkaar in gesprek moeten gaan.
Tot zover dit onderwerp.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
4 /6
Training wijkraden, 11 juni 2012
Burgerbegrotingen Ook dit is een boeiend onderwerp. Rode Wouw heeft er een boekje over uitgebracht, dat is te downloaden via http://www.rodewouw.nl/pdf/brochure_Nederland_op_weg_naar_burgerbegroting__Joop_Hofman.pdf.
In de rest van de wereld worden begrotingen door burgers opgesteld in plaats van door ambtenaren. Gek genoeg loopt Nederland daarin achter. Zo'n burgerbegroting, wat levert dat op? Een vitale, lokale democratie, betere dienstverlening, betere
infrastructuur, en duizenden burgers die opeens actief worden. Het lijkt een sprookje maar het gebeurt echt. Jaarlijkse bijeenkomsten waar burgers samen de gemeentebegroting maken. Dat gebeurt in
Berlijn, New York, Sevilla, delen van Parijs. Het beïnvloedbare gedeelte van de begroting is daarbij groter, door minder van te voren vast te leggen, Het gaat wel om het gedeelte dat de raad kan
beïnvloeden. Een groot deel van de begroting bestaat namelijk uit doeluitkeringen. Dit zijn middelen waarvan de besteding vast ligt bijvoorbeeld voor de betaling van bijstandsuitkeringen. Je ziet drie vormen van burgerbegrotingen. Ze zijn ontstaan op drie plekken in de wereld. •
Burgers richten zelf de begroting in. (Porte Alegro).
•
Burgers beoordelen bestaande begrotingen, stellen die bij. (Christ Church).
•
Burgers kunnen voor een gelimiteerd bedrag autonoom keuzes maken. (Deventer).
Joop Hofman legt de eerste variant uit aan de hand van een filmpje over Duitsland, waarin Christina Emrich wordt geïnterviewd, de burgemeester van Berlin/Lichtenberg. Daar praten burgers mee over de begroting, o.a. via internet. Deze werkwijze wordt in steeds meer steden in Duitsland ingevoerd. Zie www.buergerhaushalt.de. Solingen is ook een goed voorbeeld. Politici die hun burgers horen. Joop Hofman is in Lichtenberg geweest en ook in Porte Alegro. Hij vond het heel interessant om te zien dat burgers ook met elkaar in gesprek gaan over wat zij de belangrijkste thema's vinden voor het
komende jaar. Het is een proces waarbij burgers met elkaar in gesprek gaan en onderhandelen over
hoe het geld naar hun mening verdeeld moet worden: gaan we dit jaar investeren in seniorenzorg of bibliotheken, in veiligheid of in mobiliteit? De ervaring leert: als je dat proces goed organiseert doen daar duizenden burgers aan mee!
Uiteindelijk beslist de gemeenteraad, nooit de burgers, maar zij maken wel een voorstel. Het effect was
dat nieuwe burgers zich begonnen te melden, dus niet de burgers die nu in allerlei belangengroepen zitten, maar anderen, die ook graag mee willen doen.
Door het op te bouwen vanuit kleinere groepen naar het grote geheel ontstaat er een gemeentebegroting op basis van prioriteiten van de verschillende wijken. Het is een kwestie van verdelen. Burgers krijgen alle gegevens en krijgen daarbij ook te horen: als je aan een bepaald onderwerp meer wil doen moet er aan andere onderwerpen minder gebeuren. En het werkt! In Nederland zijn er vergelijkbare voorbeelden, waar de gemeente tegen de burgers zegt: "Het is jullie dorp, jullie leven. Júllie zijn moreel eigenaar van je dorp en niet wij."
Joop Hofman verwacht dat er tussen nu en vijf jaar steeds meer gemeenten zullen gaan werken met zo'n burgerbegroting.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
5 /6
Training wijkraden, 11 juni 2012
Tot Slot: Utrecht Angeline Diederen meldt tot slot dat de gemeente Utrecht een advies in voorbereiding heeft over de visie op de participatie, co-creatie en zelfsturing incl. programma voor 2012 tot 2015. Plan is om in
het najaar een eerste discussie met de raad aan te gaan en er daarna in de stad over te praten. Het is de bedoeling dat de raad daarna de visie begin 2013 vast zal stellen. Angeline dankt Joop Hofman voor zijn inspirerende betoog en sluit de bijeenkomst om 22.15 uur. De powerpointpresentaties van Joop Hofman zijn als bijlage meegestuurd.
Tekstbureau Talent, Marja van Steijn, juni 2012
6 /6