Verslag participatiebijeenkomst wijkraden en belangenverenigingen Structuurvisie Openbare Ruimte 26 juni 2012 ABC Architectuurcentrum Agenda 19:30-19:40 19:40-19.50 19.50-20.00 20:00-21:00 20.00-20.05: 20.05-20.20: 20.20-20.25: 20:25-20.40: 20.40-20.45: 20.45-21.00: 21.00-21.15 21.15
Inloop/ koffie en thee Inleiding door Ewout Cassee ‘Wat is de Structuurvisie Openbare Ruimte?’ door Sarah Ros Inhoudelijke discussie Thema 1: Ring en leefbaarheid inleiding thema discussie Thema 2: (H)OV inleiding thema discussie Thema 3: Groenstructuur inleiding thema discussie Toelichting participatie en website door Mark Rutherglen Afsluiting door Ewout Cassee
Wat is de Structuurvisie Openbare Ruimte? Hans van der Straaten (Gemeente Haarlem) legt uit wat de Structuurvisie Openbare Ruimte is. Een Structuurvisie is een wettelijk verplichte lange termijn visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad die toont wat er de komende jaren kan gebeuren, wat wij als stad willen, welke ambitie wij hebben en wat wij daarvoor moeten doen. Op 20 april 2005 heeft de Raad van de gemeente Haarlem het Structuurplan Haarlem 2020 vastgesteld. Dit is met het inwerkingtreden van de Wet ruimtelijke ordening een structuurvisie geworden. Voor de onbebouwde omgeving is op het schaalniveau van een structuurvisie onvoldoende richtinggevend kader beschikbaar. Daarnaast is de druk op de openbare ruimte groot, is de ambitie groot en iedere gewenste of wettelijk opgelegde functie kent haar eigen ruimteclaim. Door de raadscommissies Beheer en Ontwikkeling is begin 2010 gesteld dat een integrale visie op de openbare ruimte gewenst is. De Structuurvisie Openbare Ruimte wordt, naast de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, opgesteld om aan dit verzoek te kunnen voldoen. Deze structuurvisie zal het kader bieden voor de ruimtelijke ontwikkeling en het beheer/onderhoud van het publiek domein in de stad tot 2040. De Structuurvisie Openbare Ruimte is een aanvulling op en thematische deelherziening van de Structuurvisie Haarlem 2020. Voor Haarlem betekent dat een antwoord op de volgende vragen: - Welke landelijke en lokale trends spelen er in de openbare ruimte de komende jaren? - Welke verplichtingen en uitgesproken ambities (o.a. regionale bereikbaarheidsvisie, Nota Ruimtelijke Kwaliteit, woonvisie) drukken op de openbare ruimte, wettelijk, klimaat technisch of vanuit eerder genomen besluiten. - Wat betekenen deze verplichtingen/ambities voor de openbare ruimte, functioneel en kwalitatief? - Welke integrale oplossingsrichtingen zijn er om deze trends, ambities, kansen en verplichtingen samen te brengen? Dit is de eerste fase van het opstellen van de Structuurvisie Openbare Ruimte. In deze fase werken we toe naar een Hoofdlijnennotitie. Hierna komt nog de fase van het opstellen van de ontwerpstructuurvisie en de fase van het afwegende definitieve versie. Gedurende deze fases wordt op diverse manieren geparticipeerd.
Ruimtelijke Ontwikkeling is een verhaal van lange adem. En als het gaat over groei en duurzaamheid/leefbaarheid in een historische stad als Haarlem, is dat al helemaal het geval. We kijken daarom tot 2040. Het vastleggen van een visie en ambitie tot 2040 geeft niet alleen duidelijkheid en helderheid voor onszelf, maar ook voor onze partners in de ruimtelijke ontwikkeling. In de discussie van vandaag is het belangrijk om de blik tot 2040 in het achterhoofd te houden en op hoofdlijnen te denken, op het schaalniveau van een structuurvisie. Inhoudelijke Discussie Thema 1: ring en leefbaarheid Inleiding: Volgens statistieken neemt het aantal auto’s tot en met 2040 toe met een gelijkblijvend bewonersaantal. Hoe kunnen we deze toename faciliteren? Één van de ideeën is om een ring om de stad te maken voor doorgaand verkeer. Met het aanleggen van een ring ontstaan ook mogelijkheden. Door de auto binnen de ring te ontmoedigen, kan de leefbaarheid binnen de ring vergroot worden; zo ontstaat bijvoorbeeld meer ruimte om te spelen, het is beter voor het milieu, er is meer ruimte voor verblijfsruimte en het is veiliger. Het idee is dat je nog wel overal kan komen met de auto, maar minder snel. De doorstroming van de auto in de stad heeft dan minder prioriteit. Stelling: De randvoorwaarde voor toekomstige ontwikkeling is een ring, bent u het daarmee eens? Zo ja, welk beeld heeft u daarbij, kijkend naar 2040? Discussie: - Dik Vonk (KNHV) vraagt of de ring ten koste gaat van woningen en beveelt de gemeente aan om in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van keuzes. - Jaap Moerman (Fietsersbond) geeft aan dat het principe van een ring aanspreekt. De ring van Houten is een mooi voorbeeld. De vraag is of de ring ook doorwaadbaar is? - Cees van Putten (Wijkraad Vondelkwartier) zegt dat je dan ook een oostelijke verbinding met de A9 moet realiseren. - Hans van der Straaten (Gemeente Haarlem) stelt dat een grote ring en een kleine ring een strategie zou kunnen zijn. - Alex Vermeulen (Wijkraad Welgelegen) geeft aan een voorstander van de ring te zijn, maar tegelijkertijd moeten we stilstaan bij de activiteiten die een ring mogelijk aantrekt. De ring van Haarlem grenst aan beschermd gebied. Voor wie leggen we de ring aan? Wat voor verkeersanalyse zit daarachter? - Martijn Dekker (Gemeente Haarlem) stelt dat binnen de ring de snelheid van het autoverkeer wordt beïnvloedt (bijv. wachttijden stoplichten) en andere gebruiksvormen (zoals bijv. de fiets) prioriteit wordt gegeven, waardoor het voor de auto stroperiger wordt. - Alex Vermeulen (Wijkraad Welgelegen) concludeert dat de ring in dat geval voor bewoners van de stad wordt aangelegd. - Chris Brunner (Vogelwerkgroep) zegt dat het idee van de ring goed is. De vorm is alleen wel erg langgerekt. Het is de vraag of het op deze manier wel gaat werken en mensen niet alsnog door de stad gaan rijden. - Hans Kerkhoff (IVN) vraagt waar wordt voorzien in parkeermogelijkheden. Is er daarbij onderscheid in bewoners en bezoekers? - Almond (privé persoon) vraagt zich af wat de gevolgen voor het milieu en groen zijn. - Frans Steffens (Wijkraad Scheepmakersdijk) geeft aan in eerste instantie voor een ring te zijn. Een voorwaarde is echter wel dat een koppeling wordt gemaakt met de A9. Conclusie thema 1: Men staat in eerste instantie positief tegenover het idee van de ring, met binnen de ring een kwaliteitsverbetering. Vanuit de zaal zijn verschillende praktische tips gekomen wat betreft de
doorwaadbaarheid, een aansluiting met de A9, parkeergarages in de stad, fasering in tijd, het verrichten van kwalitatief onderzoek, kijken naar gelijkvloers en ongelijkvloerse kruisingen. Ook wordt opgemerkt dat men consequent moet zijn in beleid. Bij het kiezen voor de ring moet je ook durven om dingen (zoals bijv. straten) dicht te gooien.
Thema 2: (H)OV, Hoogwaardig Openbaar Vervoer Inleiding: (H)OV is belangrijk voor de doorstroming in de stad. Het autogebruik willen we ontmoedigen. Tegelijkertijd is het de bedoeling dat we overal kunnen komen. Het uitgangspunt is dat we de ruimtelijke kwaliteit willen vergroten. De stad moet van binnen goed bereikbaar zijn, o.a. per fiets en (H)OV. Haarlem heeft momenteel al een goed dekkend OV-netwerk. Met de komst van een ring om de stad voor autoverkeer wordt in de stad ruimte gemaakt voor functies die de leefbaarheid van de stad vergroten. Een versterking van het (H)OV netwerk in de stad versterkt deze ambitie. Het idee is o.a. om de Zuidtangent te gaan vertrammen om capaciteit optimaal te benutten en vergroten. Stelling: Vindt u ook dat intensivering van het HOV netwerk nodig is en dat we dit moeten doen door bijvoorbeeld vertramming en lightrail? Discussie: - Hilde Prins (Haarlemse Bomenwachters) stelt dat het in theorie een goed idee is, maar tegelijkertijd erg afhankelijk is van het tracé dat gekozen wordt. Waar wil men het gaan realiseren? Het is de vraag of de stad het wil (NIMBY effect). Een idee is om een groot gedeelte van het netwerk te laten samenvallen met de ring. - Wijkraad Dietsveld-Vogelbuurt is van mening dat vertramming de stad juist niet leefbaarder maakt. Het is juist onveiliger om met een tram door de straten van de stad te rijden, kijk naar Amsterdam. - Jaap Moerman (Fietsersbond) zegt dat in andere steden trams stapvoets rijden. De bus rijdt momenteel heel hard. Wanneer de tram met aangepaste snelheid rijdt hoeft het niet onveilig te zijn. - Chris Brunner (Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland) vindt de kaarten onduidelijk. De keuze voor een tracé is lastig. Een tracé om de stad heen werkt niet, omdat er onvoldoende reizigers voor zijn. - Martijn Dekker (Gemeente Haarlem) zegt dat het idee hierbij is dat de Zuidtangent /Rnet snel om de stad heen gaat en weinig stopt en dat het (H)OV binnen de stad langzaam gaat en vaker stopt. - Dik Vonk (KNHV) stelt dat het niet het goede uitgangspunt is om de bestaande situatie als een goede situatie te bestempelen. Het centrum is goed bereikbaar met het OV, maar het gebied daarbuiten niet. - Wijkraad Scheepmakersdijk vraagt naar de aansluiting van de lightrail met de rest van het OV. Het moet goed op elkaar aansluiten, ook wat betreft de ring en parkeergarages. - Hans van der Straaten (Gemeente Haarlem) geeft aan dat ook ideeën bestaan omtrent multimodale knooppunten. Conclusie thema 2: Niet iedereen is het eens met het voorstel of geeft aan dat de keuze hiervoor van diverse factoren afhangt. Zo hangt het af van het tracé en de haalbaarheid. De nut en noodzaak moet verder onderzocht worden. Ook is gesteld dat de lightrail/tram goed moeten aansluiten op andere OV-knooppunten, ring en parkeergarages. Thema 3: Groenstructuur Inleiding: De kaarten die betrekking hebben op de groenstructuur gaan over gebruiksgroen. Er is een aparte kaart gemaakt voor de bomenstructuur.
Haarlem wordt door bezoekers beleefd als groene stad, o.a. door de groene randen (Binnenduinrand, Spaarnwoude) en wegen die langs groengebieden lopen. Groene structuren bevinden zich op drie verschillende niveaus in de stad; stads-, wijk- en buurtniveau. Op wijkniveau zijn groengebieden van grote betekenis; het zijn identiteitsdragers. Op buurtniveau heb je een typologie qua groen en bebouwing. In Haarlem zijn een aantal buurten groenarm. In het Groenstructuurplan 1991 staat de doelstelling geformuleerd om buurt- of wijkparken te realiseren. Dat is niet opgeschoten, mede omdat deze buurten gekenmerkt worden door veel particulier woonbezit. Ook heeft Haarlem groenrijke buurten, maar waar het groen niet van voldoende kwaliteit is. In de nieuwe situatie gaan we uit van beleefbaar groen. Tot nu toe was de discussie omtrent de groenstructuur vooral een kwantiteitsdiscussie. Kwantiteit is nog geen kwaliteit op zich. We willen gaan naar een situatie waarin Haarlem als een groene stad beleefd wordt. Dit willen we realiseren door recreatieve routes door de stad te laten lopen, voor fietsers en voetgangers. Ook willen we daar spelen aan koppelen. Het thema van de ring kan hier ook aan gekoppeld worden: binnen de ring komt ruimte vrij voor een andere invulling. Stelling: Kunt u zich vinden in een andere benadering van de groenstructuur van Haarlem? Koppel de groenstructuur aan recreatieve routes, waterlopen, gewenste oost-westverbindingen. En durf harde ingrepen te plegen die ook echt invloed hebben op de groenbeleving van en in de stad. Discussie: - Almond (privé persoon) geeft aan dat bij de gemeente een visie op groen in de wijk mist. - Hilde Prins (Haarlemse Bomenwachters) stelt dat fietsroutes primair zijn, los van de groene structuur. “Waar wil de mens naartoe?” Daar moeten de groene corridors aan gekoppeld worden. - Martijn Dekker (Gemeente Haarlem) geeft aan dat er ook een fietsroutenetwerk is en daarin vallen veel noord-zuidroutes op. Deze recreatieve routes zetten in op oost-westverbindingen. De dimensie die nu belicht wordt is dat in wijken waar weinig groen is, een goede verbinding naar het buitengebied loopt. - Hilde Prins (Haarlemse Bomenwachters) zegt dat je voor kleine kinderen groen in de stad nodig hebt, geen groen buiten de stad. Bij bouwplannen moet als eerst gekeken worden naar de bomen die er al staan en dan pas naar de rest kijken. - Martijn Dekker (Gemeente Haarlem) stelt dat we tegen verschillende zaken oplopen. Het HVVP legt een claim op de openbare ruimte, het ecologisch beleidsplan, het waterplan en ga zo maar door. Het past niet. In de Structuurvisie Openbare Ruimte worden alle facetten op elkaar gelegd en uitgedacht. - Welna Buwalda (Haarlemse Bomenwachters) stelt dat het Structuurplan 2020 ook groene recreatieve routes omvat, maar deze zijn toen niet gerealiseerd. - Hans Kerkhoff (IVN) zegt dat een speerpunt van het IVN is dat we het microgroen willen versterken. Wanneer je naar buiten loopt zou je binnen vijf minuten in het groen moeten zijn. - Ewout Cassee (wethouder gemeente Haarlem) geeft aan dat een aantal prikkelende voorstellen zijn gedaan om bijvoorbeeld een aantal straten groen te maken. Dat betekent meer groen in de straat, maar ook dat je de auto niet voor de deur kan zetten. Als we kiezen voor meer groen, moeten we ruimte maken en andere dingen weghalen. - Peter Davids (Haarlem-Noord) geeft aan dat er weinig groen op hoeken te vinden is en in de hoogte (bijv. gevel en daktuinen). - Niels van Esterik (Gemeente Haarlem) zegt dat gewerkt wordt aan beleid voor gevelgroen. De planning is dat dit eind 2012 gereed is. - Anne Nicolai (IVN) vraagt wat voor kwaliteit de groene verbindingen krijgen. Heeft het ecologisch nut of zijn het alleen kaarsrechte bomenrijen? - Martijn Dekker (Gemeente Haarlem) geeft aan dat wat gerealiseerd kan worden afhangt van de breedte van de recreatieve verbindingen. Idealiter zou op de route een fiets- en wandelpad komen, 20 meter groen, waterpartij en een speelplek. - Chris Brunner (Vogelwerkgroep) zegt dat bij meer groen in de wijk oplossingen moeten worden bedacht voor parkeren. Het aantal auto’s neemt toe. Dat wordt alleen maar een groter
knelpunt. De gemeente moet daarin een rigoureuze beslissing nemen. Ook stelt dhr. Brunner dat groen meer kleuren heeft. Denk ook aan ecologie. Conclusie: Diverse kanttekeningen zijn geplaatst bij het thema groenstructuur. Wat voor kwaliteit krijgen de groene verbindingen? Is er ook aan ecologie en microgroen gedacht? Groen heeft meer kleuren. Groen voor de deur is ook van groot belang. Kiezen voor groen vraagt ook om oplossingen voor de auto en het parkeren. Toelichting participatie en website Het proces is opgedeeld in 2 participatieronden en een inspraakprocedure. Via de website www.haarlem.nl/structuurvisie kan in de eerste participatieronde vanaf 27 juni t/m 24 juli gereageerd worden op een aantal belangrijke thema’s en principes van de Structuurvisie Openbare Ruimte. Mark roept de aanwezigen op om, via websites en nieuwsbrieven van de verschillende wijkraden en belangengroepen, zoveel mogelijk Haarlemmers te betrekken bij de discussie op de website. Afsluiting Ewout Cassee sluit af. De thema’s die aan bod zijn gekomen leven en hopelijk voelen alle aanwezigen zich geprikkeld tot discussie, ook via de website www.haarlem.nl/structuurvisie.